Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de Colportagewet Nr. 6 MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 22 september 1988 De vragen, die de vaste Commissie voor Economische Zaken stelde in het voorlopig verslag inzake bovengenoemd voorstel van wet, beantwoorden wij als volgt. I. ALGEMEEN 1. Inleiding De vraag van de leden van de C.D.A.-fractie of het niet wenselijker is de Colportagewet in één keer geheel te herzien, nu de uitvoeringsdatum van de richtlijn toch reeds is verstreken, beantwoorden wij ontkennend. De algehele herziening van de Colportagewet (hierna ook aan te duiden als «de wet») is zo ingrijpend, dat het naar onze mening ongewenst is deze te doen plaatsvinden onder de tijdsdruk van de uitvoeringstermijn van de richtlijn, die immers, cazien de reeds plaatsgevonden hebbende overschrijding, eerder toe- dan afgenomen is. Voorts kunnen wij deze fractieleden desgevraagd meedelen, dat het wetsvoorstel, strekkende tot de bedoelde herziening, in een gevorderd stadium van voorbereiding verkeert. Voor het resultaat van de zelfregulering ten aanzien van colportage met spaarkassen, waarnaar de leden van de C.D.A.-fractie vroegen, verwijzen wij naar de brief van de eerste ondergetekende van 19 februari van dit jaar aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 1987/88, , nr. 2). Daarin werd meegedeeld, dat de in dat kader gemaakte afspraken zijn geëvalueerd. De conclusie van deze evaluatie was, dat de gemaakte afspraken in voldoende mate zijn nageleefd. Wij kunnen hieraan nog toevoegen, dat het Klachteninstituut Verkoopmethoden Verzekeringsbedrijf in 1987 ter zake van in 1985 en 1986 tot stand gekomen spaarkasim schrijvingen geen enkele klacht meer heeft ontvangen over spaarkascolportage. De bijdragen van Nederlandse zijde aan de totstandkoming van de onderhavige richtlijn, waarnaar de leden van de P.v.d.A.fractie vroegen, betroffen het volgende. De formulering van het tweede lid van arikel 1 is gebaseerd op een voorstel van Nederland. Nederland heeft tevergeefs gepleit voor opneming van een bepaling, dat het bedrag, genoemde in artikel 3, eerste lid, van de richtlijn om de vijf jaar getoetst Tweede Kamer, vergaderjaar , 20443, nr. 6 1

2 zal worden, en voor schrapping van artikel 3, derde lid. Nederland heeft, evenals andere Lid-Staten, geen steun gegeven aan het voorstel van Denemarken om aan het tweede lid van artikel 3 een onderdeel f toe te voegen dat een handelaar, die te goeder trouw niet weet dat hij met een consument handelt, beschermt. Wel heeft Nederland het voorstel van het Verenigd koninkrijk om aan artikel 4 de tekst van de laatste alinea toe te voegen gesteund. Nederland was ook voorstander van opneming van het artikel, inhoudend dat verdergaande nationale wetgeving toegestaan is (artikel 8). Voor een antwoord op de vraag van de fractieleden van de P.v.d.A. naar het wetsvoorstel, voortvloeiende uit de conclusie van de werkgroep- Nicaise, verwijzen wij naar het antwoord op dezelfde vraag van de fractieleden van het C.D.A. Wanneer die voorstellen kracht van wet zullen verkrijgen is op dit moment nog niet te zeggen. Verlenging van de termijn voor voldoening aan de richtlijn is niet mogelijk, zo moeten wij de leden van de P.v.d.A.-fractie desgevraagd antwoorden. Nederland heeft de richtlijn, inclusief de uitvoeringstermijn, neergelegd in artikel 9, aanvaard. Dit artikel biedt niet de mogelijkheid uitzonderingen te maken. Zoals wij ook de fractieleden van het C.D.A. hebben geantwoord achten wij het niet wenselijk de ingrijpende herziening van de wet onder de tijdsdruk van de richtlijn tot stand te laten komen. Dit zou bovendien leiden tot een veel ruimere overschrijding van de richtlijntermijn dan bij enkele uitvoering van de richtlijn, hetgeen wij evenzeer ongewenst achten. De leden van de V.V.D.-fractie vroegen of telewinkelen onder de Colportagewet valt. Hierop antwoorden wij, dat dit niet het geval is, omdat deze vorm van verkopen niet voldoet aan de omschrijvingen van colportage in artikel 1, eerste lid, van de wet. Daaraan voegen wij nog toe, dat de Colportagewet niet zo zeer beoogt de consument te beschermen tegen impulsieve aankopen, als wel tegen bepaalde min of meer agressieve verkoopmethoden, waardoor de consument overrompeld kan worden. Bij telewinkelen is het, anders dan bij colportage, steeds de consument die het initiatief tot aankoop moet nemen. Zoals uit de wetsgeschiedenis valt af te leiden, worden consumenten op beurzen niet door de Colportagewet beschermd, zo antwoorden wij de fractieleden van de V.V.D. Wij verwijzen in dit verband naar het verworpen amendement-terlouw, dat beoogde deze bescherming ter zake van bepaalde beurzen wel te geven (Kamerstukken II 1972/73, , nr. 12), en de daarover in de Tweede Kamer gevoerde discussie; zie Handelingen II 1972/73, bladzijden 1882, r.k., tweede helft, 1883, 1984, r.k., tweede helften 1985, l.k. De leden van de S.G.P.-fractie betreurden het beperkte karakter van het wetsvoorstel. Voor een uiteenzetting over de noodzaak van dit beperkte karakter verwijzen wij naar ons antwoord op vragen over dit punt van de leden van de C.D.A.-fractie. 2. De EEG-richtlijn De leden van de C.D.A.-fractie vroegen, onder verwijzing naar het kabinetsstandpunt inzake deregulering van overheidsregelingen (Kamerstukken II 1983/84, , nr. 11, bladzijde 10; paragraaf betreffende het voorontwerp investeringscolportage), of investeringscolportage onder het Aanwijzingsbesluit contantcolportage (Stb. 1975, 396) valt. Hierop antwoorden wij, dat de wet van toepassing is op alle colportage met in het aanwijzingsbesluit aangewezen goederen. Dit is zowel het geval indien de consument het goed aanschaft voor eigen gebruik als wanneer het goed wordt aangeprezen als een mogelijkheid om inkomsten te verwerven. De richtlijn is van toepassing op colportage met alle goederen en diensten, uitgezonderd de goederen en diensten, genoemd in artikel 3, tweede lid, van de richtlijn. Ook colportage, die vergezeld Tweede Kamer, vergaderjaar , 20443, nr. 6 2

3 gaat van de aanprijzing, dat de consument zich met de aangeboden goederen inkomsten kan verwerven, valt derhalve onder de richtlijn. De vraag van de leden van de C.D.A.-fractie, of telefonische verkoop en beurs- en straatverkoop onder de wet en/of de richtlijn vallen, beantwoorden wij als volgt. Telefonische verkoop en straatverkoop vallen niet onder de omschrijvingen van artikel 1, eerste lid, van de wet en evenmin onder artikel 1, eerste lid, van de richtlijn. Overigens is telefonische verkoop voor een liefdadig of ideëel doel verboden (artikel 435e van het Wetboek van Strafrecht). Ten aanzien van beursverkoop verwijzen wij naar het antwoord op de zelfde vraag van de leden van de VVD.fractie. De mening van de leden van de C.D.A.-fractie, dat het inschrijvingsstelsel ook van toepassing moet zijn op colportage die in verband met de richtlijn onder de wet gaat vallen, kunnen wij niet delen. Deze lastenverzwaring voor het bedrijfsleven achten wij onnodig, omdat de richtlijn hiertoe niet verplicht, en ongewenst, omdat betrokkenen dan voor een relatief korte periode onder een thans reeds door ons als achterhaald beschouwd regime zouden worden gebracht. De opmerkingen van de leden van de C.D.A.-fractie over colportage bij een bezoek op verzoek van de consument leiden ons tot de volgende kanttekeningen. De Colportagewet beoogt de consument te beschermen tegen de overrompeling die min of meer eigen is aan colportage, zoals bij voorbeeld bij ongevraagd bezoek bij de consument aan huis. Dit ligt in het algemeen anders indien de consument zelf om een bezoek heeft gevraagd. In dat geval wordt de consument meestal niet onverwacht met een aanbod geconfronteerd. Bescherming is dan ook niet nodig en zou ten onrechte lasten opleggen aan het bedrijfsleven. Dit lijdt echter uitzondering als de handelaar tijdens een bezoek, waartoe de consument het initiatief heeft genomen, ineens goederen of diensten gaat aanbieden, waarvan de consument redelijkerwijze niet kon weten, dat die ook tot zijn bedrijfs- of beroepsuitoefening behoorden, en waarop hij dus ook niet bedacht is. Als voorbeeld kan worden genoemd een televisiemonteur, die op verzoek van de consument bij deze thuis komt in verband met een reparatie, en die ineens encyclopedieën te koop gaat aanbieden. In dat geval is ook weer sprake van overrompeling, die bescherming van de consument wenselijk maakt. De leden van de C.D.A.-fractie spraken er hun voorkeur voor uit dat in de wet wordt opgenomen dat, wanneer in geval van ontbinding van een overeenkomst teruggave van de prestatie onmogelijk is, de waarde van de prestatie in geld dient te worden gerestitueerd. Zoals wij ook al in de memorie van toelichting hebben uiteengezet, is df arvoor naar onze mening geen aparte wettelijke regeling nodig: de toepasselijke regeling van het Burgerlijk Wetboek, te weten de artikelen 1395 en 1396 en de daarop gebaseerde jurisprudentie, houden precies datgene in, wat deze fractieleden beogen. Een aparte regeling van die strekking in de Colportagewet zou hieraan niets toevoegen. Zoals wij reeds in reactie op een soortgelijke opmerking van de leden van de C.D.A.-fractie stelden, achten wij het beslist ongewenst om, zoals ook de leden van de P.v.d.A. fractie voorstelden, de inschrijvingsplicht voor de periode, die ligt tussen de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel en de inwerkingtreding van het wetsvoorstel inzake deregulering, uit te breiden tot alle colporteurs. Naar onze mening zou dit voor zo'n, naar wij hopen korte, periode een onnodige belasting voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken en voor het bedrijfsleven meebrengen. Overigens hoeven ook reeds thans niet alle colporteurs, voor wie wel de voorschriften ten aanzien van de akteverplichting en de afkoelingsperiode gelden, te zijn ingeschreven. Wij doelen hier op de colporteurs met drukwerk en andere zaken als bedoeld in artikel 7 van de wet (artikel 26, eerste lid). De stand van zaken met betrekking tot de regelgeving voor het gehele beurs- en effectenwezen, waarnaar deze leden vroegen, is als volgt. Op het gebied van het beurs- en effectenwezen heeft de Minister van Tweede Kamer, vergaderjaar , 20443, nr. 6 3

4 Financiën voorbereidingen getroffen voor een nieuwe regelgeving met het oog op een adequate functionering van de financiële markten en de positie van de beleggers op die markten. De bedoeling is dit stelsel uit twee toezichtwetten te laten bestaan: een voor beleggingsinstellingen en een voor het effectenverkeer. Deze wetten zullen in de plaats komen van de huidige wetgeving op het onderhavige terrein, te weten de Wet effectenhandel (Stb. 1985, 570) en de Beurswet 1914 (Stb. 445). Hiernaast zal met de Wet inzake het toezicht op beleggingsinstellingen uitvoering worden gegeven aan de EEG-richtlijn ter zake van instellingen voor collectieve belegging in effecten. De voorbereidingen ter zake van de desbetreffende voorstellen van wet bevinden zich in een vergevorderd stadium. Op 17 juni 1988 is het voorstel van wet, houdende regelen inzake het toezicht op het effectenverkeer (Wet toezicht effectenverkeer), door de ministerraad aanvaard. Dit voorstel ligt thans ter advisering bij de Raad van State. Wat betreft het wetsvoorstel aangaande de beleggingsinstellingen is het de bedoeling van de Minister van Financiën een en ander dit najaar aan de ministerraad voor te leggen. Hiernaast vroegen de leden van de fractie van de P.v.d.A. naar de stand van zaken met betrekking tot het voorstel van Wet assurantiebemiddelingsbedrijf alsmede naar de eventuele gevolgen van dat wetsvoorstel voor de colportagewetgeving. De Raad van State heeft op 3 juni 1988 zijn advies over het voorstel van Wet assurantiebemiddelingsbedrijf uitgebracht. Het voorstel zal naar verwachting dit jaar aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Daarin is niet expliciet voorzien in een regeling voor colportage met verzekeringsprodukten. Wij zijn van mening, dat het huidige wetsvoorstel voldoende waarborgen biedt om agressieve verkoopmethoden tegen te gaan. Wij wijzen in dat verband bij voorbeeld op de invoering van de extra grond voor doorhaling in het register van assurantietussenpersonen wegens het in ernstige mate handelen in strijd met (onder meer) de belangen van de consument. Er zijn op dit punt geen gevolgen voor de colportagewetgeving. De leden van de P.v.d.A.-fractie vroegen naar de betekenis van de toevoeging «ongevraagd». Deze toevoeging in de tweede alinea van paragraaf 2.2 van de memorie van toelichting bij het onderhavige wetsvoorstel heeft betrekking op het feit, dat de wet alleen van toepassing is als het initiatief voor het persoonlijk bezoek niet (in overwegende mate) is uitgegaan van de consument. Bij de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel dat leidde tot de Colportagewet in de Tweede Kamer (Handelingen II 1972/73, bladzijde 1882, l.k.) noemde de toenmalige staatssecretaris, de heer Hazekamp, als voorbeeld de situatie, dat in een advertentie een bonnetje is opgenomen of dat er wordt gesteld: «wendt u tot ons, wij komen op bezoek». Als een consument dan per briefkaart of door het insturen van het bonnetje om inlichtingen of om bezoek zou vragen, ligt het initiatief bij degene, die deze advertentie in deze vorm, met de uitnodiging tot bezoek, heeft geplaatst. Dit persoonlijk bezoek is dan colportage in de zin van de wet. Ook als een consument ongevraagd telefonisch wordt benaderd en het voorstel voor persoonlijk bezoek daarbij van de handelaar uitgaat is er sprake van ongevraagd persoonlijk bezoek. Op de vraag van de leden van de P.v.d.A.-fractie of er nu wel of niet sprake is van colportage indien een werknemer van een onderneming door een collega ongevraagd er toe wordt bewogen een goed of dienst van de onderneming te kopen antwoorden wij, dat dit naar onze mening inderdaad het geval is, zodat in dat geval de huidige wet bescherming biedt indien het colportage met een goed of dienst betreft, waarop de wet van toepassing is, ongeacht of de werknemer thuis of op het werk wordt benaderd. Voorts stelden deze leden een aantal feitelijke vragen, die wij als volgt beantwoorden. Een schatting van het aantal gevallen, waarin het bezoek van een handelaar, dat plaatsvond op verzoek van de consument terwijl die laatste kon weten dat het ging om het sluiten van een overeenkomst, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6 4

5 tot een dergelijke overeenkomst heeft geleid, kunnen wij niet geven. Evenmin is bekend in hoeveel van die gevallen de consument alsnog enigerlei procedure heeft aangespannen om de overeenkomst ongedaan te maken. Bij colportage bij de consument thuis gaat het meestal om de goederen, die zijn aangewezen in het Aanwijzingsbesluit contantcolportage (Stb. 1975, 396). Daarnaast wordt ook veel gecolporteerd met drukwerk, met name abonnementen op tijdschriften en encyclopedieën. Consumenten, die via colportage kopen, kunnen in beginsel tot elke inkomenscategorie behoren. Wel bestaat op het ministerie van de eerste ondergetekende de indruk, dat klachten over colportage wat vaker uit de lagere inkomensgroepen komen, zoals bejaarden en gezinnen van buitenlandse werknemers. Op de vraag van de leden van de P.v.d.A.-fractie naar een vergelijking tussen de rechtsgang op basis van onverschuldigde betaling en ongegronde verrijking en een rechtsgang die zou gelden, indien er voor situaties, waarin teruggave van een prestatie niet meer mogelijk is, specifieke bescherming via de Colportagewet zou worden geboden, antwoorden wij als volgt. Een dergelijke specifieke regeling zou bij voorbeeld kunnen inhouden - zoals door een minderheid inde CCA bepleit - dat de consument de waarde van de prestatie niet behoeft te vergoeden, indien deze is verricht voordat de afkoelingsperiode is verstreken. Wij menen dat dit een onredelijke benadeling van de colporteur tot gevolg zou hebben. De consument kan immers wel degelijk profijt hebben gehad van de prestatie en bij het verrichten ervan op een bepaald moment. Wij menen dat op basis van genoemde artikelen van het BW de rechter steeds, rekening houdend met alle concrete omstandigheden van het geval, tot redelijke uitspraken zal kunnen komen. De leden van de S.G.P.fractie antwoorden wij desgevraagd, dat ons geen ontduikingspraktijken van colporteurs bekend zijn. Ten aanzien van het door hen genoemde voorbeeld van advertenties verwijzen wij naar hetgeen wij daarover hebben gezegd naar aanleiding van eenzelfde vraag van de leden van de P.v.d.A.-fractie. Omdat deze manier van colporteren onder de wet valt, is er geen sprake van een ontduikingspraktijk. Voor een ruimere omschrijving van het begrip «persoonlijk bezoek» is dan ook geen reden. Op de vraag van de leden van de S.G.P. fractie naar het centrale element in de colportage antwoorden wij, dat bij colportage in de zin van de wet een belangrijk element is dat het initiatief uitgaat van de handelaar. Het element «buiten verkoopruimten (van de handelaar) gesloten overeenkomsten» komt als zodanig niet in de Colportagewet voor, maar de in de wet omschreven vormen van colportage: persoonlijk bezoek en groepscolportage, vallen grotendeels met die formulering samen. Zie in dit verband bijvoorbeeld memorie van toelichting, Kamerstukken II 1970/71, , nr. 3, bladzijden 13, l.k., onder 2: «Werkingssfeer van de regeling», en 17, l.k., de toelichting op artikel 1, eerste lid, onder b, met name de tweede alinea. In een enkel opzicht kan de omschrijving van groepscolportage in de wet ruimer uitvallen, omdat niet is uitgesloten dat deze plaatsvindt in een verkoopruimte van de handelaar. 3. Deregulering De leden van de V.V.D.fractie vroegen waarom aan de constatering, dat het onderhavige wetsvoorstel een lastenverzwaring met zich meebrengt voor de betrokkenen, geen conclusie is verbonden. Hierop moeten wij antwoorden, dat deze lastenverzwaring onontkoombaar is, omdat zij voortvloeit uit een bindende EEG-richtlijn. Wel is op het punt van de inschrijvingsplicht een voorziening getroffen (artikel I, onderdeel B) om lastenverzwaring, onder meer voor het bedrijfsleven, te voorkomen. Voorts kunnen wij de leden van de V.V.D.-fractie desgevraagd meedelen, dat thans meer in het algemeen wordt onderzocht of de Economische Tweede Kamer, vergaderjaar , 20443, nr. 6 5

6 Controledienst over voldoende personeel beschikt, gelet op de werkzaamheden die voor deze dienst voortvloeien uit huidige en toekomstige regelgeving. II. ARTIKELEN Artikel I Onderdeel A Met betrekking tot de bewijslast inzake het «niet weten en redelijkerwijs niet kunnen weten» in de voorgestelde toevoeging aan artikel 1, vijfde lid, (artikel I, onderdeel A, onder 2, van het wetsvoorstel) merken wij in antwoord op de vragen van de leden van de V.V.D.fractie op, dat het voor de hand ligt, dat op dit onderdeel in eerste instantie een beroep zal worden gedaan door de consument. Dit zal zich met name voordoen in het geval dat de consument meent recht te hebben op een afkoelingsperiode, aangezien volgens hem de Colportagewet van toepassing is op een overeenkomst, die hij heeft gesloten tijdens een bezoek aan huis van een handelaar op zijn verzoek. In dat geval zal de consument stellen, dat de wet van toepassing is, omdat hij niet wist en redelijkerwijs niet kon weten, dat de handelaar ook in die goederen handelde dan wel die diensten aanbood. Op hem zal in zo'n geval in beginsel dan ook de bewijslast rusten. Wij hebben geen reden om aan te nemen, dat de bovenbedoelde zinsnede meer problemen zal oproepen dan zij oplost. Van het element «redelijkerwijs niet kon weten» gaat namelijk een objectiverende werking uit. In het hiervoor, in reactie op een vraag van de leden vandec.d.a.-fractie over hetzelfde onderwerp gegeven voorbeeld van de televisiemonteur die ineens overgaat tot de verkoop van encyclopedieën, zal de consument al gauw in dit bewijs kunnen slagen als uit de normale bedrijfsvoering van de monteur, bij voorbeeld in zijn bedrijfsruimte, niets van deze verkoop viel te bespeuren. Overigens is deze zinsnede, met enige noodzakelijke redactionele aanpassing, overgenomen van artikel 1, tweede lid, van de richtlijn. De vraag van de leden van de V.V.D.-fractie of de in de memorie van toelichting genoemde grens tussen de wel of niet onder de wet vallende activiteiten die leiden tot een afgesloten transactie, binnen de bedrijfsactiviteiten van de colporteur, als regel genomen kan worden, beantwoorden wij bevestigend. Zoals wij ook reeds in de memorie van toelichting hebben uiteengezet, is het naar onze mening niet nodig in de wet een bepaling op te nemen ter uitvoering van artikel 3, derde lid, van de richtlijn. Door de voorgestelde toevoeging aan artikel 1, vijfde lid, van de wet wordt de consument voortaan bij een persoonlijk bezoek op zijn eigen verzoek ook door de wet beschermd indien hij niet wist en redelijkerwijs niet kon weten, dat het sluiten van overeenkomsten betreffende de betrokken goederen of diensten tot de bedrijfsactiviteiten van de handelaar behoorde. Een bepaling, inhoudend dat de wet niet van toepassing is indien de als gevolg van het bezoek gesloten overeenkomst rechtstreeks verband houdt met het goed of dienst in verband waarmee de consument om dat bezoek heeft verzocht, zou daaraan niets toevoegen. In dat geval weet de consument immers, of kan hij redelijkerwijs weten, dat de handelaar in die goederen of diensten handelt. Onderdeel B De vragen van de leden van de V.V.D.-fractie over dit onderdeel beantwoorden wij als volgt. Het begrip «persoonlijk bezoek» maakt deel uit van de definities van afbetalings-, contant- en kredietcolporteur in artikel 1, eerste lid, van de Colportagewet. Het vijfde lid van artikel 1 Tweede Kamer, vergaderjaar , 20443, nr. 6 6

7 bevat een inperking van de reikwijdte van dit begrip. Door de voorgestelde toevoeging aan het vijfde lid wordt die reikwijdte echter uitgebreid. Om te voorkomen dat die uitbreiding ook gevolgen zou hebben voor de inschrijvingsplicht dient een bepaling als onderdeel B in het wetsvoorstel te worden opgenomen. Ten aanzien van de inschrijvingsplicht treedt door dit wetsvoorstel dus geen verandering op en deze is dan ook niet afhankelijk van de «geestelijke gesteldheid» van de consument. Ten aanzien van de overige verplichtingen voor deze colporteurs, te weten de akteverplichting en de afkoelingsperiode, kan worden opgemerkt, dat het hier gaat om handelaren, die bij de consument aan huis komen op diens verzoek. Men mag aannemen, dat zij zich terdege bewust zijn van de verwachtingen, die de consument heeft als deze het initiatief neemt tot het bezoek. Zij zullen dus ook kunnen beoordelen of de consument op hun aanbod bedacht zal zijn of niet en derhalve of zij colportage in de zin van de wet bedrijven of niet. Wij verwijzen in dit verband ook naar onze uiteenzetting over de objectiverende werking van de zinsnede «redelijkerwijs niet kunnen weten» bij de vraag van dezelfde fractieleden over artikel I, onderdeel A. Onderdeel C Op de vraag van de V.V.D."fractieleden naar de interpretatie van de zinsnede «onmiddellijk gevolg zijn van de werkzaamheid van», die voorkomt in artikel 24, eerste lid, antwoorden wij, dat daarmee wordt bedoeld, dat de consument door toedoen van een colporteur is bewogen tot het sluiten van een overeenkomst betreffende een goed of een dienst met die colporteur of met de onderneming, waarvoor die colporteur werkzaam is. In de memorie van toelichting bij het oorspronkelijke wetsvoorstel werd hiervoor in de toelichting bij dit artikel (artikel 22 van het voorstel) ook de term «door tussenkomst van» gebruikt (Kamerstukken II 1970/71, , nr. 3, bladzijde 21 r.k.). Naar aanleiding van de desbetreffende vraag van de leden van de V.V.D.-fractie merken wij op, dat er geen verplichting is de akte van een door colportage tot stand gekomen overeenkomst te laten dagtekenen. Dagtekening is alleen van belang voor de bepaling van de datum waarop de opzeggingstermijn van de consument eindigt. Hieruit vloeit voort, dat er geen aanleiding bestaat om iets te ondernemen tegen bedrijven, die akten van overeenkomsten niet laten dagtekenen. De personeelsvoorziening van de ECD speelt hierbij geen rol. De Staatssecretaris van Economische Zaken, A. J. Evenhuis De Minister van Justitie, F. Korthals Altes Tweede Kamer, vergaderjaar , 20443, nr. 6 7

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20 443 Wijziging van de Colportagewet Nr. 5 VOORLOPIG VERSLAG Vastgesteld 2 mei 1988 De vaste Commissie voor Economische Zaken 1 brengt als volgt

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012 ... No.W03.12.0390/II 's-gravenhage, 5 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2012, no.12.002275, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 547 Wijziging van de Colportagewet in verband met de afschaffing van het registratiestelsel B ADVIES RAAD VAN STATE NADER RAPPORT Aan de Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

2 Vergaderjaar

2 Vergaderjaar T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL 2 Vergaderjaar 2005-2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1983-1984 Nr. 140 16143 Wijziging van de Handelsregisterwet (Stb. 1976, 398) MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 20 maart 1984 In antwoord op de vragen en opmerkingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 924 Regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap) B ADVIES

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I wordt als volgt gewijzigd: 32014 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 488 Besluit van 21 november 2003 tot uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties, houdende goedkeuring

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Artikel 4:194a BW In het concept wetsvoorstel luidde artikel 4:194a BW als volgt:

Artikel 4:194a BW In het concept wetsvoorstel luidde artikel 4:194a BW als volgt: Van : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Datum : 31 augustus 2015 Betreft : 34 224 Wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden van de erflater (Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een aftrekverbod voor de aankoopkosten van een deelneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 072 Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 824 Aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 193 (R 1658) Wijziging van de bepalingen ten aanzien van octrooigemachtigden in de Rijksoctrooiwet en de Rijksoctrooiwet 1995 B ADVIES RAAD

Nadere informatie

In het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt na artikel 6a een artikel ingevoegd, luidende:

In het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt na artikel 6a een artikel ingevoegd, luidende: Besluit van houdende regels tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2015/2365 Op de voordracht van Onze Minister

Nadere informatie

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen en verlies van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 066 Belastingdienst Nr. 423 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 augustus 2018 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 036 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 576 Wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Publicatieblad Nr. L 372 van 31/12/1985 blz. 0031-0033

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 9 juli 2014 Onderwer Beantwoording inbreng schriftelijk overleg

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 163b 27 469 Uitvoering van de Richtlijn 98/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 juni 1998 tot wijziging van de Richtlijn 77/187/EEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2011-2012 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 869 Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Wet op het consumentenkrediet teneinde de reikwijdte van de bepalingen inzake de informatieverstrekking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 873 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1 Het advies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 63f 25 398 Wijziging van de Wet politieregisters, houdende nadere regels voor bijzondere politieregisters ten behoeve van de politie, Koninklijke

Nadere informatie

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. 33 509 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 910 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen

Nadere informatie

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-148 d.d. 31 maart 2014. (mr. H.J. Schepen, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen, secretaris).

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen.

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen. 32 512 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht in verband met de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen van bestuurders en dagelijks beleidsbepalers

Nadere informatie

De Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de Voorzitter Postbus EA DEN HAAG

De Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de Voorzitter Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de Voorzitter Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL. 1. Inleiding

WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL. 1. Inleiding WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL 1. Inleiding In het regeerakkoord dat is gesloten tussen CDA en VVD staat op bladzijde 6: In een taalwet worden de gelijke rechten van de Nederlandse taal en de Friese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 828 Wijziging van de Wet milieubeheer (reparatie milieueffectrapportage) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Dit wetsvoorstel bevat technische

Nadere informatie

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn ALGEMEEN 1.1 In de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn ('Implementatiewet') worden wijzigingen

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties

Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 144 Besluit van 14 maart 2011, houdende wijziging van het Besluit Prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 404 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten (arbeidsvoorwaarden Rechterlijke Macht 1995/97) Nr. 6

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 520 Wijziging van de Boeken 6 en 7 van het Burgerlijke Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding WIJZIGING VAN BOEK 6 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING IN VERBAND MET DE NORMERING VAN DE VERGOEDING VOOR KOSTEN TER VERKRIJGING VAN VOLDOENING BUITEN RECHTE Memorie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 228 Goedkeuring van het koninklijk besluit van 17 mei 1989 (Stb. 170) tot wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 Nr.

Nadere informatie

COLPORTAGE. 1. Inleiding

COLPORTAGE. 1. Inleiding COLPORTAGE 1. Inleiding 1.1. Dit document bevat een weergave van de standpunten die door Curatoren en de belangenorganisaties over en weer zijn ingenomen in het kader van de schikkingsonderhandelingen

Nadere informatie

Monuta: Monuta Uitvaartverzorging N.V., gevestigd en kantoorhoudende te Apeldoorn;

Monuta: Monuta Uitvaartverzorging N.V., gevestigd en kantoorhoudende te Apeldoorn; Aanvullende voorwaarden Monuta Draaiboek Deze Aanvullende voorwaarden Monuta Draaiboek zijn aanvullende voorwaarden op de algemene voorwaarden van Thuiswinkel. Artikel 1 Definities: Monuta: Monuta Uitvaartverzorging

Nadere informatie

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 29311 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten naar aanleiding van onderdelen van de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Datum: 8 juli 2015 Rapportnummer: 2015/114 2 Aanleiding Verzoeker zat in vreemdelingenbewaring

Nadere informatie

Uit de toelichting op het aangenomen amendement blijkt dat met woonkosten, naast huur, ook gedoeld wordt op kosten eigen woning.

Uit de toelichting op het aangenomen amendement blijkt dat met woonkosten, naast huur, ook gedoeld wordt op kosten eigen woning. Parlementaire geschiedenis Verhoging beslagvrije voet met woonkosten (art. 475d lid 5 onder b Rv) Belangrijke passages 1 Van 1 april 1991 tot 1 januari 1996 1 Van 1 januari 1996 tot 29 juni 1996 6 Van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 385 Wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot het spoedshalve tuchtrechtelijk

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)

Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de

Nadere informatie

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 ... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 555 Besluit van 11 december 2014 tot intrekking van het Besluit van 23 augustus 2011 tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 212 Wijziging van de Wet op het notarisambt (Reparatiewet Wet op het notarisambt) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 9 maart 2004 Ea Het voorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 574 Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 065 Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL I Vergaderjaar 2010-2011 32 339 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 656 Wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 372 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 419 Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met de uitbreiding van de nationaliteitseis voor benoeming tot notaris tot personen met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 145 Wet van 7 maart 2002 tot wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 656 Regels omtrent een basisregister van ondernemingen en rechtspersonen (Handelsregisterwet 200.) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 19 december

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 364 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden ter uitvoering van richtlijn nr. 2002/14/EG Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie