NOODHULP NOORD-IRAK ANDERHALF JAAR HULPVERLENING

Transcriptie

1 NOODHULP NOORD-IRAK ANDERHALF JAAR HULPVERLENING AUGUSTUS 2014 DECEMBER 2015

2 Op de foto: Merdan is de man links op de foto. Naast hem staan zijn broer en zijn vader. Daarvoor een aantal van zijn kinderen.

3 WONEN IN EEN STAL Zondag 3 augustus 2014 staat voor altijd gemarkeerd als een zwarte dag in het leven van de IRAAKSE MERDAN EN ZIJN GEZIN. Die bewuste dag kreeg Merdan een telefoontje dat gewapende strijders steeds dichterbij kwamen. Uit angst vluchtte het gezin naar de bergen rondom Sinjar in de hoop daar veilig te zijn. Voor Merdan was Sinjar zijn thuis. Hij leefde samen met zijn vrouw en zeven kinderen een sober maar goed bestaan. Hij werkte op het land, de kinderen gingen naar school. Niets leek dat leven aan te tasten. Totdat zijn familie hem opbelde met een angstige boodschap: Vlucht nu, gewapende strijders zijn in aantocht!. Halsoverkop is de familie naar de bergen gevlucht. De volgende dag zijn ze verder getrokken en uiteindelijk in een klein dorpje ten noorden van Dohuk beland. Veilig voor het geweld. Maar onzeker over de toekomst. Het gezin woont in een stal en heeft met zeildoeken en kleden geprobeerd het huis tot een thuis te maken. Merdan en zijn gezin behoren tot de kwetsbare gezinnen die ondersteuning kregen van leden van het Christelijk Noodhulpcluster. Het gezin kreeg een financiële bijdrage om brandstof en winterkleding te kopen en doktersrekeningen te betalen. Merdan is erg dankbaar voor de hulp die hij ontving.

4 INHOUDSOPGAVE Wonen in een stal Voorwoord Hoe konden wij helpen? Financiële rapportage Samenwerking met partnerorganisaties Toekomstplannen Colofon

5 VOORWOORD In juni 2014 braken er zware gevechten uit tussen het Iraakse leger en terreurorganisatie IS in het noorden van Irak. Een groeiende groep van bedreigde minderheden, waaronder christenen, yezidi s en sjiieten vluchtte naar Koerdisch gebied in het noorden van Irak. Het Christelijk Noodhulpcluster bestaat uit Dorcas, Red een Kind, Tear, Woord en Daad en ZOA. Samen startten zij in augustus 2014 een noodhulpactie voor de slachtoffers van het geweld in Noord-Irak. Het noodhulpcluster ontving in totaal 3,4 miljoen euro aan giften. Daarmee konden we gezinnen ondersteunen met onder andere voedselhulp, gezondheidszorg en goede sanitaire voorzieningen. We zijn ruim anderhalf jaar verder. In deze tussentijdse rapportage doen wij verslag van de hulpverlening over de afgelopen anderhalf jaar. Samen met verschillende lokale partnerorganisaties verleent het Christelijk Noodhulpcluster noodhulp aan de meest kwetsbare groepen in Noord-Irak. De mensen die wij ondersteunen, zoals etnische minderheden, eenoudergezinnen, zieken en mensen met een beperking, boeren en ouderen, hebben het vaak extra zwaar doordat ze niet in staat zijn om goed voor zichzelf te kunnen zorgen. Namens het Christelijk Noodhulpcluster, Nico Hoogenraad, directeur Dorcas Leo Visser, directeur Red een Kind Marco van der Graaf, directeur Tear Rina Molenaar, lid Raad van Bestuur Woord en Daad Johan Mooij, directeur ZOA 05

6 HOE KONDEN WIJ HELPEN? In dit hoofdstuk leggen wij uit welke soorten hulp wij konden bieden. GEZONDHEIDSZORG In de achterliggende periode konden we mensen ondersteunen met gezondheidszorg. Tijdens de bezoeken van de medische teams, werd duidelijk dat gezondheidszorg op het platteland sterk te wensen over liet. Veel medische voorzieningen waren niet meer in gebruik en personeel was weggetrokken. Ook was er een groot tekort aan medicijnen. In het najaar van 2014 maakten 200 gezinnen gebruik van psychosociale zorg. Deze gezinnen werden bereikt door de mobiele medische teams die rondreisden in de regio van Erbil. In het voorjaar van 2015 reisde een mobiele medische team vijf keer langs verschillende dorpen op het platteland in Dohuk en in de omgeving van Mosul. De medicijnen die dit team verstrekte zijn verleend door het ministerie van Gezondheid in Irak. In totaal brachten mensen een bezoek aan de teams. VOEDSEL In de afgelopen anderhalf jaar werden gezinnen geholpen met eten en drinken. We deelden maaltijden uit, verspreidden voedselpakketten en gaven financiële bijdrages zodat mensen zelf voedsel konden kopen. In de eerste maanden nadat de vluchtelingenstroom op gang kwam, werden er voor een periode van twaalf dagen warme maaltijden uitgedeeld in Erbil. Ruim mensen schoven aan voor een maaltijd. In de steden Suleimaniya en Erbil kregen kwetsbare gezinnen een voedselpakket. Het distributieteam kon snel reageren op de specifieke nood van de gezinnen, zoals het toevoegen van luiers of toiletartikelen. Vier maanden lang kregen 400 gezinnen een maandelijkse bijdrage van 50 dollar om zelf voedsel te kopen. Om de meest kwetsbare gezinnen te selecteren, maakten we gebruik van de kennis van lokale dorpscomités en lokale leiders. Voorrang werd onder andere gegeven aan gezinnen die geen inkomen hadden, ouder waren of medische zorg nodig hadden. Daarnaast werden 400 gezinnen geselecteerd in het Cash-for-work programma. Hierin kregen mensen de mogelijkheid om tien dagen op het land te werken waarmee zij geld verdienden. Tegelijk werden er ook 404 lokale boeren uitgekozen die door de lokale dorpscomités als meest kwetsbaar werden omschreven. Deze boeren mistten het materiaal en de mankracht om de grond in te zwaaien en te beplanten. Door deze twee groepen mensen samen te brengen, ontstond er een goede samenwerking. In samenspraak met deze 404 boeren werd er 350 kilogram aan zaden geleverd. Samenwerken met lokale dorpscomités en leiders bleek erg effectief. Deze mensen zijn vaak goed op te hoogte en kunnen zo de meest kwetsbare gezinnen aanwijzen. Hun inzet is belangrijk om de projecten goed van de grond te zetten. Het is gebleken dat het erg belangrijk is om bij de distributies van voedselpakketten goede afspraken te maken met de Verenigde Naties zodat niet alle hulporganisaties op hetzelfde moment voedselpakketten uitdelen. Juist tijdens kleinschalige distributies van voedselpakketten konden we snel schakelen en inspringen op de nood. WATER EN SANITAIRE VOORZIENINGEN In deze anderhalf jaar konden we mensen helpen met schoon drinkwater en goede sanitaire voorzieningen. We bouwden toiletten en douches. Ook verspreiden we pakketten met hygiëne-artikelen en trainden we mensen over hygiëne en gezondheid. In Dohuk verbleven verschillende gezinnen in incomplete gebouwen. In deze gebouwen was de watervoorziening en sanitatie gebrekkig. In veel gevallen woonden er meerdere gezinnen in één gebouw. Deze gezinnen zijn betrokken bij het ontwerp van een toiletruimte met handenwasruimte. Zo is er gelet op het feit dat het toilet mobiel is (dat de gezinnen bij vertrek het toilet kunnen meenemen) en dat het zo min mogelijk schade toebrengt aan het gebouw. De gezinnen zijn ook betrokken bij de uitvoering en de aanleg van de toilet. In totaal werden er 170 toiletten geplaatst. Elke toiletruimte geeft ongeveer 14 mensen toegang tot stromend water, douche en toilet. Deze gezinnen kregen ook 6

7 Bridges, roads, and schools have been destroyed. The land is mined, the markets are empty, and ploughs and cattle have disappeared. In some cases, their homes and land have been taken over by strangers. Elementary services such as health care and education are rudimentary or non-existent. In these traumatised communities, peace has only a tentative hold. Previous enemies must learn to live together again, and regain trust in one another. Yet at this vulnerable moment, too few people are there to support them or make their struggle known. Journalists usually disappear as soon as the fighting stops. Local governments are either absent, or weak and partisan. And many humanitarian agencies with only an emergency mandate will have packed their bags and moved on to the next crisis. ZOA stays with returning people throughout this difficult transition period. We mobilise human and material resources that help returnees to resettle and to achieve sustainable livelihoods. At the same time, we support people who are still living in temporary or long-term camp situations people who are struggling to survive, and longing to return home. EXTERNAL ENVIRONMENT ZOA is committed to serving the displaced people of the world, whether they have been displaced by conflict or by natural disaster. We face significant challenges within our operating environment, but there are also profound opportunities that can help us achieve our goals. CHALLENGES ZOA is facing some challenges that are shared by many humanitarian aid agencies, and also some that are related to our own specific mandate and identity. One that is common to everyone is the frightening tendency toward increased violence against international NGOs, as the distinctions between different actors (e.g. military and civilian) are becoming blurred. CHALLENGES The humanitarian sector is changing, as aid becomes increasingly politicised and greater professional standards are demanded, including tangible impact-oriented programming, financial accountability, and external quality certification. There is a lack of funding for so-called forgotten crises, and donors are showing an increased preference for funding multilateral bodies. There is also rising emphasis on the coordination of humanitarian aid with other partners. This leads to fewer funding opportunities for individual organisations, and greater demand that ZOA work through partners rather than maintaining our own operational presence. Recruitment of personnel is tight in both the Netherlands and the South, particularly given the constraints of our Christian identity. CHALLENGES As the humanitarian sector changes, ZOA is leveraging its strengths to take advantage of this new environment. The trend towards higher professional standards favours ZOA, allowing us to stress our distinctive features as a quality organisation. There are also numerous collaborative opportunities that ZOA is exploring. At field level, the business community and other civil society actors are good candidates for partnering on ventures such as peace committees. ZOA is also looking to collaborate with like-minded INGOs on issues such as recruitment, funding, and networking. We also have the opportunity to pursue and present a conceptual framework of what rehabilitation entails for ZOA. Furthermore, there are opportunities for the ZOA constituency to take action and get involved in our work in a variety of ways. CHALLENGES The humanitarian sector is changing, as aid becomes increasingly politicised and greater professional standards are demanded, including tangible impact-oriented programming, financial accountability, and external quality certification. There is a lack of funding for so-called forgotten crises, and donors are showing an increased preference for funding multilateral bodies. There is also rising emphasis on the coordination of humanitarian aid with other partners the South, particularly given the constraints of our Christian identity. Bridges, roads, and schools have been destroyed. The land is mined, the markets are empty, and ploughs and cattle have disappeared. In some cases, their homes and land have been taken over by strangers. Elementary services such as health care and education are rudimentary or nonexistent. In these traumatised communities, peace has only a tentative hold. Previous enemies must learn to live together again, and regain trust in one another. 7

8 training op het gebied van hygiëne. Ook kregen zij bonnen om een hygiënepakketje op te halen. Op een andere plaats in Dohuk werden 150 buitentoiletten geplaatst. 30 van deze toiletten zijn overgenomen van de Verenigde Naties. De overige 120 zijn zelf ontworpen en gebouwd. Elk toilet is gemaakt van multiplex, verzinkt staal en is voorzien van een sluitbare deur. Bij de plaatsing van de 150 toiletten kregen de gezinnen ook hygiënepakketten met onder andere 1,5 kilogram zeep, een emmer, handschoenen en schoonmaakdoeken. Daarnaast werden er ook 100 septische tanks geplaatst. Deze septische tanks zijn gemaakt van beton en staal. Deze worden geplaatst nadat de eigenaar van het stuk grond daar ook toestemming voor heeft gegeven en nadat deze eigenaar ook heeft verzekerd dat de ontheemden die op het land wonen, daar zeker tot drie maanden na het plaatsen van septische tank mogen blijven. In dezelfde regio zijn ook bestaande badkamers en toiletgroepen verbeterd en voorzien van een deur. Het is niet alleen belangrijk om toiletten te bouwen; de kennis van mensen over goede hygiëne is zeer belangrijk. Samen met andere hulporganisaties werd er een standaard hygiënepakket samengesteld. Ruim 600 gezinnen in Seje kregen training over goede hygiëne. Na de training kreeg elk gezin een pakket met zeep, shampoo, wasmiddel en brochures over hygiëne. In Erbil kregen 250 gezinnen een hygiënepakket. In de zomermaanden mei tot september werden er 2260 hygiënepaketten verspreid op zes locaties. Ook kregen gezinnen trainingen over gezondheid en hygiëne. Deze training was in samenwerking met de medische mobiele gezondheidsteams. ONDERDAK In de afgelopen anderhalf jaar konden we mensen ondersteunen bij het winterklaar maken van hun verblijfplaats. Dit deden we onder andere door het uitdelen van isolatiemateriaal, winterkleding en kachels en het geven van een financiële bijdrage. Voor veel kwetsbare groepen zoals ouderen en kinderen is het hebben van een geïsoleerd onderdak heel belangrijk. Tijdens de winterse kou en de zomerse hitte werden op verschillende plaatsen materialen uitgedeeld waarmee gezinnen hun eigen onderkomen konden opknappen. Ook ondersteunden we 456 gezinnen door hen een financiële bijdrage te geven. Met deze eenmalige donaties konden gezinnen hun onderkomen opknappen, hun huis winterklaar maken en/of de huur betalen. Daarnaast werden 8

9 er ook vouchers uitgedeeld aan 200 gezinnen waarmee zij zomerspullen konden aanschaffen gezinnen werden voorzien van allerlei non-food artikelen. In Erbil werden matrassen, keukenspullen en kachels uitgedeeld. In Suleimaniya ontvingen gezinnen die leefden in onafgebouwde onderkomens spullen die specifiek bij hun situatie pasten, in plaats van een standaard pakket. Hierbij werd rekening gehouden met eventuele kinderen in deze gezinnen. ECONOMISCHE GEMEENSCHAPSOPBOUW Twintig jongvolwassenen in een kamp in Suleimaniya werden betrokken bij een moestuinproject. Zij werden getraind om in het kamp hun eigen groentekas te bouwen. Ze kregen een vijfdaagse training over de bouw van een kas en het kweken van groenten en kruiden. De deelnemers kregen ook zaden om zelf komkommer, aubergine en tomaat te kweken. Het moestuinproject kende nogal wat uitdagingen, zoals het vinden van gemotiveerde jongeren die zonder financiële beloning wel wilden deelnemen. Het doel van het project was om te zien of dit ook in andere opvangkampen kan worden gestart. Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het project is het creëren van grote betrokkenheid en zorg dragen voor een goede follow up. De partnerorganisatie heeft besloten het project niet in andere opvangkampen uit te zetten. In Erbil en drie andere dorpen werden joggingpakken uitgedeeld. Deze werden samen met een kerkleider verdeeld onder de overwegend christelijke gemeenschap. In twee opvangkampen in Arbat werden kindvriendelijke plekken gecreëerd waar 3-6 jarigen hun eigen programma krijgen. Deze plekken boden ruimte aan totaal 444 jonge kinderen. Deze plekken zijn een aanvulling op al bestaande plekken voor oudere kinderen. Ouders reageerden positief op deze plek en het programma dat hun kind kreeg aangeboden. Kinderen hoorden verhalen, zongen, deden spelletjes en werden aangemoedigd om actief en creatief bezig te zijn. Deze activiteiten boden zo een goede mogelijkheid voor de staf van het programma om kinderen met een trauma of psychosociale stoornis te identificeren. Deze kinderen werden dan doorverwezen naar de kinderbeschermningsunit in het kamp. Daarnaast kregen elf kinderen die speciale zorg nodig hadden een programma op maat aangeboden. De invloed van deze plekken voor kinderen heeft ook positieve invloed op het leven van de ouders. Na een evaluatie van dit project bleek dat bij veel ouders de stress en zorgen afnam, omdat zij wisten dat hun kind op een veilige plek weer even kind kon zijn. Ruim 980 kinderen die betrokken waren bij het kinderprogramma of in het kamp naar school gingen, kregen tijdens schoolweken drie keer in de week fruit. In de zomer van 2015 werden er bijbels gedoneerd die zijn verspreid over elf kerken in Dohuk, Erbil en in de regio rondom Mosul. Deze bijbels worden gebruikt voor bijbelstudie in de lokale kerken. Hoewel de Koerdische regering op goede voet staat met de christelijke gemeenschap, blijft het van groot belang om op een discrete manier bijbels te verspreiden. BESCHERMING In de achterliggende periode konden we mensen ondersteunen door het geven van brandstof, kleding en het aanbieden van kinderprogramma s. Op verschillende locaties werden pakketten met schoenen en kleding uitgedeeld. Zo kregen 240 gezinnen in Dohuk een pakket met 8 kilogram aan kleding en vier paar schoenen per gezin. Deze gezinnen kregen ook twee dekens en een kachel met kerosine. Tijdens dit project heeft de overheid ook kerosine uitgedeeld. Hierdoor was het niet nodig om de laatste distributie door te laten gaan. In totaal is er liter kerosine verspreid. Daarnaast kregen 120 gezinnen in Bozan ook een pakket met winterkleding en vijf paar schoenen per gezin. Voor yezidivrouwen werden er speciale jurken gemaakt die passen bij de geloofsovertuiging van deze gemeenschap. 9

10 FINANCIËN OVERZICHT ONTVANGSTEN/BESTEDINGEN NOODHULP IRAK Inkomsten uit gezamenlijke noodhulpcampagne (netto *) OVERIGE INKOMSTEN (ACTIES DERDEN) (NETTO) Generale Diaconale commissie HHK Bijzondere Noden Ger.Gem. Bijzondere Noden Ger.Gem. in Ned. SEL France TEAR Fund New Zealand EO Metterdaad Dorcas Aid America Totaal Totale inkomsten noodhulp Irak ONDERLINGE BESTEDINGEN D o r c a s Red een Kind Tea r Woord en Daad ZOA Totaal Te besteden na verrekening onderlinge bestedingen BESTEDINGEN Dorcas Irak ZOA Middle East MedEast S A LT C A PN I Lokale partner Tear LSESD Disaster Risk Reducation Planning, monitoring, evaluatie en leren Totaal Restant te besteden DORCAS RED EEN KIND ** Totaal door de organisaties gereserveerd voor organisatiekosten. Per organisatie kan het % verschillen. Toelichting op onderlinge bestedingen binnen het Christelijk Noodhulpcluster De focus qua landen en regio van de clusterleden is gespreid. Per noodhulpactie zien we daardoor een concentratie van bestedingen bij bepaalde clusterleden. De clusterleden die in mindere mate vertegenwoordigd zijn in het noodhulpgebied, zoeken een passende besteding via andere clusterleden. Dit zijn zogenaamde onderlinge bestedingen. Voordat een onderlinge besteding wordt toegekend, vindt eerst een beoordeling plaats van het noodhulpplan. Hierin worden concrete activiteiten benoemd en ook via welke partnerorganisaties ze worden uitgevoerd. Nadat de besteding is toegekend, wordt de voortgang van de activiteiten gevolgd. 10

11 TEAR WOORD EN DAAD ZOA TOTAAL Inkomsten uit gezamelijke noodhulpcampagne Kosten Fondsenwerving & Organisatiekosten** Netto inkomsten

12 SAMENWERKING OVERZICHT PARTNERORGANISATIES Organisatie Sector Kasra Dubarak Church en Assembly of God Church In samenwerking met Dorcas zijn beide kerken actief betrokken bij het uitdelen van voedsel, kleding en kachels. Medair Deze internationale organisatie is partner van Dorcas en richt zich vooral op het bieden van gezondheidszorg en een veilig onderkomen. Capni Capni is een Irakese hulporganisatie die zich richt op het ondersteunen van Irakezen in nood door het bieden van praktische hulp zoals voedselpakketten, hygiënepakketten en mobiele gezondheidsklinieken. In Noord-Irak werken zij samen met Dorcas en ZOA. MedEast Deze christelijke Irakese hulporganisatie zet zich in voor het welzijn van de mensen in Irak in samenwerking met ZOA. Zij richten zich op gezondheidszorg en op basisbehoeften zoals voedsel, kleding en onderdak. SALT SALT is een christelijke organisatie die ook actief is in het Midden-Oosten. Zij richten zich met name op noodhulp en sociaal economische ontwikkeling. Via ZOA. Mission East Mission East is sinds 2014 werkzaam in Dohuk en richt zich in samenwerking met Tear op het verlenen van noodhulp rondom Dohuk. Tearfund UK Tearfund UK is werkzaam in Dohuk bij het geven van noodhulp op het gebied van schoon (drink) water en sanitaire voorzieningen. Lokale partner van Tear Werkt sinds 2013 samen met Tear en richt zich op noodhulpverlening rondom het thema veiligheid en veiligheid voor kinderen. ZOA Middle East Region Vanuit het kantoor in Jordanië zijn er verschillende programma s opgezet op het gebied van schoon (drink)water, goede sanitaire voorzieningen en inkomensvoorziening. 12

13 TOEKOMSTPLANNEN Nog steeds zijn er mensen in Noord-Irak op de vlucht en ontheemd. Het Christelijk Noodhulpcluster gaat door met de hulpverlening. Dorcas, Tear en ZOA nemen bovendien deel aan de North Iraq Joint Response. Deze Response is een samenwerking tussen verschillende hulporganisaties die noodhulp verlenen in Noord-Irak. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft subsidie gegeven. De North Iraq Joint Response komt voort uit de Dutch Relief Alliance (DRA). De DRA biedt snelle en effectieve noodhulp aan slachtoffers van internationale crises. De DRA is een samenwerkingsverband tussen 14 Nederlandse ngo s, gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. WATER EN SANITAIRE VOORZIENINGEN Met name in de regio van Dohuk blijft het gebrek aan schoon drinkwater en toegang tot goede sanitaire voorzieningen een probleem. In 2016 wordt er hard gewerkt aan de promotie van goede hygiëne en het zoeken naar betere toegang tot water. Ook werkt een lokale partner aan het ontwerpen van een toiletruimte die ook voor ouderen en mensen met een beperking goed toegankelijk is. Bovendien wordt er bij dit nieuwe ontwerp beter rekening gehouden met de weersomstandigheden in Irak. BESCHERMING De kindvriendelijke ruimtes in de opvangkampen in Arbat werken goed. Ouders en kinderen zijn positief. Om ook ouders een stukje onderwijs en informatie te kunnen bieden, wordt er in 2016 onderzocht of de kindvriendelijke ruimtes ook voor ouders toegankelijk worden. Daarnaast blijft de partnerorganisatie van dit project haar eigen staf opleiden, zodat de activiteiten voor de kinderen door gaan. Voor kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben worden meer activiteiten opgezet. GEZONDHEID Om ontheemden en vluchtelingen te blijven ondersteunen met basisgezondheidszorg, groeit het aantal mobiele medische teams. Bovendien wordt er ook onderzocht wat mogelijkheden zijn om kinderen en vrouwen van psychische problemen professionele hulp te bieden. VOEDSEL Voedselhulp blijft in elke regio van groot belang. Maandelijks worden er voedselpakketten uitgedeeld aan gezinnen die buiten opvangkampen verblijven. Ook wordt er in 2016 een start gemaakt met verschillende agrarische projecten, zoals het opzetten van tomatenkassen en het maken van oliepersinstallaties. Hoe meer de hygiënetraining aansluit bij de lokale context, hoe meer mensen ook hun gedrag aanpassen. Daarom blijft het belangrijk om de trainingen steeds meer af te stemmen op de context van de mensen. FINANCIËLE BIJDRAGE We hebben gemerkt dat het uitdelen van een financiële bijdrage een goede en effectieve manier is om gezinnen zelf in staat te stellen om het geld te besteden aan waar zij het meest behoefte aan hebben. Er worden in 2016 steeds meer activiteiten opgezet waarbij gezinnen een financiële bijdrage krijgen. 13

14 COLOFON Dorcas Bedrijvenweg 3 Postbus ZG Andijk T: E: info@dorcas.nl I: Red een Kind G. Stephensonstraat 11 Postbus DD Zwolle T: E: info@redeenkind.nl I: Tear Laan van Vollenhove 2941 Postbus AZ Zeist T: E: info@tear.nl I: Woord en Daad Spijksedijk 16e Postbus AN Gorinchem T: E: info@woordendaad.nl I: ZOA Sleutelbloemstraat 45 Postbus AJ Apeldoorn T: E: info@zoa.nl I: Fotografie Jaco Klamer, Dorcas, Woord en Daad, ZOA Opmaak frivista, concept & design