Versie: november

Transcriptie

1 Versie: november

2 Inhoudsopgave 1) Aanmelden pup 03 2) Behandeling acute diarree ) De eerste nacht bij u thuis ) Benchtraining ) Inentingen en ontwormen ) Titeren/vaccicheck 07 7) Lichamelijke belasting bij een jonge hond ) Opvoeding. 10 9) Ontvlooien ) Trimmen 11 11) Vachtverzorging ) Voedingslijst ) Zindelijkheid ) Zoönoses: ziektes die mensen van honden kunnen krijgen.. 16 Versie: november

3 1) Aanmelden pup Denk eraan dat u verplicht bent om uw pup aan te melden bij een door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voeding goedgekeurde databank. Bijvoorbeeld de Raad van Beheer of Petlook. Voor meer informatie kijk op: ) Behandeling van acute diarree Geef om de 3 tot 4 uur eten (dus laat de hond niet vasten); meestal kan het normale voer gebruikt worden, tijdelijk kan mager vlees (kip), gekookt ei of kwark gebruikt worden met goed gekookte witte rijst, witbrood of beschuit; er zijn ook speciale dieetvoeders verkrijgbaar voor honden met diarree; als drank kan thee, bouillon, gekookt water of een elektrolytendrank (O.R.- ACE) gegeven worden; geef geen melk, bruinbrood of blikvoer; bij ernstige diarree geeft u het volgende recept: Brinta (of rijstmeel) met WATER (zo dik als mogelijk, maar nog juist uit een glas drinkbaar); per halve liter wordt een drievingergreep zout toegevoegd. Hiervan zo veel als mogelijk geven of ingeven, bijvoorbeeld om de 10 minuten; later kan aan deze vloeistof een hard gekookt ei worden toegevoegd; door dit recept stopt het braken sneller, stopt de diarree sneller en het is vooral geschikt voor jong pups! De meest voorkomende oorzaak van diarree is een infectie met virussen (er zijn erg veel virussen die acute diarree kunnen veroorzaken) of bacteriën, maar kan ook ontstaan door veranderingen in het dieet. Bij bloederige diarree is het zinvol ook de ontlasting te laten onderzoeken op wormeieren. Bloedonderzoek moet plaats vinden als er al andere problemen waren voor de diarree begon: bijvoorbeeld veel drinken, veel plassen of braken. 3) De eerste nacht bij u thuis Laat de pup nog zo laat mogelijk uit; daarna in de bench op een rustige plaats; gaat de pup huilen, geef er aan toe en laat de pup even buiten; daarna terug in de bench; niet met de pup spelen of knuffelen; geen water in de bench; als de pup weer gaat huilen, moet u de pup negeren; eventueel zachtjes de radio aan; eventueel wekker in een handdoek gewikkeld in/bij de bench leggen. Versie: november

4 4) Benchtraining Het op een positieve manier aanleren van het hebben van een eigen plek waar de hond zich terug kan trekken. Het gebruik van een bench is niet iets normaals voor een hond. Een hond zal een bench niet zomaar als zijn plekje zien. Veel fokkers laten de pups in het nest al wennen aan een bench, maar ervaring leert, dat dit lang niet altijd gebeurd. Wanneer dit wel gedaan wordt, gaat het aanleren van de bench een stuk makkelijker. Wanneer een pup dit niet vanuit het nest heeft meegekregen moet u dus zelf bij het begín beginnen en kleine stapjes maken. Een hond gaat niet zomaar opeens in een afgesloten hokje liggen slapen. Daar zal hij aan moeten wennen. Aan ons als eigenaren de taak om dit goed te begeleiden zodat ze hond de bench als iets positiefs gaat zien. Wat zijn de voordelen van een bench? Er zijn verschillende redenen waarom u ervoor kunt kiezen om een bench te gaan gebruiken. Zo helpt het bijvoorbeeld bij het zindelijk maken van uw pup. Van nature zal een pup niet zomaar zijn eigen nest bevuilen. Wanneer hij dus in een bench slaapt, zal hij eerder proberen zijn plasje op te houden dan wanneer hij in een mand los in de kamer ligt. Hij kan dan ergens anders zijn behoefte doen en vervolgens terug naar zijn slaapplekje. Daarnaast is het fijn voor de pup om een eigen rustplek te hebben. Een plek zonder prikkels en waar hij zich lekker terug kan trekken wanneer hij daar behoefte aan heeft. Hierdoor zijn de rustmomenten ook erg kwalitatief. Er is geen afleiding of iets dergelijks. Een (reis)bench is ook nog makkelijk mee te nemen. Dus ook wanneer uw hond gaat logeren of meegaat naar de camping bijvoorbeeld, kunt u zijn eigen plekje meenemen. Wat is een goede plek voor de bench? Maar waar gaat u die bench nu neerzetten? Ervaring leert dat u de bench het beste in de woonkamer kunt zetten. Ergens in een hoek waar de pup vanuit de bench ook nog overzicht over de kamer heeft, is het fijnste. Dan staat hij ook niet zo midden in de kamer en is de bench het meest prikkelvrij. Om nog meer prikkels weg te halen uit de bench is het ook aan te raden om er een kleed of iets dergelijks overheen te leggen. Zet de bench niet in een aparte ruimte. In dat geval heeft uw pup niet altijd toegang tot de bench en kan hij zich dus niet terug trekken wanneer hij hier behoefte aan heeft. De eerste nachten staat de bench naast uw bed. Wanneer de pup wakker wordt en zich eenzaam voelt, kun u even uw hand in de bench laten zakken en is de kans groot dat hij weer verder gaat slapen. Het geeft de pup een veilig gevoel. Daarnaast hoort u het ook als hij wakker wordt voor een plasje. Even snel eruit en weer lekker verder slapen. Naarmate de pup went aan de bench en langer doorslaapt 's nachts kunt u de bench steeds wat verder weg zetten en uiteindelijk gewoon in de woonkamer laten staan. Hoe groot moet een bench zijn? Benches zijn niet altijd heel goedkoop. Het is daarom handig om vooraf te bedenken hoe groot uw hond ongeveer gaat worden als hij volwassen is en of u hem dan nog steeds een bench aan wilt bieden? Indien het antwoord ja is, kunt u Versie: november

5 namelijk besluiten om de bench wel als zijn plek te blijven gebruiken, maar niet meer het deurtje dicht te doen. Dan kan hij dus zelf kiezen of hij erin wil liggen. Wanneer u een bench koopt op de grootte van de volwassen hond, is het verstandig om deze te verkleinen voor de pup. Wanneer een pup namelijk teveel ruimte heeft in de bench, zal hij in de ene helft gaan slapen en in de andere helft zijn behoefte doen. Hier is dan ruimte genoeg voor. Als u de bench verkleint, is de kans groot dat hij zijn slaapplek schoon houdt en dus ook zijn best doet om zijn plasje langer op te houden. De bench kunt u verkleinen door er bijvoorbeeld een doos in te zetten (let hierbij wel op of deze gesloopt kan worden) of een benchverkleiner te gebruiken. Een andere optie is om een kleinere bench te kopen en op een later moment pas een grotere bench. Hoe laat ik de hond wennen aan de bench? Misschien wel het belangrijkste aandachtspunt, ga uw pup niet dwingen! Het wennen aan de bench doet u in kleine stapjes. Is uw pup bij de fokker al gewend aan een bench, bent u al verder in dit proces. Wanneer uw pup in huis komt, moet de bench er al staan. Uw pup snuffelt lekker wat af en zal zo ook vanzelf de bench tegenkomen. Wanneer u de pup eten gaat geven zet u zijn bakje in de bench. Vindt hij dit nog te eng, zet dan het bakje net voor de bench. U kunt dit opbouwen door bijvoorbeeld een koekje net op het randje te leggen en dan steeds een stukje verder naar binnen. Zo legt de pup ook weer een positieve associatie met de bench koekjes! Gaat de hond ook in de bench slapen? Het gaan slapen in de bench zal niet vanzelf gaan. U moet uw pup hierbij begeleiden. Wanneer u merkt dat uw pup ergens in de kamer in slaap aan het vallen is, kunt u hem oppakken en in de bench leggen. Blijf er dan nog even bij zitten tot hij in slaap valt. Wanneer hij slaapt, loopt u weg en laat u het deurtje nog open. Later kunt u ook het deurtje dicht doen, daarna ook op slot et cetera. Kijk goed naar uw hondje wat geeft hij aan. Vindt hij de situatie ok? Of gaat u te snel? In de nacht gaat het deurtje uiteraard wel meteen dicht en op slot. Dit ook voor een stukje veiligheid omdat u zelf ook slaapt. Kan ik mijn hond alleen thuis laten in de bench? Een bench is ook een veilige plek om uw pup alleen thuis te laten. Zowel voor uw pup zelf als voor uw meubels. Maar ook dit moet u weer opbouwen. Begin hier ook pas mee wanneer hij al gewend is aan de bench. Begeleidt uw pup met een beloning naar de bench, doe het deurtje dicht en loop bijvoorbeeld de kamer uit. U kunt bijvoorbeeld beginnen met 1 minuut. Kom daarna weer terug, doe de bench open en beloon hem weer. Door het steeds weer belonen blijf de pup de bench met iets leuks associëren. Ook dit bouwt u op deze manier steeds weer verder uit. Wanneer u even de kamer uit bent en uw pup begint te piepen, ren dan niet te snel terug naar de bench. Dan leert u hem namelijk dat wanneer hij gaat piepen, u terug komt en hij uit de bench mag. Wacht rustig tot hij stil is, ga dan terug en beloon hem. Maak kleine stapjes. Versie: november

6 Wat moet ik doen als mijn hond gaat piepen in de bench? Er zullen vast en zeker momenten zijn dat uw pup gaat piepen in de bench. Probeer eerst voor uzelf te bedenken wat hiervoor de reden kan zijn. Moet hij plassen? Voelt hij zich alleen? Is hij ziek? Of is het gewoon aandacht vragen? Wanneer uw pup zich alleen voelt, is het waarschijnlijk voldoende om er even bij te gaan zitten. Dit geeft een stukje veiligheid voor de pup waardoor hij weer rustig wordt en in slaap zal vallen. Het kan ook zijn dat hij om aandacht aan het vragen is als een soort van protest. Houdt in gedachten dat het aanleren van de bench een leerproces is. Het is dus echt niet erg om dit soort momenten even te negeren. Is hij bijvoorbeeld net wakker geworden? Wacht tot hij stopt met piepen, en laat hem dan uit de bench met een beloning. Ga zeker niet op de bench slaan. Hierdoor stopt uw pup met piepen, maar omdat hij is geschrokken en bang is. Hierdoor gaat hij de bench dus als iets engs zien en zal hij er niet meer in willen en dat is nou precies wat u niet wilt. Aandachtspunten: Het kan voorkomen, dat u nog zo uw best doet maar het toch niet wil lukken. Loop dan even de volgende punten na: helpt het als u de bench op een andere plek zet? Misschien heeft uw pup op de huidige plek nog te veel prikkels? Of juist te weinig overzicht Wat ligt er in de bench? Misschien is het kussen te warm. Sommige honden vinden het fijn om gewoon op een heel dun kleedje te liggen in plaats van op een lekker dik zachte kussen. Wat voor soort bench heeft u? Er zijn benches van veel verschillende materialen; metaal, nylon, plastic et cetera Wellicht voelt uw pup zich fijner in een ander soort bench. Te weinig ruimte? Misschien kan uw hondje niet tegen de kleine bewegingsruimte. Er zijn ook puppyrennen. Deze kunt u aan de bench zetten. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld het deurtje van de bench open laten wanneer u weg bent. Uw hondje kan dan in de bench gaan liggen, maar ook in de ren. Of misschien heeft hij echt een hekel aan de bench? Misschien gaat het dan beter wanneer u hem met een mand in een afgesloten kamer legt waar hij niets stuk kan maken. Kort samengevat; in kleine stapjes opbouwen, kijk naar uw pup of u te snel gaat of niet en maak de bench een leuk ding. Gebruik deze dus zeker niet als strafplek! 5) Inentingen en ontwormen De pup krijgt met de leeftijd van 10 weken de volgende inenting. En met 14 weken moet uw pup nogmaals ingeënt worden. Daarna eens per jaar. Vermijdt tot dat hij volledig ingeënt is, zo veel mogelijk uitlaatveldjes en dergelijke. Net voor de inenting kunt u de pup het best ontwormen. Hiervoor kunt u het beste naar uw dierenarts gaan. Uw pup is bij de fokker al 1x maal ingeënt na zes weken en minimaal 3x ontwormt. Het is het beste om uw hond 2 of 3x per jaar te ontwormen. Versie: november

7 6) Titeren/vaccicheck Wat is titeren? Door het afnemen van een druppeltje bloed van de hond kan via de vaccicheck antilichamentest worden bepaald of er nog voldoende antilichamen (antistoffen) in het bloed aanwezig zijn. Hierdoor kunt u dus zien of er wel of niet gevaccineerd moet worden waardoor de hond of kat niet hoeft te worden belast door onnodige en/of overbodige vaccinaties. Op welke antilichamen wordt er getiterd? Met vaccicheck worden de antilichamen gemeten bij de hond van de drie vaccins die in de cocktail zitten, te weten: Hondenziekte (Canine Distemper Virus of CDV), lnfectieuze Hepatitis (Canine Adeno-2 Virus of CAV-2; ook tegen CAV-1), Parvo (Canine Parvo-2 Virus of CPV-2). Waarom wordt er niet op rabiës getiterd? Omdat dit ongeacht de uitslag een wettelijk verplichte enting is en er niet via een test hierop uitzonderingen mogen worden gemaakt. U moet dus altijd over een geldige Rabiësenting beschikken als de hond meegaat naar het buitenland. Waarom wordt er niet op Leptospirose (zoals de ziekte van Weil) getiterd? Omdat Leptospirose een bacteriële infectie is, waarvoor geen titerbepaling mogelijk is. Voor een virusziekte kan dat wel. Daarnaast is de Lepto-vaccinatie maar voor een korte bepaalde tijd werkzaam (het is een dood vaccin) waardoor het ook geen zin heeft. Hoe gaat het in z'n werk en hoe lang duurt het voordat de uitslag bekend is? Er wordt een druppeltje bloed afgenomen bij de hond en dit wordt in de vaccicheck gedaan. De test zelf duurt een half uurtje maar dit is afhankelijk van de werkwijze van de dierenarts. Er zijn dierenartsen die bijvoorbeeld 'titerdagen' organiseren en dan wachten ze tot ze zoveel mogelijk tests tegelijk kunnen doen. Er kunnen maximaal 12 dieren getest worden met één vaccicheck en dan kan het dus zijn dat u pas een paar uur later de uitslag krijgt. Gaat u met een groep, dan zal normaliter eerst bij alle honden het bloed worden afgenomen waarna de vaccicheck dus gestart kan worden en zodra de uitslagen bekend zijn, worden de paspoorten ingevuld en afgetekend. Indien nodig worden de honden uiteraard ingeënt. Vraag dus gewoon even van tevoren naar de werkwijze. Is een titerbepaling officieel erkend? De Raad van Beheer heeft de titerbepaling erkend. Dit is te lezen in de door de Raad van Beheer gepubliceerde Raadar, uitgave januari 2015, pagina 7 onderaan. Link: anuari.pdf Titerbepaling pensions is toegestaan Volgens de NVWA mogen titerbepalingen bij honden ook worden ingezet om aan de vaccinatieplicht te voldoen van pensions en asielen. Wanneer de dierenarts hier gebruik van wil maken, lijkt dit dan ook passend voor de wettelijke vaccinatie eisen die gesteld worden voor bedrijfsmatig gehouden honden. De dierenarts Versie: november

8 moet wel zorgen voor een goede onderbouwing en duidelijk aangeven wanneer vaccinaties gegeven c.q. herhaald moeten worden. De titerbepaling heeft betrekking op Parvo, HCC en Distemper bij de hond. Is een titerbepaling ook geldig in het buitenland? Wanneer een hond naar het buitenland gaat, is in ieder geval een geldige Rabiësenting een verplichting. Kijk voor de verplichtingen op de diverse daarvoor bestemde sites (zoals en de ambassade van het betreffende land. Beter teveel geïnformeerd en goed voorbereid dan ter plaatse tegen problemen aanlopen met alle gevolgen van dien. Wat zijn de kosten voor het titeren? Vaccicheck heeft een beperkte houdbaarheid. Daarom zullen dierenartsen die niet regelmatig titeren vaak een hogere prijs berekenen. Indien er echter meerdere honden tegelijk getiterd wordt, dan hebben de meeste artsen daar speciale voordelige tarieven voor. Informeer van te voren. In ieder geval dat de kans heel groot is dat u na 1x titeren voor jaren klaar bent, dus die kosten van het (drie-) jaarlijks inenten steekt u dan al in uw zak! Voor een individuele vaccicheck worden prijzen tussen de 50 en 70 berekend. Voor een vaccicheck met meerdere honden komt u al snel rond de 40 uit. Let op: wanneer in Nederland een dierenarts het bloed opstuurt naar een laboratorium, dan gebeurt dit dus niet met de vaccicheck en zijn de kosten aanzienlijk hoger. Wanneer beginnen met titeren? Steeds meer fokkers stappen over naar eerst titeren en dan pas vaccineren. Het voordeel daarvan ís dat een pup die op het goede moment wordt gevaccineerd slechts 1 vaccinatie nodig heeft in plaats van de gebruikelijke 3. Een pup krijgt van de moeder in de eerste 12 uur de antilichamen mee met de biest. Deze antilichamen van de moeder worden ook wel maternale antilichamen genoemd. Indien de moeder geen antilichamen heeft, kan ze deze dus niet doorgeven aan haar pups en zijn deze dus niet beschermd! Het is dus aan te raden om voordat de dekking gaat plaatsvinden de teef te titeren en indien nodig te vaccineren. Hoe lang de maternale antilichamen aanwezig zullen zijn, is per pup/nest verschillend. De ene pup is er met 6 weken al doorheen en moet dan gevaccineerd worden, maar er zijn er ook die pas met 20 weken geen maternale antilichamen meer hebben en dan pas gevaccineerd hoeven te worden. Wat het belangrijkste ís om te weten is dat zolang een pup nog over de maternale antilichamen beschikt, de kans zeer groot is dat een vaccinatie niet aan zal slaan. Dat is ook één van de redenen dat pups in Nederland en België 3x keer een puppyvaccinatie krijgen. Dit in de hoop dat er eentje aan zal slaan. Door te titeren is inmiddels al vast komen te staan dat er ontzettend veel jonge honden het hele eerste jaar (deels) onbeschermd rondlopen. Nu komen infectieuze Hepatitis en Distemper vrijwel niet meer voor maar Parvo wel en het is dan ook van groot belang dat u uw hond daartegen beschermt. Daarom wordt Parvo ook als uitgangspunt genomen voor het juiste tijdstip van vaccineren. Wat indien er wel gevaccineerd moet worden? Dan kan dat in principe meteen gebeuren. Een arts die meer naar het welzijn van de hond kijkt dan naar de inhoud van zijn/haar portemonnee, zal altijd kijken welke inenting het meest in aanmerking komt en de minste 'schade' aanbrengt in Versie: november

9 plaats van direct de grote cocktail erin te zetten. Uiteraard kan het ook zo zijn dat dat wel nodig is dus het is niet per definitie slecht. Onderbouwing over het waarom maakt dingen vaak al veel duidelijker. Overigens is het grote onzin dat een cocktail altijd met het leptospirosevaccin gegeven moet worden. Let wel: het is makkelijk voor een dierenarts om dit met bijvoorbeeld het leptospirosevaccin te doen, omdat dit vaccin dan als oplosmiddel kan worden gebruikt voor de DHP. Een verantwoordelijke dierenarts zal juist adviseren om nooit meerdere vaccinaties tegelijk te zetten omdat dit een enorme aanslag is voor de hond. Dus deze zal de DHP met een apart oplosmiddel (fysiologisch zout) zetten en adviseren om later terug te komen voor eventueel een Leptospirose- of Rabiësvaccinatie. Overigens is het wel aan te raden om eerst zelf een weloverwogen besluit te nemen of het vaccineren van Lepto wel nodig is. Het is geen onschuldige vaccinatie. Voor meer informatie kunt u eens kijken op internet. Meer informatie: op de website van de leverancier van de vaccicheck vaccicheck vindt u meer informatie. 7) Lichamelijke belasting bij een jonge hond Met een pup of jonge hond kan geen lange wandelingen gemaakt worden. Voor de duur van de wandeling is een ezelsbruggetje: 5 minuten maal het aantal maanden dat de hond oud is. Met een pup van 3 maanden loopt u dus maximaal 5 maal 3 minuten per keer. U kunt wel meerdere keren per dag lopen. Om de hond toch aan een andere omgeving te laten wennen dan de directe omgeving rondom zijn huis, kunt u hem met de auto meenemen naar bijvoorbeeld het bos en daar een kort stukje lopen. U kunt hem hier ook los laten lopen. De pup leert dan zowel netjes aan de lijn lopen als ook dat hij als hij los is- op de baas te letten. Meelopen langs de fiets kan pas als de hond volgroeit is, maar in ieder geval niet voor hij 12 maanden oud is. U kunt de pup wel al laten wennen aan het lopen naast de fiets zodat hij er op latere leeftijd niet bang voor is. Ook voor de duur van het lopen langs de fiets bestaat er een formule: 5 minuten keer het aantal maanden dat de hond oud is, gedeeld door 4. Bij een hond van 12 maanden is dat dus: 5 keer 12 is 60 minuten, gedeeld door 4 is 15 minuten per keer. Pas het tempo van het fietsen aan uw hond aan. De bedoeling is dat hij in een rustige draf naast de fiets loopt. Fiets niet met de hond als het buiten warm is, wacht dan tot het s avonds afgekoeld is. Fietsen is een prima manier om de hond in conditie te houden, lichamelijk zal hij vermoeid raken. Omdat de hond echter weinig kans krijgt om te snuffelen, zal hij geestelijk niet vermoeid raken en vaak na de fietstocht toch nog verveeld zijn. Over het spelen vermelden we nog, dat zolang de hond nog niet volgroeid is, voorzichtig om moet gaan met het gooien met ballen en stokken. Ballen en stokken komen vaak anders neer dan de hond verwacht, waardoor hij geforceerde bewegingen maakt. Hierdoor kunnen blessures ontstaan. De groeischijven van de meeste honden zijn pas op een leeftijd van 9 maanden volgroeid. Versie: november

10 Pas ook op met het laten spelen op een gladde vloer. Laat een pup geen traplopen of uit een auto springen. Omdat ze geen sleutelbeenderen hebben, is dit een zware belasting voor pups. Als u uw pup wilt leren traplopen, doe dat dan bijvoorbeeld in een winkelcentrum waar trappen zijn met brede treden, zodat u de borst van de pup kunt ondersteunen (en zo de klappen kunt opvangen!). Het kreupel lopen komt bij jonge honden relatief vaak voor. Bovengenoemde oorzaken kunnen hier debet aan zijn. Een andere oorzaak is een te snelle groei van de hond, waardoor groeipijnen optreden. Deze groeipijnen komen bij sommige rassen relatief vaker voor dan bij andere. In de literatuur wordt vaak gesproken over een relatie tussen voeding en groeipijnen. Vooral een hoog eiwitgehalte (zoals we vaak in pupvoer zien) zou hier debet aan zijn. Indien uw jonge hond een aantal dagen achter elkaar kreupel loopt of pijn vertoont bij het opstaan of gaan liggen, raadpleeg dan altijd uw dierenarts. 8) Opvoeding Een pup kauwt op alles. Hij begrijpt niet dat het een dure schoen is of een tafelpoot waar hij zijn kauwbehoefte op botviert. Geef de pup zijn eigen kauwspeelgoed. Geef hem geen oude schoen, want verschil tussen oud en nieuw kent hij niet. Zodra de pup op iets kauwt wat niet mag (handen, kleding, schoenen, meubels enzovoorts), zegt u streng nee tegen hem en pakt u het verboden voorwerp af en geeft u hem zijn eigen speelgoed. U ruilt dus. Prijs hem als hij op zijn eigen speelgoed kauwt. Bedenk of wat u nu leuk vindt van uw pup, over een jaar ook nog leuk is. Zo nee, leer hem dan nu al wat niet mag. Bijvoorbeeld blijven blaffen, op bed slapen, tegen u opspringen en bedelen. De hond begrijpt niet dat hij niet mag springen als u een goede broek aan heeft en/of als hij net in het water heeft gelegen en wel als u een oude broek aan heeft. Wees dus consequent. Gebruik voor een bepaald commando steeds hetzelfde woord en spreek dat uit op dezelfde toon. Niet de ene keer helder en opgewekt kom. en de volgende keer op barse toon hierrrr. De pup zal niet meer weten waar hij aan toe is en Versie: november

11 waarschijnlijk niet reageren zoals u wilt. Wees serieus en laat u niet van uw stuk brengen door speelse dartelheid of droevige bruine ogen. Een goede hond gehoorzaamt omdat hij zijn baas plezier wil doen, niet omdat hij bang is voor de baas. Leer uw pup al jong dat hij weleens alleen thuis moet blijven. Begin met korte periodes, beloon hem als hij braaf is en maak de periodes geleidelijk wat langer. Leer uw hond dat hij ook weleens alleen in de auto moet achterblijven. Doe dat s zomers als het warm is echter nooit! Uw pup mag nog niet mee met een flinke wandeling, spelen in en om het huis is voorlopig genoeg voor hem. Meer en vooral geforceerde beweging is buitengewoon schadelijk voor zijn gewrichten en gewrichtsbanden. Spelen met andere honden in het park is een goede vorm van bewegen. Laat uw jonge hond ook geen trap lopen als het kan. 9) Ontvlooien In de winter: 1x per 3 maanden. In de zomer: 1x per maand in verband met teken. Wij zelf gebruiken Frontline (verkrijgbaar bij de dierenarts of betere speciaalzaak). 10) Trimmen Trimmen gebeurt de eerste keer op een leeftijd van ongeveer 6 maanden. Laat uw hond plukken bij een ervaren Engels cocker spanieltrimmer/trimster. Een volwassen cocker moet iedere 3 à 4 maanden getrimd worden, waarbij de doden haren met de hand worden uitgetrokken (dit doet geen pijn!) en waarbij minimaal gebruik van een schaar mag worden gemaakt en helemaal niet de tondeuse! Voor het goed trimmen van de Engelse cocker spaniël heeft u nodig: een scherpe schaar een efileerschaar een middelfijne kam een borstel rubber teldopjes (voor op de vingers) Zorg ervoor dat voordat u met trimmen begint de hand geheel klitvrij is. We beginnen met het hoofd. De vacht hiervan moet kort en glad zijn. De lange haren op de schedel worden met de duim en wijsvinger weggeplukt. Versie: november

12 Ook de lange haren boven de oren, dus bij de ooraanzet worden weggeplukt. Het plukken gebeurt altijd met de inplant van de haren mee. Eventueel kunt u de rubber teldopjes gebruiken. Nooit een schaar gebruiken; het haar wat aangroeit, is vaak dikker en moeilijker te plukken Door dit geregeld te doen, blijft de hond zijn mooie hoofd houden. Als u het oor omhoog tilt, ziet u rond de gehooringang lange haren. Deze knipt u met de efileerschaar (of een gewone scherpe schaar) gelijkmatig weg. Hierdoor voorkomt u het broeien in het oor, waardoor oorontsteking kan ontstaan en kunt u het oor beter schoonmaken als het vuil is. De lange haren van de keel tot het borstbeen moet u met de efileerschaar gelijkmatig wegknippen. Aan de borstharen moet u niet knippen. Alleen als ze erg lang zijn, kunt u ze wat bijpunten. De nek, ribben en schouderpartij flink borstelen. Als de vacht erg wollig is, kunt u met een niet te grove kam (bijvoorbeeld Spratt 72) de vacht doorkammen om zo het te veel aan dood en wollig haar te verwijderen. Houd hierbij de duim tegen de kam. De haren op de ribben, die wel eens breeduit staan, moeten verwijderd worden. Als u van bovenaf op de hond kijkt, mogen er geen haren meer opzij steken. De buikharen mag u nooit wegknippen, hooguit wat bijpunten als ze erg lang en vlassig worden. Versie: november

13 De dijen met borstel, kam en door te plukken zo glad als mogelijk maken. Het haar aan de achterkant van de achterbenen iets langer laten worden dan het kniegewricht. De pluim van de staart moet weggeknipt worden. Aan de onderkant van de staart het haar kort efilileren. De onderkant van het achterbeen heet hak. Het te veel haar aan de binnen- en buitenkant van de hakken zoveel mogelijk wegplukken en met de fileerschaar bijwerken. Aan de achterkant de haren uitdunnen en (niet te) kort afknippen. Als de broek te lang is, kunt u deze wat bijknippen. Niet hoger wegknippen dan de hak. De haren van de dijen moeten mooi overgaan in de broek. Als uw cocker rondom de anus erg behaard is, dan efileert u ook deze haren voorzichtig weg. De lange haren aan de voorkant van de voorpoten moet u glad plukken. De haren aan de achterkant van de voorpoten, moet u nooit knippen, alleen wat bijpunten als ze erg lang en vlassig zijn. Zorg er wel voor dat de bevedering niet op de grond komt. Dit kunt u voorkomen door de bevedering naar beneden te kammen, wat nu voorbij het voetje steekt, knipt u weg! De haren die aan de zijkant van de voorbenen uitsteken, plukt u weg. De uitstekende haren om de voetjes wegknippen en bijwerken met de efileerschaar zodat het een mooi gesloten geheel wordt. Versie: november

14 De haren onder de voetjes met de voetzooltjes gelijk knippen (niet het haar tussen de zooltjes verwijderen). Kijk nu of de nagels niet te lang zijn. Als ze te lang zijn, moet u knippen. Let op dat u niet in het leven knipt, dat is de ader die door de nagel loopt. Voor het knippen zijn speciale scharen te koop (bijvoorbeeld het guillotinemodel). De nagels van de vijfde teen aan de voorpoten komt niet op de grond. Kijk of deze niet te ver doorgroeit en in het vlees terecht komt, wat erg pijnlijk is. De geknipte nagels nog even glad maken om inscheuren te voorkomen. Uw hond moet 3x per jaar getrimd worden. Wilt u dat uw cocker wordt getrimd door een professional, bel ons dan op tel. (077) / mobiel: en maak een afspraak! 11) Vachtverzorging Minstens 1 of 2x per week goed doorkammen. Controleer ogen, oren en tanden. Oren 1x per maand schoonmaken met oorcleaner (dierenarts). Peuter hierbij niet in oren. Wen uw pup er al jong aan om stil op een tafel te staan of te liggen en zich te laten kammen, borstelen en zijn gebit te laten zien. De vacht van alle cockers moet u regelmatig onderhouden, dat wil zeggen dat u de vacht van de hond 1 of 2 keer per week goed doorkamt en borstelt. Gebruik eerst de masseerborstel (dit is een langwerpig blok rubber met buigzame rubberpunten) Daarna de vacht goed doorkammen. Hierbij gebruikt u een grove kam voor de bevedering aan oren, voorbenen, borst, buik, achterbenen en broek. Gebruik hierna de fijnere kam (bijvoorbeeld Spratts no. 72 of de nog fijnere no 73) zodat u het dode haar verwijderd Kammen en borstelen moet u altijd met de inplant van het haar meedoen. Klitten komen vaak voor achter de oren, in de oksels en in de liezen. Probeer ze met de hand of met de grove kam te Versie: november

15 Voor meer informatie over vachtverzorging: zie Trimmen. ontwarren. Als dit niet lukt, kan u ze met een scherpe schaar inknippen en ze daarna ontwarren. Als ze te groot zijn, moet u ze met een scherpe schaar voorzichtig wegknippen. Af en toe wassen kan geen kwaad. Gebruik hiervoor een goede hondenshampoo. Om de vacht weer mooi aanliggend te krijgen, kunt u wat crèmespoeling gebruiken. Spoel de vacht goed uit en zorg dat er geen shampoo in de ogen of oren van de hond komt. De hond na het wassen goed droog wrijven en in een warme, tochtvrije ruimte laten drogen. Eventueel kunt u de hond droog föhnen. Een natte hond nooit mee naar buiten nemen, honden zijn erg gevoelig voor afkoeling. 12) Voedingslijst 3x per dag 50 gram puppybrokjes. Indien nodig een beetje vlees of een eetlepel van een blikje Pedigree Pal. Zorg altijd voor vers drinkwater. Als de pup vijf maanden oud is, overstappen op 2x daags ongeveer 120 gram Adult-brokken. De pup is gewend ProPlan pup zalm-brokjes (Sensitive Skin) te eten. 13) Zindelijkheid Begin direct uw pup zindelijkheid bij te brengen. Geef hem op vaste tijden te eten en laat hem vaak uit. Als uw pup in kringetjes loopt, bij de deur zit en u bezorgd aankijkt, moet u onmiddellijk met hem naar buiten gaan. Beloon uw pup als hij buiten zijn behoefte heeft gedaan. Hij zal snel het verband leggen tussen buiten zijn behoefte doen en de beloning. Geef de pup ook een commando als hij buiten gezet is, bijvoorbeeld plasje doen. In het begin zal als de pup buiten zijn behoefte doet een toeval zijn, maar blijf belonen zelfs zo dat uw buren beginnen te twijfelen of het met ú wel goed gaat. Wanneer laat u de pup uit? s morgens vroeg; direct nadat hij geslapen heeft; als hij een tijdje alleen is thuis geweest; direct na het eten; direct na het spelen; als hij het aangeeft; s avonds laat voor u naar bed gaat. Versie: november

16 Natuurlijk zal er wel eens een ongelukje gebeuren. Als u ontdekt dat hij zijn behoefte in huis heeft gedaan, schreeuw dan niet tegen de pup, sla hem niet en wrijf niet zijn neus erin. Hij zal ineenkrimpen van angst en zal niet het verband kunnen leggen tussen uw straf en zijn vergrijp. Als u hem op heterdaad betrapt, neem hem dan mee naar buiten om daar verder te gaan. Doet hij buiten nog iets, dan beloont u hem natuurlijk. 14) Ziektes die u van uw hond kunt krijgen (zoönoses) Zoönoses zijn ziektes die van dier op mens over kunnen gaan. De overdracht van dier op mens kan plaatsvinden via aanraken maar ook via de lucht. Gelukkig worden de meeste honden in Nederland goed verzorgd en gevaccineerd en hoef u dus niet direct in paniek te schieten de volgende keer dat uw hond uw gezicht komt likken. Wees alleen alert op de signalen en bij twijfel ga naar de dierenarts. Hondsdolheid (rabiës) Hondsdolheid (ook wel rabiës genoemd) is een virusinfectie van de hersenen. Het virus wordt overgedragen door besmette dieren en in 99% van de gevallen zijn dit honden. Dit is een zeer ernstige infectie van het zenuwstelsel. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus en is dodelijk. Symptomen zijn griepachtige verschijnselen, hyperactiviteit, krampen en verlamming. Het virus wordt meestal overgebracht via speeksel van een besmet dier. Bijvoorbeeld als een persoon door een dier gebeten wordt. Gelukkig komt hondsdolheid op dit moment nagenoeg niet voor in Nederland. In de rest van de wereld echter wel. Als u op vakantie gaat, zorg dan dat u uw hond vaccineert tegen rabiës! Ziekte van Weil (Leptospirose) Leptospirose is een ziekte die bij honden voorkomt, maar ook mensen en andere dieren kan besmetten. Het is een ernstige, soms dodelijke bacteriële infectie met een bacteriesoort die we spirocheten noemen. De ziekte van Weil komt in heel Europa voor, dus ook in Nederland. Verspreiding van de ziekte vindt plaats via de urine van besmette honden. Bijvoorbeeld door likken of snuffelen van hond tot hond, via besmet stilstaand (drink)water of voer, of vochtige bodems (modder). Bij mensen verloopt de ziekte van Weil bij iedereen anders. Sommige mensen merken weinig van de ziekte. Maar de ziekte kan ook levensbedreigend zijn. De eerste fase duurt 4 tot 7 dagen en gaat gepaard met koorts, hoofdpijn en spierpijn. Ernstige complicaties zoals plotseling nierfalen, geelzucht, hartritmestoornissen, bloedingen en shock komen ook voor in deze fase. De tweede fase duurt 4 tot 30 dagen en gaat gepaard met het verdwijnen van de bacteriën uit het bloed en de meeste weefsels. U kunt dan last hebben van ontsteking van de voorste oogkamer, hersenvliesontsteking, hersenontsteking en ontsteking van het ruggenmerg. Leverproblemen die in de eerste fase zijn ontstaan kunnen voortduren in deze fase. Ringworm (schimmel) Schimmelinfecties komen vaak voor bij de hond en kat en zijn erg besmettelijk tussen dieren onderling, maar ook tussen dieren en mensen! De klachten kunnen variëren van kale plekken, korstjes en schilfers op de huid, een rode huid en soms jeuk. Het zijn aspecifieke klachten. Als u zelf rode ronde plekjes of plekken Versie: november

17 op de huid heeft die jeuken en ruw zijn, is het raadzaam uw huisarts te raadplegen. Ringworm is gelukkig goed te genezen. Spoelworm Spoelwormen komen bij de hond vaak voor. Zo'n 20 procent van de Nederlandse bevolking heeft ooit contact gehad met spoelwormen. Vaak gaat de aandoening onopgemerkt voorbij, soms treden er klachten op als buikgriep, hoesten, spierpijn of algehele malaise. Een buitengewoon ernstige vorm, die gelukkig zeer zelden voorkomt, is de Larva Migrans in het oog, die tot gezichtsverlies kan leiden. Vooral kinderen lopen gevaar bij contact met besmette grond. Uit recentelijk onderzoek in Utrecht is gebleken dat 25% van de parken en 59% van de openbare zandbakken met deze wormeieren besmet zijn! Schurft Schurft is ook een zoönose. Eigenaren die intensief contact hebben met hun huisdier kunnen gemakkelijk de infectie overnemen. Echter de mijt heeft wel een voorkeur voor de hond. Daarom als de hond wordt behandeld, verdwijnt de jeuk meestal vanzelf bij de eigenaar. Vaak ziet u rode plekjes op de armen. Door de jeuk aan de armen zal er veel gekrabd worden. In dat geval is een bezoek aan de huisarts nodig om de diagnose te stellen. De mijt is gelukkig niet in staat zich voort te planten op de mens en de infectie loopt dood: na een week of vier is de infectie over. Giardia Giardia is de meest voorkomende maagdarmparasiet bij honden. Een Giardiainfectie is zeer besmettelijk en kan bovendien van dier op mens worden overgedragen. Het is een ziekte die over de hele wereld voorkomt en waarbij diarree het belangrijkste ziekteverschijnsel is. Mensen van alle leeftijden kunnen een infectie met Giardia krijgen, maar het zijn vooral kinderen tussen de 5 en 14 jaar die Giardia krijgen. Een infectie met Giardia hoeft geen klachten te geven, maar als er klachten zijn, komen die vaak in perioden. Daartussen hoeft iemand geen of bijna geen klachten te hebben. De verschijnselen die kunnen optreden zijn diarree, winderigheid, vettige ontlasting, buikkrampen en misselijkheid. Een infectie met Giardia gaat vaak vanzelf over, maar aangeraden wordt om toch te behandelen met antibiotica. Versie: november