REGLEMENT CLUBRECORDS TEMPO ATLETIEK VERENIGING

Transcriptie

1 REGLEMENT CLUBRECORDS TEMPO ATLETIEK VERENIGING Versie september Inleiding Sinds medio jaren tachtig zijn er geen clubrecords bij Tempo bijgehouden. Vanaf 2016 willen we daar graag weer een begin mee maken. We willen daarbij ook de traditie herstellen van de Bestenlijst. Deze bestaat uit de 10 beste prestaties in een categorie voor een specifiek onderdeel. Uiteraard is er maar één clubrecord per categorie en per onderdeel en dat is de nummer één van deze Bestenlijst. Iedereen die een betere prestatie weet te vinden die niet op de actuele Bestenlijst staat kan een aanvraag voor een plaatsing indienen. Zie hiervoor Hoofdstuk 5. Dit reglement wil niet een juridisch doorvlochten document worden, maar een document dat eenvoudig te lezen en te begrijpen is. De Clubrecords worden goedgekeurd, bijgehouden en geregistreerd door de Commissie Clubrecords ( CC ). Communicatie met deze CC loopt via een naar clubrecords@avtempo.nl. 2. Algemeen Definities Waar hieronder Tempo staat wordt bedoeld Tempo Atletiek Vereniging alsook de oude naam A.V. Tempo. Waar hieronder AU, Atletiek Unie staat, kan ook KNAU (Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie) gelezen worden. Waar clubrecords staat wordt bedoeld clubrecords van Tempo. Waar atleten staat wordt ook bedoeld de leden van de loopgroepen. Waar wedstrijden staat wordt ook indoorwedstrijden bedoeld. Indien er geen CC (meer) bestaat zal de Technische Commissie van Tempo de functie hiervan overnemen. 1

2 3. Regels Om voor erkenning van een clubrecord in aanmerking te komen zijn de onderstaande regels van toepassing en moet aan alle regels zijn voldaan. 3.1 Clubrecords kunnen alleen worden erkend indien bij de totstandkoming ervan niet in strijd gehandeld wordt met de statuten van Tempo Atletiek Vereniging te Bussum, opgericht 7 september 1936, zoals gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer Clubrecords kunnen alleen worden erkend aan de hand van prestaties, geleverd door een atleet die tijdens de geleverde prestatie lid is van Tempo. Deze atleet moet op dat moment in bezit zijn van een geldige wedstrijdlicentie van de AU. Deze atleet mag op moment van de geleverde prestatie geen wedstrijdlicentie hebben bij een andere vereniging. Een uitzondering wordt gemaakt voor de Tempo Clubkampioenschappen: hiervoor is geen wedstrijdlicentie nodig. 3.3 Clubrecords kunnen alleen worden erkend indien bij de totstandkoming ervan niet in strijd gehandeld is met het Wedstrijdreglement van de AU, welke geldig is op het moment van de geleverde prestatie. 3.4 Clubrecords kunnen alleen worden erkend aan de hand van prestaties, geleverd bij wedstrijden die zijn goedgekeurd door de AU, die zijn georganiseerd onder auspiciën van de AU of die zijn georganiseerd door een andere bij de International Association of Athletics Federations (I.A.A.F.) aangesloten organisatie. Uitzondering daarop zijn de jaarlijkse Tempo Clubkampioenschappen. Opm.: Prestaties geleverd bij clubkampioenschappen van andere verenigingen, interne trainingswedstrijdjes, fun wedstrijden, prestatielopen zoals bv de Wallenloop, loopjes van voetbalverenigingen en dergelijke komen niet in aanmerking voor een clubrecord. 3.5 Clubrecords worden alleen bijgehouden in atletiekonderdelen van desbetreffende leeftijdscategorie zoals opgenomen in het Wedstrijdreglement van de AU. Daarnaast zijn er clubrecords mogelijk op onderdelen die door de CC zijn erkend. 3.6 Clubrecords kunnen alleen worden gevestigd in de desbetreffende leeftijdscategorie waartoe de atleet behoort. Echter, Junioratleten die in een wedstrijd uitkomen in een oudere leeftijdscategorie (tot en met de Senioren; voor junior D atleten geldt tot en met junior C) kunnen een clubrecord behalen in de categorie waarop wordt uitgekomen. Zij moeten het record wel vestigen volgens het Wedstrijdreglement van de AU van de categorie waarop ze uitkomen. Hetzelfde geldt voor Masters die in een wedstrijd uitkomen in een jongere leeftijdscategorie (tot en met de Senioren). 2

3 Opm.: Deze atleten moeten dus bijvoorbeeld werpen met het materiaalgewicht van de leeftijdscategorie van de wedstrijd waaraan zij deelnemen. Deze atleten mogen tijdens de wedstrijd niet ook in de eigen categorie uitkomen (ook niet op een ander nummer). 3.7 Clubrecords kunnen alleen voor erkenning in aanmerking komen indien de prestatie opgenomen is in de officiële uitslag van de wedstrijd die voldoet aan de eerder genoemde eisen van de AU. 3.8 Clubrecords kunnen voor erkenning in aanmerking komen indien de prestatie in een gemixte race tot stand is gekomen. De atleet mag dan de prestatie alleen in zijn eigen leeftijdscategorie behalen. Opm.: van een gemixte race is sprake als diverse categorieën tegelijkertijd uitkomen op het wedstrijd onderdeel (bijvoorbeeld mannen-vrouwen, A Junioren-Senioren). 3.9 Hand-geklokte tijden worden naar boven afgerond op 1 decimaal (tienden van een seconde). Elektronisch geklokte tijden worden gegeven in 2 decimalen. Zowel hand-geklokte prestaties als elektronisch geklokte prestaties kunnen worden erkend als clubrecord. Echter, bij sprintnummers worden volgens internationale atletieknormen de hand-geklokte tijden gecorrigeerd om tot een vergelijk met elektronisch geklokte tijden te kunnen komen: Op alle loopnummers tot de 400 meter wordt bij de hand-geklokte tijd een correctie van 0.24 seconden opgeteld. Voor de 400 meter geldt een correctie van 0.14 seconden. Voor afstanden boven de 400 meter geldt geen correctie. Voor indoor prestaties dient men 200 meter (de lengte van een indoor baan) te lezen in plaats van 400 meter. De geklokte tijd blijft bestaan als de echte tijd; de gecorrigeerde tijd wordt slechts gebruikt om de volgorde op de bestenlijst te bepalen. Indien er getwijfeld wordt aan de correctheid van een (hand-geklokte) tijd mag de CC besluiten een clubrecord niet toe te kennen Indien een clubrecord wordt behaald wanneer een windsnelheidsmeter wordt gebruikt, mag de rugwind niet meer dan 2 meter per seconde bedragen. Indien er geen windsnelheidsmeter wordt gebruikt mag de CC besluiten het clubrecord niet toe te kennen als er aantoonbare grote rugwind tijdens de recordpoging is geconstateerd Clubrecords die zijn behaald op een hoogte van meer dan 1000 meter komen niet voor erkenning in aanmerking Clubrecords op wegwedstrijden kunnen alleen voor erkenning in aanmerking komen indien een eventueel voordelig hoogteverschil tussen start en finish niet meer dan 3/1000 (0,3%) van de gelopen afstand bedraagt afgerond op gehele meters Bij wegwedstrijden komen alleen netto tijden in aanmerking voor een clubrecord De CC houdt zich het recht voor clubrecords ongeldig te verklaren of niet te erkennen op het moment dat een atleet op het gebruik van verboden stimulerende middelen wordt 3

4 betrapt en/of door de Atletiekunie of een andere daartoe gerechtigde instantie voor een bepaalde periode uitgesloten wordt van deelname aan atletiekwedstrijden. 4. Overige bepalingen 4.1 Clubrecord categorieën en onderdelen Clubrecords indoor en outdoor kunnen in alle leeftijdscategorieën worden behaald die door de AU zijn onderscheiden, zoals hieronder vermeld. De verschillende leeftijdscategorieën zijn: Meisjes Pupillen C, B en A Jongens Pupillen C, B en A Meisjes Junioren D, C, B en A Jongens Junioren D, C, B en A Vrouwen Senioren Mannen Senioren Vrouwen Masters V35, V40, V45, V50, V55, V60 etc Mannen Masters M35, M40, M45, M50, M55, M60 etc G-atletiek: De bovenstaande leeftijdscategorieën gelden ook voor VB en VG atleten. Tempo kent geen aparte clubrecords voor mini Pupillen, D Pupillen, Neo-Senioren, VB en VG atleten. Clubrecords op de weg kunnen alleen behaald worden in de leeftijdscategorieën Junioren B en ouder. Dit analoog aan het Wedstrijdreglement. Tot Masters worden ook de vroegere Veteranen gerekend, met bijbehorende categorieën V35, V40, V45 en M40, M45, De categorie M35 is pas op ingevoerd. Mannen Senioren prestaties van voor kunnen door de CC tot M35 worden gerekend als duidelijk is dat de atleet de overeenkomstige leeftijd had ten tijde van de prestatie. Bij twijfel wordt de prestatie tot Mannen Senioren gerekend. In 1947 en in 1967 zijn de groepsindelingen bij de meisjes en jongens allen met 1 jaar verhoogd. In 1988 is de groepindeling van de meisjes gelijk getrokken aan die van de jongens. Hiervoor zijn geen correcties gemaakt in de clubrecords. Indien het gewicht of de vorm van materiaal in een categorie is aangepast of als (bijvoorbeeld in geval van meerkampen) de puntentelling is aangepast wordt er gestart met een nieuw clubrecord (bijvoorbeeld Speerwerpen Mannen Senioren en JJA vanaf , Speerwerpen Vrouwen Senioren en MJA vanaf ). Dit is niet van toepassing als het materiaal lichter is geworden. 4

5 De CC kan besluiten om ook clubrecords op niet courante onderdelen bij te houden. De CC kan ook besluiten om clubrecords op onderdelen die niet meer bestaan of onderdelen waarbij het reglement is veranderd (maten, gewichten of puntentelling) bij te houden. Er wordt geen Bestenlijst bijgehouden voor records op indoorwedstrijden. 4.2 Estafette records Een estafette clubrecord voor Pupillen wordt erkend in de leeftijdscategorie waar de oudste Pupil van het estafette team aan toebehoort. Ook moet de uitslag in die categorie worden opgesteld. Een estafette clubrecord voor Junioren wordt erkend in de leeftijdscategorie waar de oudste Junior van het estafette team aan toebehoort. Ook moet de uitslag in die categorie worden opgesteld. Een estafette clubrecord voor Senioren wordt erkend in die specifieke leeftijdscategorie indien er minimaal twee Senioren van de juiste leeftijdsgroep aan deelnemen, aangevuld met Masters. Een estafette clubrecord voor Masters wordt erkend in de leeftijdscategorie waar de jongste Master aan toebehoort. Ook moet de uitslag in die categorie worden opgesteld. Hierbij dienen alle leden van het team Master te zijn. 5. Recordaanvraag en erkenning Voor prestaties behaald voor 1 september 2016 geldt: Behaalde prestaties die niet op de actuele Bestenlijst voorkomen, komen in aanmerking opgenomen te worden als: a) op moment van de prestatie voldaan werd aan de overige bepalingen van dit reglement en b) er een diploma met uitslag aangetoond kan worden of c) er een officiële wedstrijduitslag kan worden overlegd (op papier of op een internet site) of d) de uitslag staat in een krantenbericht. Mondeling overgeleverde prestaties (zelfs voorzien van getuigen) komen niet in aanmerking voor een clubrecord. Voor prestaties behaald vanaf 1 september 2016 geldt: De aanvraag voor een clubrecord of opname in de bestenlijst dient binnen 3 maanden te geschieden door de betrokken atleet zelf door middel van het sturen van een verzoek per naar clubrecords@avtempo.nl met een internet link naar de officiële uitslag. 5

6 Een atleet is altijd zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van recordverbeteringen. Als op enigerlei wijze getwijfeld wordt of een record erkend moet worden, dan kan om uitgebreider bewijsmateriaal worden gevraagd (bijvoorbeeld Jurylijsten). Tempo zal iedere keer als er een nieuw record gevestigd wordt de lijst van records op de website aanpassen. Ook ontvangt de desbetreffende atleet een diploma als erkenning voor het verbeteren van een clubrecord. Atleten die op 1 september 2016 lid zijn van Tempo en een clubrecord hebben van voor 1 september 2016 krijgen eveneens een diploma. Voor incourante onderdelen zal geen diploma worden uitgereikt. Een Clubrecord verbetering of evenaring wordt na een positieve toetsing van de aanvraag of de eigen bevindingen van de CC aan de desbetreffende atleet toegekend. Bij een negatieve toetsing wordt de afwijzing schriftelijk toegelicht. Prestaties geleverd in het buitenland worden uitsluitend geaccepteerd voor zover de uitvoering niet afwijkt van alle bovengenoemde regelgeving. Een clubrecord moet een verbetering zijn van of gelijk zijn aan het bestaande record op het desbetreffende onderdeel van een andere atleet. Als een bestaand record wordt geëvenaard, dan zal het dezelfde status hebben als het oorspronkelijke record. Als er tijdens één wedstrijd (bij één bepaald onderdeel) meerdere clubrecords achter elkaar gebroken worden dan komt alleen de beste verbetering in aanmerking voor een diploma. Bij wijziging van het reglement mag een clubrecord niet met terugwerkende kracht van voor de wijziging alsnog worden erkend, tenzij de CC anders beslist. Alleen de atleet zelf kan tegen een afwijzing van de CC in beroep gaan. De atleet dient dat te doen bij het Bestuur van Tempo binnen 1 maand na de van de CC met de afwijzing. 6. Slotbepaling In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de CC over eventuele erkenning van een clubrecord of de afwijzing van een aanvraag voor een clubrecord. Opgesteld: september 2016 Commissie Clubrecords Tempo A.V. 6