uitgebracht 18 september 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "uitgebracht 18 september 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 2"

Transcriptie

1 ADVIES VOOR RICHTLIJNEN VOOR HET MER ZAND- EN GRINDWINNING KLA- VERBANKGEBIED (NOORDZEE) uitgebracht 18 september 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES PROBLEEMSTELLING, DOEL EN BESLUITVORMING Probleemstelling Doel Besluitvorming VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN ALTERNATIEVEN De ontwikkeling en selectie De te beschouwen inrichtingsaspecten Locatiealternatieven Inrichtingsalternatieven BESTAANDE MILIEUTOESTAND EN AUTONOME ONTWIKKELING GEVOLGEN VOOR HET MILIEU Algemene richtlijnen Te beschouwen effecten VERGELIJKING VAN ALTERNATIEVEN LEEMTEN IN INFORMATIE EVALUATIEPROGRAMMA VORM EN PRESENTATIE SAMENVATTING VAN HET MER...13 BIJLAGEN 1. Brief van het bevoegd gezag d.d. 10 juli 2001 waarin de Commissie in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen 2. Kennisgeving in Staatscourant nr. 125 d.d. 3 juli Projectgegevens 4. Lijst van inspraakreacties en adviezen

2

3 1. INLEIDING Rijkswaterstaat Directie Noordzee heeft het voornemen een winplaats of meerdere winplaatsen in het Klaverbankgebied aan te wijzen voor de winning van zand en grind. Met de resultaten van de betreffende milieueffectrapportage (m.e.r.) wordt beoogd, ten behoeve van de besluitvorming, te onderbouwen óf en waar (een deel van) de aanwezige 40 miljoen m3 zand en grind kunnen worden gewonnen. Door de geringe windiepte (tot 4 meter) is de verwachte totale oppervlakte van de aan te wijzen winplaats(en) meer dan 500 ha. De m.e.r.-plicht geldt voor een of meer winplaatsen van (gezamenlijk) meer dan 500 ha (Categorie 16.2). Bevoegd gezag in de m.e.r. is de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Bij brief van 10 juli is de Commissie voor de milieueffectrapportage in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over de richtlijnen voor het milieueffectrapport. De m.e.r.-procedure ging van start met de kennisgeving van de startnotitie in Staatscourant nummer 125 van 3 juli Dit advies is opgesteld door een werkgroep van de Commissie voor de m.e.r. 3. De werkgroep treedt op namens de Commissie voor de m.e.r. en wordt verder in dit advies de Commissie genoemd. Het doel van het advies is om aan te geven welke informatie het milieueffectrapport (MER) moet bevatten om het mogelijk te maken het milieubelang volwaardig in de besluitvorming mee te wegen. De Commissie heeft kennis genomen van de inspraakreacties en adviezen 4, die zij van het bevoegd gezag heeft ontvangen. In dit advies verwijst de Commissie naar een reactie wanneer deze naar haar oordeel: informatie bevat die in het MER opgenomen moet worden of die nader onderzocht moet worden; belangrijke vragen en discussiepunten naar voren brengt. 1 Zie bijlage 1. 2 Zie bijlage 2. 3 De samenstelling hiervan is gegeven in bijlage 3. 4 Bijlage 4 geeft hiervan een lijst. -1-

4 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES Rijkswaterstaat Directie Noordzee heeft het voornemen een winplaats of meerdere winplaatsen in het Klaverbankgebied aan te wijzen voor de winning van zand en grind. De Commissie acht in het op te stellen milieueffectrapport (MER) de volgende punten het meest van belang. In de eerste plaats zal uit het MER moeten blijken dat winning in het Klaverbankgebied zodanig plaats kan vinden dat behoud van ecologische waarden mogelijk is. Immers, deze randvoorwaarde wordt gesteld in de PKB deel 1 van het Tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (SOD2) 5. Daarnaast dient in het MER ook nauwgezet te worden ingegaan op de reden voor het aanwijzen van winplaatsen in het Klaverbankgebied. Het MER dient te onderbouwen dat het voornemen wezenlijk bijdraagt aan het oplossen van de probleemstelling. Het maatschappelijk belang moet worden aangetoond. In het MER dient uitvoeriger dan in de startnotitie te worden ingegaan op het nationale, Europese en internationale wettelijk en beleidskader. Onder meer zal dit kader met betrekking tot de bescherming van de Noordzee zorgvuldig moeten worden beschreven. Er zal niet alleen in samenhang maar ook apart aandacht moeten worden besteed aan zand en grind. Beschrijf in ieder geval voor zand en grind apart de doelen, de effecten van winning en de mogelijkheden voor gedifferentieerde winning. De Commissie acht het van belang om, naast het vergelijken van verschillende inrichtingsalternatieven, ook een vergelijking te maken van locatiealternatieven. Dit teneinde de gevolgen voor het milieu van winning in het Klaverbankgebied ook in relatie te zien tot de gevolgen voor het milieu van winning op land en import. De Commissie beveelt aan uitgebreid in te gaan op de ecologische potentie van het Klaverbankgebied (als de effecten van de bodemberoerende visserij zouden wegvallen), op de (potentiële) betekenis van het gebied voor vis en visserij en op de ecologische betekenis van het gebied voor de natuurwaarde van het NCP. 5 op pagina 28 van het SOD2. -2-

5 3. PROBLEEMSTELLING, DOEL EN BESLUITVORMING 3.1 Probleemstelling Het MER dient een beknopte beschrijving te geven van de problematiek waarvoor het voornemen een oplossing tracht te geven. Beschrijf daartoe de plaats van het voornemen binnen de ontwikkelingen in het beleid ten aanzien van de winning van beton- en metselzand enerzijds en grind anderzijds. Besteed daarbij onder meer aandacht aan het Tweede Regionaal Ontgrondingenplan Noordzee (RON2) en aan het Tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (SOD2). Maak duidelijk dat het voornemen wezenlijk bijdraagt aan het oplossen van de probleemstelling, door onder meer in te gaan op de verhouding tussen de beoogde winning in en de capaciteit van het Klaverbankgebied en de in het beleid genoemde hoeveelheden zand en grind die in totaal in Nederland nodig zijn en op zee moeten worden gewonnen. De Commissie vraagt, mede in aansluiting op opmerkingen uit de inspraakreacties 6, duidelijk te maken dat er sprake is van een maatschappelijk belang. Zet de hoeveelheden zand en grind van de beoogde winning en de totale capaciteit van het Klaverbankgebied naast de in het beleid genoemde hoeveelheden zand en grind die in totaal (met name voor de bouw) in Nederland nodig zijn, gedifferentieerd naar beoogde bron (zee, IJsselmeer, land, en import). In hoeverre is er de komende tijd voldoende aanbod aan grind en is de winning op de Klaverbank bedoeld om in de behoefte aan grof zand te voorzien? Zal er bij winning in het Klaverbankgebied sprake zijn van een tijdelijk overschot aan zand en/of grind dat men vervolgens wil exporteren? 3.2 Doel Uit de probleemstelling moet een concrete en duidelijke omschrijving van de doelen worden afgeleid. Benoem aparte doelstellingen voor zand en grind. Geef de doelen ten aanzien van milieubescherming en -verbetering aan. Stel vooraf en bij voorkeur door overleg met experts in een breed kader de criteria vast, zoals ook wordt gevraagd in inspraakreactie nummer 3 (bijlage 4), die gehanteerd worden voor onder meer de in de startnotitie genoemde begrippen ontoelaatbaar en onomkeerbaar. Doelen moeten zodanig worden beschreven, dat ze kunnen dienen voor de afbakening van te beschrijven alternatieven. Met het oog op het volwaardig meewegen van het milieubelang in de besluitvorming moet aangegeven worden welke ruimte de gestelde doelen laten voor het ontwikkelen van alternatieven die gunstig zijn voor het milieu. 6 Inspraakreactie nummer 3 (bijlage 4) beschouwt winning van zand en grind op de Klaverbank niet als een structurele oplossing en noemt de zeer hoge natuurwaarden van de Klaverbank. Inspraakreactie nummer 5 (bijlage 4) merkt op dat winning op de Klaverbank een dusdanige geringe hoeveelheid zand en grind oplevert dat het maatschappelijk belang van winning op gespannen voet lijkt te staan met het ecologische belang gezien de in het geding zijnde ecologische waarden. -3-

6 3.3 Besluitvorming Het MER dient aan te geven welke randvoorwaarden en uitgangspunten gelden bij dit voornemen. Hierbij dient, uitvoeriger dan in de startnotitie, te worden verwezen naar de nationale, Europese en internationale beleidsnota's, (ontwerp-)plannen en wetten, waarin deze zijn of worden vastgelegd. Besteed naast het RON (RON2 in concept) en het SOD/SOD2, onder meer uitvoerig aandacht aan het nationale, Europese en internationale beschermingsbeleid met betrekking tot de Noordzee. Betrek hierbij ten minste de zogenoemde beschermingsformules in de PKB Structuurschema Groene Ruimte (december 1995). Hierbij is sprake van omkering van de bewijslast : in beginsel is géén inbreuk op wezenlijke kenmerken of waarden toegestaan, tenzij sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang waaraan niet op andere wijze of elders kan worden tegemoet gekomen. Dat betekent het doorlopen van de volgende stappen: 1. Bestaat er zekerheid dat de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet worden aangetast? 2. Als die zekerheid niet bestaat, zijn er alternatieve oplossingen die die zekerheid wel kunnen geven? 3. Bestaan er dwingende redenen van groot openbaar belang om het project te rechtvaardigen? 4. Welke mitigerende en compenserende maatregelen worden getroffen indien het project wordt uitgevoerd? Geef tevens aan of het gebied in aanmerking komt om aangewezen te worden als speciale beschermingszone conform de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en of er flora- en faunasoorten en habitattypen op de Klaverbank voorkomen die vallen onder beide richtlijnen. Zo ja, verwijs ook naar de beschermingsformules uit de Vogel- en Habitatrichtlijn. Hierin is vervolgens ook sprake van omkering van de bewijslast waaraan hierboven reeds is gerefereerd. Besteed ook ten minste aandacht aan het LNV-rapport Met de natuur in zee 7, de Nota Natuur Bos en Landschap in de 21 e eeuw 8, het Biodiversiteitsverdrag, de Noordzee Minister Conferenties, OSPAR en Ascobans 9. Besteed verder aandacht aan passages over de Noordzee uit het ruimtelijke ordeningsbeleid. Neem het stappenplan op voor afweging van activiteiten in de Noordzee, zoals dit is aangegeven in deel 1 van de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening. Geef kort de relatie weer met de lopende m.e.r. over de winning van beton- en metselzand op de Noordzee. In het MER dient te staan dat het is opgesteld ten behoeve van de aanwijzing van een winplaats of winplaatsen in het Klaverbankgebied. Door het toepassen van de milieueffectrapportage bij de aanwijzing van een of meerdere winplaatsen zou volgens de startnotitie de m.e.r.-plicht voor de op die aanwijzing gebaseerde vergunningverlening vervallen 10. Het op te stellen MER dient vol- 7 Met de Natuur in zee. Rapportage project Écosysteemdoelen Noordzee, EC LNV Wageningen, april Nota Natuur Bos en Landschap in de 21 e eeuw. Natuur voor mensen, mensen voor natuur, juli Ascobans: Overeenkomst inzake de instandhouding van kleine walvisachtigen in de Oostzee en Noordzee, aangenomen in het kader van het Verdrag van Bonn in Dit vooropgesteld dat de gegevens uit het MER nog voldoende actueel zijn. -4-

7 doende informatie te bevatten, zodat het kan dienen als onderliggend document bij vergunningaanvragen voor ontgronding. Tevens moet worden beschreven volgens welke procedure en welk tijdpad dit geschiedt en welke adviesorganen en instanties daarbij formeel en informeel zijn betrokken. Tot slot moeten de besluiten worden aangegeven die in een later stadium nog moeten worden genomen om de voorgenomen activiteit te realiseren. De Commissie heeft begrepen dat er, voor gereed komen van het MER, een apart kabinetsbesluit komt over de vraag of er in het Klaverbankgebied gewonnen kan worden. De m.e.r.-procedure is gekoppeld aan de aanwijzing van de winplaats(en). De Commissie gaat er vanuit dat, ook indien het kabinetsbesluit positief uitvalt, de informatie uit het MER aanleiding kan geven om, vanwege de te verwachten milieueffecten, in het geheel geen winplaats aan te wijzen en alsnog principieel van winning in het Klaverbankgebied af te zien. 4. VOORGENOMEN ACTIVITEIT EN ALTERNATIEVEN 4.1 De ontwikkeling en selectie De voorgenomen activiteit betreft in deze m.e.r. het aanwijzen van een of meerdere winplaatsen in het Klaverbankgebied voor de winning van grof zand en grind. De consequenties van het wettelijk en beleidskader voor de ontwikkeling van alternatieven moeten worden aangegeven. Tevens moet beschreven worden welke maatstaven voor de afweging van alternatieven aan het milieubeleid worden ontleend. zand en grind apart en in samenhang Bij de ontwikkeling van alternatieven voor winplaatsen dient meegenomen te worden dat grind en (grof) zand in het zoekgebied op verschillende plaatsen in verschillende verhoudingen voorkomen; zie de kaart op blz. 25 van de startnotitie. De te winnen hoeveelheden en de verhoudingen grind/beton-en metselzand is bij verschillende locatiealternatieven van belang. Gezien de grotere ecologische betekenis van het grind kan dit ook een rol spelen bij de ontwikkeling van het MMA. preventieve, mitigerende en compenserende maatregelen Bij elk alternatief moet worden aangegeven welke preventieve, mitigerende en compenserende maatregelen worden getroffen. Verwijs hierbij naar het wettelijk en beleidskader. Het MER zal moeten beschrijven of de beschouwde alternatieven ook na het treffen van mitigerende maatregelen, bestaande en potentiële waarden in deze gebieden aantasten. Specificeer in het MER de waarden waar het in dit geval om gaat en onomkeerbare aantasting. locatiealternatieven en inrichtingsalternatieven De behoefte aan het betreffende zand en grind voor de bouw kan op verschillende manieren ingelost worden. Benoem op hoofdlijnen de effecten op het milieu van de mogelijke locatiealternatieven, te weten: -5-

8 import van zand en grind (o.a. uit Engeland, Duitsland); van winning van beton- en metselzand in het zeegebied ten westen van Zuid-Holland; winning van zand in het IJsselmeergebied; winning van zand en grind op land in Nederland 11. Maak een globale vergelijking van deze alternatieven en ontleen daaruit de meest relevante referentie voor zowel zand als grind. Tot de meest voor de hand liggende referentiealternatieven voor grind behoren volgens de Commissie de winning van grind in Limburg of import van grind afkomstig van het Engelse Continentale Plat. De meest relevante referentie voor beton- en metselzand is reeds in de startnotitie genoemd, te weten winning in het zeegebied ten westen van Zuid-Holland. De meest relevante referenties voor zand en grind dienen als alternatieven te worden uitgewerkt in het MER en te worden te worden vergeleken met een voorkeurs- en een meest milieuvriendelijk alternatief 12 voor de winning in het Klaverbankgebied (inrichtingsalternatieven). Deze inrichtingsalternatieven voor het Klaverbankgebied worden, naast nog mogelijke overige inrichtingsalternatieven, ontwikkeld aan de hand van een vergelijking van in 4.2 gegeven inrichtingsaspecten. De selectie van het voorkeursalternatief en het meest milieuvriendelijke alternatief op beide niveaus moet worden gemotiveerd. In het MER zijn vooral de milieuargumenten voor deze keuze van belang. 4.2 De te beschouwen inrichtingsaspecten De voorgenomen activiteit en de alternatieven moeten worden beschreven voor zover deze gevolgen hebben voor het milieu. Bij de ontwikkeling van de voorgenomen activiteit en de alternatieven dient, naast de reeds in de startnotitie genoemde, uitgegaan te worden van de volgende aspecten: kenmerken van de winplaats(en) verschillen in winplaatskarakteristieken: geologie, geomorfologie en ecologie (differentieer onder meer naar verschillende verhoudingen in de percentages zand en grind); alternatieve ontwerpen van de winplaats(en): begrenzing, vorm, diepte, oppervlakte van de winplaats(en); de hoeveelheid te winnen beton- en metselzand; de hoeveelheid te winnen grind; het ruimtebeslag ten koste van andere gebruiksfuncties zoals visserij, kabels en transportleidingen en olie- en gaswinning. 11 Inspraakreactie nummer 4 (bijlage 4) vraagt ook naar het meenemen van winning van zand en grind op land als alternatief. 12 Tenzij deze alternatieven samenvallen. -6-

9 methode van winning mogelijke wintechnieken en methodes, waaronder de mogelijkheden voor het gedifferentieerd winnen van zand en grind, het terugstorten van grind bij ongedifferentieerde winning en het winnen in lagen; mogelijk in te zetten winwerktuigen; (voor)scheiding ter plaatse (technische en economische mogelijkheden); eenmalig of terugkerend; maximale jaarlijkse hoeveelheid 13 ; aard, omvang en verspreiding van het in suspensie gebrachte sediment. tijdsduur en periode in het jaar van de winning seizoen(en) van winning; fasering van de winning in het jaar; aantal jaren van winning. wijze van transport naar verwerkingslocatie per sleephopperzuiger; met bakken. locatie en methode van verwerking en ontzilting een of meerdere verwerkingslocaties, capaciteit(en), hinderaspecten; bestaande en nieuwe infrastructuur. toepassing welke fracties van het gewonnen sediment (zand en grind) naar verwachting kunnen worden toegepast in betonzand, metselzand en andere toepassingen. 4.3 Locatiealternatieven nulalternatief Naar de mening van de Commissie, en zoals al aangegeven in de startnotitie, is er een reëel nulalternatief. Hiervoor wordt beschouwd het in het geheel niet winnen van voor beton- en metselzand bruikbare grovere zandvoorkomens in het Klaverbankgebied. Het nulalternatief valt daarmee samen met de beschrijving van de bestaande milieutoestand en de te verwachten autonome ontwikkeling in het Klaverbankgebied en met het uitvoeren van een of meer van de referentiealternatieven. referentiealternatieven De gegevens voor het in de startnotitie genoemde referentiealternatief: de winning van beton- en metselzand in het zeegebied ten westen van Zuid- Holland kunnen worden ontleend aan het milieueffectrapport daarover. Werk daarnaast een referentiealternatief uit voor de winning van grind. De referentiealternatieven moeten voor zover mogelijk op een zodanig detailniveau worden uitgewerkt, dat een vergelijking met de winning in het Klaverbankgebied mogelijk is. 13 Inspraakreactie nummer 5 (bijlage 4) noemt een maximale jaarlijkse hoeveelheid van 1 miljoen ton zand en 1 miljoen ton grind met het oog op het bevorderen van herstelmogelijkheden. De Commissie adviseert deze informatie te onderzoeken en een keuze voor de maximale jaarlijkse hoeveelheid te onderbouwen. -7-

10 4.4 Inrichtingsalternatieven Er zal sprake zijn van één of meerdere reële inrichtingsalternatieven, waaronder het meest milieuvriendelijke alternatief. Meest milieuvriendelijk alternatief Het meest milieuvriendelijk inrichtingsalternatief (mma) bevat de meest milieuvriendelijke uitvoeringsvorm van de voorgenomen winning in het Klaverbankgebied. Het moet: uitgaan van de beste bestaande mogelijkheden ter bescherming en/of verbetering van het milieu; realistisch zijn; binnen de competentie van de initiatiefnemer liggen. Het MMA zal voornamelijk worden bepaald door de begrenzing, windiepte, omvang, periode en wijze van winning en het aantal malen dat terugkerend gewonnen zal worden. Onderzoek de mogelijkheid het MMA te bepalen door het niet winnen op plaatsen met een laag grof zand en grind dunner dan 50 cm, zoals wordt aanbevolen in inspraakreactie 5 (bijlage 4). Bij het beschrijven van het MMA kan verder gedacht worden aan het treffen van mitigerende maatregelen voor de te verwachten negatieve effecten. Het kan daarbij gaan om maatregelen om de vertroebeling en depositie in het omringende gebied te beperken en om selectiever winnen. 5. BESTAANDE MILIEUTOESTAND EN AUTONOME ONTWIKKELING Onderbouw de keuze voor het studiegebied. Reken tot het studiegebied ook de gebieden die belangrijke ecologische relaties hebben met de directe beïnvloedingsgebieden, zoals het Engelse Continentale Plat. Uit onderzoek blijkt dat de bodemberoerende visserij met a-selectieve vistuigen een grote invloed heeft in de Noordzee op de bodemfauna, incl. bodemvissen. Ook in het Klaverbankgebied is dit het geval. Dit impliceert dat het huidige ecosysteem in dit gebied afwijkt van het potentiële ecosysteem (zonder visserij). Dit dient in het MER meegenomen te worden. Beschrijf de bestaande toestand van het milieu in het studiegebied, inclusief de autonome ontwikkeling hiervan én de ecologische potentie van het gebied als referentie voor de te verwachten milieueffecten. De beschrijving dient zowel voor potentiële wingebieden op zee als voor eventuele (nieuwe) tussenopslag- en verwerkingslocaties op het land te worden gegeven. Daarbij wordt onder de autonome ontwikkeling verstaan: de toekomstige ontwikkeling van het milieu, zonder dat de voorgenomen activiteit of een van de alternatieven wordt gerealiseerd. Als mogelijke autonome ontwikkeling dient een sluiting van het Klaverbankgebied voor de bodemberoerende visserij te worden meegenomen. Het gaat vooral om: een inventarisatie van de ecologische waarden en kwetsbaarheid binnen het hele potentiële wingebied; geef met name duidelijk begrensd op kaart aan de ecologische waardevolle en kwetsbare gebieden met hardsubstraat aan het oppervlak en de gebieden met verhoogde biodiversiteit; -8-

11 een aparte beschrijving van de beschermde soorten binnen het hele potentiële wingebied en zijn omgeving; een inventarisatie van bodemorganismen, inclusief bodemvissen, in een mogelijk wingebied en zijn omgeving 14 ; een vergelijking van de potentiële natuurwaarde van het gebied met name wat betreft vestigings- en paaiplaats met relatief onbeviste soortgelijke gebieden op het Engelse CP, zoals bijvoorbeeld het gebied Outer Silver Pit ; een beschrijving van de functie van de bewegende zandribbels in het morfologische systeem en de mogelijke ecologische betekenis ervan; een visserij-gebruikskaart' van het gehele studiegebied; de ligging, alsmede de veiligheidszones van bestaande of geplande gebieden met kabels en transportleidingen en olie- en gaswinningsplaatsen; een inventarisatie waar zich in het studiegebied archeologische, cultuurhistorische (zoals scheepswrakken) en aardkundige waarden kunnen bevinden en hoe deze waarden kunnen worden ontzien. Het gaat hier onder meer om de Botney Cut 15. Geef middels een overzichtskaart aan waar in de gehele Noordzee (niet beperkt tot het NCP en voor zover bekend) grindvoorkomens aan het oppervlak liggen en wat het geraamde oppervlak hiervan is. Geef tevens aan waar in deze gebieden grind en/of grof zand gewonnen is, wordt of gepland is. Dit teneinde een beeld te krijgen van de aanwezigheid van en de aantasting van dit soort harde substraten. 6. GEVOLGEN VOOR HET MILIEU 6.1 Algemene richtlijnen Bij de beschrijving van de milieugevolgen dienen de volgende algemene richtlijnen in acht te worden genomen: beschrijf behalve directe effecten ook afgeleide effecten zoals de bodembedekking en het paaigebied voor vis; bepaal de ernst in termen van aard, omvang, reikwijdte, mitigeerbaarheid en compenseerbaarheid bij de beschrijving van de gevolgen voor het milieu; beschrijf per milieugevolg of het omkeerbaar is en op welke tijdschaal 16 ; beschrijf de veranderingen die zich (speciaal bij biologische effecten) pas op lange termijn manifesteren; ga expliciet in op cumulatie van effecten zoals op de hardsubstraathabitat en de daarmee geassocieerde fauna; besteed voldoende aandacht aan de (win)gebiedsoverschrijdende effecten op zowel het Nederlandse als het Engelse Continentale Plat 17 ; 14 Inspraakreactie 3 (Bijlage 4) noemt organismen die afhankelijk zijn van het grindmilieu en langlevende (of anderszins kwetsbare) soorten. 15 Inspraakreactie 2 (bijlage 4) geeft aan dat de Botney Cut tot een ongunstig gebied moet worden gerekend voor mogelijke zand- en grindwinning voor zover het archeologische waarden betreft. 16 Hanteer deze richtlijn mede in het licht van de genoemde randvoorwaarde voor winning in het Klaverbankgebied op pagina 28 van de PKB deel 1 van het Tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (SOD2), die stelt dat winning in het Klaverbankgebied mogelijk is indien dit plaats kan vinden met behoud van ecologische waarden. -9-

12 voer een betrouwbaarheidsanalyse uit of gebruik een 'worst case scenario' bij onzekerheden over het wel of niet optreden van effecten; vermeld onzekerheden en onnauwkeurigheden in de voorspellingsmethoden en in gebruikte gegevens; geef aan de manier waarop milieugevolgen zijn bepaald op inzichtelijke en controleerbare wijze door het opnemen van basisgegevens in bijlagen of expliciete verwijzing naar geraadpleegd achtergrondmateriaal. 6.2 Te beschouwen effecten Bodem, morfologie en water Geef inzicht in de gesteldheid van bodem, de morfologie en de waterkwaliteit voor, tijdens en na de winning in het bijzonder in verband met de ecologische effecten die daarmee samenhangen. Ga per effect in op de (on)omkeerbaarheid, hersteltijd en mate van herstel. Besteed aandacht aan de invloed op: korrelgrootte, grindgehalte, organische stofgehalte, watergehalte van de bodem; de lokale stromingen, golf-, zand- en slibbeweging en de aan-/afwezigheid van zandribbels; de mate van opwerveling van en vertroebeling door slib en zand tijdens het winnen en het mogelijk op zee sorteren; de mate van afzetting van dit zand en slib in de (directe) omgeving van de winplaats (ruimteschaal van de processen); de waterkwaliteit (doorzicht, lichtdoordringing, zuurstofgehalte). Expliciet dient te worden besproken wat de invloed op de functies en potenties van het gebied zijn die samenhangen met de genoemde kenmerken (in het bijzonder het voorkomen van hardsubstraat) als vestigings- en paaiplaats voor bodemdieren en vissen en als voortplantings-, overwinterings-, pleisterof foerageerplaats voor diverse diersoorten, met nadruk op zeldzame en bedreigde soorten en soorten die kenmerkend zijn voor harde substraten. Natuur Geef de ecologische effecten aan van de winning (inclusief verwerking en transport) en van de veranderde bodemsamenstelling na de winning. Ga apart in op de verschillen tussen winning in de verschillende seizoenen. Besteed ten minste aandacht aan: effecten op het pelagische ecosysteem, waaronder de effecten van extra vertroebeling op primaire en secundaire productie, op algensoortensamenstelling, op zichtjagers en op vissenlarven en eieren; effecten op sleutelorganismen, zoals bankenvormende oesters, bodemdieren en vissen en op de leeftijdsopbouw van populaties; de mogelijke doorwerking voor predatoren met name roofvissen, vogels en zeezoogdieren; (rust)verstoring van (avi)fauna; de snelheid van ecologische (her) ontwikkeling in en rondom de winplaats na winning; 17 Inspraakreactie nummer 3 (bijlage 4) wijst op de mogelijke cumulatieve effecten van Engelse en Nederlandse winning. Daarnaast beveelt de Commissie aan, indien zich effecten voordoen op het Engelse Continentale Plat, na te gaan welke procedure dient te worden gevolgd. -10-

13 de (toekomstige) ecologische systemen en relaties: de relaties tussen de verschillende habitats binnen het studiegebied en verbindingen met leefgebieden buiten het studiegebied, ook buiten het NCP. Overige effecten Geef aan: in welke mate de winning tijdens en na de uitvoering de effecten heeft voor de visserij op en in de omgeving van de winplaatsen 18 ; welke effecten kunnen optreden op cultuurhistorische, archeologische en aardkundige waarden; welke gevolgen kunnen bestaan voor kabels en leidingen; welk risico van aanvaring kan optreden en welke veiligheidsmaatregelen genomen kunnen worden om dat risico te beperken; met welk energieverbruik en emissies naar de lucht (CO 2-uitstoot) de winning gepaard gaat. Opslag en verwerking Geef ook een beschrijving van de (mogelijke) milieugevolgen van tussenopslag en van ontzilting en verwerking van het zand en het grind op een kustnabije locatie en op land. Speciale aandachtspunten de ecologische potentie van het Klaverbankgebied (als de effecten van de bodemberoerende visserij zouden wegvallen); de (potentiële) betekenis van het gebied voor vis en visserij; de ecologische betekenis van het gebied voor de natuurwaarde van het NCP; de mate en tijdsduur van herstel van de bodemverstoring van het wingebied en de omgeving; de lange termijneffecten van winning op de bodemfauna en vissen. 7. VERGELIJKING VAN ALTERNATIEVEN De milieueffecten van de verschillende locatie- en inrichtingsalternatieven dienen te worden vergeleken. Beschouw hierbij zand en grind wederom apart en in samenhang. Geef inzicht in de mate waarin, dan wel de essentiële punten waarop, de positieve en negatieve effecten van de verschillende alternatieven verschillen. De vergelijking moet bij voorkeur op grond van kwantitatieve informatie plaatsvinden. Bij de vergelijking moeten de doelstellingen en de grens- en streefwaarden van het milieubeleid worden betrokken. 18 Inspraakreactie nummer 1 (bijlage 4) wijst op voorhand winning van zand en grind in het Klaverbankgebied ten zeerste af door de te verwachten effecten van de winning voor de visserij. -11-

14 8. LEEMTEN IN INFORMATIE Vanwege de beschermde status van het Klaverbankgebied en het voorzorgprincipe dat daarbij hoort, zou het MER in principe geen leemten in informatie (met name met betrekking tot milieuaspecten) mogen bevatten. Voorzover er wel leemten in informatie existeren, dient het MER hier op in te gaan en aan te geven wat de consequentie hiervan is voor het besluit. Beschrijf: welke onzekerheden zijn blijven bestaan en wat hiervan de reden is; in hoeverre op korte termijn zou kunnen worden voorzien in de leemten in informatie; hoe ernstig leemten en onzekerheden zijn voor het te nemen besluit; de consequenties die leemten en onzekerheden hebben voor het besluit. 9. EVALUATIEPROGRAMMA De staatssecretaris van Verkeer & Waterstaat zal bij het besluit moeten aangeven op welke wijze en op welke termijn een evaluatieonderzoek verricht zal worden. Het verdient aanbeveling, dat Rijkswaterstaat Directie Noordzee in het MER reeds een aanzet tot een programma voor dit onderzoek geeft. Naar de mening van de Commissie is vooral van belang dat tijdens en na eventuele winning de effecten gemonitord worden. Beschrijf in het MER onder meer: welke informatiebehoeften de basis zullen vormen voor het op te stellen monitoringsprogramma. Welke parameters (zoals zwevend stofgehalte in het water, bodemmorfologie, bodemdieren) worden tijdens en na de winning gemonitord en waar en met welke frequentie; hoe en wanneer de gegevens geëvalueerd worden en wanneer er beslismomenten zijn om mogelijke winning of winningsmethoden aan te passen. Geef daarbij aan wat de criteria bij deze evaluatie zullen zijn. 10. VORM EN PRESENTATIE Geef bijzondere aandacht aan de presentatie van de vergelijkende beoordeling van de alternatieven. Presenteer de onderlinge vergelijking bij voorkeur met behulp van tabellen. Voor de presentatie beveelt de Commissie verder aan om: het MER zo beknopt mogelijk te houden, onder andere door achtergrondgegevens (die conclusies, voorspellingen en keuzen onderbouwen) niet in de hoofdtekst zelf te vermelden, maar in een bijlage op te nemen; een verklarende woordenlijst, een lijst van gebruikte afkortingen en een literatuurlijst bij het MER op te nemen; kaartmateriaal voor zover mogelijk te presenteren op basis van hetzelfde coördinatenstelsel; recent kaartmateriaal te gebruiken, topografische namen goed leesbaar weer te geven en een duidelijke legenda erbij te voegen. -12-

15 11. SAMENVATTING VAN HET MER Artikel 7.10, lid 1, onder h van de Wm: Een MER bevat ten minste: "een samenvatting die aan een algemeen publiek voldoende inzicht geeft voor de beoordeling van het milieu-effectrapport en van de daarin beschreven gevolgen voor het milieu van de voorgenomen activiteit en van de beschreven alternatieven." De samenvatting is het deel van het MER dat vooral wordt gelezen door besluitvormers en insprekers en het verdient daarom bijzondere aandacht. Het moet als zelfstandig document leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. Daarbij moeten de belangrijkste zaken zijn weergegeven, zoals: de hoofdpunten voor de besluitvorming; de vergelijking van de alternatieven en de argumenten voor de selectie van het mma en het voorkeursalternatief; de belangrijkste effecten voor het milieu bij het uitvoeren van de alternatieven; belangrijke leemten in kennis, inclusief de consequentie daarvan voor het besluit. -13-

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A

Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A Winning van aardgas in blok E18 van het Nederlandse deel van het continentaal plat, vanaf satellietplatform E18-A Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 15 mei 2008 / rapportnummer 2068-29

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning van aardgas in blok M7 gelegen in het Nederlandse deel van het continentaal plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 januari 2008 / rapportnummer 2017-19 1. HOOFDPUNTEN VAN

Nadere informatie

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking traject Enkhuizen-Hoorn

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking traject Enkhuizen-Hoorn Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking traject Enkhuizen-Hoorn 1298-67 ISBN 90-421-1089-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

25 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

25 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR RICHTLIJNEN VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT UITBREIDING CHLOORPRODUCTIE AKZO NOBEL TE ROTTERDAM-BOTLEK 25 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES...2 3. PROBLEEMSTELLING,

Nadere informatie

uw kenmerk uw brief ons kenmerk DSB/ mei /Od/mw

uw kenmerk uw brief ons kenmerk DSB/ mei /Od/mw Burgemeester en Wethouders van Den Haag d.t.k. Dienst Stadsbeheer, afdeling milieu Postbus 12651 2500 LP Den Haag uw kenmerk uw brief ons kenmerk DSB/2001.12754 22 mei 2001 1172-17/Od/mw onderwerp doorkiesnummer,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 3. DOEL EN BESLUITVORMING... 2 3.1 Doel en achtergrond van de voorgenomen activiteit...2 3.2 Besluitvorming...2 4. VOORGENOMEN ACTIVITEIT

Nadere informatie

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2008 / rapportnummer 1995-62 1. OORDEEL OVER HET MER Maasvlakte Olie Terminal

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES INLEIDING... 3

INHOUDSOPGAVE HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES INLEIDING... 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 1 1. INLEIDING... 3 2. DOEL EN BESLUITVORMING... 4 2.1 Doel en achtergrond van de voorgenomen activiteit...4 2.2 Locatiekeuze...4 2.3 Besluitvorming...4 3. VOORGENOMEN

Nadere informatie

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Oprichting elektriciteitscentrale in het Sloegebied (Zeeland) 10 september 2002 1272-37

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Oprichting elektriciteitscentrale in het Sloegebied (Zeeland) 10 september 2002 1272-37 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Oprichting elektriciteitscentrale in het Sloegebied (Zeeland) 10 september 2002 1272-37 ISBN 90-421-1043-0 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage.

Nadere informatie

Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project

Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project Aanpassing reactor TU-Delft OYSTER project Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 4 juli 2013 / rapportnummer 2791 18 1. Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER) De Technische

Nadere informatie

Winning van aardolie uit de blokken P8a en P9a/b Nederlands Continentaal Plat door Chevron Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning van aardolie uit de blokken P8a en P9a/b Nederlands Continentaal Plat door Chevron Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning van aardolie uit de blokken P8a en P9a/b Nederlands Continentaal Plat door Chevron Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 2 mei 2007 / rapportnummer 1895-20 Ministerie van Economische

Nadere informatie

Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning aardgas in blok L09 vanaf satelietplatformen L09-FA-1 en L09-FB-1 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 30 mei 2006 / rapportnummer 1714-24 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R.

BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. BIJLAGE 13 VERWERKING ADVIES COMMISSIE VOOR DE M.E.R. Verwerking van advies Commissie m.e.r. (5 september 2017 / projectnummer 3228) in MER # Advies Commissie m.e.r. Waar beschreven in MER? 1 Essentiële

Nadere informatie

Drempelverwijdering vaargeul Boontjes, Kornwerderzand - Harlingen

Drempelverwijdering vaargeul Boontjes, Kornwerderzand - Harlingen Drempelverwijdering vaargeul Boontjes, Kornwerderzand - Harlingen Advies over reikwijdte en detailniveau van het projectplan 7 juli 2011 / rapportnummer 2433 39 1. Hoofdpunten De Provincie Fryslân heeft

Nadere informatie

Winning van aardgas in de velden Spijkenisse West, Spijkenisse Oost en Hekelingen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Winning van aardgas in de velden Spijkenisse West, Spijkenisse Oost en Hekelingen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Winning van aardgas in de velden Spijkenisse West, Spijkenisse Oost en Hekelingen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 oktober 2004 / rapportnummer 1385-107 de Minister van Economische Zaken

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde. 10 juni Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbreding N302 (Ganzenweg) te Zeewolde 10 juni 2003 1218-65 ISBN 90-421-1174-7 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1

Nadere informatie

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiden en wijzigen van legkippenbedrijf Van Diermen te Barneveld. 24 januari

Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiden en wijzigen van legkippenbedrijf Van Diermen te Barneveld. 24 januari Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiden en wijzigen van legkippenbedrijf Van Diermen te Barneveld 24 januari 2003 1313-19 ISBN 90-421-1112-7 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage.

Nadere informatie

Bedrijventerrein Hessenpoort 2 te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bedrijventerrein Hessenpoort 2 te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Bedrijventerrein Hessenpoort 2 te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 juli 2005 / rapportnummer 1350-104 Gemeenteraad van Zwolle Postbus 10007 8000 GA ZWOLLE uw kenmerk uw brief ons

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Aardgaswinning in blok L5 B van het Nederlandse deel van het continentaal plat in de Noordzee

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Aardgaswinning in blok L5 B van het Nederlandse deel van het continentaal plat in de Noordzee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Aardgaswinning in blok L5 B van het Nederlandse deel van het continentaal plat in de Noordzee 25 maart 2003 1310-63 ISBN 90-421-1145-3 Utrecht, Commissie voor

Nadere informatie

STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport STEG-eenheid Moerdijk Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 11 september 2006 / rapportnummer 1782-34 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport STEG-eenheid Moerdijk Advies op

Nadere informatie

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 mei 2005 / rapportnummer 1430-68 College van Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM uw

Nadere informatie

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT WARMTE- EN KOUDEOPSLAGINSTALLATIE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN DE AANVULLING DAAROP...2

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

1. INLEIDING. h belangrijke vragen en discussiepunten naar voren brengt, bijvoorbeeld over te onderzoeken alternatieven Zie bijlage 1.

1. INLEIDING. h belangrijke vragen en discussiepunten naar voren brengt, bijvoorbeeld over te onderzoeken alternatieven Zie bijlage 1. 1. INLEIDING De Technische Universiteit Eindhoven heeft het voornemen om op haar terrein in Eindhoven een centrale ondergrondse Warmte en Koude Opslag (WKO) met bijbehorende installaties te realiseren.

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer Zeetoegang IJmond Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets 3 november 2011 / rapportnummer 2525 85 1. Voorgeschiedenis en stand van zaken Rijkswaterstaat (RWS) heeft het voornemen

Nadere informatie

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 juni 2008 / rapportnummer 1271-79 1. OORDEEL OVER HET MER In het zandwallengebied ten westen van Ouddorp op

Nadere informatie

Startnotitie m.e.r. winning suppletiezand Noordzee 2007

Startnotitie m.e.r. winning suppletiezand Noordzee 2007 Startnotitie m.e.r. winning suppletiezand Noordzee 2007 23 maart 2006 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat ........................................................................................

Nadere informatie

STARTNOTITIE Behorend bij het MER voor de winning van beton- en metselzand op de Noordzee

STARTNOTITIE Behorend bij het MER voor de winning van beton- en metselzand op de Noordzee "* 1 OKT. 1998 Ministene van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat / a ej Directe Noordzee STARTNOTITIE Behorend bij het MER voor de winning van beton- en metselzand op de Noordzee

Nadere informatie

Richtlijnen voor de m.e.r.-studie en het MER Sloeweg (N62)

Richtlijnen voor de m.e.r.-studie en het MER Sloeweg (N62) Richtlijnen voor de m.e.r.-studie en het MER Sloeweg (N62) Vastgesteld door de gemeenteraad van Borsele op 1 april 2004 Vastgesteld door de gemeenteraad van Goes op 18 mei 2004 Richtlijnen voor de m.e.r.-studie

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het planmer voor de 2 e partiële herziening van het bestemmingsplan 11 juli 2013 / rapportnummer 2120 110 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Advies Reikwijdte en Detailniveau M ilieueffectrapport

Advies Reikwijdte en Detailniveau M ilieueffectrapport Advies Reikwijdte en Detailniveau M ilieueffectrapport HEU-LEU conversie MPF Datum 8 maart 2016 Status Definitief 1 Inleiding 4 1.1 Procedure tot nu toe 4 1.2 Leeswijzer 4 2 Hoofdpunten voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

Megabioscoop en ontwikkelingen NAC-stadion en omgeving

Megabioscoop en ontwikkelingen NAC-stadion en omgeving Megabioscoop en ontwikkelingen NAC-stadion en omgeving Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 6 maart 2007 / rapportnummer 1862-46 Gemeenteraad van de gemeente Breda Postbus 3920 4800 DX

Nadere informatie

Winning en behandeling van aardgas uit de gasvelden Westbeemster, Middelie en Rustenburg Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning en behandeling van aardgas uit de gasvelden Westbeemster, Middelie en Rustenburg Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning en behandeling van aardgas uit de gasvelden Westbeemster, Middelie en Rustenburg Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 27 mei 2005 / rapportnummer 1542-36 de Minister van Economische

Nadere informatie

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 november 2014 / rapportnummer 2941 18 1. Oordeel over het MER en de aanvulling

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 november 2013 / rapportnummer 2844 24 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Kampen wil

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 april 2013 / rapportnummer 2762 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Terneuzen stelt

Nadere informatie

A12 SALTO, gemeenten Bunnik en Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

A12 SALTO, gemeenten Bunnik en Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport A12 SALTO, gemeenten Bunnik en Houten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 april 2008 / rapportnummer 1732-86 1. OORDEEL OVER HET MER Het MER is opgesteld voor de besluitvorming over een nieuwe

Nadere informatie

Winning van aardgas in blok K5b op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Winning van aardgas in blok K5b op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Winning van aardgas in blok K5b op het Nederlandse deel van het Continentaal Plat Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 24 april 2009 / rapportnummer 2226-23 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER

Nadere informatie

Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Uitbreiding Windturbine Testpark Wieringermeer Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 14 september 2007 / rapportnummer 1953-51 1. HOOFDPUNTEN VOOR HET MER ECN Windenergy Facilities BV heeft

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het PlanMER voor de 1 e partiële herziening van het bestemmingsplan 4 februari 2013 / rapportnummer 2120 93 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 november 2012 / rapportnummer 2019 75 1. Oordeel over het MER De gemeente Utrecht wil Golfclub

Nadere informatie

Vervangende productiecapaciteit voor de drinkwatervoorziening in de provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Vervangende productiecapaciteit voor de drinkwatervoorziening in de provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Vervangende productiecapaciteit voor de drinkwatervoorziening in de provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 maart 2005 / rapportnummer 1186-104 Gedeputeerde Staten van Utrecht

Nadere informatie

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

Aardgas + De Wijk, Drenthe

Aardgas + De Wijk, Drenthe Aardgas + De Wijk, Drenthe Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 8 juni 2010 / rapportnummer 2410-30 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) heeft het voornemen

Nadere informatie

Winning Suppletiezand Noordzee

Winning Suppletiezand Noordzee Winning Suppletiezand Noordzee Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 5 Augustus 2011 / rapportnummer 2559 43 1. Hoofdpunten van het MER De Dienst Noordzee van Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Stort Noordelijke Geluidswal te Drachten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Stort Noordelijke Geluidswal te Drachten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Stort Noordelijke Geluidswal te Drachten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2004 / rapportnummer 1361-82 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Stort Noordelijke Geluidswal te

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 oktober 2013 / rapportnummer 2832 19 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergen

Nadere informatie

Kustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Kustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Kustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 april 2007 / rapportnummer 1679-85 Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag uw kenmerk

Nadere informatie

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 juni 2005 / rapportnummer 1392-51 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG

Nadere informatie

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 13 maart 2013/ rapportnummer 2127 80 1. Oordeel over het MER Initiatiefnemer Company Club De Hooge

Nadere informatie

Vervanging CKI Akzo Nobel, Rotterdam-Botlek Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Vervanging CKI Akzo Nobel, Rotterdam-Botlek Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Vervanging CKI Akzo Nobel, Rotterdam-Botlek Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 15 maart 2010 / rapportnummer 2368-39 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER Akzo Nobel Industrial Chemicals BV, locatie

Nadere informatie

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer

Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen Voorlopig Toetsingsadvies over het MER 18 december 2013 / rapportnummer 2851-23 -1- 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Drimmelen heeft het

Nadere informatie

Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit. Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op..

Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit. Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op.. Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op.. INHOUDSOPGAVE 1. AANLEIDING... 3 2. Hoofdpunten van het MER... 3 3. Inhoud MER...3 4. Beoordelingskader...

Nadere informatie

Advies reikwijdte en detailniveau MER aanpassing reactor TU-Delft Oyster project

Advies reikwijdte en detailniveau MER aanpassing reactor TU-Delft Oyster project Ministerie van Economische Zaken Advies reikwijdte en detailniveau MER aanpassing reactor TU-Delft Oyster project Datum 31 oktober 2013 Inhoud Inleiding-3 1 Hoofdpunten van het milieueffectrapport (MER)-5

Nadere informatie

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: 4 - sporigheid Rijswijk - Delft Zuid Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 23 februari 2012 / rapportnummer 2621 14 1. Hoofdpunten van

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2009 / rapportnummer 2054-74 1. OORDEEL OVER HET MER Vopak Terminal Europoort B.V. (verder

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Provincie Zeeland. M.E.R.-Iokaties voor, grootschalige opwekking van windenergie in Zeeland. Richtlijnen milieu-effectrapport. '"tj. -...

Provincie Zeeland. M.E.R.-Iokaties voor, grootschalige opwekking van windenergie in Zeeland. Richtlijnen milieu-effectrapport. 'tj. -... Provincie Zeeland M.E.R.-Iokaties voor, grootschalige opwekking van windenergie in Zeeland '"tj -...J 1Il N r w o Richtlijnen milieu-effectrapport milieu-effectrapportage Lokaties voor grootschalige opwekking

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Deventer Entertainment Center. 12 september 2003 1263-70

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Deventer Entertainment Center. 12 september 2003 1263-70 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Deventer Entertainment Center 12 september 2003 1263-70 ISBN 90-421-1196-8 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting van een inrichting voor varkenshouderij Maatschap Jongen te Maria Hoop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 april 2004 / rapportnummer 1411-21 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 augustus 2009 / rapportnummer 2130-60 1. OORDEEL OVER HET MER ENECO heeft het voornemen om een windpark in

Nadere informatie

Varkenshouderij Knorpolder te Creil Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Varkenshouderij Knorpolder te Creil Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Varkenshouderij Knorpolder te Creil Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 25 mei 2004 / rapportnummer 1431-40 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Varkenshouderij Knorpolder

Nadere informatie

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 8 oktober 2009 / rapportnummer 2313-28 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 april 2016 / projectnummer: 3049 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Brouwerseiland

Nadere informatie

Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2009 / rapportnummer 1901-71 OORDEEL OVER HET MER De gemeente Rotterdam heeft het voornemen om aan de zuidoever van

Nadere informatie

Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis

Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis Aardgasgestookte STEGcentrale InterGen in Rijnmond te Pernis Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 9 februari 2006 / rapportnummer 1686-15 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland

Nadere informatie

Waterbeheerplan Veluwe Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport

Waterbeheerplan Veluwe Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport Waterbeheerplan Veluwe 2010-2015 Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 18 september 2008 / rapportnummer 2128-17 1. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES Het Waterschap Veluwe heeft

Nadere informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland

Nadere informatie

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 november 2016 / projectnummer: 3157 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Landbouwbedrijf

Nadere informatie

Windenergie Goeree-Overflakkee

Windenergie Goeree-Overflakkee Windenergie Goeree-Overflakkee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 februari 2014 / rapportnummer 2800 59 1. Oordeel over het MER Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland en het college

Nadere informatie

Waterbeheerplan Aa en Maas

Waterbeheerplan Aa en Maas Waterbeheerplan Aa en Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 februari 2015 / rapportnummer 2871 26 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Waterschap Aa en Maas stelt een nieuw

Nadere informatie

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 januari 2013 / rapportnummer 2725 31 1. Oordeel over

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland

Structuurvisie Noord-Holland Structuurvisie Noord-Holland Aanvullend toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 februari 2010 / rapportnummer 2214-68 1. OORDEEL OVER HET MER Het provinciebestuur van Noord-Holland heeft het voornemen

Nadere informatie

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 Foodpark Veghel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Veghel heeft het voornemen om in het gebied De

Nadere informatie

Pluimveehouderij Van Deurzen Toetsingsadvies over de actualisatie van het milieueffectrapport

Pluimveehouderij Van Deurzen Toetsingsadvies over de actualisatie van het milieueffectrapport Pluimveehouderij Van Deurzen Toetsingsadvies over de actualisatie van het milieueffectrapport 26 januari 2009 / rapportnummer 1372-127 1. OORDEEL OVER HET AANGEPASTE MER De heer H. van Deurzen is voornemens

Nadere informatie

30 AUGUSTUS 2001 INHOUDSOPGAVE

30 AUGUSTUS 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT BEDRIJVENTERREIN AALSMEER 30 AUGUSTUS 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER...2 2.1 Algemeen... 2 2.2 Toelichting op het oordeel en aanbevelingen

Nadere informatie

1 NOVEMBER 2001 INHOUDSOPGAVE

1 NOVEMBER 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR RICHTLIJNEN VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT UITBREIDING VAN HET DIERENPARK AMERSFOORT 1 NOVEMBER 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. HOOFDPUNTEN VAN HET ADVIES... 2 3. PROBLEEMSTELLING, DOEL

Nadere informatie

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 januari 2008 / rapportnummer 1733-64 1. OORDEEL OVER HET MER Burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 12 oktober 2009 / rapportnummer 1972-18 1. OORDEEL OVER HET

Nadere informatie

Optimalisatie Waterwinningen Budel, Eindhoven en Nuland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Optimalisatie Waterwinningen Budel, Eindhoven en Nuland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Optimalisatie Waterwinningen Budel, Eindhoven en Nuland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 mei 2009 / rapportnummer 1904-84 1. OORDEEL OVER HET MER Brabant Water heeft het voornemen de bestaande

Nadere informatie

CCS Maasvlakte (ROAD-project)

CCS Maasvlakte (ROAD-project) CCS Maasvlakte (ROAD-project) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 maart 2012 / rapportnummer 2479 107 1. Oordeel over het MER Maasvlakte CCS project CV (verder MCP 1 ) wil het Rotterdam Opslag

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente

Nadere informatie

Containertransferium Alblasserdam

Containertransferium Alblasserdam Containertransferium Alblasserdam Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 8 december 2009 / rapportnummer 2329-39 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER Havenbedrijf Rotterdam N.V. heeft het voornemen

Nadere informatie

Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 januari 2010 / rapportnummer 2149-72 1. OORDEEL OVER HET MER Euro Tank Terminal B.V. (ETT) heeft het voornemen om de

Nadere informatie

Aardgaswinning D12-A Noordzee Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Aardgaswinning D12-A Noordzee Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Aardgaswinning D12-A Noordzee Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 19 maart 2004 / rapportnummer 1403-30 Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Aardgaswinning D12-A Noordzee

Nadere informatie

Golf- en Countryclub De Princepeel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Golf- en Countryclub De Princepeel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Golf- en Countryclub De Princepeel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 18 januari 2006 / rapportnummer 1672-30 Gemeenteraad Mill & St. Hubert Postbus 39 5450 AA Mill uw kenmerk uw brief

Nadere informatie

Bestemmingsplan windturbinepark Scholtersloot, gemeente Steenwijkerland

Bestemmingsplan windturbinepark Scholtersloot, gemeente Steenwijkerland Bestemmingsplan windturbinepark Scholtersloot, gemeente Steenwijkerland Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 07 juli 2008 / rapportnummer 2099-54 1. HOOFDPUNTEN VOOR HET

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014 Bestemmingsplan buitengebied gemeente Someren 2014 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 20 mei 2014 / rapportnummer 2882 15 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Someren stelt het

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Noordwesttangent Leeuwarden. 12 juni

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Noordwesttangent Leeuwarden. 12 juni Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Noordwesttangent Leeuwarden 12 juni 2003 1101-99 ISBN 90-421-1162-3 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. OORDEEL

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen

Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 4 september 2014 / rapportnummer 2950 25 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Roosendaal

Nadere informatie