Klankbordgroep REG2017

Transcriptie

1 Klankbordgroep REG2017 Statische efficiency GTS Groningen, 23 november 2015

2 Groningen, 23 november 2015 #2 STROOM: niet beïnvloedbaar en landspecifiek De wetgever noemt in STROOM (art 6.10) twee separate kosten categorieën bij het uitvoeren van een benchmark: Niet beïnvloedbare kosten: zo veel mogelijk buiten beschouwing laten (art a); Kosten die betrekking hebben op landspecifieke kenmerken: buiten beschouwing laten (art b) (ongeclausuleerd). Dat de wetgever dit als twee categorieën beschouwt blijkt ook uit de wetsgeschiedenis: (i) MvT, p. 122: "de nietbeïnvloedbare kosten zo veel mogelijk buiten beschouwing worden gelaten en dat kosten die samenhangen met landspecifieke kenmerken buiten beschouwing worden gelaten. ( ) Het is ook voor een goede vergelijking van belang dat [de niet-beïnvloedbare kosten] niet meegenomen worden ( ) Ditzelfde geldt voor landspecifieke kenmerken." en (ii) en Nota n.a.v. verslag, p. 93: " verschil in niet-beïnvloedbare kosten dat geen landspecifiek kenmerk [is]"; Bij de toepassing van de resultaten dienen ook de niet-beïnvloedbare kosten buiten beschouwing te worden gelaten (ongeclausuleerd). ACM lijkt dit onderscheid tussen beide categorieën (ten onrechte) niet mee te nemen. Het voorstel van ACM komt er op neer dat niet beïnvloedbare kosten, voor zover ze niet land specifiek zijn, niet buiten beschouwing worden gelaten. ACM moet uiteindelijk én niet-beïnvloedbare kosten én kosten behorende bij landspecifieke kenmerken buiten beschouwing laten. Daarmee is het voorstel van ACM in strijd met artikel 6.10 STROOM.

3 Groningen, 23 november 2015 #3 Niet beïnvloedbare kosten Voorbeelden van niet beïnvloedbare kosten: Kosten als gevolg van factoren die een belangrijke rol spelen bij leidingaanleg, maar die niet landspecifiek zijn. Bevolkingsdichtheid én de bodemgesteldheid hebben een belangrijke invloed op de kosten van leidingaanleg. Deze factoren zijn niet land-specifiek. Niet overal in Nederland is dezelfde grondsoort of bevolkingsdichtheid, net zoals deze binnen bijvoorbeeld Duitsland variëren. Kosten van inkoop van energie, flexibiliteit en stikstof: Ook ACM (MB 2010) acht invloed op prijs en hoeveelheid van de benodigde brandstoffen beperkt. In de uitwerking wordt verondersteld dat deze kosten voor 95% niet beïnvloedbaar zijn ACM dient niet-beïnvloedbare kosten buiten beschouwing te laten, ook als deze niet landspecifiek zijn. Zoveel mogelijk moet gelezen worden als: 1. De niet beïnvloedbaarheid is objectief vast te stellen. 2. De kosten zijn redelijkerwijs voldoende gekwantificeerd. Bron: Jacobs Deze kosten dienen vervolgens volledig buiten beschouwing gelaten te worden bij toepassing van de resultaten.

4 Groningen, 23 november 2015 #4 Kosten met betrekking tot landspecifieke kenmerken Het onderzoeken van landspecifieke factoren is een arbeidsintensief proces dat kennis vereist van wet- en regelgeving, technische normen, marktomstandigheden, historie, accounting standaarden etc. van alle landen waarin de betrokken TSO s actief zijn. GTS heeft 1,5 jaar onderzoek gedaan naar landspecifieke kenmerken*. Deze raken 40% van de kostenbasis en hangen veelal samen met de kerntaak van een TSO: gastransport. Voorbeelden zijn: Wettelijke verplichting voor GTS tot levering bij -17 o C Levering van flexibiliteit door de TSO GTS heeft de gasontvangstations in eigendom en beheer, de Duitse TSO s niet GTS heeft de kosten die betrekking hebben op deze landspecifieke kenmerken gekwantificeerd en laten verifiëren door externe partijen. Ook Frontier neemt een groot deel van de verschillen over. Frontier erkent daarnaast een aantal majeure verschillen, maar verwerkt deze niet in de benchmark. Op de volgende slide zijn de twee meest sprekende voorbeelden weergegeven. * Ook ACM heeft ook onderzoek gedaan naar verschillen en geen gevonden

5 Groningen, 23 november 2015 #5 Erkende landspecifieke verschillen zonder correctie door ACM Kwaliteit van het geleverde product GTS levert capaciteit in een volledig ontkoppeld entry/exit systeem. Dat betekent dat voor het gebruik van de door GTS verkochte capaciteit geen beperkingen gelden. In Duitsland wordt 30% van de capaciteit verkocht onder beperkende voorwaarden, veelal als point-to-point capaciteit (bijvoorbeeld DZK en BZK). Het hanteren van beperkende voorwaarden leidt tot aanzienlijke kostenbesparingen bij de Duitse TSO s. GTS heeft verschil in kostenbasis berekend: 5-7% van totale kosten. Joint ventures Duitse TSO s gaan veelvuldig JV s aan en bezitten dan een deel van een leiding. Bij de bepaling van het aantal entry- en exit punten en de omvang van het verzorgingsgebied tellen de JV s volledig mee ook al bezit een TSO b.v. maar 10% van de capaciteit. GTS kan geen JV s aangaan in Nederland en bovendien is het verzorgingsgebied van GTS wettelijk beperkt tot Nederland. Daarmee wordt GTS op een substantieel nadeel gezet t.o.v. Duitse TSO s. Het niet corrigeren van erkende land specifieke verschillen is strijdig met STROOM. Immers, anders dan bij de beïnvloedbare kosten ( zo veel mogelijk buiten beschouwing ) geldt er geen clausulering ten aanzien van het corrigeren voor landspecifieke kenmerken. Dit is tevens strijdig met artikel 13 Gasverordening dat structurele vergelijkbaarheid verlangt.

6 Groningen, 23 november 2015 #6 Verwerking van niet beïnvloedbare kosten en kosten m.b.t. landspecifieke kenmerken conform STROOM 1. Vaststellen statische efficiency (art ) 2. Toepassen van vastgesteld efficiencyniveau in inkomstenbesluit (art a) Kosten die betrekking hebben op landspecifieke kenmerken (6.10.4b) Vastgesteld efficiencyniveau Niet beïnvloedbare kosten (6.10.4a) Jaarlijkse toegestane inkomsten Niet beïnvloedbare kosten a) Zoveel mogelijk buiten beschouwing Buiten beschouwing Procesgang vaststellen efficiency GTS conform STROOM: 1. Buiten beschouwing laten van alle door GTS aangedragen en niet betwiste geïdentificeerde kosten die samenhangen met landspecifieke kenmerken. 2. Zo veel mogelijk buiten beschouwing laten van niet beïnvloedbare kosten (mits aantoonbaar en kwantificeerbaar). Hierbij kan rekening worden gehouden met de mate van beïnvloedbaarheid. Bijvoorbeeld BESeF is 5% beïnvloedbaar en dient daarom voor 95% buiten beschouwing te worden gelaten. 3. Vaststellen efficiency niveau. 4. Toepassen eventuele efficiency korting om toegestane inkomsten te bepalen, waarbij niet gekort wordt op niet beïnvloedbare kosten.

7 Groningen, 23 november 2015 #7 Splitsing GTS en GGS In 2017 is sprake van twee separate, aangewezen systeembeheerders met eigen kosten, afnemers en tarieven. HTL-net en RTL-net hebben hun eigen specifieke kenmerken en historie. De kosten van het gehele GTS-net zijn dan ook niet representatief voor de kosten van de afzonderlijke netten. Het toepassen van een geïntegreerd uitgevoerde benchmark op separate systeembeheerders, leidt ertoe dat de kosten en efficiency van de ene systeembeheerder bepalend zijn voor de tarieven van de andere systeembeheerder. Dat is in strijd met de reguleringssystematiek. Artikel 6.11 lid 3 sub a en 6.12 lid 1 aanhef en sub a: inkomsten worden vastgesteld per systeembeheerder, aan de hand van het efficiëntieniveau van een systeembeheerder. GTS heeft al in mei 2014 de gesplitste data voor GGS en GTS aan ACM aangeleverd ten behoeve van de Duitse benchmark. GTS zal de gegevens voor de CEER benchmark eveneens gesplitst aanleveren. ACM heeft dus alle benodigde gegevens om in de benchmarkonderzoeken rekening te houden met de splitsing. Conclusie: ACM kan en moet de kostenbenchmark gesplitst uitvoeren en toepassen op de afzonderlijke TSB s.

8 Groningen, 23 november 2015 #8 CEER Benchmark De CEER benchmark, welke vorige maand een eerste kick-off workshop had, heeft als einddatum maart 2016, waarmee de totale doorlooptijd max. 6 maanden is. GTS heeft in de opzet van CEER ca. twee maanden de tijd om kosten met betrekking tot landspecifieke factoren te identificeren tussen haar en de volgende landen: België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Kroatië, Portugal, Zweden, Spanje en Verenigd Koninkrijk. Ter vergelijk: in de Duitse benchmark duurde dit traject 1,5 jaar. Gezien de ervaringen uit de Duitse benchmark met betrekking tot modelkeuzes, landspecifieke factoren en validatie is het onmogelijk om in slechts enkele maanden een complex proces als de CEER benchmark zorgvuldig uit te voeren. De Duitse benchmark en de E3Grid benchmark zijn ontwikkeld in de loop van een aantal jaren. De betrokken consultant bij de CEER benchmark heeft tijdens de kick-off reeds aangegeven dat de huidige CEER benchmark gezien moet worden als een eerste aanzet tot het uiteindelijk komen tot een Europa-brede benchmark. Conclusie: zowel de ervaringen uit de E3Grid benchmark en de Duitse benchmark, als de mening van de consultant en de betrokken TSO s wijzen erop dat de CEER Benchmark tenminste in 2016 niet tot bruikbare resultaten voor regulatoire doeleinden kan leiden.