Regeling. Montage, inbedrijfstelling en onderhoud. Comfort Controller CC Communicatie op afstand via telefoonlijn. Comfort Controller CC 6400

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regeling. Montage, inbedrijfstelling en onderhoud. Comfort Controller CC Communicatie op afstand via telefoonlijn. Comfort Controller CC 6400"

Transcriptie

1 Regeling Fm Comfort Controller CC 6400 Fm Communicatie op afstand via telefoonlijn Comfort Controller CC 6400 Carrier Beheer Systeem Open protocol netwerk (indien beschikbaar) Hoge snelheid Client Server p.c. netwerk Montage, inbedrijfstelling en onderhoud

2 INHOUD 1 - VEILIGHEID Algemeen Voorkomen van elektrische schokken Algemene aanbevelingen voor de montage ALGEMENE BESCHRIJVING Toepassingsgebied Algemeen Verklaring van de gebruikte afkortingen GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING Opbouw Plaats van opstelling van de apparatuur Opbouw met een of meer regelaars Slave werking tussen regelaars Adresseren van de zoneregelaar Opbouw met een Gebouwbeheersysteem Opbouw met een of meer schakelmodules Slave werking tussen schakelmodules Adresseren van de schakelmodule Technische kenmerken van de communicatiesystemen Secundaire bus Lokale bus Zui bus Inschakelen van de eindweerstand De Maestro regelaar Uitgangen van de regelaar Ingangen van de regelaar Ingang voor ON/OFF (Aan/Uit) contact Raamcontact / Condensniveau schakelaar Ruimtetemperatuuropnemer (accessoire) Retourluchtopnemer (accessoire) Temperatuuropnemers voor omschakeling, warmwater uittrede en gekoeldwater uittrede Werking van de MAESTRO regelaar Werking van de regelaar in Bezet bedrijf Werking van de regelaar in Onbezet bedrijf Werking van de Vorstbeveiligingsfunctie Setpointverstelling Bepalen van de te regelen temperatuur Corrigeren van de gemeten temperatuur Omschakelfunctie Forceren van de uitgangen Capaciteitsbegrenzing Boodschap en buitenluchttemperatuur aanduiding Toewijzen van parameters aan de MAESTRO regelaar Hulpmiddelen voor het toewijzen van parameters Configuratie van de FABRIEKS parameters Configuratie van de SERVICE parameters Configuratie van de SETPOINT parameters Configuratie van de identificatie en systeem parameters Configuratie van de alarm management parameters Configuratie van de tijd parameters Regelaar onderhoudsvariabelen De afbeelding op de voorpagina dient slechts ter illustratie, is niet contractueel bindend en maakt geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract. 2

3 INHOUD (vervolg) Starten van een regelaar met zijn standaard parameters Herstarten van een regelaar na een spanningsonderbreking Bedrijfs LED van regelaar Alarmmeldingen Storingzoeken Aansluitingen van de regelaar Elektrische voeding van de regelaar Aansluiting uitgangen regelaar Aansluiting van de ingangen Aansluiten van de communicatiebussen Technische kenmerken Elektrische kenmerken Mechanische kenmerken Het bedieningspaneel (accessoire) Het zone bedieningspaneel (Zui) Beschrijving Aansluitingen van het zone bedieningspaneel Technische kenmerken Zui Wandthermostaat Beschrijving Aansluitingen van de wandthermostaat Technische kenmerken De schakelmodule De externe schakelmodule Uitgangen Ingangen De interne schakelmodule Uitgangen Ingangen Communicatiebussen Toewijzen van parameters aan schakelmodules Service tool voor toewijzen van parameters Configuratie van de systeemparameters Configuratie van de SERVICE parameters ONDERHOUDS variabelen Herstarten van een schakelmodule na spanningsonderbreking Storingzoeken Aansluitingen van de schakelmodule Elektrische aansluiting van de schakelmodule Aansluitingen op ingangsapparatuur Aansluitingen op uitgangsapparatuur Activeren van een schakelmodule Technische kenmerken Elektrische kenmerken Mechanische kenmerken De Floor Manager (Fm) Voorbeeld configuraties Opbouw met regelaar Toewijzen van parameters aan regelaars Opbouw met regelaars en schakelmodules Toewijzen van parameters aan regelaars Toewijzen van parameters aan schakelmodules

4 1 - VEILIGHEID 1.1 Algemeen Montage, inbedrijfstelling en onderhoud van de diverse componenten van het Maestro regelsysteem kunnen risico s met zich meebrengen, tenzij rekening wordt gehouden met bepaalde aspecten van het systeem, zoals de aanwezigheid van hoofdstroom en warm of koud water in de airconditioning apparatuur. Daarom mogen deze werkzaamheden alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Neem bij werkzaamheden de waarschuwingen in de documentatie, op de stickers in de unit en andere van toepassing zijnde voorzorgsmaatregelen in acht. Volg alle lokale veiligheidsvoorschriften. Draag een veiligheidsbril en werkhandschoenen. Wees voorzichtig bij het transporteren en plaatsen van apparatuur. 1.2 Voorkomen van elektrische schokken Alleen personeel dat gekwalificeerd is volgens de richtlijnen van het IEC (IEC = International Electrotechnical Commission) en de NEN 3140 mag toegang krijgen tot de elektrische componenten. Ook bij uitgeschakelde scheidings- c.q. hoofdschakelaar kunnen bepaalde machinedelen onder spanning staan, omdat ze op een afzonderlijke voeding zijn aangesloten zijn. Schakel ALTIJD de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden aan de unit wordt begonnen! BELANGRIJK: Deze apparatuur werkt met elektromagnetische signalen en geeft deze ook af. Wanneer bij de montage de instructies niet worden gevolgd, kan radio-interferentie ontstaan. Deze apparatuur voldoet aan alle van toepassing zijnde voorschriften op het gebied van elektromagnetische compatibiliteit. Ook voldoet de apparatuur aan de laagspanningsrichtlijn. 1.3 Algemene aanbevelingen voor de montage BELANGRIJK: De stroom van de regelaar en schakelmodule moet kunnen worden afgeschakeld (bijv. door een twee-polige beveiligingsschakelaar). Zo nodig moet met een gemakkelijk te bedienen noodstop voorziening (zoals een drukschakelaar) de stroom naar alle apparatuur kunnen worden uitgeschakeld. Deze beveiligingen moet worden gedimensioneerd en geïnstalleerd in overeenstemming met NEN Deze beveiligingen worden niet door Carrier meegeleverd. Algemeen gesproken moeten de volgende regels worden toegepast: De hoofdstroomschakelaar moet duidelijk gemerkt zijn om aan te geven welke componenten van de apparatuur erop zijn aangesloten. De bedrading van de componenten van het Maestro regelsysteem en de communicatiebussen moet worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke voorschriften (NEN 1010) door een vakkundig installateur. De componenten van het Maestro regelsysteem moeten worden geïnstalleerd in een omgeving die voldoet aan hun beschermingsindex (IP) (zie hoofdstukken Mechanische kenmerken van de regelaar, en Mechanische kenmerken van de schakelmodule). Het maximum vervuilingsniveau is gewoonlijk vervuilingsniveau 2 en installatie categorie II. De laagspannings bedrading (communicatiebus) moet gescheiden worden gehouden van de hoofdstroomkabels. Om interferentie met de communicatieverbindingen te voorkomen: - Houd laagspannings bedrading gescheiden van hoofdstroomkabels en vermijd dezelfde kabelbaan te gebruiken (maximaal 30 cm gezamenlijk met de 230 VAC, voedingskabel). - Voer laagspanningsbedrading niet door lussen in de hoofdstroomkabels. - Sluit geen hoge inductieve belastingen aan op de elektrische voeding die wordt gebruikt als voeding voor regelaars en schakelmodules. - Gebruik de door Carrier aanbevolen afgeschermde kabel en houd alle kabels aangesloten op hun respectievelijke regelaars en schakelmodules (zie hoofdstukken Aansluiten van de regelaars, en Aansluiten van de schakelmodules). Deze lijst is slechts een indicatie. 1.4 Conformiteit Deze apparatuur voldoet aan de belangrijkste eisen van de richtlijnen: Elektromagnetische compatibiliteit: 89/336/EEC Laagspannings Richtlijn: 73/23/EEC BELANGRIJK: Controleer, wanneer een Maestro regelaar wordt vervangen, de configuratie van de ventilator met drie vaste toerentallen of variabel toerental alvorens deze op de regelaar aan te sluiten. 4

5 2 - ALGEMENE BESCHRIJVING 2.1 Toepassingsgebied Het MAESTRO REGELSYSTEEM is ontworpen voor regeling van ventilatorconvectoren: tweepijps of vierpijps, met of zonder elektrisch verwarmingselement, met ventilator met drie vaste toerentallen of variabel toerental. 2.2 Algemeen Het Maestro regelsysteem regelt de ruimtetemperatuur door het openen of sluiten van waterregelkleppen en/of het regelen van een elektrisch verwarmingselement en de ventilatorsnelheid. 2.3 Verklaring van de gebruikte afkortingen In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt: AI : Analoge Ingang AO : Analoge Uitgang GBS : Gebouwbeheersysteem CCN : Carrier Comfort Netwerk DI : Digitale Ingang DO : Digitale Uitgang Fm : Floor Manager LED : Lichtgevende diode NC : Normaal gesloten NO : Normaal geopend Pm : Schakelmodule Zc : Zoneregelaar Zui : Zone bedieningspaneel In koelbedrijf regelt de regelaar een gekoeldwater regelklep en de ventilatorsnelheid om de ruimtetemperatuur te handhaven op het setpoint (ingestelde gewenste waarde) voor de geconditioneerde ruimte. In verwarmingsbedrijf regelt de regelaar een warmwater regelklep en/of een elektrisch verwarmingselement en de ventilatorsnelheid om de ruimtetemperatuur te handhaven op het setpoint (ingestelde gewenste waarde) voor de geconditioneerde ruimte. In de Vorstbeveiligingsfunctie kan de airconditioning unit een minimale ruimtetemperatuur handhaven. De functie Drogen ventileert de ruimte bij maximale ventilatie en maximale verwarming. Bij tweepijps systemen kan de methode van omschakelen tussen verwarming en koeling worden bepaald door de ingang Change-over (omschakelen). Het Maestro regelsysteem is ontworpen voor werking in een van twee bedrijfstypen: Het MASTER bedrijfstype, waarin de ventilatorconvector wordt geregeld door commando s die worden ingevoerd op het bedieningspaneel in de zone of de wandthermostaat. Het SLAVE bedrijfstype, waarin verscheidene ventilatorconvectoren worden geregeld door een of meer bedieningspanelen of wandthermostaten. In beide bedrijfstypen kan de regelaar worden overbrugd door commando s van het CCN (Carrier Comfort Network). De apparatuur die de commando s geeft kan bijv. een Carrier Floor Manager (Fm) of een Carrier Gebouw Beheer Systeem (ComfortWorks) zijn. In combinatie met een Schakelmodule (Pm), heeft het Maestro regelsysteem de volgende opties: Directe regeling van verlichting, Schakeling van een wandcontactdoos, Ophalen, neerlaten en bijstellen van de hoek van zonwering. Er is een software tool beschikbaar voor het instellen van parameters en het configureren van het Maestro regelsysteem. 5

6 3 - GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING 3.1 Opbouw Het regelsysteem bestaat minimaal uit een zoneregelaar (Zc) en een temperatuuropnemer (niet meegeleverd). Dit systeem kan worden gecombineerd met een bedieningspaneel (Zui) of een wandthermostaat. Het systeem kan worden uitgebreid met een schakelmodule (Pm) voor regeling van verlichting, wandcontactdozen en zonwering. Afhankelijk van de toepassing kan het systeem worden uitgebreid met een of meer slave modules (Zc en/of Pm) voor temperatuurregeling in een grote ruimte en/of regeling van meerdere verlichtingsarmaturen, wandcontactdozen en zonweringen Plaats van opstelling van de apparatuur De onderdelen die samen het MAESTRO regelsysteem vormen bevinden zich op verschillende plaatsen in het gebouw: Zoneregelaar (Zc): deze is in de fabriek gemonteerd aan de binnen- of buitenkant van de ventilatorconvector. Deze units worden meestal geplaatst in technische ruimten, boven verlaagde plafonds of achter voorzetwanden in de geconditioneerde zone. Schakelmodule (Pm): deze wordt meestal geplaatst onder een verlaagde vloer, boven het verlaagd plafond, in een loze ruimte of machinekamer. Zone bedieningspaneel (Zui): dit kan worden geplaatst in de ventilatorconvector, op de wand of op een bureau. Wandthermostaat: altijd gemonteerd op een binnenwand. Floor Manager (Fm): Deze wordt meestal geplaatst in een schakelkast met de elektrische voeding en aansluitingen voor de primaire en secundaire bussen Opbouw met een of meer regelaars Meerdere regelaars kunnen naast elkaar worden aangesloten op een enkele communicatiebus, de zgn. secundaire bus. Elke regelaar krijgt een uniek adres op de bus toegewezen. Dit onderscheidt hem van de andere regelaars, waardoor hij kan worden herkend en ingesteld. Wanneer meerdere units worden gebruikt voor het conditioneren van een enkele zone, is het essentieel om deze in dezelfde groep onder te brengen om er zeker van te zijn dat ze elkaar niet tegenwerken. Hiervoor moet een master/slave relatie worden gemaakt tussen de regelaars van de ventilatorconvectoren. Deze slave werking wordt dan ondersteund door een secundaire communicatiebus die de regelaars met elkaar verbindt Slave werking tussen regelaars Er is een configuratie parameter waarmee de status van elke regelaar kan worden gedefinieerd (Master met Slave, Master zonder Slave, of Slave) en elke Slave regelaar het adres van zijn Master krijgt Adresseren van de zoneregelaar De twee decimale codeerschakelaars onder het doorzichtige venster op de omhuizing worden gebruikt om het netwerkadres voor de regelaar in te stellen. Elk adres op de betreffende secundaire bus moet uniek zijn. Een regelaar kan een van de 128 verschillende adressen hebben (van 1 t/m 128). Met de eerste codeerschakelaar (SW1) worden de eenheden gekozen: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9. Met de tweede codeer-schakelaar (SW2) worden de tientallen gekozen: 0, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90. Regelaar codeerschakelaars SW1 en SW2, en dipschakelaar SW3 Met keuzeschakelaar 4 van dipschakelaar SW3 die zich onder de codeerschakelaars bevindt worden de honderdtallen gekozen: 0 (Aan), 100 (Uit). Netwerk-adressen moeten worden ingesteld nadat de stroom is afgeschakeld Opbouw met een Gebouwbeheersysteem Regelaars kunnen worden aangesloten op een overkoepelende regeling, hetzij direct op het Carrier Gebouw Beheer Systeem in een systeem waarin een beperkt aantal regelaars wordt gebruikt, of op een Floor Manager die een groot aantal regelaars groepeert. BELANGRIJK: De regelaar adres 1 op de secundaire bus verantwoordelijk voor het herkennen van boodschappen van de Floor Manager (Fm). Het is daarom essentieel dat elk systeem een regelaar heeft met 1 als adres. In een master/slave systeem werken alle regelaars met hetzelfde setpoint, referentie-temperatuur en bedrijfstype. De referentietemperatuur die wordt gebruikt is altijd die van de master regelaar. 6

7 Secundaire bus Master Slave Slave Master Overig Zui bus Zui bus Zui bus Zui bus Zone A Zone B Voorbeeld opbouw: Zc MAESTRO regelsysteem + Zui Primaire bus BMS Fm Fm Secundaire bus Master Slave Slave Slave Overig Verklaring: Fm Floor Manager Zc Zoneregelaar Zui Zone bedieningspaneel GBS Gebouwbeheersysteem Zui bus Zui bus Zui bus Zui bus Zui Zui Zui Zui Zone A Voorbeeld opbouw: GBS MAESTRO regelsysteem + Fm + Zc + Zui Opbouw met een of meer schakelmodules Als er schakelmodules zijn geïnstalleerd voor regeling van verlichting en zonwering dan wordt communicatiebus die de Lokale Bus wordt genoemd, gebruikt om de schakelmodules met de regelaars te verbinden. Als een regelaar is verbonden met 1 schakelmodule, dan wordt het Zone bedieningspaneel direct aangesloten op de schakelmodule via de Zui bus. 7

8 Primaire bus (optie) Fm (optie) Secundaire bus Master Zc Slave Zc Overige Zcs Master Zc Overige Zcs Master Zc Overige Zcs Lokale bus 1 Lokale bus n Master Pm Slave Pm Slave Pm Overige Pms Lokale bus 2 Zui bus Zui bus Zui bus Master Pm Master Pm Overige Pms Zui Zui Zui Verklaring: Fm Floor Manager Zc Zoneregelaar Pm Schakelmodule Zui Zone bedieningspaneel Zui bus Zui bus Zui bus Zui Zui Zui Karakteristieke opbouw: Zc MAESTRO regelsysteem +Pm + Zui Slave werking tussen schakelmodules Als in een enkele zone meerdere verlichtingsarmaturen of zonwering geregeld moeten worden dan moeten meerdere schakelmodules worden gebruikt. Als er meerdere schakelmodules zijn gemonteerd in dezelfde zone, dan moet 1 schakelmodule worden beschouwd als de master en de andere als slaves. Als er maar 1 schakelmodule op de regelaar is aangesloten, dan is dat de master. Er is een configuratie parameter waarmee de status van elke schakelmodule kan worden gedefinieerd (Master, Slave Nr 1, Slave Nr 2, Slave Nr 3, Slave Nr n). 8

9 Adresseren van de schakelmodule De twee decimale codeerschakelaars onder het doorzichtige venster op de module worden gebruikt om het netwerk-adres voor de schakelmodule in te stellen op de lokale bus. Elk schakelmodule netwerk-adres de betreffende lokale bus moet uniek zijn. Een schakelmodule kan een van de 99 verschillende adressen hebben (van 1 t/m 99). Met de eerste codeerschakelaar (RS1) worden de eenheden gekozen: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9. Met de tweede codeerschakelaar (RS2) worden de tientallen gekozen: 0, 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90. Netwerk-adressen moeten worden ingesteld nadat de stroom is afgeschakeld. Voor schakelmodules moet extra software adressering worden uitgevoerd zodat ze kunnen communiceren met de regelaar waarop ze zijn aangesloten. Er is een configuratie parameter voor het tot stand brengen van de verbinding tussen een regelaar en een schakelmodule. Het communicatienetwerk gebruikt RS485 drie-aderige verbindingen + afscherming (kabel: 4-aderig getwist + afscherming 0,8 mm 2 ). Maximale afstand secundaire bus: 1500 meter. Het communicatieprotocol over de bus is Carrier Comfort Network (CCN). AANBEVELINGEN VOOR DE MONTAGE: Controleer dat de afscherming van de bus op elke aangesloten systeemcomponent ononderbroken is. Sluit 1 uiteinde van de afscherming van de bus aan op de Aarde van het systeem. Sluit beide uiteinden van de afscherming van de bus aan op de Aarde van het systeem als beide aardpotentialen identiek zijn. Vermijd ster-aansluitingen met aftakkingen langer dan 1,5 meter Lokale bus Een lokale bus ondersteunt maximaal 60 aansluitpunten. Een aansluitpunt kan een zoneregelaar of een schakelmodule zijn. Een lokale bus kan meerderde schakelmodules bevatten en hetzelfde aantal master regelaars. Het maximale aantal slave schakelmodules dat kan worden aangesloten op een master schakelmodule is 58: Gegeven dat er 60 aansluitpunten op een lokale bus beschikbaar zijn, is de volgende verdeling mogelijk: - 1 zoneregelaar - 1 master schakelmodule - 58 slave schakelmodules Het communicatienetwerk gebruikt RS485 drie-aderige verbindingen + afscherming (kabel: 4-aderig getwist + afscherming 0,8 mm 2 ). Maximale afstand lokale bus: 1500 meter. Het communicatieprotocol over de bus is Carrier Comfort Network (CCN). Schakelmodule codeerschakelaars RS1 en RS Technische kenmerken van de communicatiesystemen Secundaire bus Een secundaire bus ondersteunt maximaal 128 regelaars. Het maximale aantal slaveregelaars dat kan worden aangesloten op een master regelaar is 127. AANBEVELINGEN VOOR DE MONTAGE: Controleer dat de afscherming van de bus op elke aangesloten systeemcomponent ononderbroken is. Sluit een uiteinde van de afscherming van de bus aan op de Aarde van het systeem. Sluit beide uiteinden van de afscherming van de bus aan op de Aarde van het systeem als beide aardpotentialen identiek zijn. Vermijd ster-aansluitingen met aftakkingen langer dan 1,5 meter. 9

10 Kabel afscherming aansluiten op de gebouw aarde Zijde zoneregelaar Secundaire bus Zijde bus Elektrisch schema secundaire bus Detail zijde schakelmodule Lokale bus Detail zijde zoneregelaar Lokale bus Kabel afscherming aansluiten op de gebouw aarde Let op gekruiste kabels tussen Pm en Zc Niet meegeleverd door Carrier Elektrische schema lokale bus 10

11 Zui bus De Zui bus verbindt een Zone bedieningspaneel met een regelaar of een schakelmodule. De bus kan maar 1 Zone bedieningspaneel ondersteunen. Het Zui bus communicatiesysteem gebruikt RS485 (twee-aderig) + twee-aderige voeding (kabel: 4-aderig getwist 0,8 mm 2 + afscherming). Maximale Zui bus afstand: 50 meter. AANBEVELING VOOR DE MONTAGE: Als de kabel afstand langer is dan 5 meter, sluit dan afscherming aan de schakelmodule zijde aan op de Aarde van het systeem. Communicatieprotocol: OPNEMER INGANG/UITGANG (SIO) Inschakelen van de eindweerstand Door het inschakelen van een eindweerstand kan de bus worden gepolariseerd. Dit kan nodig blijken als er communicatieproblemen ontstaan op de lokale of secundaire bus. Inschakelen van de eindweerstand op de lokale bus De Zc regelaar heeft een dipschakelaar (SW3) onder het doorzichtige venster in de omhuizing: Wanneer de keuzeschakelaar 1 op de circuitprint van de regelaar op ON (Aan) staat, dan wordt de lokale bus gepolariseerd met een weerstand van 120 Ohm. De standaard instelling voor keuzeschakelaar 1 van dipschakelaar SW3 is OFF (Uit). De schakelmodule heeft een dipschakelaar met twee keuzeschakelaars, onder het doorzichtige venster in de omhuizing: Wanneer hij op ON (Aan) staat, dan wordt de lokale bus gepolariseerd met een weerstand van 120 Ohm. De standaard instelling voor deze keuzeschakelaar is OFF (Uit). BELANGRIJK: Eindweerstand over de bus mag niet worden ingeschakeld tenzij dit absoluut noodzakelijk is. In alle gevallen mag de eindweerstand van de bus op maximaal 1 component worden ingeschakeld. Dit is gewoonlijk het laatste component op de bus. Schakelmodule dipschakelaar in stand OFF (Uit) 3.2 De Maestro regelaar Zc dipschakelaar SW3 Inschakelen van de eindweerstand op de secundaire bus De Zc regelaar heeft een dipschakelaar (SW3) in het linker boven gedeelte van de print: Wanneer de keuzeschakelaar 2 op de circuitprint van de regelaar op ON (Aan) staat, dan wordt de secundaire bus gepolariseerd met een weerstand van 120 Ohm. De standaard instelling voor keuzeschakelaar 2 van dipschakelaar SW3 is OFF (Uit). Deze bevat het regelprogramma voor de waterregelkleppen en ventilatormotor van de ventilatorconvector op basis van gewenste temperatuur en omgevingstemperatuur. De regelaar verwerkt zowel de ontvangen informatie van andere temperatuuropnemers (retourluchtopnemer, ruimtetemperatuuropnemer, omschakelopnemer), als informatie ontvangen van zijn ingangen (raamcontact, On/Off (Aan/Uit) contact op afstand (bezet/onbezet) op de regelaar). Hij communiceert met zijn slave regelaars via de secundaire bus, met schakelmodules via de lokale bus, met het Zone bedieningspaneel via de Zui bus en met zowel de Floor Manager (Fm) als het Carrier Beheer Systeem via de secundaire en primaire bussen. 11

12 De regelaar is verkrijgbaar in twee typen: Regelaar voor watertoepassingen met de volgende configuraties: - Tweepijps - Tweepijps met omschakelen - Vierpijps Regelaar voor water/elektrisch verwarmingselement toepassingen met de volgende configuraties: - Tweepijps/tweedraads - Tweepijps/tweedraads met omschakeling - Vierpijps/tweedraads Deze apparatuur mag alleen als volgt worden gecombineerd: Tweepijps ventilatorconvector Toegestane configuratie Extra Tweepijps Koeling Verwarming Ventilatormotor verwarming Met omschakeling Waterregelklep Waterregelklep Drie toerentallen of variabel toerental Met omschakeling Met omschakeling Met omschakeling PTC elektrisch Waterregelklep Waterregelklep verwarmingselement Waterregelklep Waterregelklep Afgeschermd elektrisch verwarmingselement Drie toerentallen of variabel toerental Drie toerentallen Waterregelklep Waterregelklep Waterregelklep Drie toerentallen of variabel toerental Zonder omschakeling Waterregelklep Drie toerentallen of variabel toerental Zonder omschakeling Zonder omschakeling PTC elektrisch Waterregelklep verwarmingselement Waterregelklep Afgeschermd elektrisch verwarmingselement Drie toerentallen of variabel toerental Drie toerentallen Zc regelaar met geopende kap aansluitklemmen De voornaamste functies van de regelaar zijn: Regeling van de ruimtetemperatuur. De temperatuur wordt gemeten door de temperatuuropnemer die is ingebouwd in het Zone bedieningspaneel, de wandthermostaat, of door een ruimtetemperatuuropnemer of retourluchtopnemer, Selectie van OCCUPIED (Bezet) of UNOCCUPIED (Onbezet) bedrijf via het Zone bedieningspaneel, de wandthermostaat of de Floor Manager, Regeling van het OCCUPIED (Bezet) setpoint via het Zone bedieningspaneel of de wandthermostaat, Regeling van toevoer van verse lucht in de ruimte (alleen via Zone bedieningspaneel), Stoppen van de werking als er een raam open staat Uitgangen van de regelaar De volgende componenten kunnen op de uitgangen van de regelaar worden aangesloten: Een ventilatormotor met variabel toerental of met drie toerentallen, met 1-fase voeding van de Zc regelaar, Een, twee of drie waterregelkleppen van het type aan/uit, met 1-fase voeding van de Zc regelaar, Een PTC of afgeschermd elektrisch verwarmingselement, met 1-fase voeding van de Zc regelaar. Vierpijps ventilatorconvector Toegestane configuratie Drie Vierpijps Koeling Verwarming Extra verwarming Zonder Waterregelklep Waterregelklep omschakeling PTC Zonder Waterregelklep Waterregelklep omschakeling Zonder Waterregelklep Waterregelklep omschakeling elektrisch verwarmingselement Afgeschermd elektrisch verwarmingselement Ventilatormotor toerentallen of variabel toerental Drie toerentallen of variabel toerental Drie toerentallen Zonder omschakeling Waterregelklep Waterregelklep Waterregelklep Drie toerentallen of variabel toerental De connectors op de regelaar die nodig zijn voor verbinding van de verschillende componenten bevinden zich op de klemmenaansluiting van de zoneregelaar: Ingangen van de regelaar De componenten die kunnen worden aangesloten op de ingangen van de regelaar zijn alle passief en optioneel. Dit zijn: Een retourlucht of ruimtetemperatuuropnemer: 10 kohm bij 25 C, Een omschakel temperatuuropnemer of warmwateruittrede temperatuuropnemer: 10 kohm bij 25 C, Een gekoeldwateruittrede temperatuuropnemer: 10 kohm bij 25 C, Een potentiometer (0 tot 100 kohm) voor verstelling van de gewenste waarde (wandthermostaat), Een potentiaalvrij contact voor de status van de raamcontacten of het constateren van een bedrijfsfout in de condensaatpomp van de ventilatorconvector, Een potentiaalvrij contact voor OCCUPIED (Bezet) of UNOCCUPIED (Onbezet) bedrijf van de regelaar, Een potentiaalvrij contact voor toepassing van een maximaalthermostaat op de uitgang verwarming of Extra verwarming (bij toepassing van een afgeschermd verwarmingselement). 12

13 Klemmenaansluiting van de zoneregelaar Ingang voor ON/OFF (Aan/Uit) contact Op deze ingang kan een potentiaalvrij Aan/Uit contact worden aangesloten, bijv. van een externe weekklok. Dit contact is van het type normaal geopend. In dit geval wordt het bedrijfstype van de regelaar door een gewijzigde status (van open naar gesloten en van gesloten naar open) gewijzigd. De regelaar houdt pas na minimaal twee seconden rekening met de gewijzigde status. Door het wijzigen van gesloten naar open status gaat de regelaar over op onbezet bedrijf. Door het wijzigen van open naar gesloten status gaat de regelaar over op bezet bedrijf Raamcontact / Condensniveau schakelaar De Zc regelaar kan de actuele status van de raamcontacten in een geconditioneerde zone en/of een bedrijfsfout in een condensaatafvoerpomp van de ventilatorconvector constateren, en op basis daarvan het bedrijfstype wijzigen. Als er een raam geopend is of het waterniveau in de condensaatafvoerbak het alarmniveau heeft bereikt, dan gaat de regelaar in de vorstbeveiligingsfunctie werken. Hij gaat terug naar het oorspronkelijke bedrijfstype wanneer het raamcontact of de condensniveau weer hun normale status hebben. Om wijzigingen van korte duur te voorkomen, gaat de regelaar pas 1 minuut nadat er een raam is geopend in de vorstbeveiligingsfunctie werken. Anderzijds schakelt hij over op de vorstbeveiligingsfunctie zodra hij een alarmlimiet van de condensaatafvoerpomp constateert. Het vorige bedrijfstype komt weer in werking zodra het contact weer zijn oorspronkelijke status heeft. 13

14 De werkingsrichting van deze ingang kan als parameter worden gedefinieerd: NO: Normaal geopend => - Raam gesloten of condensaatafvoerbak niveau correct: contact open - Raam open of condensaatafvoerbak op alarmniveau: contact gesloten NC: Normaal gesloten => - Raam gesloten of condensaatafvoerbak niveau correct: contact gesloten - Raam open of condensaatafvoerbak op alarmniveau: contact open Fabrieksinstelling: Normaal geopend Er kunnen meerder raamcontacten op dezelfde ingang worden aangesloten. In geval van verbreekcontacten (NC) moeten de contacten in serie worden bedraad. In geval van maakcontacten (NO) moeten de contacten parallel worden bedraad. Master/slave opbouw en raamcontact: Als een slave regelaar een wijziging bemerkt in de status van een van zijn raamcontacten, stuurt hij deze informatie naar de master regelaar. De master regelaar en zijn slave regelaars schakelen dan over naar de vorstbeveiligingsfunctie. Als een andere slave regelaar een wijziging bespeurt in de status van een van zijn raamcontacten, stuurt ook hij deze informatie naar de master regelaar. De master regelaar blijft in de vorstbeveiligingsfunctie tot alle raamcontacten naar hun oorspronkelijke status zijn teruggekeerd. De master regelaar houdt alleen rekening met de eerste acht meldingen dat er een raam open is (alle meldingen moeten van verschillende slave regelaars zijn). De meldingen die daarna komen worden genegeerd: Als een van deze acht raamcontacten terugkeert naar zijn oorspronkelijke status, dan wordt rekening gehouden met de volgende melding dat er een raam open is (op voorwaarde dat de melding komt van een andere slave regelaar dan de zeven die reeds in het geheugen zijn opgeslagen). Als er meer dan acht ramen open zijn en de eerste acht raamcontacten keren gelijktijdig terug naar hun oorspronkelijke status, dan verlaat de master regelaar de vorstbeveiligingsfunctie. De volgende keer dat hij gegevens uitwisselt met zijn slave regelaars (na ± 5 minuten) kan hij daarnaar terugkeren. Master/slave opbouw en condensaatafvoerpomp: Als een slave regelaar constateert dat het waterniveau in de condensaatafvoerbak het alarmniveau heeft bereikt, dan schakelt alleen deze regelaar over op de vorstbeveiligingsfunctie en wordt een alarm gegeven (in overeenstemming met de alarmparameters). De instellingen die worden afgebeeld op het Zone bedieningspaneel die op deze regelaar is aangesloten blijven ongewijzigd; alle airconditioning commando s blijven van kracht en worden naar de overige regelaars gestuurd. De vorstbeveiligingsfunctie blijft actief op deze regelaar tot het waterniveau in de condensaatafvoerbak daalt beneden het alarmniveau (d.w.z.. tot het contact van het condensniveau terugkeert naar zijn oorspronkelijke stand). Binnenzijde van opnemer Markeer zone Print Opnemer Maatschets van de ruimtetemperatuuropnemer 14

15 Ruimtetemperatuuropnemer (accessoire) Bij een systeem zonder bedieningspaneel, kan de regelaar worden aangesloten op een ruimtetemperatuuropnemer die is gemonteerd op de wand in de geconditioneerde zone. Kies de plaats van de opnemer zorgvuldig. Aanbevolen wordt om de opnemer 1,5 meter boven de vloer te plaatsen om tocht van deuren, ramen en uitblaasroosters te voorkomen. Vermijd ook directe of indirecte warmtebronnen (zoals verlichting, computer, direct zonlicht etc.) die de meting van de ruimtetemperatuur kunnen beïnvloeden. OPMERKING: Wanneer alleen een ruimtetemperatuuropnemer wordt gebruikt, is het noodzakelijk om een weekklok (niet meegeleverd) aan te sluiten op het Aan/Uit contact op de regelaar, of moet een Floor Manager (Fm) worden toegepast om de bezet status van de ruimte te wijzigen. Technische gegevens: Weerstand bij 25 C: 10 kohm Afmetingen: 85 x 63 x 23 mm Kleur: (beige) Brand bestendigheid: UL94-V0 (M1) Voor werking bij omgevingstemperaturen van: 0 tot 50 C. Een 2-aderige 0,8 mm 2 kabel + afscherming is nodig voor aansluiting van de ruimtetemperatuuropnemer op de Zc regelaar. Maximale lengte van verbindingskabel: 30 meter. Er zijn geen connectors nodig om de verbinding te maken: Schroefklemmen aan de opnemer zijde Insteekklemmen aan de regelaar zijde. Ruimtetemperatuuropnemer Ruimtetemperatuuropnemer J1 codering T3 op label Niet meegeleverd door Carrier Afscherming aansluiten op de ventilator convector Aansluitschema voor ruimtetemperatuuropnemer naar Zc regelaar 15

16 Retourluchtopnemer (accessoire) Of het systeem een bedieningspaneel heeft of niet, de regelaar kan worden aangesloten op een retourluchtopnemer die is gemonteerd in het retourluchtkanaal van de ventilatorconvector of in de unit zelf. In dit geval wordt het systeem geregeld op basis van retourlucht temperatuur. OPMERKING: Als alleen een retourluchtopnemer wordt gebruikt, is het noodzakelijk een weekklok (niet meegeleverd) aan te sluiten op het Aan/Uit contact op de regelaar, of moet een Floor Manager (Fm) worden toegepast, om de bezet status van de ruimte te wijzigen. Technische gegevens: Weerstand bij 25 C: 10 kohm Temperatuur coëfficiënt bij 25 C: -4,4%/ C Voor werking bij omgevingstemperaturen van: 0 tot 50 C. Afmetingen opnemer: lengte 26 mm, diameter 7 mm. De retourluchtopnemer bestaat uit een roestvrij stalen voelelement beschermd door een krimpkous, uitgevoerd met een 2- aderige kabel van 2 meter lang (kabeldiameter 0.22 mm 2 soepel, verzinkte uiteinden 8 mm). Er zijn geen connectors nodig om de verbinding te maken: Insteekklemmen regelaar zijde. J1 codering T2 op label Aansluitschema voor retourluchtopnemer naar regelaar 16

17 Temperatuuropnemers voor omschakeling, warmwater uittrede en gekoeldwater uittrede (accessoires) In een tweepijps toepassing kan de regelaar worden aangesloten op een omschakeling temperatuuropnemer. Door middel van de gemeten temperatuur kan de regelaar bepalen of het water dat in het systeem circuleert warm is (d.w.z. boven een bepaalde limiet die kan worden gedefinieerd als parameter) of koud. Daarna kan de regelaar een commando geven voor het juiste bedrijfstype, verwarmen of koelen. Technische gegevens: Weerstand bij 25 C: 10 kohm Temperatuur coëfficiënt bij 25 C: -4,4%/ C Voor werking bij omgevingstemperaturen van: 0 tot 50 C. Afmetingen opnemer: lengte 26 mm, diameter 7 mm. Temperatuuropnemers voor omschakeling warmwater uittrede en gekoeldwater uittrede bestaan uit een roestvrij stalen voeler beschermd door een krimpkous, uitgevoerd met een 2-aderige kabel van 2 meter lang (kabeldiameter 0,22 mm 2 soepel, verzinkte uiteinden 8 mm). Er zijn geen connectors nodig om de verbinding te maken: Insteekklemmen regelaar zijde. J1 codering T2 op label Aansluitschema voor omschakelopnemer naar regelaar 17

18 3.2.3 Werking van de MAESTRO regelaar Er zijn twee bedrijfstypen voor de bezetting: Bezet bedrijf en Onbezet bedrijf. Dit bedrijfstype kan worden gewijzigd via het Zone bedieningspaneel of de wandthermostaat en/of door het GBS en/of door een potentiaalvrij contact aangesloten op de Aan/Uit ingang op de regelaar. De Maestro regelaar biedt een keuze van zeven bedrijfstypen: Uit Koeling Alleen ventileren Verwarming Lucht verversen Vorstbeveiliging Drogen Het bedrijfstype wordt bepaald door de regelaar op basis van de gemeten temperatuur in verhouding tot de basisinstelling, door een geforceerd bedrijfstype, of door een externe actie (zoals status van de raamcontacten, omschakelfunctie, etc.) Werking van de regelaar in Bezet bedrijf Dit bedrijfstype wordt gebruikt om de vereiste comfortcondities te handhaven in perioden wanneer de geconditioneerde zone bezet is. Om dit te bereiken wordt de temperatuur binnen de dode zone gehouden, dat wil zeggen een bepaald bereik boven en onder het afgebeelde setpoint. De belangrijkste regelparameters zijn: Setpoints bezet bedrijf, Dode zone bezet bedrijf, Setpointverstelling bezet bedrijf. Dit kan worden gewijzigd via het Zone bedieningspaneel of de wandthermostaat binnen een bereik dat als parameter kan worden gedefinieerd boven en onder het setpoint. Standaard instelling Minimum waarde Maximum waarde Bezet setpoint 20 C 15 C 30 C Bezet dode zone 2.5 C 1 C 8 C In bezet bedrijf worden de volgende bedrijfstypen geregeld door de regelaar: Koeling Alleen ventileren Verwarming Lucht verversen Vorstbeveiliging Drogen In koelbedrijf wordt de ingang van de gekoeldwater regelklep geactiveerd. Het toegepaste type regeling voor een ventilator met variabel toerental is Proportioneel Integrerend (PI). De ventilatorsnelheid wordt geregeld door fase-aansnijding. Indien een ventilator met drie toerentallen wordt toegepast kan automatisch worden omgeschakeld tussen ventilatorsnelheden 1, 2 of 3 op basis van ruimtetemperatuur en setpoint. In bedrijfstype alleen ventileren zijn de uitgangen van de warm- en gekoeldwater regelklep gedeactiveerd. Een ventilator met variabel toerental levert de minimum hoeveelheden koude en warme lucht die in de parameters zijn gedefinieerd. Een ventilator met drie toerentallen werkt op het lage toerental. In verwarmingsbedrijf is het toegepaste type regeling voor de ventilator Proportioneel Integrerend (PI). De ingang voor verwarming is geactiveerd. Als Extra verwarming is geconfigureerd, wordt deze gebruikt op maximum capaciteit wanneer er onvoldoende verwarming is om de temperatuur binnen de dode zone te handhaven. Het toegepaste type regeling voor een ventilator met variabel toerental is Proportioneel Integrerend (PI). Ventilatorsnelheid wordt geregeld door fase-aansnijding. Indien een ventilator met drie toerentallen wordt toegepast kan automatisch worden omgeschakeld tussen ventilatorsnelheden 1, 2 of 3 op basis van ruimtetemperatuur en setpoint. Verstelling door gebruiker ± 1.5 C 0 C ± 6 C Gewenst setpoint - dode zone/2 Bezet setpoint basisinstelling Gewenst setpoint Gewenst setpoint + dode zone/2 Temperatuur Verstelling door gebruiker Dode zone/2 Dode zone/2 18

19 Het bedrijfstype lucht verversen is alleen beschikbaar voor een ventilator met variabel toerental. Het is alleen toegankelijk via het Zone bedieningspaneel en dan alleen wanneer de regelaar in Bezet bedrijf is. De lucht in de geconditioneerde zone wordt zeer snel ververst. Dit bedrijfstype kan altijd handmatig worden gestopt, of automatisch na een vooraf in te stellen periode. Terwijl dit bedrijfstype actief is wordt de ventilator geregeld op maximale snelheid (100%) en de uitgang van de koelklep wordt geactiveerd. De bedrijfstypen Vorstbeveiliging en Drogen hebben prioriteit over andere bedrijfstypen. De Vorstbeveiligingsfunctie wordt geactiveerd wanneer er een raam open is, het waterniveau in de condensaatafvoerbak het alarmniveau heeft bereikt, of er een dergelijk GBS commando is gegeven (zie hoofdstuk Werking van de vorstbeveiligingsfunctie). De Droogfunctie wordt geactiveerd wanneer de regelaar de ruimtetemperatuur niet kan uitlezen en wanneer deze functie wordt geactiveerd door de configuratie parameter Selectie Drogen. Dit bijzondere bedrijfstype bestaat uit het regelen van de ventilator op maximum snelheid en de verwarming op maximum capaciteit. De functie wordt bijv. gebruikt in de laatste bouwfase van een gebouw (bijv. om stucwerk te laten drogen). Toegepaste regeling voor een ventilator met drie toerentallen: Bedrijfstype Koeling Koeling Koeling Verwarming Verwarming Verwarming Verwarming Wanneer de ingestelde openingstijd voor gekoeld- of warmwater regelklep is verstreken Alste regelen temperatuur > SPCont + 3/8 DBOcc Alste regelen temperatuur < SPCont + 3/8 DBOcc Alste regelen temperatuur < SPCont + DBOcc/4 Alste regelen temperatuur < SPCont - 3/8 DBOcc Alste regelen temperatuur > SPCont - 3/8 DBOcc Alste regelen temperatuur > SPCont - DBOcc/4 Alleen wanneer Extra verwarming is geconfigureerd: Wanneer te regelen temperatuur < SpCont - DBOcc/2 (ventilatorsnelheid is maximum tot te regelen temperatuur hoger is dan SpCont - 3/8 DBOcc) (zie blz.20, Functiediagram van de regeling). Hoelang Variatie ventilatorsnelheid 2min. +1 3min. -1 Direct 2min. +1 3min. -1 Direct Direct Minimumsnelheid Minimumsnelheid Maximumsnelheid OPMERKING: Bij toepassing van een Zone bedieningspaneel moet de gekozen ventilatorsnelheid AUTO zijn anders kan de regelaar dit algoritme niet toepassen. CCont-BMOcc/4 CCont + BMOcc/4 CCont - 3/8 BMOcc/2 CCont + 3/8 BMOcc/2 CCont - BMOcc/2 CCont CCont + BMOcc/2 Temperatuur ( C) Uitgang verwarming geactiveerd Tijd 2 Uitgang koelklep geactiveerd Tijd 1 Uitgang ventilator geregeld door algoritme Uitgang ventilator geregeld door algoritme Tijd 3 Uitgang extra verwarming geactiveerd Verwarmingsbedrijf Bedrijfstype alleen ventileren Koelbedrijf Verklaring: SpCont = Bezet setpoint + Verstelling door gebruiker DBOcc = Bezet dode zone Tijd 1: Wachttijd tot vrijgave van ventilator algoritme in koelbedrijf Tijd 2: Wachttijd voor vrijgave van ventilator algoritme in verwarmingsbedrijf Tijd 3: Wachttijd voor vrijgave van Extra verwarming Functiediagram wijziging bezet status 19

20 In koelbedrijf wordt de ventilator op zijn minimum ingestelde snelheid gehouden: van punt SpCont+DBOcc/4 (koelbedrijf) naar punt SpCont-DBOcc/4 (verwarmingsbedrijf). Ook in verwarmingsbedrijf wordt de ventilator op zijn minimum ingestelde snelheid gehouden: van punt SpCont-DBOcc/4 (verwarmingsbedrijf) naar punt SpCont+DBOcc/4 (koelbedrijf). Bij omschakelen van onbezet naar bezet bedrijf is de gekozen ventilatorsnelheid AUTO. Elektrisch verwarmingselement met afscherming: Bij 0-50% verwarmingscapaciteit wordt de ventilatorsnelheid om veiligheidsredenen op minimaal het middelste toerental gehouden. Bij meer dan 50% capaciteit wordt de ventilator in hoog toerental (3) geschakeld Werking van de regelaar in Onbezet bedrijf Dit bedrijfstype wordt gewoonlijk gebruikt om het energiegebruik te beperken in perioden wanneer de geconditioneerde zone onbezet is. Dit bedrijfstype kan worden geactiveerd via het Zone bedieningspaneel, de wandthermostaat of het GBS. De belangrijkste regelparameters zijn: Setpoint Onbezet Dode zone Onbezet. Standaard instelling Minimum waarde Setpoint Onbezet 20 C 15 C 30 C Dode zone Onbezet 10 C 2.5 C 14 C Maximum waarde Setpoint - dode zone/2 Ingesteld setpoint Setpoint + dode zone/2 Temperatuur Dode zone/2 Dode zone/2 In Onbezet bedrijf worden de volgende bedrijfstypen geregeld door de regelaar: Koeling Uit Verwarming Vorstbeveiliging Drogen In bedrijfstype Uit wordt de ventilator afgeschakeld en de uitgangen voor verwarming en koeling worden gedeactiveerd. In koelbedrijf wordt de uitgang voor de gekoeldwater regelklep geactiveerd. Een ventilator met variabel toerental levert de maximale hoeveelheid koude lucht die in de parameters is gedefinieerd. Een ventilator met drie toerentallen werkt op zijn maximum snelheid. In verwarmingsbedrijf wordt de uitgang voor de verwarming geactiveerd. Als Extra verwarming werd geconfigureerd wordt deze ook geactiveerd. Een ventilator met variabel toerental levert de maximum hoeveelheid warme lucht die is de parameters is gedefinieerd. Een ventilator met drie toerentallen levert warme lucht op zijn maximum snelheid. De bedrijfstypen vorstbeveiliging en drogen hebben prioriteit over andere bedrijfstypen. De Vorstbeveiligingsfunctie wordt geactiveerd wanneer er een raam open is, het waterniveau in de condensaatafvoerbak het alarmniveau heeft bereikt, of een dergelijk commando is gegeven door het GBS (zie hoofdstuk Werking van de vorstbeveiligingsfunctie). De Droogfunctie wordt geactiveerd wanneer de regelaar de ruimtetemperatuur niet kan uitlezen en wanneer deze functie is gedeactiveerd door de Selectie Drogen. Dit bijzondere bedrijfstype bestaat uit het inschakelen van de ventilator op maximum snelheid en het activeren van de verwarmings uitgang. 20

21 Clnoc + 1/2BMlnoc + e Clnoc + 1/2BMlnoc - e Clnoc - 1/2BMlnoc e Clnoc Clnoc + 1/2BMlnoc e Temperatuur Uitgang verwarming geactiveerd Uitgang koelklep geactiveerd Ventilator max. verwarming Ventilator max. koeling Verklaring: SpUnocc: Setpoint Onbezet DBUnocc: Dode zone Onbezet e: Hysterese 1 C Verwarmingsbedrijf Uit Functiediagram wijzigen onbezet status Koelbedrijf Elektrisch verwarmingselement met afscherming: Nadat de verwarming is uitgeschakeld mag de ventilator, uit veiligheidsoverwegingen, pas stoppen nadat hij nog 40 sec. heeft gewerkt op minimum snelheid. Bij toepassing van een retourlucht temperatuuropnemer: De ventilator wordt geactiveerd om iedere 40 minuten 6 minuten op maximale snelheid te werken om de ruimtetemperatuur te meten. Deze optie kan niet worden geconfigureerd Werking van de Vorstbeveiligingsfunctie Dit bedrijfstype wordt gebruikt om de geconditioneerde ruimte de vorstbeveiligingsstatus te geven. De functie kan worden geactiveerd via de BEZET of ONBEZET status. De vorstbeveiligingsfunctie wordt geactiveerd wanneer er een raam open is, het waterniveau in de condensaatafvoerbak het alarmniveau heeft bereikt, of dat er een dergelijk commando is gegeven door het GBS. De regelaar keert terug naar zijn vorige bedrijfstype wanneer het raam wordt gesloten, wanneer het waterniveau in de condensaatafvoerbak beneden het alarmniveau daalt, of wanneer het GBS de vorstbeveiligingsfunctie uitschakelt. De belangrijkste regelparameter voor dit bedrijfstype is het vorstbeveiligingssetpoint. Vorstbeveiligingssetpoint Standard instelling Minimum waarde Maximum waarde 7 C 4 C 14 C Beneden het vorstbeveiligingssetpoint worden de uitgangen voor verwarming en Extra verwarming geactiveerd op hun maximum capaciteiten. Een ventilator met variabel toerental levert de maximum hoeveelheid warme lucht die in de parameters wordt gedefinieerd. Een ventilator met drie toerentallen werkt op zijn maximum snelheid. Boven het vorstbeveiligingssetpoint + hysterese wordt de ventilator afgeschakeld en de uitgangen voor verwarming en voor de gekoeldwater regelkleppen zijn gedeactiveerd Setpointverstelling De waarde van het setpoint kan worden gewijzigd via het bedieningspaneel tijdens Bezet bedrijf. Er zijn zeven verstellingsstappen toegestaan: - nul positie (verstelling = 0), - 3 posities boven 0 (verstelling = 1, 2 of 3), - 3 posities onder 0 (verstelling = -3, -2 of -1) De regelaar vermenigvuldigt de verstellingswaarde met de waarde van de verstellingsstap en telt het resultaat op bij het setpoint: Setpoint = Setpoint in bezet bedrijf + (Verstelling x Verstellingsstap waarde) OPMERKING: De parameters voor Setpoint in bezet bedrijf en Verstellingsstap waarde maken deel uit van de configuratie parameters voor de regelaar. 21

22 SpDF + e SpDF e Temperatuur Uitgang verwarming open Max. ventilatorlucht verwarming Verwarmingsbedrijf Vorstbeveiligingsfunctie Verklaring: SpDf: Vorstbeveiligingssetpoint e: Hysterese 1 K Functiediagram wijziging vorstbeveiligingsfunctie Bepalen van de te regelen temperatuur De regelaar maakt gebruik van een ruimtetemperatuuropnemer of een retourlucht temperatuuropnemer om de te regelen temperatuur te bepalen. Een in te stellen parameter vertelt de regelaar het te gebruiken type opnemer. LET OP: Wanneer een retourlucht temperatuuropnemer is geconfigureerd, werkt de ventilator in Onbezet bedrijf om de veertig minuten 6 minuten op zijn maximum snelheid. Deze optie is niet instelbaar. Master/slave opbouw: Slave regelaars werken altijd op basis van de temperatuur die de master regelaar doorgeeft. Daarom hebben ze geen eigen temperatuuropnemers nodig Corrigeren van de gemeten temperatuur De regelaar kan een temperatuurverstelling toevoegen (die positief of negatief kan zijn) aan de temperatuur die wordt gemeten door de ruimtetemperatuuropnemer of retourlucht temperatuuropnemer: Regeltemperatuur = Gemeten temperatuur + Temperatuuropnemer correctie OPMERKING: De regeltemperatuur is de temperatuur die moet worden gehandhaafd Omschakelfunctie De regelaar kan alleen werken in omschakelbedrijf als er sprake is van een tweepijps ventilatorconvector met of zonder Extra verwarming. De regelaar kan dan werken in koel- of verwarmingsbedrijf met één waterregelklep voor warm en koud water. Dit bedrijfstype kan worden geactiveerd door middel van de omschakel configuratie parameter. De regelaar registreert de temperatuur van het watercircuit direct via het GBS of door middel van een opnemer in de leiding die is aangesloten op de regelaar (de omschakel temperatuuropnemer). Op deze wijze bepaalt de regelaar het juiste omschakelbedrijf (koeling of verwarming). OPMERKING: Informatie ontvangen van het GBS heeft prioriteit boven een uitlezing van een temperatuuropnemer. In omschakelbedrijf blijft de regeling voor de bedrijfstypen in BEZET of ONBEZET bedrijf hetzelfde. Echter, wanneer het gewenste bedrijfstype en de watertemperatuur niet verenigbaar zijn, blijft de regelaar in ventilatiebedrijf werken (als het bedrijfstype BEZET is) of Uit (als het bedrijfstype ONBEZET is) tot omschakelbedrijf aan de vraag kan voldoen. 22

23 Met de volgende vergelijking kan de regelaar zijn omschakelbedrijf kiezen: ALS Omschakeltemperatuur < Limiet Temperatuur DAN Omschakelbedrijf = Koeling ANDERS Omschakelbedrijf = Verwarming EINDE OPMERKING: De limiet temperatuur is een instelbare parameter. Master/slave opbouw: Slave regelaars werken altijd op basis van de omschakeltemperatuur die de master regelaar ze doorgeeft. Daarom hebben ze geen eigen omschakelopnemers nodig Forceren van de uitgangen Door forceren kan worden gecontroleerd of de verschillende componenten in de unit correct werken. dit kan nuttig zijn bij het inregelen en inbedrijfstellen van een systeem (bijv. het balanceren van de warmwater en gekoeldwater circuits in een gebouw). Forceren van een servomotor heeft prioriteit over het huidige bedrijfstype. Het huidige bedrijfstype neemt de regeling van de servomotor weer over nadat de forcering is beëindigd. Uitgangen kunnen alleen worden geforceerd via het GBS, de Floor Manager of de service software tool. Dit geldt voor: de ventilatorsnelheid, de uitgangen van de verwarmings- en koelkleppen de uitgang van de Extra verwarming Capaciteitsbegrenzing De regelaar heeft een functie capaciteitsbegrenzing. Als deze niet is geactiveerd (standaard), dan heeft de actuele informatie over capaciteitsbegrenzing geen invloed op verwarming en Extra verwarming. Als de functie wel is geactiveerd en de actuele informatie over capaciteitsbegrenzing is Ja (standaard), dan worden verwarming of Extra verwarming niet toegestaan wanneer ze van het type PTC elektrisch verwarmingselement of afgeschermde batterij zijn. Als de verwarming een elektrisch verwarmingselement is, dan zijn de bedrijfstypen alleen ventileren en Uit actief in respectievelijk bezet en onbezet bedrijf. Als de Extra verwarming een elektrisch verwarmingselement is, dan wordt verwarmingsbedrijf toegestaan en alleen de uitgang voor verwarming (warmwater regelklep) wordt geactiveerd. Door het wijzigen van de huidige capaciteitsbegrenzing informatie naar Nee kan verwarming of Extra verwarming van het type PTC elektrisch verwarmingselement of afgeschermde batterij worden toegestaan. OPMERKING: De bedrijfstypen vorstbeveiliging en drogen worden door de functie capaciteitsbegrenzing niet beïnvloed Boodschap en buitenluchttemperatuur aanduiding Deze informatie wordt alleen gegeven via een GBS. De regelaar gebruikt deze informatie niet maar stuurt die alleen maar naar het Zone bedieningspaneel om te worden afgebeeld. Het afbeelden van de buitenluchttemperatuur is afhankelijk van een configuratie parameter. BELANGRIJK: Deze informatie wordt door de regelaar niet in het geheugen opgeslagen of ondersteund en zal dus in geval van spanningsonderbreking verloren gaan Toewijzen van parameters aan de MAESTRO regelaar De Zc regelaar moest worden ingesteld voor de ventilatorconvector waarop hij is aangesloten, het systeem dat hij bedient en de wensen van de gebruiker: Bij het toewijzen van parameters aan de MAESTRO regelaar zijn er de volgende mogelijkheden: Selectie van het te gebruiken bedieningspaneel (Zui of wandthermostaat) Selectie van de methode voor het meten van de zone temperatuur Opgave of er een Schakelmodule aanwezig is Selectie van de omschakelfunctie Selectie van de werkingsrichting van het raamcontact (indien aanwezig) Selectie van de verwarmingsbron Wijzigen van de minimum en maximum luchthoeveelheden in verwarmings- en koelbedrijf Wijzigen van de verschillende setpoints (Deze lijst is niet volledig) Er zijn zes verschillende basistypen parameters: FABRIEKS parameters, afhankelijk van het toegepaste type ventilatorconvector, SERVICE parameters, afhankelijk van het gebruikte systeem, SETPOINT parameters, afhankelijk van het gewenste regelbereik, IDENTIFICATIE en SYSTEEM parameters, afhankelijk van het toegepaste systeem, ALARM parameters, eveneens afhankelijk van het toegepaste systeem, TIJD parameters, waarmee alarmen worden gedateerd en geregistreerd. Daarna geven onderhoudsvariabelen informatie over de bedrijfsstatus van de regelaar en de status van de uitgangen van de daarop aangesloten schakelmodules. De van toegestane forcering is in feite gebaseerd op deze parameters. Forceren kan van toepassing zijn voor: de uitgangen van de regelaar (forceren uitgangen), activeren van de vorstbeveiligingsfunctie, bijwerken van de variabele voor de buitenluchttemperatuur, activeren van de Boodschap aanduiding, doorgeven van de omschakeltemperatuur aan de regelaar. BELANGRIJK: Nadat de regelaar is geconfigureerd, moet de spanning eerst af en daarna weer worden aangeschakeld, anders bestaat de kans dat hij niet geheel correct werkt. 23

24 Hulpmiddelen voor het toewijzen van parameters Wanneer er maar weinig units hoeven te worden geconfigureerd (twintig of minder), dan kan de regelaar worden geconfigureerd met het Carrier Network Service Tool (software pakket) via de secundaire bus (alleen uit te voeren door Carrier Service). Als er veel ventilatorconvectoren moeten worden geconfigureerd (meer dan 20), verdient het de voorkeur om hiervoor het MAESTRO configuratie tool van Carrier (niet meegeleverd) te gebruiken via de secundaire bus (momenteel verkrijgbaar in Frans en Engels) Configuratie van de FABRIEKS parameters Parameter Ventilator type Tijdsduur koeling activeren Type verwarming Tijdsduur verwarming activeren Type extra verwarming CLWT opnemer aanwezig HLWT/CHG opnemer aanwezig Beschrijving 0/1 (0 = variabele toerental/1 = drie toerentallen) Type ventilator motor aangesloten op de ventilatorconvector. 0 tot 1800s Met deze parameter kan het ventilatormotor commando vertraagd plaatsvinden na het commando klep openen. 0/1/2/3 (0 =Geen/1 =PTC Elektrisch verwarmingselement/2 = Afgeschermd Elektrisch verwarmingselement/3 = Waterregelklep) LET OP: een afgeschermd elektrisch 0 verwarmingselement kan alleen worden toegepast bij een ventilator met drie toerentallen. Een PTC elektrisch verwarmingselement kan worden toegepast bij met beide typen. 0 tot 1800s Met deze parameter kan het ventilatormotor commando vertraagd plaatsvinden na het commando klep openen. 0/1/2/3 (0 =Geen/1 = PTC Elektrisch verwarmingselement/2 = Afgeschermd Elektrisch verwarmingselement/3 = Waterregelklep) LET OP: een afgeschermd elektrisch 0 verwarmingselement kan alleen worden toegepast bij een ventilator met drie bijtoerentallen. Een PTC elektrisch verwarmingselement kan worden toegepast bij met beide typen. Nee/Ja Geeft aan of de ventilatorconvector een opnemer voor de gekoeldwater uittredetemperatuur (CLWT) heeft. Nee/Ja Geeft aan of er een opnemer voor de warmwater 0 uittredetemperatuur (HLWT), of voor omschakeling (CHG) aanwezig is. Standaard instelling Configuratie van de SERVICE parameters Parameter Master adres Type apparatuur lokale bus Selectie Drogen Capaciteitsbegrenzing toegestaan Regeltemp opnemer Bereik regelopnemer Selectie Delta T regeling Activeer omschakeling Temperatuurlimiet Inschakelvertraging Tijdsduur lucht verversen Minimum snelheid Koeling Minimum snelheid Verwarming Maximum snelheid Koeling Maximum snelheid Verwarming Beschrijving 0 tot 128 Master/Slave Configuratie - Parameter = 0: regelaar is master zonder een slave. - Parameter = regelaar adres (coderingsschakelaar): regelaar is master met slaves. - Parameter is niet gelijk aan regelaar adres (coderingsschakelaar): regelaar is slave en deze parameter is het adres van de master. 0/1/2 (0 = Schakelmodule/1 = Geen/2 = Zone bedieningspaneel) Beschrijft het type apparaat dat is aangesloten via de lokale bus of Zui bus van de regelaar. 0/1/2 (0 =Nooit/1 = Alleen wanneer het bedieningspaneel niet is aangesloten/2 = Altijd toegestaan) Geeft aan wanneer droogbedrijf is toegestaan. Nee/Ja Geeft aan of de functie capaciteitsbegrenzing is toegestaan. 0/1 (0 = Ruimtetemperatuuropnemer/1 = Retourluchttemperatuur opnemer) Geeft het type temperatuuropnemer aan dat wordt gebruikt om de ruimtetemperatuur te regelen. De ruimtetemperatuuropnemer bevindt zich in het zone bedieningspaneel (indien aangesloten). -7,0 tot +7,0 C Correctie van de retourlucht of ruimtelucht temperatuur meting (verstelling). Deze correctie geeft een permanente positieve of negatieve verstelling voor de uitlezing van de ruimtetemperatuur of retourlucht temperatuuropnemer. (Niet van toepassing) 0 0/1 (Nee/Ja) Geeft toestemming voor omschakelbedrijf (alleen voor tweepijps ventilatorconvector). 10 tot 40 C De temperatuurlimiet voor omschakelbedrifj. Beneden de temperatuurlimiet wordt het water beschouwd als koud en de regelaar mag in koelbedrifj werken. Boven de temperatuurlimiet wordt het water beschouwd als warm en de regelaar mag in verwarmingsbedrijf werken. 0 tot 30 min. Inschakelvertraging voor Extra verwarming. 1 tot 15 min. Tijdsduur van de lucht verversingsfunctie Gedurende deze periode is de gekoeldwater 6 regelklep geopend en de ventilatormotor werkt op zijn maximum snelheid (100%). 20 tot 80% van maximum snelheid. Minimum snelheid van ventilator met variabel toerental in koelbedrijf. 20 tot 80% van maximum snelheid. Minimum snelheid van ventilator met variabel toerental in verwarmingsbedrijf. 30 tot 100% van maximum snelheid. Maximum snelheid van ventilator met variabel toerental in koelbedrijf. 30 tot 100% van maximum snelheid. Maximum snelheid van ventilator met variabel toerental in verwarmingsbedrijf. Standaard instelling No Type Raamcontact/condensaatbak Fabriekstest info Moedertaal 0/1/2/3 (0 =Raamcontact Normaal geopend/ 1 = Raamcontact Normaal gesloten/ 2 = Condensaatbak Contact Normaal geopend/ 3 = Condensaatbak Contact Normaal gesloten) 8 ASCII tekens. Informatie over de in de fabriek uitgevoerde test. LET OP: Deze parameter kan maar 1 keer naar de regelaar worden geschreven. 0/1 (0 = Engels/1 = Frans) Engels is de standaard taal. Wanneer parameters in het Frans nodig zijn, moet deze parameter in de 0 regelaar worden gewijzigd, en de regelaar moet dan in zijn geheel van afstand opnieuw worden geladen. 0 Proportionele versterking (ventilator met variabel toerental) Integratiefactor (ventilator met variabel toerental) 0,0 tot 20,0 P proportionele band voor ventilator met variabel toerental. 0,0 tot 5,0 I integratiefactor voor ventilator met variabel toerental. Proportionele 0,0 tot 20, 0 versterking P proportionele band voor afgeschermd elektrisch (afgeschermd elektrisch verwarmingselement. verwarmingselement) Integratiefactor 0,0 tot 5,0 (afgeschermd elektrisch I integratiefactor voor afgeschermd elektrisch verwarmingselement) verwarmingselement. Activeer ventilatorregeling gebruiker 0/1 (Nee/Ja Mogelijkheid om ventilatorsnelheid te selecteren via zone bedieningspaneel Zui regeling Temp symbool Zui OAT symbool Zui Raam symbool 0/1 (Nee/Ja) Weergave ruimtetemperatuur op Zone bedieningspaneel. 0/1 (Nee/Ja) Weergave buitenluchttemperatuur op Zone bedieningspaneel. 0/1 (Nee/Ja) Geeft aan of 'Raam' symbool wordt afgebeeld wanneer er een raam open is

25 Configuratie van de SETPOINT parameters Parameter Bezet setpoint Bezet dode zone Ombezet setpoint Onbezet dode zone Setpoint vorstbeveiliging Setpointverstellingsstap Beschrijving 15,0 tot 30 C Setpoint voor bezet bedrijf. 1,0 tot 8,0 C Dode zone voor bezet bedrijf. 15,0 tot 30,0 C Setpoint voor onbezet bedrijf. 2,5 tot 14,0 C Dode zone voor onbezet bedrijf. 4,0 tot 14,0 C Setpoint voor vorstbeveiligingsfunctie. 0,0 tot 2,0 C Waarde setpointverstellingsstap. Met het bedieningspaneel kan het setpoint worden gewijzigd met verstellingsstappen. De verstelling kan variëren van -3 tot +3 stappen ten opzichte van de setpointwaarde. Deze waarde is de waarde per verstellingsstap in graden Celsius. Delta T CLWT setpoint (Niet van toepassing) 12 Delta T HLWT setpoint (Niet van toepassing) Configuratie van de identificatie en systeem parameters Parameter Naam apparaat Beschrijving Locatie Software part nummer Typenummer Serienummer Referentienummer Busnummer Com snelheid secundaire bus Beschrijving 8 ASCII tekens De naam van het betreffende apparaat (optie) 24 ASCII tekens Beschrijving (optie) 24 ASCII tekens Locatie (optie) 16 ASCII tekens De laatste twee cijfers komen overeen met de versie van de regelaar (kan niet worden 20 ASCII tekens (kan niet worden 12 ASCII tekens (kan niet worden 24 ASCII tekens (kan niet worden 1 tot 239 Nummer van de secundaire bus waaraan de regelaar is toegewezen 9600 tot baud Communicatiesnelheid over de secundaire bus Standaard instelling 20,0 2,5 20,0 10,0 7,0 0,5 Standaard instelling CSA - SR- 42F22C11 Versie Configuratie van de alarm management parameters Parameter Alarm herhalingstijd Alarm route Beschrijving min. Tijdsduur voor het herhalen van alarmmeldingen wanneer deze zijn bevestigd door het GBS. Ze worden herhaald aan het eind van de in deze 0 parameter gespecificeerde periode, indien ze nog aanwezig zijn. Wanneer deze parameter op 0 wordt gezet worden er via de bus geen alarmmeldingen herhaald na bevestiging Deze parameter definieert de apparatuur die de door de regelaar gegeven alarmmeldingen ontvangt en deze bevestig: 1 = geselecteerd 0 = niet geselecteerd. b7 b6 b5 b4 b3 b2 b1 b0 bit 7 = 1 => Lokaal alarm (bijv. GBS) bit 6 = 1 => Autodial Gateway bit 5 = 1 => OTIS Gateway bit 4 = 1 => Translator bit 3 tot 0 => Gereserveerd Nee/Ja Geeft aan of de melding Samenvatting Alarm is geactiveerd. Als de parameter JA is, kan een enkele alarmboodschap worden gegenereerd via de Samenvatting secundaire bus, met een samenvatting van alle alarm geactiveerd geconstateerde alarmmeldingen. Als de parameter NEE is, dan kan het aantal alarmmeldingen gegenereerd via de secundaire bus hetzelfde zijn als het aantal geconstateerde alarmmeldingen Configuratie van de tijd parameters Parameter Beschrijving Standaard instelling OPMERKING: Deze tijd parameters worden niet opgeslagen en hebben geen gangreserve. Bij een spanningsonderbreking gaat de actuele tijd verloren en wordt er teruggekeerd naar de standaard instellingen nadat de spanning is hersteld. No Standaard instelling Tijd (00 :00 tot 23 :59) Dag van de week Feestdag vandaag (1 tot 7) (1: Maandag, 2: Dinsdag... 7: Zondag) 0 tot 1 Definieert feestdagen Maand 1 tot 12 0 Datum 1 tot 31 0 Jaar 0 tot BELANGRIJK: Het standaard bus nummer is 1. De bus nummer parameter moet worden geconfigureerd voor systemen die gebruik maken van een Floor Manager. Dit moet hetzelfde zijn als het element nummer van de Floor Manager waaraan hij is toegewezen. 25

26 Regelaar onderhoudsvariabelen De volgende variabelen geven de bedrijfsstatus van de regelaar weer. Ze zijn alleen toegankelijk met de Carrier service software tools of via de Floor Manager. Variabele Status Koeling Beschrijving Forcering mogelijk Ze worden gebruikt om te controleren of de regelaar goed werkt. Uitgang koeling Aan/Uit Bepaalt of de gekoeldwater regelklep is geopend. Ja Variabele Zoneregelaar Status Beschrijving Bezet Nee/Ja Nee Bedrijfstype Spoelen/Uit/Ventilatie/Verwarmen/Koelen/Vorst/ Drogen Forcering mogelijk Nee Omschakelbedrijf Geen/Koelen/Verwarmen Nee Master/Slave status Temperatuur Status Ruimtetemperatuur Retourluchttemperatuur Gekoeldwater uittredetemp HLWT/omschakeltemp Buitenluchttemperatuur Regelgegevens Status Regeltemperatuur Regelpunt Regeling dode zone Verstelling positie Verstellingswaarde Geen/Master/Slave Geconfigureerde status: alleen Master/Master met Slave(s)/Slave (nnn.n C) Dit is de uitlezing van de temperatuuropnemer van het Zone bedieningspaneel of de wandthermostaat, of van de ruimtetemperatuuropnemer. Wordt afgebeeld in graden Celsius. (nnn.n C) Dit is de uitlezing van de retourlucht temperatuuropnemer. Wordt afgebeeld in graden Celsius. (nnn.n C) Dit is de uitlezing van de gekoeldwater temperatuuropnemer. Afgebeeld in graden Celsius. (nnn.n C) Dit is de uitlezing van de warmwater temperatuuropnemer of omschakeltemperatuuropnemer. Afgebeeld in graden Celsius. Nee (nnn.n C) Deze waarde is geen regelparameter maar alleen bedoeld als informatie. Hij kan worden afgebeeld op het Zone bedieningspaneel, afhankelijk van de Ja status van configuratie parameter 'Zui OAT Symbool'. De waarde kan alleen worden uitgelezen als deze invoer in de regelaar wordt gewijzigd. Afgebeeld in graden Celsius. (nnn.n C) Dit is de retourluchttemperatuur of ruimtetemperatuur volgens de parameter 'Regel Temp Opnemer'. Deze temperatuur kan worden gecorrigeerd d.m.v. de parameter ijken regelopnemer. Dit is de te regelen temperatuur. Afgebeeld in graden Celsius. (nnn.n C) Dit is het Bezet setpoint, inclusief verstelling van de gewenste waarde door de gebruiker in Bezet bedrijf. Het is het Onbezet of Vorstbeveiligingssetpoint in respectievelijk Onbezet bedrijf en Vorstbeveiligingsbedrijf. Afgebeeld in graden Celsius. (nnn.n C) Dit is de Bezet dode zone in Bezet bedrijf of de Onbezet dode zone in Onbezet bedrijf. Afgebeeld in graden Celsius. Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee -3 tot 3 Aantal verstellingsstappen van het setpoint door de Nee gebruiker. (n.n C) Verstellingswaarde door de gebruiker, afgeleid van het resultaat van de 'verstellingspositie' en de waarde van de 'setpointverstellingstrap'. Afgebeeld in graden Celsius. Nee Status primaire verwarming Uitgang verwarming Inschakelduur afgeschermde verwarming Status Extra verwarming Uitgang extra verwarming Status Ventilator Aan/Uit Bepaalt of de uitgang voor de verwarming is geactiveerd (warmwater regelklep of elektrisch verwarmingselement). 0 tot 100% Inschakelduur voor activeren van het afgeschermde elektrisch verwarmingselement. Eén cyclus is gelijk Ja aan 5 minuten. 100% betekent dat de verwarming continu werkt. 50% betekent dat de verwarming iedere 5 minuten 2,5 minuut wordt ingeschakeld. Aan/Uit Bepaalt of de uitgang van de Extra verwarming is geactiveerd (warmwater regelklep of electrisch verwarmingselement). Type ventilator Variabel/Drie toerentallen Ja Ventilatiebedrijf Ventilator met drie toerentallen Variabele ventilatorsnelheid Algemene Unit Status Zc status aanduidingen Alarm status aanduidingen S/S contact status Status raam/condensaat contact Vorstbeveiliging actief Capaciteitsbegrenzing actief Aanduiding Post Handmatig/Auto Ventilatiebedrijf is handmatig wanneer de ventilatorsnelheid door de gebruiker wordt geregeld via het zone bedieningspaneel en niet door de regelaar. Voor een ventilator met variabel toerental geldt dit in bedrijfstype 'Lucht verversen' (Spoelen). Voor de ventilator met drie toerentallen geldt dit wanneer de gebruiker ventilatorsnelheid 1, 2 of 3 selecteert. 0/1/2/3 Ventilatorsnelheid op de ventilator met drie toerentallen. (Stop/Toerental 1 (laagste)/toerental 2/ Toerental 3 (hoogste). 0 tot 100% Een ventilatorsnelheid van 100% op de ventilator met variabel toerental komt overeen met de maximum snelheid van de ventilatormotor. De aan de ventilatormotor toegevoerde spanning is dan gelijk aan de netspanning. (Zie definitie hieronder) (Zie definitie hieronder) Gesloten/Open Status van start/stop contact aangesloten op de regelaar (gesloten/open) Gesloten/Open Status van raamcontact en/of contact condensaat alarmniveau (gesloten/open) Nee/Ja Vorstbeveiligingsfunctie actief ja/nee. Dit bedrijfstype kan worden geactiveerd door deze instelling in de regelaar te forceren. Nee/Ja Activeert de functie capaciteitsbegrenzing. Zo ja, dan zijn de verwarmings uitgangen van elektrische verwarmingselementen geblokkeerd. Zo nee, dan zijn deze uitgangen vrijgegeven. Nee/Ja Deze waarde is geen regelparameter maar dient slechts ter informatie. Hij wordt afgebeeld op het zone bedieningspaneel als een knipperend symbool in de vorm van een enveloppe wanneer Ja is ingesteld. De waarde kan alleen worden uitgelezen als deze invoer in de regelaar wordt gewijzigd. Ja Ja Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja 26

27 OPMERKING: De standaard instelling voor capaciteitsbegrenzing is NEE wanneer de functie capaciteitsbegrenzing niet is geactiveerd, en JA wanneer de functie wel is geactiveerd. Aanduidingen alarmstatus: Deze waarde vertegenwoordigt de afwezigheid of aanwezigheid van een alarm. b0 = b1 = b2 = b3 = b4 = b5 = b6 = b7 = b7 b6 b5 b4 b3 b2 b1 b0 1 wanneer de communicatie tussen Zc en Pm of tussen Zc en Zui is verstoord. 1 wanneer de waarde gemeten door de buitenluchttemperatuuropnemer niet juist is. 1 wanneer een interne fout in de Zc wordt geconstateerd. 1 wanneer de Zc een slave is en de door de master regelaar verzonden regeltemperatuur niet heeft ontvangen. 1 wanneer het waterniveau in de condensaatafvoerbak het alarmniveau heeft bereikt. 1 wanneer de meting van de gekoeldwater uittredetemperatuur niet juist is. 1 wanneer de meting van de warmwater uittredetemperatuur of omschakeltemperatuur niet juist is. 1 wanneer een interne fout wordt geconstateerd in de Pm. Aanduidingen Zc status: b0 = b1 = b2 = b3 = b4 = b5 = b6 = b7 = b7 b6 b5 b4 b3 b2 b1 b0 1 wanneer de status van de koeling uitgang geforceerd is. 1 wanneer de status van de uitgang verwarming geforceerd is. 1 wanneer de status van de uitgang Extra verwarming geforceerd is. 1 wanneer de status van het elektrisch verwarmingselement geforceerd is. 1 wanneer de status van de ventilator uitgang geforceerd is. 1 wanneer het bedrijfstype lucht verversen (spoelen) in werking is. wanneer gelijk aan 0 => omschakelbedrijf = koeling, wanneer gelijk aan 1 => omschakelbedrijf = verwarming. wanneer gelijk aan 0 => ventilatorconvector is tweepijps, wanneer gelijk aan 1 => ventilatorconvector is vierpijps. De volgende onderhoudsvariabelen geven informatie over de status van verlichting en geregelde uitgangen (contactdozen) op de op de regelaar aangesloten schakelmodules: Variabel Onderhoud Schakelmodule Schakelmodule 1 Verlichting Schakelmodule 1 Contactdoos Schakelmodule 2 Verlichting Schakelmodule 2 Contactdoos Schakelmodule 3 Verlichting Schakelmodule 3 Contactdoos Schakelmodule 4 Verlichting Schakelmodule 4 Contactdoos Beschrijving Aan/Uit Status uitgang verlichting op master schakelmodule. Aan/Uit Status contactdoos op master schakelmodule. Aan/Uit Status uitgang verlichting op slave 1 schakelmodule. Aan/Uit Status contactdoos op slave 1 schakelmodule. Aan/Uit Status uitgang verlichting op slave 2 schakelmodule. Aan/Uit Status van contactdoos op slave 2 schakelmodule. Aan/Uit Status uitgang verlichting op slave 3 schakelmodule. Aan/Uit Status contactdoos op slave 3 schakelmodule Starten van een regelaar met zijn standaard parameters Een regelaar kan opnieuw worden geïnitialiseerd met zijn standaard parameters. De procedure is als volgt: 1. Schakel de spanning naar de regelaar af, 2. Zet de beide coderingsschakelaars onder het doorzichtige venster op de regelaar op 0, en zet schakelaar 4 op de dipschakelaar op Aan, 3. Schakel de spanning naar de regelaar aan, 4. Wacht 5 sec tot de LED 1x per seconde knippert, 5. Initialisatie is voltooid, schakel de spanning af, 6. Voer het nieuwe adres in, 7. De regelaar is nu geconfigureerd met zijn standaard parameters en klaar om te herstarten Herstarten van een regelaar na een spanningsonderbreking Na een spanningsonderbreking herstart de regelaar in het bedrijfstype dat in werking was voordat de spanning werd onderbroken. De kloktijd gaat terug naar 0 (nul). Servomotoren of variabelen worden niet overschreven. Ventilatiebedrijf is in de AUTO stand en bedrijfstype Lucht verversen (spoelen) is gedeactiveerd. Er wordt rekening gehouden met het netwerk-adres dat is ingesteld met de twee coderingsschakelaars op de regelaar Bedrijfs LED van regelaar Een regelaar test continu of zijn elektronica goed werkt. Onder het doorzichtige venster op de omhuizing is een rode LED op de print zichtbaar die aangeeft of de elektronische circuits goed werken. Als de LED regelmatig knippert, ongeveer 1x per seconde, dan werkt de module goed. Als de LED snel knippert, of helemaal niet, dan werkt de regelaar niet goed (zie hoofdstuk Storingzoeken). 27

28 3.2.8 Alarmmeldingen De regelaar kan bedrijfsfouten constateren en alarmmeldingen geven over de secundaire bus. Dit gaat als volgt: Alarm Alarm 1 Alarm 2 Alarm 3 Alarm 4 Alarm 5 Alarm 6 Alarm 7 Alarm 8 Alarm 9 Beschrijving Probleem Regelaar in bedrijfstype alleen ventileren in plaats van koel- of verwarmingsbedrijf Regelaar blijft in bedrijfstype drogen Regelaar blijft in vorstbeveiligingsfunctie Communicatie met de schakelmodule of Zone bedieningspaneel verstoord. Dit alarm verdwijnt zodra de communicatie is hersteld. Onjuiste meting van retourlucht- of ruimtetemperatuur. Dit alarm verdwijnt wanneer de temperatuurmeting weer correct is. Bedrijfs LED van regelaar knippert snel Interne fatale fout in de regelaar. Een slave regelaar heeft 10 minuten lang geen regeltemperatuur ontvangen van de master regelaar. Dit alarm verdwijnt wanneer de slave regelaar weer een regeltemperatuur ontvangt. Het waterniveau in de condensaatafvoerbak heeft het alarmniveau bereikt. Dit alarm verdwijnt wanneer het waterniveau weer beneden het alarmniveau ligt. Onjuiste gekoeldwater uittredetemperatuur. Dit alarm verdwijnt wanneer de temperatuurmeting weer correct is. Onjuiste warmwater uittredetemperatuur. Dit alarm verdwijnt wanneer de temperatuurmeting weer correct is. Interne fatale fout in de schakelmodule. Alarm Samenvatting: ALARM 1 + ALARM 2 + ALARM 3 + ALARM 4 + ALARM 5 + ALARM 6 + ALARM 7 + ALARM 8 Als de alarm parameter Activeer Alarm Samenvatting Ja is, wordt alleen dit alarm gemeld. Het alarm verdwijnt nadat alle andere alarmmeldingen zijn opgeheven Storingzoeken In de onderstaande tabel zijn mogelijke storingen opgenomen en hoe ze kunnen worden verholpen: Oplossing 1 - Onjuiste configuratie van de regelaar 2 - Ongeschikte watertemperatuur tweepijps systeem 3 - Omschakeltemperatuuropnemer defect 4 - Retourlucht- of ruimtetemperatuuropnemer defect 5 - Bedieningspaneel niet aangesloten of defect 6 - Regelaar is een slave en heeft geen ruimtetemperatuur ontvangen 1 - Onjuiste configuratie van de regelaar controleer configuratie van de parameter Selectie Drogen 2 - Omschakeltemperatuuropnemer defect 3 - Retourlucht- of ruimtetemperatuuropnemer defect 4 - Bedieningspaneel niet aangesloten of defect 1 - Onjuiste configuratie van de regelaar; controleer instelling maakcontacten of verbreekcontacten raamcontact. 2 - Een component (regelaar of schakelmodule) heeft een open raam geconstateerd (als het raam symbool knippert) of het waterniveau in de condensaatafvoerbak heeft het alarmniveau bereikt 1 - Defecte PROM Probleem Bedrijfs LED van regelaar knippert niet Extra elektrisch verwarmingslement commando werkt niet Zone bedieningspaneel beeldt geen informatie af Regelaar in Uit bedrijfstype in plaats van drogen Afwijkend bedrijfstype regelaar Bedrijfstype van zone bedieningspaneel is Onbezet maar Aan/Uit knop voor omschakelen naar Bezet bedrijf werkt niet Communicatie met regelaar verstoord Oplossing 1 - Voeding naar print niet goed 2 - Zekeringen van print doorgeslagen 1 - Onjuiste configuratie van de regelaar; controleer configuratie van de parameters Extra verwarming 2 - Jumper J8 verbroken 1 - Onjuiste configuratie van de regelaar; controleer configuratie van parameter Lokale bus Apparatuur 2 - Onjuiste Zui bus aansluitingen 3 - Voeding naar bedieningspaneel niet goed 1 - Onjuiste configuratie van de regelaar; controleer configuratie van parameter Selectie Drogen 2 - Onjuiste aansluitingen tussen regelaar en schakelmodule 1 - Voeding naar regelaar werd niet afgeschakeld na configuratie 1 - Communicatie tussen regelaar en schakelmodule verstoord; controleer of een of meer apparaten een eindweerstand over de bus inschakelen. 2 - Controleer aansluitingen 1 - Controleer aansluitingen 2 - Controleer adres van regelaar (standaard bus nummer is 1) 3 - Controleer communicatiesnelheid van regelaar of Carrier Service tool (standaard instelling regelaar communicatiesnelheid is baud) 4 - Controleer, in geval van verstoorde communicatie met Carrier service tool, of de RS232/RS485 converter geschikt is voor baud communicatie. 5 - Schakel, in geval van verstoorde communicatie met Carrier Service tool, een eindweerstand over de bus in en schakel deze na configuratie weer uit BELANGRIJK: Het MAESTRO regelsysteem is een communicatiesysteem dat een groot aantal apparaten kan aansturen. Het verdient daarom aanbeveling om speciale aandacht te besteden aan alle aansluitingen en de loop van de communicatiebussen van het systeem Aansluitingen van de regelaar BELANGRIJK: Er is een methode voor onderhoud en/of afschakelen van elke elektrische voeding die de regelaar inkomt of uitgaat. De methode is afhankelijk van de ventilatorconvector die met de regelaar wordt geleverd. Het wordt beschreven in de selectie en montage handleiding van de ventilatorconvector Elektrische voeding van de regelaar De regelaar moet worden aangesloten op een voeding van 230 VAC (± 10%) 50 Hz. De aanbevolen verbindingskabel voor de regelaar (J7) is: Aarde - Nul - Fase 3 G 1.5 mm 2. De kabel moet voldoen aan de plaatselijk geldende voorschriften (NEN 1010). Zie voor de bedrading het elektrisch schema van de ventilatorconvector. 28

29 Aansluiting veiligheidsaarde (Aarde): De veiligheidsaarde loopt vis de verbindingskabel. Hij moet worden aangesloten op de hiervoor bestemde klem PE op de ventilatorconvector Aansluiting uitgangen regelaar De regelaar is bij aflevering geheel compleet en aangesloten op de regelapparatuur van de ventilatorconvector (kleppen, elektrisch verwarmingselement, ventilatormotor) Aansluiting van de ingangen Contact raam/condensaatafvoerbak Aan/Uit contact. Aansluiting op de ingang van het raam/condensaatafvoerbak contact (J2B) en op de ingang van het Aan/Uit contact gebeurt als volgt: - een 2-pens WAGO busconnector - Ref / een 2-aderige 0,8 mm 2 kabel. De maximum lengte van de verbindingskabel is 30 meter. Beveiligingscontact afgeschermd elektrisch verwarmingselement De aansluiting op J8 (beveiligingscontact afgeschermd elektrisch verwarmingselement) wordt in de fabriek gemaakt. Hij bestaat uit: - een 2-pens MOLEX busconnector - Ref (Order Nummer Nb ) - een 2-aderige 0,8 mm 2 kabel. Temperatuuropnemers Deze opnemers hebben geen speciale connectors nodig (klemaansluitingen) Aansluiten van de communicatiebussen Klemmenblok voor de Zc regelaar 29

30 Secundaire bus De stiftconnector (J9) wordt gebruikt om de regelaar aan te sluiten op slave regelaars, een Floor Manager of een Gebouwbeheersysteem. De secundaire bus (J9) wordt aangesloten m.b.v. een 3-pens WIELAND busconnector - Ref De connector van de secundaire bus bevindt zich uiterst links op het klemmenblok. Het is een drie-pens connector: Pen 1: communicatie - Pen 2: communicatie 0V Pen 3: communicatie + Lokale bus De stiftconnector (J5) wordt gebruikt voor aansluiting van een schakelmodule. De lokale bus (J5) wordt aangesloten met een 5-pens WIELAND busconnector - Ref De lokale bus connector bevindt zich uiterst links op het klemmenblok. Dit is een vijf-pens connector: Pen 1: communicatie - Pen 2: communicatie 0V Pen 3: communicatie + Zijde zoneregelaar Kabelafscherming aansluiten op omkasting van Lokale de ventilatorconvector bus J5 Niet meegeleverd door Carrier Zijde schakelmodule Lokale bus J7 Zui bus De regelaar wordt aangesloten op het zone bedieningspaneel met een stiftconnector (J5). Aansluitschema voor schakelmodule naar Zc regelaar Pen 3: communicatie + Pen 4: +10V (elektrische voeding bedieningspaneel) Pen 5: 0V (elektrische voeding bedieningspaneel) De Zui bus (J5) wordt aangesloten met een 5-pens WIELAND busconnector - Ref Dit is een 5-pens connector waarvan alleen de pennen 1, 3, 4 en 5 worden gebruikt: Pen 1: communicatie - Pen 2: niet in gebruik Als accessoire is een volledig pakket verkrijgbaar met alle connectors die nodig zijn voor montage van de regelaar. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Carrier BV. Connectors leverbaar als accessoire Kabel niet meegeleverd door Carrier Zijde klemmenstrook Zui Zijde zoneregelaar Lokale bus J5 Verklaring: Rouge = Rood Blanc = Wit Bleu = Blauw Jaune = Geel 30 Aansluitschema voor het bedieningspaneel

31 Inschakelen van de regelaar OPMERKINGEN: Het voltage op de uitgangen voor ventilator (J3), warmwater regelklep (J4A) en gekoeldwater regelklep (J4B) is altijd hetzelfde als die van de 1-fase hoofdstroom (ongeacht hun status) wanneer ze geen belasting hebben (bijv. ventilator, klep-servomotor). Om deze uitgangen in- of uit te schakelen wordt een werkende regelaar gebruikt of commando s van het zone bedieningspaneel, schakelmodule, Floor Manager of master regelaar (in geval van een slave regelaar) Technische kenmerken Elektrische kenmerken De Zc regelaar heeft een 230 VAC voeding nodig. Ingangen Elektrische voeding naar de regelaar (J7) 230 VAC (± 10%) - 16 A - 50 Hz Setpointverstelling bij toepassing van de Carrier wandthermostaat (analoge ingang: J1 - T1) 0 tot 100 kohm Watertemperatuuropnemer voor omschakelfunctie (analoge ingang: J1 - T2) - 10 kohm bij 25 C Retourluchtopnemer, individuele ruimtetemperatuuropnemer of ruimtetemperatuuropnemer in de wandthermostaat (analoge ingang: J1 - T3) - 10 kohm bij 25 C Gekoeldwatercircuit intredetemperatuuropnemer voor gebruik in volgorde toepassing (analoge ingang: J1 - T4) - 10 kohm bij 25 C Afstandsregeling Aan/Uit (Digitale ingang: J2A) Raamcontact (digitale ingang: J2B) Maximaalthermostaat elektrisch verwarmingselement (Digitale ingang: J8) OPMERKING: De Maestro regelaar voor watertoepassingen heeft geen ingang voor de maximaalthermostaat van het afgeschermde elektrisch verwarmingselement (J8). Uitgangen Ventilator met variabel toerental (J3) 230 VAC (± 10%) A - 50 Hz Gekoeldwater regelklep (J4B) 230 VAC (± 10%) - 25 ma - 50 Hz Warmwater regelklep (J4A) 230 VAC (± 10%) - 25 ma - 50 Hz PTC elektrisch verwarmingselement (J6) 230 VAC (± 10%) - 16 A - 50 Hz 4 gaten dia. 6 mm Afmetingen van de regelaar 31

32 OPMERKING: De Maestro regelaar voor watertoepassingen heeft geen uitgang voor het elektrisch verwarmingselement (J8) Mechanische kenmerken Beschermingsklasse van regelaar: IP 205 Werkingsomgeving: 0 tot 50 C bij 30 tot 90% relatieve vochtigheid (niet-condenserend) Opslagcondities: -40 tot 85 C bij 30 tot 95% relatieve vochtigheid (condenserend) Beïnvloeding tijdens bedrijf: Pieken van 5G in alle richtingen gedurende 11 ms Bevestigingsmethode regelaar: Bevestigd op ventilatorconvector met 2 schroeven. Op de display kan het volgende worden afgebeeld: Een balkje dat dagbedrijf en de setpointverstelling in verhouding tot de basisinstelling weergeeft; De temperatuur van de geconditioneerde ruimte (in te stellen parameter; standaard instelling is Niet Afgebeeld ); De buitenluchttemperatuur (alleen in combinatie met GBS); Ventilator status: automatisch, 1, 2, 3 of lucht verversen; Raam status (indien aangesloten); Boodschap aanduiding (alleen in combinatie met GBS). 3.3 Het bedieningspaneel (accessoire) Er zijn twee bedieningspanelen beschikbaar voor aansluiting op de regelaar: het zone bedieningspaneel en de wandthermostaat Het zone bedieningspaneel (Zui) Beschrijving Het zone bedieningspaneel vormt de verbinding tussen de op de ventilatorconvector geplaatste regelaar en de gebruiker in de geconditioneerde ruimte. Het zone bedieningspaneel is voorzien van een temperatuuropnemer (10 kohm) waarmee de ruimtetemperatuur in de geconditioneerde ruimte wordt gemeten. Het kan worden aangesloten: rechtstreeks op de Maestro regelaar op de schakelmodule wanneer er verlichting of zonwering moet worden geregeld. Een 4-aderige stekerconnector wordt gebruikt voor communicatie (Zui bus). De elektrische voeding naar het zone bedieningspaneel wordt verzorgd door de regelaar of de schakelmodule. Het zone bedieningspaneel kan worden geplaatst op een bureau of in een op de wand gemonteerde houder (als accessoire verkrijgbaar). De houder wordt op de wand bevestigd met twee schroeven die niet door Carrier worden meegeleverd. Het bedieningspaneel wordt in de houder op zijn plaats gehouden door twee clips en een zelfklevende strip. Kies de plaats voor het bedieningspaneel zorgvuldig. Het is zeer belangrijk dat het bedieningspaneel niet in de tocht of nabij een warmtebron wordt geplaatst (zoals een lamp, computer, raam, direct zonlicht, etc.) omdat deze de meting van de ruimtetemperatuur kan beïnvloeden. Het zone bedieningspaneel Als een schakelmodule in het systeem is opgenomen dan kunnen via het zone bedieningspaneel, naast de aan airconditioning gerelateerde functies, ook de op de schakelmodule beschikbare uitgangen worden geregeld: Keuze gewenst menu (Verlichting/Airconditioning/ Contactdoos/Zonwering); Keuze uitgang verlichting geactiveerd en Aan/Uit commando; Keuze contactdoos geactiveerd en Aan/Uit commando; of Afstandbediening verlichtingsdimmer (niet meegeleverd) op de contactdoos (te definiëren parameter); Keuze zonwering activeren en Omhoog/Omlaag/Hoek commando (zie hoofdstuk Technische kenmerken van de schakelmodule). Als het zone bedieningspaneel direct wordt aangesloten op de regelaar, zijn alleen aan airconditioning gerelateerde functies toegankelijk: Omschakelen tussen Bezet en Onbezet status; Verstelling van het setpoint in de bezet status; Keuze van de ventilatorsnelheid en keuze luchtverversing. 32

33 Afmetingen van het zone bedieningspaneel Master/slave opbouw Slave regelaars en schakelmodules hoeven niet persé aangesloten te worden op een Zone bedieningspaneel. Een Zone bedieningspaneel dat op een master schakelmodule is aangesloten kan worden gebruikt voor: Regelfuncties; Verlichting/contactdoos/zonwering aangesloten op de schakelmodule in kwestie; Individueel: verlichting/contactdoos/zonwering aangesloten op drie slave schakelmodules gedefinieerd als Slave Nr 1, Nr 2 en Nr 3; Collectief: verlichting/contactdoos/zonwering behorende bij de master schakelmodule en zijn slaves. Een Zone bedieningspaneel dat op een slave schakelmodule is aangesloten kan worden gebruikt voor: Regelfuncties; Verlichting/contactdoos/zonwering aangesloten op de slave schakelmodule in kwestie; Verlichting/contactdoos/zonwering behorende bij de totale groep van master en slave schakelmodules. De configuratie parameters voor het zone bedieningspaneel die betrekking hebben op airconditioning en GBS gegevens zijn opgeslagen in de regelaar. De parameters voor de regelfuncties m.b.t. verlichting, contactdoos en zonwering zijn opgeslagen in de schakelmodule. OPMERKING: Een gedetailleerde beschrijving van het zone bedieningspaneel is vermeld op een speciaal gebruikers informatieblad dat met het paneel wordt meegeleverd Aansluitingen van het zone bedieningspaneel Het zone bedieningspaneel wordt geleverd met drie meter 4- aderige getwiste aansluitkabel voorzien van een WAGO connector ref Een 4-aderige getwiste 0,8 mm 2 kabel + afscherming is nodig om het zone bedieningspaneel aan te sluiten op de Zc regelaar of schakelmodule. De maximum lengte van de verbindingskabel is 50 meter. De benodigde connectors voor het maken van de verbinding zijn: Zijde zone bedieningspaneel: WAGO Ref / Zijde Zc regelaar: WIELAND Ref Zijde schakelmodule: niet nodig (vaste connector op schakelmodule). 33

34 Connectors als accessoire te leveren Kabel niet meegeleverd door Carrier Zijde Zui klemmenstrook Zijde zoneregelaar Lokale bus J5 Verklaring Rouge = Rood Blanc = Wit Bleu = Blauw Jaune = Geel Aansluitschema voor zone bedieningspaneel naar regelaar Connectors als accessoire te leveren Kabel niet meegeleverd door Carrier Zijde Zui klemmenblok Zijde schakelmodule Verklaring Rouge = Rood Blanc = Wit Bleu = Blauw Jaune = Geel Aansluitschema voor zone bedieningspaneel naar schakelmodule Technische kenmerken Zui Elektrische kenmerken 10 V DC voeding van regelaar of schakelmodule. Mechanische kenmerken Afmetingen: 135 x 67 x 27 mm Kleur bedieningspaneel en wandhouder: Pantone Blauw 5467 U Beschermingsklasse: IP405 Bedrijfsomgeving: 0 tot 50 C bij 30 tot 90% relatieve vochtigheid (niet-condenserend) Opslagcondities: -40 tot 70 C bij 30 tot 95% relatieve vochtigheid (condenserend) Beïnvloeding tijdens bedrijf: Pieken van 5G in alle richtingen gedurende 11 ms. 34

35 3.3.2 Wandthermostaat Beschrijving De wandthermostaat is de verbinding tussen de op de unit gemonteerde regelaar en de gebruiker in de geconditioneerde ruimte. Een lichtgevende diode (LED) geeft de huidige bezettingsstatus aan: LED verlicht: Bezet LED uit: Onbezet. Hij wordt rechtsreeks aangesloten op de print op de regelaar (Zc). Hij wordt bevestigd op de wand in de geconditioneerde ruimte. Kies de plaats van de thermostaat zorgvuldig. De plaats voor de wandthermostaat moet representatief zijn voor de te meten temperatuur. Het is belangrijk dat tocht en direct zonlicht wordt vermelden. De volgende functies zijn beschikbaar: Omschakelen tussen bezet en onbezet status Verstelling van het setpoint. Wandthermostaat Afmetingen van de wandthermostaat OPMERKING: Een gedetailleerde beschrijving van de wandthermostaat is vermeld op een speciaal gebruikers informatieblad dat met de thermostaat wordt meegeleverd Aansluitingen van de wandthermostaat Een 6-aderige getwiste 0,8 mm 2 kabel + afscherming is nodig voor aansluiting van de wandthermostaat op de Zc regelaar. Maximum lengte van de verbindingskabel: 30 meter. De connectors die nodig zijn voor de verbinding zijn: Zijde wandthermostaat: niet nodig (schroefaansluitingen op thermostaat) Zijde Zc regelaar: WIELAND Ref Technische kenmerken Elektrische kenmerken 10 V DC voeding van regelaar (voor de LED). Mechanische kenmerken Afmetingen: 80 x 80 x 44 mm Kleur: RAL 9010 Beschermingsklasse: IP30 Bedrijfsomgeving: 0 tot 50 C bij 10 tot 90% relatieve vochtigheid (niet-condenserend) Opslagcondities: -10 tot +70 C 35

36 Maestro wandthermostaat Niet meegeleverd door Carrier Wandthermostaat aansluitklemmen Lokale bus J5 Zijde zoneregelaar Analoge ingangen J1 De afscherming van de kabel moet worden aangesloten op de omkasting van de ventilatorconvector Aansluitschema voor wandthermostaat naar regelaar 3.4 De schakelmodule Deze module (optie) wordt gebruikt in toepassingen waarin een Zone bedieningspaneel of GBS wordt gebruikt voor regeling van verlichting en/of de elektrische voeding naar een wandcontactdoos en/of het ophalen/neerlaten/hoek instellen van zonwering. De volgende systeemfuncties worden ondersteund: Uitwisselen van informatie tussen het zone bedieningspaneel en zijn Zc regelaar Doorgeven van de raamcontact status aan de betrokken regelaar (als deze functie is aangesloten). OPMERKING: Op de contactdoos kan extra verlichting of een dimmer worden aangesloten (voor de laatste moet een hulpmodule worden toegevoegd) Niet meegeleverd. Er zijn twee typen schakelmodule: de externe en de interne schakelmodule. De interne schakelmodule kan niet worden gebruikt om de zonwering aan te sturen of de status van een raamcontact door te geven De externe schakelmodule Uitgangen Voor de externe schakelmodule geldt het volgende: Twee uitgangen kunnen de voeding voor de kantoorverlichting regelen. Er zijn twee dubbele uitgangen zodat, indien nodig, verschillende verlichtingsarmaturen kunnen worden aangesloten. De elektrische voeding voor de verlichting komt van de schakelmodule. Externe schakelmodule Een andere uitgang kan de voeding leveren voor een extra verlichtingsornament, met een op afstand geregelde of conventionele dimmer (zie hoofdstuk Elektrische kenmerken). Er is ook een uitgang voor het commando voor zonwering (merk FRANCIAFLEX) met een 24 VDC voeding Ingangen Net als de regelaar kan een externe schakelmodule constateren wanneer er een raam open is. De status van het raamcontact wordt doorgegeven aan de betreffende regelaar die dan het toe te passen bedrijfstype bepaalt. 36

37 De werkingsrichting van het raamcontact kan worden gedefinieerd als parameter: NO: Normaal geopend => - Raam gesloten: contact open - Raam open: contact gesloten NC: Normaal gesloten => - Raam gesloten: contact gesloten - Raam open: contact open Fabrieksinstelling: Normaal geopend Er kunnen meerdere raamcontacten worden aangesloten op dezelfde ingang. Bij toepassing van verbreekcontacten (NC), moeten contacten is serie bedraad worden. Bij toepassing van maakcontacten (NO), moeten de contacten parallel bedraad worden. Master/slave opbouw en raamcontact: Wanneer een schakelmodule een statuswijziging van een van zijn raamcontacten constateert, dan stuurt hij deze informatie naar zijn regelaar. Het bedrijfstype schakelt dan over op de vorstbeveiligingsfunctie. De regelaar blijft in de vorstbeveiligingsfunctie tot alle raamcontacten weer hun oorspronkelijke status hebben. Externe schakelmodule - het klemmenblok 37

38 3.4.2 De interne schakelmodule Uitgangen Voor de interne schakelmodule geldt het volgende: Twee uitgangen kunnen de voeding voor de kantoorverlichting regelen. Er zijn twee dubbele uitgangen zodat, indien nodig, verschillende verlichtingsarmaturen kunnen worden aangesloten. De elektrische voeding voor de verlichting komt van de schakelmodule. Een andere uitgang kan de voeding leveren voor een extra verlichtingsornament, met een op afstand geregelde of conventionele dimmer (zie hoofdstuk Elektrische kenmerken) Ingangen Een interne schakelmodule heeft geen logische of analoge ingangen Communicatiebussen RS485 lokale bus (J7) D.m.v. het Carrier Comfort Network (CCN) communicatieprotocol kan een schakelmodule worden aangesloten op de betreffende regelaar. RS485 Zui bus (J8) D.m.v. het Carrier Opnemer Ingang/ Uitgang (SIO) communicatieprotocol kan een Zone bedieningspaneel worden aangesloten. De lokale bus connector op de schakelmodule heeft drie pennen: Pen 1: signaal - Pen 2: 0 V Pen 3: signaal + De Zui bus connector op het zone bedieningspaneel heeft vier pennen: Pen 1: signaal + Pen 2: 0 V Pen 3: signaal - Pen 4: VEE (positief (+) voedingsklem van het bedieningspaneel) Interne schakelmodule - het klemmenblok 38

39 3.4.4 Toewijzen van parameters aan schakelmodules Service tool voor toewijzen van parameters Er is maar 1 service tool beschikbaar: het Carrier MAESTRO Configuratie Tool. Hiermee kunnen via de lokale bus parameters worden toegewezen aan schakelmodules Configuratie van de systeemparameters Parameter Beschrijving Bus nummer 1 tot 128 Dit moet hetzelfde zijn als het adres van de master regelaar waarop de schakelmodule is aangesloten (coderingsschakelaars). Element nummer 1 tot 99 Bus element nummer (zie hieronder voor uitleg). Baud rate Communicatiesnelheid (kan niet worden. Prioriteit 2 Communicatieprotocol parameter (kan niet worden. Software part nummer Naam Beschrijving Locatie 16 tekens Software versie (kan niet worden. 8 tekens Naam component (optie). 24 tekens Beschrijving component (optie). 24 tekens Fysieke locatie van de component (optie). Standaard instelling CSA-SR-xxxxxx Configuratie van de Element nummer parameter: Wanneer het wordt aangesloten op de master schakelmodule, biedt het zone bedieningspaneel de mogelijkheid voor individuele regeling van vier verlichtingsarmaturen, vier contactdozen en vier zonweringen. De schakelmodules die voor dit doel zullen worden gebruikt moeten, met behulp van de configuratie parameter Element nummer, worden geconfigureerd voor het accepteren van een individueel commando. Waarde van Element Master/Slave Configuratie nummer parameter in schakelmodule De schakelmodule is master 1 De schakelmodule es 1ste slave 2 De schakelmodule is 2de slave 3 De schakelmodule is 3de slave 4 De schakelmodule is een extra slave 5 tot 99 Dit heeft het volgende effect: Wanneer symbool 2 in het keuzevenster wordt gekozen voert de schakelmodule die als 1ste slave is geconfigureerd de commando s Verlichting/Contactdoos/Zonwering uit vanaf het zone bedieningspaneel aangesloten op de master. Wanneer symbool 3 in het keuzevenster wordt gekozen voert de schakelmodule die als 2de slave is geconfigureerd de commando s Verlichting/Contactdoos/Zonwering uit vanaf het zone bedieningspaneel aangesloten op de master. Wanneer symbool 4 in het keuzevenster wordt gekozen voert de schakelmodule die als 3de slave is geconfigureerd de commando s Verlichting/Contactdoos/Zonwering uit vanaf het zone bedieningspaneel aangesloten op de master. OPMERKING: Zone bedieningspanelen aangesloten op slave schakelmodules kunnen niet worden gebruikt voor regeling van de individuele uitgangen van andere schakelmodules Configuratie van de SERVICE parameters Parameter Beschrijving Verlichting 0/1 (Afwezig/Aanwezig) Geeft aan of er wel of geen verlichting is aangesloten op de schakelmodule. Zonwering 0/1 (Toegestaan/Niet toegestaan) omhoog/omlaag Geeft aan of er zonwering is aangesloten op de schakelmodule. Hoek van zonwering Regeling wandcontactdoos Zui LED aan Aangesloten slave 0/1 (Toegestaan/Niet toegestaan) Geeft de mogelijk aan om ook de hoek van de zonwering te regelen. 0/1/2 (Afwezigheid van contactdoos aangesloten op de schakelmodule/aanwezigheid van contactdoos aangesloten op de schakelmodule/aanwezigheid van een contactdoos aangesloten op de schakelmodule en op een op afstand geregelde dimmer) 0/1 (Nee/Ja) Inschakeling achtergrondverlichting van de doorschijnende Aan/Uit toets op het zone bedieningspaneel. 0/1/2/3 Wanneer de schakelmodule de master is, vertegenwoordigt deze parameter het aantal slaves dat het op de module aangesloten zone bedieningspaneel kan regelen. Is de schakelmodule een slave, dan is deze parameter 0. Raamcontact 0/1 (Raamcontact Normaal geopend/raamcontact Normaal 0 gesloten) Raam symbool voor Spoelfunctie 0/1 (Nee/Ja) Zo JA, dan beeldt het zone bedieningspaneel het raamsymbool continu (niet knipperend) af op alle toegankelijke schermen tijdens bedrijfstype Lucht verversen (Spoelen) ONDERHOUDS variabelen Parameter Eindweerstand? Schakelmodule adres Beschrijving 0/1 (Nee/Ja) De variabel Eindweerstand kan alleen worden gelezen. Hij komt van de uitlezing van de dipschakelaar onder het doorzichtige venster op het klemmenblok. Wanneer deze dipschakelaar op Aan staat geeft hij een weerstand van 120 Ohm over de bus. 0 tot 99 De variabel Schakelmodule Adres kan alleen worden gelezen. Deze parameter komt overeen met * het schakelmodule adres ingesteld met de twee coderingsschakelaars onder het doorzichtige venster op het klemmenblok.. Standaard instelling 0 * * Standaard instelling Herstarten van een schakelmodule na spanningsonderbreking Bij herstart van de schakelmodule na spanningsonderbreking zijn de verlichtingsuitgang(en) en contactdozen niet bekrachtigd. De uitgang voor de zonwering wordt bekrachtigd met een 24 VDC voeding. 0 39

40 3.4.6 Storingzoeken In onderstaande tabel zijn mogelijke storingen opgenomen en hoe ze kunnen worden verholpen: Probleem Uitgang verlichting of contactdoos van schakelmodule werkt niet Commando instellen hoek zonwering werkt niet Bedrijfs LED van regelaar knippert snel Bedrijfs LED van regelaar knippert niet Zone bedieningspaneel beeldt geen informatie af Bedrijfstype van Zone bedieningspaneel is Onbezet maar Aan/Uit toets voor omschakelen naar Bezet bedrijf werkt niet Zonwering gaat niet omlaag of stopt halverwege Oplossing BELANGRIJK: Het MAESTRO regelsysteem is een communicatiesysteem dat een groot aantal apparaten kan aansturen. Het verdient daarom aanbeveling om speciale aandacht te besteden aan alle aansluitingen en de loop van de communicatiebussen rondom het systeem Aansluitingen van de schakelmodule 1 - Controleer de zekeringen op de schakelmodule. Is afzekering voldoende voor verlichting of belastingscapaciteit? 1 - Een commando instellen hoek zonwering van het zone bedieningspaneel wordt geblokkeerd wanneer ALL is geselecteerd. 2 - Controleer de configuratie van de schakelmodule. 3 - Controleer alle aansluitingen. 1 - Defecte PROM 1 - Print niet goed aangesloten. 2 - Zekeringen van print doorgeslagen. 1 - Onjuiste configuratie van de regelaar; controleer configuratie van parameter Type apparatuur Lokale bus op de lokale bus. 2 - Zui bus niet goed aangesloten. 3 - Bedieningspaneel niet goed aangesloten. 1 - Geen communicatie tussen regelaar en schakelmodule; controleer of een of meer componenten een eindweerstand over de bus inschakelen. 1 - Onjuiste aansluitingen uitgang zonwering. 2 - Probleem met de zonwering. 3 - Onjuiste aansluitingen master schakelmodule/regelaar. Geen communicatie met regelaar 1 - Controleer aansluitingen. 2 - Controleer schakelmodule adres. 3 - Controleer, in geval van verstorde communicatie met Carrier tool, dat de RS232/RS485 converter geschikt is voor baud communicatie. 4 - Schakel in geval van verstoorde communicatie met Carrier tool de eindweerstand over de bus in en schakel deze na de configuratie weer uit. Zonwering en verlichting werken onregelmatig 1 - Start de regelaar zodat hij de boodschappen van de schakelmodule kan bevestigen. 2 - Controleer aansluiting Zc-Pm Elektrische aansluiting van de schakelmodule Elektrische voeding 230 VAC (±10%) - 50 Hz. De elektrische voeding van de schakelmodule (J1) moet worden aangesloten met behulp van: - 3 clips: STOCKO - Ref. RSB 7960 F 6,3-1/vertind koper - 1 clip-houder: STOCKO - Ref. EH677-1 x 3-aderige kabel Aarde - Nul - fase G 1.5 mm 2 De aansluiting moet voldoen aan de plaatselijk geldende voorschriften (NEN 1010). Zie voor het bedraden het elektrisch schema van de ventilatorconvector. Aansluiting veiligheidsaarde (Aarde): De voedingskabel zorgt dat de veiligheidsaarde voor de apparatuur aangesloten op de verlichtingsuitgang en contactdoos continu in werking is Aansluitingen op ingangsapparatuur Raamcontact De ingang van het raamcontact (J2) moet worden aangesloten m.b.v. 2-aderige 0,8 mm 2 kabel. De kabel moet worden samengebundeld met de kabels van de lokale bus en de Zui bus met behulp van een trekbandje. Voor de verbinding zijn geen extra connectors nodig (klemaansluiting) Aansluitingen op uitgangsapparatuur Uitgangen Verlichting en Contactdoos : Bij iedere aansluiting op verlichtingsuitgangen (J4-J5) en contactdozen (J6) wordt gebruik gemaakt van: - een WAGO stiftconnector voorzien van een trekontlasting - Ref / / kabeldoorvoer voor een 3.7 mm 2 opening - een 3-aderige kabel Aarde - Nul - Fase 1.5 mm 2 Uitgang zonwering Voor de aansluiting op de uitgang van de zonwering wordt het volgende gebruikt: - een WAGO stiftconnector voorzien van een trekontlasting - Ref / een kabeldoorvoer voor een 3.7 mm 2 opening - een 4-aderige getwiste 1.5 mm 2 kabel Lokale bus Voor aansluiting op de lokale bus (J7) wordt een 3-pens WIELAND busconnector gebruikt - Ref De kabel moet worden samengebundeld met de raamcontact en Zui bus kabels met behulp van een trekbandje. Zui bus Voor de verbinding zijn geen extra connectors nodige (klemaansluiting). De kabel moet worden samengebundeld met de raamcontact en lokale bus kabels met behulp van een trekbandje. Als accessoire is een volledig pakket verkrijgbaar met alle connectors die nodig zijn voor montage van een schakelmodule. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Carrier BV. 40

41 Zijde zoneregelaar Kabelafscherming aan te sluiten op omkasting van de ventilatorconvector Lokale bus J5 Niet meegeleverd door Carrier Lokale bus J7 Zijde schakelmodule Aansluitschema voor schakelmodule naar Zc regelaar Kabels als accessoire leverbaar Kabel niet meegeleverd door Carrier Aansluitklemmen Zui Zijde schakelmodule Verklaring Rouge = Rood Blanc = Wit Bleu = Blauw Jaune = Geel Aansluitschema voor Zone bedieningspaneel naar schakelmodule Activeren van een schakelmodule De spanning op de uitgangen voor verlichting en wandcontactdoos aangesloten op de uitgangsapparatuur is nul. Om deze uitgangen te activeren of deactiveren wordt een commando verlichting of contactdoos gebruikt via het zone bedieningspaneel aangesloten op de schakelmodule. De spanning op de uitgangen voor verlichting en contactdoos die niet zijn aangesloten is altijd hetzelfde als die voor de 1-fase hoofdstroom, ongeacht het type ontvangen commando Technische kenmerken Elektrische kenmerken De elektrische voeding van de schakelmodule is 1-fase 230 VAC (±10%) 50 Hz 1 fase. 41

42 Ingangen Elektrische voeding voor de schakelmodule (J1) 230 VAC (±10%) 2,8 A - 50 Hz Raamcontact (digitale ingang: J2) (op externe schakelmodule) Uitgangen Verlichtingsuitgang (J4 - J5) 230 VAC (±10%) 1,3 A - 50 Hz W gloeilamp verdeeld over twee uitgangen. (Goedgekeurde verlichting: REGIANI 6416 nietgecompenseerd. Neem voor andere typen verlichting contact op met Carrier BV). Contactdoos (extra verlichting) (J6) 230 VAC (±10%) A - 50 Hz W gloeilamp. (Goedgekeurde verlichting: REGIANI 6416 niet-gecompenseerd. Neem voor andere typen verlichting contact op met Carrier BV). (Goedgekeurde verlichtingsdimmer of afstandbediening: NIKO Referenties: regelunit C1 Ref Dimmer interface Ref Systeem voor dimbare HF halogeen verlichting 1/10V. Neem voor andere typen dimmers contact op met Carrier BV). Uitgang zonwering (J3) 24 VDC (±10%) ma op externe schakelmodule (Goedgekeurde zonwering: FRANCIAFLEX. Neem voor andere typen zonwering contact op met Carrier BV) Mechanische kenmerken Het wordt aanbevolen om de schakelmodules in de geconditioneerde ruimte te monteren(bijv. onder verhoogde vloer, boven verlaagd plafond, achter voorzetwand), omdat dan kortere kabellengten kunnen worden gebruikt voor verlichting en zonwering. De zones waarin de modules gemonteerd worden moeten natuurlijke ventilatie hebben zodat de door de schakelmodules afgegeven warmte kan worden afgevoerd. Externe en interne schakelmodules hebben dezelfde algemene kenmerken: Beschermingsklasse: IP 205 Beschermingsklasse: IP 235 in testcondities bij verhoogde vloeren Bedrijfsomgeving: 0 tot 50 C bij 30 tot 90% relatieve vochtigheid (niet-condenserend) Opslagcondities: -40 tot 85 C bij 30 tot 95% relatieve vochtigheid (condenserend) Beïnvloeding tijdens bedrijf: Pieken van 5G in alle richtingen gedurende 11 ms 4 gaten dia. 6 mm Afmetingen van klemmenblokken - interne en externe schakelmodules 42

43 3.5 De Floor Manager (Fm) Een Floor Manager bestaat uit een elektronische print voorzien van een display en toetsenbord waarmee een groep regelaars lokaal kan worden geregeld en de status van de aangesloten ventilatorconvectoren kan worden afgebeeld. De Floor Manager wordt aangesloten op de secundaire bus voor regelaars. De belangrijkste functies zijn: Lokale supervisie van de gehele groep regelaars aangesloten op dezelfde secundaire bus: - Afbeelden van informatie - Wijzigen van parameters - Verzenden van commando s - Uitlezen van alarmmeldingen Maken en regelen van groepen regelaars met dezelfde functies. Bijvoorbeeld: - Een groep van alle regelaars die vergaderruimten regelen - In een gebouw met verschillende huurders kan elke groep de regelaars vertegenwoordigen voor een bepaalde huurder 3.6 Voorbeeld configuraties Het doorgeven van automatische commando s aan specifieke groepen (bijv.: starten/stoppen van de airconditioning op vooraf ingestelde tijden). Fungeren als een communicatie gateway tussen de regelaars en een GBS. Alle deze functies zijn lokaal toegankelijk met behulp van het scherm en toetsenbord. Floor manager (Fm) OPMERKING: Een gedetailleerde beschrijving van de Floor Manager (Fm) is vermeld op een speciaal gebruikers informatieblad dat met de Floor Manager wordt meegeleverd Opbouw met regelaar Primaire bus (optie) Fm adres 10 Secundaire bus Master Zc adres = 1 Slave Zc adres = 8 Master Zc adres = 3 Wandthermostaat ZUI ZUI Zone 1 Zone 2 Verklaring Fm Floor Manager Zc Zoneregelaar Pm Schakelmodule Zui Zone bedieningspaneel Zone 1 Zone 1 wordt geconditioneerd door twee ventilatorconvectoren type ICM (Individual Comfort Module). Dit zijn tweepijps systemen met omschakeling + extra PTC elektrisch verwarmingselement. De ventilator heeft variabel toerental. De ICMs zijn voorzien van een contact voor het waterniveau in de condensaatafvoerbak. Zone 1 is een vergaderruimte. Zone 2 Zone 2 wordt geconditioneerd door een tweepijps ventilatorconvector met omschakeling + extra PTC elektrisch verwarmingselement. De ventilator heeft drie toerentallen. Zone 2 is een kantoor. 43

SUI Bedieningspaneel

SUI Bedieningspaneel SUI Bedieningspaneel Montage-instructies NEDERLANDS INHOUD 1 - Voorzorgsmaatregelen... 4 1.1 - Algemeen... 4 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken... 4 1.3 - Algemene aanbevelingen voor de montage...

Nadere informatie

38RA Serie. Bediening en onderhoud

38RA Serie. Bediening en onderhoud 38RA Serie PRO-DIALOG Regeling Bediening en onderhoud INHOUD 1 - VEILIGHEID...3 1.1 - Algemeen...3 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken...3 2 - ALGEMENE BESCHRIJVING...3 2.1 - Algemeen...3 2.2 - Gebruikte

Nadere informatie

Communicerende elektronische regeling voor ventilatorconvectoren

Communicerende elektronische regeling voor ventilatorconvectoren NTC Communicerende elektronische regeling voor ventilatorconvectoren Montage-instructies 1 - VEILIGHEID - HANDELINGEN...NL-4 1.1 - Algemeen...NL-4 1.2 - Voorkomen van elektrische schokken...nl-4 1.3 -

Nadere informatie

AQUASMART Infrared remote control

AQUASMART Infrared remote control LLOYD'S REGISTER QUALITY ASSURANCE AQUASMART Infrared remote control IS O 9 00 1 001 BEDIENING EN ONDERHOUD Afstandbediening IR afstandsbediening Lees deze gebruiksaanwijzing goed door voordat u de apparatuur

Nadere informatie

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS T6590B1000 FANCOIL REGELAAR PRODUCT GEGEVENS KENMERKEN TOEPASSINGEN De T6590B1000 ruimteregelaar is ontworpen om de regelafsluiters, ventilator en extra elektrische in fancoil systemen te regelen. Een

Nadere informatie

TOEPASSINGEN 2- EN 4-PIJPS

TOEPASSINGEN 2- EN 4-PIJPS TOEPASSINGEN 2- EN 4-PIJPS Aquasmart Evolution voldoet aan de marktvraag naar systemen die kunnen worden ingezet in projecten met allerlei specifieke eisen. Wat de gestelde criteria ook zijn economisch,

Nadere informatie

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O 9 00 1

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O 9 00 1 LLOYD'S REGISTER QUALITY ASSURANCE Room Controller NEW I S O 9 00 1 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N BEDIENING Bediening Deze regelaars werken alleen met de volgende typen binnenunits: 42HMC---N

Nadere informatie

montage inbedrijfstelling Comfort Zone II Smart Sensor (zonethermostaat) Hold Out Set Temp Smart Sensor

montage inbedrijfstelling Comfort Zone II Smart Sensor (zonethermostaat) Hold Out Set Temp Smart Sensor montage inbedrijfstelling Comfort Zone II Smart Sensor (zonethermostaat) Smart Sensor Hold Out Set Temp INHOUD Blz. VEILIGHEID 3 INLEIDING 3 MONTAGE 3 * Plaats van de zonethermostaat 3 * Montage van de

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung

gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung gebruikershandleiding / user manual / betriebsanleitung Inhoudsopgave Technische gegevens Technische gegevens...2 Algemene informatie...2 Installatie...3 Navigatie...3 Inbedrijfstelling... 4-5 Hoofdscherm...6

Nadere informatie

Ruimtetemperatuurregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar 3 023 Ruimtetemperatuurregelaar voor vierpijps ventilatorconvectoren RCC30 Uitgangen voor servomotoren Open-/Dicht-afsluiter Uitgangen voor drietoeren ventilator Regeling naar keuze volgens de ruimte-

Nadere informatie

Ruimtetemperatuurregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar 3 051 RDF10 RDF10.2 Ruimtetemperatuurregelaar met LCD voor tweepijps-ventilatorconvectoren voor DX-koelmachines RDF10 Uitgang voor aan/uit ventilator Uitgang voor 1-traps DX-koelmachine (RDF10) Uitgangen

Nadere informatie

Espace bedrade regeling (230 volt)

Espace bedrade regeling (230 volt) Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds

Nadere informatie

Functionele omschrijving Verhulst Basic

Functionele omschrijving Verhulst Basic 1 Functionele omschrijving Verhulst Basic Verhulst klimaattechniek B.V. Albert Einsteinweg 10 5151 DL Drunen Nederland Tel.: 0416-672200 Fax: 0416-340785 www.verhulst.com 2 Inhoudsopgave FUNCTIONELE OMSCHRIJVING

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Versie handleiding: 1.0 P a INLEIDING COMFORT-LUCHTGORDIJN MET CHIPS-REGELING 1.. Inleiding 1.1 Over deze aanvullende handleiding

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

RCW Afstandsbediening

RCW Afstandsbediening RCW Afstandsbediening Gebruikershandleiding - Nederlands MURCW 747 399569 Afstandsbediening. 1. Aan uit toets. 2. Selectie toets (koelen, verwarmen, automatisch koelen/verwarmen, ontvochtigen, ventileren).

Nadere informatie

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Bediening en display 3 Bediening 3 Display 4 Handleiding voor gebruik 4 Gebruiksfuncties 5 Functie COMFORT 5 Functie ECO

Nadere informatie

Regeling. Serie X-AIRCONTROL

Regeling. Serie X-AIRCONTROL .1 X X testregistrierung Regeling Serie Uitbreidingsmodule type BAC-MOD-01 Uitbreidingsmodule type EM-LON - Masterbord - Servomotor Modulair opgebouwde en op de decentrale ventilatie apparaten afgestemde

Nadere informatie

AQUASMART Room Controller

AQUASMART Room Controller LLOYD'S REISTER QUALITY ASSURANE AQUASMART IS O 9 00 1 001 42W 42WH 42Y 42JW - 42EL MONTAE-INSTRUTIES Montage-instructies Deze regelaars werken alleen met de volgende typen ventilatorconvectoren: 42W assette,

Nadere informatie

Verwarmer warmwater Verdyn

Verwarmer warmwater Verdyn 1 Verwarmer warmwater Verdyn OC Verhulst Albert Einsteinweg 10 5151 DL Drunen Nederland Tel.: +31(0)416 672 200 Fax: +31(0)416 340 785 www.oc-verhulst.nl OC Verhulst is een handelsnaam van Verhulst Klimaattechniek

Nadere informatie

Regelsysteem. Algemeen. Regeling. voor ventilatorconvectoren model DECO en PS

Regelsysteem. Algemeen. Regeling. voor ventilatorconvectoren model DECO en PS Regelsysteem voor ventilatorconvectoren model DECO en PS Geïntegreerd lucht- en waterzijdig regelsysteem toegepast in Biddle ventilatorconvectoren. Voorzien van programmeerbare inen uitgangen, beveiligingsfuncties

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

ARA-pro Installatie Dupline bus

ARA-pro Installatie Dupline bus ARA-pro Installatie Dupline bus ARA-pro is een geregistreerd handelsmerk van Adesys bv, Wateringen, NL uitgave 30-03-2012 1. Installatie Dupline bus Dupline is een bus systeem van Carlo Gavazzi. Op deze

Nadere informatie

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves KEYSTONE Inhoud 1 Optionele module 8: AS-Interface module 1 2 Installatie 1 3 Communicatiekenmerken 1 4 Beschrijving van de OM8 AS-Interface module 2 5 AS-Interface protocol 3 6 Communicatie-interface

Nadere informatie

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat VDH doc: 9675 Versie: v. Datum: 7729 Software: 9668 MC885HLCMP File: Do9675.wpd Regelbereik: 5/+7 C per, C * Werking De MC 885 HL CMP is een brander thermostaat

Nadere informatie

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS T6590B1000 FANCOIL REGELAAR PRODUCT GEGEVENS KENMERKEN TOEPASSINGEN De T6590B1000 ruimteregelaar is ontworpen om de regelafsluiters, ventilator en extra elektrische in fancoil systemen te regelen. Moderne,

Nadere informatie

PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS

PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS PRODUCT - SELECTIEGEGEVENS Groot assortiment koudwater units Compact en aantrekkelijk design EC-motor voor energiebesparing Auto-adaptieve regeling Installatiegemak Close Control Unit 50CO Vertaling van

Nadere informatie

Productinformatie. ORION-VS Klimaatcomputer met centrale regelingen (SIRIUS)

Productinformatie. ORION-VS Klimaatcomputer met centrale regelingen (SIRIUS) Productinformatie Hotraco Agri BV Stationsstraat 142 5963 AC Hegelsom Tel +31 (0)77 327 50 20 Fax +31 (0)77 327 50 21 info@hotraco.com www.hotraco.com Klimaatcomputer met centrale regelingen (SIRIUS) Klimaatcomputer

Nadere informatie

42N. Ventilatorconvectoren Idrofan. Nominale koelcapaciteit 1,4-6,6 kw Nominale verwarmingscapaciteit 1,9-9,8 kw

42N. Ventilatorconvectoren Idrofan. Nominale koelcapaciteit 1,4-6,6 kw Nominale verwarmingscapaciteit 1,9-9,8 kw Ventilatorconvectoren Idrofan 42N Nominale koelcapaciteit 1,4-6,6 kw Nominale verwarmingscapaciteit 1,9-9,8 kw Door de combinatie van een doordacht ontwerp en multifunctionaliteit is de 42N serie geschikt

Nadere informatie

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C

Handleiding. 24Vdc -50/+50 C Handleiding ALFA(NET) 51 PI 24Vdc -50/+50 C 1 Werking De ALFA(NET) 51 PI is een DIN-rail thermostaat-unit met een analoge 0-10Vdc PI-uitgang. Verder heeft de thermostaat ook drie relais uitgangen instelbaar

Nadere informatie

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V NL 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING De Master aansluitmodule -RF is speciaal ontworpen voor de bediening van uw vloerverwarmings-/ koelingssysteem. De module

Nadere informatie

Productinformatie. ORION-VA Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS)

Productinformatie. ORION-VA Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS) Productinformatie Hotraco Agri BV Stationsstraat 142 5963 AC Hegelsom Tel +31 (0)77 327 50 20 Fax +31 (0)77 327 50 21 info@hotraco.com www.hotraco.com Klimaatcomputer met centrale regelingen (IRIS) Klimaatcomputer

Nadere informatie

Handleiding. Regelsysteem Luchtgordijn Regeling versie CVR Nederlands. Versie 1.0

Handleiding. Regelsysteem Luchtgordijn Regeling versie CVR Nederlands. Versie 1.0 Handleiding Regelsysteem Luchtgordijn Regeling versie CVR1008-8 Versie 1.0 Q 30-01-2009 Nederlands B Copyright Alle informatie en tekeningen in deze handleiding zijn eigendom van Biddle en mogen zonder

Nadere informatie

AQUASNAP Bedieningspaneel

AQUASNAP Bedieningspaneel LLOYD'S REGISTER QULITY SSURNCE QUSNP edieningspaneel I S O 9 00 1 MONTGE-INSTRUCTIES edieningspaneel Montage-instructies Dit regelsysteem werkt alleen met 30R / 30RH units: Zie voor montage en onderhoudsinstructies

Nadere informatie

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting Carrier neemt deel aan het Eurovent Certificatie Programma. Producten voldoen aan de omschrijving in de Eurovent lijst van gecertificeerde producten.

Nadere informatie

Toelichting op modbus-koppeling van Robur toestellen en frames

Toelichting op modbus-koppeling van Robur toestellen en frames Toelichting op modbus-koppeling van Robur toestellen en frames Dit document beschrijft de achtergrondinformatie en belangrijkste adressen voor de modbus-koppeling van Robur warmtepompen en koelmachines

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Versie handleiding: 2.0 P a INLEIDING COMFORT-LUCHTGORDIJN MET CHIPS-REGELING 1.. Inleiding 1.1 Over deze aanvullende handleiding

Nadere informatie

Ruimtetemperatuurregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar 3 025 Ruimtetemperatuurregelaar voor tweepijps ventilatorconvectoren RCC50.1 Modulerende PI-regeling Uitgang voor DC 0 10 V servomotor Uitgangen voor drietoeren ventilator Automatische omschakeling verwarming

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET

Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET Gebruiksaanwijzing LMS Controller 8x Digitaal-in Module t.b.v. ALFANET Omschrijving : LMS CONTROLLER 8XDIG-IN MODULE Doc.nr.: 11821 Soort: HANDLEIDING Aantal bladen: 1 Versie: V1. Bestand: Software: Do11821

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Heinen en Hopman Airco FC400

Gebruikershandleiding Heinen en Hopman Airco FC400 Gebruikershandleiding Heinen en Hopman Airco FC400 VDH Doc. nr. 930708 Handleiding FC400 Airco-regeling Doc. nr.: 930708 Soort: HAND Aantal Bladen: 21 Datum: 26-09-1994 Bestand: 930708 FC400 v15 NL.wp8

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

s ElEktronischE BUs ruimtethermostaat D9386 BU

s ElEktronischE BUs ruimtethermostaat D9386 BU Elektronische BUS ruimtethermostaat D9386 BUS INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Bediening en uitlezing... 3 Bedieningstoetsen... 3 Display... 4 Handleiding voor gebruik... 4 Gebruiksfunctie COMFORT.... 4 Gebruiksfunctie

Nadere informatie

Installatie handleiding Emergency Battery System.

Installatie handleiding Emergency Battery System. Installatie handleiding Emergency Battery System. 391796 EBS Compact 1000/3 (3 phase) 1 391800.00 Dit is een beknopte installatiehandleiding, voor een complete handleiding zie www.famostar.nl INSTALLATIE

Nadere informatie

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann Doel: De regeling regelt de cv klep, lucht inlaat klep en de ventilator van de mengluchtheater(s) en geeft een recirculatie groep vrij. De mengluchtregeling

Nadere informatie

Handleiding Fermax N-Cityline/Skyline/N-Marine (7440) paslezer Stand-alone.

Handleiding Fermax N-Cityline/Skyline/N-Marine (7440) paslezer Stand-alone. Deze Fermax proximity paslezer kan gebruikt worden als Stand-alone (Class I), als Stand-alone in network (Class II) of als gecentraliseerd (Class III). In deze handleiding wordt alleen de mogelijkheden

Nadere informatie

PTC 2.0-optieprint. PTC/RTC-optieprint. Gebruiksaanwijzing Nederlands. Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y. Voor Emotron FlowDrive-IP2Y

PTC 2.0-optieprint. PTC/RTC-optieprint. Gebruiksaanwijzing Nederlands. Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y. Voor Emotron FlowDrive-IP2Y PTC 2.0-optieprint Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU 2.0-IP2Y PTC/RTC-optieprint Voor Emotron FlowDrive-IP2Y Gebruiksaanwijzing Nederlands PTC 2.0-optieprint Voor frequentieregelaar Emotron VFX/FDU

Nadere informatie

Marmitek MicroModule AWM 2

Marmitek MicroModule AWM 2 Marmitek MicroModule AWM 2 Marmitek X10 zender voor twee adressen met ingebouwde apparaatmodule Toepassingen Door de extreem kleine afmetingen kan de module ingebouwd worden achter inbouwschakelaars en

Nadere informatie

Productinformatie. CYGNUS-V Ventilatiecomputer 1 afdeling

Productinformatie. CYGNUS-V Ventilatiecomputer 1 afdeling Productinformatie Hotraco Agri BV Stationsstraat 142 5963 AC Hegelsom Tel +31 (0)77 327 50 20 Fax +31 (0)77 327 50 21 info@hotraco.com www.hotraco.com computer 1 afdeling computer Productinformatie Algemeen

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

S O L L U U C T H I O T N B S E H D A E N T D

S O L L U U C T H I O T N B S E H D A E N T D Solutions LUCHTBEHANDELINGSOPLOSSINGEN de traitement de l air Cassette 42GW Cassette Idrofan: 10 jaar van succes Sleutels voor dit succes In de afgelopen 10 jaar zijn in Europa ongeveer 600.000 Idrofan

Nadere informatie

Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie

Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Gebruiksaanwijzing Nederlands Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Gebruiksaanwijzing - Nederlands Documentnummer: 01-5920-03 Uitgave: r0 Datum van uitgifte: 01-03-2012

Nadere informatie

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar Handleiding MH1210B regelaar 1 Formaat gat voor behuizing Breedte: Hoogte: 70,5 mm 28,5 mm 2 Aansluitschema Er zijn een aantal uitvoeringen van de MH1210B in omloop. Bovenstaande afbeelding dient als indicatie.

Nadere informatie

KVE Ronde elektrische kanaalverwarmer

KVE Ronde elektrische kanaalverwarmer Ronde elektrische verwarmingsbatterij met aan/uit-regeling, maximum uitblaastemperatuur: 50 C. Een minimale luchtsnelheid van 1,5 m/s door de batterij is vereist. Beschikbaar in diameters 100 tot 500 mm

Nadere informatie

VH Control RF Thermostaat Echo Handleiding & Instructies

VH Control RF Thermostaat Echo Handleiding & Instructies VH Control RF Thermostaat Echo Handleiding & Instructies 1 Inhoud Algemeen... 3 Belangrijkste functionaliteiten... 3 Technische specificaties... 3 Belangrijke veiligheidsinformatie... 4 Afmetingen... 4

Nadere informatie

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving PAC-LBK-KIT Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving 1 Index 1- Veiligheid voorschriften 2-2.1 Specificaties 2.2 Afstandbediening 3-3.1 Aansluitingen klemmen strook 3.2

Nadere informatie

33MC-FS-L (99DA9004) 33MC-VS-L (99DA9002)

33MC-FS-L (99DA9004) 33MC-VS-L (99DA9002) productspecificatie montage Bedrijfs- en storingsmeldingsprint, 33MC-FS-L (99DA9004) 33MC-VS-L (99DA9002) Technische gegevens Standaard schroef- / stekeraansluiting (elektrische voeding + communicatie).

Nadere informatie

Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C

Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C Handleiding ALFA(NET) 71 0/+100 C 1 Werking De ALFA(NET) 71 is een Paneel inbouw thermostaat-unit. Verder heeft de thermostaat ook drie relais uitgangen instelbaar voor functie koelen, verwarmen of alarm.

Nadere informatie

ACA-DX-HP Montage en bedieningshandleiding V12.16

ACA-DX-HP Montage en bedieningshandleiding V12.16 ACA-DX-HP Montage en bedieningshandleiding V12.16 Afmetingen Standaard wordt de ACA-DX-HP geleverd met de aansluitingen voor koudemiddel links bovenop. De doorvoeren voor de elektrische bekabeling bevinden

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

In werking stellen Hoofdstuk 6

In werking stellen Hoofdstuk 6 In werking stellen Hoofdstuk 6 6.1 In- en uitschakelen toestel Het toestel kan op twee manieren worden in- of uitgeschakeld: 1. Softwarematig; er blijft spanning op het toestel staan, bijsoftwarematig

Nadere informatie

Elektronische draadloze ruimtethermostaat

Elektronische draadloze ruimtethermostaat Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Bediening en uitlezing...3 Bedieningstoetsen... 3 Display... 4 Handleiding voor gebruik... 4 Gebruiksfunctie COMFORT....

Nadere informatie

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn:

2. Installeren. De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn: 2.1 Afmetingen De uitwendige afmetingen van de Climate Master BQLS met 4 zones zonder metrische wartels zijn: Lengte 295 mm Breedte 245 mm Diepte 90 mm 6023/A De uitwendige afmetingen van de Climate Master

Nadere informatie

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity 1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity Installatiehandleiding Versie 1.2 - januari 2007 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Technische

Nadere informatie

Toelichting op modbus-koppeling van Robur toestellen en frames

Toelichting op modbus-koppeling van Robur toestellen en frames Toelichting op modbus-koppeling van Robur toestellen en frames Dit document beschrijft de achtergrondinformatie en belangrijkste adressen voor de modbus-koppeling van Robur warmtepompen en koelmachines

Nadere informatie

Ruimtetemperatuurregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar 3 041 RCU10 RCU10.1 Ruimtetemperatuurregelaar voor verwarmings- en koelinstallaties RCU10... Naar keuze 2-punts of modulerende regeling met PI-gedrag AAN/UIT of PDM-besturingsuitgangen voor verwarmen en

Nadere informatie

montage inbedrijfstelling Thermostaat TC-NAC01 Algemeen

montage inbedrijfstelling Thermostaat TC-NAC01 Algemeen X montage inbedrijfstelling Thermostaat TC-NAC01 Algemeen Lees voordat u met de montage begint deze instructies goed door. TRANSPORTSCHADE Controleer de zending direct op transportschade. Meld eventuele

Nadere informatie

Technische documentatie

Technische documentatie Technische documentatie bluesmart-lezer BS TE SR Voor contactloos uitlezen van bluesmart-sleutels, -kaarten en HSH-sleutels. De lezer beschikt over twee relaiscontacten in een externe stuurunit. Identmedia

Nadere informatie

KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15

KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15 INT-KNX-2 KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15 De INT-KNX-2 module integreert de INTEGRA / INTEGRA Plus alarmsystemen met het KNX systeem. Met gebruik van de module kan het alarmsysteem de actoren

Nadere informatie

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING 4-019 99104 CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING Index 1. Eigenschappen 3. Specificaties 3 3. Installatie - aansluiting 3 4. Bedradingen 4 5. Aansluitschema 4 6. Reset 5 7. Geluid en licht indicatie 5

Nadere informatie

Bedieningshandleiding GTC-II

Bedieningshandleiding GTC-II Bedieningshandleiding GTC-II Frico BV van Leeuwenhoekstraat 2 3846 CB Harderwijk Uitgave 020419 Inhoudsopgave 1. Toegang tot het Home menu... 4 2. Handmatig instellen... 4 2.1 Ventilatorstand instellen...

Nadere informatie

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS VH CONTROL THERMOSTAAT METIS HANDLEIDING & INSTRUCTIES 1 INHOUD Algemeen... 3 Belangrijkste functionaliteiten... 3 Belangrijke veiligheidsinformatie... 3 Technische gegevens... 3 Afmetingen... 4 Installatie

Nadere informatie

Nunu Modulentechniek Serie FM2000 Technische documentatie

Nunu Modulentechniek Serie FM2000 Technische documentatie Nunu Modulentechniek Serie FM2000 Technische documentatie t f w nunu bv besturingstechniek cybernetics postbus 5173, 3295 zh s-gravendeel mijlweg 51, 3295 kg s-gravendeel 078 6739311 078 673 4360 www.nunu.nl

Nadere informatie

Optilog-V4 System-91-log-V4

Optilog-V4 System-91-log-V4 Optilog-V4 System-91-log-V4 Installatiehandleiding Opticom Engineering B.V. INSTALLATIE - 2 - oktober 2010 TOEPASSING De Optilog-V4 is een complete communicatie interface voor het fabrikaat onafhankelijk

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA MONTAGEHANDLEIDING 1 1 2 2 60 mm/2.36 inch 87 mm/3.43 inch ±1.5 m ±60 inch >0.2 m >8 inch 3 34 mm/1.34 inch 125 mm/4.92 inch 3 De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen

Nadere informatie

Installatie-instructie

Installatie-instructie Document vertaald uit het Engels -NL 2013-06-25 A003 Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring... 1 2 Waarschuwingen... 2 3 Inleiding product... 3 3.1 Algemeen... 3 3.1.1 Beschrijving van de ruimteregeling...

Nadere informatie

Handleiding ALFANET 70-Clock

Handleiding ALFANET 70-Clock Handleiding ALFANET 70-Clock 1 Werking De ALFANET 70-Clock is een real-time weekklok met een relais uitgang en twee contact ingangen geschikt voor paneel inbouw. Er zijn 7 schakeltijden die via parameters

Nadere informatie

Ruimtetemperatuurregelaar

Ruimtetemperatuurregelaar 3 026 Ruimtetemperatuurregelaar voor tweepijps ventilatorconvectoren RCC60.1 Modulerende regeling met PI-gedrag Uitgang voor 3-punts servomotor voor afsluiter Uitgangen voor drietoeren ventilator Automatische

Nadere informatie

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT De VALIO XP opbouw klokthermostaat is ontwikkeld om elektrische- en conventionele verwarmingsinstallaties te kunnen schakelen aan de hand van de ingestelde temperatuur en tijd. Mogelijkheden en voordelen

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9 02/2010 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

MC 785D-6p in- en opbouw

MC 785D-6p in- en opbouw MC 785D6p in en opbouw Gebruiksaanwijzing Omschrijving : MC 785D6P Thermostaat Doc.nr.: 97076 Soort: HANDLEIDING Aantal bladen: 2 Versie: V.3 Bestand: Do97076 MC785D6P v3 NL.wpd Software: MC785D6P Versie:

Nadere informatie

TYBOX NL Installatie-instructies

TYBOX NL Installatie-instructies TYBOX 5000 Installatie-instructies TECHNISCHE KENMERKEN INHOUDSOPGAVE Contact uitgang A (30V)-Actie type.c (korte spanningsval) Proef met kogel van 5 C Nominale spanning shock: 4000V Voeding via,5v lithiumbatterijen,

Nadere informatie

Emotron I/O-board 2.0 Optie

Emotron I/O-board 2.0 Optie Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar en Emotron TSA softstarter Gebruiksaanwijzing Nederlands Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar

Nadere informatie

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14 INT-ADR ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14 De INT-ADR uitbreiding is voor uitbreiding van het alarmsysteem met tot 48 adresseerbare zones en ondersteund de CA-64 ADR-MOD adresseerbare detector

Nadere informatie

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord Versie 2.0 - februari 2007 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Mogelijkheden De deuropenermodule kan

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de server-control zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik van de airconditioner

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Handleiding: MC5508.20070830 v2.0a. Pagina - 1 -

Inhoudsopgave. Handleiding: MC5508.20070830 v2.0a. Pagina - 1 - Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...1 INLEIDING...2 UITVOERING...2 MC55081...2 MC55082...2 AANSPRAKELIJKHEID EN GARANTIE...2 ALGEMENE WERKING...3 Maximale stuurtijd beveiliging...3 Omschakel beveiliging...3

Nadere informatie

Regelcomponenten voor VAV-regelaars

Regelcomponenten voor VAV-regelaars .3 X X testregistrierung Regelcomponenten voor VAV-regelaars Serie Voor snelle en eenvoudige installatie regelcomponenten voor VAV-regelaars voor eenvoudige bediening direct op de regelaar Eenvoudige bestelling

Nadere informatie

Configuratieoverzicht en storingscodes Carrier splitsystemen met Xpower + regeling (toerengeregelde compressor)

Configuratieoverzicht en storingscodes Carrier splitsystemen met Xpower + regeling (toerengeregelde compressor) Configuratieoverzicht en storingscodes Carrier splitsystemen met Xpower + regeling (toerengeregelde compressor) 1 Inhoud: 3. Overzicht unit typen 4. Configuratie infrarood afstandsbediening 8. Configuratie

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave) Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik

Nadere informatie

Remote Powercontrol for TCP/IP networks

Remote Powercontrol for TCP/IP networks Remote Powercontrol for TCP/IP networks Gebruikershandleiding 1. Opening instructies..... 1.1 Verbinding De IP Power Switch (IPPS) moet verbonden zijn met het lichtnet (230V) en het gewenste ethernet.

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing.

Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing. Gebruiksaanwijzing ALFA-45 Bedien-unit Koel / Ontdooi thermostaat met ventilator sturing. VDH doc. 9 Versie: v1. Datum: 1-4- Software: ALFA 45 Doc: DO9.WP8 Bereik: -5/+5 C, uitlezing per 1 C * Installatie.

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing DSC785 Dry/Store Controller

Gebruiksaanwijzing DSC785 Dry/Store Controller Gebruiksaanwijzing DSC785 Dry/Store Controller VDH doc. 941060 Versie: V1.2 Datum: 01-09-99 (vanaf software versie V1.04) * Werkingsbeschrijving. De DSC785 Dry/Store Controller is een speciale regelaar

Nadere informatie

Ventilatorconvector 42N

Ventilatorconvector 42N Ventilatorconvector 42N DE NIEUWE GENERATIE ELEGANTIE, PRESTATIE, COMFORT MINIMAAL GELUIDSNIVEAU De ventilator van de IDROFAN heeft een hoog prestatievermogen en is leverbaar met een 3- of 5-toerenmotor

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing & Installatiehandleiding. TC - 6 Telecontroller

Gebruiksaanwijzing & Installatiehandleiding. TC - 6 Telecontroller Gebruiksaanwijzing & Installatiehandleiding TC - 6 Telecontroller Algemene informatie TC - 6 Met de TC-6 telecontroller is het mogelijk om op afstand via de telefoonlijn een 6- tal elektrische apparaten

Nadere informatie

SC Standalone 2-deurs toegangscontrolesysteem INHOUD: 1. KENMERKEN. 61 mm. 1

SC Standalone 2-deurs toegangscontrolesysteem INHOUD: 1. KENMERKEN. 61 mm.   1 61 mm SC24000 NL Standalone 2-deurs toegangscontrolesysteem INHOUD: 1. Kenmerken... 1 2. Montage... 2 3. Typische tweedeurs-toepassing... 2 4. Beschrijving van aansluitblok... 3 5. Instellingen van DIP-schakelaars...

Nadere informatie

TA-Slider Smart Digital Control

TA-Slider Smart Digital Control Tijdbesparing bij het inbedrijfstellen Houdt de laatste 10 storingen bij voor snelle foutopsporing 10 x zoveel instelling mogelijkheden als met conventionele motoren Flexibele installatie mogelijkheden

Nadere informatie

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw Cassette ventilatorconvectoren 42GW Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw De Carrier 42GW cassette ventilatorconvector is uitstekend geschikt voor het conditioneren van

Nadere informatie