De onderstaande regels gelden zowel voor de regionale kwalificatiewedstrijden als voor de nationale finale.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "De onderstaande regels gelden zowel voor de regionale kwalificatiewedstrijden als voor de nationale finale."

Anna van de Veen
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 REGLEMENT ATLETIEK De onderstaande regels gelden zowel voor de regionale kwalificatiewedstrijden als voor de nationale finale. TEAMS Per regionale kwalificatiewedstrijd nemen 6 teams per middelbaar jaar deel. Elk team bestaat uit 3 jongens en 3 meisjes + maximaal 2 reserves. Elke deelnemer (incl. reserves) dient zich de dag zelf aan te melden bij de organisatie en dient zijn/haar identiteitsbewijs bij zich te hebben. Maximaal 2 van de 8 atleten mogen aangesloten zijn bij een atletiekclub. Dit wordt op voorhand door de atletiekfederatie nagekeken. Leeftijdsbepalingen: een leerling mag nooit in een ander jaar uitkomen dan waarin hij/zij zit. De leerling mag maximaal 1 keer zijn blijven zitten om te mogen uitkomen voor zijn/haar middelbaar jaar. o Eerste middelbaar: geboren in 2002, 2003 of later o Tweede middelbaar: geboren in 2001, 2002 of later DRIEKAMP*: Elke deelnemer moet sowieso deelnemen aan het kogelstoten en het verspringen. Elke deelnemer moet sowieso ook deelnemen aan één van de twee sprintnummers: 100 meter of 4x100 meter o 1 jongen en 1 meisje lopen 100 meter o 2 jongens en 2 meisjes lopen de 4x100 meter Elk teamlid doet dus een driekamp: kogelstoten, verspringen en een sprintnummer Jongens en meisjes stoten, springen en lopen in aparte reeksen (enkel 4x100 is gemengd). Spikes zijn in alle disciplines verboden! Aantal atleten per discipline: Kogelstoten jongens: 18 atleten Kogelstoten meisjes: 18 atleten Verspringen jongens: 18 atleten Verspringen meisjes: 18 atleten 100 meter jongens: 6 atleten 100 meter meisjes: 6 atleten 4x100 meter: 24 atleten, of 6 teams van 2 jongens en 2 meisjes *Deze puntentelling geldt enkel indien de maximale capaciteit van 6 ploegen per regionale kwalificatiewedstrijd bereikt is. 1/5

reserves) dient zich de dag zelf aan te melden bij de organisatie en dient zijn/haar identiteitsbewijs bij zich te hebben. Maximaal 2 van de 8 atleten mogen aangesloten zijn bij een atletiekclub.

2 100M SPRINT: De wedstrijd wordt gelopen vanuit startblokken met een officiële starter. Startprocedure: o De atleet staat achter de startblok klaar en wacht op de startbevelen*. o Op uw plaatsen : de atleet zet zich in de startblok met één knie op de grond en met de vingers achter de startlijn. o Klaar : bekken komt omhoog en knie van de grond. o Startschot!. Slechts één valse start wordt toegelaten over het hele deelnemersveld. Bij een volgende valse start wordt de betreffende atleet uitgesloten, ongeacht hij/zij de eerste valse start heeft veroorzaakt. Tijdens de wedstrijd blijven alle atleten verplicht in hun baan lopen. VERSPRINGEN: De atleet krijgt maximaal 30 meter aanloop. De atleet springt met één voet op of voor de afstootplank, de voet mag niet op of voorbij de plasticine geplaatst worden. Er wordt in rechte lijn gemeten vanaf de overgang afstootplank-plasticine tot de dichtstbijzijnde afdruk in het zand. Elke atleet krijgt 2 pogingen. KOGELSTOTEN: De atleet werpt vanuit de cirkel, hij/zij mag dit met of zonder aanloop doen. De meisjes werpen met 2 kg, de jongens met 3 kg. De kogel blijft in de nek tot de afworp. Indien de atleet uit de cirkel gaat of de bovenkant van het stootblok raakt, is de worp ongeldig. De atleet verlaat steeds de cirkel via de achterste helft. Indien dit niet gebeurd, is dit een nulworp. Er wordt gemeten vanaf de binnenzijde van het stootblok tot aan het merkteken van de kogel dat zich het dichtst bij het stootblok bevindt. Elke atleet krijgt 2 pogingen. *Regionale kwalificatiewedstijd van Brussel en Vlaams-Brabant + nationale finale: termen in het Engels ( ready, set, startschot) 2/5

. Slechts één valse start wordt toegelaten over het hele deelnemersveld. Bij een volgende valse start wordt de betreffende atleet uitgesloten, ongeacht hij/zij de eerste valse start heeft veroorzaakt.

3 4X100M AFLOSSING: Een team bestaat verplicht uit 2 jongens en 2 meisjes, die de 100 meter individueel niet hebben gelopen. De volgorde van lopen mag elk team zelf bepalen. De startprocedure verloopt op dezelfde wijze als de 100 meter. Tijdens de wedstrijd blijven alle atleten verplicht in hun baan lopen. De aflossing moet gebeuren in een aflossingszone van 20 meter, er wordt geen inloopzone voorzien. Indien de stok buiten de zone wordt doorgegeven, is de ploeg gediskwalificeerd. De plaats van de aflossingsstok is bepalend voor de plaats van de aflossing. Indien de aflossingsstok zou vallen, kan deze opgeraapt worden door de atleet die de stok moest doorgeven. Hij/zij mag hiervoor zijn baan verlaten, indien hij/zij hierbij geen andere lopers hindert. PUNTENVERDELING*: VERSPRINGEN Elke atleet krijgt twee pogingen. De punten worden toegekend op basis van de beste sprong. Enkel de prestaties van de 2 beste atleten per team worden weerhouden. De punten worden dus toegekend aan 12 atleten. De atleet met de beste sprong krijgt 12 punten, de tweede beste sprong krijgt 11 punten, In totaal worden 78 punten uitgedeeld, cfr. tabel hieronder. Indien een ex-aequo, krijgen de atleten het gemiddelde van de overeenkomende punten. Voorbeeld: twee atleten hebben even ver gesprongen en eindigen op plaats 6 en 7 in het klassement. Beide atleten krijgen 6,5 punten, namelijk het gemiddelde van 6 en 7. Indien een atleet twee ongeldige sprongen achter zijn/haar naam heeft staan, krijgt hij/zij sowieso geen punten toegekend. KOGELSTOTEN Elke atleet krijgt twee pogingen. De punten worden toegekend op basis van de beste worp. Enkel de prestaties van de 2 beste atleten per team worden weerhouden. De punten worden dus toegekend aan 12 atleten. De atleet met de beste worp krijgt 12 punten, de tweede beste worp krijgt 11 punten, In totaal worden 78 punten uitgedeeld, cfr. tabel hieronder. Indien een ex-aequo, krijgen de atleten het gemiddelde van de overeenkomende punten. Voorbeeld: twee atleten hebben even ver geworpen en eindigen op plaats 6 en 7 in het klassement. Beide atleten krijgen 6,5 punten, namelijk het gemiddelde van 6 en 7. Indien een atleet twee ongeldige worpen achter zijn/haar naam heeft staan, krijgt hij/zij sowieso geen punten toegekend. *Deze puntentelling geldt enkel indien de maximale capaciteit van 6 ploegen per regionale kwalificatiewedstrijd bereikt is. 3/5

De aflossing moet gebeuren in een aflossingszone van 20 meter, er wordt geen inloopzone voorzien. Indien de stok buiten de zone wordt doorgegeven, is de ploeg gediskwalificeerd.

4 100 METER Elke atleet krijgt 1 poging. De punten worden toegekend volgens de volgorde waarin de atleten over de eindmeet lopen. Elke atleet, die een geldige wedstrijd heeft gelopen, krijgt punten toekend: de eerste krijgt 15 punten, de tweede krijgt 12 punten, De laatste atleet krijgt 2 punten. Indien een atleet wordt gediskwalificeerd (valse start, baan verlaten, ), krijgt hij/zij geen punten. 4X100 METER Elk team krijgt 1 poging. De punten worden toegekend volgens de volgorde waarin de laatste atleet over de eindmeet loopt. Elk team, dat een geldige wedstrijd heeft gelopen, krijgt punten toegekend: de eerste krijgt 15 punten, de tweede krijgt 12 punten, Het laatste team krijgt 2 punten. Indien een team wordt gediskwalificeerd (valse start, baan verlaten, ), krijgt hij/zij geen punten. PUNTENTABEL Per discipline kunnen 156 punten verdiend worden. Springnummer Werpnummer Sprint Verspringen Kogelstoten 100 meter 4 x 100 meter Jongens 78 punten 78 punten 52 punten 52 punten Meisjes 78 punten 78 punten 52 punten TOTAAL 156 punten 156 punten 156 punten Verspringen Kogelstoten 100 meter 4x100 meter Plaats Plaats Plaats Plaats Plaats Plaats Plaats Plaats Plaats Plaats Plaats Plaats Indien een ex-aequo in het eindklassement van de driekamp, bepaalt het resultaat van de 4x100 meter welk team de hogere ranking krijgt. 4/5

Indien een atleet wordt gediskwalificeerd (valse start, baan verlaten, ), krijgt hij/zij geen punten. 4X100 METER Elk team krijgt 1 poging.

5 RESERVES De 2 reserves (niet verplicht) 1 jongen en 1 meisje kunnen enkel invallen indien: De namen op voorhand werden gecommuniceerd aan de organisatie De atleten de dag zelf aangemeld werden samen met de andere teamleden Een atleet om een grondige reden (voorbeeld: blessure) de competitie moet verlaten. Dit gebeurt telkens in samenspraak met de organisatie. Eenmaal uit de competitie, mag de atleet niet meer deelnemen aan de overige proeven van de kwalificatiewedstrijd. Indien het team zich plaatst voor de finale, kan de atleet wel weer deel uitmaken van het team voor de finale. FINALE De winnaar of de top 2 afhankelijk van regio plaatst zich voor de nationale finale in het Koning Boudewijnstadion. Het team mag bestaan uit andere atleten dan het team van de kwalificatiewedstrijd. De bovenstaande regels gelden eveneens tijdens de finale. Enkel het aantal ploegen en de puntentelling zullen verschillend zijn en zullen op voorhand aan alle finalisten worden gecommuniceerd. 5/5

Eenmaal uit de competitie, mag de atleet niet meer deelnemen aan de overige proeven van de kwalificatiewedstrijd.

Vergelijkbare documenten

Reglement: Atletiek Vijfkamp

Reglement: Atletiek Vijfkamp Categorieën: Er wordt gewerkt in drie categorieën: - klas 1-2 - klas 3-4 - schoolteam Alle categorieën zijn onderverdeeld in een jongens- en een meisjescategorie. Onderdelen