De Relatie tussen Equity Sensitivity, Self-efficacy en Burnout bij Leraren in het Middelbaar Onderwijs.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Relatie tussen Equity Sensitivity, Self-efficacy en Burnout bij Leraren in het Middelbaar Onderwijs."

Transcriptie

1 De Relatie tussen Equity Sensitivity, Self-efficacy en Burnout bij Leraren in het Middelbaar Onderwijs. Marleen de Groot Scriptiebegeleider: Dr. A. Brouwers 2 e begeleider: Dr. W. Tomic Mei 2001 Open Universiteit Nederland Faculteit Sociale Wetenschappen Afstudeerrichting Arbeids- en Organisatiepsychologie

2 Inhoudsopgave Samenvatting...3 Summary Inleiding Methode Onderzoeksgroep Meetinstrumenten Procedure Resultaten Discussie Literatuur...30 Bijlage...33 I. Vragenlijst

3 Samenvatting In dit onderzoek wordt de hypothese getoetst dat equity sensitivity een moderator is in de relatie tussen self-efficacy en burnout bij leraren. Equity-sensitivity, gebaseerd op de billijkheidstheorie van Adams, heeft betrekking op de gevoeligheid voor als onbillijk ervaren situaties. Self-efficacy, de belangrijkste component in de sociaal-cognitieve theorie van Bandura, is het oordeel dat iemand heeft over zijn of haar vermogen een zekere vorm van gedrag voort te brengen. Burnout verwijst naar een proces waarin een leraar als reactie op een veeleisende werksituatie emotioneel uitgeput raakt en een negatieve houding ontwikkelt zowel in relatie tot leerlingen (depersonalisatie) als in relatie tot de eigen werkprestatie (verminderde persoonlijke bekwaamheid). Een onderzoeksgroep van 271 leraren uit het voortgezet onderwijs heeft ingevuld: (1) de Maslach Burnout Inventory voor leraren (Schaufeli & van Horn, 1995), (2) een aangepaste versie van de General Self-efficacy Scale (Sherer, Maddux & Rogers, 1982) en (3) de Equity Sensitivity Instrument (Huseman, Hatfield & Miles, 1985). De resultaten van het onderzoek vormen deels een bevestiging van de hypothese. Equity-sensitivity blijkt een moderator te zijn in de relatie tussen self-efficacy en twee van de drie dimensies van burnout, namelijk emotionele uitputting en persoonlijke bekwaamheid. Equity-sensitivity blijkt geen moderator te zijn in de relatie tussen self-efficacy en depersonalisatie. De resultaten van het onderzoek kunnen van waarde zijn bij het ontwikkelen van interventieprogramma s die het voorkomen of verminderen van burnout bij leraren beogen. In eerdere onderzoeken zijn reeds aanbevelingen gedaan voor dergelijke programma s op basis van het versterken van self-efficacyverwachtingen. Bij leraren met een hoog niveau van equity sensitivity ( gevers ) blijkt de relatie tussen self-efficacy en de emotionele uitputtings- 3

4 en persoonlijke bekwaamheidsdimensie van burnout meer negatief te zijn dan voor leraren met een laag niveau van equity sensitivity ( nemers ). Versterking van de selfefficacyverwachtingen alleen zal bij nemers in mindere mate effect sorteren in de poging deze dimensies van burnout te voorkomen of te verlichten dan bij gevers. Aangezien de ervaren onbillijkheid effect heeft op de relatie tussen self-efficacy en burnout, wordt een aanbeveling gedaan in een volgend onderzoek de factoren met betrekking tot de ervaren onbillijkheid in kaart te brengen die van belang kunnen zijn bij het voorkomen of verlichten van burnout. Tevens wordt een aanbeveling gedaan voor een onderzoek vergelijkbaar met de onderhavige studie, waarbij self-efficacyverwachtingen met betrekking tot de specifieke taken van leraren onderzocht worden in plaats van algemene self-efficacyverwachtingen. 4

5 Summary In this study the hypothesis is tested that equity sensitivity is a moderator in the relation between self-efficacy and teacher burnout. Equity-sensitivity, based on the equity theory of Adams, is an individual difference that involves sensitivity to over-reward or under-reward situations. Self-efficacy, the main component of Bandura s social cognitive theory, is the belief in one s capacity to bring about a certain behaviour in oneself. Burnout is a psychological syndrome of emotional exhaustion, a detached and cynical attitude towards the recipients of one s services or care (depersonalisation) and a negative self-evaluation of one s own job performance (reduced personal accomplishment). The following questionnaires were completed by 271 teachers working in secondary education: (1) the Maslach Burnout Inventory for teachers (Schaufeli & van Horn, 1995), (2) a modified version of the General Self-efficacy Scale (Sherer et al., 1982) and (3) the Equity Sensitivity Instrument (Huseman et al., 1985). The results of the present study confirm the hypothesis partially. Equity-sensitivity is a moderator in the relations between self-efficacy and two of the three dimensions of teacher burnout, namely emotional exhaustion and personal accomplishment. Equity-sensitivity is not a moderator in the relation between self-efficacy and depersonalisation. The results of the present study can be of value considering the development of intervention programs aimed at preventing and alleviating teacher burnout. In former studies on teacher burnout programs based on strengthening teachers self-efficacy beliefs have already been recommended. The present study shows that for teachers with a high level of equity sensitivity ( benevolents ) there is a more negative relation between self-efficacy and the emotional exhaustion- and the personal accomplishment dimensions of burnout than for teachers with a low level of equity sensitivity ( entitleds ). Simply strengthening self-efficacy 5

6 beliefs alone may have less effect for entitleds than for benevolents when trying to prevent or alleviate these burnout dimensions. Since perceived inequity also effects burnout, a recommendation for further research would be to investigate the factors with regard to perceived inequity, which can be of importance when trying to prevent or alleviate burnout. A study comparable to the present study, in which the self-efficacy beliefs linked to a particular domain of activity of importance for teachers will be examined instead of the general selfefficacy beliefs, is also suggested. 6

7 1. Inleiding Burnout is een fenomeen van dramatische importantie in het onderwijs. In een onderzoek van het CBS naar de leefsituatie van de Nederlandse bevolking in 1997 rapporteerde ongeveer 10% van de beroepsbevolking klachten over opgebrandheid door het werk, ofwel burnout. Van de ondervraagde werkenden in het onderwijs kampt 13% met burnout-klachten (CBS, 1997). Arbeidsongeschiktheidscijfers tonen aan dat in 1999 ruim 47 procent van het totale aantal arbeidsongeschikte ambtenaren tot de categorie onderwijs en wetenschappen behoort. In ruim 40 procent van de gevallen liggen hieraan psychische klachten ten grondslag (LISV, 2000). De definitie van burnout die in deze studie gehanteerd wordt, is de meest gebruikte definitie, namelijk die burnout omschrijft als een psychologisch syndroom van emotionele uitputting, depersonalisatie en verminderde persoonlijke bekwaamheid dat zich kan manifesteren bij personen die beroepsmatig met andere mensen werken (Maslach 1993). Emotionele uitputting duidt op gevoelens van emotionele overbelasting en uitputting van iemands emotionele reserves. Depersonalisatie verwijst naar een negatieve, ongevoelige of cynische houding ten opzichte van patiënten, cliënten of leerlingen. Bij verminderde persoonlijke bekwaamheid gaat het om een negatieve zelfevaluatie omtrent de eigen werkprestatie (Maslach 1993, Schaufeli, Maslach & Marek, 1993). Leraren ondervinden in de loop van hun carrière veel stress. De effecten van stress kunnen leiden tot burnout en tot een gevoel van machteloosheid en isolement (Dunham, 1992). De gevolgen van burnout zijn enorm voor de personen in kwestie, hun vrienden, collega s en familie en voor de maatschappij als geheel. Het ervaren van stress op het werk resulteert vaak in een depressieve stemming, uitputting, slecht presteren en veranderingen in gedrag. Dit kan uiteindelijk leiden tot ziekte en vroegtijdige uittreding (Burke & Greenglass, 7

8 1995; Byrne 1993, 1994; Cherniss, 1980, 1989, 1990; Friedman, 1991). Leraren die burnout ervaren, hebben minder aandacht voor hun leerlingen, zijn minder toegewijd aan en betrokken bij het lesgeven, kennen een lagere tolerantie voor ordeverstorend gedrag, zijn minder geneigd hun lessen voor te bereiden en zijn over het algemeen minder productief (Farber & Miller, 1981; Blase & Greenfield, 1985). In verband met onderwijsvernieuwingen zijn de bevindingen van Cunningham (1983) van belang, namelijk dat leraren die burnout ondervinden geneigd zijn dogmatisch te opereren en zich te verlaten op bestaande structuren en routines, waarbij ze zich verzetten tegen veranderingen in hun dagelijkse praktijk. Het is duidelijk dat de genoemde symptomen onderwijsvernieuwingen, zoals die bijvoorbeeld op het moment in Nederland spelen bij het invoeren van de tweede fase in het voortgezet onderwijs, niet ten goede komen. Kenmerkend is dat het begrip burnout vanuit de praktijk in de wetenschap is doorgedrongen en niet andersom. Het deed zich in eerste instantie namelijk voor als maatschappelijk en niet als wetenschappelijk probleem; een type probleem dat met name de aandacht trok bij werknemers uit de sociale sector, zoals de welzijnszorg, de gezondheidszorg en het onderwijs. Het werk in deze sector wordt gekenmerkt door intensief contact met andere - vaak moeilijke - mensen die veel aandacht en energie opeisen (Schaufeli & van Dierendonck, 2001). In verband met het belang van interpersoonlijke relaties bij het ontstaan van burnout, is een onderzoek naar burnout vanuit een sociaal-psychologisch perspectief voor de hand liggend. Als theoretisch perspectief in deze studie dienen de sociaal-cognitieve theorie van Bandura (1986) en de billijkheidstheorie ( equity theorie ) van Adams (1965). Waargenomen self-efficacy, de centrale component van de sociaal-cognitieve theorie, is door Bandura omschreven als beliefs in one s capabilities to organize and execute the courses of action 8

9 required to produce given attainments (Bandura, 1977, p. 3). Equity sensitivity, een begrip gebaseerd op de billijkheidstheorie van Adams, heeft betrekking op de gevoeligheid voor ervaren onbillijkheid. In de onderhavige studie wordt onderzoek gedaan naar de relatie tussen equity sensitivity, self-efficacy en burnout bij leraren in het middelbaar onderwijs. Om drie redenen lijkt het veelbelovend deze relatie als object van onderzoek te nemen. Ten eerste ontwikkelt burnout zich niet zonder aanleiding bij een persoon, maar juist in de lessituatie en in vergelijking met anderen. Zo blijkt bij bestudering van diverse onderzoeken de verhouding tussen leraar en leerling de belangrijkste stressbron te zijn met burnout tot gevolg. (Milstein & Golaszewski, 1985). De begrippen self-efficacyverwachtingen en equity sensitivity hebben beide een sociaal vergelijkingsperspectief als basis en doen beide uitspraak over de wijze waarop sociale relaties ervaren worden en over de wijze waarop deze relaties beïnvloed worden. Self-efficacyverwachtingen hebben betrekking op het oordeel dat iemand heeft over zijn of haar vermogen onder zekere omstandigheden een zekere vorm van gedrag voort te brengen. Self-efficacyverwachtingen hebben invloed op het gedrag dat een persoon vertoont en op de standvastigheid van de persoon met betrekking tot dit gedrag. Equity sensitivity doet uitspraak over de inschatting van de gevoeligheid voor billijkheid van een individu en daarmee de motivatie om tot bepaald gedrag te komen. Door deze begrippen gezamenlijk te bestuderen, wordt getracht te verklaren waarom leraren in een zelfde sociale omgeving op een verschillende wijze reageren. Dit kan een verklaring betekenen voor de verschillen die tussen leraren bestaan in het ervaren van burnout. Ten tweede is in diverse studies empirisch materiaal gevonden dat wijst op het belang van self-efficacyverwachtingen voor onderzoek naar burnout bij leraren. Chwalisz, Altmaier, & Russell (1992) bijvoorbeeld, hebben de relatie aannemelijk gemaakt tussen twijfels aan eigen competentie en burnout. De verwachting is dat door equity sensitivity als extra 9

10 variabele bij onderzoek naar self-efficacyverwachtingen en burnout te betrekken, meer van de individuele variantie in de mate van burnout kan worden verklaard. Equity sensitivity, de gevoeligheid voor onbillijkheid, geeft een beeld van de individuele gevoeligheid voor de relatie tussen inspanningen en hetgeen de inspanning oplevert. Het vak van leraar, met name in het voortgezet onderwijs, wordt algemeen gezien als een zwaar beroep. De omgang met moeilijke leerlingen, de deelname aan buitenschoolse activiteiten en vergaderingen en de onderwijsvernieuwingen, dit alles eist veel energie en inspanning. Dit maakt het interessant juist equity sensitivity, wat uitspraken doet over de reactie op deze inspanningen in relatie met hetgeen de inspanning oplevert, als variabele bij het onderzoek naar burnout te betrekken. Ten derde zijn self-efficacyverwachtingen niet constant, maar variëren naargelang de omstandigheden waarin iemand verkeert. Ideeën omtrent de eigen bekwaamheden zijn het resultaat van leerprocessen. Aan de basis van deze leerprocessen liggen volgens Bandura (1997) vier bronnen van informatie, te weten de persoonlijk ten tonele gebrachte prestaties, indirecte ervaringen, verbale overredingen, en fysiologische en gemoedstoestanden. Brouwers (2000) heeft er op gewezen dat het mogelijk is aan de hand van deze informatiebronnen door middel van een interventieprogramma de self-efficacyverwachtingen te beïnvloeden. Het gebruik van een training om de self-efficacyverwachtingen van leraren te versterken is in de praktijk al succesvol gebleken. Fritz, Miller-Heyl, Kreutzer en MacPhee (1995) bijvoorbeeld hebben laten zien dat leraren die hadden deelgenomen aan een trainingsprogramma om selfefficacyverwachtingen te versterken, meer vertrouwen in hun eigen capaciteiten bleken te hebben dan degenen die het programma niet doorlopen hadden. Als uit de onderhavige studie een verband blijkt tussen self-efficacyverwachtingen en equity sensitivity enerzijds en burnout anderzijds, lijkt het voor de hand liggend equity sensitivity ook te betrekken in een dergelijk interventieprogramma. Equity sensitivity wordt 10

11 over het algemeen gezien als een karaktertrek (Huseman, Hatfield & Miles, 1987) en een interventie op dit gebied lijkt dan ook niet effectief. De toegevoegde waarde van de kennis omtrent de gevoeligheid voor onbillijke situaties, zal er dan ook in bestaan nauwkeuriger te voorspellen hoe iemand reageert in een bepaalde situatie en daarmee een programma gericht op het verlichten of voorkomen van burnout nauwkeuriger op de persoon af te stemmen. Het eerste begrip dat bestudeerd wordt in relatie tot burnout is equity sensitivity, afgeleid van de billijkheidstheorie van Adams (1965). De billijkheidstheorie van Adams heeft zijn wortels in de cognitieve dissonantietheorie van Festinger (1954). De billijkheidstheorie is één van de meest getoetste theorieën met betrekking tot de maatstaven die individuen aanleggen om hun sociale relaties te beoordelen. Het merendeel van de onderzoeken richt zich op de evaluatie van billijkheid in de werksituatie (Mowday, 1990). In een werkrelatie spelen volgens de billijkheidstheorie ingeschatte investeringen ( inputs ), datgene wat in de relatie aan inspanning geïnvesteerd wordt, en ingeschatte baten ( outputs ), datgene wat de relatie oplevert, een rol. Het relatieve belang van de investeringen en baten is een kwestie van perceptie. Een persoon zal volgens deze theorie allereerst in een relatie zijn investeringen en baten afwegen en zal vervolgens de verhoudingen van investeringen en baten vergelijken met anderen in een vergelijkbare situatie. Billijkheid bestaat als ervaren wordt dat de verhoudingen van investeringen en baten gelijk is aan de verhoudingen van investeringen en baten van de ander. Onbillijkheid bestaat als ervaren wordt dat de verhoudingen van investeringen en baten niet gelijk zijn aan de verhoudingen van investeringen en baten van de ander. In een als onbillijk ervaren situatie zal iemand cognitieve dissonantie en spanning ondervinden. Dit zal de motivatie zijn voor de persoon om in actie te komen en de ervaren ongelijkheid op te heffen en daarmee het gevoel van spanning en dissonantie. Volgens de billijkheidstheorie zullen personen die ervaren dat ze in 11

12 verhouding tot hun baten te weinig investeren hun prestaties vergroten en personen die ervaren dat ze in verhouding tot hun baten te veel investeren hun prestaties verkleinen om de billijkheid te herstellen. De aanpassing kan een feitelijke of een psychologische aanpassing betreffen. In het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw leidden studies naar billijkheid tot conflicterende bevindingen. Er bleken individuele verschillen te bestaan in de mate waarin individuen onbillijkheid ervaren en daarmee ook in hun reacties. In het licht hiervan introduceerden Huseman et al. (1987) met equity sensitivity, de gevoeligheid voor billijkheid, een nieuw perspectief op de billijkheidstheorie. Huseman et al. (1987) beschrijven een gradatie van equity sensitivity, waarbij drie verschillende typen mensen onderscheiden kunnen worden. Degenen met een hoog niveau van equity sensitivity, de gevers, prefereren een situatie waarin zij ervaren dat, in vergelijking met anderen, hun investeringen de baten overtreffen. Uit onderzoek blijkt dat als zij in een sociale relatie de ontvangende partij zijn, zij dit als uiterst onprettig ervaren, terwijl zij het als uitermate prettig ervaren om de gevende partij te zijn (Greenberg & Wetcott, 1983; Huseman et al., 1985). In recente literatuur wordt ook wel beweerd dat gevers meer tolerantie kennen voor onderwaardering (King, Miles & Day, 1993). Hiertegenover staan degenen met een laag niveau van equity sensitivity, de nemers. Zij prefereren een situatie waarin zij ervaren dat, in vergelijking met anderen, hun baten groter zijn dan hun investeringen. Tussen deze twee extremen zijn degenen die billijkheidsgevoelig genoemd worden. Zij beoordelen situaties zoals in de oorspronkelijke billijkheidstheorie en reageren dienovereenkomstig. Zij proberen evenwicht te brengen in de verhouding van investeringen en baten om zo onbillijke situaties te voorkomen. Zij zijn 12

13 geneigd tot actie over te gaan als de investeringen de baten overstijgen of als de baten de investeringen overstijgen. In recent empirisch onderzoek blijkt het equity sensitivity begrip het verklarend vermogen van de billijkheidstheorie te vergroten en het gedrag van individuen in ervaren onbillijke situaties te voorspellen. Zo blijken gevers meer tevreden dan nemers of billijkheidsgevoelige personen in situaties waarin zij het gevoel hebben relatief veel te investeren (King & Miles, 1994; Miles, Hatfield & Huseman, 1994). Evenzo bleken nemers meer tevreden dan gevers of billijkheidsgevoelige personen wanneer zij het gevoel hebben dat een situatie hen veel oplevert in relatie tot de geleverde inspanningen. Het tweede begrip dat bestudeerd wordt in relatie tot burnout is self-efficacy. Selfefficacy is de belangrijkste component van Bandura s sociaal cognitieve theorie (1986). De sociaal cognitieve theorie benadert cognitie, handelen, motivatie en emotie vanuit de idee dat mensen in staat zijn tot zelfreflectie en dat ze hun eigen omgeving vorm kunnen geven (Maddux, 1995). Self-efficacyverwachtingen hebben slechts betrekking op het oordeel dat iemand heeft over zijn of haar vermogen een zekere vorm van gedrag voort te brengen. Het handelt niet over vaardigheden zelf, maar over het oordeel dat iemand onder zekere omstandigheden over zijn of haar vaardigheden heeft. Het oordeel dat iemand heeft over de algemene relatie tussen gedrag en resultaat ( outcome expectancy ) valt buiten het kader van de theorie. In de psychologische literatuur blijkt self-efficacy persoonlijke doelen, het aanleren van taken, richting en volharding van inspanningen en het niveau van presteren te voorspellen (O Neill & Mone, 1998). Self efficacyverwachtingen beïnvloeden gedrag langs vier tussenliggende processen, te weten cognitieve, motivationele, affectieve en selectie processen (Bandura 1986, 1989, 1990). 13

14 Cognitieve processen hebben betrekking op (1) hoe ambitieus iemands doelen zijn, (2) de strategie die iemand ontwikkelt om deze doelen te bereiken en (3) de regels die iemand gebruikt om gebeurtenissen te voorspellen en te beïnvloeden. Motivationele processen hebben betrekking op (1) hoe uitdagend iemands doelen zijn en (2) hoe volhardend iemand is deze doelen te bereiken, ook als men zich geconfronteerd weet met tegenslagen. Affectieve processen hebben betrekking op de aard en intensiteit van emotionele ervaringen, zoals vreugde en geluk, angst, woede, spanning, stress, emotionele uitputting en depressie. Self-efficacyverwachtingen beïnvloeden de aard en intensiteit van emotionele processen door (1) de aandacht te richten op of af te leiden van bepaalde gebeurtenissen of gedachten, (2) acties te ondernemen met als doel de omgeving te veranderen of te behouden en (3) iemands gemoedstoestand te bekrachtigen of te wijzigen. Personen die veel vertrouwen hebben in hun eigen bekwaamheid om een bepaalde activiteit uit te voeren, zullen deze activiteit dan ook met prettige en positieve gevoelens uitvoeren, terwijl anderen met weinig vertrouwen in hun eigen bekwaamheid die activiteit uit te voeren, spanning, stress en wanhoop ervaren bij de gedachte om deze activiteit uit te moeten voeren. Selectieprocessen hebben betrekking op situaties die mensen kiezen omdat men overtuigd is in de gegeven omstandigheden in deze situaties succesvol te zullen zijn. Degenen die zichzelf competent achten om een bepaalde activiteit uit te voeren, zullen meer uitdagende omstandigheden selecteren dan degenen die zich weinig bekwaam voelen in het uitvoeren van die activiteit. Een van de meest belangrijke keuzes betreft de selectie van beroep, die beter wordt voorspeld door self-efficacy dan door feitelijke talenten (Hackett & Betz, 1995). Volgens Maddux (1995) is het principe van de drievoudige reciprociteit misschien wel de belangrijkste veronderstelling van de sociaal cognitieve theorie. Dit principe gaat er van uit dat gebeurtenissen in de omgeving, persoonlijke factoren (cognitie, emotie en fysieke 14

15 gesteldheid) en gedrag elkaar onderling beïnvloeden. Mensen reageren cognitief, affectief en gedragsmatig op gebeurtenissen in de omgeving; maar belangrijker, door cognitie controleren ze hun gedrag, wat niet alleen de omgeving beïnvloedt, maar ook de cognitieve, affectieve en fysieke gesteldheid. Self-efficacy heeft in de drievoudige reciprociteit voornamelijk betrekking op de rol van persoonlijke cognitieve factoren met enerzijds het effect van cognitie op emotie en gedrag en anderzijds de effecten van gedrag, emotie en gebeurtenissen in de omgeving op cognitie. Juist dit maakt self-efficacy zo interessant bij bestudering van burnout. Het biedt, met de invloed van cognitie, een verklaring voor veranderingen in emotie en gedrag, aspecten die een rol spelen bij burnout. Maar het biedt ook, door de mogelijke beïnvloeding van cognitie, een aangrijpingspunt voor interventie. In de onderhavige studie worden de begrippen self-efficacyverwachtingen en equity sensitivity in hun relatie met burnout beschouwd. De hypothese is dat equity sensitivity als moderator fungeert in de relatie tussen self-efficacyverwachtingen en burnout. Een moderator variabele is een variabele die een relatie beïnvloedt. Het begrip doet niet op voorhand uitspraak over de richting van die verandering. In diverse studies is gewezen op het belang van de self-efficacy theorie voor onderzoek naar burnout (Meier, 1983; Leiter, 1992; Cherniss, 1993). Leraren met hoge selfefficacyverwachtingen besteden meer tijd aan de lestaken, geven de leerlingen die moeite hebben met de stof de benodigde sturing en prijzen hun vorderingen. Leraren met lage selfefficacyverwachtingen daarentegen besteden meer tijd aan zaken die niet direct de lestaken betreffen, geven het gemakkelijker op als studenten niet de gewenste resultaten boeken en bekritiseren hen voor hun fouten. (Gibson & Dembo, 1984). Hoe minder tijd gespendeerd wordt aan de lestaken, hoe minder vooruitgang de leerlingen boeken (Cohn & Rossmiller, 15

16 1987). De prestaties van de leerlingen zijn een belangrijke indicator voor het functioneren van een leraar. Leraren met lage self-efficacyverwachtingen zullen dan ook meer moeite hebben hun onderwijsdoelen te bereiken en zullen daarom waarschijnlijk meer spanning en stress ondervinden dan leraren met hoge self-efficacyverwachtingen. De spanning en stress kan uiteindelijk leiden tot gevoelens van uitputting, een afstandelijke en cynische houding ten opzichte van degenen waar ze mee werken en een negatieve evaluatie van hun eigen prestaties, de drie symptomen van burnout. Melby (1995) vond in zijn onderzoek dat leraren met lage self-efficacyverwachtingen eerder geconfronteerd worden met problemen in de klas dan leraren met hoge selfefficacyverwachtingen. Zij hebben in vergelijking met leraren met hoge selfefficacyverwachtingen minder vertrouwen in hun mogelijkheden de orde te handhaven, stellen zich meer autoritair op en ondervinden stress en woede door wangedrag van de leerlingen. Eenmaal geconfronteerd met problemen in de klas, zullen leraren met lage selfefficacyverwachtingen meer moeite hebben zich tot doel te stellen deze problemen aan te pakken en hier ook in te volharden. Het is aannemelijk dat zij de situatie, waarbij ze problemen ondervinden bij het lesgeven, zullen laten voortbestaan. Leraren met lage selfefficacyverwachtingen, die de problemen in de klas laten voortbestaan en daarmee hun onderwijsdoelen niet bereiken, zullen waarschijnlijk meer spanning en stress ondervinden dan leraren met hoge self-efficacyverwachtingen, die zich eerder zullen richten op het oplossen van de problemen. De ondervonden spanning en stress kan uiteindelijk leiden tot burnout. Het volgende gedeelte beschrijft de wijze waarop mijns inziens equity sensitivity de relatie tussen self-efficacyverwachtingen en burnout beïnvloedt. Het vak van leraar is een zwaar en veeleisend beroep, dat echter z n beperkingen kent qua beloning en erkenning in de vorm van het maken van promotie of het meebeslissen op strategisch niveau. Hierdoor is het 16

17 aannemelijk dat de gevoeligheid voor onbillijkheid een rol speelt bij het ervaren van burnout bij leraren. Leraren met lage self-efficacyverwachtingen hebben meer moeite hun onderwijsdoelen te bereiken dan leraren met hoge self-efficacyverwachtingen. Zij kunnen hierdoor meer spanning en stress ervaren bij de uitvoering van hun werk. Leraren die behalve lage selfefficacyverwachtingen ook een hoge equity sensitivity hebben (de gevers ), zullen deze spanning en stress ervaren, maar zich bovendien onmachtig voelen omdat zij bereid zijn veel te geven, maar zien dat hun inspanningen niet het gewenste resultaat opleveren. Leraren met lage self-efficacyverwachtingen hebben namelijk het gevoel weinig te kunnen doen als leerlingen ongemotiveerd zijn en tevens hebben zij het gevoel dat hun invloed op de intellectuele ontwikkeling van de leerlingen ernstig wordt beperkt door gebrek aan steun van de familie en omgeving van de leerlingen (Gibson & Dembo, 1984). Gevers met lage selfefficacyverwachtingen voelen zich in staat en daardoor bereid veel te investeren in hun vak en in de leerlingen. Zij willen veel energie in hun leerlingen steken, maar voelen de onmacht om hun leerlingen de gewenste intellectuele bagage mee te geven. Zij zullen dan ook, vergeleken met leraren met een lage equity sensitivity (de nemers ) met lage self-efficacyverwachtingen, meer gefrustreerd zijn, meer moedeloosheid en stress ervaren en daarom ook eerder burnout raken. Leraren met hoge self-efficacyverwachtingen hebben het gevoel in staat te zijn hun onderwijsdoelen te bereiken. Zij hebben het gevoel dat zij moeilijke leerlingen door extra aandacht en de juiste technieken de lesstof kunnen bijbrengen en zij hebben tevens het gevoel dat ze in staat zijn steun van familie van hun leerlingen te verwerven en eventuele tegenwerking van de omgeving teniet te doen (Gibson & Dembo, 1984). Gevers met hoge self-efficacyverwachtingen willen geven en investeren in hun leerlingen en zijn door het 17

18 vertrouwen in eigen competentie ook in staat zichzelf te ontplooien in het onderwijs. Vergeleken met gevers met lage self efficacyverwachtingen zullen zij dan ook minder stress ervaren en daarmee minder burnout. Zij zullen ook minder burnout ondervinden dan nemers met hoge self-efficacyverwachtingen, die de mogelijkheid hebben zich te ontplooien in hun vak, maar op dat moment stuiten op de negatieve aspecten van het onderwijs en gefrustreerd raken doordat zij zoveel meer van het leraarschap verwachten aan erkenning en beloning. Ashton & Webb (1986) geven een overzicht van zaken die het leraarschap eigen zijn in dit verband. Zij noemen onder andere de minimale inspraak in het functioneren van de school, de geringe resources die de leraar ter beschikking staan, het gebrek aan promotiemogelijkheden, de onvoldoende beloning en de lage beroepsstatus. Gevers zullen deze frustratie in mindere mate ervaren, omdat zij in vergelijking met nemers nu eenmaal eerder geneigd zijn te berusten in een situatie waarin zij zich veel inspanning getroosten terwijl daar in verhouding weinig tegenover staat. De hierna volgende hypothese is een neerslag van het voorgaand betoog. Equity sensitivity is een moderator in de relatie tussen self-efficacyverwachtingen en burnout; voor leraren met een hoog niveau van equity sensitivity ( gevers ) is de relatie meer negatief dan voor leraren met een laag niveau van equity sensitivity ( nemers ). 18

19 2. Methode 2.1. Onderzoeksgroep Verspreid over het land heb ik 1045 leraren benaderd, verbonden aan 12 middelbare scholen, van wie er uiteindelijk 271 de vragenlijst hebben ingevuld en geretourneerd. Dit is een responspercentage van 26%. De onderzoeksgroep bestond uit 175 mannen (64,6%) en 96 vrouwen (35,45%). De gemiddelde leeftijd was 45,57 jaar met een spreiding van 23 tot 62 jaar (SD = 8,39). Het aantal jaren werkervaring was gemiddeld 18,99 (SD = 9,25). Wat betreft bevoegdheid had 0,4 procent geen bevoegdheid, 41,1 % was eerstegraads, 44,1 % tweedegraads en 14,4 % derdegraads. Het aantal lesuren was gemiddeld 21,66 met een spreiding van 7 tot 33 (SD=5,87) Meetinstrumenten Burnout. Burnout is gemeten met de Nederlandse versie van de Maslach Burnout Inventory van leraren (MBI-NL-Le; Schaufeli & van Horn, 1995; Schaufeli, Daamen & Van Mierlo, 1994). Deze vragenlijst bestaat uit twintig items verdeeld over drie schalen: Emotionele Uitputting (EU; 8 items), Depersonalisatie (D; 5 items) en Persoonlijke Bekwaamheid (PB; 7 items). Elk item heeft een zevenpuntsschaal, lopend van nooit tot elke dag. De scores worden voor elke schaal afzonderlijk gesommeerd. Indicatief voor burnout is een hoge score op de schalen EU en D en een lage score op de PB schaal. Schaufeli en van Horn (1995) vonden in hun onderzoek onder leraren in het voortgezet (beroeps)onderwijs (N=916) Cronbachs alfa s van respectievelijk 0,87, 0,71 en 0,78. Self-efficacy. Self-efficacy is gemeten met de aangepaste en in het Nederlands vertaalde versie (Bosscher & Smit, 1998) van de General Self-efficacy Scale (Sherer et al., 1982). Elk 19

20 item heeft een zespuntsschaal lopend van helemaal oneens tot helemaal eens. Voorbeelden van items zijn: Wanneer ik plannen maak, ben ik ervan overtuigd dat ik ze met succes zal uitvoeren en Wanneer ik een fout maak, ga ik juist extra m n best doen. De scores van de 12 items worden gesommeerd. Equity sensitivity. Equity sensitivity van de leraren is gemeten met een aangepaste en in het Nederlands vertaalde versie van de Equity Sensitivity Instrument (ESI) van Huseman et al (1985). De vragenlijst bestaat uit vijf items waarbij de respondent voor elk item 10 punten moet verdelen tussen twee beweringen. Een voorbeeld van een item is Op elke school waar ik zou werken zou ik het belangrijker vinden: A. anderen te helpen. B. mij te richten op het eigen belang. Scores kunnen uiteenlopen van 0 tot 50; namelijk de som van de punten die zijn toegekend aan de bewering die de gevers kant van de schaal vertegenwoordigt. Een score van 50 betekent dat iemand een uitgesproken gever is, een score van 0 dat iemand een uitgesproken nemer is. Eerdere toetsen hebben een coëfficiënt alfa van 0,83 voor de ESI laten zien (Huseman et al., 1985) en een test hertest betrouwbaarheid van 0,80 (Miles, Hatfield & Huseman, 1989) Procedure Ik heb de twaalf scholen waarvan ik de leraren wilde vragen aan mijn onderzoek deel te nemen, eerst telefonisch benaderd. In deze gesprekken heb ik aan de directie de aard van het onderzoek uiteengezet en gevraagd of hun school wilde deelnemen. Wanneer hun antwoord bevestigend was, heb ik hen een pakket met vragenlijsten toegezonden met daarin een brief met het verzoek deze aan de leraren uit te delen. In een persoonlijke brief aan de leraren heb ik de aard en het doel van het onderzoek uiteengezet. Ongeveer drie weken nadat ik de 20

21 vragenlijsten had verzonden, heb ik de leraren wederom via de school een herinneringsbrief gestuurd. 21

22 3. Resultaten In de analyse zijn de vragenlijsten meegenomen die volledig waren ingevuld (N=271). Tabel 1. laat de beschrijvende statistiek, de correlaties tussen de gemeten variabelen, alsmede de betrouwbaarheden zien. Tabel 1. Beschrijvende statistiek, betrouwbaarheden van de variabelen en correlaties tussen de variabelen (n=271) Variabele M SD Geslacht Leeftijd 45,57 8, Jaren ervaring 18,99 9,25-0,24** 0,79 ** - 4. Equity sensitivity 28,09 5,57-0,01 0,02-0,02 (0,81) 5. Self-efficacy 41,48 6,51 0,05 0,01 0,02 0,19 ** (0,79) 6. Depersonalisatie 6,96 4,33-0,16 ** 0,02 0,02-0,20 ** -0,33 ** (0,70) 7. Emotionele 17,66 8,23-0,13 * 0,11 0,05-0,11-0,26 ** 0,46 ** (0,87) uitputting 8. Persoonlijke bekwaamheid 25,80 5,90 0,03-0,17 ** -0,15 * 0,23 ** 0,43 ** -0,40 ** -0,43 ** (0,80) Betrouwbaarheden van de variabelen (Cronbachs alfa s) zijn (tussen haakjes) weergegeven op de diagonaal. * p <= 0,05 ** p <= 0,01 De betrouwbaarheid van alle variabelen blijkt 0,70 of hoger te zijn. Dit betekent dat de interne consistentie voor de gemeten variabelen toereikend is. Tussen equity sensitivity en self-efficacy bestaat een positieve correlatie. Self-efficacy laat een negatieve correlatie zien met twee van de drie burnout dimensies, namelijk met depersonalisatie en emotionele uitputting en een positieve correlatie met persoonlijke bekwaamheid, de derde burnout dimensie. Equity sensitivity heeft een negatieve correlatie met depersonalisatie, een positieve correlatie met persoonlijke bekwaamheid en heeft geen significante correlatie met emotionele uitputting. Om de hypothese, het modererende effect van equity sensitivity op de relatie tussen self-efficacy en burnout, te toetsen is voor iedere dimensie van burnout een hiërarchische regressievergelijking opgesteld. Voor elke dimensie van burnout zijn in een eerste stap als controlevariabelen leeftijd, geslacht en aantal jaren ervaring als docent in de 22

23 regressievergelijking opgenomen. In een tweede stap zijn de afhankelijke variabelen equity sensitivity en self-efficacy (beiden gecentreerd) opgenomen en in de derde stap het product van deze twee variabelen, hetgeen de interactie tussen beide variabelen weergeeft. Tabel 2. Hiërarchische regressie resultaten voor de voorspellende variabelen voor depersonalisatie, emotionele uitputting en persoonlijke bekwaamheid (n=271). Depersonalisatie Emotionele uitputting Persoonlijke bekwaamheid Voorspellende variabele ß?R² ß?R² ß?R² Stap 1 0,03 0,03 0,03 * Leeftijd -0,01 0,19-0,19 * Geslacht -0,15 ** -0,10-0,04 Jaren ervaring 0,00-0,11-0,03 Stap 2 0,12 ** 0,07 ** 0,21 ** Self-efficacy (SE) -0,30 ** -0,27 ** 0,44 ** Equity sensitivity (ES) -0,12 * -0,03 0,11 * Stap 3 0,01 0,02 ** 0,03 ** SE x ES -0,08-0,16 ** 0,18 ** Overall F-waarde 8,03 ** 6,02 ** 16,77 ** ß is de gestandaardiseerde regressiecoëfficiënt van de volledige regressievergelijking met alle voorspellende variabelen. De toename van R² voor de variabelen in een stap is gebaseerd op de F-toets voor de betreffende stap. * p < 0,05 ** p < 0,01 In de eerste regressievergelijking is het modererend effect van equity sensitivity op de relatie tussen self-efficacy en depersonalisatie onderzocht. Zoals aangegeven in tabel 2. is de bijdrage van het product van equity sensitivity en self-efficacy niet significant (ß = -0,08, niet significant) en er is geen significante verandering van R². In de tweede regressie vergelijking is het modererend effect van equity sensitivity op de relatie tussen self-efficacy en emotionele uitputting onderzocht. In tabel 2. blijkt dat de bijdrage van het product van equity sensitivity en self-efficacy significant is (ß = -0,16, p < 0,01) en in de voorspelde richting. Figuur 1. toont de relatie tussen self-efficacy en emotionele uitputting bij een hoog en bij een laag niveau van equity sensitivity. Hiervoor werd equity sensitivity gedichotomiseerd; een laag niveau van equity sensitivity betekent een score lager dan een halve standaarddeviatie onder het gemiddelde, een hoog niveau van equity sensitivity betekent een score hoger dan een halve standaarddeviatie boven het gemiddelde. De figuur 23

24 toont aan dat er voor leraren met een hoog niveau van equity sensitivity ( de gevers ) een sterkere negatieve relatie tussen self-efficacy en emotionele uitputting bestaat dan voor leraren met een laag niveau van equity sensitivity ( de nemers ). Dit ondersteunt de hypothese Emotionele uitputting Equity sensitivity 'gevers' 'nemers' Self-efficacy Figuur 1. Equity sensitivity als moderator van self-efficacy en emotionele uitputting In de derde regressie vergelijking is het modererend effect van equity sensitivity op de relatie tussen self-efficacy en persoonlijke bekwaamheid onderzocht. Tabel 2 laat zien dat de bijdrage van het product van equity sensitivity en self-efficacy significant is (ß = 0,18, p < 0,01) en in de richting die in de hypothese voorondersteld is. Er is een toename van R² gevonden van 0,03, significant voor p < 0,01. Figuur 2. toont de resulterende figuur die laat zien dat voor leraren met een hoog niveau van equity sensitivity er een sterkere positieve relatie tussen self-efficacy en persoonlijke bekwaamheid is dan voor leraren met een laag niveau van equity sensitivity. Dit betekent een ondersteuning van de hypothese. Concluderend 24

25 kan gesteld worden dat voor de emotionele uitputtingsdimensie en voor de persoonlijke bekwaamheidsdimensie van burnout de hypothese is bevestigd: voor leraren met een hoog niveau van equity sensitivity ( gevers ) blijkt de relatie tussen self-efficacy en burnout meer negatief te zijn dan voor leraren met een laag niveau van equity sensitivity ( nemers ) Persoonlijke bekwaamheid Equity sensitivity 'gevers' 'nemers' Self-efficacy Figuur 2. Equity sensitivity als moderator van self-efficacy en persoonlijke bekwaamheid 25

26 4. Discussie In dit onderzoek toetste ik de hypothese dat equity sensitivity - de gevoeligheid voor onbillijke situaties - een moderator is in de relatie tussen self-efficacy de inschatting van de eigen competentie - en burnout. De relatie tussen self-efficacy en burnout is in diverse onderzoeken reeds bestudeerd, de invloed van equity sensitivity hierop is naar mijn weten nog niet eerder onderzocht. Bij de analyse van de gegevens heb ik de drie dimensies van burnout, namelijk emotionele uitputting, depersonalisatie en persoonlijke bekwaamheid, afzonderlijk bestudeerd. Indicatief voor burnout zijn hoge scores op de dimensies emotionele uitputting en depersonalisatie en lage scores op de persoonlijke bekwaamheidsdimensie. De resultaten van het onderzoek vormen deels een bevestiging van de hypothese. Equity sensitivity blijkt inderdaad een moderator in de relatie tussen self-efficacy en emotionele uitputting; voor leraren met een hoog niveau van equity sensitivity ( gevers ) is de relatie meer negatief dan voor leraren met een laag niveau van equity sensitivity ( nemers ). Tevens is equity sensitivity een moderator gebleken in de relatie tussen self-efficacy en persoonlijke bekwaamheid; voor gevers is de relatie meer positief dan voor nemers. Het in de hypothese veronderstelde modererend effect van equity-sensitivity in de relatie tussen selfefficacy en depersonalisatie is echter in mijn onderzoek niet gebleken. De bevindingen in dit onderzoek zijn van belang om burnout onder leraren beter te kunnen verklaren en beter te kunnen voorspellen. In een studie van Brouwers (2000) is een aanbeveling gedaan voor het opstellen van interventieprogramma s die door middel van het versterken van de self-efficacyverwachtingen beogen burnout bij leraren te voorkomen of te verminderen. In de praktijk zijn dergelijke programma s reeds succesvol gebleken. De bevindingen in de onderhavige studie kunnen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van dergelijke programma s. Ook in dit onderzoek is de relatie tussen self-efficacyverwachtingen 26

27 en burnout gevonden, maar deze relatie blijkt voor gevers meer negatief te zijn dan voor nemers. Versterking van de self-efficacyverwachtingen alleen zal vooral voor nemers niet het gewenste effect hebben in de poging burnout te voorkomen of te verminderen. Blijkbaar spelen bij deze leraren tevens factoren een rol die betrekking hebben op een gebrek aan erkenning of waardering. Een aanbeveling in deze studie is dan ook een vervolgstudie te doen waarin deze factoren in kaart worden gebracht. Hierbij zou gedacht kunnen worden aan de ervaren inzet van personeelsbeleidinstrumenten, aan de ervaren waardering van schoolleiders voor het werk van de leraren en aan de ervaren mogelijkheden tot participeren in de besluitvorming (Vermeulen, 1997). Hoewel dus een bevestiging van de hypothese gevonden is bij twee van de drie dimensies van burnout, is bij de derde dimensie van burnout, depersonalisatie, geen modererend effect van equity sensitivity gebleken. Een eerste verklaring hiervoor zou gevonden kunnen worden in de wijze waarop de subschaal depersonalisatie gemeten wordt. Brouwers (2000) heeft reeds een aanbeveling gedaan de subschaal depersonalisatie in psychometrische zin te verbeteren. Het toevoegen van enkele items, bij voorkeur operationalisaties van de gedragsmatige component van depersonalisatie, zou zowel de betrouwbaarheid als de validiteit van deze subschaal kunnen verhogen (Schaufeli et al., 1993). Een andere verklaring zou gevonden kunnen worden in de aard van het verschijnsel depersonalisatie. Leraren met een laag niveau van equity-sensitivity ( nemers ) hebben een andere houding ten opzichte van hun vak en het onderwijssysteem dan leraren met een hoog niveau van equity-sensitivity ( gevers ). Voor de inspanning die nemers leveren verwachten zij meer erkenning, waardering en beloning dan gevers. Het is dan ook aannemelijk dat bepaalde reacties op de hoge werkdruk van leraren, zoals uitputting en een negatieve houding ten opzichte van de eigen werkprestatie een verschil laten zien tussen gevers en nemers. 27

28 Iedere leraar heeft echter een keuze gemaakt voor het onderwijs en daarbij staat de relatie met leerlingen voorop. Daarom is aan te nemen dat er geen verschil bestaat tussen gevers en nemers als het gaat om een reactie die de relatie met de leerlingen betreft. Leraren zullen niet gauw geneigd zijn tot een afstandelijke en cynische houding ten opzichte van hun leerlingen en hierbij za l het verschil tussen gevers en nemers in de relatie tussen selfefficacy en burnout wegvallen. Mijn onderzoek kent enkele beperkingen. De eerste beperking is het feit dat een vragenlijst is gebruikt die de algemene self-efficacyverwachtingen van leraren meet. Bandura (1986) merkte bij de beschrijving van zijn theorie reeds op dat het oordeel over de eigen capaciteiten op een specifiek gebied de prestaties op dit specifieke vlak beter voorspellen dan de meer algemene, minder taak-specifieke self-efficacyverwachtingen. Maddux (1995) vermeldt dat meetinstrumenten die de algemene self-efficacy meten (Sherer et al., 1982; Tipton & Worthington, 1984) nog niet hebben geresulteerd in een bruikbaar onderzoek van gedragsverandering op een specifiek terrein. Een aanbeveling is dan ook een onderzoek uit te voeren, vergelijkbaar met de onderhavige studie, waarin de selfefficacyverwachtingen met betrekking tot de specifieke taken van leraren worden bestudeerd. Een tweede beperking is dat het onderzoek geheel gebaseerd is op zelfbeoordelingsvragenlijsten. Deze onderzoeksvorm is zoals bekend gevoelig voor sociale wenselijkheid. Als het leraren bekend is dat burnout een erkend probleem is en dat men op de symptomen van burnout afgekeurd kan worden, dan kan dit van invloed zijn op hun oordeel over eigen functioneren en welbevinden. Tevens is het mogelijk dat het naar buiten gebrachte schriftelijke of mondelinge zelfinzicht verschilt van het ware zelfinzicht van de leraar om een persoonlijk voordeel te behalen of om een politiek doel te bereiken. Het is daarom van belang dat meetinstrumenten worden ontwikkeld die hiervoor niet of in mindere mate gevoelig zijn 28

29 en waarmee min of meer dezelfde onderzoeksvragen kunnen worden beantwoord (Schaufeli et al., 1993). Een derde beperking kan gevonden worden in de definiëring van de gehanteerde begrippen. Het feit dat burnout gedefinieerd is op basis van empirisch wetenschappelijk onderzoek, suggereert een objectieve definitie van het begrip. Zoals de filosoof Hanson (1961) echter opmerkt, is er geen waarneming mogelijk zonder een theoretisch kader waarin die waarneming geplaatst wordt. Als dit al geldt voor de natuurwetenschappen, dan zal dit zeker gelden voor de empirisch gevonden dimensies van burnout. Zo zijn burnout en de drie onderkende dimensies meetbare grootheden geworden met eigenschappen die daaraan door de onderzoekers, naar aanleiding van onderzoeksresultaten, zelf zijn toegekend. Concluderend kan gesteld worden dat de onderhavige studie inzicht verschaft in het effect van equity sensitivity op de relatie tussen self-efficacy en burnout. Aanbeveling is onder andere het verrichten van een vergelijkbaar onderzoek, waarin de selfefficacyverwachtingen met betrekking tot de specifieke taken van leraren worden bestudeerd. 29

30 5. Literatuur Adams, J. S. (1965). Inequity in social exchange. In H. L. Tosi & W. C. Hamner (Eds.), Organizational behavior and management: A contingency approach (3rd ed., pp ). New York: Wiley. Ashton, P. T., & Webb, R. B. (1986). Making a difference: Teachers sense of efficacy and student achievement. New York: Longman. Bandura, A. (1986). Social foundations of thought and action: A social cognitive theory. Englewood Cliffs, N.J.: Prentice-Hall. Bandura, A. (1989). Human agency in social cognitive theory. American Psychologist, 44, Bandura, A. (1990). Multidimensional scales of perceived academic efficacy. Stanford, CA: Stanford University. Bandura, A. (1997). Self-efficacy: The exercise of control. New York: Freeman. Blase, J., & Greenfield, W. (1985). How teachers cope with stress: How administrators can help. The Canadian Administrator, 25, 1 5. Bosscher, R. J., & Smit, J.H. (1998). Confirmatory factor analysis of the General Self- Efficacy Scale. Behaviour Research & Therapy, 36, Brouwers, A. (2000). Teacher burnout and self-efficacy: An interpersonal approach. Enschede: Print Partners Ipskamp. Burke, R. J., & Greenglass, E. R. (1995). A longitudinal examination of the Cherniss model of psychological burnout. Social Sciences, 40, Byrne, B. M. (1993). Testing for factorial validity and invariance across elementary, intermediate, and secondary teachers. Journal of Occupational and Organizational Psychology, 66, CBS. (1999). De leefsituatie van de Nederlandse bevolking Voorburg/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. Cherniss, C. (1980). Staff burnout: Job stress in the human services. Beverly Hills: Sage. Friedman, I. A. (1991). High- and low-burnout schools: School culture aspects of teacher burnout. Journal of Educational Research, 84, Cherniss, C. (1989). Burnout in new professionals: A long-term follow-up study. Journal of Health and Human Resources Administration, 12, Cherniss, C. (1990). Natural recovery from burnout: Results from a 10-year follow-up study. Journal of Health and Human Resources Administration, 13, Cherniss, C. (1993). Role of professional self-efficacy in the etiology and amelioration of burnout. In W. B. Schaufeli, C. Maslach, & T. Marek (Eds.), professional burnout: Recent developments in theory and research (pp ). Washington, DC: Taylor & Francis. Chwalisz, K., Altmaier, E. M., & Russel, D. W. (1992). Causal attributions, self-efficacy cognitions, and coping with stress. Journal of Social and Clinical Psychology, 11, Cohn, E & Rossmiller, RA (1987). Research on effective schools: implications for less developed countries. Comparative Education Review, 31, Cunningham, W. (1983). Teacher burnout - Solutions for the 1980s: A review of the literature. The Urban Review, 15, Dunham, J. (1992). Stress in teaching. New York: Routledge. 30

31 Farber, B. A., & Miller, J. (1981). Teacher burnout: A psychoeducational perspective. Teachers College Record, 83, Festinger, L. (1954). A theory of social comparison processes. Human Relations, 7, Fritz, J. J., Miller-Heyl, J., Kreutzer, J. C., & MacPhee, D.(1995). Fosteringpersonal teaching efficacy through staff development and classroom activities. Journal of Educational Research, 88, Gibson, S., & Dembo, M. H. (1984). Teacher efficacy: A construct validation. Journal of Educational Psychology, 76, Greenberg, J., & Westcott, D. R. (1983). Indebtedness as a mediator of reactions to aid. In J. D. Fisher, A. Nadler, & B. M. DePaulo (Eds.), New directions in helping, Vol. 1 (pp ). New York: Academic Press. Hackett, G., & Betz, N. E. (1995). Self-efficacy and career choice. In J. Maddux (Ed.), Selfefficacy, adaptation, and adjustment: Theory, research, and application (pp ). New York: Plenum. Hanson, N. R. (1961). Patterns of Discovery: An Inquiry into the Conceptual Foundations of Science. New York: Cambridge University Press. Huseman, R. C., Hatfield, J. D., & Miles, E. W. (1985). Test for individual perceptions of job equit: Some prelimenary findings. Perceptual and Motor Skills. 61, Huseman, R. C., Hatfield, J. D., & Miles, E. W. (1987). A new perspective on equity theory: The equity sensitivity construct. Academy of Management Review, 12, King, W. C., Jr., Miles, E. W., & Day, D. D. (1993). A test and refinement of the equity sensitivity construct. Journal of Organizational Behavior, 14, King, W. C., Jr., & Miles, E. W. (1994). The measurement of equity sensitivity. Journal of Organizational Behavior, 67, Leiter, M. P. (1992). Burn-out as a crisis in self-efficacy: Conceptual and practical implication. Work & Stress, 6, LISV. (2000). Ontwikkeling arbeidsongeschiktheid Jaaroverzicht WAO/WAZ/Wajong Amsterdam: Landelijk instituut sociale verzekeringen. Maddux, J. E. (1995). Self-efficacy theory. In J. E. Maddux & J. Lewis (Eds.), self-efficacy, adaptation, and adjustment: Theory, research, and application (pp. 3-33). New York: Plenum Press. Maslach, C. (1993). Burnout: A multidimensional perspective. In W. B. Schaufeli. C. Maslach, & T. Marek (Eds.), Professional burnout: Recent developments in theory and research (pp ). Washington, DC: Taylor & Francis. Meier, S. T. (1983). Toward a theory of burnout. Human Relations, 36, Melby, E. O. (1995). Authoritarianism: Enslaving Yoke of Nations and Schools. Clearing House, 69, Miles, E. W., Hatfield, J. D., & Huseman, R. C. (1989). The equity sensitivity construct: Potential implications for worker performance. Journal of Management, 15, Miles, E. W., Hatfield, J. D., & Huseman, R. C. (1994). Equity sensitivity and outcome importance. Journal of Organizational Behavior, 15, Milstein, M., & Golaszewski, T. J. (1985). Effects of organizationally based and individually based stress management efforts in elementary school settings. Urban Education, 19, Mowday, R. T. (1990). Equity theory predictions of behavior in organizations. In R. M. Steers & L. W. Porter (Eds.), Motivation and work behavior (pp ). New York: McGraw-Hill. 31

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach.

Master Thesis. Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models. Using an Item Response Approach. 1 Master Thesis Early Career Burnout Among Dutch Nurses: Comparing Theoretical Models Using an Item Response Approach. Burnout onder Beginnende Nederlandse Verpleegkundigen: een Vergelijking van Theoretische

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers. Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Determinanten van Career Decision Self-Efficacy. Determinants of Career Decision Self-Efficacy

Determinanten van Career Decision Self-Efficacy. Determinants of Career Decision Self-Efficacy Determinanten van Career Decision Self-Efficacy Determinants of Career Decision Self-Efficacy Irma M.Wilst-Blom Eerste begeleider : Dr. J.E.M.M. Syroit Tweede begeleider : Dr. W.J. Pouwelse Student : Mw.

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Eline Wissink. Eerste begeleider: dr. J.M.E. van Ruysseveldt Tweede begeleider: drs. I.V. Stevelmans. April 2009 Faculteit Psychologie

Eline Wissink. Eerste begeleider: dr. J.M.E. van Ruysseveldt Tweede begeleider: drs. I.V. Stevelmans. April 2009 Faculteit Psychologie De Effecten van Perfectionisme en Copingstijl op Burnout bij Stafwerknemers The Effects of Perfectionism and Coping Style on Burnout among Staff Employees Eline Wissink 838524901 Eerste begeleider: dr.

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Zelfinstructie bij de Training MBSR

Zelfinstructie bij de Training MBSR Zelfinstructie bij de Training MBSR De Effecten op Stress, Mindfulness, Self efficacy en Motivatie Audrey de Jong Zelfinstructie bij de Training MBSR 2 Zelfinstructie bij de Training MBSR De Effecten op

Nadere informatie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1 Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie Mental Resilience buffers Teacher Stressreactivity: An ESM-study Tanya

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders

Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1. De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress. en Energie bij Moeders Running head: INVLOED MBSR-TRAINING OP STRESS EN ENERGIE 1 De Invloed van MBSR-training op Mindfulness, Ervaren Stress en Energie bij Moeders The Effect of MBSR-training on Mindfulness, Perceived Stress

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Het Effect van een Mindfulnesstraining gericht op Informeel Oefenen en Lopen

Het Effect van een Mindfulnesstraining gericht op Informeel Oefenen en Lopen Het Effect van een Mindfulnesstraining gericht op Informeel Oefenen en Lopen op Mindfulness, Stressbeleving, Interne Locus of Control, Self-Efficacy in het Omgaan met Emoties en Kwaliteit van Leven The

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Mindfulness als Aanvullende Hulpbron bij het JD R model voor het. Verklaren van Bevlogenheid bij Werknemers uit het Bankwezen in.

Mindfulness als Aanvullende Hulpbron bij het JD R model voor het. Verklaren van Bevlogenheid bij Werknemers uit het Bankwezen in. Mindfulness als Aanvullende Hulpbron bij het JD R model voor het Verklaren van Bevlogenheid bij Werknemers uit het Bankwezen in Vlaanderen Mindfulness as an Additional Resource for the JD R Model to Explain

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing

Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Kwaliteit van Leven en Depressieve Symptomen van Mensen met Multiple Sclerose: De Modererende Invloed van Coping en Doelaanpassing Quality of Life and Depressive Symptoms of People with Multiple Sclerosis:

Nadere informatie

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees

De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de. Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers. and Work Satisfaction of Employees De Invloed van Werkeisen en Hulpbronnen op de Psychische Vermoeidheid en het Plezier in het Werk bij Werknemers The Influence of Job Demands and Job Resources on Psychological Fatigue and Work Satisfaction

Nadere informatie

Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken?

Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken? Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken? Motivational orientation in social comparison: When, Why en with whom to compare? Dirk J. van Os eerste begeleider:

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers

Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers Geheimen en Professionele Effectiviteit: De Modererende Invloed van Type D persoonlijkheid, Negatief Affect en Sociale Inhibitie bij Werknemers Secrets and Personal Effectivity: The Moderating Influence

Nadere informatie

University of Groningen. Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef

University of Groningen. Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef University of Groningen Living with Rheumatoid Arthritis Benka, Jozef IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Validatie van de Nederlandstalige. Mindful Attention Awareness Scale. Validation of the Dutch

Validatie van de Nederlandstalige. Mindful Attention Awareness Scale. Validation of the Dutch Validatie van de Nederlandstalige Mindful Attention Awareness Scale Validation of the Dutch Mindful Attention Awareness Scale Marie Anne Schulten December 2009 Eerste begeleider: Dr. A. Brouwers Tweede

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6

Code Cursusnaam block Ects Organization Theory Organization Development Relations and Networks of Organizations 4 6 Minor Organisatiewetenschappen (Organization Studies) 441074 Organization Theory 2 6 441079 Organization Development 3 6 Choose 1 of the following 2 courses: 441057 Relations and Networks of Organizations

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Manon krabbenborg, Sandra Boersma, Marielle Beijersbergen & Judith Wolf s.boersma@elg.umcn.nl Homeless youth in the Netherlands Latest estimate:

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

BURN-OUT: WAAR LEG JIJ STENEN IN DE KOLKENDE STROOM VAN GEVOELENS EN GEDACHTEN?

BURN-OUT: WAAR LEG JIJ STENEN IN DE KOLKENDE STROOM VAN GEVOELENS EN GEDACHTEN? BURN-OUT: WAAR LEG JIJ STENEN IN DE KOLKENDE STROOM VAN GEVOELENS EN GEDACHTEN? INHOUDSTAFEL Zelfzorg wat doen we al? Draagkracht Burn-out Zelfzorg wat kan je eventueel nog doen? 2 ZELFZORG WAT DOEN WE

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie