GEMEENTERAAD VERGADERING VAN 27 JUNI 2017

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VERGADERING VAN 27 JUNI 2017 Aanwezig : Verontschuldigd : Johan Cans - voorzitter Iris Vander Schelde - burgemeester Gino Debroux, Bart J. De Vos, Frank Stevens, Didier Reynaerts, Greta Vanermen - schepenen Eddy Vandenbosch - voorzitter OCMW Kris Colsoul vanaf punt 02, Yves Simons, Josseline Pansaerts, Lore Fourie, Gary Peeters, Joeri Roosen, Marc Richelle, Guy Tuts, Marc Lecocq, Ingrid Vanrutten, Yves Tilkens, Jeanine Smets, Dirk Schampaert, Leon Ignoul, Mark Keppens, Carla Reynaerts, Patrick Roosen - raadsleden Renaat Kamers - secretaris Wilfried Roosen - raadslid Om twintig uur en vijf minuten opent de voorzitter de vergadering. De raad gaat over tot de bespreking van de agendapunten. PUNT 01 - GEMEENTERAAD - NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 30 MEI GOEDKEURING Gelet op de vraag van de voorzitter of er voorlezing moet gegeven worden aan de beslissingen getroffen tijdens de laatste vergadering van 30 mei 2017; Overwegende dat ieder raadslid het recht heeft opmerkingen te maken omtrent de redactie van de notulen van de vorige vergadering; Overwegende dat er geen opmerkingen werden geformuleerd omtrent het verslag van de vergadering van 30 mei 2017; Aangenomen met algemeenheid van stemmen; BESLUIT: Enig artikel. Het verslag van de vergadering van de gemeenteraad van 30 mei 2017 goed te keuren. De heer Kris Colsoul, raadslid, vervoegt de zitting. PUNT 02 - EREDIENSTEN - KERKENBELEIDSPLAN TOEKOMSTVISIE VOOR DE PAROCHIEKERKEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE STAD LANDEN - GOEDKEURING Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten; Gelet op de conceptnota EEN TOEKOMST VOOR DE VLAAMSE PAROCHIEKERK van 21 juni 2011 van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, Geert Bourgeois; Overwegende dat het kerkenbeleidsplan, opgesteld door het centraal kerkbestuur Landen, een eerste maal werd besproken tijdens de overlegvergadering van 23 november 2015 tussen het centraal kerkbestuur en het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat de verantwoordelijke federatiepastoor, Raf De Smedt, het definitief kerkenbeleidsplan 2017 TOEKOMSTVISIE VOOR DE PAROCHIEKERKEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE STAD LANDEN tijdens de overlegvergadering van 22 maart 2017 heeft voorgesteld; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 30 maart 2017 waarbij dit kerkenbeleidsplan 2017 positief werd geadviseerd; Overwegende dat het Aartsbisdom Mechelen-Brussel bij monde van Patrick du Bois, bisschoppelijk afgevaardigde van het beheer van het tijdelijke, het kerkenbeleidsplan 2017 heeft goedgekeurd op 09 mei 2017, na gunstig advies van het Vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen; Overwegende dat in dit kerkenbeleidsplan het volgende wordt voorgesteld met betrekking tot de toekomstige bestemming van de kerkgebouwen op Landens grondgebied:

2 I. HERBESTEMMING, MET STOPZETTING EREDIENST a) Ezemaal Sint-Aldegondis b) Neerlanden H. Maria Magdalena c) Rumsdorp Sint-Gillis d) Landen Sint-Norbertus e) Wange Christus Koning f) Walshoutem Sint-Lambertus II. NEVENBESTEMMING, MET VALORISATIE a) Landen Sint-Gertrudis b) Neerwinden Heilig Kruis c) Walsbets Sint-Jan-De-Doper III. EREDIENST, MET VALORISATIE a) Attenhoven Sint-Pieters-Banden b) Eliksem Sint-Martinus c) Laar Sint-Trudo d) Overwinden Sint-Wivina e) Waasmont Sint-Pancratius f) Wezeren Sint-Amandus Overwegende dat in het voorliggende plan er uiteindelijk zes kerken volledig herbestemd zullen worden; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 08 juni 2017; Gehoord raadslid Yves Simons, die heel wat vraagtekens plaatst bij dit kerkenplan; Gehoord raadslid Josseline Pansaerts, die weet dat de kerken in de deelgemeenten Wange en Ezemaal al geruime tijd leegstaan en dat hiervoor nog geen bestemmingen bekend zijn; Gehoord de bevoegde schepen van Erediensten, Eddy Vandenbosch, die antwoordt dat het de verantwoordelijkheid blijft van de verschillende kerkfabrieken en het centraal kerkbestuur om een kerkgebouw te herbestemmen (vervreemding, andere bestemming of zelfs afbraak); Overwegende dat de voornoemde schepen nog meegeeft dat hij fier is op het bereikte resultaat; dat bij het opstellen van het kerkenbeleidsplan 2017 rekening werd gehouden met de realiteit, namelijk dat het zondagse kerkbezoek jaar na jaar blijft afnemen; dat het plan een zekere rationalisatie inhoudt van het gebruik van de kerken op het grondgebied van de stad Landen; Gehoord raadslid Josseline Pansaerts die meedeelt dat de CD&V-fractie zal tegenstemmen omwille van de vele onduidelijkheden met betrekking tot de toekomstige invullingen van de leegstaande kerkgebouwen; Aangenomen met 16 stemmen voor en 8 stemmen tegen; Hebben voor gestemd: Gino Debroux, Iris Vander Schelde, Bart J. De Vos, Marc Lecocq, Didier Reynaerts, Dirk Schampaert, Frank Stevens, Ingrid Vanrutten, Greta Vanermen, Yves Tilkens, Leon Ignoul, Jeanine Smets, Saartje Ieven, Patrick Roosen, Mark Keppens en Johan Cans; Hebben tegen gestemd: Yves Simons, Kris Colsoul, Marc Richelle, Guy Tuts, Gary Peeters, Lore Fourie, Josseline Pansaerts en Joeri Roosen; BESLUIT: Enig artikel. Het kerkenbeleidsplan 2017 TOEKOMSTVISIE VOOR DE PAROCHIEKERKEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE STAD LANDEN goed te keuren. PUNT 03A - WOONBELEID - BEVOEGDHEIDSOVERDRACHT VOOR DE OPMAAK EN OPBOUW VAN HET REGISTER VAN VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN/OF WONINGEN EN VOOR HET ONDERZOEK, DE CONTROLE EN DE VASTSTELLING VAN VERWAARLOZING - GOEDKEURING Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Gelet op het decreet van de Vlaamse Regering van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet fiscale schuldvorderingen tot wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996; Gelet op ons besluit van 25 maart 2008 betreffende de oprichting van de Interlokale vereniging Lokaal woonbeleid Landen Linter Hoegaarden met name Beter Wonen aan de Gete ; Overwegende dat de gemeente een gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen kan bijhouden vanaf 1 januari 2017; Overwegende dat de opmaak en opbouw van het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen kunnen worden overgedragen aan een intergemeentelijke administratieve eenheid

3 Overwegende dat een intergemeentelijke administratieve eenheid door de gemeenteraad in de toekomst kan gemachtigd worden tot volwaardig beheerder van het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 15 juni 2017; Gehoord raadslid Kris Colsoul, die pleit om de vaststellingen en de behandelingen van dergelijke dossiers te laten gebeuren door de stadsdiensten en het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat dit raadslid ervan overtuigd is dat de leden van het college van burgemeester en schepenen meestal de situatie op het terrein beter kunnen beoordelen; dat zo de inventaris nauwkeuriger kan worden opgesteld; Gehoord de bevoegde schepen van Wonen, Frank Stevens, die stelt dat voor het opmaken en het opstellen van het register van verwaarloosde gebouwen en/of woningen en voor het onderzoek, de controle en de vaststelling van verwaarlozing, de personeelsleden van de interlokale vereniging Beter Wonen aan de Gete (BWaG) over alle kennis beschikken om deze taken tot een goed einde te brengen; Overwegende dat binnen de stadsadministratie er geen functie van huisvestingsambtenaar ingericht is; dat alle personeelsleden van de interlokale vereniging ook personeelsleden van de stad zijn; dat de stad ongeveer de helft van de loonkosten van deze personeelsleden betalen; Overwegende dat de voornoemde schepen van Wonen nog meegeeft dat de dossiers en de beroepen nog steeds door het college van burgemeester en schepenen zullen behandeld worden; Gehoord raadslid Kris Colsoul, die pleit voor een meer praktische in plaats van een louter theoretische benadering van de dossiers; Gehoord raadslid Gary Peeters, die het spijtig vindt dat de betrokkenheid van het college van burgemeester en schepenen zou verloren gaan; Gehoord de schepen van Wonen, die antwoordt dat de betrokken personeelsleden kort op de bal spelen bij het actualiseren van de lijst van de verwaarloosde gebouwen en/of woningen; Gehoord de 1 ste schepen Gino Debroux, die weet dat de vaststelling door de personeelsleden van de interlokale vereniging gebeurt op basis van een technisch verslag en het reglement inventarisatie en belasting verwaarloosde gebouwen en/of woningen ; Overwegende dat in het voorliggende reglement beroepsmogelijkheden en vrijstellingen zijn voorzien; Overwegende dat de 1 ste schepen nog meegeeft dat het college van burgemeester en schepenen niet willekeurig zal oordelen, maar zich zal laten leiden door de bepalingen van dit reglement; Overwegende dat de burgemeester stelt dat deze materie vroeger door de Vlaamse overheid werd opgevolgd; dat deze bevoegdheid nu wordt overgedragen aan de Vlaamse steden en gemeenten; dat aldus de lokale betrokkenheid bij de afhandeling van deze dossiers sowieso vergroot wordt; Aangenomen met algemeenheid van stemmen; BESLUIT: Artikel 1. De bevoegdheid voor de opmaak en de opbouw van het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen en de bevoegdheid tot onderzoek, controle en vaststelling van de verwaarlozing over te dragen aan de ambtenaren van de interlokale vereniging lokaal woonbeleid Landen Linter Hoegaarden met name Beter Wonen aan de Gete. Art. 2. Een afschrift van onderhavige besluit te zenden aan: a) het gemeentebestuur van Linter; b) het gemeentebestuur van Hoegaarden; c) de interlokale vereniging 'LokaalWoonbeleid Landen-Linter-Hoegaarden', met name 'Beter Wonen aan de Gete'. PUNT 03B - WOONBELEID - REGLEMENT INVENTARISATIE EN BELASTING VAN VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN/OF WONINGEN - GOEDKEURING Gelet op artikel 170, 4 van de grondwet; Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (kortweg het Heffingsdecreet genaamd); Gelet op de artikelen 42, 3, 43, 2, 15, 186, 187 en 253, 1, 3 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

4 Gelet op het ministerieel besluit van 6 oktober 2008 houdende goedkeuring van de subsidie voor de interlokale vereniging Lokaal Woonbeleid Landen-Linter-Hoegaarden nu genaamd Beter Wonen aan de Gete; Overwegende dat verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente voorkomen en bestreden moet worden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan; Overwegende dat het beleid met betrekking tot verwaarloosde woningen en gebouwen overgeheveld wordt van het Vlaamse naar het gemeentelijk niveau, waarbij de gewestelijke registratie en heffing volledig worden opgeheven; Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt; Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 15 juni 2017; Gehoord raadslid Yves Simons, die meedeelt dat zijn fractie zich zal onthouden omwille van de hoogte van de belastingtarieven; Aangenomen met 16 stemmen voor en 8 onthoudingen; Hebben voor gestemd: Gino Debroux, Iris Vander Schelde, Bart J. De Vos, Marc Lecocq, Didier Reynaerts, Dirk Schampaert, Frank Stevens, Ingrid Vanrutten, Greta Vanermen, Yves Tilkens, Leon Ignoul, Jeanine Smets, Saartje Ieven, Patrick Roosen, Mark Keppens en Johan Cans; Hebben zich onthouden: Yves Simons, Kris Colsoul, Marc Richelle, Guy Tuts, Gary Peeters, Lore Fourie, Josseline Pansaerts en Joeri Roosen; BESLUIT: Enig artikel. Het hierna genoemde reglement inventarisatie en belasting verwaarloosde woningen en gebouwen goed te keuren met ingang van 01 januari 2017 tot en met 31 december 2019: REGLEMENT INVENTARISATIE EN BELASTING VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder: 1e. BEVEILIGDE ZENDING: één van de hiernavolgende betekeningswijzen: 2e. een aangetekende brief 3e. een afgifte tegen ontvangstbewijs 4e. GEBOUW: het onroerend goed, vermeld in artikel 24, 2 van het Heffingsdecreet 5e. GEWESTELIJKE INVENTARISLIJST VAN VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN/OF WONINGEN: de inventarislijst, tot 31 december 2016 vermeld in artikel 28, 1, eerste lid, 1 van het Heffingsdecreet 6e. GEWESTELIJKE INVENTARIS VAN ONGESCHIKTE EN ONBEWOONBARE WONINGEN: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet 7e. GEMEENTELIJK REGISTER VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN: het register vermeld in artikel 3, 1 van dit reglement 8e. HEFFINGSDECREET: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting e. REGISTERBEHEERDER: de gemeentelijke administratieve eenheid en/of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen 10e. REGISTRATIEDATUM: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen 11e. WONING: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5 van het Heffingsdecreet 12e. ZAKELIJK GERECHTIGDE: de houder van één van de volgende zakelijke rechten: a) de volle eigendom b) het recht van opstal of van erfpacht c) het vruchtgebruik. ARTIKEL 2. VASTSTELLING VAN DE VERWAARLOZING De administratie stelt de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, van categorie III voor negen punten en van categorie IV voor achttien punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 18 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd. ARTIKEL 3. GEMEENTELIJK REGISTER VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN De administratie houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij. In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

5 1e. het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw 2e. de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw 3e. de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden 4e. het nummer en de datum van de administratieve akte 5e. de toestand van verwaarlozing van de woning of het gebouw, inclusief het technisch verslag 6e. de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan 7e. de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw zich situeert. ARTIKEL 4. REGISTRATIE VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN 1. De administratie neemt een woning of een gebouw, waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, 1, tweede lid, 4 of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is. 2. De administratie neemt alle in de gemeente gelegen woningen en gebouwen die op 31 december 2016 waren opgenomen in de gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, 1, 2 de lid, 4, of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is. 3. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. ARTIKEL 5. KENNISGEVING VAN DE VOORGENOMEN REGISTRATIE 1. Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Deze kennisgeving bevat: 1 de genummerde administratieve akte 2 het technisch verslag 3 informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement 4 informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen 5 informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. 2. De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft. ARTIKEL 6. BEZWAAR TEGEN DE VOORGENOMEN REGISTRATIE 1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de dag na de betekening van het schrijven met de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. 2. Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens: 1 de identiteit en het adres van de indiener 2 de vermelding van het nummer van de administratieve akte 3 de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft. 3. Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7. Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift. 4. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed. 5. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 6. Binnen de vijftien dagen ontvangt de indiener een ontvangstbewijs. 7. Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand op de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

6 Als het college het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de gestelde termijn van 90 dagen kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een nieuwe beslissing tot opname in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen. ARTIKEL 7. SCHRAPPING UIT HET GEMEENTELIJK REGISTER VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN 1. De administratie schrapt een woning of een gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 18 punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder. Op straffe van nietigheid moet dit verzoek: 1 ondertekend en gemotiveerd zijn; 2 met een beveiligde zending worden ingediend; 3 minimaal de volgende gegevens bevatten: a) de identiteit en het adres van de indiener b) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft. Bij betekening per aangetekende brief geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. 2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed. 3. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 4. De administratie stuurt aan de indiener van het verzoek tot schrapping een ontvangstbevestiging. 5. De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden. 6. De administratie doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek. Als de kennisgeving vermeld in het 1 ste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd. 7. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. ARTIKEL 8. BEROEP TEGEN WEIGERING TOT SCHRAPPING 1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie. Op straffe van nietigheid moet dit beroep: 1 ondertekend en gemotiveerd zijn; 2 met een beveiligde zending worden ingediend; 3 minimaal de volgende gegevens bevatten: a) de identiteit en het adres van de indiener b) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft c) de weigeringsbeslissing. 4 worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing. 2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed; 3 Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 4. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het beroep een ontvangstbevestiging. 5. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden. 6. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift. Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd. 7. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

7 ARTIKEL 9. BELASTINGSTERMIJN EN BELASTBARE GRONDSLAG 1. Er wordt voor de jaren 2017 tot en met 2019 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. 2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden. ARTIKEL 10. BELASTINGPLICHTIGE 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum. 2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld. ARTIKEL 11. TARIEF VAN DE BELASTING 1. De basisbelasting bedraagt 1500 euro per woning, gebouw of wooneenheid. 2 Indien de woning of het gebouw een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register staat, bedraagt de belasting 2500 euro per woning, gebouw of wooneenheid Indien de woning of het gebouw een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register staat, bedraagt de belasting 4000 euro per woning, gebouw of wooneenheid Indien de woning of het gebouw een vierde of langere opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register staat, bedraagt de belasting 6000 euro per woning, gebouw of wooneenheid ARTIKEL 12. VRIJSTELLING 1. Een vrijstelling kan worden verleend aan 1e. de belastingplichtige die het zakelijk recht heeft op één enkele woning, bij uitsluiting van enig ander gebouw of enige andere woning, en die als houder van het recht de woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats. De vrijstelling geldt voor 2 jaar vanaf de eerste belasting conform dit belastingreglement, ongeacht of om een andere reden een vrijstelling verleend werd; 2e. de belastingplichtige die het zakelijk recht heeft op één enkele woning, bij uitsluiting van enig ander gebouw of enige andere woning, die als laatste de woning gebruikte als hoofdverblijfplaats en die tijdelijk of permanent verblijft in een erkende ouderenvoorziening of opgenomen is in een ziekenhuis of psychiatrische of penitentiaire instelling. De vrijstelling geldt voor 3 jaar vanaf de eerste belasting conform dit belastingreglement, ongeacht of om een andere reden een vrijstelling verleend werd; 3e. de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. De vrijstelling geldt tot 3 jaar na de opheffing van de gerechtelijke beslissing tot beperking van de handelingsbekwaamheid; 4e. de nieuwe zakelijk gerechtigde voor het aanslagjaar volgend op het verwerven van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor: 1e. de overdracht aan een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt 2e. de overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel 3e. de overdracht aan bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. 1. de belastingplichtige wegens overmacht indien de belastingplichtige aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register om redenen onafhankelijk van zijn wil. 2 Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 1e. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan, of geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld 2e. vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor 3 jaar vanaf de datum van de vernieling of beschadiging. Onder een ramp wordt verstaan elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan het gebouw of de woning, waardoor het gebruik of de bewoning van het gebouw of de woning geheel of ten dele onmogelijk wordt 3e. gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor 3 jaar vanaf het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning. ARTIKEL 13. INKOHIERING De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

8 ARTIKEL 14. BETALINGSTERMIJN De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. ARTIKEL 15. BEZWAAR 1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. ARTIKEL 16. TOEPASSELIJKE REGELGEVING Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. PUNT 04 - FINANCIËN - MILIEU - GEMEENTEBELASTING VOOR DE INZAMELING EN VERWERKING VAN AFVALSTOFFEN OP HET DIFTAR-CONTAINERPARK VAN DE STAD LANDEN - GOEDKEURING Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA); Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 23 november 2003 waarbij de beheersoverdracht aan EcoWerf voor de uitbating van het stedelijk containerpark werd goedgekeurd; Gelet op ons besluit van 17 oktober 2013 waarbij principieel akkoord wordt gegaan met de invoering van een DifTar-containerpark en deze invoering te realiseren met EcoWerf in het kader van de aan Ecowerf verleende beheersoverdracht voor de uitbating van het stedelijk containerpark; Gelet op het retributiereglement voor het aanbrengen van afvalstoffen op het lokaal containerpark, goedgekeurd door de gemeenteraad van 28 juni 2016; Overwegende dat de werkzaamheden om het huidige containerpark om te vormen tot een DifTar-containerpark volop lopende zijn; dat het DifTar-containerpark vermoedelijk geopend zal worden op 03 oktober 2017; Overwegende dat er naast het wegen van het afval nog een aantal andere wijzigingen zijn: (1) De inwoners krijgen toegang tot het containerpark met behulp van hun elektronische identiteitskaart. In uitzonderlijke tijdelijke gevallen kunnen persoonlijke toegangsbadges, de zogenaamde diverse kaarten, worden aangevraagd bij de stad, die dan aangeleverd worden door EcoWerf. (2) KMO-afval wordt toegelaten (ook voor gratis fracties). Het gaat over huishoudelijk afval van KMO s. Niet over bedrijfsafval. (3) Piepschuim: in het verleden een fractie die niet afzonderlijk op het containerpark werd ingezameld. Het betekent ook een bijkomende transport (vooral volume en geen massa) en verwerkingspost. Containerwissel 99,23 EUR + verwerkingskost van 636,20 EUR. (4) Cellenbeton, Gips en kalk en Keramiek: tot nu gratis aan te leveren. In het Diftarpark worden deze fracties betalend. Verdergaand op een ingezamelde hoeveelheid van kg in 2016 komt dit neer op ca /kg * kg = EUR. Vermoedelijk zal deze inkomst wel wat lager liggen. Overwegende dat het bestaande retributiereglement niet meer voldoet aan de vereisten van het DifTar-containerpark en dat dit moet opgeheven worden; Overwegende dat er een ontwerp van nieuw belastingreglement voor de inzameling en verwerking van afvalstoffen op het DifTar-containerpark van de stad Landen werd opgemaakt; Overwegende dat het belangrijk is dat de gebruikers tijdig geïnformeerd worden over de nieuwe werkwijze en de gehanteerde tarieven; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 15 juni 2017; Gehoord raadslid Yves Simons die meedeelt dat zijn fractie zal tegenstemmen conform hun stemgedrag bij de invoering van DifTar; Gehoord raadslid Mark Keppens die nog vragen heeft over de werking van de toegangsbadge en de afrekening via de DifTar-rekening;

9 Gehoord de bevoegde schepen Frank Stevens, die het concept toelicht en meedeelt dat in eerste instantie de betaling zal geschieden via bancontact en dat ook niet Landenaren een badge kunnen aanvragen en betalen via bancontact; Gehoord raadslid Mark Keppens die de voorwaarden opvraagt om uit het DifTar-systeem te treden; Overwegende dat de schepen van Leefmilieu, Frank Stevens, meedeelt dat iedere burger uit het systeem van DifTar kan treden op voorwaarde dat hij kan aantonen dat het restafval opgehaald wordt door een door OVAM erkende afvalophaler zoals Suez, Indaver, ; Gehoord raadslid Mark Keppens, die zich afvraagt wat burgers moeten doen, die zeer weinig tot geen restafval produceren ; Gehoord de bevoegde schepen die stelt dat reglementen niet op maat van uitzonderingen geschreven worden en herhaalt dat zijn eerder antwoord; Gehoord raadslid Yves Simons die opmerkt er problemen kunnen ontstaan bij de afrekening op het containerpark wegens onvoldoende saldo op de DifTar-rekening; Gehoord schepen Frank Stevens, die antwoordt dat momenteel een negatief saldo op de DifTar-rekening tijdelijk kan worden toegestaan; Gehoord raadslid Patrick Roosen, die voorstelt om ook in de toekomst op het containerpark met bancontact te kunnen blijven betalen; Gehoord de schepen van Leefmilieu die zal onderzoeken of deze betalingswijze mogelijk zal blijven voor DifTar-klanten; Aangenomen met 13 stemmen voor en 11 stemmen tegen; Hebben voor gestemd: Gino Debroux, Iris Vander Schelde, Bart J. De Vos, Marc Lecocq, Didier Reynaerts, Dirk Schampaert, Frank Stevens, Ingrid Vanrutten, Greta Vanermen, Yves Tilkens, Leon Ignoul, Jeanine Smets en Johan Cans; Hebben tegen gestemd: Yves Simons, Kris Colsoul, Marc Richelle, Guy Tuts, Gary Peeters, Lore Fourie, Josseline Pansaerts, Joeri Roosen, Saartje Ieven, Patrick Roosen en Mark Keppens; BESLUIT: Artikel 1. Het reglement gemeentebelasting voor de inzameling en verwerking van afvalstoffen op het DifTar-containerpark van de stad Landen - met ingang van de openingsdatum van het DifTar-containerpark (momenteel 03 oktober 2017) - als volgt goed te keuren: GEMEENTEBELASTING VOOR DE INZAMELING EN VERWERKING VAN AFVALSTOFFEN OP HET DIFTAR-CONTAINERPARK VAN DE STAD LANDEN ARTIKEL 1 DEFINITIES 1-Bij de opening van het DifTar-containerpark, wordt er een gemeentebelasting gevestigd voor het ter inzameling en verwerking aanbieden van afvalstoffen die zijn toegelaten op het containerpark. 2-Voor de toepassing van onderhavig reglement wordt verstaan onder: (01) Huishoudelijk afval: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit (02) Grofvuil: alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen (03) Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (PMD): plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen (inclusief kroonkurken) en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten (04) Papier en karton: alle dag-, week-, en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeizakken, (05) Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed,

10 (06) Textiel: alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten ), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit (07) Frituurolie en afgelaten motorolie: alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb s of andere giftige stoffen (08) Klein Gevaarlijk Afval (KGA): de afvalstoffen, zoals opgesomd in artikel van het VLAREMA (09) Glas: hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen, (10) Hol glas: alle flessen en bokalen (11) Vlak glas: alle glazen voorwerpen zoals vensterglas ontdaan van inlijstingen, serreglas, nietgewapend glas, die geen hol glas zijn (12) Groenafval: organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit (13) Snoeihout: alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel (14) Gras- en bladafval: alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond. (15) Boomstronken: alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik (16) Oude metalen: Alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen (17) Bouwafval: zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit), cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde (18) Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, (19) Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo s, tegels, stenen borden en tassen, porselein,, met uitzondering van steenafval (20) Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt, (21) Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. (22) Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, (23) Sloophout: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen. (24) E.P.S.: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten, (25) Plastic folies: alle folies gemengd en ontdaan van onzuiverheden. Zuivere, transparante en gekleurde folies en zakken ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van noppenfolies, plastic straps, plastic blisters, isomo, landbouwfolie, bigbags, flessen, verpakkingen van voedingswaren,... (26) Harde plastics: alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van

11 gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedingswaren, plastic blisters en straps, cd s, dvd s en videobanden (restafval),... (27) Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen (28) Kurk: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking, (29) Containerpark: Een bij toepassing van titel I van het VLAREM vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare afvalstoffen bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren (30) KMO: Een KMO is een zelfstandig bedrijf met minder dan 250 werknemers én met een jaaromzet van minder dan 50 miljoen euro óf een balanstotaal van minder dan 43 miljoen euro (31) Onderwijsinstellingen en verenigingen op het grondgebied van de stad Landen worden gelijkgesteld met particulieren. ARTIKEL 2 TARIEF 1-De belasting is verschuldigd in functie van de fractie en het gewogen gewicht van de aangeboden afvalstoffen op het containerpark. 2-De belasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen bedraagt (DifTar Gewichtspark): FRACTIE I. CONTANTBELASTING PARTICULIEREN, VERENIGINGEN EN ONDERWIJSINSTELLINGEN 1 a) grofvuil 0,25 EUR/kg 0,25 EUR/kg II. CONTANTBELASTING KMO 2 b) gras en blad 0,18 EUR/kg 0,18 EUR/kg c) asbestcement, kga, aeea, papier en karton, pmd, oude metalen, piepschuim, glas, herbruikbare goederen, kurk, zachte plastics gratis gratis d) andere fracties (a) boomstronken, cellenbeton, gips en kalk, harde plasticks, keramiek, sloophout, steenslag (b) snoeihout 0,03 EUR/kg 0,06 EUR/kg De aanvoer van de eerste 300 kg snoeihout is gratis voor particulieren. Vanaf een totale aanvoer op jaarbasis boven 2000,00 kg worden de KMO-tarieven van toepassing op de betrokken particulier, vereniging of onderwijsinstelling. Het minimaal aangerekende gewicht op de weegbrug bedraagt 5,00 kg. ARTIKEL 3 BELASTINGPLICHTIGE 1-Elke particuliere inwoner van de stad Landen vanaf 16 jaar (belastingplichtige) heeft zijn elektronische identiteitskaart nodig om toegang te krijgen tot het containerpark. 2-Huishoudelijk afval (geen bedrijfsafval) van KMO s wordt toegelaten (ook voor gratis fracties). 3-Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en of gestolen toegangsbadge wordt een contantbelasting gevraagd van 5,00 EUR. 4-Niet Landenaren kunnen, voor het aanbrengen van afval, geproduceerd op het grondgebied van de stad, een kaart voor het containerpark aanvragen bij het stadsbestuur. Deze kaarten worden uitgereikt 1 Verenigingen en onderwijsinstellingen kunnen een specifieke toegangsbadge aanvragen. 2 KMO s kunnen een specifieke toegangsbadge aanvragen als KMO.

12 tegen een tarief van 35,00 EUR. Deze kaart is 01 jaar geldig en kan tegen dezelfde voorwaarden verlengd worden. Na gebruik wordt deze kaart terug ingeleverd bij de stad. ARTIKEL 4 WIJZE VAN INNING 1-Bij een DifTar gewichtspark is een contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, met de betaalkaart (Bancontact). 2- Bij ontstentenis van betaling wordt de belasting een kohierbelasting Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de verzending van het aanslagbiljet. ARTIKEL 5 ALGEMENE BEPALINGEN De bepalingen van het algemeen reglement betreffende de invorderingen en de bezwarenprocedures bij fiscale reglementen van 23 december 2008 zijn van toepassing van het ogenblik dat het een kohierbelasting betreft. Art. 2. Ons besluit van 28 juni 2016 betreffende het retributiereglement voor het aanbrengen van afvalstoffen op het lokaal containerpark op te heffen op het ogenblik dat het in artikel 1 bedoelde reglement in werking treedt, namelijk bij de opening van het Diftar-containerpark. PUNT 05 - RUIMTELIJKE ORDENING - GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HERZIENING RUP ST.-NORBERTUS -GEMEENTERAADSBESLUIT VAN 31 MEI 2016 TOT DEFINITIEVE VASTSTELLING - INTREKKING - GOEDKEURING Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009; Gelet op de gemeenteraadsbesluit van 24 september 2013 betreffende de samenstelling en aangestelde kandidaten die zetelen in de gemeentelijke commissie van ruimtelijke ordening (GeCoRo); Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997 houdende definitieve vaststelling van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 houdende de definitieve vaststelling van de eerste herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 houdende definitieve vaststelling van de tweede herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen; Gelet op het besluit van de provincieraad van 11 mei 2004 voor de definitieve vaststelling van het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant en het besluit van de provincieraad van 29 juni 2004 tot aanvulling van het besluit van 11 mei 2004, voor wat de toepassing betreft van artikel 188bis van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en het addendum betreffende actualisatie en beperkte herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant, definitief vastgesteld door de provincieraad op 19 juni 2012; Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de stad Landen, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 5 juni 2003; Gelet op het besluit van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 14 juni 2013 houdende de definitieve goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan St.- Norbertus ; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van de stad Landen van 8 augustus 2013 tot aanstelling van de tijdelijke handelsvennootschap Antea Group Plus Office Architects voor de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor een gedeeltelijke herziening van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan St.-Norbertus ; Gelet op het besluit van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van 13 juli 2015 waarbij beslist werd dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-mer niet nodig is; Gelet op het schriftelijk verslag van de plenaire vergadering van 21 september 2015 dat verstuurd werd naar de verschillende bevoegde instanties; Gelet op de voorlopige vaststelling van het ontwerp van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Herziening RUP St.-Norbertus door de gemeenteraad van 22 december 2015; Gelet op het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 27 januari 2016 tot en met 27 maart 2016; Overwegende dat er tijdens het openbaar onderzoek 14 bezwaren, opmerkingen of adviezen schriftelijk zijn ingediend, exclusief het advies van het departement Ruimte Vlaanderen en van de deputatie van de provincie Vlaams Brabant; Overwegende dat de GeCoRo binnen de 90 dagen na het einde van het openbaar onderzoek een gemotiveerd advies uitbrengt aan de gemeenteraad; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van de stad Landen van 19 mei 2016 waarbij: