Bestemmingsplan Buitengebied 2008, herziening 1b. Gemeente Baarle-Nassau Vastgesteld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Buitengebied 2008, herziening 1b. Gemeente Baarle-Nassau Vastgesteld"

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Buitengebied 2008, herziening 1b Gemeente Baarle-Nassau Vastgesteld

2

3 Bestemmingsplan Buitengebied 2008, herziening 1b Gemeente Baarle-Nassau Vastgesteld Rapportnummer: 211x _1_1b Datum: december 2013 Contactpersoon opdrachtgever: Gemeente Baarle-Nassau De heer J. Klei Projectteam BRO: Arjan van Dooren, Bianca Laheij Concept: mei 2013 Ontwerp: 25 juni 2013 Vaststelling: 11 december 2013 Trefwoorden: Correctieve herziening, Buitengebied Baarle-Nassau Bron foto kaft: BRO, Abstract 4 Beknopte inhoud: Herziening 1b ten behoeve van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 BRO Hoofdvestiging Postbus AA Boxtel Bosscheweg WV Boxtel T +31 (0) F +31 (0)

4

5 Toelichting

6

7 Inhoudsopgave pagina 1. INLEIDING Aanleiding Ligging en begrenzing plangebied Leeswijzer 4 DEEL A PLANOPZET 2. PLANOPZET Inleiding Planonderdelen Bouwregels bedrijfswoning Perceelnummer Kievit Regeling Bed & Breakfast Plattelandswoning Begripsbepaling perceelsgrens Horeca bij recreatievoorzieningen JURIDISCHE PLANOPZET Algemeen Systematiek Opbouw planregels herziening Inleidende regels Aanvullende regels Algemene regels 13 DEEL B VERANTWOORDING 4. PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN Planologische aspecten Milieuhygiënische aspecten 17 Inhoudsopgave 1

8 5. OVERLEG EN INSPRAAK Inspraak Overleg Vaststellingsprocedure 19 BIJLAGEN BIJ TOELICHTING Bijlage 1: Besluit gemeenteraad plattelandswoningen Bijlage 2: Nota van zienswijze Bijlage 3: Staat van wijzigingen 2 Inhoudsopgave

9 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Het bestemmingsplan Buitengebied 2008 van de gemeente Baarle-Nassau is door de gemeenteraad vastgesteld op 16 juli Onderliggende herziening vormt het eerste onderdeel van de eerste herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 (herziening 1b). De aanleiding voor de eerste herziening wordt gevormd door de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State daterend van 19 oktober Als gevolg van deze uitspraken zijn enkele plandelen (bestemmingen voor specifieke locaties) en enkele onderdelen van de planregels vernietigd. Als gevolg hiervan is voor enkele locaties het voorheen geldende bestemmingsplan Buitengebied 1990 van toepassing en zijn de planregels op een aantal onderdelen niet meer compleet. Als gevolg van het bovenstaande is het wenselijk om voor de door de Raad van State vernietigde onderdelen een herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 op te stellen. De gemeente heeft ervoor gekozen om dit in een drietal herzieningen te doen, waarbij elke herziening zijn eigen hoofdonderwerp heeft. De volgende onderwerpen gelden per herziening: - Herziening 1: herbestemmen van bepaalde locaties waar geen uitgebreide ruimtelijke onderbouwing voor noodzakelijk is en enkele ondergeschikte ambtelijke wijzigingen (onder meer wijzigingen in de planregels). Herziening 1 bestaat uit twee onderdelen: herziening Ia (locaties) en herziening Ib (planregels); - Herziening 2: herbestemmen van bepaalde locaties waar een nadere afweging van de raad voor noodzakelijk is als gevolg van de uitspraak van de Raad van State; - Herziening 3: herbestemmen van bepaalde locaties met betrekking tot intensieve veehouderijbedrijven. Onderhavige herziening betreft het tweede deel van herziening 1 (herziening 1b), waarin enkele onderdelen van de planregels worden gewijzigd dan wel aangevuld. 1 ABRvS 19 oktober 2011, zaaknummers: /1/R3 en /1/R3. Hoofdstuk 1 3

10 1.2 Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied is gelijk aan het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied 2008, met uitzondering van de locaties die in de herzieningen Ia, 2 en 3 worden meegenomen. Een overzicht van het plangebied is op de bij onderhavig bestemmingsplan behorende verbeelding weergegeven. 1.3 Leeswijzer De toelichting van het bestemmingsplan bestaat uit twee delen. Deel A Planopzet Dit deel bevat in hoofdstuk 2 een beschrijving van de aangepaste onderdelen. In hoofdstuk 3 wordt de juridische planopzet toegelicht. Om een indruk te krijgen van wat er met het plan wordt beoogd en hoe de verbeelding en de regels hierbij worden gehanteerd, is het lezen van dit deel voldoende. Deel B Verantwoording Deel B geeft achtergronden, toelichting en motivering op de gemaakte keuzen. In dit deel worden onder meer het beleidskader en de onderzoeksgegevens beschreven. Verder komen het vooroverleg en de inspraak aan de orde. 4 Hoofdstuk 1

11 DEEL A PLANOPZET

12

13 2. PLANOPZET 2.1 Inleiding Zoals reeds in hoofdstuk 1 is aangegeven is het noodzakelijk om als gevolg van de uitspraken van de Raad van State het bestemmingsplan Buitengebied 2008 op een aantal onderdelen te herzien. Daarnaast wenst de gemeente een aantal ambtelijke wijzigingen van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 in de herzieningen mee te nemen. Onderhavige herziening betreft het tweede deel van herziening 1 (herziening 1b). Herziening 1 is in twee onderdelen gesplitst: herziening 1a ziet op de planonderdelen die zijn vernietigd door de uitspraak van de Raad van State met betrekking tot de locaties. Voor deze locaties wordt namelijk op dit moment teruggevallen op het bestemmingsplan Buitengebied Herziening 1b heeft betrekking op aanvullingen en wijzigingen van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2008, welke voortvloeien uit de uitspraken van de Raad van State en de ambtelijke opmerkingen. De splitsing tussen herziening 1a en 1b is noodzakelijk om te maken als gevolg van de omstandigheid dat het bestemmingsplan Buitengebied 2008 een bestemmingsplan is, welke analoog voor 1 januari 2010 is vastgesteld. Normaliter dient een herziening van een analoog bestemmingsplan ook te voldoen aan de digitale vereisten (onder meer Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen). In artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is echter een uitzondering opgenomen: indien een bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd voor 1 januari 2010 en de herziening niet betrekking heeft op het vervangen van een in dat plan voorkomende bestemming (tenzij naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State een bestemming dient te worden gewijzigd), zijn de digitale vereisten niet van toepassing. Nu in herziening 1 zowel bestemmingen voor locaties worden gewijzigd, waarvan enkele niet het gevolg zijn van de uitspraak van de Raad van State, als planregels worden gewijzigd is besloten een splitsing te maken tussen enerzijds de locaties en anderzijds de planregels. Herziening Ia ziet op de bestemmingen locatiegericht en onderhavige herziening 1b ziet op de wijzigingen / aanvullingen van de planregels. Als gevolg van de RO Standaarden 2012 dient herziening Ia aan de digitale vereisten te voldoen en betreft herziening 1b een analoge herziening. In de volgende paragraaf wordt toegelicht welke wijzigingen / aanvullingen van de planregels in onderhavige herziening zijn opgenomen. Hoofdstuk 2 7

14 2.2 Planonderdelen In deze paragraaf is aangegeven welke planonderdelen uit het moederplan (bestemmingsplan Buitengebied 2008) aangepast worden met deze herziening. In onderstaande tabel is aangegeven welke planonderdelen zijn aangepast op basis van de uitspraken van de Raad van State en welke onderdelen op basis van ambtelijke wijzigingen. Aanpassingen naar aanleiding van de uitspraken van de Raad van State Nr. Aanpassing 1. Bestemming: Agrarisch, opnemen dat een tweede bedrijfswoning is toegestaan, waar deze reeds aanwezig is 2. Het opnemen van het juiste perceelsnummer in artikel onder g. Ambtelijke wijzigingen Nr. Aanpassing 2. Regeling Bed & Breakfast verruimen en laten plaatsvinden in vrijstaande bebouwing bij verschillende bestemmingen. 3. Plattelandswoning: het opnemen van de mogelijkheid om bedrijfswoningen om te zetten naar plattelandswoningen bij agrarische bedrijven. 4. Begripsbepaling perceelsgrens toegevoegd 5. Horeca bij recreatievoorzieningen Bouwregels bedrijfswoning In artikel , onder b, van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 was een bepaling opgenomen ten aanzien van de bouw van een bedrijfswoning. Geregeld was het volgende: per agrarisch bedrijf mag worden opgericht: één bedrijfswoning, doch uitsluitend ter plaatse waar deze in de bestaande toestand reeds aanwezig is. Deze bepaling is door de Raad van State vernietigd als gevolg van het ontbreken van regeling ten aanzien van de eventueel op het agrarisch bedrijf reeds aanwezige tweede bedrijfswoning. Middels onderhavige herziening wordt deze omissie gerepareerd: artikel 4, lid sub b van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 wordt als volgt gewijzigd: één bedrijfswoning, doch uitsluitend ter plaatse waar deze in de bestaande toestand reeds aanwezig is, tenzij in de bestaande toestand reeds twee woningen aanwezig zijn, in welk geval twee bedrijfswoningen zijn toegestaan. Deze bepaling is afkomstig uit het ontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied Hoofdstuk 2

15 2.2.2 Perceelnummer Kievit 7 In artikel onder g van de planregels is het verkeerde perceelnummer opgenomen. Het perceelnummer moet niet R 57 zijn, maar R 457. Met deze herziening is het juiste perceelnummer opgenomen in artikel onder g Regeling Bed & Breakfast In het bestemmingsplan Buitengebied 2008 is binnen een aantal bestemmingen een ontheffingsmogelijkheid opgenomen om onder voorwaarden verblijfsrecreatief medegebruik in de vorm van Bed and Breakfast toe te staan. In de begripsbepaling van Bed and Breakfast is aangegeven dat het recreatief nachtverblijf betreft in de vorm van logies met ontbijt binnen de bestaande (bedrijfs)woning dat door de beperkte omvang in een woning, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend (artikel 1.22 van de planregels). Als gevolg van deze omschrijving van een Bed and Breakfast is deze functie uitsluitend toegestaan binnen de bestaande (bedrijfs)woning. De gemeente wenst deze mogelijkheid voor het onder voorwaarden uitoefenen van een Bed and Breakfast te verruimen, zodat een Bed and Breakfast ook in vrijstaande bijgebouwen kan worden uitgeoefend. Dat is in onderhavige herziening mogelijk gemaakt door de begripsbepaling van artikel 1.22 van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 zodanig aan te passen dat een Bed and Breakfast tevens in vrijstaande bijgebouwen kan worden uitgeoefend. De maximale oppervlakte ten behoeve van een Bed and Breakfast per bestemmingsvlak wordt niet gewijzigd. Ook in de bestemmingsregeling voor de bestemming Wonen is de aanvullende voorwaarde waarin wordt gesteld dat Bed and Breakfast niet in vrijstaande bebouwing mag plaatsvinden verwijderd. Artikel sub a wordt derhalve verwijderd Plattelandswoning Op 1 januari 2013 is de zogenaamde Wet Plattelandswoningen in werking getreden (betreft een wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) 2. Deze wetswijziging biedt gemeenten de mogelijkheid om een agrarische bedrijfswoning door derden, die geen binding hebben met het bedrijf, te laten bewonen. Deze personen zijn dan niet voor de milieugevolgen van het betreffende agrarische bedrijf beschermd (blijft binnen de agrarische bestemming vallen). Hiertoe is onder meer in artikel 1.1a van de Wabo een regeling opgenomen. Bij besluit van 16 januari 2013 heeft de gemeenteraad van Baarle-Nassau besloten geen begrenzing vast te stellen aan de toepassing van artikel 1.1a van de Wabo (re- 2 Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming, alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen. Hoofdstuk 2 9

16 geling ten aanzien van de plattelandswoning). Het raadsbesluit is als bijlage bij deze toelichting opgenomen en voor een nadere omschrijving wordt hiernaar verwezen. Als gevolg van het besluit van de gemeenteraad is toepassing van de plattelandswoning in het gehele buitengebied van Baarle-Nassau mogelijk. Hiertoe dient wel een regeling te worden opgenomen in de vigerende bestemmingsplannen om een en ander juridisch-planologisch vast te leggen. In het kader van een goede informatievoorziening is er in het raadsbesluit voor gekozen om aan het toestaan van een plattelandswoning een ruimtelijk besluit ten grondslag te leggen. Gelet hierop is aan de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 een ontheffingsmogelijkheid voor het college van burgemeester en wethouders toegevoegd om onder voorwaarden het gebruik van een (voormalige) agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning toe te staan. De voorwaarden voor toepassing van deze ontheffingsmogelijkheid betreffen onder meer dat op eigen terrein in de benodigde parkeerruimte dient te worden voorzien en dat het verlenen van de ontheffing voor het betrokken agrarisch bedrijf geen mogelijkheid oplevert voor het realiseren van een andere (tweede) bedrijfswoning. Tevens zijn enkele begripsbepalingen toegevoegd, waarvoor zo veel mogelijk is aangesloten bij de bepalingen uit de Wabo Begripsbepaling perceelsgrens In het bestemmingsplan Buitengebied 2008 is geen begripsbepaling opgenomen voor het begrip perceelsgrens, wat onder meer tot onduidelijkheid leidt bij het toetsen van vergunningsaanvragen aan het bestemmingsplan. In artikel 1 van de planregels van het bestemmingsplan wordt derhalve opgenomen dat onder het begrip perceelsgrens wordt verstaan de begrenzing of afbakening van een specifiek kadastraal perceel, hier gelijk te stellen met een begrenzing van het eigendom op een dergelijk perceel Horeca bij recreatievoorzieningen In het bestemmingsplan Buitengebied 2008 is bij de bestemming Recreatie een regeling opgenomen ten behoeve van gemeenschappelijke voorzieningen bij recreatieve voorzieningen. In deze regeling, zoals opgenomen in artikel onder f, is bepaald dat bij het recreatiebedrijf De Paddock, Ponderosa en Park De Kievit behorende horeca is toegestaan, uitsluitend in de vorm van een (eet)café, cafetaria of restaurant en ter plaatse van het bestemmingsvlak Ponderosa ook horeca die niet gericht is op verblijfsrecreatie. Deze laatste bepaling, dat uitsluitend ter plaatse van het bestemmingsvlak Ponderosa horeca die niet is gericht op verblijfsrecreatie is toegestaan, is niet correct. Bij recreatiebedrijf De Paddock en Park De Kievit is ook horeca toegestaan die niet gericht is op verblijfsrecreatie. Artikel onder f zal in voorliggende herziening hierop worden aangepast. 10 Hoofdstuk 2

17 3. JURIDISCHE PLANOPZET 3.1 Algemeen De in deze toelichting beschreven planopzet is juridisch-planologisch vertaald in een bestemmingsregeling, die bindend is voor overheid en burgers. De regels en verbeelding vormen het juridisch bindende deel, terwijl de toelichting geen juridische binding heeft, maar moet worden beschouwd als handvat voor de uitleg en de onderbouwing van de opgenomen bestemmingen. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden normaliter de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. Nu voorliggend bestemmingsplan echter een herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 betreft is uitsluitend de plangrens opgenomen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels. 3.2 Systematiek In deze paragraaf wordt de systematiek van de regels en de wijze waarop de regels gehanteerd dienen te worden, uiteengezet. Voorliggend bestemmingsplan betreft een gedeeltelijke herziening van de planregels van het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2008 (moederplan). Hierdoor is sprake van een afwijkende opzet in vergelijking bij een regulier bestemmingsplan. Voor het inzichtelijk krijgen van de geldende situatie binnen het plangebied is het noodzakelijk om naast deze herziening ook het geldende bestemmingsplan (moederplan) te raadplegen; er ontstaat geen compleet overzicht van de nieuwe gelden- Hoofdstuk 3 11

18 de situatie. Zo is in de toelichting slechts die onderdelen opgenomen, die deel uitmaken van deze herziening. Dit geldt eveneens voor de regels: uitsluitend de bepalingen uit het moederplan die wijzigen dan wel worden aangevuld door onderhavige herziening zijn in de planregels opgenomen. Na het onherroepelijk worden van voorliggende herziening zal overigens wel een geconsolideerde versie (geïntegreerde versie) van het moederplan en deze eerste herziening worden opgesteld, waardoor een compleet overzicht van de geldende situatie ontstaat (inclusief de gevolgen van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State). Voor een onderbouwing van de herziene delen van de planregels van het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2008 wordt verwezen naar het voorgaande hoofdstuk, evenals voor een onderbouwing van de keuze om herziening 1 te splitsen in twee onderdelen. De Afdeling heeft in haar uitspraken reeds enkele onderdelen van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 vernietigd en staan derhalve juridisch gezien niet meer in het bestemmingsplan. Deze reeds vernietigde onderdelen worden derhalve niet in onderhavige herziening meegenomen. Het betreft de volgende onderdelen: het verwijderen van de woorden onder andere in de wijzigingsbevoegdheid van de bestemming Agrarisch (artikel van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 ); het niet meer opnemen van de eis om een beplantingsplan op te stellen bij tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen bij de bestemming Agrarisch met waarden, agrarische functie met natuurwaarden (artikel sub e van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 ); het aanpassen van het aanlegvergunningstelsel ten aanzien van werken en werkzaamheden gericht op het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde bouwwerken bij de bestemming Agrarisch met waarden, agrarische functie met landschapswaarden (artikel 9.4 van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 ); het verwijderen van de wijzigingsbevoegdheid van de bestemming Natuur- en bosgebied naar de bestemming Sport ten behoeve van de realisering van een golfbaan (artikel van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 ). 3.3 Opbouw planregels herziening Hieronder wordt de systematiek, opbouw en indeling van de regels van de herziening nog kort toegelicht. 12 Hoofdstuk 3

19 3.3.1 Inleidende regels In dit artikel is aangegeven dat op onderhavige herziening de regels en verbeeldingen van het bestemmingsplan Buitengebied 2008, zoals vastgesteld door de raad bij besluit van 16 juli 2009, van overeenkomstige toepassing zijn, met inachtneming van de in de planregels opgenomen aanvullingen dan wel wijzigingen Aanvullende regels In dit hoofdstuk zijn de aanvullingen en wijzigingen op het bestemmingsplan Buitengebied 2008 per van belang zijnde bestemming aangegeven Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Ingevolge het Besluit ruimtelijke ordening is opname van deze bepaling verplicht Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Bouwwerken welke op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan (of waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is aangevraagd) mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bebouwingsregels. De overgangsbepaling houdt niet in dat het bestaande, illegaal opgerichte, bouwwerk legaal wordt, noch brengt het met zich mee dat voor een dergelijk bouwwerk alsnog een omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend. Het bevoegd gezag kan in beginsel dus nog gewoon gebruik maken van hun handhavingsbevoegdheid. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de regels op het moment van inwerkingtreding van het plan, mag eveneens worden voortgezet. Opname van deze bepaling is verplicht gesteld in het Besluit ruimtelijke ordening. Slotregel Deze bepaling geeft aan op welke manier de regels kunnen worden aangehaald. Hoofdstuk 3 13

20 14 Hoofdstuk 3

21 DEEL B VERANTWOORDING

22

23 4. PLANOLOGISCH RELEVANTE ASPECTEN 4.1 Planologische aspecten Met onderhavige herziening worden de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 gecorrigeerd naar aanleiding van de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wel aangevuld naar aanleiding van ambtelijke opmerkingen. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen met onderhavig bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen nadere planologische afweging noodzakelijk is. 4.2 Milieuhygiënische aspecten In het kader van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 is gekeken naar de noodzakelijke onderzoeken voor de verschillende milieuhygiënische aspecten zoals geluid, luchtkwaliteit, bedrijvigheid, externe veiligheid, bodem en dergelijke. Deze onderzoeken zijn voor zover al relevant nog steeds van toepassing. Nu met onderhavige herziening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt (het betreft uitsluitend een herziening van de planregels), is uit milieuhygiënisch oogpunt dan ook geen (nieuwe) belemmeringen. Hoofdstuk 4 17

24 18 Hoofdstuk 4

25 5. OVERLEG EN INSPRAAK De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Daarnaast is er de gelegenheid om in het voortraject belanghebbenden te laten inspreken conform de gemeentelijke verordening. Pas daarna wordt de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan opgestart (artikel 3.8 Wro). 5.1 Inspraak De Wro bevat geen procedurevoorschriften met betrekking tot de inspraak, en is in Wro zelf niet verplicht gesteld. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat toch inspraak te verlenen bijvoorbeeld op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. Gelet op de omvang en inhoud van voorliggende herziening het betreft uitsluitend een aanvulling dan wel wijziging van de planregels van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 is besloten dat geen inspraak zal plaatsvinden. 5.2 Overleg Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1) geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg voeren met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. De instanties die in kennis gesteld moeten worden van dit bestemmingsplan zullen worden geïnformeerd. De reacties van deze instanties zullen in dit plan verwerkt worden. 5.3 Vaststellingsprocedure De vaststellingsprocedure van het bestemmingsplan vindt plaats volgens artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Het ontwerp bestemmingsplan zal in dit kader ter visie worden gelegd gedurende een periode van zes weken. Gedurende deze periode heeft een ieder zijn zienswijzen tegen het plan kenbaar kunnen maken. Het bestemmingsplan is gewijzigd door de gemeenteraad vastgesteld. In de bijlage van dit bestemmingsplan is de nota van zienswijze en de staat van wijzigingen opgenomen. Hoofdstuk 5 19

26

27 BIJLAGEN BIJ TOELICHTING

28

29 Bijlage 1: Besluit gemeenteraad plattelandswoningen

30

31 Baarle-Nassau GEM B. en W Raad 8AA RLE-NASSAU brd ^ 1 8 JAN 2013 No. De raad van de gemeente Baarle-Nassau; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2012; BESLUIT: Geen begrenzing vast te stellen aan toepassing van artikel 1.1a van de Wabo (regeling plattelandswoning) Aldus besloten in de openbare vergadering van 16 januari 2013 )rs. V.t.M. Braam Voorzitter

32 n*y s ą f l Baarle-Nassau Vergadering d.d. : 16 januari 2013 Agendapunt : 12 Onderwerp Programma : Plattelandswoning : 7 : Grondbeleid Portefeuillehouder: Wethouder J.J.M. van Tilburg Samenvatting: Het wetsvoorstel ten behoeve van de introductie van de plattelandswoning is in de zomer 2012 aangenomen in de tweede en eerste kamer. In feite betreft dit (onder meer) een wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De wetswijziging is op 22 november 2012 gepubliceerd in het staatsblad en treedt per 1 januari 2013 in werking. Kortweg biedt de wetswijziging de mogelijkheid om een agrarische bedrijfswoning door derden, die geen binding hebben met het bedrijf, te laten bewonen. Kanttekening hierbij is, is dat het moet gaan om een functionerende landbouwinrichting. In dit voorstel wordt aan u voorgesteld beleid ten aanzien van de plattelandswoning vast te stellen. Inleiding: De meeste agrarische bedrijven beschikken over één of meerdere bedrijfswoningen. Deze woningen zijn in het verleden planologisch mogelijk gemaakt, omdat destijds de behoefte bestond, of het bestemmingsplan wilde voorzien in de mogelijkheid dat eigenaren of medewerkers in de directe nabijheid van het agrarisch bedrijf verbleven. Door de automatisering in de agrarische sector zijn agrarische bedrijfswoningen - in ieder geval de tweede bedrijfswoning - vaak overbodig geworden. De woningen worden dan ook vaak afgesplitst van het bedrijf en verkocht aan personen die niet meer functioneel verbonden zijn met dat bedrijf. Daarnaast kan sprake zijn van de 'rustende boer': na het beëindigen van de werkzaamheden in het agrarisch bedrijf en de overdracht daarvan aan een derde, blijft de voormalig agrariër, in de bedrijfswoning wonen. In beide gevallen worden de bedrijfswoningen, ondanks dat dat planologisch niet mogelijk is, als burgerwoning gebruikt. In beginsel hebben gemeente een plicht om handhavend op te treden en voornoemd strijdig gebruik als burgerwoning te beëindigen. De bewoner van de desbetreffende woning loopt daarbij echter het risico de woning te moeten verlaten. Daarnaast is in de genoemde situaties - indien niet handhavend wordt opgetreden - als gevolg van milieuwetgeving sprake van een beperking van de bedrijfsvoering van het in de directe nabijheid gelegen agrarisch bedrijf. Onder de huidige milieuwetgeving is het feitelijk gebruik namelijk uitgangspunt bij milieubescherming en niet dė planologische situatie. Legalisatie behoort in die gevallen ook niet tot de mogelijkheden, aangezien geen sprake kan zijn van een goede ruimtelijke ordening. Daarnaast staat provinciaal beleid vaak legalisatie in de weg. Voorgaande problematiek heeft geleid tot een in 2009 door het CDA Tweede Kamerlid Van Heugten ingediend wetsvoorstel 'Plattelandswoningen'. Het wetsvoorstel beoogt een oplossing te bieden door het mogelijk te maken agrarische bedrijfswoningen te laten bewonen personen die niet functioneel met het bedrijf zijn verbonden, zonder dat zij voor milieugevolgen, van dat bedrijf worden beschermd. Het wetsvoorstel is in de zomer 2012 aangenomen in de tweede en eerste kamer. De wet is op 22 november gepubliceerd in het staatsblad en treedt per 1 januari 2013 in werking treedt. In dit voorstel wordt aan u voorgesteld om beleid ten aanzien van de plattelandswóning vast te stellen. ' /h.h. 11 van 5

33 Afwegingen: Allereerst dient te worden opgemerkt dat de term plattelandswoning enigszins misleidend is.. De indrukt wordt namelijk gewekt dat het een rustiek gelegen woning op het platteland betreft. In feite dient echter door de bewoner geaccepteerd te worden dat er ter plaatse geen milieubescherming ten opzichte van het bijbehorende agrarische bedrijf geldt. Oftewel, in de praktijk is er juist sprake van mogelijke overlast door de aanwezigheid van het agrarische bedrijf. De term plattelandswoning is echter inmiddels zo ver ingeburgerd dat gemakshalve deze term vooralsnog gehandhaafd blijft. Daarnaast moet worden benadrukt dat het wetsvoorstel alleen ziet op situaties waarin de agrarische bedrijfsvoering van het desbetreffende bedrijf wordt voortgezet. De aanduiding van plattelandswoning in de zin van de wet is niet mogelijk in geval van de beëindiging van het agrarisch bedrijf, bijvoorbeeld bij toepassing van de ruimte-voor-ruimte-regeling. Ook in geval van een ander bedrijf dan een agrarisch bedrijf, bijvoorbeeld bij omzetting naar een agrarisch loonwerkbedrijf, kan de aanduiding niet gebruikt worden. De wet ziet immers alleen op woningen die bij een agrarisch bedrijf (letterlijk: landbouwinrichting) hebben behoord. Dit betekent ook dat de wet geen oplossing biedt voor de bewoning van bedrijfswoningen door derden op bedrijventerreinen. Daarnaast is de wet dus geen oplossing voor die situaties waarbij de stoppende agrariër na sanering (sloop) van het bedrijf de voormalige bedrijfswoning als burgerwoning gebruikt aangezien hierbij geen sprake meer is van een landbouwinrichting. Hiervoor geldt dus nog steeds dat de bestemming moet worden omgezet naar een (burger)woonbestemming. Indien de betreffende woning echter te dicht bij een naastgelegen agrarisch bedrijf is gevestigd en daarmee belemmerend werkt ten opzichte van dit bedrijf, is dit planologisch gezien niet mogelijk en blijft er dus een probleem ontstaan waartegen de gemeente in beginsel moet optreden. Bovenstaande betekent ook dat na toepassing van de wet de voormalige agrarische bedrijfswoning zijn agrarische bestemming blijft behouden. Hierdoor blijft dę milieubescherming ten opzichte van overige omliggende bedrijven hetzelfde als in dę situatie van de bedrijfswoning en wordt andersom de bedrijfsvoering van deze overige bedrijven ook niet belemmerd. Beleidsvrijheid gemeente Uit de toelichting van het wetsvoorstel blijkt dat het gemeentebestuur geen verplichting heeft tot het opstellen van ruimtelijk beleid inzake plattelandswoningen. Wel wordt het opstellen van een beleidskader aangeraden als toetsingskader voor verzoeken tot omzetting van agrarische bedrijfswoningen. In zo'n beleidskader kunnen allerlei relevante aspecten een plek krijgen, bijvoorbeeld de karakteristiek van het gemeentelijke buitengebied en de voorgenomen ontwikkelingsrichting daarvan, maar bijvoorbeeld ook de cultuurhistorische waarde van het landschap en de bebouwing, de relatie met de lokale woningmarkt, de leefbaarheid van het platteland en gezondheidsaspecten. Gezien bovenstaande bestaat de beleidsvrijheid uit het vaststellen van gebieden waar de plattelandswoning wel (of niet) kan worden toegepast. Een overweging kan bijvoorbeeld zijn om de toepassing van de plattelandswoning in de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG's) niet mogelijk te maken, aangezien in deze gebieden oorspronkelijk de ontwikkeling van de intensieve veehouderij een plaats moet krijgen. De problematiek waarvoor de plattelandswoning een oplossing kan bieden, namelijk het (onbedoeld) illegaal bewonen van voormalige agrarische bedrijswoningen, komt echter in het gehele buitengebied voor, inclusief LOG's. Misschien wel juist in de LOG's, gezien de concentratie van agrarische bedrijven in die gebieden. Daarnaast staat het bestaansrecht van de LOG's ter discussie vanwege het gewijzigd provinciaal beleid ten aanzien van de intensieve veehouderij. Bovendien bestaat vanwege het bestaan ván verschillende bestemmingsplanregimes in het buitengebied op dit moment planologisch gezien nauwelijks onderscheid in de bedrijfsmogelijkheden tussen het verwevingsgebied en de LOG's. Voorgesteld wordt daarom om toepassing van de plattelandswoning in het gehele buitengebied toe te staan en geen nadere begrenzing vast te stellen h.h. Z 2 van 5

34 Kanttekeningen Beseft moet worden dat het wetsvoorstel weliswaar een oplossing kan bieden voor een aantal schrijnende situaties, bijvoorbeeld de rustende boer die. nu legaal in de boerderij kan blijven wonen (mits sprake van een actieve landbouwinrichting), maar ook probleemsituaties in de hand kan werken. In het geval van'de stoppende agrariër die vertrekt uit de bedrijfswoning of in de situatie van een doorverkoop van de plattelandswoning aan derden, dient door de (nieuwe) bewoner(s) geaccepteerd te worden dat zij niet beschermd worden tegen milieuhinder van het agrarisch bedrijf. Dit geldt in beginsel ook na eventuele uitbreiding of wijziging van de bedrijfsactiviteiten. Vaak gaat dit goed, echter blijkt in de praktijk ook dat bij dergelijke situaties op termijn toch problemen kunnen ontstaan. Toestaan van de plattelandswoning zal in veel gevallen met zich meebrengen dat de eigendomssituatie ter plaatse wordt gewijzigd, waarbij een onderscheid zal worden gemaakt in het eigendom van het bedrijf en de plattelandswoning. Zoals vermeld blijft de agrarische bedrijfsbestemming na toewijzing van de plattelandswoning echter in tact, de woning behoudt dus de agrarische bestemming en telt dus ook mee in de oppervlakte van het bouwvlak van het agrarisch bedrijf. De agrariër dient hiermee rekening te houden met de bedrijfsuitvoering en de ontwikkeling van het bedrijf. Deze kanttekeningen betekenen dat er aan de voorkant sprake moet zijn van een goede informatievoorziening. Het is daarom aan te raden om aan het toestaan van een plattelandsŵoning altijd een ruimtelijk besluit ten grondslag te laten leggen (zie ook aanpak/uitvoering). Zo kan de aanvrager juist geïnformeerd worden en kan de gemeente een goed overzicht bewaren waar sprake is van een plattelandswoning. Beoogd effect: Implementatie wetswijziging met betrekking tot de plattelandswoning in het gehele buitengebied. Aanpak/Uitvoering: Aangezien in de vigerende bestemmingsplannen bewoning van agrarische bedrijfswoningen door derden niet wordt toestaan is momenteel altijd een ruimtelijk besluit nodig om toepassing van de plattelandswoning mogelijk te maken. Dit kan middels een partiële herziening van het bestemmingsplan of via een omgevingsvergunning waarbij van het bestemmingsplan wordt afgeweken (planologische afwijking). In de toekomst kan in het bestemmingsplan Buitengebied een bepaling worden opgenomen, bijvoorbeeld via een wijzigingsplan of (binnenplanse) planologische afwijking. De eerste mogelijkheid die zich hiervoor aandient is de correctieve herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Voor de LOG's kan een dergelijke bepaling ook worden opgenomen in een correctieve herziening (pas aan de orde na uitspraak Raad van State in het kader van de ingediende beroepen op de reactieve aanwijzing en/of het bestemmingsplan). Tot die tijd kan dus via separate procedures (bestemmingsplan of omgevingsvergunning) een plattelandswoning worden toegestaan. Om aan te geven dat een woning een plattelandswoning is, kunnen zij op de verbeelding een aanduiding daartoe krijgen, waarbij in de regels 'burgerbewoning/bewoning door derden' is toegestaan. Financiën: N.v.t. Communicatie: Na besluitvorming zal bij marktpartijen (makelaars, ZLTO, adviesbureaus e.d.) op informele wijze het beleid van de gemeente ten aanzien van de plattelandwoning kenbaar worden gemaakt waarbij ook de kanttekeningen van de wetswijziging worden meegenomen zodat de reikwijdte aan de voorkant helder is. Daarnaast zal er informatie worden verstrekt via de gemeentelijke website /h.h. 13 van 5

35 Gevraagde beslissing: Geen begrenzing vast te stellen aan toepassing van artikel 1.1a van de Wabo (plattelandswoning) Bijlagen: 1. Wetsvoorstel Tweede Kamer; 2. Memorie van Toelichting bij wetsvoorstel Ter inzage: N.v.t.. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BAARLE-NASSAU Y.M.B. Cornelissen EMPM Drs. V.T.M. Braam Secretaris 1 Burgemeester /h.h./4 van.5

36 Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen (plattelandswoningen) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben; dat het wenselijk is om in algemene zin de planologische status van gronden en opstallen, en niet langer het feitelijk gebruik, bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming van die gronden en opstallen, en dat het daarnaast wenselijk is dę positie van agrarische bedrijfswoningen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wet geurhinder en veehouderij aan te passen teneinde de vitaliteit van het platteland te verhogen zonder de bedrijfsvoering van omliggende agrarische ondernemingen onnodig te beperken; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering yan de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 1.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 1.1a 1. Een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning door een derde bewoond mag worden, wordt met betrekking tot die inrichting voor de toepassing van deze wet en de daarop beruskst ISSN 's-gravenhage 2011 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 1

37 tende bepalingen beschouwd als onderdeel van die inrichting, tenzij bij of krachtens deze wet anders is bepaald. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder landbouwinrichting verstaan: inrichting waar uitsluitend of in hoofdzaak agrarische activiteiten, zijnde het telen of kweken van landbouwgewassen of het fokken, mesten, houden of verhandelen van landbouwhuisdieren, dan wel activiteiten die daarmee verband houden worden verricht. B Aan artikel 2.14 wordt een lid toegevoegd, luidende: 7. Bij de toepassing van het eerste lid worden gronden en bouwwerken in de omgeving van de inrichting in aanmerking genomen overeenkomstig het bestemmingsplan, de beheersverordening,'of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning. ARTIKEL II Indien het bij koninklijke boodschap van 4 februari 2011 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van overgangsrecht en wijziging van diverse wetten ten behoeve van de invoering van de wet van... tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van de geluidproductieplafonds en dė overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer (modernisering instrumentarium geluidbeleid, geluidproductieplafonds) (Invoeringswet geluidproductieplafonds) (32 625) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel A, van die wet in werking treedt, wordt artikel 1 van de Wet geluidhinder als volgt gewijzigd: 1. De begripsomschrijving van «ander geluidsgevoelig gebouw» komt te luiden: bij algemene maatregel van bestuur als zodanig aangewezen gebouw, niet zijnde een woning, dat vanwege de bestemming daarvan bijzondere bescherming tegen geluid behoeft, waarbij wat betreft de bestemming wordt uitgegaan van het gebruik dat is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet;. 2. De begripsomschrijving van «geluidsgevoelig terrein» komt te luiden: bij algemene maatregel van bestuur als zodanig aangewezen terrein dat vanwege de bestemming daarvan bijzondere bescherming tegen geluid behoeft, waarbij wat betreft de bestemming wordt uitgegaan van het gebruik dat is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening, of,.indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet;. 3. De begripsomschrijving van «woning» komt te luiden: gebouw of gedeelte van een gebouw waar bewoning is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsver- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 2

38 gunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet; ARTIKEL III Indien het bij koninklijke boodschap van 7 december 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van geluidproductieplafonds en de overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer (modernisering instrumentarium geluidbeleid, geluidproductieplafonds) (32 252) tot wet is of wordt verheven en in werking treedt, komt in artikel 11.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer de begripsomschrijving van «geluidsgevoelig object» te luiden: bij algemene maatregel van bestuur als zodanig aangewezen gebouw of terrein dat vanwege de bestemming daarvan bijzondere bescherming tegen geluid behoeft, waarbij wat betreft de bestemming wordt uitgegaan van het gebruik dat is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van die wet daaronder mede begrepen, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van die wet, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet;. ARTIKEL IV De Wet geurhinder en veehouderij wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 1 wordt aan het slot van de begripsomschrijving van «geurgevoelig object» toegevoegd:, waarbij onder «gebouw, bestemd voor menselijk wonen of menselijk verblijf» wordt verstaan: gebouw dat op grond van het bestemmingsplan, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 of 3.28 van die wet daaronder mede begrepen, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van die wet, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingşvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet mag worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf. 2. Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. In afwijking van het eerste lid is artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van overeenkomstige toepassing op het nemen van een beslissing als bedoeld in dat lid. De eerste volzin is niet van toepassing op gevallen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, voor zover het betreft een geurgevoelig object dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij, en artikel 14, tweede lid. ARTIKEL V Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen. tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan.verschillend kan worden vastgesteld. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 3

39 Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Infrastructuur en Milieu, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2

40 Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen (plattelandswoningen) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Dit wetsvoorstel bevat een tweetal onderdelen. Om te beginnen wordt geregeld dat het planologische regime, en niet lánger het feitelijk gebruik, bepalend wordt voor de bescherming die een gebouw of functie geniet tegen negatieve milieueffecten. Het tweede element van het wetsvoorstel heeft specifiek betrekking op zogenaamde plattelandswoningen. Dat zijn (voormalige) agrarische, bedrijfswoningen die (tevens) door derden mogen worden bewoond. Het wetsvoorstel regelt dat deze woningen niet worden beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf. De aanleiding voor dit wetsvoorstel is tweeledig. Allereerst is er de initiatiefnota «Beter wonen op het platteland; introductie van de «plattelandswoning» in de Wet milieubeheer», op 18 augustus 2009 door voormalig Tweede Kamerlid R. van Heugten ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2009/2010, , nrs. 1-2). Geconstateerd kan worden dat het gebruik en de functies van het platteland voortdurend in ontwikkeling zijn. Als gevolg van onder meer schaalvergroting in de agrarische bedrijfsvoering, treedt functiewijziging op en ook functiemenging in die zin dat agrarische en niet-agrarische functies steeds meer in één gebied met elkaar vermengd raken. Deze - ontwikkeling*kan onbedoelde neveneffecten hebben, zoals vergrijzing en krimp van de plattelandsbevolking en leegstand en verpaupering van, soms cultuurhistorisch waardevol, agrarisch onroerend goed, zowel woningen als andere opstallen. Een ander gevolg van functiemenging kan zijn dat met name agrarische functies en niet-agrarische («burger»-)functies elkaar «in de weg zitten» bij de toepassing van relevante milieuwet- en -regelgeving, bijvoorbeeld ten aanzien van geluid- en geurhinder. Over deze problematiek en de door Van Heugten voorgestelde oplossingsrichting heeft de Tweede Kamer op 19 november 2009 een rondetafelgesprek gehouden en op 23 november 2009 een notaoverleg. Ingevolge een daartoe strekkende motie.(kamerstukken II 2009/2010, , nr. 5) is dit kst ISSN 's-gravenhage 2011 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 1

41 initiatief van Van Heugten, waarmee een oplossing werd gezocht voor de hiervoor beschreven knelpunten, door de toenmalige Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) overgenomen. Daarnaast bleek onder andere tijdens het genoemde rondetafelgesprek dat de door Van Heugten aanhangig gemaakte problematiek in sterke mate samenhangt met de wijze waarop in bepaalde milieuwet- en -regelgeving de mate van bescherming tegen negatieve milieueffecten (mede) wordt bepaald door het feitelijk gebruik van gronden en opstallen, ongeacht of dat gebruik in overeenstemming iś met de toegekende bestemming. Deze problematiek is eerder ook al aan de orde gesteld in de nota van toelichting bij het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (BARIM, hierna kortweg: het Activiteitenbesluit). 1 Hier staat het volgende geschreven: «Het uitgangspunt is dat het milieurecht is geschreven ter bescherming van het belang van het milieu en het ruimtelijke ordeningsrecht bevoegdheden geeft in verband met een góede ruimtelijke ordening. Bij illegale bewoning van een gebouw dient het bevoegd gezag te handhaven op grond van het ruimtelijk ordeningsrecht. Het kan echter voorkomen dat illegaal bewoonde gebouwen onbedoeld akoestisch worden beschermd, omdat het bevoegd gezag het bestemmingsplan niet kan of wil handhaven. Vanwege de onwenselijkheid hiervan, zal evaluatie plaatsvinden van de betekenis van het begrip woning in verschillende wetten en besluiten. Dit onderzoek zal betrekking hebben op meer wetten en regels dan alleen dit besluit. Daarbij zal ook meegenomen worden de problemen van dienstwoningen en woningen op bedrijventerreinen.» (Staatsblad 2007, 415, blz. 162). In vervolg.daarop heeft de toenmalige minister van VROM herhaaldelijk aangegeven dat wordt gestreefd naar meer eenduidigheid in de VROM-regelgeving met betrekking tot het al dan niet beschermen van objecten die in strijd met het ruimtelijk regime worden bewoond. De genoemde passage uit de nota van toelichting bij het Activiteitenbesluit is ingegeven dpor.de omstandigheid dat niet alleen op het platteland knelpunten optreden, maar ook op bedrijventerreinen. Ook bedrijfswoningen op bedrijventerreinen worden in sommige gevallen in strijd met het geldende planologische regime bewoond, en datzelfde geldt soms voor kantoren en andere bedrijfspanden. Vanwege dę inhoudelijke samenhang tussen enerzijds de specifieke problematiek inzake de plattelandswoningen en anderzijds de in de nota van toelichting bij het Activiteitenbesluit omschreven bredere problematiek is ervoor gekozen om beide acties aan elkaar te verbinden. 2. Probleemschets plattelandswoningen In zijn initiatiefnota heeft Van Heugten aan de hand van een aantal concrete praktijksituaties een beeld geschetst van de problematiek van de plattelandswoningen. Het gaat hierbij om de wijze waarop in voorkomende gevallen is omgegaan met voormalige agrarische bedrijfswoningen waarvan de bewoner geen band (meer) heeft met het agrarische bedrijf waartoe de woning voorheen behoorde. Uit de nota is af te leiden dat de problematiek meerdere invalshoeken kent. Deze invalshoeken worden hieronder kórt geschetst en tevens voorzien van enkele kanttekeningen. 1 Staatsblad 2007, 415, blz. 162; zie de artikelsgewijze toelichting bij het begrip «woning» in artikel 1.1. Allereerst zijn in de initiatiefnota situaties onderscheiden waarin de handhaving van het bestemmingsplan tot concrete knelpunten leidt. In die situaties wordt de woning bewoond door iemand die niet - of niet meer - functioneel verbonden is met het nabijgelegen agrarische bedrijf. Er vindt derhalve «burgerbewoning» plaats die.in strijd is met de agrarische Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 2

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Rapportnummer: IMRO-Idn: 211x06608.077039_1

Nadere informatie

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Rapportnummer: 211X07057.079344_1

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied West, 1 e herziening Ontwerp 2 Toelichting 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 14 oktober 2015 heeft de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk het bestemmingsplan Buitengebied West

Nadere informatie

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren 1 Nota Plattelandswoningen Wijdemeren 1. Aanleiding Op 1 januari 2013 is de wet plattelandswoning in werking getreden. Deze wet biedt de mogelijkheid om als 'burger' in (voormalige) agrarische bedrijfswoningen

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer Naam regeling: Beleidsregel plattelandswoning Citeertitel: Beleidsregel plattelandswoning Wettelijke grondslag

Nadere informatie

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014 Beleidsregel Plattelandswoningen 2014 Foto: Ellen Koelewijn Registratienummer: 13bwb00094 december 2013 1. Inleiding Agrarische bedrijven beschikken meestal over één of meerdere bedrijfswoningen. De gemeente

Nadere informatie

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning. Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2013 Nummer: 33 Uitgifte: 24 december 2013 Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot

Nadere informatie

Bestemmingsplan Centrum Valkenburg

Bestemmingsplan Centrum Valkenburg Bestemmingsplan Centrum Valkenburg (aanpassing n.a.v. uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 9 mei 2012) Gemeente Valkenburg aan de Geul Vastgesteld Bestemmingsplan Centrum

Nadere informatie

Beleidsnota Plattelandswoningen gemeente Venray

Beleidsnota Plattelandswoningen gemeente Venray Beleidsnota Plattelandswoningen gemeente Venray Inhoud 1. Inleiding 2. Achtergrond 3. Wet Plattelandswoning 4. Beschermingsniveau plattelandswoning 5. Toetsingskader plattelandswoning 6. Toekennen plattelandswoning

Nadere informatie

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga TOELICHTING 1 TOELICHTING Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing en ligging plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) (Tekst geldend op: 10-02-2013) Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Beleidsnota Plattelandswoning

Beleidsnota Plattelandswoning Beleidsnota Plattelandswoning Hoofdstuk 1. 1.1. Aanleiding Op 1 januari 2013 is de wet plattelandswoning in werking getreden. Deze wet biedt de mogelijkheid om als 'burger' in (voormalige) agrarische bedrijfswoningen

Nadere informatie

' ilffllllllliiiilllll

' ilffllllllliiiilllll Baarle-Nassau I B.en W ļ Raad GEM. BAARLE-NASSAU brd1300083 ' ilffllllllliiiilllll ingek 1 1 DEC. 2013 ingek 1 1 DEC. 2013 No B. tvv.» De raad van de gemeente Baarle-Nassau; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie

Bestemmingsplan Onderwijsgebouw Mgr. Schaepmanlaan 13. Gemeente Dongen Ontwerp

Bestemmingsplan Onderwijsgebouw Mgr. Schaepmanlaan 13. Gemeente Dongen Ontwerp Bestemmingsplan Onderwijsgebouw Mgr. Schaepmanlaan 13 Gemeente Dongen Ontwerp Bestemmingsplan Onderwijsgebouw Mgr. Schaepmanlaan 13 Gemeente Dongen Ontwerp Rapportnummer: P00747_3 IMRO-identificatienummer:

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN

BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN Pagina 1 van 8 Pagina 2 van 8 WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (WABO) Artikel 2.12 1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10 Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10 Toelichting, regels en analoge verbeelding Maart 2016 Kenmerk 1901-17-T01 Projectnummer 1901-17 Toelichting Inhoudsopgave

Nadere informatie

Zoals te lezen in de concept-mvt (m.n. paragraaf 6 e.v.) bevat het wetsvoorstel twee centrale elementen:

Zoals te lezen in de concept-mvt (m.n. paragraaf 6 e.v.) bevat het wetsvoorstel twee centrale elementen: Wetsvoorstel plattelandswoningen, versie 7 (12 mei 2011) Leeswijzer bij wetsvoorstel plattelandswoningen Zoals te lezen in de concept-mvt (m.n. paragraaf 6 e.v.) bevat het wetsvoorstel twee centrale elementen:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Gemeente Olst-Wijhe bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Olst-Wijhe, 7 augustus 2009 Planidentificatienummer: NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301 Toelichting augustus 2009 NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 894 Uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van de verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 614 Wijziging van titel 5.9 (Appartementsrechten) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Gemeente Uden 2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Toelichting, regels en analoge verbeelding 15 december 2015 Kenmerk 0856-26-T01 Projectnummer 0856-26 Toelichting Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum 1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum Huizen bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0406.BPHWC2011H01-VG01 03-04-2014 ontwerp 26-06-2014 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) 29 juli 2014 ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP

Nadere informatie

Bestemmingsplan Herziening Bemmer IV. Gemeente Laarbeek Vastgesteld

Bestemmingsplan Herziening Bemmer IV. Gemeente Laarbeek Vastgesteld Bestemmingsplan Herziening Bemmer IV Gemeente Laarbeek Vastgesteld Bestemmingsplan Herziening Bemmer IV Gemeente Laarbeek Vastgesteld Rapportnummer: 211x08188.086555_1 IMRO-IDN-nr: BPBDBemmer4herz1-VG01

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 022 Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties

Nadere informatie

bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Parkeren Dinkelland

bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Parkeren Dinkelland bestemmingsplan Facetbestemmingsplan Parkeren Dinkelland Status: vastgesteld Status: vastgesteld Datum: 17 januari 2018 IMRO- Code: Auteur(s): NL.IMRO.1774.BPFACETPARKEREN- VG01 Facetbestemmingsplan parkeren

Nadere informatie

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status:

Kern Klundert 1 e herziening. identificatiecode: datum: status: Moerdijk Kern Klundert 1 e herziening bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.1709.kernklundert1eherz-0001 21-01-2009 concept 20-05-2009 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk' Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk' 1 HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 422 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van de rechtstreekse

Nadere informatie

Beleidsnota plattelandswoningen

Beleidsnota plattelandswoningen Beleidsnota plattelandswoningen Titel: Beleidsnota plattelandswoningen Versie: 10 Datum: 26 februari 2015 Auteur(s): ir. S.F. (Stefan) Olschewsky Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Wat is het probleem?...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 054 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op de beheersing van geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen

Nadere informatie

Verklaring. In verband met wijziging agrarische bedrijfswoning tot status plattelandswoning

Verklaring. In verband met wijziging agrarische bedrijfswoning tot status plattelandswoning Verklaring In verband met wijziging agrarische bedrijfswoning tot status plattelandswoning De ondergetekende: De heer P.J.M. Kuenen, wonende Houbenweg 15 te 5814 AR Veulen ( Venray), hierna te noemen:

Nadere informatie

gemeente eijsdervmargraten

gemeente eijsdervmargraten gemeente eijsdervmargraten Aan de gemeenteraad Raadsvoorstel Nummer: 11IN002555 1. Vermelding onderwerp en beslispunten Voorstel tot vaststelling 'Partiële herziening bestemmingsplan Kern Cadier en Keer

Nadere informatie

Telefoonnummer: Datum: 24 september 2013 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer:

Telefoonnummer: Datum: 24 september 2013 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer: Vestiging Haarlem Raad van State Afdeling Bestuursrechtspraak Postbus 20019 2500 EA DEN HAAG Telefoonnummer: 088-888 66 66 Datum: 24 september 2013 Referentie: Faxnummer: 088-888 66 60 Betreft: Beroep

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

Gemeente / Olst-Wijhe Bestemmingsplan / Noorder Koeslag, partiële herziening plankaart 2011

Gemeente / Olst-Wijhe Bestemmingsplan / Noorder Koeslag, partiële herziening plankaart 2011 Gemeente / Olst-Wijhe Bestemmingsplan / Noorder Koeslag, partiële herziening plankaart 2011 Gemeente / Olst-Wijhe Bestemmingsplan / Noorder Koeslag, partiële herziening plankaart 2011 procedure datum

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 786 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet financiële markten BES en de Wet toezicht trustkantoren in verband met de introductie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 319 Wet van 16 mei 2002, houdende regels inzake stankemissie in ontwikkelingsgebieden (Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden)

Nadere informatie

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'.

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'. Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 12 Onderwerp: Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'. Datum: 22 juli 2014 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

P l a n r e g e l s vrs

P l a n r e g e l s vrs P l a n r e g e l s 012.10.01.02.00.vrs I n h o u d s o p g a v e Artikel 1 Relatie met het vigerende bestemmingsplan 3 Artikel 2 Wonen 4 Artikel 3 Geluidzone (dubbelbestemming) 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN Gemeente Vlissingen april 2016 TOELICHTING Planbeschrijving Op 12 oktober 2015 heeft de gemeente Vlissingen met Lidl Nederland

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 531 Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Herziening Alphensebaan 9. Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Herziening Alphensebaan 9. Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Herziening Alphensebaan 9 Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening Alphensebaan 9 Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld Rapportnummer: 211x07790.084457_5

Nadere informatie

Baarle-Nassau. B. en W Raad BAARLE-NASSAU. Ţşect.~ftü~ No. B. De raad van de gemeente Baarle-Nassau;

Baarle-Nassau. B. en W Raad BAARLE-NASSAU. Ţşect.~ftü~ No. B. De raad van de gemeente Baarle-Nassau; Baarle-Nassau GEM B. en W Raad BAARLE-NASSAU brd1300082 Inge* 1 1 DEC. 2013 No. B. Ţşect.~ftü~ De raad van de gemeente Baarle-Nassau; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013;

Nadere informatie

Nota van zienswijzen. Wijzigingsplan Duifhuizerweg 18 Uden NL.IMRO.0856BPDuifhuizerweg18-VA01.

Nota van zienswijzen. Wijzigingsplan Duifhuizerweg 18 Uden NL.IMRO.0856BPDuifhuizerweg18-VA01. Nota van zienswijzen Wijzigingsplan Duifhuizerweg 18 Uden NL.IMRO.0856BPDuifhuizerweg18-VA01. Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 Hoofdstuk 3. Zienswijzen

Nadere informatie

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Toepassingsbereik 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Herziening bestemmingsplan Buitengebied Someren 5 Artikel 4 Herziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

Besl ispu nten 1. Het bestemmingsplan Wegelaar 7 vast te stellen. 2. De ingekomen zienswijze te weerleggen.

Besl ispu nten 1. Het bestemmingsplan Wegelaar 7 vast te stellen. 2. De ingekomen zienswijze te weerleggen. De gemeenteraad van Wijchen 14 RZ 017 Beslisnota Vaststelling bestemmingsplan Wegelaar 7 Wijchen, 22 april 2014 Geachte leden van de raad, Besl ispu nten 1. Het bestemmingsplan Wegelaar 7 vast te stellen.

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Eerste herziening bestemmingsplan Drechterland Zuid RTG: 12-10-2015 Raadsvoorstel: 22-9-2015, nr. 2015-53 Portefeuillehouder: Programma:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks.

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks. Hoevensestraat 14 Vught Wijzigingsplan Regels Opdrachtgever: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks Rapportnummer: 14.124_R_01 Datum vrijgave juli 2014 Opstellers: mr. Q.W.J. de Ruijter T.van Kuijk, MSc. Hoevensestraat

Nadere informatie

Regels 1e herziening Nieuwe Dordtse Biesbosch, locatie Zanddijk

Regels 1e herziening Nieuwe Dordtse Biesbosch, locatie Zanddijk Regels 1e herziening Nieuwe Dordtse Biesbosch, locatie Zanddijk 1 HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan 1e herziening Nieuwe Dordtse Biesbosch, locatie Zanddijk

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1 e partiële herziening Schellingwoude. toelichting en regels

Bestemmingsplan 1 e partiële herziening Schellingwoude. toelichting en regels Bestemmingsplan 1 e partiële herziening Schellingwoude toelichting en regels Colofon Opdrachtgever Opdrachtnemer bestuurscommissie Noord RVE Ruimte en Duurzaamheid IMRO_idn Planstatus NL.IMRO.0363.N1606.BPSTD-VG01

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 57 Wet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Tracéwet, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder in verband met de verruiming van de mogelijkheid

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING 5 MAART 2015 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Geldende

Nadere informatie

Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen Gemeente Goirle

Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen Gemeente Goirle ! " Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen 2014 Gemeente Goirle Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen 2014 Toelichting Regels Verbeelding schaal 1 : 5.000 Projectgegevens: TOE02-0252672-01a

Nadere informatie

T oelichting. Hoofdstuk 1 Inleiding. Afstemming op SVBP2012

T oelichting. Hoofdstuk 1 Inleiding. Afstemming op SVBP2012 Pagina 2/27 Inhoudsopgave T oelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Afstemming op SVBP2012 1.3 Procedure 1.4 Onderdelen van deze herziening 6 6 6 6 6 Hoofdstuk 2 Aanpassingen aan het bestemmingsplan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 197 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en enkele andere wetten ten behoeve van de implementatie van

Nadere informatie

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied Woonwijken Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 7 1.2 Doel van de beheersverordening 7 1.3 Begrenzing van het plangebied 8 Hoofdstuk 2 Juridische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 809 Aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 341 Wet van 23 juni 2005, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet openbaarheid van bestuur en de Archiefwet 1995 ten behoeve van de

Nadere informatie

Beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning

Beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning Beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning 1. Aanleiding Deze nota gaat over beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in één woning. De Osse standaardregels

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlage regels

Inhoudsopgave. Bijlage regels Regels 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Relatie bestemmingsplan - partiële herziening 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Aanpassing bestemming "Wonen"

Nadere informatie

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2 Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro burgemeester en wethouders van A s t e n; gezien het verzoek om medewerking van Crijns Rentmeesters B.V. namens mevrouw Van Bussel-Drieshen voor de splitsing van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

(B vervallen) Artikel I. De Wet op de jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard (voorheen wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan '1e herziening Smitsweg, locaties Noord en Midden' met identificatienummer

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE GEMEENTE OLDEBROEK BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE BEDRIJFSVOERING IN DE GEMEENTE OLDEBROEK 27 oktober 2009 afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling - 2 - 3 1. Aanleiding Bij het opstellen van het (voor)ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Regels 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430

Regels 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430 Regels 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430 1 HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan 5e herziening Dubbeldam, locatie Noordendijk 430 met identificatienummer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 299 Wet van 5 juli 2000 tot wijziging van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars teneinde kunstenaars met een eigen woning niet langer van een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 606 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere daarmee verband houdende wetten (modernisering van de

Nadere informatie

2. Advies commissie bezwaarschriften. 3. Uitspraak rechtbank Noord-Nederland. 4. Uittreksel bestemmingsplan Komplan Haren

2. Advies commissie bezwaarschriften. 3. Uitspraak rechtbank Noord-Nederland. 4. Uittreksel bestemmingsplan Komplan Haren Voorstel aan : Gemeenteraad van 29 juni 2015 Door tussenkomst van : Raadscommissie van 15 juni 2015 Nummer : 31 Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen voor het bouwplan Horecagelegenheid Vondellaan

Nadere informatie

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING Dat het vaststellen van overgangsrecht bij nieuwe wet- en regelgeving niet altijd een gemakkelijke opgave is, bleek al met de invoering van de nieuwe Wet

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland. Gemeente Landerd

Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland. Gemeente Landerd Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland Toelichting Bijlagen Regels Bijlage

Nadere informatie

Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging. Gemeente Halderberge Ontwerp

Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging. Gemeente Halderberge Ontwerp Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging Gemeente Halderberge Ontwerp Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging Gemeente Halderberge Ontwerp Rapportnummer: 211X05366.067015_1 Datum: 26 juli 2011 Contactpersoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 873 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 5 juli 2012

Nadere informatie

1e Partiële herziening Bestemmingsplan Dorp Renswoude

1e Partiële herziening Bestemmingsplan Dorp Renswoude Gemeente Renswoude 1e Partiële herziening Bestemmingsplan Dorp Renswoude Toelichting, regels en verbeelding 29 september 2015 Kenmerk 0339-11-T01 Projectnummer 0339-11 Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

HOOFDSTUK 1 INLEIDING TOELICHTING HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad van Soest het bestemmingsplan Landelijk gebied vastgesteld. Het perceel aan Birkstraat 148 heeft op basis van

Nadere informatie

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Toelichting correctieve

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Toelichting correctieve Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Raad op dd maand jjjj) 1 Raad op dd maand jjjj) 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING...

Nadere informatie

Purmerweg 35/35a

Purmerweg 35/35a Purmerweg 35/35a - 2013 Beheersverordening ex artikel 3:38 Wro Status: vastgesteld Gemeente Purmerend Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling ID-code: NL.IMRO.0439.BVPURMERWEG352013-va01 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1

Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1 Toelichting Vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 NL.IMRO.0342.BPLG0017-0301 08 februari 2018 Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1 Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat

Nadere informatie