De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict"

Transcriptie

1 5 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict 5.1. Inleiding Rond de zogenaamde omzendbrief-peeters ontstond aan het eind van de jaren negentig een van de scherpste communautaire conflicten van de afgelopen decennia. Leo Peeters, socialistisch burgemeester van Kapelleop-den-Bos, zetelde in de Vlaamse regering Van den Brande IV als Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting. Gemakshalve wordt er over de omzendbrief gesproken; hierbij ziet men echter vaak over het hoofd dat er naast de omzendbrief-peeters nog twee andere, vergelijkbare omzendbrieven bestonden. In chronologische volgorde waren er de omzendbrief van Minister-president Van den Brande aan de Vlaamse administratieve diensten, vervolgens de omzendbrief van Vlaams minister Peeters aan de gemeentelijke diensten en ten slotte de omzendbrief van Vlaams minister Martens aan de OCMW s van de faciliteitengemeenten. De politiek, de publieke opinie en de media spitsten hun aandacht vaak echter uitsluitend toe op de omzendbrief BA-97/22, die door Leo Peeters was uitgevaardigd. Waar ging het nu concreet om? Met deze omzendbrief van 16 december 1997 herinnerde minister Peeters de gemeentebesturen van de faciliteitengemeenten eraan de taalwetgeving correct toe te passen. Dit betekende volgens Peeters onder meer dat Franstalige documenten telkens opnieuw moesten worden aangevraagd. Deze bepaling ging echter in tegen de gangbare praktijk. Als een particulier eenmaal een Franstalig document had aangevraagd, bleef hij de volgende keren dit document in het Frans ontvangen. Doordat Peeters zich tegen deze gang van zaken verzette, werd hij binnen de kortste keren door tal van Franstalige politici en opiniemakers aan de schandpaal genageld. Zowel binnen de Franstalige politieke partijen, als binnen de media, als bij de besturen van de bewuste gemeenten werd de minister persona non grata. De protesten, die echter niet uitsluitend uit Franstalige hoek kwamen, maakten op Peeters maar weinig indruk: Ik heb geen schrik van diegenen die beweren dat men de omzendbrief naast zich neer moet leggen, zei hij op een gegeven 201

2 Deel II Hoofdstuk 5 moment in het Vlaams Parlement, en de burgerlijke ongehoorzaamheid tot burgerplicht verheffen. 1 De discussies over het al dan niet wettelijke karakter van de omzendbrief namen inderdaad soms overdreven vormen aan. Agalev-Kamerlid Lode Vanoost merkte hierover op dat dit land voor enorme sociaal-economische en ecologische problemen staat die veel belangrijker zijn dan de taal waarin een stortingsformulier voor tv-taksen is opgesteld. 2 Toch laaiden de gemoederen hoog op. Maar mogen we daarom spreken van een storm in een glas water? Of ging Peeters met zijn omzendbrief inderdaad te ver en provoceerde hij dixit Karel De Gucht nodeloos de Franstaligen? Bovendien werd de omzendbrief al te vaak als een losstaand feit beschouwd. De onmiddellijke voorgeschiedenis ervan werd verwaarloosd, en de gelijksoortige omzendbrieven-van den Brande en -Martens leken in de debatten over Peeters haast vergeten. In dit hoofdstuk schetsen we de precieze context waarin de omzendbrief (of -brieven) tot stand zijn gekomen. Enerzijds moeten we verduidelijken wat er precies in de omzendbrieven staat, wat de juridische grondslag van een omzendbrief is en waarom deze documenten pas aan het eind van de jaren negentig opgesteld werden, meer dan dertig jaar na de invoering van het faciliteitenstelsel. Anderzijds analyseren we de reacties op het beleid van de Vlaamse regering. Het gaat hierbij om reacties in de parlementaire instellingen, in de gemeenten zelf en in de media. Verder bekijken we de gebeurtenissen die in het kielzog van de affaire-peeters plaatsgrepen, zoals het rapport van de Zwitser Columberg. Ten slotte wordt het beleid van Peeters vergeleken met dat van zijn opvolger op Binnenlandse Aangelegenheden Sauwens. In deze drie onderdelen moet er rekening gehouden worden met het feit dat er over deze gebeurtenis nog geen wetenschappelijk onderzoek verricht is. 3 In dit hoofdstuk zullen we dan ook de verschillende standpunten tegenover elkaar plaatsen en met elkaar vergelijken. 1. Woorden van Leo Peeters. In: Vlaams Parlement. Handelingen. Zitting , nr. 27, 11 februari 1998, p Parlementaire Handelingen. Kamer. Zitting , nr. 1579, 6 november Een uitzondering is de VUB-eindverhandeling van Leen Depre, De omzendbrief Peeters: kortsluiting in de communautaire conflicthaard? Een inhoudsanalytisch onderzoek van de berichtgeving in Le Soir en De Standaard. (LW, Communicatiewetenschappen, 1999.) Deze verhandeling heeft echter minder aandacht voor de politieke context. Zie verder: Leen Depre, Tien jaar persberichtgeving over de faciliteitenproblematiek in de Brusselse Rand. Een inhoudanalytisch onderzoek. In: Els Witte & Ann Mares (red.), Brusselse Thema s 7, pp

3 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict 5.2. Context De omzendbrieven-peeters en -Martens: toelichting In het najaar van 1997 stelde Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden Leo Peeters (SP) een omzendbrief op over het taalgebruik in de gemeentebesturen van het Nederlands taalgebied. 4 Deze werd gericht aan de provinciegouverneurs, die op hun beurt de betrokken colleges van burgemeester en schepenen op de hoogte stelden. De omzendbrief was het resultaat van de nota van 30 oktober 1997, waarmee minister Peeters de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden verzocht een omzendbrief voor te bereiden waarin voor de lokale besturen richtlijnen verstrekt worden voor een correcte toepassing van de wetgeving op het gebruik van talen in bestuurszaken. 5 De omzendbrief herinnerde eraan dat grondwetsartikel 4 België in vier taalgebieden indeelt. Concreet betekende dit dat in het Nederlands taalgebied het Nederlands onweerlegbaar voorrang kreeg. De faciliteitengemeenten behoorden geografisch eveneens tot dit Nederlands taalgebied, waardoor ook in deze gemeenten die voorrangsregel gold. Alle handelingen van de gemeentelijke overheden moesten daarom in het Nederlands gebeuren. In een faciliteitengemeente mag de overheid wel voor een beperkt aantal precies omschreven verrichtingen van de algemene regel (streektaal is bestuurstaal) afwijken ten voordele van de bestuurden die de voorkeur geven aan het Frans, meestal slechts op hun uitdrukkelijk verzoek. De omzendbrief benadrukte vervolgens dat de faciliteiten een uitzonderingsmaatregel vormen op de eentaligheid van een taalgebied, en dat ze daardoor strikt geïnterpreteerd moeten worden. Bovendien waren ze bedoeld als een integratiebevorderende maatregel, wat betekende dat ze per definitie, voor de individuele betrokkenen, een uitdovend karakter hebben. Deze principes werden verder uitgediept door te verwijzen naar de bevindingen van het Centrum-Harmel. De omzendbrief vestigde verder nogmaals de aandacht op het feit dat vergaderingen van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen in het Nederlands moesten plaatsvinden. Tussenkomsten tijdens de vergadering in een andere taal behelsden het risico dat de geno- 4. Vlaamse regering. De Vlaamse minister van binnenlandse aangelegenheden, stedelijk beleid en huisvesting. Omzendbrief BA-97/22 van 16 december 1997 Taalgebruik in de gemeentebesturen van het Nederlands taalgebied. (Afdeling Vlaamse gemeenschap - dienst personeel en algemene zaken.) Onder meer gepubliceerd in: Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant, jg. 4, nr. 4, 20 maart 1998, pp Raad van State, Afdeling Administratie: arrest nr van 10 juli 1998 in de zaak A /XII-975, p

4 Deel II Hoofdstuk 5 men beslissingen op die vergadering door de hogere overheden vernietigd zouden kunnen worden. Het overlopen van de agenda, het notuleren, het uitvaardigen van besluiten en de eedafleggingen waren bijgevolg eveneens alleen in het Nederlands geldig. De controle op de naleving van de taalwetgeving behoorde tot het gewoon administratief toezicht, wat onder de bevoegdheden van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden viel. De gouverneurs waren bij machte in het kader van het algemeen administratief toezicht beslissingen die strijdig waren met de SWT te schorsen. In de omzendbrief werd herhaald dat inwoners uit de rand- en taalgrensgemeenten 6 het recht hadden te vragen dat hun contacten met het gemeentebestuur in het Frans verliepen. Dat was immers een van de hoofdkenmerken van het faciliteitenstelsel. Peeters verklaarde dat de faciliteiten, die de SWT verleent, echter restrictief moeten worden toegepast, hetgeen impliceert dat de particulier telkens uitdrukkelijk moet verzoeken om het Frans te gebruiken. ( ) In de praktijk betekent dit dat elke plaatselijke dienst uit de faciliteitengemeenten in zijn betrekkingen met inwoners uit faciliteitengemeenten het Nederlands gebruikt. Alleen als een inwoner uit een rand- of taalgrensgemeente daar telkens uitdrukkelijk om verzoekt wordt het Frans gebruikt. In deze context is het van belang nogmaals te wijzen op het uitzonderingskarakter van de faciliteiten. Dit wil derhalve zeggen dat faciliteiten niet automatisch, blijvend, worden verleend. Ze moeten keer op keer worden aangevraagd. Het is dus uitgesloten dat particulieren die eens het gebruik van het Frans hebben gevraagd later automatisch opnieuw in het Frans worden aangeschreven. Peeters legitimeerde deze stelling door erop te wijzen dat taalkennis geen statisch gegeven is. Na verloop van tijd kon een Franstalige immers voldoende Nederlands kennen, waardoor een verdere toepassing van het faciliteitenstelsel voor deze persoon eigenlijk overbodig werd. Dit betekende dus dat aan iedere inwoner van de faciliteitengemeenten alle documenten (zoals bijvoorbeeld aanslagbiljetten van de belastingen) voortaan altijd in het Nederlands werden toegestuurd, waarna de particulier kon beslissen of hij deze documenten in het Frans wenste. De omzendbrief herhaalde dus de belangrijkste kenmerken van het faciliteitenstelsel, zoals dat al drie decennia lang in voege was. Uit deze opsomming volgde het verzoek van de Vlaamse minister om de aanvraag voor Franstalige documenten telkens te hernieuwen. In de praktijk betekende dit dat een particulier elk jaar een nieuwe aanvraag moest indienen. Dit was een totaal nieuwe opvatting. Oorspronkelijk zou de omzend- 6. De omzendbrief gold trouwens niet alleen voor de zes randgemeenten rond Brussel, maar voor alle faciliteitengemeenten die zich in het Nederlands taalgebied bevonden, en dus ook voor Voeren en de andere gemeenten aan de taalgrens. 204

5 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict brief slechts duidelijk maken op welke manier de voogdijminister, die toezicht hield op de activiteiten in de faciliteitengemeenten, zou optreden bij overtredingen van de taalwetgeving. Hij verduidelijkte ook wat men onder overtredingen moest verstaan. De omzendbrief behandelde immers heel wat facetten, vooral wanneer hij bekeken werd vanuit het referentiekader overheid burger. 7 De passage waarin gesteld werd dat iedere particulier telkens opnieuw zijn Franstalige formulieren moest aanvragen, sprong echter in het oog. Hierdoor werd de rest van de omzendbrief wat op de achtergrond geschoven. Als rechtstreeks gevolg van de omzendbrief-peeters verstuurde Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn Luc Martens (CVP) in februari 1998 een eigen omzendbrief. 8 Martens verwees naar de omzendbrief-peeters en deelde mee dat voornoemde omzendbrief van overeenkomstige toepassing is ten aanzien van de OCMW s van het Nederlands taalgebied. Met andere woorden, Martens nam voor de OCMW s dezelfde bepalingen van Peeters over. Franstalige inwoners die terugvielen op de diensten van het OCMW, moesten voortaan telkens opnieuw hun anderstalige documenten aanvragen. Vlaams minister Martens oordeelde dat een soortgelijke omzendbrief voor de OCMW s noodzakelijk was, omdat de raden in de faciliteitengemeenten net zoals de gemeenteraden en schepencolleges sinds de Pacificatiewet proportioneel waren samengesteld. Als Martens zijn omzendbrief niet had opgesteld, zou dit de indruk hebben gewekt dat de Vlaamse regering de OCMW-raden anders benaderde dan de gemeentebesturen, terwijl beide hun plaats hadden in het geheel van het faciliteitenstelsel. 9 Oorspronkelijk zou het trouwens de bedoeling geweest zijn dat de ministers Peeters en Martens een gezamenlijke omzendbrief opstelden die ze allebei zouden ondertekenen. Maar hiervan moest worden afgezien omdat de werking van de gemeente- en OCMW-raden toch niet helemaal vergelijkbaar was. 10 De omzendbrief-martens kreeg echter beduidend minder reactie dan de omzendbrief-peeters. Vooral deze laatste veroorzaakte vanaf 1998 een niet eerder geziene polarisering binnen de faciliteitengemeenten. De omzendbrief-martens werd door verschillende partijen veeleer beschouwd als een soort voetnoot bij de omzendbrief van Peeters. 7. Interview van J. Koppen met L. Peeters, woensdag 21 juni Vlaamse regering. De Vlaamse minister van cultuur, welzijn en gezin. Omzendbrief WEL- 98/01 van 9 februari 1998 betreffende het taalgebruik in de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van het Nederlands taalgebied. (Afdeling Vlaamse gemeenschap - dienst personeel en algemene zaken.) Onder meer terug te vinden in: Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant, jg. 4, nr. 3, 20 maart 1998, p Interview van J. Koppen met L. Martens, woensdag 31 mei Woorden van Luc Martens in: Vlaams Parlement. Commissievergaderingen. 1998, nr. 47, Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin, 10 februari, C47-C-WEL7, p

6 Deel II Hoofdstuk Een donderslag bij heldere hemel? Incidenten Vlaams minister Peeters lokte met zijn opvattingen onmiddellijk scherpe reacties uit, vooral bij de gemeentebesturen van de zes randgemeenten. Op dat vlak profileerden de andere faciliteitengemeenten in Vlaanderen zich beduidend minder. Burgemeester Calmeyn van Drogenbos wees er onder meer op dat de omzendbrief onlogisch was. Een inwoner die twintig jaar lang zonder problemen zijn documenten in het Frans kreeg, zou dit nu ieder jaar opnieuw moeten aanvragen. Bovendien verscheen de omzendbrief volgens Calmeyn op een moment dat niemand hem verwachtte. 11 We kunnen ons echter afvragen of Vlaams minister Peeters inderdaad een donderslag bij heldere hemel veroorzaakte. Volgens Peeters en Martens was de brief het resultaat van een proces dat eigenlijk al jaren aan de gang was. Ten eerste was er sprake van een reeks van incidenten 12 in de verschillende faciliteitengemeenten, waarbij verwezen werd naar een aantal ongrondwettelijke samenwerkingsakkoorden tussen bepaalde randgemeenten en gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit gaf de indruk dat deze gemeenten, zoals Linkebeek, streefden naar de uitbreiding van dit Hoofdstedelijk Gewest. Een ander voorbeeld was de weigering van Wezembeek-Oppem om een sociaal woningbouwproject van het Vlaams Gewest te realiseren. Ten tweede signaleerde men overtredingen van de taalwetgeving tijdens zittingen van de gemeenteraden van de zes randgemeenten 13 ; hier hebben we het reeds over gehad. Zowel voor Leo Peeters als voor Luc Martens vormden deze gebeurtenissen de rechtstreekse aanleiding om de omzendbrieven op te stellen. In andere Vlaamse instanties vroeg men ook dat de Vlaamse regering zou optreden. Een column in De Standaard van 6 november 1997 was hiervoor exemplarisch. Franstalige overheidsfiguren nemen vaak een heel andere houding (dan de Vlaamse overheid) aan. Die leven de taalwetten gewoon niet na. Ze leggen zich naast zich neer. De minister-president van de Franse Gemeenschap Laurette Onkelinx bijvoorbeeld steunt openlijk ver- 11. Interview van J. Koppen met J. Calmeyn, donderdag 4 mei Ik denk dat er (in die gemeenten) van pacificatie weinig sprake was. Als ik de situatie zie in Wezembeek-Oppem, of in Sint-Genesius-Rode ( ) Daar was geen enkele pacificatie. Je hebt daar eigenlijk permanent die discussie over taalgebruik en taalmisbruik. Ik denk dat het logisch is dat een minister, die aangesteld is door de Vlaamse regering, het maximale probeert te doen voor een correcte toepassing van de taalwetgeving. ( ) Als je dat niet doet, dan ben je niet waard dat je kan optreden namens de Vlaamse regering. Uit: Interview van J. Koppen met L. Peeters, woensdag 21 juni Interview van J. Koppen met L. Peeters, woensdag 21 juni

7 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict fransende initiatieven op Vlaams grondgebied. Met het bezoek dat ze vrijdag wil brengen aan een Franstalig bibliotheekje in Linkebeek, toont ze zich een onverbeterlijke recidiviste. 14 Toen deze column gepubliceerd werd was het echter al duidelijk dat de omzendbrief eraan kwam. De omzendbrief-van den Brande van 7 oktober 1997 over het taalgebruik in de diensten van de Vlaamse regering had reeds het niet-repetitieve karakter van de faciliteiten aangehaald. Van den Brande ging op die manier in tegen het automatisch verlenen van Franstalige documenten aan niet-nederlandstalige inwoners van de twaalf Vlaamse faciliteitengemeenten. 15 Ook minister Peeters nam dit standpunt publiekelijk in toen hij op een colloquium over Europees stemrecht in Overijse op 25 oktober 1997 het woord nam. Hij deelde daar mee dat Franstalige formulieren voor onder meer kijk- en luistergeld en waterzuivering telkens expliciet moesten worden aangevraagd. Hiermee wou Peeters af van de vanzelfsprekende bediening van de Franstaligen in hun eigen taal Basis Het beleid van de toenmalige Vlaamse regering vertoonde een duidelijk Vlaamse profilering. Minister-president Luc Van den Brande (CVP) speelde hierin zeker een versterkende factor. Als minister-president behoorde het trouwens tot de taak van Van den Brande om de expliciete woordvoerder van dit beleid te zijn. 17 In de jaren die aan de omzendbrief voorafgingen gaf de Vlaamse regering trouwens verschillende signalen die wezen op een nieuw beleid voor de Rand. In 1994 wees Vlaams volksvertegenwoordiger van Nieuwenhuysen (Vlaams Blok) in een parlementaire vraag aan toenmalig Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden Theo Kelchtermans (CVP) op een brief die zijn voorganger Luc Van den Bossche (SP) op 21 oktober 1990 aan het schepencollege van Wezembeek-Oppem richtte. Hierin schreef Van den Bossche dat de inwoners van gemeenten met een speciale taalregeling 14. Guy Tegenbos, Genoeg geweest In: De Standaard, 6 november Onckelinx werd trouwens op 7 november 1997 in Linkebeek ook opgewacht door tegenbetogers van het Vlaams Blok en het Taalaktiekommitee. Zie: Communautaire kwelduivels tegen Dehaene. In: De Standaard, 8 november In een late reactie noemde Onkelinx het provocerend karakter van haar bezoek aan de Linkebeekse bibliotheek een waanzinnige omschrijving, die aan extreem-rechts moest worden toegeschreven. Zie: We hebben voor stoutmoedigheid gekozen. In: De Standaard, 31 juli Mark Deweerdt, Overzicht van het Belgische politiek gebeuren in In: Res Publica, volume XLI, 1999, nrs. 2-3, p Persmededeling SP, 27 oktober Ook raad te plegen op: Interview van J. Koppen met L. Martens, woensdag 31 mei

8 Deel II Hoofdstuk 5 bij wijze van uitzondering in het Frans opgestelde documenten konden aanvragen. Deze uitzondering zou echter niet automatisch mogen gebeuren. De belanghebbende zou dus telkens opnieuw een aanvraag moeten richten tot de dienst van uitgifte. Deze brief had echter in hoofdzaak betrekking op de aanslagbiljetten voor de oppervlaktewaterbelasting. Kelchtermans antwoordde verder dat de vaste rechtspraak van de VCT een aanslagbiljet beschouwde als een betrekking van de overheid met een particulier. Het formulier mocht bijgevolg in het Frans aangevraagd worden en werd een dergelijke dienst derwijze georganiseerd dat zonder enige moeite voldaan kon worden aan de bepalingen van de wet. 18 Anders gezegd, noch Van den Bossche noch Kelchtermans was van mening dat ieder Franstalig officieel document elk jaar opnieuw moest worden aangevraagd, maar dat dit uitsluitend gold voor bepaalde documenten. De splitsing van de provincie Brabant op 1 januari 1995 bevorderde eveneens een koerswijziging van de Vlaamse overheden, ook op provinciaal vlak, ten aanzien van de zes faciliteitengemeenten. Dit was duidelijk te merken bij de installatie van de nieuwe provincieraad. De verschillende politieke fracties wezen hierbij op het grote belang van de oprichting van de provincie. Daarbij lieten de VU- en Vlaams Blokfracties expliciet horen dat deze oprichting een stap was in de richting van de afschaffing van de faciliteiten, en van de splitsing van het kiesarrondissement Brussel- Halle-Vilvoorde. 19 Richard Peeters liet namens de VU-fractie zelfs expliciet weten dat taalfaciliteiten verleend moeten worden aan individuele burgers op simpele vraag, maar dan telkens opnieuw tot hun aanpassingsproces is afgewerkt. 20 Intussen bood de Vlaamse regering-van den Brande III (CVP-SP-VU) 21 op 13 juni 1995 haar ontslag aan bij de nieuw samengestelde Vlaamse Raad, die op 21 mei voor het eerst rechtstreeks verkozen was. Een nieuwe regering-van den Brande IV, weliswaar zonder de VU, kon worden gevormd. Leo Peeters, die op 10 januari 1995 als Vlaams minister van Tewerkstelling en Sociale Zaken Leona Detiège vervangen had, zetelde in 18. Bedoeld wordt hier de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. In: Vlaams Parlement; Bulletin van Vragen en Antwoorden, 1994, nr. 17, 12 juni, p. 939, vraag nr. 259 van L. van Nieuwenhysen. 19. Provincie Vlaams-Brabant. Provincieraad. Beknopte verslagen van de vergaderingen, jaaroverzicht januari 1995, pp Het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde werd na het Sint-Michielsakkoord gesplitst in het tweetalige Brussel en eentalig Nederlandse Halle-Vilvoorde. Franstalige inwoners van dit laatste kiesarrondissement waren dus verplicht om te stemmen voor het Vlaams Parlement, en niet voor de Waalse Gewestraad of Franse Gemeenschapsraad. Brussel-Halle-Vilvoorde werd echter niet gesplitst voor de Europese, Kamer- en Senaatsverkiezingen. 20. Provincie Vlaams-Brabant. Provincieraad. Beknopte verslagen van de vergaderingen, jaaroverzicht 1995, Bijlagen: Openingszitting Provincieraad Vlaams-Brabant op Toespraak namens de VU-fractie door Richard Peeters, p

9 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict de nieuwe regering als Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting. Op 21 juni legde Minister-president Van den Brande de regeringsverklaring af. Van den Brande liet niet na erop te wijzen dat de Vlaamse regering verder met positieve maatregelen zal duidelijk maken dat de gemeenten met een bijzonder taalstatuut en de gemeenten in Vlaams-Brabant met een anderstalige minderheid integraal tot het Nederlandse taalgebied behoren. Het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering blijven het territorialiteitsprincipe als onaantastbaar beschouwen en zullen hun bevoegdheden autonoom en onverkort uitoefenen op hun grondgebied. ( ) De taalwetgeving zal strikt worden toegepast, er van uitgaand dat de faciliteitenregeling als uitzondering op de regel van de eentaligheid, beperkend moet worden geïnterpreteerd. 22 Een door Leo Peeters opgestelde beleidsbrief 23 haalde in oktober 1995 over de Rand gelijksoortige standpunten aan. In nauwe samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant zal ik prioritaire aandacht geven aan een specifiek actieprogramma voor de gemeenten in de Rand met bijzonder taalstatuut of met een anderstalige meerderheid. Streefdoel van dit beleid is uiteindelijk de optimale integratie van anderstaligen waarbij het overlegmodel en permanente dialoog centraal staan. De voorbereiding van dergelijk actieprogramma gebeurt reeds in een Permanente Administratieve Werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de onderscheiden Vlaamse departementen. Na kennisname van de bevindingen van deze werkgroep zullen concrete beleidsmaatregelen geformuleerd worden met het oog op de versterking van het Vlaams karakter van genoemde gemeenten Luc Van den Brande (CVP) leidde sinds 21 januari 1992 de Vlaamse regering, die samengesteld was uit een CVP-SP-coalitie. Door de laattijdige toetreding van de VU was men nauwelijks twee weken later al aan Van den Brande II toe. Op 18 oktober 1992 liep de vierjarige termijn af waarin de Vlaamse regering proportioneel moest worden samengesteld. De meerderheid in de Vlaamse Raad bleef echter ongewijzigd, zodat twee dagen later Van den Brande III, met ongewijzigde samenstelling tegenover Van den Brande II, van start kon gaan. In: Martine Goossens, Ontstaan en groei van het Vlaams Parlement, Brussel, Vlaams Parlement/Kapellen, Pelckmans, 1995, pp Vlaamse Raad; Stukken. Stuk 10, buitengewone zitting 1995, nr. 1: Regeringsverklaring van de Vlaamse regering, 21 juni 1995, pp Leo Peeters, Beleidsbrief: Vlaanderen-Europa Vlaanderen sturen - lokaal besturen. Samen met alle lokale partners werken aan een beter Vlaanderen. Beleidsprioriteiten Beleidsbrief neergelegd door de heer Leo Peeters, minister van de Vlaamse regering, in de bevoegde commissie voor het Vlaams Parlement. Brussel, oktober 1995, 22p. De beleidsbrief is onder meer terug te vinden op: bibliotheek/vlaams/leopeeters2.htm 24. Beleidsnota Leo Peeters, p

10 Deel II Hoofdstuk Wegwijzers voor een nieuw beleid in Vlaams-Brabant De nota Wegwijzers voor een nieuw beleid in Vlaams-Brabant van 14 juni 1995 hoort hier eveneens bij. 25 De nota moedigde eigen initiatieven in de nieuwe provincie aan, waarbij de versteviging van het Vlaams karakter van de provincie centraal zou staan. Dit Vlaams-Brabants beleid zou verder kaderen in een ruimer actieplan van de Vlaamse regering. 26 Dit actieplan ging volgens De Standaard uit van een zekere ongerustheid ten aanzien van de toenemende winst van Franstalige kieslijsten in de Rand. De verfransing en internationalisatie van dit gebied was grotendeels het gevolg van de suburbanisatie van Brussel. Daardoor kwam de Vlaamse identiteit van de Rand onder druk te staan. Bovendien nam de kostprijs van de bouwgronden hierdoor toe. Om dit tegen te gaan moesten de Vlamingen De Standaard wees erop dat zij in het actieplan autochtonen genoemd werden volgens objectieve normen een voorkeurbeleid genieten. 27 De concrete aanpak van het beleid werd vanuit vier invalshoeken bekeken. Een eerste invalshoek betrof de politieke stellingnames, bijvoorbeeld het pleiten voor de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle- Vilvoorde of voor de afschaffing van de faciliteiten. Op de tweede plaats stonden de acties die het Vlaams Gewest zou ondernemen. Ten derde waren er de initiatieven van de provinciale en lokale overheden die het Vlaams Gewest zou subsidiëren. De vierde en laatste invalshoek had het over soortgelijke initiatieven die de provinciale en lokale overheden zelf zouden financieren. Bij het nemen van initiatieven namen de overheden zich voor zo veel mogelijk informeel overleg te plegen met bevoorrechte getuigen. 28 De beleidsnota bevatte een aantal duidelijke en ondubbelzinnige standpunten over de zes randgemeenten. De provinciale overheid moest om te beginnen waken over de strikte toepassing van de taalwetgeving. Men mocht in geen geval de indruk wekken dat de faciliteiten een officieuze tweetaligheid betekenden. Het territorialiteitsprincipe bleef een van de belangrijkste steunpunten van deze opvatting. Dit hield eveneens in dat het faciliteitenbeginsel niet al te ruim geïnterpreteerd mocht worden. Het automatisch en repetitief karakter ervan moet worden vermeden. De 25. Wegwijzers voor een nieuw beleid in Vlaams-Brabant. Beleidswijzer Vlaams karakter. 14 juni 1995, 13 p. 26. Hierbij werd er verwezen naar de nota Initiatieven van de Vlaamse regering naar de Vlaamse rand rond Brussel en Voeren van 9 november Dit was een nota van de vorige Vlaamse regering. 27. Vlaamse regering start offensief in Vlaams-Brabant. In: De Standaard, 27 juni Wegwijzers, pp

11 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict vanzelfsprekendheid van het systeem dat neerkomt op feitelijke tweetaligheid is immers één van de voornaamste elementen in het verfransingsmechanisme. Op termijn moet gestreefd worden naar de afschaffing van dit faciliteitensysteem dat binnen een Europese (en geïnternationaliseerde, multiculturele) context zijn bestaansreden verliest. ( ) Als overigens moet teruggekeerd worden naar het oorspronkelijke uitgangspunt, dan dient opnieuw de nadruk te worden gelegd op het uitdovend karkater van de faciliteiten. 29 Bovendien stelde de nota dat de faciliteitenregeling zware nadelige financiële implicaties had voor de nieuwe provincie, terwijl die dat geld op andere terreinen zou kunnen besteden. De beleidsnota bepaalde ten slotte dat een permanente juridische werkgroep de overheid in de correcte toepassing van de faciliteitenregeling zou adviseren. Een integratiebevorderend programma moest bevorderd worden. De nadruk lag hierbij op het integreren van anderstaligen in de eentalig Nederlandse provincie. Dit kon onder meer gebeuren door een actieve cultuurpolitiek (culturele centra, bibliotheken), door de oprichting van een eigen Rand-tijdschrift en door een sensibiliseringscampagne. Overleg tussen Vlaams-Brabant en de lokale besturen van de zes randgemeenten kon alleen maar aangemoedigd worden Memorandum van 16 juni 1995 Uit deze beleidsnota volgde op 16 juni 1995 een memorandum, dat de provincie aan het Vlaams parlement en aan de Vlaamse regering richtte. In de toelichting tot dit memorandum onderstreepte Vlaams-Brabant dat de verdere uitbouw van het autonome Vlaanderen, dat zich volwaardig in het Europa in wording kan integreren, niet mogelijk is zonder energie te steken in de vrijwaring van het Vlaams karakter van haar grondgebied. 31 De provincie vroeg de Vlaamse overheid uitdrukkelijk om het territorialiteitsbeginsel toe te passen en om nauwgezet toezicht te blijven uitoefenen op de lokale besturen in de faciliteitengemeenten, om zo overtredingen van de taalwetgeving tegen te gaan. Ook voor andere aspecten van de goede werking van de nieuwe provincie werd de steun van de Vlaamse regering gevraagd. 32 Een soortgelijk standpunt was ook te horen op een colloquium, dat het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond op 13 december 1995 in Leuven 29. Wegwijzers, pp Wegwijzers, pp Memorandum aan het Vlaams parlement en aan de Vlaamse regering. Memorandum Vlaams Karakter. 16 juni Opgesteld door de Bestendige Deputatie van Vlaams- Brabant, 4 p. 32. Memorandum Vlaams karakter, p

12 Deel II Hoofdstuk 5 organiseerde. Dit colloquium was integraal gewijd aan de Vlaamse Rand rond Brussel, en liet een aantal sprekers uit het academisch milieu en uit de politiek aan het woord. De slotlezing van hoofdredacteur Eric Stoffelen van het KVHV-tijdschrift Ons Leven kon haast profetisch genoemd worden. Het Vlaams engagement van Minister-President Van den Brande is ons allen wel bekend. En ook binnen de SP lijkt iets te bewegen: Vlaams minister Leo Peeters wil de defensieve strategie inruilen voor een offensieve, want uiteindelijk zijn in Vlaanderen de Vlamingen de baas. Baas in eigen rand dus, niets meer, maar zeker niets minder. 33 Deze woorden werden op de eerste plaats gericht tot de aanwezige Luc Van den Brande, die er eveneens een voordracht hield. Van den Brande verwees naar een nota die de (vorige) Vlaamse regering op 9 november 1994 had aangenomen, en waarin een duidelijk standpunt werd ingenomen voor het behoud en de versterking van het Vlaams karakter van de Rand rond Brussel en Voeren. Volgens Van den Brande onderstreepten de verkiezingsuitslagen van 1995 de nood en de wil om deze nota verder uit te werken. Dit zou moeten resulteren in een specifiek actieplan. Het beleid van de Vlaamse overheid ten aanzien van de Rand was onder andere te verklaren door de veranderende situatie ter plekke. Het faciliteitenstelsel had in de loop van dertig jaar immers een evolutie doorgemaakt. De verfransing van de Rand noemde hij hierbij een vaststaand gegeven, terwijl de vestiging en uitbreiding van internationale instellingen en bedrijven in de Rand de druk op de plaatselijke gemeenten had doen toenemen. Van den Brande onderkende dat de bescherming en de versteviging van de Vlaamse cultuur in de Rand noodzakelijk waren. 34 Bij de andere sprekers waren vergelijkbare standpunten te horen. VUgedeputeerde Herman Van Autgaerden wees op het belang van een sterk provinciaal cultuurbeleid in de Rand. Het faciliteitensysteem had de sociale en culturele verdringing van het Vlaamse karakter in de randgemeenten alleen maar bevorderd. De toenemende europeanisering van de Rand zorgde daarbij voor een bijkomend probleem. 35 Joost Rampelberg, lid van de Vlaamse Volksbeweging-afdeling Vlaams-Brabant wees hierbij met een beschuldigende vinger naar Brussel. Volgens hem was de ver- 33. Erik Stoffelen, Baas in eigen rand. In: Ons Leven. Oudste en jongste studentenblad der Nederlanden , jg. 107, nr. 5. Ook raad te plegen op: Luc Van Den Brande, Urgentieplan Vlaams-Brabant. In: Ons Leven. Oudste en jongste studentenblad der Nederlanden , jg. 107, nr. 5. Ook raad te plegen op: Herman Van Autgaerden, Pleidooi voor een Vlaams-Brabants cultuurbeleid vanuit het perspectief Vlaams karakter. In: Ons Leven. Oudste en jongste studentenblad der Nederlanden , jg. 107, nr. 5. Ook raad te plegen op: 212

13 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict fransing van de Rand in grote mate te verklaren door het Franstalig karakter van het Hoofdstedelijk Gewest. Hij pleitte bijgevolg voor een doelgericht beleid van de Vlaamse regering ten aanzien van Brussel en de Rand. 36 Johan Laeremans, secretaris van het Komitee der Randgemeenten een bekende Vlaamse actiegroep die vaak met de Vlaamse Volksbeweging en het Taalaktiekomitee samenwerkt ging nog een stap verder en noemde de aanwezigheid van Franstaligen in de provincieraad van Vlaams-Brabant een vijfde colonne. De Franstaligen in de randgemeenten zouden de Vlamingen voor een stuk etnisch wegzuiveren (sic), Brusselse uitgewekenen aantrekken, en het Vlaamse verenigingsleven ter plekke laten doodbloeden. Het faciliteitenstelsel had in dertig jaar tijd alleen maar kolonisatie teweeggebracht. Samen met dit stelsel was de verfransing van de Rand alleen maar toegenomen, hierbij geholpen door Franstalige politici en mediaorganen zoals Carrefour en Télé-Bruxelles. Het was daarom belangrijk dat zowel de Vlaamse regering als de provincie haar positie zou innemen Actieplan In het verlengde van haar beleidsverklaring stelde de Vlaamse regering inderdaad een actieplan op, dat het Nederlandstalig karakter van de Rand van Brussel moest ondersteunen. 38 Dit actieplan probeerde oog te hebben voor een reeks van problemen in de Rand: hoge immobiliënprijzen, de uitbouw van een socio-cultureel beleid, welzijn en gezondheid, ruimtelijke ordening, werkgelegenheid, enzovoort. Er werd echter veel aandacht geschonken aan de verfransingsproblematiek. Onderwijscijfers en verkiezingsuitslagen konden een beeld schetsen van deze verfransing. Vooral in Drogenbos, Linkebeek, Kraainem en Wezembeek-Oppem was die het sterkst. Ook in niet-faciliteitengemeenten, zoals Overijse, nam de aanhang van Franstalige kieslijsten opmerkelijk toe. Europese en niet-europese immigranten moesten trouwens duidelijk gemaakt worden dat zij 36. Joost Rampelberg, De oorzaak van de verfransing in Vlaams-Brabant ligt in Brussel. In: Ons Leven. Oudste en jongste studentenblad der Nederlanden , jg. 107, nr. 5. Ook raad te plegen op: Johan Laeremans, De faciliteiten op de korrel. In: Ons Leven. Oudste en jongste studentenblad der Nederlanden , jg. 107, nr. 5. Ook raad te plegen op: Actieplan van de Vlaamse regering voor de Vlaamse rand rond Brussel. Elementen voor een globale en gestructureerde aanpak voor het zuidelijk deel van Vlaams-Brabant. Goedgekeurd door de Vlaamse regering op 26 juni 1996, 31 p. Dit actieplan was een logisch verlengstuk van de regeringsverklaring, en lag in de lijn van het versterkt actieprogramma voor Voeren van 8 februari

14 Deel II Hoofdstuk 5 zich in een Nederlands taalgebied vestigden. De taalwetgeving moest dan ook strikt en onverkort worden toegepast door én op alle beleidsniveaus. Overtredingen moesten gesanctioneerd worden. Bovendien was voor de Vlaamse regering een andere interpretatie van het territorialiteitsprincipe ontoelaatbaar. Ter ondersteuning van dit beleid zou er binnen de administratie Kanselarij van het departement Coördinatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een administratief steunpunt worden uitgebouwd. Deze dienst Coördinatie Vlaamse rand gemeenten met bijzonder taalstatuut zou de functie van overleg- en adviesorgaan vervullen. In die context zou de bestaande Permanente Administratieve Werkgroep opnieuw worden samengesteld. 39 Meer dan eens beklemtoonde men in het actieplan dat faciliteiten als uitzonderingsmaatregel gezien moesten worden. Ze vormden immers een uitzonderingsregel op de eentaligheid, en waren bijgevolg beperkend te interpreteren. De faciliteiten konden dan ook als niet-repetitief beschouwd worden. 40 Met andere woorden, de vrijwaring van het Vlaams karakter van de officieel eentalige provincie Vlaams-Brabant was een topprioriteit. Minister Peeters vermeldde trouwens het actieplan tijdens een commissievergadering in december 1997, vijf dagen voordat de omzendbrief naar de faciliteitengemeenten verzonden werd. De minister benadrukte dat het actieplan op dat moment in volle uitvoering was. 41 Men moest echter toegeven dat het de concrete uitvoering van deze beleidspunten aanzienlijk zou vergemakkelijken als de federale overheid bereid zou zijn verdere stappen te ondernemen in de staatshervorming. Dit nam echter niet weg dat alle opgesomde punten perfect binnen het bestaande (grond-)wettelijk kader toepasbaar waren. 42 Zowel Leo Peeters als Luc Martens onderstreepte dat de omzendbrieven een uitloper waren van dit actieplan. De omzendbrief werd immers geplaatst binnen het kader van de strikte toepassing van de taalwetgeving. 43 Door de beper- 39. Actieplan, pp. 3 & Actieplan, pp Een advies van de VCT uit 1998 sloot min of meer hierop aan; tijdens de parlementaire voorbereidingen van de wet van 1963 werd nooit expliciet vermeld dat een eenmalige wens van een inwoner uit een Vlaamse faciliteitengemeente zou volstaan om de rest van zijn leven in het Frans bestuurd te worden. (Argumentatie aangehaald in de begeleidende tekst van advies van 10 juli 1998 van de Raad van State, afdeling Administratie, p. 8.) 41. Vlaams Parlement. Commissievergadering. 1997, nr. 28, Advies- en overlegcomité voor Brussel en Vlaams-Brabant, 11 december, pp In zijn antwoord op de vraag van Luc van Nieuwenhuysen bevestigde de minister dat hij het hier impliciet over de omzendbrief had. 42. Actieplan, p Interview van J. Koppen met L. Martens, woensdag 31 mei 2000 & met L. Peeters, woensdag 21 juni

15 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict kende interpretatie van het faciliteitenstelsel werd iedereen geacht het niet-repetitieve karakter ervan te onderkennen. En in dit niet-repetitieve kon concreet de legitimatie gevonden worden om Franstalige documenten iedere keer opnieuw aan te vragen Legitimatie Peeters legitimeerde de omzendbrief onder meer door ten eerste te wijzen op het uitdovend karakter van het faciliteitenstelsel. Ten tweede was er het aspect van de integratiebevorderende doelstelling. Peeters zelf zag het uitdovend karakter in de theorie van het faciliteitenstelsel en in de geest van de wetgever. Anderstaligen kregen door dit stelsel de tijd om de streektaal te leren, wat automatisch impliceerde dat het stelsel na verloop van tijd eigenlijk overbodig werd. Als er niet van het uitdovend karakter werd uitgegaan, zou men de Franstalige immigranten niet langer stimuleren om Nederlands te leren. Waarom zou men immers Nederlands leren als men toch in het Frans verder bediend wordt? Peeters beschouwde het leren van het Nederlands als een minimuminspanning voor anderstalige burgers die zich in het Vlaams Gewest, en dus ook in de randgemeenten, kwamen vestigen. 45 Luc Martens deelde deze opvatting. Het uitdovend karakter bestond voor hem uit hoofde van de personen die inweken. Ten aanzien van een individu kon er gedurende een korte periode van het faciliteitenstelsel gebruikgemaakt worden. In die zin was er sprake van een permanent karakter, omdat er permanente stromen van anderstalige immigranten waren. Maar voor het individu zou het gebruik van het faciliteitenstelsel niet permanent geldig kunnen blijven. Het was immers de taak van de Vlaamse overheid om het individu erop te wijzen dat hij in het Nederlands taalgebied leefde en dat hij bijgevolg op termijn Nederlands moest leren gebruiken. 46 Het faciliteitenstelsel was op de tweede plaats maar een voorlopige maatregel omdat men er het integratiebevorderend karakter mee nastreefde. Dit aspect zou eveneens in de geest van de wetgever van aanwezig geweest zijn. Het Centrum-Harmel zou in die context op een gegeven moment zelfs van een overgangsmaatregel gesproken hebben. 47 Het stelsel kon als zodanig beschouwd worden als een daad van gastvrijheid en goodwill, zonder expliciet te spreken van de betonnering van dit stelsel De uitzondering is geen regel. In: Knack, woensdag 5 november Interview van J. Koppen met L. Peeters, woensdag 21 juni Interview van J. Koppen met L. Martens, woensdag 31 mei Interview van J. Koppen met L. Peeters, woensdag 21 juni

16 Deel II Hoofdstuk 5 Het al dan niet uitdovend en integratiebevorderend karakter van de faciliteiten stond met de omzendbrieven opnieuw ter discussie. In een eerder hoofdstuk hebben we het reeds over deze discussie gehad. Naar aanleiding van de omzendbrief bevestigde Peeters dat de Grondwet het begrip uitdovend karakter niet vermeldt, maar ook niet zegt dat de faciliteiten eeuwig zijn. Zodra men een tweederde meerderheid zou vinden, zou de tekst in de Grondwet immers aangepast worden. Het eeuwigdurende van een bepaling in de Grondwet is daarom relatief. 49 Bovendien kan een wet op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. De juiste interpretatie kan men bevorderen door ook de debatten die aan de totstandkoming van de wet voorafgingen te bestuderen. 50 Kortom, Peeters en Martens en volgens hun getuigenissen geldt het volgende ook voor de rest van de Vlaamse regering geloofden beiden dat hun interpretatie van de wetteksten het opstellen van een aantal richtlijnen, in de vorm van een omzendbrief, mogelijk maakte. Bovendien beklemtoonde Peeters dat de opstelling ervan heel wat werk gevergd had. Hij moest vooral in overeenstemming zijn met de rechtspraak; de minister meende dat zijn administratie hierin vrij goed geslaagd was. 51 De omzendbrief was trouwens niet de uiting van zijn persoonlijk beleid, maar van het beleid van de hele Vlaamse regering. Bij de omzendbrief waren alle Vlaamse ministers en hun departementen betrokken. 52 Doordat men het faciliteitenstelsel uitdrukkelijk als uitdovend interpreteerde, konden eerdere bepalingen, zoals het uitschrijven van een talenpremie, niet langer worden goedgekeurd. Een gemeentelijke ambtenaar moest in een faciliteitengemeente immers de burgers zowel in het Nederlands als in het Frans te woord kunnen staan. Het Vast Wervingssecretariaat gelastte hiervoor een bewijs van talenkennis. Bovendien kregen deze ambtenaren een talenpremie. Deze premie gold als een beloning voor hun inspanningen om vlot tweetalig te zijn. Per omzendbrief schaften de Vlaamse ministers Peeters en Martens deze premie op 1 augustus 1997 af. 53 Ze verwezen hierbij naar het sectoraal akkoord van 18 juni 1993, waarbij er besloten werd tot een algemene herziening van de salarisschaal voor het personeel van de lokale en regionale besturen. Ondanks dit nieuwe stelsel bleven extra vergoedingen, zoals de talenpremie, 48. Luc Martens sprak in deze context van een overinterpretatie, wat volgens hem ook het oordeel van de Vlaamse regering was. In: Interview van J. Koppen met L. Martens, woensdag 31 mei Interview van J. Koppen met L. Peeters, woensdag 21 juni Interview van J. Koppen met L. Martens, woensdag 31 mei Vlaams Parlement. Commissievergadering. 1998, nr. 40, Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Stadsvernieuwing en Huisvesting, 29 januari, C40C-BIN4, pp Woorden van Leo Peeters in: Vlaams Parlement. Handelingen. 1997, nr. 12, 19 november, p

17 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict bestaan. Deze vergoeding had trouwens geen uitdrukkelijke wettelijke grondslag. Er was immers niets over een talenpremie terug te vinden in de SWT of in de organieke wetgeving over de gemeenten. Bovendien waren ambtenaren bij wet toch verplicht om in de randgemeenten Frans te kennen. 54 De talenpremie werd dus afgeschaft. In de praktijk betekende dit dat nieuw aangestelde personeelsleden geen recht hadden op een extra premie, terwijl in dienst zijnde personeelsleden dat wel nog hadden. Zo kan de indruk ontstaan dat er een uitzonderingssysteem bestaat tussen oude en nieuwe personeelsleden, die per maand een paar duizend frank minder verdienden, ondanks het feit dat ze exact hetzelfde werk verrichtten. Peeters weerlegde dit argument door erop te wijzen dat de talenpremie eigenlijk thuishoorde in een hele reeks van premies, waarmee de overheid vaak genoeg sinterklaas gespeeld had. Het statuut-kelchtermans had eerder al bepaald dat men een duidelijk standpunt moest innemen over dit soort premies. Peeters werkte dit statuut verder uit, met als logisch gevolg dat de talenpremie sowieso moest verdwijnen Heeft een omzendbrief een juridische basis? Het voornaamste probleem rond de omzendbrief-peeters had te maken met het begrip interpretatie van de wetgeving. Een omzendbrief kan niet gelijkgesteld worden aan een wet of een decreet, en heeft bijgevolg niet dezelfde juridische slagkracht als een wet of een decreet. Dit was een van de meest aangehaalde argumenten om de omzendbrief-peeters te weerleggen. De rechtsgeldigheid van een omzendbrief tout court werd in twijfel getrokken. Toen Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn Luc Martens in het najaar van 1995 bijvoorbeeld een omzendbrief over een totaal ander thema uitschreef, kreeg hij dezelfde kritiek te horen. Deze omzendbrief bevond zich in het verlengde van drie decreten over volksontwikkelingswerk die eerder dat jaar door de Vlaamse Raad waren goedgekeurd. 53. Vlaamse regering. De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, stedelijk beleid en huisvesting en de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn. Omzendbrief BA nr. 97/17 van 1 augustus Faciliteitengemeenten - Algemene weddeschaalherziening - Vergoeding voor het gebruik van de tweede landstaal. (Afdeling Vlaamse gemeenschap - dienst personeel en algemene zaken.) Onder meer terug te vinden in: Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant, jg. 3, nr. 8, 20 september Bij wet waren Linkebeek, Drogenbos, Kraainem en Wemmel verplicht om ambtenaren aan te werven met een elementaire kennis van het Frans. In Sint-Genesius-Rode en Wezembeek-Oppem was deze kennis niet uitdrukkelijk als voorwaarde tot aanwerving opgenomen. De gemeentelijke overheden waren wel verplicht hun diensten zo te organiseren dat tweetalige ambtenaren ter beschikking van de burgers stonden. 55. Interview van J. Koppen met L. Peeters, woensdag 21 juni

18 Deel II Hoofdstuk 5 Hierin herinnerde Martens de verschillende instanties en organisaties aan de toepassing van de decreten, en vermeldde hij zelfs een aantal overgangsbepalingen. Aan dit laatste element namen een aantal Vlaamse volksvertegenwoordigers aanstoot. Jos Geysels (Agalev) bijvoorbeeld trok de rechtsgrond van de omzendbrief over het volksontwikkelingswerk in twijfel. Voor Vlaams minister Martens was er echter geen twijfel mogelijk: hij had met zijn omzendbrief de geest van de decreten concreet invulling gegeven. De Raad van State moest maar uitmaken of deze manier van handelen juridisch in orde was. 56 Soortgelijke standpunten werden ook door de verdedigers van de omzendbrief-peeters ingenomen. Globaal gezien kunnen we drie soorten omzendbrieven onderscheiden. Ten eerste is er de interpretatieve omzendbrief. Die heeft geen andere bedoeling dan de bestaande wetgeving en reglementering in herinnering te brengen, toe te lichten, en eventueel aanbevelingen voor de ambtenaren eraan vast te knopen. Ten tweede is er de indicatieve omzendbrief. Die legt de algemene beleidsvormen vast. Hij heeft betrekking op de materies waarover de overheid toezicht uitoefent. Ten derde is er de verordenende omzendbrief. Die formuleert de dwingende rechtsregel die moet worden nageleefd door diegene tot wie hij gericht is. De bepalingen van deze omzendbrief zijn gelijk te stellen aan de bepalingen die door de desbetreffende rechtsregel geformuleerd worden. 57 Omzendbrieven of omzendbrieven kunnen eigenlijk gecatalogeerd worden onder het begrip pseudo-wetgeving. Hieronder verstaat men allerlei documenten die deel uitmaken van de interne werking van de overheid. Omzendbrieven kunnen tot deze documenten gerekend worden, naast dienstvoorschriften, richtlijnen, aanschrijvingen, dienstnota s en beleidsregels. Al deze documenten houden een aantal algemene voorschriften in. Die voorschriften werden opgesteld door de overheid, en moeten een uniforme werking van het ambtenarenapparaat mogelijk maken. Concreet vertelt de overheid dus door middel van een omzendbrief hoe haar ondergeschikten een bepaalde wetgeving moeten interpreteren of toepassen. Als deze instructies niet opgevolgd worden kan de overheid tuchtmaatregelen nemen. Een ministeriële omzendbrief heeft echter geen kracht van wet. Hij heeft wel een juridische waarde, die de ambtenarij verplicht hem toe te passen. Op die manier krijgt hij ook een feitelijke geldingskracht buiten de muren van de ambtenarij. 58 Met andere woorden, we kunnen spreken van een pseudo-wet als de hiërarchisch ondergeschikten aan het 56. Vlaamse Raad. Handelingen. 1995, nr. 6, 14 november, p Geparafraseerd uit: Omzendbrief BA 97/22 - Taalgebruik gemeentebesturen. Procedure Overlegcomité (belangenconflict). Antwoordnota Vlaamse regering. 30 januari 1998, p Jan Gorus & Paul de Vroede, Inleiding tot het recht. 7de uitgave. Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1997, p

19 De omzendbrief-peeters als climax van een communautair conflict ministerie een omzendbrief correct toepassen. Maar een omzendbrief is geen wet die pas van kracht wordt zodra ze door het parlement is goedgekeurd. Een minister die een omzendbrief uitschrijft heeft bijgevolg een zekere mate van interpretatievrijheid ten aanzien van een bepaalde wettekst. 59 Kritiek op de omzendbrief-van den Brande, -Peeters en -Martens is vaak terug te voeren op het aspect dat zij verordenend zijn en dus hun rechtsgeldigheid te buiten gaan. Critici halen hierbij de volgende argumenten aan: 1. De omzendbrief voegt een nieuwe regel toe aan de bestaande rechtsorde. In het geval van Peeters BA-97/22 betekent dit dat Franstalige documenten telkens opnieuw aangevraagd moeten worden. Verandert deze bepaling echter iets aan de bestaande wetgeving? Het is aan de Raad van State om dit te bepalen. De scheidingslijn tussen juridische interpretatie en rechtsschepping kan in zo een geval heel vaag zijn. Indien de Raad van State de omzendbrief als rechtsscheppend bestempelt, betekent dit dat minister Peeters zijn bevoegdheden te buiten gegaan is. Een vernietiging van zijn omzendbrief kan dan het gevolg zijn. 2. De auteur van de omzendbrief heeft de bedoeling de richtlijnen die in de omzendbrief vervat zijn verplicht te maken. Franstalige inwoners van Vlaamse faciliteitengemeenten waren de facto verplicht Franstalige documenten expliciet aan te vragen. Maar ook de gemeentelijke ambtenaren waren verplicht alle documenten eerst in het Nederlands te verdelen, ook als men wist dat ze voor Franstaligen bestemd waren. Het blijft echter de vraag of we deze verplichtingen als rechtsregels kunnen beschouwen. In dat geval komen we opnieuw bij het eerste criterium terecht. 3. De overheid, die de omzendbrief uitvaardigt, heeft de bevoegdheid diegene die de richtlijn moet toepassen te binden. Hieruit volgt het vierde criterium. 4. De overheid, die de omzendbrief uitvaardigt, beschikt over de middelen om zelf de handhaving van de richtlijnen af te dwingen. Minister Peeters heeft inderdaad meer dan eens gedreigd met sancties. Natuurlijk kan de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden niet overgaan tot de schorsing van de burgemeesters die weigeren om in 59. Kaat Leus heeft haar doctoraat in de Rechten volledig opgebouwd rond de pseudo-wetgeving. In de praktijk gaat alle aandacht echter uit naar het gebruik en de rechtsgeldigheid van een omzendbrief. Zij doet dit voornamelijk door eerdere arresten van de Raad van State aangaande omzendbrieven te analyseren. Kaat Leus, Pseudo-wetgeving. Antwerpen/Apeldoorn, Maklu, 1992, 410 p. 219

20 Deel II Hoofdstuk 5 hun faciliteitengemeenten de omzendbrief toe te passen. Het uitvaardigen van deze maatregel is, volgens het principe van de burgerlijke ongehoorzaamheid, een federale bevoegdheid. Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap heeft wel de voogdij over deze gemeenten. Ze kan er dus op toezien dat men de faciliteitenregeling correct gebruikt. Het is echter de federale overheid die het wettelijk kader bepaalt waarin dit toezicht en deze voogdij moeten plaatsvinden. Kan de Vlaamse minister de richtlijnen in zijn omzendbrief dan afdwingen? Aangaande de burgemeesters is dat niet rechtstreeks mogelijk. Het gemeentepersoneel is echter hiërarchisch ondergeschikt aan de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, dus ook aan zijn beleid. De beleidsrichtlijnen, zoals ze geformuleerd zijn in een omzendbrief, kunnen als rechtsregels geïnterpreteerd worden. Of deze argumenten daadwerkelijk voldoende overtuigend zijn om de omzendbrief BA-97/22 als verordenend te beschouwen is een andere kwestie; het is aan de Raad van State om dit te bepalen. 60 We moeten er ten slotte ook aan herinneren dat de Raad van State niet bij machte is om een interpretatieve omzendbrief te vernietigen; een dergelijke omzendbrief herinnert immers alleen aan de bestaande reglementering, en voegt er eventuele toelichtingen en aanbevelingen aan toe. Een verordenende omzendbrief daarentegen kan wel door de Raad van State vernietigd worden. 61 Met andere woorden, als de Raad van State van oordeel is dat BA- 97/22 niet tot deze eerste categorie behoort, is een vernietiging mogelijk. Bij het ter perse gaan van onze publicatie was hierover nog geen uitspraak gedaan Reacties In het Federaal Parlement Kamer van Volksvertegenwoordigers Bij de federale overheid stond lang niet iedereen achter het beleid van Peeters. Grondwetsspecialist en partijgenoot Johan Vande Lanotte wees erop dat de Vlaamse regering juridisch geen poot had om op te staan. 62 Premier Dehaene ondersteunde de mening dat de faciliteiten strikt toege- 60. Het voorgaande is een parafrasering van Kaat Leus, Op. cit., pp e.v. 61. Raad van State, Afdeling Administratie: arrest nr van 10 juli 1998, p. 7. Ook hier zijn er echter uitzonderingen mogelijk. 62. De molen zal draaien. In: Knack, 4 april

Raad van State beperkt toepassing faciliteiten in randgemeenten

Raad van State beperkt toepassing faciliteiten in randgemeenten Raad van State beperkt toepassing faciliteiten in randgemeenten Publicatie: 29 december 2004 Inwoners uit de Vlaamse randgemeenten van Brussel die het Frans willen gebruiken, moeten daar telkens opnieuw

Nadere informatie

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord Inleiding Een zuivere splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde De splitsing van de kieskring BHV is ruim 50 jaar de eis van de

Nadere informatie

Splitsing van BHV zonder toegevingen

Splitsing van BHV zonder toegevingen Motie ter voorlegging aan de gemeenteraden van Vlaams-Brabant Splitsing van BHV zonder toegevingen Bevestiging van de engagementen van de Vlaamse partijen in de federale en Vlaamse regering: december 2009

Nadere informatie

OMZENDBRIEF VR 97/29. Datum : 7 oktober 1997. Betreft : Taalgebruik in de diensten van de Vlaamse regering I. INLEIDING

OMZENDBRIEF VR 97/29. Datum : 7 oktober 1997. Betreft : Taalgebruik in de diensten van de Vlaamse regering I. INLEIDING OMZENDBRIEF VR 97/29 Datum : 7 oktober 1997 Betreft : Taalgebruik in de diensten van de Vlaamse regering I. INLEIDING België is ingedeeld in 4 taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied,

Nadere informatie

Betreft: Omzendbrief BA 97/22 van 16 december 1997 betreffende het taalgebruik in gemeentebesturen van het Nederlandse taalgebied

Betreft: Omzendbrief BA 97/22 van 16 december 1997 betreffende het taalgebruik in gemeentebesturen van het Nederlandse taalgebied Taalgebruik in gemeentebesturen Aan mevrouw de Gouverneur, Aan de heren Gouverneurs, Ter kennisgeving aan: - de colleges van Burgemeester en schepenen Betreft: Omzendbrief BA 97/22 van 16 december 1997

Nadere informatie

27288 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

27288 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 27288 MONITEUR BELGE 10.08.2001 BELGISCH STAATSBLAD 2. Organisatiestructuur van de administratie Binnenlandse Aangelegenheden Om deze organisatorische integratie tussen de diensten die de gouverneur ondersteunen

Nadere informatie

Wetsvoorstel betreffende de samenvoeging van randgemeenten. Toelichting

Wetsvoorstel betreffende de samenvoeging van randgemeenten. Toelichting Dames en heren, Wetsvoorstel betreffende de samenvoeging van randgemeenten 1. De bestuurskracht van de gemeenten Toelichting De bestuurskracht van de lokale besturen is de afgelopen jaren een relevant

Nadere informatie

In vijf arresten van 23 december 2004 (nr. 138.860 tot en met 138.864) heeft de Raad van State de diverse vorderingen ongegrond verklaard.

In vijf arresten van 23 december 2004 (nr. 138.860 tot en met 138.864) heeft de Raad van State de diverse vorderingen ongegrond verklaard. Opschrift Omzendbrief BA-2005/03 betreffende het taalgebruik in de gemeente- en O.C.M.W.-besturen en in de intergemeentelijke samenwerkingsverbandeninterpretatie en gevolgen van de arresten van de Raad

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid

Nadere informatie

40 jaar Vlaams parlement

40 jaar Vlaams parlement Hugo Vanderstraeten 40 kaarsjes eenheidsstaat of een unitaire staat: één land met één parlement en één regering. De wetten van dat parlement golden voor alle Belgen. In de loop van de 20ste eeuw hadden

Nadere informatie

Analyse van het beleid inzake de Vlaamse Rand

Analyse van het beleid inzake de Vlaamse Rand Analyse van het beleid inzake de Vlaamse Rand BRIO COLLOQUIUM 11 december 2009 Ann Mares, Vrije Universiteit Brussel, BRIO/Documentatiecentrum Vlaamse Rand 12/15/09 1 wat is de Vlaamse Rand? afbakening=resultaat

Nadere informatie

De hiërarchie der normen

De hiërarchie der normen De hiërarchie der normen De hiërarchie der normen houdt in dat er een rangorde bestaat tussen de verschillende reglementaire teksten. Dit betekent dat een lagere norm niet mag indruisen tegen een hogere

Nadere informatie

BESTUURSMEMORIAAL VU.Hilaire Ost, Provinciegriffier, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200, Sint-Andries

BESTUURSMEMORIAAL VU.Hilaire Ost, Provinciegriffier, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200, Sint-Andries INHOUD 23. PLP33 betreffende de jaarrekening 2002 van de politiezones. Algemene directie Directie Politiebeheer 24. Omzendbrief BA-2004/01 van 13 februari 2004 tot aanvulling van de omzendbrief BA-1998/01

Nadere informatie

vergadering C99 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand

vergadering C99 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand vergadering C99 zittingsjaar 2016-2017 Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand van 18 januari 2017 2 Commissievergadering nr. C99 (2016-2017) 18 januari 2017 INHOUD

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.282/3 van 22 november 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 houdende

Nadere informatie

Deelakkoord splitsing kiesring Brussel Halle Vilvoorde.

Deelakkoord splitsing kiesring Brussel Halle Vilvoorde. Deelakkoord splitsing kiesring Brussel Halle Vilvoorde. Basis: CD&V formuleerde duidelijke voorwaarden en hield vol. Nu boeken we resultaat. We hebben altijd gezegd: eerst een oplossing voor BHV. Die eerste,

Nadere informatie

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober Omzendbrief Vlaamse regering Kabinet van Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport Kreupelenstraat 2, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 23 11 - Fax (02)553 23 05 Datum: 8 december

Nadere informatie

Stuk 1328 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET

Stuk 1328 ( ) Nr. 1. Zitting februari 1999 ONTWERP VAN DECREET Stuk 1328 (1998-1999) Nr. 1 Zitting 1998-1999 26 februari 1999 ONTWERP VAN DECREET tot wijziging van het decreet van 7 november 1990 houdende vaststelling van het wapen, de vlag, het volkslied en de feestdag

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED, DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN,

Nadere informatie

Akkoord BHV. De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde + Leuven).

Akkoord BHV. De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde + Leuven). Akkoord BHV Wat staat er in het akkoord? In grote lijnen: 1) BHV wordt zuiver gesplitst De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde

Nadere informatie

Standpunt Halle-Vilvoorde Komitee

Standpunt Halle-Vilvoorde Komitee Standpunt Halle-Vilvoorde Komitee Het H-V Komitee verwerpt het voorstel van verduidelijker Bart De Wever om 70.000 Vlamingen electoraal aan Brussel te koppelen November 2010 Het Halle-Vilvoorde Komitee

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID C158 OND20 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 19 april 2001 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID Vraag om uitleg van de heer Dirk De Cock tot mevrouw

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET Stuk 431 (2000-2001) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 23 oktober 2000 ONTWERP VAN DECREET houdende goedkeuring van het protocol bij de overeenkomst tot instelling van samenwerking en een douane-unie

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.901/3 van 16 mei 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende bepaling van de wijze van aanstelling en vergoeding van de dierenartsen die

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

VR DOC.1318/1BIS

VR DOC.1318/1BIS VR 2018 2311 DOC.1318/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en de

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1 VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

Openbare zitting van 09 februari 2010

Openbare zitting van 09 februari 2010 GEMEENTE AFFLIGEM UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Openbare zitting van 09 februari 2010 Aanwezig : mevrouw Karen D haeseleer, voorzitter, de heer Yvan T Kint, burgemeester, de mevrouwen en

Nadere informatie

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID BESTUURSDECREET Art. III.74. Er wordt een stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid opgericht. Het stuurorgaan heeft, binnen de krijtlijnen

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.743/3 van 18 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende het jeugd- en kinderrechtenbeleid 2/6 advies Raad van State 63.743/3

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ZITTING SEPTEMBER 1996 ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ZITTING SEPTEMBER 1996 ONTWERP VAN DECREET Stuk 406 (1995-1996) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT ZITTING 1995-1996 19 SEPTEMBER 1996 ONTWERP VAN DECREET houdende goedkeuring van het Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de Republiek

Nadere informatie

40062 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

40062 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 40062 BELGISCH STAATSBLAD 29.11.2000 Ed. 2 MONITEUR BELGE [C 2000/36133] 27 OKTOBER 2000. Omzendbrief BA 2000/06 betreffende de passieve openbaarheid van bestuur, procedurele aspecten - vermelden van de

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018 Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018 1. DOELSTELLING : ADVIES EN INSPRAAK BIJ HET LOKAAL CULTUURBELEID 1.1. Met het oog op de voorbereiding en de evaluatie van het

Nadere informatie

Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen

Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen Boek p. 164-174 Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen Volksraadpleging 1950 Vlaanderen: 72%

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.528/3 van 15 juni 2017 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende instemming met 1 de overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen Opschrift Datum Gewijzigd bij Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid 6 juli 2012 Decreet van 19 december 2014 houdende

Nadere informatie

HERZIENING VAN DE GRONDWET. Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen. (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s.

HERZIENING VAN DE GRONDWET. Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen. (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s. HERZIENING VAN DE GRONDWET Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING Dit voorstel moet worden samen gelezen met ons voorstel nr.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 april 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/3 Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE. Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

DE BEROEPSINSTANTIE. Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Beroepsinstantie inzake de openbaarheid van bestuur Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement coördinatie Administratie Kanselarij en Voorlichting Boudewijnlaan 30 1000 Brussel tel. secretariaat:

Nadere informatie

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen HOOFDSTUK 1: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Art. 1 De GRO..M is de advies- en participatieraad van de stad Mechelen met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

Bijlage Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid Bijlage 2 253 Bijlage 2 Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid Het Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat,

Nadere informatie

36840 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

36840 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 36840 BELGISCH STAATSBLAD 27.07.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE TRADUCTION MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [C 2006/202257] 7 JULI 2006. Omzendbrief betreffende de verkiezingen van de gemeenteraadsleden en de

Nadere informatie

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid

zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid vergadering C169 WEL13 zittingsjaar 2011-2012 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid van 13 maart 2012 2 Commissievergadering nr. C169 WEL13 (2011-2012)

Nadere informatie

Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011

Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011 Een oplossing voor de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement Brussel 4 oktober 2011 1. Hebben de Franstaligen uit Halle-Vilvoorde het automatisch recht op een Franstalige rechter? Uitgangspunt De

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

Nadere informatie

2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid

2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid 137 2. Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid Het Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009-821- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 33 van 7

Nadere informatie

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN ARTIKEL 1: oprichting Op datum van 27 juni 1968 werd de Stedelijke Raad voor de Derde Leeftijd te Sint-Niklaas opgericht. Er is een hernieuwing van de statuten

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse

Nadere informatie

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ Betreft: Gegevensuitwisseling in het

Nadere informatie

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1 Advies Algemene Raad i.s.m. Sectorraad Kunsten enn Erfgoed Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk 24 april 2013 Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreett v.z.w.. de Rand

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Wijzigingsprotocol tot modernisering van het Verdrag

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.565/1 van 27 november 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Vlaamse beleidsprioriteiten in het kader van het lokaal sociaal

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID C284 BIN30 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 10 juli 2003 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID Vraag om uitleg van de heer Bart

Nadere informatie

1. Goedkeuring verslag. Het verslag van de zitting dd wordt goedgekeurd bij éénparigheid.

1. Goedkeuring verslag. Het verslag van de zitting dd wordt goedgekeurd bij éénparigheid. VERSLAG OCMW-raad DINSDAG 29 MEI 2018 aanwezig Axel Boen, voorzitter Rob Mennes, burgemeester Luc Vandekerkhof, Magda Schellemans, Albert Van Bogaert, Magda Claes, Tanya Jansegers, Ludovicus Remery, Ive

Nadere informatie

VR DOC.0160/1

VR DOC.0160/1 VR 2017 2102 DOC.0160/1 DE VLAAMSE MINISTER-PRESIDENT De VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft:

Nadere informatie

STATUTEN CULTUURRAAD

STATUTEN CULTUURRAAD STATUTEN CULTUURRAAD 1. DOELSTELLING Art.1 Het Decreet op het lokaal en geïntegreerd Cultuurbeleid van 12 juli 2001 bepaalt dat de organisatie van advies en inspraak voor het cultuurbeleid een bevoegdheid

Nadere informatie

Gewesten en gemeenschappen

Gewesten en gemeenschappen Staten en kiesstelsels België België is, anders dan Nederland, een federatie. Juist ook omdat België een land is met verschillende taalgebieden, is de structuur van deze staat veel ingewikkelder dan die

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.607/1 van 28 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels over het toezicht, de nalevingsondersteuning en de handhaving

Nadere informatie

Organisatie Algemene Vergadering samenstelling

Organisatie Algemene Vergadering samenstelling STATUTEN VAN DE SENIORENRAAD Artikel 1 De statuten van de gemeentelijke seniorenraad worden als volgt goedgekeurd : Oprichting zetel - status Artikel 1 Er wordt een gemeentelijke seniorenraad opgericht.

Nadere informatie

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport!

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! Het debat: Recent werd de hervorming van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, hierna afgekort KBVB, doorgevoerd waarbij

Nadere informatie

OPENBARE ZITTING De voorzitter opent de zitting om 19:30 uur en verzoekt de raad tot afhandeling van de agenda.

OPENBARE ZITTING De voorzitter opent de zitting om 19:30 uur en verzoekt de raad tot afhandeling van de agenda. VERSLAG OCMW-raad DINSDAG 30 MEI 2017 aanwezig Axel Boen, voorzitter Rob Mennes, burgemeester Luc Vandekerkhof, Magda Schellemans, Albert Van Bogaert, Magda Claes, Tanya Jansegers, Ludovicus Remery, Ive

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 223.714 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 12 SEPTEMBER 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.885/3 van 14 februari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels voor de schuldovername in het kader van

Nadere informatie

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend

Nadere informatie

~aam.e Regering ~ door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen.

~aam.e Regering ~ door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen. ~aam.e Regering ~ Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij o'm de beoordeling

Nadere informatie

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied.

DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied. DECREET STRATEGISCHE ADVIESRADEN goedgekeurd door het Vlaams Parlement op 9 juli 2003 HOOFDSTUK I Definities en toepassingsgebied Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr A D V I E S Nr. 1.371 ------------------------------ Onderwerp : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot

Nadere informatie

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP 18 (1971-1972) - N 1 CULTUURRAAD VOOR DE NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP ZITTING 1971-1972 20 JANUARI 1972 VOORSTEL VAN DECREET waarbij het taalgebruik in bestuurszaken geregeld wordt in bepaalde openbare

Nadere informatie

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president,

enerzijds, het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de heer Kris Peeters, minister-president, Overeenkomst van vijf jaar tussen het Vlaams Gewest en de provincie Oost- Vlaanderen betreffende de structurele onderbouwing van een provinciaal steunpunt duurzaam wonen en bouwen. Tussen, enerzijds, het

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied Besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

Vlaamse Regering ~~~ = ~= n-

Vlaamse Regering ~~~ = ~= n- Vlaamse Regering ~~~ = ~= n- Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december A D V I E S Nr. 1.539 ----------------------------- Zitting van woensdag 21 december 2005 ------------------------------------------------------- Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat,

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 23 januari 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Peter Bellens Telefoon: 03 240 52 40 Agenda nr. 9/1 Welzijn. Ouderen. Vernieuwing van de statuten,

Nadere informatie

Omzendbrief BB 2007/03

Omzendbrief BB 2007/03 Omzendbrief BB 2007/03 Omzendbrief Aan de provinciegouverneurs Aan de colleges van burgemeester en schepenen Aan de leden van de deputaties Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen

Nadere informatie

Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen

Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen BELGISCHE MINISTERS & STAATSSECRETARISSEN VOOR CULTUUR REGERING VAN VAN/TOT NAAM

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.023/1 van 4 oktober 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vastlegging van duale structuuronderdelen en standaardtrajecten in het secundair

Nadere informatie

Aanvraag van een planologisch attest

Aanvraag van een planologisch attest Bijlage I Model I Aanvraag van een planologisch attest AFDELINGSCODE- (Vul hier het adres in van de gedelegeerd planologisch ambtenaar) In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum Bezorg

Nadere informatie

VR DOC.0277/4BIS

VR DOC.0277/4BIS VR 2018 2303 DOC.0277/4BIS SAMENWERKINGSAKKOORD TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, HET WAALSE GEWEST, DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP BETREFFENDE DE OPRICHTING VAN

Nadere informatie

Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986

Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986 Rolnummer : 26 Arrest nr. 20 van 25 juni 1986 In zake : de prejudiciële vraag gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen bij arrest van 26 september 1985 in de zaak van de N.V. TRENAL tegen DE BUSSCHERE

Nadere informatie

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende aanvulling van de wet van 26 maart 1971. de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging

VLAAMSE RAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende aanvulling van de wet van 26 maart 1971. de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging Stuk 228 (1983-1984) - Nr. 1 VLAAMSE RAAD ZITTING 1983-1984 6 DECEMBER 1983 ONTWERP VAN DECREET houdende aanvulling van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.417/3 van 12 november 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende instemming met 1 de overeenkomst tussen

Nadere informatie

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN SPORTRAAD GLABBEEK STATUTEN Gelet op het decreet van 09.03.07 houdende organisatie van het overleg en de inspraak in het gemeentelijk sportbeleid wordt te Glabbeek een gemeentelijke sportraad opgericht

Nadere informatie

Stuk 628 ( ) Nr. 1. Zitting december 2005 SAMENWERKINGSAKKOORD

Stuk 628 ( ) Nr. 1. Zitting december 2005 SAMENWERKINGSAKKOORD Stuk 628 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 19 december 2005 SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Wetgevende Kamers, de parlementen van de Gemeenschappen en de parlementen van de Gewesten ter uitvoering

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ZITTING SEPTEMBER 1996 ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ZITTING SEPTEMBER 1996 ONTWERP VAN DECREET Stuk 404 (1995-1996) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT ZITTING 1995-1996 19 SEPTEMBER 1996 ONTWERP VAN DECREET houdende goedkeuring van het Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de Republiek

Nadere informatie

VERSTERKING VAN DE KLIMAATGOVERNANCE IN BELGIË

VERSTERKING VAN DE KLIMAATGOVERNANCE IN BELGIË VAKGROEP EUROPEES, PUBLIEK- EN INTERNATIONAAL RECHT CENTRUM VOOR MILIEU- EN ENERGIERECHT VERSTERKING VAN DE KLIMAATGOVERNANCE IN BELGIË GRONDWETTELIJKE EN INSTITUTIONELE MOGELIJKHEDEN Prof. Dr. L. Lavrysen,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 19 MEI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van

Nadere informatie

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale n Vlaamse Regering ~- Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij met betrekking

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten. Stuk 1070 (2006-2007) Nr.

ONTWERP VAN DECREET. houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten. Stuk 1070 (2006-2007) Nr. Stuk 1070 (2006-2007) Nr. 1 Zitting 2006-2007 18 januari 2007 ONTWERP VAN DECREET houdende vaststelling van het wapen en de vlag van de provincies, gemeenten en districten 2700 LEE Stuk 1070 (2006-2007)

Nadere informatie

VERSTERKING VAN DE KLIMAATGOVERNANCE IN BELGIË GRONDWETTELIJKE EN INSTITUTIONELE MOGELIJKHEDEN

VERSTERKING VAN DE KLIMAATGOVERNANCE IN BELGIË GRONDWETTELIJKE EN INSTITUTIONELE MOGELIJKHEDEN VAKGROEP EUROPEES, PUBLIEK- EN INTERNATIONAAL RECHT CENTRUM VOOR MILIEU- EN ENERGIERECHT VERSTERKING VAN DE KLIMAATGOVERNANCE IN BELGIË GRONDWETTELIJKE EN INSTITUTIONELE MOGELIJKHEDEN Prof. Dr. L. Lavrysen,

Nadere informatie