Sharpdesk V3.3. PushInstallatiehandleiding Versie

Transcriptie

1 Sharpdesk V3.3 PushInstallatiehandleiding Versie

2 Copyright SHARP CORPORATION. Alle rechten voorbehouden. Het reproduceren, aanpassen of vertalen van deze publicatie zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is verboden, tenzij onder de voorwaarden bepaald door de auteursrechtwetgeving. Erkenning van handelsmerken SHARP is een geregistreerd handelsmerk van SHARP CORPORATION. Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Internet Explorer, Word en Excel zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Alle andere hierin vermelde handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaars. i PushInstallatiehandleiding

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Configuratie voor Push Installatie Minimale systeemvereisten Minimale serververeisten... 1 Minimale vereisten gedeelde netwerkmap... 2 Minimale vereisten Client Doel PC's... 2 Servervoorbereiding Voorbereiding gedeelde netwerkmap... 3 Ken serienummers to aan de Client PC's... 3 Maak de Organizational Unit aan... 5 Maak het Group Policy Object aan en link deze... 5 Het Group Policy object aanpassen... 5 De taal voor de Client PC's selecteren... 5 Op iedere Client PC: Problemen oplossen Controlelijst voor het maken van GPO s voor MSI-distributie Woordenlijst ii PushInstallatiehandleiding

4 Hoofdstuk 1 Configuratie voor Push Installatie Sharpdesk/NST kan ook geïnstalleerd worden op Microsoft XP en Vista PC's met behulp van de "Push Install" functie van Windows Server 2003 Active Directory. Om een Active Directory push installatie uit te voeren, is enige configuratie vereist. Dit hoofdstuk beschrijft de benodigde stappen om een Push Installatie voor Sharpdesk/NST uit te kunnen voeren. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat degene die de Push Installatie gaat uitvoeren, bekend is met Active Directory beheer en de concepten. Ervaring met het maken en beheren van group policies in Windows Server 2003 is ook vereist. Minimale systeemvereisten Om Sharpdesk/NST in te zetten met push installatie, moet de configuratie van het systeemnetwerk bevatten: Microsoft Windows Server met Microsoft Active Directory; Een gedeelde netwerkmap; en Doel-PC's (Clients) Eén installeerbare kopie van Sharpdesk/NST is opgeslagen op de gedeelde netwerkmap, en de server zorgt voor het beheer van de push installatie naar de Client Pc's. Minimale serververeisten Server Netwerk Active map Windows 2003 Server (of compatible) Windows Netwerkomgeving Het actieve map domein dat alle Client PC's omvat 1 PushInstallatiehandleiding

5 Minimale vereisten gedeelde netwerkmap De netwerkconfiguratie moet een gedeelde netwerkmap bevatten met schrijfrechten voor alle geverifieerde gebruikers Minimale vereisten Client Doel PC's Om Sharpdesk met succes te kunnen installeren en gebruiken, moet uw systeem voldoen aan de volgende minimumvereisten: Kenmerken van het besturingssysteem: Windows XP Professional Windows Vista Business/Enterprise/Ultimate Service Pack: SP2 -- Processor: 800 MHz 32-bit 1GHz 32-bit Geheugen: 512 MB RAM 1 GB RAM Beschikbare schijfruimte: 500 MB 500 MB Grafische capaciteiten: SVGA Direct X 9 ondersteuning met 128 MB videogeheugen Internet Explorer: Versie 6.0 of hoger Versie 7.0 of hoger Netwerkhardware: Netwerksoftware: Internetaansluiting: 10Base of 100Base Ethernetkaart TCP/IP netwerksoftware (WinSock2 geinstalleerd op alle platformen) Nodig voor toegang tot de Sharp Internetsite voor productondersteuning Microsoft.NET Framework (Windows XP SP2 of hoger / Windows Vista) "XPS File Format Support" vereist onderdelen van.net Framework 3.0 of hoger. (.NET Framework 3.0 aanbevolen ) Microsoft-verwijzing: Oude versies van Sharpdesk/NST mogen NIET geïnstalleerd zijn op de Client PC's. U dient de oude versie van Sharpdesk/NST handmatig te deïnstalleren van alle Client PC's voordat u de push installatie start. Wanneer een oude versie van Sharpdesk/NST wordt aangetroffen op een Client PC tijdens de push installatie, dan wordt de software niet geïnstalleerd op die betreffende Client PC. Een melding wordt verstuurd naar de Event Viewer van de Client PC dat een upgrade van deze versie niet ondersteund wordt. Deïnstalleer Sharpdesk/NST handmatig van de Client PC en probeer de push installatie opnieuw uit te voeren. Servervoorbereiding De volgende instructies gaan er vanuit dat aan de onderstaande eisen is voldaan: Windows Server 2003 Active Directory is geïnstalleerd Group Policy Management Console Tool is geïnstalleerd. 2 PushInstallatiehandleiding

6 Configuratie van de push installatie wordt uitgevoerd op een domein controller. De gedeelde map die het installatiepakket bevat kan opgeslagen zijn op de domein controller of op een fileserver. Een push installatie kan ook mogelijk zijn in andere omgevingen. Het idee achter deze instructies is nog steeds geldig, maar de details dienen te worden aangepast aan de context van de serverconfiguratie. Voorbereiding gedeelde netwerkmap Maak een map aan op een fileserver of een domein controller die het Sharpdesk/NST push installatiepakket bevat. Deel de map, waarbij zeker gesteld dient te worden dat geverifieerde gebruikers lees- en schrijfrechten hebben in de gedeelde map. Kopiëer het installatiepakket in deze map en zorg ervoor dat de files toegankelijk zijn vanaf de gedeelde netwerkmap. Ken serienummers to aan de Client PC's Iedere kopie van Sharpdesk/NST op een Client PC bevat een geldig serienummer. De Config utility in het Sharpdesk/NST installatiepakket zal het juiste serienummer opnemen in het pakket voordat het naar de Client PC "gepushed" wordt. De Config utility accepteert alle serienummers die geldig zijn voor Sharpdesk/NST en kent er eentje toe aan elke kopie van Sharpdesk/NST wanneer deze naar een Client PC wordt gepushed. Let op dat sommige serienummers voor meer dan één activatie kunnen worden gebruikt; de Config utility houdt elke keer dat het gebruikt wordt bij, en selecteert een nieuw serienummer wanneer alle licenties voor het oude serienummer zijn opgebruikt. De serienummers die verstrekt worden met de MFP zijn geldig voor één Client PC. Extra serienummers kunnen worden aangeschaft bij uw dealer die de extra Client PC's zal autoriseren. Wanneer alle geautoriseerde serienummers gebruikt zijn, zal het push installatieproces stoppen. U moet voldoende serienummers/licenties hebben voor alle Client PC's waarop u wilt installeren. De volgende stappen helpen u door de werking van de Config utility. 1. Navigeer naar de gedeelde netwerkmap die Sharpdesk bevat 2. Zorg ervoor dat de gedeelde netwerkmap lees- en schrijfrechten heeft 3. Dubbelklik de "PushInstallConfigTool.exe" tool in de gedeelde netwerkmap en het volgende scherm verschijnt: 4. Voer de gegevens in in de Company Details velden. 5. Voer de naam in van de dealer/winkel waar de MFP gekocht is, samen met het MFP-serienummer. Deze velden worden overgezet naar de activatiegegevens voor iedere Client PC. Selecteer Volgende om door te gaan: 3 PushInstallatiehandleiding

7 6. Voer een Sharpdesk/NST serienummer in en klik op de "Toevoegen" knop. Voer genoeg geldige serienummers in voor alle Client PC's waarop u wilt installeren, en klik op "Toevoegen" na ieder serienummer. De lijst met alle serienummers en de gebruikers waar deze bijhoren zullen in het scherm worden weergegeven. 7. Selecteer de locatie op elke Client PC die gebruikt wordt om de Sharpdesk/NST-software op te slaan. De locatie moet voldoen aan de Windows-convententies voor naamgeving aan mappen, en mag geen gemapte netwerkschijf zijn. De locatie mag geen van de volgende karakters bevatten: /, ; # *? \ < > % $ De standaardlocatie is: C:\Program Files\Sharp\Sharpdesk. 8. Voer de afdeling in waartoe de eindgebruikers van de Client PC's behoren. 9. Als laatste, selecteer welke softwarecomponenten (Sharpdesk en/of NST) geïnstalleerd moeten worden op de Client PC's. 10. Klik op de "Finish" knop om het configuratiebestand (config.ini) aan te maken in de gedeelde netwerkmap en sluit de Config utility af. 4 PushInstallatiehandleiding

8 Nu de serienummers zijn toegekend aan de Client PC's, kunt de push installatie vanaf de server starten. Maak de Organizational Unit aan Wanneer er nog geen Organizational Unit (OU) voor de Client PC's bestaat, gebruik dan Active Directory Users and Computers om een nieuwe OU aan te maken die de Client doel PC's bevat voor de Sharpdesk/NST push installatie. De Group Policy zal worden toegepast op deze OU. Maak het Group Policy Object aan en link deze Gebruik de Group Policy Management Console (GMPC) om een nieuw Group Policy Object (GPO) aan te maken en te linken aan de OU die de Client Doel PC's bevat. De GPMC kan geopend worden via het Administrative tools menu of via de tab Group Policy op het Eigenschappen dialoogvenster voor de OU. Het Group Policy object aanpassen Gebruik de Group Policy Editor om de GPO te configureren voor de push installatie, nadat u de GPO aangemaakt heeft. Wanneer u het installatiepakket aanmaakt, zorg ervoor "Assign to Computers" aan te vinken in het "Deploy Software" dialoogvenster. Zorg ervoor dat het software-installatiepakket verwijst naar de gedeelde netwerkmap die de installatiebestanden bevat, en dat de volgende items enabled zijn in de Windows Installer sectie voor het softwarepakket in de GPO: Installeer altijd met extra rechten Geef de gebruiker controle over installaties Schakel de Windows Installer uit (controleer dat de instelling rechts Enable is) Gebruik de gpupdate.exe commandoregel-tool om de domain security policy bij te werken nadat u het group policy object heeft aangemaakt en geconfigureerd. De taal voor de Client PC's selecteren De standaardtaal voor het Sharpdesk/NST-pakket is U.S. Engels. Als dit de gewenste taal is voor het geïnstalleerde product, klik dan gewoon de "Assigned"-knop in het "Deploy Software"-dialoogvenster. Dit houdt de server paraat om de installatie te pushen nadat de Client opnieuw is opgestart. Klik dan op "OK". Wanneer een andere taal gewenst is voor het Sharpdesk/NST-product, selecteer dan het overeenkomstige transformatiebestand. 1. Selecteer de "Geavanceerd" knop 2. Ga naar de "Modificaties" tab en klik de "Toevoegen" knop 3. Selecteer het transformatiebestand (.mst) van de gedeelde netwerkmap in de onderstaande tabel voor de gewenste taal: 5 PushInstallatiehandleiding

9 4. Klik de OK-knop. S.No Transformatiebestand Taal mst Chinesisch (traditionell) mst Duits mst Engels (US) mst Spaans mst Frans (Frankrijk) mst Italiaans mst Nederlands mst Zweeds mst Chinesisch (vereinfacht) mst Engels (UK) Op iedere Client PC: 1. Iedere Client PC moet opnieuw opgestart worden om de Sharpdesk/NST-installatie te starten. Er gebeurt niets totdat de PC opnieuw is opgestart. Het is niet voldoende om gewoon uit te loggen en dan opnieuw in te loggen. Let op dat de Client PC mogelijk meerdere keren opnieuw opgestart moet worden; het Windows opstartproces kan de automatische installatie van Sharpdesk/NST uitstellen tot de tweede nieuwe opstart.. 2. Vroeg in het opstartproces van de Windows XP-Clients moet een melding worden weergegeven dat "managed" software (Sharpdesk/NST) wordt gedownload van de server. Bij Vista-Clients, moet een roterend icoontje worden weergegeven terwijl het softwarepakket wordt gedownload van de server. De download kan tot twee uur duren, afhankelijk van de netwerksnelheid en -belasting. Dit is een positieve indicatie dat de push installatie werkelijk plaatsvindt. Let op: Het softwarepakket wordt gedownload voordat de gebruiker wordt gevraagd in te loggen. Wanneer het loginscherm snel na de opstart verschijnt, zonder dat de melding of het roterende icoontje wordt weergegeven, dan is het installatieproces niet gestart. Herstart de computer als dit gebeurt en probeer het opnieuw. Wanneer de bestanden eenmaal zijn gedownload van de server naar de client-pc, zal het installatieproces van Sharpdesk/NST op de achtergrond beginnen en worden voltooid voordat de gebruiker inlogt. Nadat de gebruiker heeft ingelogd, start de NST-wizard. Zie hoofdstuk 3 voor een kort overzicht van de NST-wizard. 3. Er moet nog één stap worden uitgevoerd voordat Sharpdesk volledig operationeel is, maar deze vindt niet plaats voordat Sharpdesk vanuit Windows wordt opgestart. De eerste keer dat Sharpdesk wordt gestart, zal de Search Index Wizard draaien om het zoek-subsysteem te initialiseren. Zie hoofdstuk 4 voor een kort overzicht van de Search Index Wizard. 4. Wanneer de software zelfs niet is geïnstalleerd na twee keer opnieuw opstarten, kijk dan in de event viewer naar eventuele fouten. Corrigeer deze fouten en start opnieuw op. 6 PushInstallatiehandleiding

10 Problemen oplossen Bij een PUSH-installatie van het MSI-pakket kunnen verschillende fouten optreden. De meeste fouten worden veroorzaakt door onjuiste machtigingen van de computeraccount voor toegang tot het GPO, het gedefinieerde pakket, het fysieke pakket of problemen met de authenticatie. Verder kan een onjuist geconfigureerd MSI-installatiebestand installatiefouten veroorzaken. Probleem: Tijdens het opstarten ziet u niet het berichtvak dat aangeeft dat het MSI-pakket wordt geïnstalleerd. Oplossing: Er zijn verschillende mogelijke oorzaken. Controleer of de doelcomputer zich bevindt binnen de OU (of downstream-ou) waar het GPO met de softwaredistributie wordt toegepast. Controleer ook de machtigingen van de OU en het GPO en zorg dat domeincomputers (of geverifieerde gebruikers) zowel LEESRECHTEN hebben als rechten voor GROEPSBELEID TOEPASSEN. Controleer verder of het gedefinieerde pakketobject binnen het GPO over de juiste rechten voor domeincomputers beschikt. Ook is uw GPO-definitie mogelijk niet volledig gerepliceerd door het Active Directory-domein. U kunt enige tijd wachten tot replicatie heeft plaatsgevonden of u kunt, wanneer u domeinbeheerdersrechten hebt, replicatie handmatig afdwingen. Probleem: Het toepassingslogboek geeft aan dat de installatie van het MSI-pakket is mislukt met de foutmelding dat de pakketbron niet is aangetroffen ( Package source not located ). Oplossing: Dit geeft aan dat de client-pc het GPO en MSI-pakketobject heeft gelezen en heeft geprobeerd deze toe te passen, maar geen toegang kon krijgen tot het fysieke MSI-bestand. Controleer de machtigingen van de gedeelde map die het MSI-bestand bevat en zorg dat domeincomputers (of geverifieerde gebruikers) ten minste LEESRECHTEN hebben. Controleer via de ADSI-editor ook of de principal-naam van Kerberos (serviceprincipalname) juist is ingesteld voor de computer die de share bevat. Het is ook mogelijk dat het pakketobject is gemaakt met het fysieke pad (C:\Apps\Installer.MSI) in plaats van het UNC-pad (\\server\share\installer.msi). Via onderstaande procedure kunt u handmatig controleren of de computeraccount toegang heeft tot de share en het MSI-installatiebestand door te proberen verbinding te maken met de share als de lokale computeraccount (NT Authority\System): 1. Meld u op de doelcomputer aan als beheerder. 2. Plan een AT-taak 1 minuut later dan de huidige tijd om een opdrachtprompt te starten als NT Authority\System: C:\> at 1:00pm /interactive cmd.exe 3. Wanneer het opdrachtpromptvenster wordt weergegeven, hebt u toegang tot NT Authority\System. 4. Probeer de inhoud van de share weer te geven via het UNC-pad: C:\> dir \\server\share - Als het goed is, wordt een directorylijst weergegeven van de bestanden op de share. 7 PushInstallatiehandleiding

11 Probleem: Het pakket lijkt juist te zijn geïnstalleerd volgens de berichten in het toepassingslogboek, maar de toepassing lijkt niet te werken. Oplossing: Als het MSI-installatiebestand probeert te schrijven naar HKEY_CURRENT_USER in het register, is de installatie mogelijk niet voltooid. Aangezien de toepassing wordt geïnstalleerd via de lokale computeraccount, is momenteel geen gebruiker aangemeld en bestaat er geen beschikbaar profiel van de huidige gebruiker. In plaats hiervan kunt u de MSI-installatie opsplitsen in twee gedeelten door de feitelijke bestanden en algemene registersleutels te pushen via een computerconfiguratie-gpo en de registersleutels CURRENT_USER via een afzonderlijk gebruikersconfiguratie-gpo. Controleer ook of het MSI-installatiebestand op de achtergrond kan worden geïnstalleerd met weinig of geen tussenkomst van de gebruiker. Test de installatie van het MSI-installatiebestand als de lokale computeraccount via de bovenvermelde procedure voor het verkrijgen van een opdrachtprompt als de account NT Authority\System. Probleem: GPO-object kan niet worden gemaakt. Oplossing: Controleer of de account die u gebruikt voor het uitvoeren van de toepassing Active Directory: gebruikers en computers voldoende rechten heeft voor het maken van groepsbeleid. Doorgaans moet u lid zijn van de groep Maker Eigenaars Groepsbeleid, expliciet dan wel impliciet via geneste groepen. Raadpleeg de lokale OU-beheerder om uw groepslidmaatschap te controleren en de mogelijkheid voor het maken van groepsbeleid over te dragen. Probleem: De distributieteller van het pakketobject wordt niet verhoogd, terwijl de clients het gedistribueerde pakket met succes hebben geïnstalleerd. Oplossing: Als domeincomputers geen SCHRIJFRECHTEN hebben voor het pakketobject, blijft deze teller altijd op nul staan. U kunt geheel zelf bepalen of u wilt dat domeincomputers kunnen schrijven naar de eigenschappen van het gedefinieerde pakketobject, aangezien dit slechts een teller is die niet aangeeft op welke computers MSI daadwerkelijk is geïnstalleerd. Probleem: U hebt het MSI-installatiebestand bijgewerkt, maar computers worden niet automatisch bijgewerkt. Oplossing: U moet het pakketobject opnieuw distribueren binnen het GPO. Klik met de rechtermuisknop op het pakketobject en selecteer Alle taken\toepassing opnieuw distribueren. Probleem: Andere beheerders zijn niet in staat de software opnieuw te distribueren of het GPO te bewerken. Alleen de oorspronkelijke maker of domeinbeheerders kunnen dit. Oplossing: Controleer de beveiligingsmachtigingen van het pakketobject en het GPO en zorg dat de gewenste beheerders de objecten respectievelijk kunnen lezen, schrijven en bewerken. Controlelijst voor het maken van GPO s voor MSI-distributie 1. De share instellen en controleren of de host-principals bestaan Stel een Windows-share in op een server en geef domeincomputers of geverifieerde gebruikers ten minste LEES-/SCHRIJFRECHTEN (domeincomputers wordt aanbevolen). Controleer via de ADSI-editor of de principals HOST/<shorthostname> en HOST/<host FQDN> bestaan voor het serverobject dat de share bevat (kenmerk serviceprincipalname; bijvoorbeeld HOST/server en HOST/server.domain.com). 2. Het GPO maken 8 PushInstallatiehandleiding

12 Maak een nieuwe GPO Computerconfiguratie\Software-instellingen voor de software die u wilt distribueren. Zorg dat het pad van de pakketdistributie het UNC-pad is (bijvoorbeeld \\mijnserver\msi$\mijnpakket.msi) 3. Het pakketobject maken en machtigingen toepassen Controleer of domeincomputers (of geverifieerde gebruikers) LEESRECHTEN hebben op het nieuw gemaakte pakket. Controleer ook of Inhoud weergeven, Alle eigenschappen lezen en Machtigingen lezen zijn geselecteerd in de Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor het pakket. Als andere beheerders de pakketinstellingen moeten kunnen bewerken (niet het fysieke MSI-bestand, maar het pakketobject dat is gedefinieerd in het GPO), moet u hun gebruikersaccounts of beheerdersgroep toevoegen aan de beveiligingsinstellingen voor het pakket. 4. Machtigingen toewijzen aan het GPO zelf Controleer of domeincomputers (of geverifieerde gebruikers) LEESRECHTEN en rechten voor GROEPSBELEID TOEPASSEN hebben op het GPO zelf. Als andere beheerders het GPO moeten kunnen wijzigen, moet u hun gebruikersaccounts of beheerdersgroep toevoegen aan de beveiligingsinstellingen voor het GPO. 5. Het GPO toewijzen aan de OU s Wijs het nieuwe GPO toe aan de OU s waarop u de software wilt distribueren. 6. Repliceren en testen Wacht 5 tot 10 minuten totdat replicatie heeft plaatsgevonden. Start het doelwerkstation opnieuw op en controleer de gebeurtenislogboeken op foutberichten tijdens de installatie. Woordenlijst Organisatie-eenheid: groep computers die onder een gemeenschappelijke categorie gebruikers vallen. Sharpdesk wordt op deze set computers geïnstalleerd via een PUSH-bewerking. Microsoft Ref Microsoft-verwijzing: Console Groepsbeleidbeheer FQDN-naam: Fully Qualified Domain Name. Principal-naam van Kerberos 9 PushInstallatiehandleiding