Risicomethode buitendijks: Methodiek ter bepaling van risico s als gevolg van hoogwater

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Risicomethode buitendijks: Methodiek ter bepaling van risico s als gevolg van hoogwater"

Transcriptie

1 Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Risicomethode buitendijks: Methodiek ter bepaling van risico s als gevolg van hoogwater Voorlopige versie ten behoeve van proefjaar vastgesteld door Gedeputeerde Staten Zuid-Holland op 21 april 2009 Auteurs: Jan Huizinga Andries Nederpel Klaas de Groot Stefanie van der Wee PR maart 2009

2

3 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Inhoud Lijst van tabellen...v Lijst van figuren...vii 1 Inleiding Kader Risico Schadecategorieën Methodiek afweging Uitgangspunten Leeswijzer Risicobepaling hoogwater buitendijks Inleiding Zeer kwetsbare objecten en functies Slachtoffers Risico maatschappelijke ontwrichting Milieurisico Cultuurrisico Economisch risico Toetsing aan gestelde normen Inleiding Toets aan risiconorm Maatregelen ter reductie van het risico Inleiding Mogelijke maatregelen Kans-reducerende maatregelen Gevolg-reducerende maatregelen Hernieuwde toetsing aan norm Aanbevelingen Begrippenlijst Literatuurlijst Bijlage A: Normering...A-1 Bijlage B: HIS-SMM 2.4 slachtofferfunctie...b-1 Bijlage C: HIS-SSM 2.4 schadetypen...c-1 Bijlage D: Berekening totaal risico...d-1 Bijlage E: Dubbeltellingen...E-1 HKV LIJN IN WATER PR iii

4 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 iv PR HKV LIJN IN WATER

5 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Lijst van tabellen Tabel 3-1. Normen voor de relevante schadecategorieën Tabel 4-1. Mogelijke maatregelen en hun effect op de schadecategorieën Tabel A-1. Waterdiepte per terugkeertijd op locatie 1...A-7 Tabel A-2. Jaarlijks verwachte schade op locatie 1...A-8 Tabel A-3. Waterdiepte per terugkeertijd op locatie 2...A-8 Tabel A-4. Jaarlijks verwachte schade op locatie 2...A-9 Tabel A-5. Waterdiepte per terugkeertijd op locatie 2...A-9 Tabel A-6. Jaarlijks verwachte schade op locatie 2...A-10 HKV LIJN IN WATER PR v

6

7 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Lijst van figuren Figuur 1.1. Schematische weergave toetsingsmethodiek Figuur A.1. Schadefactor voor bedrijven afhankelijk van overstromingsdiepte....a-6 Figuur A.2. Schadefactor voor middenbouwwoningen afhankelijk van overstromingsdiepte....a-6 Figuur A.3. Locatie 1: Otterpolder...A-7 Figuur A.4. Locatie 2: Haventerrein Rotterdam...A-8 Figuur A.5. Locatie 3. Haventerrein Zijdrecht Zuid....A-9 HKV LIJN IN WATER PR vii

8

9 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden 1 Inleiding 1.1 Kader Het realiseren van een functie (bestemming) in het buitendijkse gebied kan risico s met zich meebrengen ingeval van hoogwater door getijdewerking of hoge afvoer van de rivier. Dit document beschrijft een methodiek voor het bepalen van hoogwaterrisico s in buitendijkse gebieden van Zuid-Holland. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid Holland werken toe naar een nadere uitwerking van het buitendijks beleid in het provinciaal Waterplan en de Provinciale Structuurvisie. De bestuurlijke opgave voor de provincie Zuid Holland is te komen tot een afbakening van het provinciaal belang buitendijks en het bieden van een instrument aan de betrokkenen om buitendijks ruimtelijk beleid op goede wijze uit te voeren. De norm voor veiligheid en het onderscheid tussen lokaal en provinciaal belang zal via de Verordening Ruimte vastgelegd worden. De methodiek en de veiligheidsnormen zullen minimaal één jaar worden uitgetest met de bestuurlijke partners. Daarna zullen Provinciale Staten besluiten of en hoe de methode als procesinstrument verplicht is. Dan zal dan de provincie ook de normering vaststellen voor slachtoffers en voor maatschappelijke ontwrichting. Er is voor gekozen deze methodiek samen met betrokken partners uit te werken. Zo is er in breed verband nagedacht over de basisprincipes waarop de methodiek verder uitgebouwd is. De status van de methodiek is vooralsnog die van testversie. Het vormt de basis voor de praktijktoets waarin provincie, gemeenten en initiatiefnemers gevraagd wordt de methodiek toe te passen en ervaringen te delen. Op basis van testresultaten zal een definitieve methodiek opgesteld worden. In de definitieve versie worden ook de definitieve provinciale normen opgenomen die gelden voor zeer kwetsbare functies ofwel die functies die een provinciaal belang kennen. De methodiek beschreven in dit document is een instrument dat de beleidsontwikkeling ondersteunt door inzichtelijk te maken welke risico s verbonden zijn aan het toestaan van functies in buitendijkse gebieden voor de komende 50 tot 100 jaar. Bij het bepalen van de risico s moet rekening gehouden worden met klimaatveranderingen. 1.2 Risico In de voorliggende methodiek wordt gebruik gemaakt van de risicobenadering. Het begrip risico is gedefinieerd als kans maal gevolg. Kans: kans van optreden van een hoge waterstand op een bepaalde locatie per herhalingstijd. Gevolg: schade veroorzaakt door de hoge waterstand. De omvang en aard van de schade is gerelateerd aan de functie en de locatie van de functie in het buitendijks gebied. HKV LIJN IN WATER PR

10 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart Schadecategorieën In het kader van Veiligheid Nederland in Kaart (VNK) worden effecten voor de volgende schadecategorieën geïdentificeerd: 1. Slachtoffers; 2. Maatschappelijke ontwrichting; 3. Milieuschade; 4. Schade aan cultuur; 5. Schade aan natuur; 6. Individuele economische schade: o Directe schade; o Directe schade t.g.v. bedrijfsuitval; o Indirecte schade. In de uitwerking van de methodiek voor buitendijkse gebieden wordt schade aan natuur niet meegenomen omdat er vanuit wordt gegaan dat buitendijkse natuur robuust is voor hoogwater. Een definitie voor maatschappelijke ontwrichting zoals voor deze rapportage is gehanteerd, is opgenomen in de begrippenlijst. Voor waterveiligheid buitendijks wordt onderscheid gemaakt tussen provinciaal en lokaal belang. Het betreft provinciaal belang bij een aantal zeer kwetsbare functies. Deze zeer kwetsbare functies (hoofdstuk 2) dienen te voldoen aan normen die door de provincie gesteld zijn voor de schadecategorieën Slachtoffers en Maatschappelijke ontwrichting. Alle andere functies dienen te beantwoorden aan de normen die het lokaal bevoegd gezag (gemeenten) bepaald hebben. Deze kunnen ook voor de andere schadecategorieën vastgesteld zijn. De risiconormen voor de schadecategorieën milieu, cultuur en economische schade worden in het kader van een handreiking voor gemeenten verder uitgewerkt. Indien de schade in deze categorieën groot zijn dan bestaat de mogelijkheid dat dit leidt tot slachtoffers en/of maatschappelijke ontwrichting en op die manier ook weer onder de normering voor provinciaal belang vallen. 1.4 Methodiek afweging In de afweging, of functies toegestaan zijn in buitendijks gebied, worden de volgende stappen beschreven: Stap 1: In deze stap wordt voor de uiteenlopende schadecategorieën bepaald wat het risico is. In de uitwerking van de methodiek is zoveel mogelijk gezocht naar instrumenten die voorhanden en algemeen geaccepteerd zijn; Stap 2: In deze stap wordt getoetst of het risico voldoet aan de gestelde norm. In dit document wordt een aantal voorbeelden gegeven van deze toetsing. Daartoe zijn al normen tentatief vastgelegd voor Slachtoffers en Maatschappelijke Ontwrichting. Voor de andere schadecategorieën dienen deze normen nog bepaald te worden door de lokale bevoegde gezagen; Stap 3: Als blijkt dat niet aan één of meerdere gestelde normen wordt voldaan is het mogelijk maatregelen te treffen. De toetsing op de gestelde norm wordt, inclusief de 1-2 PR HKV LIJN IN WATER

11 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden beoogde maatregelen, nogmaals uitgevoerd. Als dan wordt voldaan aan de gestelde is buitendijks bouwen toelaatbaar. Een en ander is in Figuur 1-1 weergegeven. Stap 1: Bepaal de risico s Stap 2: Toets aan Gestelde norm Voldoet niet Stap 3: Maatregelen voor risicoreductie Voldoet Buitendijks bouwen is toelaatbaar Figuur 1.1. Schematische weergave toetsingsmethodiek In dit document ligt de nadruk op de uitwerking van stap 1 en 2. Stap 3 wordt ter illustratie kort belicht met een aantal voorbeelden. Deze stap wordt in de toekomst verder uitgewerkt. 1.5 Uitgangspunten De volgende uitgangspunten worden gehanteerd voor de methodiek: Verandering in waterstanden voor de komende 50 tot 100 jaar en het sluitingsregime van de Maeslantkering worden verdisconteerd in de via de Geo-viewer beschikbaar gestelde waterstanden ( De schadecategorieën slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting zijn gekwantificeerd in relatie tot het provinciaal belang bij zeer kwetsbare objecten; De schadecategorie milieuschade wordt zo mogelijk onderdeel van een milieuvergunning, deze mogelijkheid dient nog nader onderzocht te worden; De risiconorm voor milieuschade, cultuurschade en economische schade zijn nog niet gekwantificeerd. Met het onderscheid tussen provinciaal en lokaal belang bepalen de lokale bevoegdheden deze normen. De methodiek om het risico te bepalen zal in de handreiking voor gemeenten verder uitgewerkt worden. 1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft hoe het risico kan worden bepaald voor de verschillende schadecategorieën. Hoofdstuk 3 beschrijft de toetsing aan de norm van de risico s voor de schadecategorieën slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting. Hoofdstuk 4 geeft een kort overzicht van mogelijke maatregelen. In hoofstuk 5 zijn aanbevelingen opgenomen voor nader onderzoek. HKV LIJN IN WATER PR

12

13 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden 2 Risicobepaling hoogwater buitendijks 2.1 Inleiding Met behulp van de risicokaart is een aantal functies geïdentificeerd als zeer kwetsbaar. Deze functies kennen een provinciaal belang. Dit betekent dat bij de ontwikkeling van een zeer kwetsbare functie in buitendijks gebied altijd moet worden getoetst of de risico s op slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting de provinciale norm niet overschrijden. De lijst met zeer kwetsbare functies is opgenomen in paragraaf 2.2. Voor alle andere functies kan een gemeente zelf besluiten of hiervoor een toetsing moet worden uitgevoerd en welke norm daar dan voor aangehouden dient te worden. De wijze van bepalen van risico s wordt onderstaand per schadecategorie uitgewerkt. In de uitwerking wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande gevalideerde methoden. Bij sommige schadecategorieën blijkt nog geen gevalideerde methode voorhanden. Voor deze schadecategorieën wordt een aanzet gegeven voor een kwantitatieve beschouwing van de hoogte van het risico; het betreft milieu-risico en cultuur-risico. In een eventueel onderzoekstraject zal een nadere uitwerking van de risicobepaling voor de betreffende schadecategorieën dienen te worden ontwikkeld. Per schadecategorie is aangegeven welke informatie nodig is om een risicobepaling te kunnen uitvoeren. In de volgende paragrafen worden deze rekenregels nader toegelicht. Bijlage A geeft inzicht in een aantal concrete toepassingen van die rekenregels op bestaande locaties in het buitendijkse gebied. 2.2 Zeer kwetsbare objecten en functies Met behulp van de risicokaart ( is bepaald welke objecten en functies zeer kwetsbaar zijn voor overstroming in buitendijksgebied. Voor de objecten in de meest kwetsbare klasse geldt dat te allen tijde zal moet worden nagegaan in het kader van provinciaal belang of deze voldoen aan de provinciale normen ten aanzien van slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting. De zeer kwetsbare objecten voor overstroming buitendijks zijn: vitale infrastructuur: o evacuatieroutes (wegen en tunnels); o spoorwegen; o kabels en leidingen; o vliegvelden. gebouwen waar niet-zelfredzame mensen aanwezig zijn: o tehuizen; o onderwijsinstelling; o ziekenhuizen; o kinderdagverblijven; o scholen (niet specifiek benoemd in risicokaart). inrichtingen gevaarlijke stoffen: o op de risicokaart zijn diverse objectentypen opgenomen; belangrijk is echter na te gaan in hoeverre voor deze objecten het effect van water (overstroming) kan leiden tot slachtoffers of maatschappelijke ontwrichting woningen. HKV LIJN IN WATER PR

14 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 Voor alle andere functies geldt het lokaal belang en is de gemeente als bevoegd gezag aan zet om de veiligheidsnormen te bepalen waaraan voldaan dient te worden. 2.3 Slachtoffers Bij het beleid ten aanzien van risico s voor personen (Jonkman e.a., 2008) wordt tegenwoordig een onderscheid gemaakt tussen het individueel (plaatsgebonden) risico en groepsrisico: Het groepsrisico geeft de kans per jaar op een ongeval met N of meer slachtoffers. Het groepsrisico wordt vaak weergegeven in een zogenaamde F n -curves. Hierin is de kans op een ramp met N of meer slachtoffers uitgezet op de verticale as en het aantal slachtoffers N op de horizontale as. Normen zijn echter nog niet beschikbaar. Het groepsrisico wordt om deze reden vooralsnog nog niet meegenomen in deze methodiek; Het individueel (plaatsgebonden) risico betreft het risico voor onbeschermde slachtoffers op een specifieke plaats als gevolg van hoogwater. Het individuele risico wordt bepaald voor de schadecategorie Slachtoffers. In de methodiek worden voorlopig gewonden niet meegenomen; hiervoor zijn nog geen aanvaarde methoden beschikbaar. Of er slachtoffers vallen is afhankelijk van waterdiepte, stijgsnelheid en stroomsnelheid. Dit is vast te leggen in een slachtofferfunctie. Een voorbeeld hiervan is de methode voor slachtofferberekening als opgesteld door Jonkman in zijn proefschrift en in gebruik in de Schade en Slachtoffers Module van het HIS (Jonkman, 2007). Het betreft een gevalideerde methode voor binnendijks gebied. De methode maakt gebruik van lokale waterdiepten, stroomsnelheden en stijgsnelheden van het water. Onze aanname 1 voor de in dit document uitgewerkte methodiek is dat de voor binnendijkse situatie opgestelde slachtofferfunctie ook toepasbaar is voor buitendijkse gebieden. Karakteristieken van het buitendijkse gebied kunnen namelijk teruggevonden worden in het binnendijkse gebied. Vooralsnog kan ervan uitgegaan worden dat de berekeningsmethode een conservatieve benadering is. Bij de bepaling van risico s wordt informatie over overstromingskansen en de gevolgen gecombineerd. Gebruik kan worden gemaakt van termen uit de externe veiligheid: plaatsgebonden risico en individueel risico. Deze kunnen als volgt worden gedefinieerd (Jonkman e.a., 2008): Het plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans aan dat een onbeschermd persoon die zich een jaar lang continu op dezelfde plek zou bevinden, daar zou overlijden door een ongeval. Het individueel risico (IR) geeft de kans per jaar aan dat een persoon overlijdt door een ongeval. Hierin is het effect van evacuatie en aanwezigheid meegenomen. De bepaling van het PR en IR is gebaseerd op een set overstromingsscenario s voor een bepaald gebied. Op basis van de overstromingskenmerken en een slachtofferfunctie kan per locatie de kans op overlijden voor een zeker overstromingsscenario worden bepaald. De mortaliteit wordt vermenigvuldigd met de bijbehorende scenario kans en vervolgens worden de PR waarden voor 1 De validiteit van deze aanname dient nog nader te worden onderzocht. 2-2 PR HKV LIJN IN WATER

15 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden verschillende scenario s bij elkaar opgeteld. Na optelling is per locatie bekend wat het plaatsgebonden of individueel risico is. Het plaatsgebonden risico kan voor een locatie als volgt worden bepaald: Waarin: PR(x,y) plaatsgebonden risico voor locatie (x,y) [1/jr]; P i kans op overstromingsscenario i [1/jr]; F Di (x,y) kans op overlijden op locatie (x,y) gegeven overstromingsscenario i [-]. Het individueel risico kan voor een locatie als volgt worden bepaald: Waarin: IR(x,y) individueel risico voor locatie (x,y) [1/jr]; P i kans op overstromingsscenario i [1/jr]; α i (x,y) fractie van de bevolking aanwezig op locatie (x,y) bij overstromingsscenario i. F Di (x,y) kans op overlijden op locatie (x,y) gegeven overstromingsscenario i [-]. De fractie van de bevolking die aanwezig is op een locatie is gelijk aan (1- de fractie geëvacueerden). Omdat ten behoeve van de normering ook maatregelen verdisconteerd moeten kunnen worden, wordt in het kader van de methodiek gebruik gemaakt van het individueel risico (IR). Indien er geen mogelijkheid bestaat tot evacueren (bijvoorbeeld een ontploffing), dan zijn individueel risico en plaatsgebonden risico identiek. De methodiek maakt geen gebruik van het daadwerkelijk aantal aanwezige mensen, omdat dit slechts een verschaling is van de methodiek (Jonkman e.a., 2008). Het uitrekenen van het aantal slachtoffers dient plaats te vinden voor herhalingstijden (hht) 1, 10, 100, 1000, 4000 en jaar. Het risico op slachtoffers als gevolg van milieuschade dient tevens in deze schadecategorie te worden meegenomen, hoewel vooralsnog kwalitatief omdat er geen gevalideerde methode beschikbaar is. Effecten van het sluitingsregime van de Maeslantkering, de kans op het falen van de kering en klimaatveranderingen worden geacht te zijn verdisconteerd in de waterstanden per herhalingstijd in de te raadplegen Geo-viewer van de provincie Zuid-Holland ( Voor het plaatsgebonden risico wordt in de Externe Veiligheid de norm 10-6 gehanteerd. In het volgende voorbeeld wordt op basis van de slachtofferfunctie zoals toegepast in HIS-SSM per waterstand bepaald wat de mortaliteitsfractie is. Daarbij wordt uitgegaan van een maximale stijgsnelheid van 0.3 m per uur 2 en een maximaal optredende stroomsnelheid van 0.1 m/s 3. Er is geen sprake van evacuatie. 2 De waarde is bepaald op basis van stijgsnelheidsgegevens uit voor het hoogwater van 1995 op de lokatie Krimpen aan de Lek HKV LIJN IN WATER PR

16 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 De mortaliteitsfractie dient te worden bepaald middels de slachtofferfunctie van HIS-SSM. De mortaliteitsfractie wordt gedeeld door de gerelateerde terugkeertijd. De berekende waarden per herhalingstijd worden getotaliseerd. Indien het totaal groter is dan de norm, wordt niet voldaan aan de norm. Voorbeeld 1: Slachtoffers Op basis van de volgende gegevens in de tabel wordt het individueel risico bepaald voor een te realiseren functie (woonwijk) binnen een bestemming van 1 hectare. Herhalingstijd hoogwater op een specifieke buitendijkse locatie 1 jaar 10 jaar 100 jaar jaar jaar Stijgsnelheid 0.3 m/u 0.3 m/u 0.3 m/u 0.3 m/u 0.3 m/u Stroomsnelheid 0.1 m/s 0.1 m/s 0.1 m/s 0.1 m/s 0.1 m/s Waterdiepte 1 m 1.25 m 1.5 m 2.2 m 3.1 m Fractie aanwezige mensen Mortaliteitsfractie Individueel risico 2.87E E E E E-06 Totaal individiueel risico/ha/jaar 2.87E E E E E-06 = 3.28E-03 per jaar per 1 hectare NB1: doordat de fractie aanwezige mensen op 1 is gesteld geldt dat PR = IR NB2: in het voorbeeld ontbreekt de herhalingstijd Risico maatschappelijke ontwrichting Voor het bepalen van maatschappelijke ontwrichting was bij aanvang van dit project geen gevalideerde methode beschikbaar. In het kader van dit project is in samenwerking tussen HKV, Arcadis, de provincie en enkele waterschappen een methodiek ontwikkeld om maatschappelijke ontwrichting te kunnen kwantificeren. Aangenomen wordt dat maatschappelijke ontwrichting het gevolg kan zijn van het uitvallen van publieksfuncties als gevolg van hoogwater. De maatschappelijke ontwrichting is een vertaling van de fysieke-, sociale- en emotionele hinder die mensen ondervinden. De getroffenen kunnen zich zowel buitendijks als binnendijks bevinden. Het aantal getroffenen dat hinder ondervindt als gevolg van hoogwater is bepaald door het voorzieningsgebied van de functie. Een bibliotheek kent bijvoorbeeld over het algemeen een kleiner voorzieningsgebied dan een energiecentrale. Het is ook mogelijk dat de uitval van de ene functie meer hinder oplevert dan de andere. Dit kan kwalitatief worden beschouwd met een ernstfactor maatschappelijke ontwrichting, die functiespecifiek is. De maatschappelijke ontwrichting is groter als uitval van een functie grotere gevolgen heeft. Voorbeeld 2: Maatschappelijke ontwrichting 3 Voor Er van de uitgaande functies dat energiecentrale er sprake is van WBR en tunnel 2a gebieden stellen we de grootte van het voorzieningsgebied gelijk (beide mensen). Aannemelijk is dat de energiecentrale een hogere ernstfactor maatschappelijke ontwrichting heeft dan de tunnel, omdat de mate van ontwrichting bij uitval van de centrale groter is dan 2-4 PR HKV LIJN IN WATER bij de tunnel. De mate van maatschappelijke ontwrichting is bij de functie energiecentrale op basis van de ernstfactor groter dan bij de functie tunnel.

17 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden De maatschappelijke ontwrichting zou verminderd kunnen worden door het nemen van maatregelen. De mate van ontwrichting door uitval van een energiecentrale is minder als er back-up systeem aanwezig is, waardoor de duur kan worden verminderd. Dit is een voorbeeld van een maatregel waarmee het risico van maatschappelijke ontwrichting kan worden verminderd. Deze maatregelen worden in hoofdstuk 4 (maatregelen voor risico-reductie) behandeld. Naast voorzieningsgebied en ernst van uitval is ook de duur van de hinder van belang. Hierbij geldt niet uitsluitend de overstromingsduur, maar het volledig interval om de functie te herstellen. De duur is samengesteld uit overstromingstijd + schoonmaaktijd + eventuele vervangingstijd. Indien er een alternatief is dan kan daarmee de functie hersteld worden en dus de duur significant teruggebracht worden. Voorbeeld 3: Maatschappelijke ontwrichting Stel dat we bij voorbeeld 2 ervan uit mogen gaan dat na een overstroming de duur van uitval van de energiecentrale korter is dan die van de tunnel. De mate van maatschappelijke ontwrichting is dan bij de functie tunnel groter dan bij de functie energiecentrale op basis van de duur. De volgende factoren zijn van belang voor maatschappelijke ontwrichting: omvang voorzieningsgebied (aantallen mensen); ernstfactor maatschappelijke ontwrichting; duur. aantal getroffenen per hht = f(waterdiepte, omvang voorzieningsgebied, ernstfactor maatschappelijke ontwrichting, duur) risico per hht = aantal getroffenen per hht / herhalingstijd totaal maatschappelijk risico uitval publieksfunctie per jaar per hectare = integratie van de maatschappelijk risico s uitval publieksfunctie over alle hht s HKV LIJN IN WATER PR

18 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 Voorbeeld 4: Maatschappelijke ontwrichting In onderstaande tabel wordt het jaarlijks verwachte aantal getroffenen dagen bepaald voor de functies Bibliotheek, Spoorlijn en Energiecentrale. Hierbij is uitgegaan van een variërende ernstfactor maatschappelijke ontwrichting: Bibliotheek Spoorlijn Energiecentrale Verzorgingsgebied mensen mensen mensen ernstfactor maatschappelijke ontwrichting Duur = Overstroming + schoonmaak + hersteltijd / ¼ dg + 1 dg + 7 dg = 8¼ dg ¼ dg + 1 dg + 90 dg = 91¼ dg ¼ dg + 1 dg + 20 dg = 21¼ dg vervangingstijd Herhalingstijd Risico maatschappelijke ontwrichting 825 getroffenendagen/jr getroffenen-dagen/jr getroffenendagen/jr Uit dit voorbeeld volgt dat uitval van de functie Spoorlijn het hoogste risico heeft op maatschappelijke ontwrichting uitval publieksfuncties. De formulering voor getroffenen heeft een eenheid van getroffenen-dagen (in analogie met filedruk, kilometeruur). De getroffenen zijn bepaald op basis van vermenigvuldiging van de verschillende parameters. Bij de uitwerking van de effectbepalingsmethode verdient deze verhouding (ernstfactor maatschappelijke ontwrichting )de aandacht (literatuurstudie, expert judgement). NB: Bijlage D kan worden toegepast om het totale risico (jaarlijkse verwachtingswaarde) op maatschappelijke ontwrichting te bepalen. 2.5 Milieurisico In de Wet Milieubeheer is de zorgplicht het uitgangspunt. In artikel 1 van de WM staat: 'Een ieder neemt voldoende zorg voor het milieu in acht.' Deze zogenoemde zorgplicht houdt in ieder geval in dat iedereen 'die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor het milieu kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijke handelingen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem verwacht kunnen worden teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.' Dit staat in artikel 1.1.a, sub 2. In de bestaande toetskaders van onder andere de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NBR), Besluit Risico s Zware Ongevallen (BRZO) en Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) wordt niet specifiek getoetst op waterveiligheid. Om die reden wordt voorgesteld om te onderzoeken op welke manier het risico op milieuschade onderdeel kan uitmaken van het systeem van milieu vergunningen. Navolgend wordt een aanzet gegeven tot een methodiek waarmee dit risico op kwantitatieve wijze bepaald kan worden. 2-6 PR HKV LIJN IN WATER

19 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Milieuschade is in dit geval gedefinieerd als chemische en biologische vervuiling van lucht, water of bodem als (indirect) gevolg van hoogwater. Geluidshinder wordt niet van belang geacht in relatie tot de waterveiligheidsproblematiek. Sommige bedrijfstakken of -activiteiten zijn meer risicovol voor milieuschade dan andere. De omvang van het verspreidingsgebied van de milieuschade kan verschillend zijn, per soort milieuschade. Slachtoffers ten gevolge van milieuschade worden meegenomen bij de schadecategorie Slachtoffers. Dit echter op kwalitatieve wijze wegens het ontbreken van schadefuncties. Voorbeeld 5: Milieuschade De waterdiepte bij een bepaalde herhalingstijd zegt iets over een bepaalde kans van optreden van milieuschade. De kans op milieuschade kan verkleind worden door de juiste maatregelen te nemen. Ook bij hoogwater kan dan chemische of biologische vervuiling uitblijven. Een voorbeeld hiervan is het zodanig opslaan van brandstoffen in tanks dat deze bij hoogwater niet beschadigd raken en geen lekkages vertonen. Voor de bepaling van de ernst van de milieuschade wordt een ernstfactor milieu gehanteerd, die varieert van 0.01 tot 1 (expert judgement). De ernstfactor milieu is te relateren aan de mate van giftigheid van de vrijkomende stoffen. Uiteraard is ook de (blootstellings)duur van de vervuiling ook bepalend voor de milieuschade die geleden wordt. Dit naar analogie van de duur van uitval van een functie bij de schadecategorie maatschappelijke ontwrichting. De schaal van de blootstellingsduur heeft echter een heel breed bereik: een gifwolk duurt misschien enkele uren, terwijl een cadmiumvervuiling zich lange tijd (jaren) in de bodem bevindt. Het risico op milieuschade is afhankelijk van de volgende aspecten: Omvang van het verspreidingsgebied De ernst van de vervuiling De duur van de vervuiling De factoren die bij milieuschade van belang zijn kunnen in de volgende formulering gevat worden. milieuschade per hht = f(waterdiepte, omvang verspreidingsgebied (m 2 ), ernstfactor milieu, duur) risico per hht = milieuschade per hht / herhalingstijd totaal milieurisico per jaar per hectare = integratie van de milieurisico s over alle hht s HKV LIJN IN WATER PR

20 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 Voorbeeld 6: Milieurisico In onderstaande tabel wordt voor één herhalingstijd ( jaar) het risico bepaald voor de functies Bedrijventerrein met een hoge milieuhinder en een Bedrijventerrein met een lage milieuhinder. Bedrijventerrein met hoge milieuhinder Bedrijventerrein met lage milieuhinder Verspreidingsgebied in m ha ha Ernstfactor (0.01-1) Duur (log T) Log (1000 dagen) = 3 Log (10 dagen) = 1 Milieurisico bij hht = jr 2.4 /jr 0.3 /jr In bovenstaande voorbeeld is het verspreidingsgebeid gelijk. Op basis van de ernst van de vervuiling en de duur geeft het bedrijventerrein met hoge milieuhinder 8 maal hoger milieurisico dan het bedrijventerrein met lage milieuhinder. Afhankelijk van de gestelde normen in stap 2 moeten wel/geen maatregelen getroffen worden om het risico te reduceren. Voor het bepalen van het totaal milieurisico dienen de herhalingstijden 1, 10, 100, 1000, 4000 en te worden beschouwd. 2.6 Cultuurrisico Cultuurrisico heeft niet uitsluitend betrekking op bijvoorbeeld historische binnensteden en archieven, maar ook op nieuwe objecten als musea en theaters, etcetera. Voor het buitendijkse gebied in Dordrecht (Urban Flood Management project) heeft Dura-Vermeer specifieke schadefuncties voor historische gebouwen (interieur en opstal) opgesteld. Deze schadefuncties zijn mogelijk toepasbaar/uitbreidbaar voor het gehele buitendijkse benedenrivierengebied. Het cultuurrisico is afhankelijk van de mate van vervangbaarheid en/of herstelbaarheid van het object. Objecten met cultuurhistorische waarde kunnen na overstroming niet herstelbaar én niet vervangbaar blijken. Voor de waarde van het object kan bijvoorbeeld de WOZ-waarde of veilingwaarde worden gehanteerd. Voor de waarde van de inboedel (bijvoorbeeld kunst) kan een verzekeringswaarde worden gehanteerd. Nieuwe objecten, zoals bijvoorbeeld een theater, zullen veelal wel vervangbaar of herstelbaar zijn. Voor de waarde kan de vervangings- of herstelwaarde worden gehanteerd. De mate van herstelbaarheid of vervangbaarheid hangt ook af van de opgetreden schade die op haar beurt ook weer afhankelijk is van de waterdiepte. Het cultuurrisico is afhankelijk van de volgende aspecten: Mate van vervangbaarheid (afhankelijk van waterdiepte); Mate van herstelbaarheid (afhankelijk van waterdiepte); Waarde opstal; Waarde inboedel. 2-8 PR HKV LIJN IN WATER

21 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden De factoren die bij cultuurschade van belang zijn kunnen in de volgende formulering gevat worden. Cultuur schade per hht = risico per hht = totaal cultuurrisico = f(waterdiepte, vervangbaarheid/herstelbaarheid) Cultuur schade per hht / herhalingstijd integratie van de cultuurrisico s over alle hht s Voorbeeld 7: Cultuurrisico In onderstaande tabel wordt voor de herhalingstijden (1, 10, 100, en jaar) het risico bepaald voor de objecten Binnenstad Dordrecht en Theater op basis van de systematiek van het UFM-project Dordrecht. De waterdiepte bij een herhalingstijd van jaar is 2m. Deze waterstand levert een dermate schade op dat zowel de binnenstad als het theater volledig vernield zijn en hun functies niet meer kunnen vervullen (schadefactor 1). De schade die wordt veroorzaakt bij waterdiepten met herhalingstijden van 1, 10, 100 en jaar is een factor van de herstel/vervangingswaarde. Binnenstad Dordrecht 1 jaar 10 jaar 100 jaar jaar jaar Waterdiepte 0m 0.35m 0.7m 1.3m 2.2m Schadefactor (op basis van waterdiepte) Herstel/vervangwaarde 150 miljoen Euro (WOZ) Cultuurrisico bij hht 0 Euro/jr Euro/jr Euro/jr Euro/jr Euro/jr Totaal cultuurrisico = = Euro/jr Theater 1 jaar 10 jaar 100 jaar jaar jaar Waterdiepte 0m 0.25m 0.5m 1m 2m Schadefactor (op basis van waterdiepte) Herstel/vervangwaarde 1 miljoen Euro (herstelwaarde) Cultuurrisico bij hht 0 Euro/jr 100 Euro/jr 1000 Euro/jr 250 Euro/jr 100 Euro/jr Totaal cultuurrisico = = 1450 Euro/jr Uit het voorbeeld blijkt dat het totaal cultuurrisico voor de Binnenstad Dordrecht ( Euro /jaar) 150 maal groter is dan het totaal cultuurrisico voor het Theater (1.450 Euro). NB: Het voorbeeld betreft een vereenvoudiging van de werkelijkheid en dient uitsluitend ter illustratie. De berekening van het totale risico is hier vereenvoudigd weergegeven (zie Bijlage D voor het bepalen van het totale risico). HKV LIJN IN WATER PR

22 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart Economisch risico Voor het bepalen van economisch risico was bij aanvang van dit project de methode Schade en Slachtoffers van het HIS beschikbaar. In een aanvullend onderzoek zal moeten worden vastgesteld in hoeverre de voor dijkringen opgestelde methodiek toepasbaar is in buitendijksgebied. Voor de duur van de proefperiode wordt echter toepasbaarheid aangenomen. Individueel economisch risico betreft zowel bedrijven als particulieren. Het risico wordt bepaald door criteria als waterdiepte en overstromingsduur. Met een bestaande methode (HIS-SSM) kan berekend worden wat de monetair waardeerbare schade is voor elke herhalingstijd (momenteel uitsluitend voor de waterdiepte en niet voor de duur). Dit is een gevalideerde methode voor binnendijks gebied. Door HIS-SSM wordt onderscheid gemaakt in (zie Bijlage B voor een nadere toelichting van de verschillende items): 1. directe schade; 2. directe schade ten gevolge van bedrijfsuitval; 3. indirecte schade ten gevolge van overstroming. Voor elke locatie is de schade als gevolg van overstroming te bepalen aan de hand van het grondgebruik (landgebruiksfunctie) de gerelateerde schadefunctie en het gerelateerde maximale schadebedrag. Voor diverse typen grondgebruik zijn schadefuncties en maximale schadebedragen gedefinieerd. De schadefactor varieert tussen 0 en 1 en is afhankelijk van de schadefunctie en de optredende waterstand. Het maximale schadebedrag is de maximale economische schade die bij een overstromingsgebeurtenis kan optreden per type grondgebruik. Het schadebedrag als gevolg van overstroming wordt bepaald door de schadefactor te vermenigvuldigen met het maximale schadebedrag. Uitval van een bedrijf in buitendijks gebied resulteert in stilstand voor toeleverende bedrijven en afnemende bedrijven van het uitgevallen bedrijf. Dit betreft indirecte economische schade als gedefinieerd in HIS-SSM (zie ook begrippenlijst). De indirecte schade bestaat uit de economische schade bij toeleverende en afnemende bedrijven buiten het overstroomde gebied, en reistijdverlies door uitval van (spoor)wegen in het overstroomde gebied. Deze schade kan in SSM per individuele bedrijfsfunctie worden bepaald. Het bepalen van individueel economisch risico kan op basis van HIS-SSM en gebeurt op basis van schadefuncties. economische schade per hht = f(waterdiepte, functie, oppervlak/aantal) risico per hht = economischeschade per hht / herhalingstijd totaal economisch risico per jaar per hectare = integratie van de economische risico s over alle hht s 2-10 PR HKV LIJN IN WATER

23 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Voorbeeld 8: Individueel economisch risico In onderstaande tabel wordt voor de herhalingstijden (1, 10, 100, en jaar) het directe risico bepaald voor een type industrie binnen een bestemming van 10 hectare. De waterdiepte bij een herhalingstijd van jaar is 2m. Deze waterstand veroorzaakt een schade waarmee de functie volledig vernield is (schadefactor 1). De schade die wordt veroorzaakt bij waterdiepten met herhalingstijden van 1, 10, 100 en jaar is een factor van het maximum schadebedrag. Industrie 1 jaar 10 jaar 100 jaar jaar jaar Waterdiepte 0m 0.25m 0.5m 1m 2m Schadefactor (op basis van waterdiepte) Maximale schade Individueel economisch risico bij hht Totaal direct economisch risico per oppervlak Euro 0 Euro/jr 500 Euro/jr Euro/jr = = Euro / jaar per 10 hectare = 725 Euro per jaar per hectare Euro/jr 500 Euro/jr Het totaal individueel economisch risico is 725 Euro per jaar per hectare. Dit is de directe schade. Als gevolg van uitval lijdt het bedrijf ook indirecte schade. Het bepalen van de indirecte economische schade gebeurt op identieke wijze maar wordt meegenomen in de schadecategorie maatschappelijke ontwrichting. Daarbij wordt er van uitgegaan dat directe schade gedragen moet worden door het bedrijf zelf. Indirecte schade is vaak breder dan waarvoor het bedrijf aansprakelijk gesteld kan worden en kan leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Als het maximum schadebedrag voor indirecte schade voor deze functie is vastgesteld op Euro, dan komt het risico voor maatschappelijke ontwrichting uitval bedrijven uit op 150 Euro per jaar per hectare. NB Het voorbeeld betreft een vereenvoudiging van de werkelijkheid en dient uitsluitend ter illustratie. De berekening van het totale risico is hier vereenvoudigd weergegeven (zie Bijlage D voor het bepalen van het totale risico). Het verschil tussen de berekening van cultuurrisico en economisch risico is gelegen in het feit dat er in HIS-SSM wordt uitgegaan van een aantal standaardobjecttypen waaraan een vaste waarde is toegekend voor opstal en inboedel: objecten worden toegedeeld aan een van de beschikbare klassen in HIS-SSM. Bij cultuurrisico echter wordt zo mogelijk een individuele WOZwaarde per opstal toegepast en een benadering van de werkelijke waarde van de inboedel. HKV LIJN IN WATER PR

24

25 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden 3 Toetsing aan gestelde normen 3.1 Inleiding In voorgaande hoofdstuk is aangegeven op welke wijze het risico van een bepaalde functie binnen het buitendijks gebied bepaald kan worden, rekening houdend met de locatie en de daarmee samenhangende kans op overstroming. In dit hoofdstuk wordt kort aangegeven op welke manier de initiatiefnemer en vervolgens ook het bevoegde gezag de risico s kan toetsen aan de normen die daarvoor zijn vastgesteld. 3.2 Toets aan risiconorm In onderstaande tabel staan de verschillende schadecategorieën. Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen welke norm per effectcategorie wordt gesteld. Wanneer wordt voldaan aan de gestelde norm, kunnen zonder risicoreducerende maatregelen buitendijkse functies worden gerealiseerd. Wanneer niet wordt voldaan aan de gestelde norm, wordt vervolgd met stap 3: het nemen van maatregelen (hoofdstuk 4). Bij zeer kwetsbare functies geld provinciaal belang en zal voldaan moeten worden aan de normen voor slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting. Risiconormen voor milieu, cultuur en economische schade worden door de lokale bevoegde gezagen bepaald. Omwille van het voorbeeld zijn in onderstaande tabel fictieve normen voor deze drie categorieën toegevoegd. Schadecategorie Provinciaal belang Lokaal belang (test) Locaal belang Slachtoffers Individueel slachtoffer risico/ha/jaar Maatschappelijke ontwrichting Jaarlijks verwacht aantal getroffendagen/ha/jaar Milieu* Jaarlijks verwachte Milieuschade/ha/jaar Cultuur Jaarlijks verwachte Cultuurschade/ha/jaar Economische schade Jaarlijks verwachte economische schade per hectare per jaar Norm ?0,5??50.000??10.000? NB1: totale economische schade wordt door HIS-SSM opgebouwd uit directe schade, directe schade ten gevolge van bedrijfsuitval en indirecte schade. Hier is alleen de norm voor totaal risico getoond Tabel 3-1. Normen voor de relevante schadecategorieën. Voor de schadecategorie milieu wordt onderzocht of deze meegenomen kan worden in de milieuvergunningen. In dat geval is het niet noodzakelijk de methodiek voor milieuschade in dit kader verder uit te werken. HKV LIJN IN WATER PR

26 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 De normen in de tabel worden toegelicht in Bijlage A. De norm geldt voor een buitendijkse bestemming als geheel. Zo kan in relatie tot economische schade gesteld worden dat wanneer een functie of cluster van functies die binnen een gebiedsontwikkeling gerealiseerd wordt een jaarlijks verwachte economische schade van 5000 Euro per hectare heeft voor de economische schade, dat er nog een quotum over is van 5000 Euro per hectare voor eventueel andere te realiseren functies of clusters van functies. Er is dus nog ruimte voor andere functies in het totale risico. Als de jaarlijkse verwachtingswaarde van Euro per hectare wordt overschreden, zijn functies alsnog mogelijk, maar moeten aanvullende maatregelen getroffen worden om aan de norm van Euro per hectare voor directe schade te beantwoorden. 3-2 PR HKV LIJN IN WATER

27 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Vervolg Voorbeeld 9: Toets aan gestelde norm Slachtoffers (individueel risico) In voorbeeld 1 is voor een woonwijk het risico bepaald. Een woonwijk is een zeer kwetsbare functie waarvoor de provinciale norm op slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting gehanteerd wordt. Bepaald is dat het individueel risico ligt op 3.28E-03 per jaar per 1 hectare. Er wordt niet voldaan aan de gestelde norm. Maatregelen moeten worden genomen om het risico te reduceren en om de buitendijkse functie te realiseren. Risico op maatschappelijke ontwrichting De jaarlijkse verwachtingswaarde voor maatschappelijke ontwrichting uit voorbeeld 4 komt uit op: Uitval Bibliotheek: 825 getroffenendagen Uitval Spoorlijn: 6.4 miljoen getroffenendagen Uitval Energiecentrale: getroffenendagen Voor bevoegd gezag A en B voldoet de functie bibliotheek aan de gestelde norm. De spoorlijn en de energiecentrale zijn zeer kwetsbare functies die niet voldoen aan de provinciale norm voor maatschappelijke ontwrichting. Voor beide functies moet naar maatregelen worden gezocht om de functie te realiseren in het buitendijkse gebied. Milieurisico Het milieurisico uit voorbeeld 6 komt uit op: Bedrijventerrein met een hoge milieucategorie: Risico = 2.4 per ha Bedrijventerrein met een lage milieucategorie: Risico = 0.3 per ha Het bedrijventerrein met de hoge milieucategorie is zowel voor bevoegd gezag A als bevoegd gezag B niet zonder maatregelen te realiseren. Voor bevoegd gezag B moet ook voor het bedrijventerrein met een lage milieucategorie maatregelen getroffen worden voor risicoreductie. Bij bevoegd gedag A is dit niet noodzakelijk. Cultuurrisico Het risico voor cultuurrisico uit voorbeeld 7 uitkomt op: Binnenstad Dordrecht: Risico: Euro Theater: Risico: 1450 Euro Voor bevoegd gezag A voldoet de functie Binnenstad Dordrecht niet aan de gestelde norm. Omdat het reeds een bestaande functie betreft, zal bij de implementatie van de afwegingsmethode hier aandacht aan besteed moeten worden. Het Theater kan zonder maatregelen worden gerealiseerd. De realisatie van beide functies in het buitendijks gebied valt voor bevoegd gezag B binnen de gestelde norm. Individueel economisch risico Bevoegd gezag A en B hebben beide een norm gesteld. Het totale directe individueel economisch risico van het type industrie zoals gegeven in voorbeeld 8 is 725 Euro / jaar / hectare. Deze functie kan zonder maatregelen worden gerealiseerd. HKV LIJN IN WATER PR

28

29 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden 4 Maatregelen ter reductie van het risico 4.1 Inleiding In dit afwegingskader worden als voorbeeld enige maatregelen benoemd. Het belangrijkste is dat de maatregelen bijdragen aan het halen van de gestelde norm. Maatregelen kunnen worden onderverdeeld in twee sporen. Het betreft de volgende typen maatregelen: kansreductie; gevolgenreductie. Kansreductie is gericht op het verminderen van de kans dat een object overlast ondervindt van water. Gevolgreductie kunnen structurele maatregelen zijn en gericht op verkleining van de gevoeligheid van objecten voor water. 4.2 Mogelijke maatregelen Kans-reducerende maatregelen Het doel van het reduceren van de kans op overstromen is het totale risico op overstromen te verkleinen door de oorzaak van overstromen te minimaliseren. Mogelijke kans reducerende maatregelen betreffen: Buitendijkse zonering; Voorkeursroutes voor overstroming; Land ophoging (terpen); (Dynamische) compartimentering; Gebouw als kering; Uiterwaard vergroting; Lokale berging van overstromingswater; Waterdichte uitvoering onderverdiepingen; Verhoging van het terrein ter beperking van de waterdiepte in combinatie met compenserende maatregelen ter beperking van opstuwing op; Aangepast bouwen van woningen, kantoren en industrie (verhoogd, drijvend);l Stroomsnelheid verlaging door lineaire elementen dwars op de stromingsrichting te projecteren, ter compensatie zullen wel nevengeulen moeten worden aangelegd om ongewenste opstuwing op de rivier te vermijden; Verhoogde aanleg of waterdichte infrastructuur nutsvoorzieningen. Het doel van het reduceren van de gevolgen is het totale risico te verkleinen. Maatregelen kunnen afhankelijk zijn van de schadecategorieën van hoogwaterrisico Gevolg-reducerende maatregelen Voorbeelden van gevolg reducerende maatregelen zijn in onderstaande tabel opgenomen. HKV LIJN IN WATER PR

30 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 Maatregelen Oefening, noodplannen Vluchtroutes, veilige plaatsen (daktuinen, vluchtheuvels, verzamelplaatsen) Bereikbaarheid hulpdiensten Overstromingsbestendige redmiddelen maatregelen die uitgevoerd worden tussen het moment dat een overstroming dreigt en de daadwerkelijke overstroming om het risico door overstroming zo veel mogelijk te beperken Opzetten van een voorspelsysteem en/of waarschuwingssysteem ter vergroting evacuatietijd Zorgen voor alternatieven bij uitval van de functie Slachtoffers X X X X Maatschappelijke ontwrichting Milieu Cultuur X X X X X X X X X X Waterdichte bouwwijze tot x meter hoogte X X X X X Tabel 4-1. Mogelijke maatregelen en hun effect op de schadecategorieën. X Individueel economisch 4.3 Hernieuwde toetsing aan norm Indien maatregelen worden getroffen moet wederom getoetst worden aan de norm (stap 2). Om te toetsen aan de norm moet de mate van reductie van het risico door het treffen van een maatregel gekwantificeerd worden. Door de initiatiefnemer wordt beargumenteerd wat de reductie van het treffen van de maatregel betekent en er wordt een nieuwe berekening uitgevoerd. 4-2 PR HKV LIJN IN WATER

31 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden 5 Aanbevelingen In de ambtelijke voorbereiding zijn ten aanzien van de methodiek en uitwerking van de voorbeelden de volgende aanbevelingen geformuleerd: In de methodiek wordt nu op basis van individueel risico berekend in hoeverre er slachtoffers kunnen vallen. Er wordt geen rekening gehouden met gewonden. Nagegaan moet worden of het wenselijk dan wel mogelijk is om ook rekening te houden met gewonden; Nader dient te worden onderzocht in hoeverre de slachtofferfunctie in HIS-Schade en Slachtoffersmodule valide is voor buitendijks gebied; In de slachtofferfunctie worden de parameters waterdiepte, stroomsnelheid en stijgsnelheid gebruikt. In de Geo-viewer van de provincie zijn momenteel alleen waterdiepten beschikbaar. Onderzocht moet worden of het noodzakelijk is dat stroomsnelheid en stijgsnelheid worden opgenomen; Functionaliteit dient aan de Geo-viewer te worden toegevoegd zodat de per locatie optredende waterstanden per herhalingstijd niet op het oog worden bepaald middels een legenda, maar door te klikken in de kaart en dit numeriek uit te lezen; Klimaatverandering, sluitingsregime en falen van de Maeslantkering dienen verdisconteerd te worden in de gegevens van de Geo-viewer; Voorlopig wordt het jaarlijkse risico op maatschappelijke ontwrichting en economische schade bepaald met de in dit rapport opgenomen discrete berekening op basis van herhalingstijden 1, 10, 100, 1000, 4000 en jaar. Mogelijk is het beter de discretisatie te verfijnen. Dit moet nader onderzocht worden; Het groepsrisico ten aanzien van slachtoffers wordt in de voorgestelde risico-bepaling nog niet meegenomen, indien hier meer over bekend wordt ten aanzien van normen dan kan besloten worden deze werkwijze opte nemen; De indeling van de objecten van de risicokaart is pragmatisch gekozen voor voorlopige toepassing, evaluatie na bijvoorbeeld een jaar moet duidelijk maken of de samenstelling van de lijst gewijzigd moet worden; Nader dient te worden onderzocht of en hoe beperking van milieuschade door buitendijks gelegen bedrijven ten gevolge van overstroming meegenomen kan worden in het systeem van milieuvergunningen. Het moet blijken of het mogelijk is overstromingsaspecten hier in mee te nemen; Nader onderzoek is nodig voordat gefundeerd een uitspraak kan worden gedaan over normering van cultuurrisico. HKV LIJN IN WATER PR

32

33 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden 6 Begrippenlijst Risico Groepsrisico Individueel (plaatsgebonden) risico Maatschappelijke ontwrichting Ernstfactor milieu Ernstfactor maatschappelijke ontwrichting Functie Schadecategorie Directe economische schade-materieel Directe economische schade - bedrijfsuitval Indirecte economische schade HIS-SSM Het begrip risico is gedefinieerd als kans maal gevolg. Kans = de kans van optreden van een hoge waterstand op een bepaalde locatie. Gevolg = de effecten van de hoge waterstand. Het groepsrisico geeft de kans per jaar op een ongeval met N of meer slachtoffers. Het individueel risico geeft het risico per jaar op een specifieke plaats voor een bepaalde functie als gevolg van hoogwater. Maatschappelijke ontwrichting is de mate waarin mensen als gevolg van hoogwater fysieke, sociale en emotionele hinder ondervinden bij uitval van een functie. Getroffenen in het kader van maatschappelijke ontwrichting kunnen zich zowel buitendijks als binnendijks bevinden. De ernstfactor milieu geeft de mate van giftigheid van de vrijkomende stoffen aan. Hoe groter de ernstfactor milieu hoe groter de schade bij vrijkomen van de stof. De inschatting van de ernstfactor milieu gebeurt op basis van expert judgement en heeft een waarde tussen 0.01 en 1. De ernstfactor maatschappelijke ontwrichting geeft de mate van hinder bij uitval van een functie aan. Hoe groter ernstfactor maatschappelijke ontwrichting hoe groter de ontwrichting is die uitval van een functie tot gevolg heeft. De inschatting van de ernstfactor maatschappelijke ontwrichting gebeurt op basis van expert judgement en heeft een waarde tussen 0.01 en 1. Een bestemming (in het buitendijkse gebied) Een categorie waar hoogwaterrisico voor wordt bepaald. Dit zijn de schadecategorieën: Slachtoffers, Maatschappelijke ontwrichting, Milieuschade, Schade aan cultuur, Schade aan natuur, Individuele economische schade. Onder directe materiële schade verstaan we de schade die optreedt aan objecten, kapitaalgoederen en roerende goederen vanwege het directe contact met water. Hiertoe behoren: 1. Herstelschade aan onroerende goederen in eigendom of huur: erven en opstallen; 2. Herstelschade aan productiemiddelen, zoals machinerie, apparatuur, procesinstallaties en transportmiddelen; 3. Schade aan inboedels; 4. Schade door het verloren gaan van roerende goederen, zoals grondstoffen, hulpstoffen en producten (inclusief schade aan oogst). Directe schade ten gevolge van bedrijfsuitval is gedefinieerd als de schade vanwege bedrijfsuitval, d.w.z. de zakelijke verliezen door productiestilstand De indirecte schade bestaat uit de schade bij toeleverende en afnemende bedrijven buiten het overstroomde gebied, en reistijdverlies door uitval van (spoor)wegen in het overstroomde gebied. Hoogwater Informatie Systeem- Schade en Slachtoffersmethode. Methode en software om schade als gevolg van overstromingen te kunnen kwantificeren ten aanzien van aantallen slachtoffers en economische schade. De methode wordt toegepast bij VNK1 en VNK2. HKV LIJN IN WATER PR

34

35 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden 7 Literatuurlijst HIS-SSM, HIS-Schade en Slachtoffers Module versie 2.4. Gebruikershandleiding. Huizinga, J., W.E.W. van den Braak, en M. Dijkman, Schade en Slachtoffer Module. Versie 2.2. Gebruikershandleiding. HKVLIJN IN WATER en Geodan IT, november Jonkman, B., 2007 Loss of life estimation in flood risk assessment theory and applications. PhD thesis, Delft University. Jonkman, B., Jongejan, R., Maaskant, B., Kok, M., & H. Vrijling, 2008 Verkenning slachtofferrisico's in het hoogwaterbeschermingsbeleid. In opdracht van RWS Waterdienst: Royal Haskoning, HKVLIJN IN WATER, Jongejan Risk Management Consulting, TU Delft Kok, M., H.J. Huizinga, A.C.W.M.Vrouwenvelder en W.E.W. van den Braak, Standaardmethode Schade en Slachtoffers als gevolg van overstromingen. HKVLIJN IN WATER en TNO Bouw, november PPS25, 2006 Planning Policy Statement 25: Development and Flood Risk. UK. December 2006 RIVM, 2004 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Risico s in bedijkte termen. RIVM rapportnummer , mei HKV LIJN IN WATER PR

36

37 Bijlagen

38

39 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Bijlage A: Normering In deze bijlage wordt aan de hand van een aantal cases een uitspraak gedaan over de normstelling voor de categorieën slachtoffers, economische schade en maatschappelijke ontwrichting. Normering voor milieuschade en cultuurschade zijn nog niet uitgewerkt. Slachtoffers Voor het bepalen van een norm worden navolgend de uitgangspunten voor de risicobepaling beschreven. Selectie gebieden Er zijn 3 buitendijkse gebieden geselecteerd in de regio Zuid-Holland. Deze gebieden overstromen met verschillende terugkeertijden en diepte. Zo is er gekozen voor een locatie die vaak overstroomd, één die af en toe overstroomd en één die zelden overstroomd. Ter illustratie worden binnen die gebieden 3 verschillende functies gerealiseerd: o Industrie gevaarlijke stoffen o Industrie nutsvoorziening o Woningbouw type middelhoge woningen Bepaling mortaliteitsfractie Op basis de slachtofferfunctie zoals toegepast in HIS-SSM wordt per waterstand bepaald wat de mortaliteitsfractie is. Daarbij wordt uitgegaan van een maximale stijgsnelheid van 0.3 m 4 per uur en een maximaal optredende stroomsnelheid van 0.1 m/s (er van uitgaande dat er sprake is van WBR 2a gebieden). De mortaliteitsfractie wordt gedeeld door de gerelateerde terugkeertijd, en alle resultaten worden gesommeerd. Otterpolder ten zuiden van Sliedrecht 4 De waarde is bepaald op basis van stijgsnelheidsgegevens uit voor het hoogwater van 1995 op de lokatie Krimpen aan de Lek HKV LIJN IN WATER PR A-1

40 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 Terugkeertijd (jaar) Waterdiepte (m) Mortaliteitsfractie Plaatsgebonden risico (mortaliteitsfractie / terugkeertijd) E E E E E E-07 totaal 3.29E-03 Aangezien de overstromingsrisicokaart geen waarden geeft boven de 1,5m is de waterdiepte voor de terugkeertijden kleiner dan 1/100 bepaald door te kijken naar de waterstand bij maatgevende omstandigheden (1/4000). Deze levert een waterdiepte van 3,1m op bij 1/4000. Bij 0,5m overhoogte van de primaire kering (daarboven vindt overstroming van binnendijks gebied plaats) zal de waterdiepte maximaal 3,6m bedragen bij 1/ De waterdiepte bij een terugkeertijd van 1/1000 is geïnterpoleerd tussen de dieptes bij 1/100 en 1/4000. Door de slachtofferfracties per waterdiepte bij elkaar op te tellen ontstaat een maat voor het plaatsgebonden risico (PR) (Jonkman e.a., 2008) voor de onderzochte locatie. Op locatie 1 bedraagt het plaatsgebonden risico 3.29 E-03 per jaar. Haventerrein Rotterdam: Terugkeertijd (jaar) Waterdiepte (m) Mortaliteitsfractie Plaatsgebonden risico (mortaliteitsfractie / terugkeertijd) * * * 10-7 totaal 8.94E-07 A-2 PR000 HKV LIJN IN WATER

41 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Door de slachtofferfracties per waterdiepte bij elkaar op te tellen ontstaat een maat voor het plaatsgebonden risico (PR) (Jonkman e.a., 2008) voor de onderzochte locatie. Op locatie 2 bedraagt het plaatsgebonden risico 8.23 E-07 per jaar. Haventerrein Zwijndrecht-zuid: Terugkeertijd (jaar) Waterdiepte (m) Mortaliteitsfractie Plaatsgebonden risico (mortaliteitsfractie / terugkeertijd) E E E E E E-07 totaal 7.81E-06 Door de slachtofferfracties per waterdiepte bij elkaar op te tellen ontstaat een maat voor het plaatsgebonden risico (PR) (Jonkman e.a., 2008) voor de onderzochte locatie. Op locatie 3 bedraagt het plaatsgebonden risico 7.81 E-06 per jaar. HKV LIJN IN WATER PR A-3

42 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 Risico op maatschappelijke ontwrichting Voor de bepaling van het risico op maatschappelijke ontwrichting zijn drie cases onderzocht die de afgelopen 10 jaar maatschappelijke ontwrichting tot gevolg hebben gehad: Stroomstoring Bommelerwaard ten gevolge van Apache tegen hoogspanningsleiding Wateroverlast in Limburg ten gevolge van hoogwater op de Maas 2002/2003 Wateroverlast Wilnis ten gevolg van dijkafschuiving De cases worden navolgend besproken. Bommelerwaard: Aantal mensen dat werd getroffen bedroeg ca , de stroomstoring duurde 50 uur. De geschatte terugkeertijd van een dergelijk incident is eerder 10 jaar dan 100 jaar. De ernstfactor is gesteld op 1. Op basis van deze gegevens is het Jaarlijks verwachte aantal getroffen-dagen bepaald op ca door invulling van ( x 2 x 1) bij de terugkeertijden vanaf 10 in de formulering in par Limburg: Het hoogwater was de op 3 na hoogste van de afgelopen 100 jaar. Het aantal mensen dat werd getroffen bedroeg ca 2500 in Borgharen en Itteren, de overstroming inclusief opruimen duurde ca. 7 dagen. De geschatte terugkeertijd van een dergelijk incident is eerder 10 jaar dan 100 jaar. De ernstfactor is gesteld op 1. Op basis van deze gegevens is het Jaarlijks verwachte aantal getroffen-dagen bepaald op ca door invulling van (2500 x 7 x 1) bij de terugkeertijden vanaf 10 in de formulering in par Wilnis: Het aantal mensen dat werd getroffen bedroeg ca 2000 in Wilnis, de overstroming inclusief het opruimen duurde ca. 7 dagen. De geschatte terugkeertijd van een dergelijk incident is eerder 100 jaar dan 10 jaar. De ernstfactor is gesteld op 1. Op basis van deze gegevens is het Jaarlijks verwachte aantal getroffen-dagen bepaald op ca door invulling van (2000 x 7 x 1) bij de terugkeertijden vanaf 100 in de formulering in par A-4 PR000 HKV LIJN IN WATER

43 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Economisch risico Selectie gebieden Identiek als bij slachtoffers Schadebepaling Per objecttype kan een schade worden bepaald. Bij de industriefuncties gebeurt dit op basis van arbeidsplaatsen. Bij woningen op basis van het aantal woningen. o o o Voor een inrichting met gevaarlijke stoffen is aangenomen dat hier 20 mensen werken (arbeidsplaatsen). Bij een bedrijf voor nutsvoorziening is aangenomen dat er 10 mensen (arbeidsplaatsen) werken. Voor middelhoge woningen geldt dat op 1 ha. 10 woningen staan. Op basis van de maximale schadebedragen in HIS-SSM is per objecttype bepaald wat de maximale schade is. Deze schade is beschikbaar voor directe schade, indirecte schade en bedrijfsuitval. Per objecttype gelden onderstaande maximale schadebedragen (tabel 1): Maximale schade Industriegevaarlijke stoffen Industrienutsvoorziening Woningen middelhoog (per woning) (per arbeidsplaats) (per arbeidsplaats) Direct Indirect Bedrijfsuitval Totaal Bepaling van schadefactor als gevolg van waterdiepte De bepaling van de uiteindelijke schade is afhankelijk van de waterdiepte. Voor de verschillende objecttypen zijn in HIS SSM 2.4 functies beschikbaar waaruit de schadefactor kan worden afgeleid. In onderstaande figuren wordt voor het objecttype bedrijven (fig. A.1) en middenwoningen (fig. A.2) de schadefactor tegen de waterdiepte uitgezet. HKV LIJN IN WATER PR A-5

44 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 Figuur A.1. Schadefactor voor bedrijven afhankelijk van overstromingsdiepte. Figuur A.2. Schadefactor voor middenbouwwoningen afhankelijk van overstromingsdiepte. Per geselecteerde locatie is onderstaande werkwijze gehanteerd: 1. Op basis van de overstromingsrisicokaart van de provincie Zuid-Holland (zie is per locatie bepaald wat de waterdiepte is per terugkeertijd. 2. Per waterdiepte is de schadefactor bepaald met behulp van bovenstaande grafieken. 3. De schade per terugkeertijd is bepaald door de maximale schade te vermenigvuldigen met de schadefactor uit de grafiek. 4. De jaarlijks verwachte schade is berekend door de schadebedragen te koppelen aan de zes op de overstromingsrisicokaart beschikbare terugkeertijden (1, 10, 100, 1000, 4000, ). Hierdoor worden gewogen schadebedragen opgeteld die leiden tot een jaarlijkse verwachte schade. A-6 PR000 HKV LIJN IN WATER

45 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Resultaten Figuur A.3 toont locatie 1, de Otterpolder ten zuiden van Sliedrecht. Figuur A.3. Locatie 1: Otterpolder Jaarlijks staat er gemiddeld 1 meter water op het terrein (tabel A-1). De waterdiepte neemt toe met de terugkeertijd. Aangezien de overstromingsrisicokaart geen waarden geeft boven de 1.5m is de waterdiepte voor de terugkeertijden kleiner dan 1/100 bepaald door te kijken naar de waterstand bij maatgevende omstandigheden (1/4000). Deze levert een waterdiepte van 3.1m op bij 1/4000. Bij 0.5m overhoogte van de primaire kering (daarboven vindt overstroming van binnendijks gebied plaats) zal de waterdiepte maximaal 3.6m bedragen bij 1/ De waterdiepte bij een terugkeertijd van 1/1000 is geïnterpoleerd tussen de dieptes bij 1/100 en 1/4000. Terugkeertijd (jaar) Waterdiepte (m) Tabel A-1. Waterdiepte per terugkeertijd op locatie 1. HKV LIJN IN WATER PR A-7

46 Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden concept maart 2009 Door de schade bij verschillende waterdiepte te koppelen aan de terugkeertijd wordt per objecttype de jaarlijks verwachte schade (JVS) berekend (tabel A-2). Voor woningen geldt hierbij de kleinste waarde omdat het maximale schadebedrag voor woningen het kleinst is. Doordat inrichtingen regelmatig worden blootgesteld aan een waterdiepte van een meter of meer is het jaarlijkse schadebedrag hoog in vergelijking met de andere locaties. Jaarlijks verwachte schade (JVS) Euro Inrichting gev. stoffen Industrie nutsvoorziening Middenwoning Tabel A-2. Jaarlijks verwachte schade op locatie 1. Figuur A.4 toont locatie 2, het Haventerrein Rotterdam. Figuur A.4. Locatie 2: Haventerrein Rotterdam. Locatie 2 wordt zelden overstroomd. Als er sprake is van een overstroming blijft de waterdiepte beperkt tot maximaal een halve meter (tabel A-3). Terugkeertijd (jaar) Waterdiepte (m) Tabel A-3. Waterdiepte per terugkeertijd op locatie 2. Door de schade bij verschillende waterdiepte te koppelen aan de terugkeertijd wordt per objecttype de jaarlijks verwachte schade berekend (tabel A-4). Woningen leveren hierbij het kleinste bedrag op omdat het maximale schadebedrag voor woningen het kleinst is. Door het ontbreken van schade bij terugkeertijden tot en met 100 jaar is de jaarlijks verwachte schade kleiner dan op locatie 1 en 3. A-8 PR000 HKV LIJN IN WATER

47 maart 2009 concept Risicobepalingsmethodiek buitendijkse gebieden Jaarlijks verwachte schade (JVS) Euro Inirchting gev. Stoffen 940 Industrie nutsvoorziening 1024 Middenwoning 592 Tabel A-4. Jaarlijks verwachte schade op locatie 2. Figuur A.5 toont locatie 3, het Haventerrein bij Zwijndrecht zuid. Figuur A.5. Locatie 3. Haventerrein Zijdrecht Zuid. Locatie 3 overstroomt met een terugkeertijd van 100 jaar (Tabel A-5). Bij kleinere terugkeertijden neemt de overstromingsdiepte wel toe, tot 1,5 m bij de minst voorkomende overstromingen. Terugkeertijd (jaar) Waterdiepte (m) Tabel A-5. Waterdiepte per terugkeertijd op locatie 2. Door de schade bij verschillende waterdiepte te koppelen aan de terugkeertijd wordt per objecttype de jaarlijks verwachte schade berekend (tabel A-6). Woningen leveren hierbij het kleinste bedrag op omdat het maximale schadebedrag voor woningen het kleinst is. De jaarlijks verwachte schade is ca. 10x zo groot als op locatie 2, maar ca. 80x kleiner dan op locatie 1. HKV LIJN IN WATER PR A-9

Risicomethode buitendijks: Methodiek ter bepaling van risico s als gevolg van hoogwater

Risicomethode buitendijks: Methodiek ter bepaling van risico s als gevolg van hoogwater Opdrachtgever: Provincie Zuid-Holland Risicomethode buitendijks: Methodiek ter bepaling van risico s als gevolg van hoogwater Auteurs: Jan Huizinga Andries Nederpel Klaas de Groot Marlies Batterink PR1200.26

Nadere informatie

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel RBOI - /Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook

Nadere informatie

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald Externe veiligheidsparagraaf Bestemmingsplan Skoatterwald Toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik,

Nadere informatie

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf Zoetermeer Innovatiefabriek Kwantitatieve risicoanalyse identificatie status projectnummer: datum: status: 090301.1778700 14-05-2013 concept opdrachtleider: ir. R.A. Sips auteur: ing. J. Lauf Adviesbureau

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers

Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers Opdrachtgever Bouwfonds Ontwikkeling BV, Regio Midden De Brand 30 Amersfoort Contactpersoon Dhr. B. Evers CSO Adviesbureau Contactpersonen Dhr. E, Schurink drs. A.M.M. (Wiet) Baggen Quick Scan externe

Nadere informatie

Beoordeling externe veiligheid plangebied. De Wolder te Maastricht

Beoordeling externe veiligheid plangebied. De Wolder te Maastricht Beoordeling externe veiligheid plangebied De Wolder te Maastricht Beoordeling Externe veiligheid plangebied Castermans I & II te Wolder, Maastricht CSO Adviesbureau voor Milieu-Onderzoek B.V. Postbus 1323

Nadere informatie

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01

Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 UMEO milieuadvies Wilhelminastraat 98 7462 CJ Rijssen Project: QRA Polyplus, Assen Opdrachtgever: Gemeente Assen Rapportnummer: 2012/Polyplus/01 Status: definitief Auteur: ing. H. Hiltjesdam Telefoon:

Nadere informatie

Aanpassing slachtofferfunctie buitendijkse gebieden

Aanpassing slachtofferfunctie buitendijkse gebieden www.rijkswaterstaat.nl Contactpersoon Durk Riedstra adviseur overstromingsrisico's RWSWVL afd. Hoogwaterveiligheid Bijlage(n) Aanpassing slachtofferfunctie buitendijkse gebieden In de nieuw ter beschikking

Nadere informatie

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Heijmans Vastgoed b.v. Maart 2012 Concept Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F dossier : BA8595 registratienummer

Nadere informatie

Overstroombaar gebied. Als het water komt. keteneffecten als gevolg van een overstroming. Durk Riedstra. Rijkswaterstaat Waterdienst.

Overstroombaar gebied. Als het water komt. keteneffecten als gevolg van een overstroming. Durk Riedstra. Rijkswaterstaat Waterdienst. Als het water komt keteneffecten als gevolg van een overstroming Durk Riedstra Waterdienst Overstroombaar gebied 2 RELEVANT jaarcongres NBC Nieuwegein 3 RELEVANT jaarcongres Overstroming vanuit de Lek

Nadere informatie

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 28 JANUARI 2014, PZH-2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL OVER DE WIJZE VAN INVULLING VAN DE GROEPSRISICOVERANTWOORDING IN EXTERNE VEILIGHEID WETGEVING

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college)

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college) COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: 701704 In D&H: 20-08-2013 Steller: ir. P.G. Neijenhuis In Cie: BMZ (ter kennisneming)

Nadere informatie

De beheersing van overstromingsrisico s

De beheersing van overstromingsrisico s De beheersing van overstromingsrisico s Jeroen Neuvel Focus Bron: Witteveen en Bos en STOWA 2004. 1 Dijkring Bron: www.risicokaart.nl Dijkring 53 Nederland in dijkringen Bron: VNK rapport dijkring 53 2

Nadere informatie

Hillegom. Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom. Kwalitatieve risicoanalyse. 25-10-2010 concept definitief 020104.14951.00. mw. mr. C.T.

Hillegom. Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom. Kwalitatieve risicoanalyse. 25-10-2010 concept definitief 020104.14951.00. mw. mr. C.T. Hillegom Ontwikkeling Pastoorslaan Hillegom Kwalitatieve risicoanalyse identificatie status datum: status: 25-10-2010 concept definitief projectnummer: 020104.14951.00 opdrachtleider: mw. mr. C.T. Ploeger

Nadere informatie

Ervaringen met risicomethodiek en resultaten proefperiode. wegen of aanvullende beschermende maatregelen nodig zijn.

Ervaringen met risicomethodiek en resultaten proefperiode. wegen of aanvullende beschermende maatregelen nodig zijn. Nieuw Zuid-Hollands beleidskader voor buitendijks bouwen Ervaringen met risicomethodiek en resultaten proefperiode Niet iedereen in Nederland woont of werkt binnen de dijken: sommigen leven in buitendijks

Nadere informatie

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Planlocatie Nuland Oost te Nuland Planlocatie Nuland Oost te Nuland Risico-inventarisatie Externe Veiligheid Definitief In opdracht van: Gemeente Maasdonk Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 31 januari 2011 Verantwoording Titel : Planlocatie

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid

Quickscan externe veiligheid Quickscan externe veiligheid Realisatie gemeentehuis Leudal aan de Walk te Heythuyzen, gemeente Leudal Gegevens opdrachtgever: Gemeente Leudal Postbus 250 6440 AG Brunssum Tel. 045-527 86 55 Contactpersoon:

Nadere informatie

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B R001 Wolfertcollege, Rotterdam

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B R001 Wolfertcollege, Rotterdam Rapport B.2012.1011.08.R001 Wolfertcollege, Rotterdam Onderzoek externe veiligheid - groepsrisico Status: DEFINITIEF Van Pallandtstraat 9-11 Casuariestraat 5 Lavendelheide 2 Geerweg 11 info@dgmr.nl Postbus

Nadere informatie

Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert

Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen projectnr. 196747 revisie 00 december 2010 Opdrachtgever Gemeente Zundert datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave December 2010 Menno de

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Inhoudsopgave 1 1 Aanleiding In en in de nabijheid van het bestemmingsplangebied

Nadere informatie

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen Veiligheidsrisico s tankstation met lpg 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen richt zich, zoals uit de naam reeds blijkt, primair op inrichtingen als bedoeld

Nadere informatie

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn memo aan: van: Van Wijnen Projectontwikkeling t.a.v. de heer P. Birkhoff Bas Hermsen c.c.: datum: 16 maart 2016 betreft: Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn 1. Aanleiding In Doorn

Nadere informatie

Notitie 1. Inleiding

Notitie 1. Inleiding Notitie Datum: 14 juli 2015 Project: Nauernasche Vaartdijk 50 Westzaan Uw kenmerk: - Locatie: Westzaan Ons kenmerk: V073260aa.00001.cvg Betreft: Externe Veiligheid, vervoer gevaarlijke Versie: 01_001 stoffen

Nadere informatie

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C Memo Ter attentie van Volker Wessels Vastgoed Datum 21 mei 2012 Distributie Projectnummer 12.0305 Onderwerp Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C VolkerWessels is voornemens ongeveer 140 woningen

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne status datum: status: 19-01-2011 definitief Opdrachtgever: gemeente Westvoorne Opdrachtleider RBOI: mw. drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer Samenvatting In dit

Nadere informatie

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp Intern memo Dienst Stedelijke Ontwikkeling G.J. v.d. Bovenkamp Telefoon (036) 036 5484027 Fax (036) 036 539955 E-mail gjvdbovenkamp@almere.nl www.almere.nl Aan Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Tussenresultaten Pilot Waterveiligheid Botlek

Tussenresultaten Pilot Waterveiligheid Botlek Tussenresultaten Pilot Waterveiligheid Botlek 1. Inleiding Doel en achtergrond van de pilot Werken aan veiligheid is een continu proces in het Rotterdamse havengebied. Door klimaatverandering stijgt de

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen

Nadere informatie

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden Algemeen toetsingskader Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk RAPPORT betreffende een quickscan externe veiligheid Zuiddijk (ong.) te Graft-De Rijp Datum : 5 juli 2011 Kenmerk : 1105D234/DBI/rap5 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Auteur : Ing. J.P. Goossen Vrijgave

Nadere informatie

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

PZH dd Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND VAN 16 DECEMBER 2014, PZH- PZH- 2014-485413763, HOUDENDE EEN BELEIDSREGEL WAARIN INVULLING WORDT GEGEVEN AAN HET INZETTEN VAN BEVOEGDHEDEN OP BASIS VAN

Nadere informatie

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Bestemmingsplan De 5G s In Amsterdam Zuid Oost Referentie: 13/RoEv-2015 Datum: 9 april 2015 Behandeld door: K.

Nadere informatie

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen revisie 00 maart 2011 Auteur: Tom van der Linde Save Postbus 321 7400 AH Deventer Opdrachtgever Gemeente Vught datum vrijgave beschrijving revisie 04 goedkeuring

Nadere informatie

SCM Milieu BV. mr. I. Vromen. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax.

SCM Milieu BV. mr. I. Vromen. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. Opdrachtgever: SCM Milieu BV Contactpersoon: mr. I. Vromen Uitgevoerd door: Contactpersoon: WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus 5 6267 ZG Cadier en Keer Tel. 043 407 09 71 Fax. 043 407 09 72

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot Samenvatting In dit rapport is zowel een plaatsgebonden risicoberekening als een groepsrisicoberekening uitgevoerd. Dit is gedaan in het kader van de bouw

Nadere informatie

Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg

Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg Carola risicoberekening 'Hoofdstraat 27 De Steeg Omgevingsdienst Regio Arnhem Colofon: Rapportnummer: 141108107-1 Plaats en datum: Arnhem, Versie: 01 Opdrachtgever Gemeente Rheden Postbus 9110 6994 ZJ

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten

Besluit van Provinciale Staten Besluit van Provinciale Staten Vergaderdatum Maart 2015 Nummer 6773 Onderwerp Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen 1 Besluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel

Nadere informatie

Kennissessie waterveiligheid

Kennissessie waterveiligheid Kennissessie waterveiligheid Gesprongen waterleiding VUmc MijnOverstromingsRisicoProfiel 8 maart 2016 Bart Thonus HKV lijn in water Voorstellen en inhoud Bart Thonus Adviseur Waterbeheer en Informatie

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Kwantitatieve Risicoanalyse Wezep, van Pallandtlaan Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Aan de Zuiderzeestraatweg in Wezep, gemeente Oldebroek, ligt een voormalige bedrijfslocatie, met daarachter

Nadere informatie

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Haarlem, 26 maart 2013 2013 18 Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Bijlagen: Ontwerpbesluit 1 Inleiding Op grond van artikel 2.4 van de Waterwet moeten bij

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13)

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13) Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13) Auteur: Nadine Slootjes PR1322 november 2008 november

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren

Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Op grond van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (crnvgs), moet het groepsrisico worden betrokken in

Nadere informatie

ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID

ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID 28 januari 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 4 2.1 Inleiding 4 2.2 Beleid 4 3 Uitgangspunten 6 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Dijkversterking Wolferen Sprok Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Welkom! 19:00 19:10: Welkom WSRL 19:10 20:10: Interactief gastcollege veiligheidsopgave door Matthijs Kok (TU Delft) 20:10 20:25: Toelichting

Nadere informatie

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg

Waterdunen. Verantwoording groepsrisico; nieuwe locatie hotel. Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus AD Middelburg projectnr. 200080 revisie 00 12 augustus 2009 Auteur: A.S. Veger MSc. Opdrachtgever Provincie Zeeland Postbus 165 4330 AD Middelburg datum vrijgave beschrijving revisie 00 goedkeuring vrijgave 12-08-2009

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje 18072011. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011

Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje 18072011. Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011 Kwantitatieve Risicoanalyse Carola HO-Fort Hemeltje 18072011 Door: Peter van der Meiden Milieudienst Zuidoost-Utrecht 18 juli 2011 Samenvatting In het kader van het project de Nieuwe Hollandse Waterlinie

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder J. Lamberts Vergadering : 6 mei 2014 Agendapunt : 6. Bijlagen : 1. Concept nieuw waterveiligheidsbeleid NB: ter inzage bij directiesecretariaat 2.

Nadere informatie

2.2.1 Noordelijke kust

2.2.1 Noordelijke kust In opdracht van Rijkswaterstaat RIZA is onderzoek gedaan naar de ergst denkbare overstroming voor verschillende regio s. Dit onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau HKV in juli en augustus 2007. Hierbij

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land Notitie 20112539-03 Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land 1 Inleiding In opdracht van Van Riezen & partners

Nadere informatie

Bijlage 3 Rapportage risicoanalyse buisleidingen

Bijlage 3 Rapportage risicoanalyse buisleidingen Bijlage 3 Rapportage risicoanalyse buisleidingen KWANTITATIEVE RISICOANALYSE Besluit externe veiligheid buisleidingen Gemeente Steenbergen Opdrachtgever: Contactpersoon: Gemeente Steenbergen Mevrouw M.

Nadere informatie

1.1 Externe veiligheid Beoordelingskader

1.1 Externe veiligheid Beoordelingskader 1.1 Externe veiligheid 1.1.1 Beoordelingskader Beleid Externe veiligheid heeft betrekking op de risico s voor de omgeving bij het gebruik, de productie, opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. De

Nadere informatie

Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht

Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht Bijlage 5 - Kwantitatieve risicoanalyse aardgasleidingen Papendrecht Kwantitatieve Risicoanalyse P101897 aardgastransportleidingen Papendrecht Door: Omgevingsdienst Zuid Holland - Zuid, M. Jongerius Inhoud

Nadere informatie

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID MEMO Dossier : BC5930-102-105 Project : bestemmingsplan Cruiquiusgebied Amsterdam Betreft : quickscan externe veiligheid Ons kenmerk : MD-AF20131715/ISEE Datum : 13 december 2013 Status : definitief Classificatie

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Gelderland. Nr. 4165 19 juli 2016 Beleidsregels omgevingsveiligheid provincie Gelderland Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer 2014-015978

Nadere informatie

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon memo Witteveen+Bos Postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon datum

Nadere informatie

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Aan: Pascal Lunshof p.lunshof@odnv.nl Van: I.E. Riegman i.riegman@ovij.nl Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2 Externe veiligheid 1 van 4 Uw kenmerk - Het beleid voor externe veiligheid

Nadere informatie

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Concept, 20 juli 2011 Verantwoording Titel Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Opdrachtgever STOWA Projectleider ir. B. (Bob) van Bree Auteur(s)

Nadere informatie

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r 2 0 1 2 1 Externe veiligheid Voor externe veiligheid zijn een aantal bronnen

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico's

Externe veiligheidsrisico's 29 juni 2012 Dossiernummer Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen bestemmingsplan IJburg 29-06-2012 S.M. Musch Cruquiusweg 5 Postbus 922 1019 AT Amsterdam 1000 AX Amsterdam 020-254 38 26

Nadere informatie

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen Notitie Aan : BVR Projectontwikkeling B.V. en Langendijk B.V. Van : ir. S. Valk en ir. drs. D. Lobregt (Royal Haskoning) Datum : 29 november 2011 Kopie : L.J.A. Rombouts MSc, ing. E.M. Reurslag en J.J.H.

Nadere informatie

Memo externe veiligheid

Memo externe veiligheid Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Bestemmingsplan Petroleumhaven Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen Bestemmingsplan Petroleumhaven 25-9-2013 Herikerbergweg 290 1101

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid Waterveiligheid buitendijks In ons land wonen ruim 100.000 mensen buitendijks langs de rivieren, de grote meren en de kust. Zij wonen aan de waterzijde

Nadere informatie

Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg

Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg Deltaprogramma Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg Op weg naar nieuw beleid Waterveiligheid: risicobenadering Movares Middagsymposium i Meerlaagsveiligheid en Vitale infrastructuur 4 november

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Muziekwijk

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Muziekwijk Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Muziekwijk Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, Oktober 2015. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen RUD Utrecht Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : RUD Utrecht Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0324 Aantal pagina

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Kwantitatieve Risicoanalyse Thomashuis Parallelweg 58 De Krim Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Onderhavige kwantitatieve risicoanalyse is uitgevoerd ten behoeve van bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

Opdrachtgever Gemeente Zaltbommel Postbus DA Zaltbommel. Risicoberekening A2 tbv bestemmingsplan 'Zaltbommel, Van Voordenpark'

Opdrachtgever Gemeente Zaltbommel Postbus DA Zaltbommel. Risicoberekening A2 tbv bestemmingsplan 'Zaltbommel, Van Voordenpark' tbv bestemmingsplan 'Zaltbommel, Van Voordenpark' revisie 3 auteur(s) Tom van der Linde Opdrachtgever Gemeente Zaltbommel Postbus 1.2 53 DA Zaltbommel datum vrijgave beschrijving revisie 3.1 goedkeuring

Nadere informatie

ir. A.J. Pikaar, ir. J. Granneman en ing. R.P.M. Jansen NIEUWE REGELGEVING VOOR OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN

ir. A.J. Pikaar, ir. J. Granneman en ing. R.P.M. Jansen NIEUWE REGELGEVING VOOR OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN ir. A.J. Pikaar, ir. J. Granneman en ing. R.P.M. Jansen NIEUWE REGELGEVING VOOR OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN Volwaardige implementatie heeft nog lange weg te gaan Voor bedrijven die, al dan niet tijdelijk,

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Kwantitatieve Risicoanalyse Schuinesloot, Schuineslootweg 36 Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Aan de Schuineslootweg 36 te Schuinesloot, gemeente Hardenberg, ligt een voormalige agrarische

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Waterwijk

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Waterwijk Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Waterwijk Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, september 2015. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens... 4 2.1 Interessegebied

Nadere informatie

Quickscan Externe veiligheid Ontwerpbestemmingsplan Bentinckspark, deelplan Kalkoven

Quickscan Externe veiligheid Ontwerpbestemmingsplan Bentinckspark, deelplan Kalkoven Notitie Contactpersoon George Rutten Datum 27 april 2010 Kenmerk N003-4721978RTG-kmn-V01-NL Quickscan Externe veiligheid Ontwerpbestemmingsplan Bentinckspark, deelplan Kalkoven Ter Stege bouw te Hoogeveen

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader

Nadere informatie

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd

Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd Aanvullend advies externe veiligheid emplacement. Stationsstraat short stay appartementen. Servicebureau Gemeenten, dd. 24-01-2014. Ten noord-westen van de beoogde locatie voor de short stay appartementen

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportroutes (Besluit externe veiligheid transportroutes) Op de voordracht

Nadere informatie

Risicoanalyse transport spoor

Risicoanalyse transport spoor 2 oktober 2013 Versie 1 locatie Amsterdam Risicoanalyse transport spoor Bestemmingsplan Rouwcentrum Hoogoorddreef E. Dolman Herikerbergspoor 290 Postbus 922 1101 CT Amsterdam 1000 AX Amsterdam e.dolman@dmb.amsterdam.nl

Nadere informatie

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345 KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING N-559-20 TE TONDEN, GEMEENTE I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 I.012547.01 De Hoven N-559-20 Rondweg N-345 N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse

Nadere informatie

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013 20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID

RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L 7.13.2 RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID PRORAIL SPOORONTWIKKELING, PLANVORMING EN INFRA Versie 2.0 16 september 2005 141222/EA5/160/029.062/nve Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3

Nadere informatie

Buitendijkse ontwikkelingen benedenstrooms Zuid-Holland. Voorlopige Nota

Buitendijkse ontwikkelingen benedenstrooms Zuid-Holland. Voorlopige Nota Buitendijkse ontwikkelingen benedenstrooms Zuid-Holland Voorlopige Nota Gedeputeerde Staten Zuid-Holland, 21 april 2009 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...3 2 Aanleiding...5 2.1 Probleemschets...5 2.2 Bestuurlijke

Nadere informatie

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein Externe Veiligheid Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein Opdrachtgever: Aldi Roermond BV Dhr. O. Lebon Postbus 1335 6040 KH Roermond Betreft: Projectnummer: Externe veiligheid Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Middelburg, 3 mei 2006 Nummer: RMW0605090 Afdeling: Milieuhygiëne BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Arrow Terminals B.V. is in bezit van een aantal vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer.

Nadere informatie

Kwantitatieve Risico analyse (QRA) A27 Hoef en Haag

Kwantitatieve Risico analyse (QRA) A27 Hoef en Haag Hoef en Haag revisie 01 19 augustus 2011 Save Postbus 321 7400 AH Deventer Opdrachtgever Gemeente Vianen Postbus 46 4130 EA Vianen datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave 19 augustus

Nadere informatie

Groepsrisicoberekening Nijverdalsestraat Wierden (tussen 113 en 115) projectnummer Einsteinstraat 12a 7601 PR Almelo. Versie: 1.

Groepsrisicoberekening Nijverdalsestraat Wierden (tussen 113 en 115) projectnummer Einsteinstraat 12a 7601 PR Almelo. Versie: 1. Groepsrisicoberekening Nijverdalsestraat Wierden (tussen 113 en 115) projectnummer 150550 Opdrachtgever: Envita Almelo B.V. Einsteinstraat 12a 7601 PR Almelo Versie: 1.0 Plaats, datum: IJmuiden, 17 maart

Nadere informatie

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark

Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark Rapport Kwantitatieve risicoanalyse buisleiding N-533-20 bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers-Koenpark Auteur: Gert-Jan vd Bovenkamp Almere, oktober 2016. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Invoergegevens...

Nadere informatie

QRA propaanopslag Overberg

QRA propaanopslag Overberg QRA propaanopslag Overberg Externe Veiligheid Milieudienst Zuidoost-Utrecht Februari 2012 Definitief QRA propaanopslag Overberg Externe Veiligheid dossier : BA9581 registratienummer : versie : definitief

Nadere informatie

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID HEIDELAAN A ERMELO

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID HEIDELAAN A ERMELO HEIDELAAN A ERMELO GEMEENTE ERMELO 6 februari 2007 Defintief 141223.000504 Beperkte bijwerking d.d. 28 maart 2008 d.d. 4 augustus 2008. Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu

Kwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen. Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Kwantitatieve Risicoanalyse Schutlandenweg, Hoogeveen Door: Jeroen ter Avest - BJZ.nu Samenvatting Initiatiefnemer is voornemens de voormalige kantoorlocatie van De Nederlandsche Bank aan de Schutlandenweg

Nadere informatie

Kwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel

Kwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel Kwantitatieve Risicoanalyse aargastransportleiding Stadslandgoed Barnewinkel Projectbureau externe veiligheid regio Stedendriehoek Opgesteld door: Hansjurgen Heinen Gezien door: Liesbeth Spoelma Datum:

Nadere informatie

ACTUALISATIE ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID PASTOOR VAN DE MEIJDENSTRAAT RAPPORTAGE

ACTUALISATIE ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID PASTOOR VAN DE MEIJDENSTRAAT RAPPORTAGE ACTUALISATIE ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID PASTOOR VAN DE GEMEENTE OISTERWIJK 19 februari 2014 077565769:A - Definitief D01071.000056.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel... 3 1.3

Nadere informatie

MARE demo / gebiedspilot MLV Dordrecht: Berry Gersonius (FloodResilienceGroup, UNESCO-IHE)

MARE demo / gebiedspilot MLV Dordrecht: Berry Gersonius (FloodResilienceGroup, UNESCO-IHE) MARE demo / gebiedspilot MLV Dordrecht: Veilig en zelfredzaam eiland Berry Gersonius (FloodResilienceGroup, UNESCO-IHE) Ellen Kelder (Gemeente Dordrecht) Veilig en zelfredzaam eiland 1. Bescherming 2.

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie