Regelcomponenten voor VAV-regelaars

Transcriptie

1 .3 X X testregistrierung Regelcomponenten voor VAV-regelaars Serie Voor snelle en eenvoudige installatie regelcomponenten voor VAV-regelaars voor eenvoudige bediening direct op de regelaar Eenvoudige bestelling en plaatsing op de bouw door keuze grootte gelijk aan kanaaldiameter Luchthoeveelheidsinstelling zonder instelapparaat Met controlelampen voor functiecontrole Bewezen techniek van de compactregelaar Geschikt voor constante en variabele luchthoeveelheden en min - max - omschakeling 0/05 NL/nl K5.3

2 Serie bladzijde.3 Aansluiten en inbedrijfnemen.3 6 Kenmerken en definities.5 Het EASY principe Diameter kiezen Luchthoeveelheid instellen Groen licht: klaar! 3 K5.3 0/05 NL/nl

3 beschrijving regelaar LMV-D3A Voorbeeld Toepassing Elektronische luchthoeveelheidsregelaars zijn regeltechnisch complete eenheden voor VAV-regelaars Dynamische drukverschiltransmitter, regelaar en servomotor in een behuizing Verschillende regelmogelijkheden door aansluitmogelijkheden van het ingang stuursignaal Ruimtetemperatuurregelaar, gebouwbeheersysteem, luchtkwaliteitsregelaar etc. sturen met hun uitgangssignaal de variabele luchthoeveelheidsregeling Met schakelaars of relais zijn dwangsturingen mogelijk De werkelijke luchthoeveelheid kan als lineair gelijkspanningssignaal worden uitgelezen Bij normale filtering in luchtbehandelingsinstallaties kunnen deze regelaars in de toevoer zonder extra bescherming tegen stof. Omdat er een deel van de lucht door de transmitter stroomt, moet met het volgende rekening gehouden worden: Bij veel stofontwikkeling in de ruimte moeten filters geplaatst worden in de afvoer Als de lucht pluizen, kleverige of agressieve bestanddelen bevat, kunnen geen regelaars toegepast worden regelaars voor VAV-regelaars Artikelnummer type VAV-regelaar, serie M466ES LMV-D3A-F TVR M466ES LMV-D3A TZ-Silenzio, TA-Silenzio, TVZ, TVA M466ES3 SMV-D3A TVJ, TVT M466DC3 7V-04T TVR M466EU 7V-04T LVC-LowVelocity 0/05 NL/nl K5.3 3

4 Functie Functieomschrijving De meting van de luchthoeveelheid gebeurt door een meting van een drukverschil (werkdruk). De luchthoeveelheidsregelaar heeft daarvoor een drukverschilsensor. De werkdruk wordt door de geïntegreerde drukverschiltransmitter omgezet in een spanningssignaal. De werkelijke luchthoeveelheid is daarvoor als lineair gelijkspanningssignaal aanwezig. Door het instellen op de fabriek komt 0 V DC steeds overeen met de nominale luchthoeveelheid ( Nenn ). Het stuursignaal moet door een externe regelaar (bijv. ruimtetemperatuuregelaar, luchtkwaliteitsregelaar, GBS) of schakelcontacten worden gegeven. De variabele luchthoeveelheidsregeling gebeurt tussen en max x. Het overbruggen van de ruimtetemperatuurregeling door dwangsturing, bijvoorbeeld afsluiten, is mogelijk. De regelaar vergelijkt de gewenste waarde met de werkelijke waarde en stuurt de motor afhankelijk van de afwijking. Luchthoeveelheden min en max worden met potentiometers ingesteld. Luchthoeveelheidsregeling Luchthoeveelheidsregelaar werkt kanaaldrukonafhankelijk Drukschommelingen hebben geen blijvende luchthoeveelheidsafwijking tot gevolg. Een dode zone (hysterese), waarbinnen de klep niet versteld wordt, zorgt voor een stabiele regeling. Luchthoeveelheden kunnen ingesteld worden. Werkingsprincipe regelaar en Compactregelaar Drukverschiltransmitter Servomotor 3 Luchthoeveelheidsregelaar 4 Stuursignaal Karakteristieken Karakteristiek van het stuursignaal Karakteristiek van het signaal werkelijke waarde 0 min unit min max nom 0 min unit min max nom w [Volt] 6 U [Volt] [%] [%] K /05 NL/nl

5 setpoint = w 0 ( max min ) min + actual nom = U 0 Technische gegevens regelaar LMV-D3A-F regelaar LMV-D3A en LMV-D3A-F Voedingsspanning (gelijkspanning) 4 V DC 0/+0 % max. 4 VA max. W 0 50 s 0 0 V DC, R a > 00 kω 0 0 V DC, max. 0,5 ma EMV volgens 004/08/EG regelaar SMV-D3A regelaar SMV-D3A Voedingsspanning (gelijkspanning) 4 V DC 0/+0 % max. 5,5 VA max. 3 W 0 50 s 0 0 V DC, R a > 00 kω 0 0 V DC, max. 0,5 ma EMV volgens 004/08/EG regelaar 7V-04T regelaar 7V-04T Voedingsspanning (gelijkspanning) 4 V DC ± 0 % max. 4 VA max.,5 W 00 s 0 0 V DC, R a > 00 kω 0 0 V DC, max. 0,5 ma EMV volgens 004/08/EG regelaar 7V-04T regelaar 7V-04T Voedingsspanning (gelijkspanning) 4 V DC ± 0 % max. 4 VA max.,5 W 00 s 0 0 V DC, R a > 00 kω 0 0 V DC, max. 0,5 ma EMV volgens 004/08/EG 0/05 NL/nl K5.3 5

6 Aansluiten en inbedrijfnemen Elektrische bedrading Aansluitklemmen Stuursignaal 0 0 ma 500 Ω 0,5 0.5 W 3 4 ~ ~ w U 3 4, : Massa ~, +: Voedingsspanning 4 V 3 w: Stuursignaal 0 0 V DC 4 U: Uitgangssignaal 0 0 V DC Stuursignaal 0 0 ma Variabel volume regeling Constante luchthoeveelheidsregeling 4 V Room temperature controller ~ y 4 V 3 4 ~ ~ w U 3 4 Aansluiten van voedingsspanning en van de ruimtetemperatuuregelaar zoals weergegeven. Na aansluiten voedingsspanning 4 V regelt de regelaar de ingestelde min -waarde als constante luchthoeveelheid. Omschakeling min / max Dwangsturing OPEN/DICHT 4 V 4 V AC S S S Diode N 4007 Met schakelaar S kan omgeschakeld worden tussen de beide constante luchthoeveelheden min en max. Met externe schakelaars (potentiaalvrije contacten) kan de hiernaast weergegeven dwangsturingen OPEN en DICHT gemaakt worden (alleen met wisselspanning). Schakelar S gesloten: regelklep DICHT Schakelaar S3 gesloten: regelklep OPEN Alle dwangsturingen kunnen onderling en met verschillende schakelingen gecombineerd worden. K /05 NL/nl

7 Aansluiten en inbedrijfnemen Inbedrijfname Luchthoeveelheidsschaal TVR- TVR- D 00 % m³/h l/s Op elke VAV-regelaar met -regelaar bevindt zich een luchthoeveelheidsschaal met instelwaarden (bijvoorbeeld TVR-, grootte 00) Variabel volume regeling Constante luchthoeveelheidsregeling De gewenste luchthoeveelheden dienen op het werk ingesteld te worden. Wordt min hoger als max ingesteld, dan wordt min als constante luchthoeveelheid geregeld, ook als er een stuursignaal is. Aansturing door het GBS De constante luchthoeveelheid wordt met de min - potentiometer ingesteld. De stand van de max - potentiometer speelt daarbij geen rol. Fabrieksinstelling Als de luchthoeveelheid door het gebouwbeheersysteem aangestuurd moet worden, dient de min -potentiometer op 0 % en de max -potentiometer op 00 % ingesteld te worden. Als het stuursignaal onder 0,5 V DC daalt dan sluit de regelklep. Bij levering van de VAV-regelaar is min = 40 % en max = 80 % ingesteld. 0/05 NL/nl K5.3 7