Griffier van de Staten. Geleidebrief Kaderstellend

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Griffier van de Staten. Geleidebrief Kaderstellend"

Transcriptie

1 Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Algemeen Commissiegriffier Margreeth Trimpe Inhoudelijk ambtenaar R. Verdurmen Verantwoordelijk bestuurder C. van Beveren Te verzenden aan Statenbreed Verzenddatum 29 september 2011 Betreft vergadering Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 7 oktober 2011 Provinciale Staten 11 november 2011 Inhoudelijk Naam voorstel Nr. FEZ-018 Aanleiding Bevoegdheid Statenvoorstel Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel De discussie rond de tarieven van de Westerscheldetunnel Autonome bevoegdheid opcenten te verhogen. Tarievenbeleid is aan NV Westerscheldetunnel. Wat wordt voorgesteld? De opcenten Motorrijtuigenbelasting per 1 januari 2012 structureel te verhogen met 9 opcenten; hiermee wordt het nieuwe opcententarief Motorrijtuigenbelasting 78,3 opcenten. De in bijlage 1 bijgevoegde "Verordening Provinciale opcenten Provincie Zeeland" vast te stellen en te publiceren in het Provinciaal blad. In te stemmen met een structureel lager dividend van de NV Westerscheldetunnel van 2 miljoen ten gunste van een verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen, met ingang van het boekjaar Elke vier jaar herijken van tarievenbeleid NV Westerscheldetunnel (eerstvolgende moment in het jaar 2015). Doelen en effecten Controleren Uitvoering Informeren Kosten en dekking Overige informatie Verhoogde inkomsten door meerontvangst opcenten t.b.v. verlaging tarieven Westerscheldetunnel. Via Jaarrekening 2012 en later Via tarievenbeleid NV Westerscheldetunnel Via Jaarrekening 2012 en later Met de structurele inkomsten uit de verhoging opcenten wordt een structureel lagere dividend (door tariefverlaging) van de NV Westerscheldetunnel gecompenseerd. Bijlagen 1 en 3 treft u hierbij aan, de overige bijlagen liggen ter inzage. Het integrale voorstel vindt u op de website van de provincie.

2 Provinciale Staten Gedeputeerde Vergadering PS: belast met Nr: 11 november 2011 FEZ behandeling: C. van Beveren Agenda nr: Vergadering GS: 13 september 2011 Nr: Onderwerp: Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel Aan de Provinciale Staten van Zeeland Samenvatting In het nieuwe collegeprogramma is een verhoging van de opcenten Motorrijtuigenbelasting aangekondigd ten gunste van enerzijds de verbetering van de bereikbaarheid en infrastructuur in Zeeland en anderzijds voor een verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen. In dit Statenvoorstel wordt dit uitgewerkt. A. Verhoging van de opcenten Motorrijtuigenbelasting: Voorgesteld wordt in lijn met de voorjaarsnota, de opcenten Motorrijtuigenbelasting per 1 januari 2012 met 9 opcenten naar 78,3 opcenten te verhogen. statenstukken B. Verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen: Het vaststellen van de tarieven is een verantwoordelijkheid van de directie en de RVC van de NV Westerscheldetunnel (WST). In een door de directie van de WST opgestelde notitie geeft zij aan de toltarieven WST per 1 januari 2012 als volgt aan te passen: De normale toltarieven stijgen in 2012 met afgerond 2%, de t-tagprijzen stijgen in 2012 niet. In 2013 zullen beide tarieven weer stijgen; Veelgebruikers: de korting wordt verhoogd van circa 12,5% naar circa 20% (ten opzichte van het t-tagtarief) en de drempel om in aanmerking te komen voor de veelgebruikerkorting wordt verlaagd van 200 naar 150 passages per jaar; Een verhoging van de hoogtegrens van 2,50 meter naar 3,00 meter. Hierdoor valt een groot deel van de kleine vrachtwagens, bestelbussen en campers (categorie 3 voertuigen) in een goedkopere categorie; Bij passage langs de kassa (ongeacht het betaalmiddel) komen motoren voor een lager tarief in aanmerking (voor 2012 is dat 2,50); Door de directie van de WST worden met ingang van 2012 jaarlijks vier tolvrije dagen aangewezen. In dit Statenvoorstel wordt voorgesteld met ingang van 1 januari 2012 structureel een bedrag van 2 miljoen in te zetten ten gunste van een tariefverlaging van de toltarieven WST voor specifieke doelgroepen. C. Toelichting afwijzing ingediende verzoeken door derden: Een verlaging van het tol-tarief voor Zeeuws-Vlamingen is om juridische redenen niet mogelijk. De financiering van de brandweer is geen taak van de Provincie. Bovendien heeft er door het Rijk reeds een eenmalige betaling aan de betreffende gemeenten plaatsgevonden. Om die reden wordt het verzoek van de gemeente Borsele om een 0,10 van het toltarief in te zetten als bijdrage voor de kosten van de brandweer afgewezen. In reactie op de ingediende motie "Verlaging tolgelden Westerscheldetunnel" van de Partij voor Zeeland wordt voorgesteld elke vier jaar het tarievenbeleid NV Westerscheldetunnel te herijken (eerstvolgende moment in het jaar 2015).

3 Onderwerp: Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel Inleiding Op 8 april j.l. is het nieuwe provinciale collegeprogramma "Stuwende Krachten" gepresenteerd. In dit programma komt ook het onderwerp tolheffing WST in relatie tot de provinciale opcenten Motorrijtuigenbelasting aan bod. In het programma staat hierover het volgende: Provinciale opcenten Motorrijtuigenbelasting Het opcententarief in Zeeland is het op één na laagste in Nederland. In de komende periode zullen wij een voorstel uitwerken om de provinciale opcenten ingaande het jaar 2012 eenmalig te verhogen. De opbrengsten als gevolg van deze verhoging van de opcenten willen wij aanwenden voor enerzijds de verbetering van de bereikbaarheid en infrastructuur in Zeeland en anderzijds voor een verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen. Het college zal hierover op korte termijn een voorstel aan Provinciale Staten voorleggen. In dit Statenvoorstel wordt hier nader op ingaan. Het voorstel bestaat uit een aantal onderdelen. A. Verhoging van de opcenten Motorrijtuigenbelasting. B. Verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen. C. Toelichting afwijzing ingediende verzoeken door derden. i. Verzoek verlaging toltarieven voor inwoners Zeeuws-Vlaanderen. ii. Verzoek bijdrage kosten brandweer Borsele. iii. Motie Partij voor Zeeland. In het collegeprogramma wordt aangegeven dat een deel van de opbrengst van de verhoging van de opcenten ingezet wordt voor de verbetering van de bereikbaarheid en infrastructuur in Zeeland. In de voorjaarsnota is hier reeds mee ingestemd. A. Verhoging van de opcenten Motorrijtuigenbelasting Inleiding In het beleidsprogramma "Stuwende krachten" is het voornemen opgenomen om in de komende beleidsperiode de Motorrijtuigenbelasting één keer structureel te verhogen. In de Statenvergadering van 24 juni j.l. is de voorjaarsnota programmabegroting 2012 vastgesteld. Inzake de verhoging Motorrijtuigenbelasting staat in de voorjaarsnota het volgende: Wij willen het opcententarief van de provincie Zeeland verhogen met 9 opcenten. Hiermee wordt een structurele meeropbrengst gerealiseerd van ongeveer 4 miljoen. In 2012 is er een meeropbrengst van 3 miljoen omdat de verhoging op grond van wettelijke bepalingen pas per 1 april 2012 kan ingaan. Een verhoging met 9 opcenten betekent een lastenverzwaring voor een gemiddelde auto van ongeveer 25 per jaar. Uitgaande van een verhoging van 9 opcenten van het Zeeuwse tarief van 69,3 opcenten naar 78,3 opcenten resteert dan nog een ruimte van 26,7 opcenten of te wel een ruimte van 8,4 miljoen voor mogelijke verdere verhoging van de tarieven van de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting. Wij hebben het voornemen in de periode tot en met 2015 het tarief van 78,3 niet verder te verhogen. Verhoging van de opcenten De provincies hebben sinds 1981 de mogelijkheid opcenten te heffen op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Het Rijk stelt jaarlijks het maximum niveau van opcenten vast. Bij brief van 29 juni 2011 heeft de staatssecretaris het maximumtarief per 1 april 2012 bekend gemaakt. Het maximum is vastgesteld op 123. Het kabinet is voornemens, conform het Bestuursakkoord , het maximale aantal opcenten motorrijtuigenbelasting dat provincies mogen heffen te verlagen. Het nieuwe maximum per 1 april 2012 zal 105 gaan bedragen en de wettelijke basis hiervoor zal worden opgenomen in het Rijksbelastingplan Het maximum zal jaarlijks inflatoir worden aangepast. De neerwaartse bijstelling van het maximale aantal opcenten heeft een negatief effect op het weerstandsvermogen. In de begroting 2012 is hier in de paragraaf Weerstandsvermogen reeds rekening mee gehouden. Daarnaast is recent in de miljoenennota bekendgemaakt dat het belastingtijdvak verschoven wordt naar 1 januari (was 1 april) met ingang van 1 januari Het gevolg is dat er voor het jaar 2012 een extra opbrengst van 1 miljoen is als gevolg van de verhoging van de opcenten. Deze meevaller wordt conform het financiële beleid toegevoegd aan de budgettaire ruimte. Het tarief is voor Zeeland momenteel sinds 2004 vastgesteld op 69,3 opcenten en daarna niet meer gestegen. 2

4 Onderwerp: Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel Dit betekent dat Zeeland op dit moment de op één na goedkoopste provincie is na de provincie Noord-Holland. Na de stijging met 9 opcenten blijft de Provincie Zeeland met 78,3 onder het gemiddelde opcentenniveau. De gemiddelde opcenten van alle provincies bedragen per 1 april ,0 opcenten. De opbrengst Motorrijtuigenbelasting bedroeg in het jaar ,4 mln. Dit betekent een opbrengst per opcent van ,-. Een verhoging van 9 opcenten leidt tot een extra opbrengst van circa 4 mln. In de volgende tabel is het effect weergegeven van het effect van de stijging van de opcenten met 9 opcenten voor de Motorrijtuigenbelasting voor de auto's in de meest voorkomende gewichtsklassen. Het gemiddelde gewicht van een auto is op dit moment kg. Dit betekent een gemiddelde stijging van 25,-. Verordening Provinciale opcenten Uit een inventarisatie van het ministerie van BZK blijkt dat elke provincie de regelgeving bij de provincies omtrent de Motorrijtuigenbelasting op zijn eigen wijze toepast. Binnen de Provincie Zeeland is de juridische grondslag voor het heffen van opcenten, een publicatie van de laatste tariefstijging in het provinciaal blad in 2004 (PB: nummer 3). 3

5 Onderwerp: Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel In overleg met het ministerie is er in IPO-verband een modelverordening opgesteld voor de Motorrijtuigenbelasting. Dit om de toepassing van de regelgeving op dit gebied binnen alle provincies te standaardiseren. Wij stellen dan ook voor, in lijn met de door het ministerie van BZK goedgekeurde modelverordening, de in bijlage 1 weergegeven "Verordening Provinciale opcenten Provincie Zeeland" vast te stellen. B. Verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen Inleiding In de voorjaarsnota is over de besteding van de extra middelen als gevolg van de verhoging van de opcenten het volgende weergegeven: Wij willen de structurele opbrengst van de verhoging van de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting met 9 opcenten van 3 miljoen in 2012 en 4 miljoen in volgende jaren deels aanwenden voor verbetering van de bereikbaarheid, infrastructuur en verkeersveiligheid in Zeeland. Verder willen wij een ander deel bestemmen voor een structurele verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen vanaf Hierover volgt een nader voorstel op korte termijn, nadat wij daarover overleg hebben gevoerd met de directie van de NVWesterscheldetunnel (WST). Tunnelwet Westerschelde Het wettelijk kader voor het functioneren van de WST wordt gevormd door de Tunnelwet Westerschelde uit 1998 (zie bijlage 2). In deze wet worden de oprichting van de vennootschap, wegenrechtelijke bepalingen, tarieven en slotbepalingen uitgewerkt. Belangrijke onderdelen van de wet zijn het toekennen van bevoegdheid aan de directie van de WST om tarieven vast te stellen en de geldigheidsduur van de wet. Deze is vastgesteld op 30 jaar na het moment dat aan de tunnel en de toeleidende wegen de bestemming van openbare weg is gegeven. Dat betekent dat de wet op 13 maart 2033 vervalt. Daarmee vervalt ook de bevoegdheid van de WST om tol te heffen. Overigens is er theoretisch, onder bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid de tolinning na het jaar 2033 nog met 20 jaar te verlengen. Verantwoordelijkheid NV Westerscheldetunnel De directie van de WST is, vanuit de Tunnelwet, zelfstandig verantwoordelijk voor het exploiteren van de Westerscheldetunnel en toeleidende wegen, inclusief het vaststellen van de tarieven. Verantwoordelijkheid Provincie Volgens het aangenomen voorstel van het vorige college van GS (FEZ-134 nr ), waarin de bevoegdheidsverdeling tussen GS en PS wordt beschreven heeft PS de bevoegdheid om het tarievenbeleid vast te stellen. Uit het voorgaande blijkt dat het aanpassen van de tarieven van de WST niet de bevoegdheid is van PS. Dit betekent dat een eventuele aanpassing van de tarieven in nauw overleg met de directie van de NV WST zal moeten plaatsvinden. Daarbij speelt uiteraard ook de Raad van Commissarissen (RVC) van de NV WST een rol. Verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen In overleg met de directie en de RVC van de WST is een opzet gemaakt van de in aanmerking komende doelgroepen en de mate waarin de tarieven verlaagd worden. Dit is vervolgens uitgewerkt in een door de directie van de WST opgestelde notitie "Nieuwe toltariefstructuur per 1 januari 2012" (zie bijlage 3). In de notitie vindt een uitwerking plaats van het volgende voorstel: 1. T-taghouders De normale tarieven stijgen in 2012 met afgerond 2%, de t-tagprijzen blijven gelijk aan die van In 2013 zullen beide tarieven weer stijgen; 2. Veelgebruikers De korting wordt verhoogd van circa 12,5% naar circa 20% (ten opzichte van het t-tagtarief) en de drempel om in aanmerking te komen voor de veelgebruikerkorting wordt verlaagd van 200 naar 150 passages per jaar; 3. Kleine vrachtwagens, bestelbussen en campers (categorie 3 voertuigen) Door de hoogtegrens van 2,50 meter te verhogen naar 3,00 meter valt een groot deel van deze doelgroepen in een goedkopere categorie; 4

6 Onderwerp: Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel 4. Motoren Bij passage langs de kassa (ongeacht het betaalmiddel) kan men voor een lager tarief in aanmerking komen (voor 2012 is dat 2,50); 5. Tolvrije dagen In 2012 worden vier tolvrije dagen door de directie van de WST aangewezen. De gederfde baten zoals hieronder weergegeven zijn een inschatting die gebaseerd is op de samenstelling van het verkeer over 2010, rekeninghoudend met een toename van het verkeer in De totale kosten bedragen circa 2 mln. Gederfde baten: 1. T-taghouders 0,5 mln. 2. Veelgebruikers 0,5 mln. 3a. Hoogte Busjes/kleine vrachtauto s 0,55 mln. 3b. Hoogte campers 0,05 mln. 4. Motoren 0,2 mln. 5. Tolvrije dagen 0,2 mln. C. Toelichting afwijzing ingediende verzoeken door derden i. Verlaging toltarieven voor inwoners Zeeuws-Vlaanderen Inleiding Van de gemeenten Hulst, Terneuzen en Sluis zijn brieven ontvangen met daarin een motie (bijlage 4). Deze moties wijken van elkaar af, maar de algemene strekking van de moties luidt: Verzocht wordt om de veronderstelde extra tolinkomsten uit de Westerscheldetunnel ten gunste van Zeeuws- Vlaanderen te laten komen. In de voorgaande paragraaf zijn een vijftal verlagingvoorstellen uitgewerkt die ook ten gunste komen van de Zeeuws-Vlamingen. Een specifieke verlaging alleen voor Zeeuws-Vlamingen is niet mogelijk. In deze paragraaf wordt hier nader op ingegaan. Discussie toltarieven voor inwoners Zeeuws-Vlaanderen Begin dit jaar is een notitie "Financiële aspecten WST in relatie tot in de investering in de Sluiskiltunnel" opgesteld en verzonden naar Provinciale Staten (zie bijlage 5). Het dividend van de WST wordt ingezet om de provinciale bijdrage voor de bouw- en onderhoudskosten van de Sluiskiltunnel financieel te kunnen dekken. Daarnaast wordt het dividend ingezet om de investering in de aandelen van de WST terug te verdienen. Uit bijgevoegde notitie blijkt dat er op basis van de huidige prognoses geen sprake is van "extra tolinkomsten" zoals in de motie wordt verondersteld. In de huidige prognoses is reeds rekening gehouden met een stijging van een groei van de tolopbrengst met 4% per jaar. Deze verwachte groei is gebaseerd op een verwachte groei van het aantal tolpassages met 2% per jaar en een prijsstijging van de toltarieven met 2% per jaar. Omdat sprake is van een lange periode en er wordt gerekend met groei over groei is de onzekerheid in de ramingen groot. Eens in de 4 jaar dient samen met de vaststelling van het nieuwe tarievenbeleid, beoordeeld te worden of de financiële doelstellingen nog steeds gehaald kunnen worden. In de toelichting op de moties wordt aangedrongen om: " de verwachte extra tolinkomsten ten bate van Zeeuws-Vlaanderen te besteden. Op die manier betaalt het bovenregionale verkeer in ieder geval nog mee aan maatregelen om de negatieve effecten, die de tunnel en de tolheffing voor onze regio toch ook geeft, te compenseren". De vraag of een bijzonder tarief voor Zeeuws-Vlamingen juridisch toegestaan is, is reeds eerder bekeken. Op basis van de Europese- als de Nationale regelgeving is dit niet toegestaan. In bijlage 6 wordt hier uitgebreid op ingegaan. Als dit juridisch wel toegestaan zou zijn geldt nog een ander argument om de vermeende extra tolinkomsten niet specifiek ten bate van Zeeuws-Vlaanderen te besteden. Ten onrechte wordt het beeld geschetst dat de tolheffing met name opgebracht zou worden door de regio Zeeuws-Vlaanderen. 5

7 Onderwerp: Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel Op basis van het t-tag gebruik is exact te bepalen uit welke regio de tunnelgebruiker afkomstig is. In de volgende tabel zijn de gerealiseerde t-tag passages per geografisch gebied in 2009 in beeld gebracht. Uit de tabel blijkt dat het merendeel van de t-tagpassages niet gemaakt wordt door gebruikers uit Zeeuws- Vlaanderen. Als in deze tabel ook de niet t-taggebruikers (34% van alle gebruikers) zouden worden meegenomen wordt het aandeel van Zeeuws-Vlaanderen nog kleiner. Vanuit een ander perspectief geredeneerd betalen gebruikers die niet afkomstig zijn uit Zeeuws-Vlaanderen voor een groot deel mee aan de Sluiskiltunnel. Dit terwijl de Sluiskiltunnel met name gunstig is voor de regio Zeeuws- Vlaanderen. Het is dan ook niet reëel te veronderstellen dat als er al sprake zou zijn van extra tolinkomsten, deze inkomsten specifiek te oormerken voor de regio Zeeuws-Vlaanderen. ii. Verzoek bijdrage in kosten brandweer Borsele uit toltarieven WST Inleiding Middels een wordt een motie van de gemeente Borsele uit het jaar 2008 bij de Provincie onder de aandacht (zie bijlage 7) gebracht. In de motie wordt gepleit om bij het vaststellen van de nota toltarieven Westerscheldetunnel er toe over te gaan om een veiligheidscomponent in het toltarief te verdisconteren Deze motie is unaniem aangenomen in de vergadering van de gemeenteraad van Borsele op 6 november In de wordt hierover het volgende geschreven: Met een beperkte bijdrage uit het toltarief (hooguit een dubbeltje) kunnen de kosten voor de tunnelbrandweer op een faire manier worden geregeld. Dit kun je zien als een veiligheidscomponent binnen het tarief. Dat zou na al de jaren een einde maken aan de onrechtvaardige situatie waarbij twee gemeenten opdraaien voor de veiligheid van de tunnel terwijl heel Zeeland en velen daarbuiten gebruik maken van de tunnel. Verzocht wordt om de motie van de gemeenteraad van Borsele te betrekken bij de nog op te stellen notitie tolheffing te betrekken. In de motie van de gemeente Borsele wordt verzocht de motie onder de aandacht te brengen bij GS en PS. Huidige financiële dekking kosten brandweer In juni 2010 heeft de commissie Mans onderzoek gedaan naar de financiën van de brandweer. Dit in verband met de sterke stijging van de uitgaven van de brandweer. Op dit moment wordt de brandweer betaald door de gemeenten (ruim 1 miljard) en voor een deel (ongeveer 105 miljoen) door Rijksfinanciering via de Doeluitkering rampen en zware ongevallen (BDUR). De commissie Mans heeft geadviseerd om de hybride financiering los te laten en de brandweer te betalen door of de gemeenten of het Rijk. De bedrijfsstructuur van de brandweer dient daarbij van gemeentelijke organisaties te wijzigen naar omvangrijkere regio's. De Commissie concludeert dat deze stijging in de brandweerkosten omgebogen kan worden door heroverwegingen in de werkwijze, de kerntaken van de brandweer en in de schaalgrootte waarop haar taken georganiseerd worden. Daarbij zou een bezuiniging realiseerbaar zijn van 20 procent. 6

8 Onderwerp: Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel De Veiligheidsregio Zeeland is het orgaan voor fysieke veiligheid, rampenbestrijding en crisisbeheersing in Zeeland. De organisatie omvat brandweerzorg, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), de Gezamenlijke Meldkamer Zeeland en de Rampenbestrijding en Crisisbeheersing. Alle activiteiten richten zich op het vergroten van de veiligheid van de Zeeuwse bevolking en bezoekers. De veiligheidsregio s worden, conform het uitgangspunt van de Wet gemeenschappelijke regelingen, financieel primair gedragen door de aangesloten gemeenten. De deelnemende gemeenten dragen financieel 90% van de begroting. Hiermee behouden de gemeenten hun invloed op het regionale beleid. De overige 10% betreft de Doeluitkering rampen en zware ongevallen (BDUR) van het Ministerie van BZK, de bijdrage van de zorgverzekeraars aan de ambulancezorgtaak van de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) en de bijdragen van burgers en bedrijven voor door hun afgenomen diensten. Uit het voorgaande is af te leiden dat de Provincie geen rol speelt bij de financiering van de brandweer. Wij zijn dan ook niet voornemens het toltarief met 10 eurocent te laten stijgen voor een bijdrage in de kosten van de brandweer. Ten aanzien van de kosten van de brandweerkosten voor de Westerscheldetunnel is nog het volgende te melden. Bij de bouw van de Westerscheldetunnel was het aspect veiligheid heel belangrijk. Er is dan ook een veilige tunnel gebouwd. Op basis van de claim voor extra brandweerzorg voor de tunnel zijn er destijds gesprekken geweest met de toenmalige ministers van Binnenlandse Zaken en Verkeer en Waterstaat. Dit heeft geleid tot een eenmalige betaling vanuit het Rijk aan beide gemeenten. In het verleden heeft de provincie zich op het standpunt gesteld om geen "extra belasting" te heffen ten behoeve van tunnelveiligheid. Dit argument is in feite nog steeds te hanteren. Anders zou men immers ook mensen die gebruik maken van een natuurgebied extra moeten laten betalen voor bosbrandbestrijding of mensen in een overstromingsgebied voor rampenbestrijding bij overstromingen, etc. iii. Motie Partij voor Zeeland verlaging tolgelden Westerscheldetunnel In de PS vergadering van 8 juli j.l. is door de Partij voor Zeeland een motie ingediend met als onderwerp verlaging tolgelden Westerscheldetunnel (bijlage 8). De motie luidt: te bevorderen en erop toe te zien dat, als het zover is, het overrendement uit de WST-exploitatie niet langer zal worden aangewend voor uitbreiding/aanpassing van het Zeeuwse wegennet, maar uitsluitend wordt bestemd voor een structurele verlaging van de tolgelden Westerscheldetunnel. De verwachting is dat in de periode 1 januari 2010 tot aan het einde van de tolheffingsperiode (14 maart 2033) de investering WST een totaal verwacht dividend oplevert van ca. 340 mln. Daarnaast zal in 2033 het eigen vermogen van de WST ad. 76,5 mln. uitgekeerd worden aan de provincie. Daar tegenover staat een bedrag van 347,6 mln. dat financieel gedekt moet worden. Dit betekent dat er een rekenkundig overschot ontstaat van ca. 69 mln. Het terugverdienjaar van de bouw vd Sluiskiltunnel en de investering van de aandelen WST komt hiermee uit op het jaar Uit het "overschot" van 69 mln. dienen conform het statenvoorstel "projectbudget Sluiskiltunnel" van 5 november 2010 eventuele financiële tegenvallers in de bouw van de Sluiskiltunnel opgevangen worden. Daarnaast dient dit overschot om eventuele tegenvallers in de exploitatie van de Westerscheldetunnel (hetgeen resulteert in een lager dividend) op te vangen. Er dient een voorbehoud gemaakt te worden voor de in het voorgaande genoemde uitkomst. Omdat sprake is van een lange periode en er wordt gerekend met groei over groei is de onzekerheid in de ramingen groot. Eens in de 4 jaar dient samen met de vaststelling van het nieuwe tarievenbeleid, beoordeeld te worden of de financiële doelstellingen nog steeds gehaald kunnen worden. Voorgesteld wordt elke vier jaar het tarievenbeleid NV Westerscheldetunnel te herijken (eerstvolgende moment in het jaar 2015). De keuze hoe de tolgelden ingezet worden na het verwachte terugverdienjaar in 2031 is aan de politiek op het moment dat de verwachtingen ook echt zijn gerealiseerd. 7

9 Onderwerp: Verhoging opcenten Motorrijtuigenbelasting ten gunste van verlaging toltarieven Westerscheldetunnel Overzicht bijlagen: bijlage 1: Verordening Provinciale opcenten Provincie Zeeland bijlage 2: Tunnelwet Westerschelde uit 1998 bijlage 3: Notitie "Nieuwe toltarief structuur per 1 januari 2012 bijlage 4A: Inkomende brief Gemeente Hulst bijlage 4B: Inkomende brief Gemeente Terneuzen bijlage 4C: Inkomende brief Gemeente Sluis bijlage 5: Notitie "Financiële aspecten WST in relatie tot in de investering in de Sluiskiltunnel bijlage 6: Juridische achtergrond inzake discussie bijzonder tarief Zeeuws-Vlamingen bijlage 7: Motie Gemeente Borsele: verzoek bijdrage in kosten brandweer Borsele uit toltarieven WST bijlage 8: Motie Partij voor Zeeland: verlaging tolgelden Westerscheldetunnel Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit. gedeputeerde staten, Karla Peijs, voorzitter, Viek Verdult, secretaris. Ontwerp-besluit De staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 13 september 2011, nr ; besluiten: Motorrijtuigenbelasting: De opcenten Motorrijtuigenbelasting per 1 januari 2012 structureel te verhogen met 9 opcenten; hiermee wordt het nieuwe opcententarief Motorrijtuigenbelasting 78,3 opcenten. De in bijlage 1 bijgevoegde "Verordening Provinciale opcenten Provincie Zeeland" vaststellen en publiceren in het Provinciaal blad. Deelneming NV Westerscheldetunnel: In te stemmen met een structureel lager dividend van de NV Westerscheldetunnel van 2 miljoen ten gunste van een verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen, met ingang van het boekjaar (toelichting: een verlaging van de toltarieven per 1 januari 2012 komt pas tot uitdrukking in een lager dividend in het daaropvolgende boekjaar 2013). Elke vier jaar herijken tarievenbeleid NV Westerscheldetunnel (eerstvolgende moment in het jaar 2015). 8

10 VERORDENING PROVINCIALE OPCENTEN PROWNCIE ZEELAND Besluit van Gedeputeerde Staten van 11 november 2011 tot vaststelling van de Verordening Provinciale opcenten Provincie Zeeland (provinciaal blad nr. XX van 2012). Provinciale Staten van de Provincie Zeeland; gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten van 13 september 201 1; overwegende dat het wenselijk is om het tarief van de provinciale opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting te verhogen; gelet op de artikelen 220,22Oa, 222,222a en 2328 van de Provinciewet; besluiten: de Verordening op de heffmg van Opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting, vastgesteld bij hun besluit van 11 november 2003 (provinciaal blad nr. 3 van 2004), als volgt te wijzigen: Z. Artikel l Ten behoeve van de Provincie Zeeland worden jaarlijks 78,3 opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting geheven. 11 Artikel 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari ZIZ Artikel 3 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Provinciale Opcenten Provincie Zeeland. Middelburg, 11 november Provinciale Staten voornoemd. mevr. drs. K.M.H. Peijs, voorzitter. dhr. drs. P. Joosse, waarnemend statengiffier.

11

12 Wet van 1 oktober 1998, houdende voorzieningen betreffende de totstandbrenging en de exploitatie van een vaste oeververbinding onder de Westerschelde door een naamloze vennootschap (Tunnelwet Westerschelde) Wb Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz, Allen. die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de totstandbrenging en exploitatie van een vaste oeververbinding onder de Westerschelde door een privaatrechtelijke rechtspersoon, bijzondere wettelijke voorzieningen te treffen, waaronder de machtiging, bedoeld in artikel 29 van de Comptabiliteitswet, voor de oprichting van de rechtspersoon; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 5 1. Algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze wet wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat; b. de NV: de naamloze vennootschap, bedoeld in artikel 2, eerste lid; c. de exploitant: de NV, of de rechtspersoon met wie de NV is overeengekomen dat die rechtspersoon de tunnel met aansluitende wegen en bijbehorende werken, of een deel ervan, zal exploiteren. 2. Op de in deze wet gebruikte woorden motorrijtuig, personenauto en motorrijwiel zijn de artikelen 2 en 3 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 van toepassing. fj 2. Oprichting vennootschap Artikel 2 1. Onze Minister wordt gemachtigd namens de Staat der Nederlanden een naamloze vennootschap op te richten en deel te nemen in het bij de oprichting door hem vast te stellen kapitaal, alsmede deel te nemen in verdere plaatsing van het kapitaal. 2. De NV heeft als doel een tunnel onder de Westerschelde met aansluitende wegen en bijbehorende werken tot stand te brengen, in stand te houden en als rechthebbende te exploiteren of doen exploiteren. fj 3. Wegenrechtelijke bepalingen Artikel 3 1. Bij regeling van Onze Minister wordt aan de wegen door de tunnel en aan de aansluitende wegen de bestemming van openbare weg gegeven, alsmede de datum bepaald met ingang waarvan die wegen openbaar zijn. 2. Met ingang van de datum, bedoeld in het eerste lid, is de NV onderhoudsplichtige van die wegen. 3. Met ingang van de datum, bedoeld in het eerste lid, berust bij het Rijk het toezicht op het in goede staat verkeren van die wegen. 4. Waar in de Wegenverkeerswet 1994 en de daarop berustende bepalingen voor wegen onder beheer van het Rijk de minister van Verkeer en Waterstaat als bevoegd gezag wordt aangewezen, is in

13 afwijking daarvan voor de wegen, bedoeld in het eerste lid, het college van gedeputeerde staten bevoegd, met dien verstande dat bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat dit lid vervalt. 5. De bevoeadheid krachtens artikel 38 van de Waterstaatswet 1900 tot het geven van bevelen tot de uitvoerinfian noodzakelijke waterstaatswerken en voorzieningen komt wät de Westerscheldetunnel, de wegen door de tunnel en de aansluitende wegen betreft toe aan Onze Minister. Artikel 4 1. Met ingang van de datum, bedoeld in artikel 3, eerste lid, doet de exploitant aan een ieder die met een motorrijtuig, onderscheidenlijk een voertuig dat door een motorrijtuig wordt voortbewogen, gebruik wil maken van een weg door de tunnel, een aanbod tot het sluiten van een overeenkomst, houdende het gebruik van de weg door de tunnel. 2. In afwijking van artikel 14 van de Wegenwet is de exploitant bevoegd: a. het gebruik van de wegen door de tunnel te ontzeggen aan degene die met hem geen overeenkomst sluit over het gebruik; b. voorzieningen op de aansluitende wegen aan te brengen die tot doel hebben voor degene die de overeenkomst niet sluit, of niet nakomt, de verdere doorgang onmogelijk te maken. 4. Tarieven Artikel 5 1. De exploitant stelt voor de vergoeding voor het gebruik van een weg door de tunnel tarieven vast, en maakt deze bekend. 2. De tarieven kennen een referentietarief zijnde de hoogte van de vergoeding voor het gebruik van een weg door de tunnel met een personenauto in de periode dat geen bijzondere verhogingen van toepassing zijn. 3. De tarieven kennen geen tarief waarvan de hoogte wordt bepaald naar gelang het aantal inzittenden. Artikel 6 1. De hoogste vergoeding voor een rit met een personenauto bedraagt ten hoogste twee keer het referentietarief 2. De hoogste vergoeding voor een rit met een motorrijwiel bedraagt ten hoogste het referentietarief. 3. De hoogste vergoeding voor een rit met een ander motorrijtuig dan een personenauto of een motorrijwiel bedraagt ten hoogste vijf keer het referentietarief. 4. De hoogste vergoeding voor een rit met een voertuig dat door een motorrijtuig wordt voortbewogen, bedraagt ten hoogste de hoogte van de vergoeding die verschuldigd is voor de rit met het motorrijtuig dat het voertuig voortbeweegt. Artikel 7 Het referentietarief mag over een periode van twaalf maanden ten hoogste worden verhoogd met 10% gedurende de eerste twee jaar met ingang van de datum, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 8% gedurende het derde en het vierde jaar na bedoelde datum, 6% gedurende het vijfde en het zesde jaar na bedoelde datum en 4% gedurende het zevende jaar en de volgende jaren na bedoelde datum, telkens vermeerderd met de percentuele stijging van de prijzen bij het onderhoud van wegen met een gesloten verharding buiten de bebouwde kom over de jongste vergelijkbare periode. Artikel 8 Geen vergoeding is verschuldigd voor het gebruik met motorrijtuigen: a. die zijn ingericht en uitsluitend worden gebruikt voor het vervoer van zieken en gewonden en die

14 als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn; b. diezgn ingericht en uitsluitend worden gebruikt voor het vervoer van een stoffelijk overschot; c. die uitsluitend worden gebruikt voor defensie, of d. die uitsluitend worden gebruikt door politie en brandweer en als zodanig uiterlijk herkenbaarzun Slotbepalingen Artikel 9 1. Het referentietarief bedraagt op de datum, bedoeld in artikel 3, eerste lid, ten hoogste het bedrag dat bij regeling van Onze Minister is vastgesteld. 2. De regeling, bedoeld in het eerste lid, treedt niet eerder in werking dan acht weken na de datum van bekendmaking in de Staatscourant. Van de bekendmaking wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal. Artikel Deze wet vervalt met ingang van het eenendertigste jaar na de datum, bedoeld in artikel 3, eerste lid. 2. Indien de resultaten van de NV daartoe aanleiding geven, kan bij algemene maatregel van bestuur de werkingsduur van deze wet worden verlengd tot een totale periode van ten hoogste vijftig jaar. Artikel 11 Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Artikel 12 Deze wet wordt aangehaald als: Tunnelwet Westerschelde. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te 's-gravenhage, 1 oktober 1998 Beatrix De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Netelenbos Uitgegeven de tweeëntwintigste oktober 1998 De Minister van Justitie, A. H. Korthals

15

16 Nieuwe toltariefstructuur per 1 januari Differentiatie naar specifieke doelgroepen Datum: 1 september 2011 Kenmerk: NVWST Versie: 5.1 Status: Vastgesteld N.V. Westerscheldetunnel posradrees Postbus AS Goes bezoekadres Weste<~cheidetunnelweg PD Borccele telefoon telefax KvK re Middelburg nr info@westerscheldetunnel.nl

17 Differentiatie naar doelgroepen NVWST blad 2 van 15 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Wettelijk en juridisch kader Verantwoordelijkheden N.V. Westerscheldetunnel Provincie Zeeland Bestaande tariefstructuur en veelgebruikerskorting Invloed van voornemen GS op financieel beleid WST Bepaling doelgroepen en differentiatie tarieven Inleiding t-tag abonnee: in 2012 geen verhoging tarieven Motorrijders: tarief gehalveerd Veelgebruikers: korting verhogen en drempel verlagen MKB en toerisme (campers): verhogen hoogtegrens Voordeel voor alle (Zeeuwse) burgers: introductie van tolvrije dagen Conclusies... 14

18 Differentiatie naar doelgroepen NVWST blad 3 van Inleiding Op 15 april is een nieuw college van Gedeputeerde Staten (GS) benoemd. In het collegeprogramma voor de komende vier jaar ('Stuwende Krachten') is een passage over de N.V. Westerscheldetunnel (WST) en de toltarieven opgenomen. Provinciale opcenten Motorrijtuigenbelasting Het opcententarief in Zeeland is het op een na laagste in Nederland. In de komende periode zullen wij een voorstel uitwerken om de provinciale opcenten ingaande het jaar 2012 eenmalig te verhogen. De opbrengsten als gevolg van deze verhoging van de opcenten willen wij aanwenden voor enerzijds de verbetering van de bereikbaarheid en infrastructuur in Zeeland en anderzijds voor een verlaging van de tunneltarieven voor speciale doelgroepen. Aangezien de bevoegdheid om de tarieven vast te stellen bij de directie van de WST ligt, heeft de Gedeputeerde, in zijn rol als aandeelhouder, de WST verzocht te onderzoeken welke mogelijkheden en consequenties bovenstaande passage heeft voor de WST. Het verhogen van de opcenten is een verantwoordelijkheid van de Provincie. De WST is in eerste instantie geen voorstander van het koppelen van deze verhoging aan de tolheffing bij de Westerscheldetunnel. Momenteel bestaat er namelijk een directe relatie tussen het gebruik van en het betalen voor de Westerscheldetunnel. De gebruiker betaalt dus. Dat beginsel wordt straks voor een deel ondermijnd, al wordt nu reeds een belangrijk deel van de kosten van de WST ondervangen door de afgekochte exploitatievergoeding van het Rijk en de Provincie. Door het verhogen van de opcenten betaalt namelijk elke Zeeuwse personenautobezitter structureel meer motorrijtuigenbelasting, terwijl slechts een beperkte groep profijt van de verlaagde toltarieven zal hebben, met daarin ook een fors niet-zeeuws aandeel. Nu komt de oppositie tegen tolheffing vooral vanuit Zeeuws-Vlaanderen, dan mogelijkerwijs uit heel Zeeland. De WST ziet het voornemen van GS echter ook als een kans om meer differentiatie in de tarieven voor haar klanten aan te brengen. Door middel van deze notitie wordt dan ook invulling gegeven aan het verzoek van de Gedeputeerde. De notitie beschrijft de directe gevolgen van het voornemen van GS voor het financieel beleid van de WST aan de hand van het wettelijke kader, de verantwoordelijkheden van de WST en de Provincie en het huidig vastgestelde tarievenbeleid. Daarnaast worden in deze notitie verschillende doelgroepen gedifferentieerd. Door deze notitie legt de directie van de WST de aandeelhouder voor hoe invulling te geven aan de wens van het College om voor speciale doelgroepen de tarieven te verlagen.

19 Differentiatie naar doelgroepen NVWST blad 4 van Wettelijk en juridisch kader Tunnelwet Westerschelde Het wettelijk kader voor het functioneren van de WST wordt gevormd door de Tunnelwet Westerschelde uit In deze wet zijn de oprichting van de vennootschap, wegenrechtelijke bepalingen, tarievenopbouw en slotbepalingen uitgewerkt. Belangrijke onderdelen van de wet zijn het toekennen van de bevoegdheid aan de directie van de WST om tarieven vast te stellen en de geldigheidsduur van de wet. Deze is vastgesteld op 30 jaar na het moment dat aan de tunnel en de toeleidende wegen de bestemming van openbare weg is gegeven. Dat betekent dat de wet op 13 maart 2033 vervalt. Daarmee vervalt ook de bevoegdheid van de WST om tol te heffen. De Tunnelwet biedt wel de mogelijkheid om de duur van de wet met maximaal 20 jaar te verlengen, maar dit kan alleen bij algemene maatregel van bestuur en indien de resultaten van de WST daar aanleiding toe geven. Overeenkomst inzake totstandbrenging, beheer en onderhoud Westerscheldetunnel In de in 2000 afgesloten 'Overeenkomst inzake totstandbrenging, beheer en onderhoud Westerscheldetunnel', is onder meer vastgelegd dat de WST 'indien en zodra' de tolheffing eindigt het recht heeft om de WST-registergoederen te verkopen aan de Staat en de Staat het recht heeft om de WST-registergoederen van de WST te kopen. De (ver)koopprijs van de WST-registergoederen bedraagt 1. Dit impliceert dat deze registergoederen bij overdracht bedrijfseconomisch afgeschreven moeten zijn. Het financiële beleid van de WST is er dan ook op gericht om op die datum de activa te hebben afgeschreven. Overeenkomst Westerscheldetunnel In de in het kader van de aandelenoverdracht in 2009 afgesloten 'Overeenkomst Westerscheldetunnel' zijn nadere afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder de overdracht van de WST-registergoederen aan de Staat plaats moet gaan vinden. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat de overdracht van de infrastructuur plaatsvindt bij het vervallen van de Tunnelwet en dat de Staat 10 jaar voor overdracht inzicht krijgt in de onderhoudsplannen van de WST. Daarna zal de Staat in de periode vanaf 8 jaar voor overdracht bijdragen in de kosten van grote investeringen enlof vervangingen (minimale omvang 0,5 mln.), op basis van de bedrijfseconomische restlevensduur van de investering na het overdrachtsmoment. Door deze afspraak wordt voorkomen dat de Staat bij overname een potentieel 'uitgeleefde' infrastructuur overneemt en dat de WST in de laatste exploitatiejaren geconfronteerd wordt met investeringen die in de beperkte resterende looptijd niet meer terugverdiend kunnen worden. Overeenkomst afkoop exploitatiebijdrage In 2010 is tussen Provincie en WST een overeenkomst gesloten waarbij de afkoop van de exploitatiebijdrage en de uitkering van de aanwezige agioreserve is overeengekomen. In lid 4 van deze overeenkomst is tussen partijen overeengekomen dat de Provincie zorg zal dragen dat de WST altijd aan haar financiële en andere verplichtingen kan voldoen. Dit is niet van toepassing indien er sprake is van buitengewone onvoorziene omstandigheden van zodanige aard dat de Provincie Zeeland daar in redelijkheid niet aan gehouden kan worden.

20 Differentiatie naar doelgroepen NVWST blad 5 van Verantwoordelijkheden 3.1. N.V. Westerscheldetunnel De directie van de WST is, op basis van de Tunnelwet, zelfstandig verantwoordelijk voor het exploiteren van de Westerscheldetunnel en toeleidende wegen, inclusief tolheffing en het vaststellen van de tarieven. De WST baseert haar strategie op de door de aandeelhouder geformuleerde doelstelling en op de missie van de vennootschap. Deze missie luidt: "Het streven naar optimale dienstverlening tegen zo laag mogeljke tarieven ". "Optimale dienstverlening" wordt bepaald door het streven van de WST naar een zo veilig mogelijke verbinding met een zo hoog mogelijke beschikbaarheid van het gehele tracé. Hiermee komt tot uiting dat de dienstverlening van de WST gericht is op het invullen van de behoeften van de klant, maar begrensd wordt door veiligheidsvoorschriften en financiële haalbaarheid. "Zo laag mogelijk" wordt bepaald door de verplichting van de WST om in 2033 de tunnel te hebben afgeschreven. Daarnaast moeten de financiële resultaten minimaal de kosten van de exploitatie dekken, de continuïteit van de vennootschap waarborgen en de aandeelhouder in staat stellen om haar doelstellingen die ontstaan als gevolg van aankoop van de aandelen van de Westerscheldetunnel en de realisatie en het beheer en onderhoud van de Sluiskiltunnel, na te komen. De uitgangspunten in de missie hebben ook financiële gevolgen: er wordt een voor de beschikbaarheid efficiënt onderhoudsritme aangehouden (gemiddeld een keer per vier weken, vrijwel uitsluitend 's nachts en daardoor duurder), er worden verschillende (o.a. verkeerskundige) maatregelen getroffen en bij investeringen wordt altijd gezocht naar de meest betrouwbare en kwalitatief hoogstaande oplossingen. Er wordt naar gestreefd dat de volledige beschikbaarheid van beide tunnelbuizen op minimaal 98% ligt. Voorts is er ook een financiële invalshoek vanuit het klantenperspectief te onderkennen. De tariefsontwikkeling bij de WST zal voor klanten voorspelbaar moeten zijn. De ontwikkeling van de tarieven zal door de klant vaak afgezet worden tegen de beleving van de inflatie. Uitzonderlijke omstandigheden daargelaten zou de tariefsstijging bij de WST in ieder geval niet hoger mogen zijn dan de door de klant te ervaren inflatie. Hoewel daar ongetwijfeld in werkelijkheid enige volatiliteit in zal ontstaan, hanteert de WST daarom de inflatiedoelstelling van de ECB als norm. Er wordt daarbij uitgegaan van een gemiddelde tariefsstijging van 2% per jaar.

21 Differentiatie naar doelgroepen NVWSTl blad 6 van Provincie Zeeland Op 1 juli 2009 zijn de aandelen van de WST volledig in handen van de Provincie Zeeland gekomen. Om invulling te geven aan de hernieuwde rol van (100%) aandeelhouder hebben Provinciale Staten (PS) van Zeeland in december 2009 twee voorstellen van GS aangenomen. Het eerste voorstel betrof de bevoegdhedenverdeling tussen PS en GS voor wat betreft het uitoefenen van het aandeelhouderschap. Het tweede voorstel betrof het tarievenbeleid voor de WST, waarin door de WST een kader werd gesteld voor de vast te stellen tarieven voor de periode waarin de provinciale bijdrage aan de realisatie van de Sluiskiltunnel 'terugverdiend' moest worden. In februari is door het college van GS een statenvoorstel, de Notitie Tolheffing Westerscheldetunnel, aangeboden aan PS. Daarin is de financiële situatie van de WST beschreven. De resultaten van de WST dienen te voldoen aan de doelstellingen van de Provincie: het bijeensparen van de provinciale bijdrage voor de aanleg, verzekering en het onderhoud van de Sluiskiltunnel en het terugverdienen van de aankoopkosten van de Westerscheldetunnel. Daarnaast moeten de resultaten voor de WST uiteraard minimaal zo positief zijn dat de exploitatie- en afschrijvingskosten van de WST zelf worden gedekt. Belangrijkste conclusie is dat er momenteel een rekenkundig 'overschot' van 69 mln. bestaat tussen inkomsten en uitgaven in de periode tot 14 maart Uit dit rekenkundige 'overschot' dienen eventuele tegenvallers in de exploitatie van de WST opgevangen te worden evenals mogelijke tegenvallers in de bouw en het beheer en onderhoud van de Sluiskiltunnel. Er dient bovendien een voorbehoud gemaakt te worden: omdat er sprake is van een lange toekomstige periode en er wordt gerekend met 'groei over groei' is de onzekerheid in de ramingen groot. Eens in de vijf jaar zal, samen met de vaststelling van het nieuwe tarievenbeleid, worden beoordeeld of het geraamde 'overschot' nog steeds behaald wordt. Een eerstvolgende vaststelling van het tarievenbeleid vindt ~laats in 2015.

22 4. Bestaande tariefstructuur en veelgebruikerskorting Differentiatie naar doelgroepen NVWSTROI blad 7 van 15 Bij de start van de exploitatie van de Westerscheldetunnel diende er een heffingsgrondslag te worden bepaald in de vorm van voertuigcategorieën. Uitgangspunten daarbij waren drie bepalingen in de Tunnelwet. Er mocht bij de indeling niet te veel afgeweken worden van hetgeen gehanteerd werd bij de veerdiensten, het gemiddelde tarief in de tunnel moest hetzelfde zijn als bij de veerdiensten en zwaarder verkeer zou een hoger tarief moeten betalen. Met deze uitgangspunten als basis is wereldwijd gekeken naar de parameters die elders bij tolheffing werden gehanteerd. Uiteindelijk is er voor gekozen om te gaan werken met de parameters lengte - mede omdat dit al gehanteerd werd bij de veerdiensten - en hoogte, omdat dit het beste de zwaarte van het voertuig representeert. Door variaties in lengte en hoogte ontstonden vier categorieën, die tot op de dag van vandaag gehanteerd worden. Daarbij wordt tevens gebruik gemaakt van de wettelijke indeling die spreekt van trekkende en getrokken voertuigen. Dit komt met name tot uiting in de categorieën 2 en 4. voertuigen met een lengte < 6 meter en een hoogte < 2.50 meter. voertuigen met een lengte > 6 meter en een hoogte < 2,50 meter. Categorie 3: voertuigen met een lengte 12 meter en een hoogte > 2,50 meter. Categorie 4: voertuigen met een lengte > 12 meter en een hoogte > 2,50 meter. Categorie 1: Categorie 2: Bij ongewijzigd beleid zijn de tarieven voor per categorie:...,.,..,.,...,., -i::, :,.... :Tarief,...,.,,....i201. 2:::......,,.,..... <~~fi~f,:.201!2..,.....,.,.... <.....,,,..,.,,,..,,... ;-...,.,-.,.,,..,n.:+; :;,j- :::lt'f&g:'ifil:;> Cat. l 5,OO 3,90 Cat. 2 7, Cat. 3 18,20 14,20 Cat r.. :.-k De WST kondigde reeds in 2007 aan een veelgebruikers- of een staffelkorting te gaan introduceren. Dit kwam voort uit de constatering dat de gehanteerde t-tagkorting, mede door het succes van de t-tag, niet voldoende onderscheidend naar de klant toe was. Immers, de korting die verleend wordt aan een t-tag abonnee is voor elke passage dezelfde, of iemand nu een paar keer per jaar passeert of vele malen per week. In juni 2010 heeft PS het door de WST opgestelde voorstel aangenomen. De veelgebruikerskorting is op 1 januari ingegaan en heeft de volgende kenmerken: - de eerste 200 passages per kalenderjaar worden afgerekend tegen het geldende t-tagtarief; - de passages na het genoemde drempelaantal in een categorie worden afgerekend met een extra koning van gemiddeld 12,5%; - de verwachting is dat deze korting jaarlijks ongeveer 1 % van de tolopbrengsten kost; - de korting wordt toegepast op basis van de passages per t-tag en niet per klant.

23 Invloed van voornemen GS op financieel beleid WST Differentiatie naar doelgroepen NVWSTI blad 8 van 15 De directie en de Raad van Commissarissen (RvC) van de WST zijn verantwoordelijk voor de vennootschap en dienen te beoordelen of de consequenties van het voornemen van GS acceptabel zijn voor de vennootschap. De directie en de RvC gaan ervan uit dat de opbrengsten uit de opcenten structureel beschikbaar komen voor de verlaging van toltarieven. Op die wijze blijft de financiële doelstelling die de Provincie aan de WST heeft opgelegd ongewijzigd en hoeven de (overigeltarieven niet op basis van deze besluitvorming verhoogd te worden. Na de aandelentransactie tussen de Provincie en de Staat in 2009 is de financiële huishouding van de WST sterk veranderd. Door de afkoop van de exploitatiebijdrage is met name het financiële resultaat op een veel lager niveau komen te liggen. Door het verlagen van de tarieven voor specifieke doelgroepen dalen de inkomsten van de WST naar verwachting jaarlijks met 2 mln. per jaar. Deze lagere omzet leidt direct tot een lager financieel resultaat. Logisch gevolg is dat er hierdoor ook jaarlijks 2 mln. minder dividend aan de Provincie als aandeelhouder kan worden uitgekeerd. Hoewel het effect op de omzet slechts 7% is, is het effect op het exploitatieresultaat gemiddeld meer dan 25% en in zelfs bijna 50%. De liquiditeitspositie van de WST wordt door het verlagen van de tarieven en daarmee het verminderen van de omzet direct aangetast. Hier staat een lagere dividenduitkering tegenover, maar gemiddeld genomen neemt het werkkapitaal met 2 mln. af. Dit leidt tot lagere rente-inkomsten, al zijn deze bij de huidige renteniveaus niet erg hoog. De financiële marge voor de WST wordt dus kleiner, terwijl in het huidige beleidsplan van de WST een aantal majeure projecten (nieuw onderhoudscontract in 201 3, renovatie bedieningsruimte in 201 3, tunneltechnische revisie in 201 8) zijn opgenomen. Afwijkingen in de realisatie ten opzichte van de begroting kunnen grote invloed op de toekomstige resultaten en liquiditeit van de WST hebben. De directie en de RvC van de WST komen op dit moment tot de beoordeling dat het verder differentiëren van de tarieven de financiële huishouding van de WST aanzienlijk, maar niet onoverkoombaar beïnvloedt en dus acceptabel is. Gezien de (in financieel opzicht grote) onzekerheden die de toekomstige exploitatie van de WST kent, kunnen de directie en de RvC alleen instemmen met dit voorgestelde beleid onder het voorbehoud dat bij een dreigend liquiditeitstekort de dividendbetaling in de toekomst deels of geheel kan worden opgeschort. Daarnaast benadrukt de RvC dat, bij onvoorziene omstandigheden, een beroep zal worden gedaan op de bepaling in de overeenkomst met de Provincie inzake de afkoop van de exploitatiebijdrage.

24 6. Bepaling doelgroepen en differentiatie tarieven 6.1. Inleiding Differentiatie naar doelgroepen NVWSTIZOI blad 9 van 15 Sinds de opening van de Westerscheldetunnel in 2003 hebben diverse partijen (individuele klanten, belangengroepen- en organisaties en gemeenten) zich geroerd over de gehanteerde tarieven en de categorie-indelingen. De meeste kritiek kwam van motorrijders en eigenaren van campers. Motorrijders zijn van mening dat zij (analoog aan de wegenbelasting) minder dan personenauto's zouden moeten betalen. Klachten van campers hebben met name te maken dat zij beduidend meer moeten betalen dan personenauto's met een caravan. In overleggen met belangenorganisaties van de transportsector, EVO en TLN, is door die organisaties aangegeven dat niet alleen de voorspelbaarheid van de tarieven een belangrijk item is, maar ook het feit dat voertuigen de laatste jaren aanzienlijk in omvang zijn toegenomen. In 2003 was een hoogte van 2.50 meter nog uitzonderlijk, inmiddels zijn voertuigen van het MKB, maar ook campers, aanzienlijk groter en vooral hoger geworden. Er wordt met regelmaat gediscussieerd over het ontbreken van een bijzonder tarief voor Zeeuws-Vlamingen, zoals dat het geval was bij de veerdiensten. De minister gaf reeds in 1998, bij de behandeling van het wetsvoorstel van de Tunnelwet, aan bezwaren te hebben tegen een specifieke regeling voor de inwoners van Zeeuws- Vlaanderen. Zij zag niet waarom mensen uit Zeeuws-Vlaanderen meer recht zouden hebben op een regeling dan mensen van de Bevelanden of Walcheren. In 2008 zijn er Statenvragen gesteld aan het college van GS over mogelijkheden om Zeeuws-Vlamingen korting te geven op het tunneltarief. Het toenmalige college van GS heeft op de voorgelegde vragen geantwoord geen voorstander te zijn van een kortingsregeling op basis van woonplaats vanwege discriminatie op grond van herkomst. De WST is het eens met dit standpunt. Zij ziet geen reden om onderscheid te maken in de herkomst van haar klanten. Bovendien is dat juridisch gezien ook niet mogelijk. En met name nu de verhoging van de opcenten motorrijtuigenbelasting iedere inwoner van Zeeland treft, valt ook niet in te zien waarom een eventueel voordeel alleen of grotendeels zou moeten toevallen aan de inwoners van Zeeuws- Vlaanderen. In de volgende paragrafen wordt per doelgroep aangegeven welke overwegingen hebben meegespeeld in de bepaling ervan en wat de te verwachten effecten zijn. Tot slot worden de kosten per doelgroep weergegeven. Bij het bepalen van doelgroepen is gekeken naar de bestaande klantengroepen, bovenstaande klachten en suggesties en de ervaringen gedurende de exploitatie van de Westerscheldetunnel.

25 6.2. t-tag abonnee: in 2012 geen verhoging tarieven Differentiatie naar doelgroepen NVWSTR blad 10van 15 Naar aanleiding van hetgeen is vastgelegd in de notitie 'Tarievenbeleid' stelt de WST sinds de t-tag abonnee duidelijk centraal in de klantbenadering. Dat wil zeggen dat het in eerste aanleg die klant is die profiteert van hogere kortingen op of lagere stijgingen van het tarief. In de beleving moet het niet gaan om de korting voor de t-tag abonnee, maar om een opslag voor degene die geen t-tag heeft. Momenteel staat ongeveer 80% van de t-tags op een Zeeuws adres geregistreerd. Daardoor wordt op legitieme wijze ingespeeld op het regionale karakter van de WST. In 2010 waren circa 3.7 miljoen passages (67% van het totaal), passages met een t- tag. Om een groot aantal vaste klanten tegemoet te komen is gekozen om de afstand tussen het nominale tarief en het tarief voor abonnees in 2012 (weer) iets te vergroten. Hierdoor wordt het gebruik van een t-tag gestimuleerd en een vlottere doorstroming op het tolplein bereikt. Bij het bepalen van de doelgroepen heeft de WST nadrukkelijk oog voor het bestaande klantenbestand. In het beleidsdocument 'Koers 201 2' wordt voorgesteld om de nominale tarieven met circa 2% te laten stijgen en de tarieven voor abonnees in 2012 gelijk te houden aan die van De korting ten opzichte van het nominale tarief is dan verhoogd naar 24%. De kosten hiervan bedragen circa E per jaar. In en volgende jaren stijgen beide tarieven weer met de gemiddelde tariefsstijging van 2%. Tarieven met hogere korting voor t-tag abonnee

26 6.3. Motorrijders: tarief gehalveerd Differentiatie naar doelgroepen NVWST blad 11 van l 5 Er zijn bij de WST al sinds de openstelling technische problemen met het detecteren van motoren in de tollanen. Steeds meer motoren zijn gemaakt van kunststof in plaats van metaal, waardoor het voor het tolsysteem moeilijk is het binnenrijden van een motor te detecteren. Bovendien rijden motorrijders in de praktijk vaak naast elkaar door de tollanen in plaats van achter elkaar, zoals geboden. Dit zorgt er voor dat de tolafhandeling niet correct kan verlopen en dat er geen veilige passage kan worden gegarandeerd. Daarom is besloten dat motorrijders te allen tijde via de kassalanen dienen te passeren. Motorrijders kunnen dus geen gebruik maken van snelle passages met de t-tag. Daarnaast zijn motorrijders, verenigd in de Motorrijders Actie Groep, van mening dat zij bij de Westerscheldetunnel niet of in ieder geval minder dan personenauto's zouden moeten betalen. Jaarlijks passeren circa motorrijders door de Westerscheldetunnel. Voorgesteld wordt daarom om het tarief voor motorrijders die langs de kassa passeren te verlagen naar Hiermee wordt categorie 5 ge'introduceerd. Deze optie is voor motorrijders praktisch en in feite het antwoord op het technisch probleem van de WST met betrekking tot het automatisch detecteren van motoren. Het tarief voor de groep 'Motoren via kassa' gaat dus, in tegenstelling tot andere categorieën, bepaald worden door de wijze van passeren en niet door de afmeting. Via een kassalaan geldt in het vervolg het lage tarief van 2,50 ongeacht het betaalmiddel. Indien gebruik wordt gemaakt van andere lanen (creditcard of t-tag) blijft het tarief van een personenauto gelden, aangezien op dat moment ook gebruik gemaakt wordt van voor motorrijders verboden lanen. Motorrijders kunnen, indien zij dat wensen, wel gebruik blijven maken van de t-tag voor de gemakkelijke financiële afhandeling van een passage. De t-tag zal dan aan de kassa door de tolgaarder worden uitgelezen. Met deze keuze kan de indruk worden gewekt dat het tarief tot 2033 vastligt. Dat is echter niet het geval. Jaarlijks zal moeten worden beoordeeld of en in welke mate het tarief moet worden aangepast. Het stijgingspercentage kan voor deze doelgroep afwijken van het percentage dat voor de andere categorieën wordt gehanteerd, aangezien het niet praktisch is om tarieven te hanteren waar veel munten voor nodig zijn Veelgebruikers: korting verhogen en drempel verlagen De invulling van de huidige veelgebruikerskorting is beperkt door het budget van 0,3 mln. (circa 1 % van de tolopbrengsten) dat hiervoor jaarlijks beschikbaar is. Met het extra geld dat nu beschikbaar komt, is op basis van de verkeerscijfers van gekeken naar de meest zinvolle manier om deze korting te verruimen. Allereerst is er gekeken of het zinvol is de drempel van 200 passages in stand te houden en alleen de hoogte van de korting verder te verhogen. Nadeel van deze variant is dat slechts een heel klein aantal veelgebruikers profiteert van de maatregel. Vervolgens is gekeken naar het verlagen van de drempel. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat er sprake moet blijven van echt frequente gebruikers. Uit de doorrekening van de diverse scenario's, waarbij is gekeken naar de hoogte van de

27 Differentiatie naar doelgroepen NVWSTROI blad 12 van 15 korting in combinatie met de potentiële doelgroep, blijkt een drempel van 150 passages het meest effectief te zijn. Concreet betekent dit dat een parttime forens ook in aanmerking kan komen voor de veelgebruikerskorting. Naast het verlagen van de drempel naar 150 passages wordt ook de korting verhoogd van 12.5% naar 20% ten opzichte van het t-tagtarief. Ten opzichte van het nominale tarief bedraagt de korting dan 39%. Beoogde Veelgebruikerskorting bij ongewijzigd beleid 6.5. MKB en toerisme (campers): verhogen hoogtegrens Bij de opening van de Westerscheldetunnel is er, zoals beschreven in hoofdstuk 5, gekeken naar lengte en hoogte als heffingsgrondslag. In die tijd was een hoogte van 2,50 meter nog uitzonderlijk. In de loop der jaren zijn echter de kleine vrachtwagens, bestelbussen en campers langer, maar vooral ook hoger geworden. Dat komt tot uiting in de gestage stijging van passages in categorie 3. Bij de betreffende klanten ontstaat steeds meer een 'onrechtvaardig' gevoel, bijvoorbeeld door het verschil in tarifering tussen een auto met caravan en een camper. De WST classificeert echter niet op het gebruik(snut1 van het voertuig, maar op de eenduidige parameters lengte en hoogte. Om het tarief aan te kunnen passen voor deze voertuigen is er feitelijk maar één mogelijkheid: het verhogen van de hoogtegrens. Door de hoogtegrens te verhogen naar 3,00 meter wordt het gevoel van 'onrechtvaardigheid' weggenomen en ontstaat ook een onderscheidend vermogen ten opzichte van de Liefkenshoektunnel. Daar is de hoogtegrens nu bepaald op 2,75 meter. Uit een steekproef blijkt dat van de passages in categorie 3 er 60% kleine vrachtwagens zijn, 15% transportbusjes en 5% campers. De overige 15% zijn bussen (deze zijn hoger dan 3 meter en blijven in categorie 3 vallen).

28 Differentiatie naar doelgroepen NVWSTR blad 13 van 15 Naar verwachting zal door de verhoging van de hoogtegrens 85% van de transportbusjes en andere bedrijfsvoertuigen in een lagere, en dus goedkopere, categorie gaan vallen. Dat gaat ook gelden voor circa 80% van de campers. Gezien de vele verschillende modellen (lengte en hoogte) zullen campers vanaf in drie verschillende categorieën gaan vallen. In de communicatie zal daar aandacht aan worden besteed. Tevens zal de WST in haar communicatie benadrukken dat de door het tolsysteem gemeten hoogte en lengte vaste parameters zijn in het classificeren van voertuigen. Daarbij wordt de totale lengte en de totale hoogte gehanteerd, dus inclusief eventuele op- en aanbouw Voordeel voor alle (Zeeuwse) burgers: introductie van tolvrije dagen De bevoegdheid tot het heffen, en daarmee ook verhogen, van de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting, ligt bij de Provincie Zeeland. De Provincie is gehouden deze opslag binnen het wettelijke maximum te houden, maar is verder autonoom in het te hanteren beleid en in de aanwending van de inkomsten uit deze heffing. Het huidige college van GS heeft in haar beleidsprogramma er voor gekozen om eenmalig, maar wel structureel, deze heffing te verhogen en de opbrengst daarvan aan te wenden voor versterking van de Zeeuwse infrastructuur en verlaging van de toltarieven van de Westerscheldetunnel voor bepaalde doelgroepen. Hierdoor ligt er in ieder geval gevoelsmatig een relatie tussen de verhoging van de opcenten en de Westerscheldetunnel. Door het verhogen van de opcenten gaat straks elke Zeeuwse personenautobezitter jaarlijks meer motorrijtuigenbelasting betalen en zal per definitie slechts een kleine groep profijt hebben van de in de vorige paragrafen beschreven aanpassingen in de tariefstructuur van de WST. De WST is zich bewust van de unieke positie die tolheffing voor het gebruik van de Westerscheldetunnel inneemt in Zeeland. Naar ons idee zou een 'last' die aan de Zeeuwen wordt opgelegd, in de praktijk aan grote groepen Zeeuwen ook als een 'lust' moeten kunnen worden teruggegeven. Aangezien een groot deel van de Zeeuwse autobezitters geen klant is van de WST, bieden de eerder genoemde maatregelen voor hen geen soelaas. De WST wil daarom voor iedereen, en zeker voor de Zeeuwse burger, een aantal tolvrije dagen per jaar introduceren, om zo een eventuele barrière door tol weg te nemen. Concreet betekent dit dat gedurende vier tot zes dagen per jaar (data nog te bepalen; of losse dagen of mogelijk een weekend) geen tol geheven zal worden. In zal dit worden beperkt tot maximaal vier tolvrije dagen, omdat de financiële effecten van de andere maatregelen gebaseerd zijn op schattingen en de daadwerkelijke uitkomsten daarvan nog moeten blijken en goed moeten worden geanalyseerd. Naast de mogelijkheid om op die wijze 'gratis' familie te kunnen bezoeken, mag tevens verwacht worden dat dergelijke dagen benut kunnen worden om inkopen te doen of steden en attracties te bezoeken, waardoor hiervan ook een beperkt positief economisch effect kan uitgaan.

29 7. Conclusies Differentiatie naar doelgroepen NVWST blad 14 van 15 Het college van Gedeputeerde Staten heeft bij de WST aangegeven dat de inkomsten uit de opcenten die ter beschikking komen om de tunneltarieven voor speciale doelgroepen te verlagen structureel zijn. Voor de WST is dit een voorwaarde, omdat een aantal maatregelen, zoals bijvoorbeeld het aanpassen van de hoogte, moeilijk (aanvaardbaar) terug te draaien is. Hoewel er de komende jaren vanuit financieel oogpunt een aantal onzekerheden in de exploitatie van de Westerscheldetunnel bestaan, meent de WST dat er voldoende zekerheden zijn dat de continuïteit van het bedrijf niet in gevaar komt. Bij de WST zijn verschillende scenario's onderzocht en is ook bekeken of de beoogde doelgroepen 'technisch' en juridisch te realiseren zijn. In de eerdere hoofdstukken zijn de afwegingen en de eventuele vervolgstappen daaromtrent benoemd. Zoals het zich nu laat aanzien zijn daaruit geen problemen te verwachten. Doordat naast de vaste klanten, ook aan specifieke klantgroepen tegemoet gekomen wordt, is de WST van mening dat een afgewogen en voor de bedrijfsvoering verantwoorde keuze is gemaakt om vanaf de tunneltarieven voor bepaalde doelgroepen te verlagen. De WST gaat lagere dividenddoelstelling aanwenden om de volgende differentiatie in doelgroepen aan te brengen. 1. Abonnees De nominale tarieven stijgen in 2012 met afgerond 2%. de t-tagtarieven blijven gelijk aan die van In zullen beide tarieven weer stijgen. 2. Veelgebruikers De korting wordt verhoogd van circa 12,5% naar circa 20% (ten opzichte van het t-tagtarief) en de drempel om in aanmerking te komen voor de veelgebruikerskorting wordt verlaagd van 200 naar 150 passages per t-tag per jaar. 3. Kleine vrachtwagens, bestelbussen en campers (categorie 3 voertuigen) Door de hoogtegrens van 2-50 meter te verhogen naar 3,00 meter valt een groot deel van deze doelgroepen in een goedkopere categorie. 4. Motoren Bij passage langs de kassa geldt (ongeacht het betaalmiddel) een lager tarief (voor 2012 is het tarief 2.50). 5. (Zeeuwse) burgers In worden maximaal vier tolvrije dagen door de directie van de WST aangewezen.

30 Differentiatie naar doelgroepen NVWSTl blad 15 van 15 De hiermee samenhangende kosten ( 2.0 mln.) zijn een inschatting, die gebaseerd is op de samenstelling van het verkeer over 2010 en daaruit getrokken steekproeven, rekeninghoudend met een toename van het verkeer in T-tag abonnees 0,5 mln. 2. Veelgebruikers 0.5 mln. 3. Hoogte busjesikleine vrachtauto's 0.55 mln. 4. Hoogte campers 0,05 mln. 5. Motoren 0.2 mln. 6. Tolvrije dagen 0.2 mln. De Raad van Commissarissen heeft in haar vergadering van 1 september positief geadviseerd over deze notitie. Vervolgens is dit voorstel zoals afgesproken, aangeboden aan het College van Gedeputeerde Staten. In het beleidsplan 'Koers 201 2', dat zal worden vastgesteld in de aandeelhoudervergadering op 24 november 201 1, worden de tarieven voor 2012 opgenomen. Deze tarieven zijn mede gebaseerd op deze notitie en veronderstellen dat PS Instemt met het statenvoorstel om een structureel lager dividend van de NV Westerscheldetunnel van E 2 miljoen in te zetten ten gunste van een verlaging van de tunneltarieven voor specifieke doelgroepen per 1 januari De ingangsdatum van de in dit document opgenomen aanpassingen is 1 januari

31

32 Aan: het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland Postbus LA Middelburg. Uw kenmerk Behandeld door A.C.A. de Nijs adres Ondemerp Motie gemeenteraad. Ons kenmerk ANSI25-3 Doorkiesnummer (O1 14) Bijlasen 1 Datum 25 maart Verzenddatum Geacht colle-ge, De gemeenteraad van Hulst heeft zich door middel van een motie uitgesproken dat de te verwachten inkomsten, beschikbaar komend via de tolheffing voor het gebruik van de Westerscheldetunnel, ten goede dienen te komen aan Zeeuwsch-vlaanderen. Dit zou onder andere gerealiseerd kunnen worden door het vervroegd tolvrij maken van deze tunnelverbinding of te komen tot een aangepast tarief voor de Zeeuws-Vlamingen of andere doelbestemmingen in Zeeuwsch-Vlaanderen. Namens de gemeenteraad van Hulst brengen wij de motie van harte onder uw aandacht met het verzoek deze eveneens voor te leggen aan de Provinciale Staten van Zeeland. Een reactie hierop zien wij te zijner tijd met belangstelling tegemoet. Afdelin ~uimteiijke Ontwikkeling Bezoekadres: Grote Markt 24 Teiefwn Tdefax 4561 EB HUW.. Voor zover ons bekend hebben de gemeenteraden van Sluis en Terneuzen een motie aangenomen waarin zij zich in gelijke bewoordingen uitlaten over de besteding van de tunnelinkomsten. Hoogachtend Burgemeester en Wethouders van Hulst, De Secretaris, De Burgemeester, A H- i prpli.-r".;: fl:. *.$'@%.~:e d,.kl&"t%dd PS~US 49 Banken: ING ABNImm e,

33 GEMEELTE HULST Conform besloten Motie , Asenda nummer Datum: Volgnummer Aan. 29 november 2010 De raad van de gemeente Hulst Indiener(s): CDA-fractie, PvdA O Motie naar aanleiding van agendapunt nr. van de raad van Motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp Onderwerp: Eventuele extra tolinkomsten behouden voor Zeeuws-Vlaanderen De Raad, Gehoord de beraadslaging, Overwegende dat na het besluit van de Provinde Zeeland om langer tol te heffen in de Westerscheldetunnel Overwegende dat de provincie Zeeland de tunnelroute nu opwaardeert tot een internationale verbinding, wat niet alleen extra verkeer door onze regio oplevert maar waarschijnlijk ook extra tolinkomsten, Verzoekt het college om gezamenlijk met de buurgemeenten als Zeeuws-Vlaanderen bij de Provincie Zeeland aan te dringen om deze te verwachten extra tolinkomsten ten bate van Zeeuws-Vlaanderen te besteden. TOELICHTING In Zeeuws-Vlaanderen blijft het s~ook van de tolheffine rondwaren. Ondanks dat iedereen heel blij is'dat de tunnel bij ~luiikil er komt, en dat we gebruik kunnen maken van de Westerscheldetunnel blijft de tol een gevoelig thema. Het besluit om de tol nu weer langer te houden om het gat te dichten in de begroting voor Sluiskiltunnel ligt dan ook gevoelig. Het liefst wil iedereen tolvrij naar de overkant. Echter, de afspraken zijn gemaakt zoals ze gemaakt zijn. En zonder die afspraken was er in het geheel geen vaste oeververbinding gekomen, en was de kanaalkruising ook niet in deze eeuw aangelegd. Wij willen dus niet aan die afspraken tomen. Wij willen een betrouwbare partner zijn die gemaakte afspraken ook respecteert. Nu de afspraken door de Provincie verruimd worden zien wij mogelijkheden om het wat te verzachten. De hoeveelheid voertuigen die gebruik maken van de Westerscheldetunnel overtreft de prognoses van 7 jaar geleden. En zeker als straks de N62 en de kanaalkruising gereed rijn zal dat verder stijgen. Dit zal waarschijnlijk inhouden dat er meer tolgelden binnen zullen komen dan nu in de (veelal behoudend opgestelde) dekkingsvoorstellen mee gerekend kan worden. AL5 Zeeuws- Vlaanderen willen wij dan graag nu al de afspraak met de provincie maken dat áls dat gebeurt, deze extra tolgelden (dus bovenop wat nodig is om de 2 tunnels af te betalen) gebruikt zullen worden om: - óf de tol eerder af te schaffen, - óf tot een aangepast tarief voor Zeeuws-Vlamingen te komen, - óf andere doelbestemmingen te vinden in Zeeuws-Vlaanderen.

34 Op die manier betaalt het bovenregionale verkeer in ieder geval nog mee aan maatregelen om de negatieve effecten, die de tunnel en de tolheffing voor onze regio toch ook geeft, te compenseren Bijlagen: Indieners; Dhr. Martinet, dhr. van de Kerkhove Fractie PvdA Deze motie werd in de raadsvergadering van 16 december 2010 aangenomen met ZO stemmen vóór en 1 stemmen tegen. 1 De gemeenteraad van de gemeente Hulst I De Gif fier d

35

36 Postadres: Portbus 35,4530A.4 Terneuzen telefwn WO, fax 011E Bezoekadres: Stadhuisplein 1, Terneuzen Internet: Bij beantwoording a.u.b. onderwerp, datum en kenmerk van deze brief vermelden. Gedeputeerde Staten van Zeeland 8,z.:.,>.(.,,L?.-), &,SS. ons kenmerk : OBiE coniactpersoon : C. Ritico c.ritico@terneuzen.nl Postbus 6001 verzonden : 4330 LA MIDDELBURG. - 5 APR 2011 Terneuzen, 1 5 M!?T 2011 Betreft: motie gemeenteraad met betrekking tot de besteding van extra tolinkomsten uit de Westerscheldetunnel Geacht college, De gemeenteraad van Terneuzen heeft naar aanleiding van het besluit om langer tol te heffen voor de Westerscheldetunnel een motie vastgesteld. De betreffende motie, naar de inhoud waarvan wij u gaarne verwijzen, vindt u hierbij Hoogac A end, Bur emeest en Wethouders van Terneuzen, burgemeester,

37 Lijst Agendapunten nummer: (aanvullendl 18a Kenmerk: 2765 Afdeling: Omgeving en Economie Portefeuillehouder: J.M. van Schaik MOTIE GEMEENTERAAD Naar aanleiding van Onderwerp Inhoud Besluit van Provincie Zeeland om langer tol te heffen in de Westerscheldetunnel Tol De raad van de gemeente Terneuzen in de vergadering bijeen d.d, 27 januari 201 1, overwegende: dat de Provincie Zeeland de tunnelroute opwaardeert tot een internationale verbinding, wat niet alleen extra verkeer door onze regio oplevert maar waarschijnlijk ook extra tolinkomsten voor de Provincie; dat als de Vlaamse plannen voor een vignet doorgaan er voor Zeeuws-Vlamingen geen enkele manier meer is de regio te verlaten zonder hoge kosten te maken; het draagvlak onder Zeeuws-Vlamingen en in onze raad voor de tolheffing laag is; het heffen van tol, ongebmikelijk is bij infrastructurele werken betaald door de overheid; dat er in de Provinciale Staten momenteel nog geen meerderheid bestaat voor een (vervroegde) beëindiging van de tol; gelet op artikel 34 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad; Stelt ondergetekende voor de navolgende motie vast te stellen: Tekst motie De raad, vooralsnog geconfronteerd met de tol, verzoekt het college om gezamenlijk met de buurgemeenten als Zeeuws-Vlaanderen bij de Provincie Zeeland ten minste aan te dringen deze te verwachten extra tolinkomsten ten goede te laten komen aan Zeeuws-Vlamingen. En te streven naar het zo spoedig mogelijk afronden van bet onderzoek aangenomen tijdens de behandeling van de perspectievennota op 8 juli 2010 naar de demografische, sociale en economische effecten van tolheffing op de Zeeuws-Vlaamse economie. Als blijkt dat tolvrij maken van de Westerscheldetunnel, gunstige economische, demografische of sociale effecten heeft, als Zeeuws- Vlaanderen sterk aan te dringen op het vrijmaken van stnicturele

38 middelen om het vervroegd beëindigen van de tol op korte termijn mogelijk te maken. Toelichting In Zeeuws-Vlaanderen blijft het spook van de tolheffing rondwaren. Ondanks dat iedereen heel blij is dat de tunnel bij Sluiskil er komt, en dat we gebruik kunnen maken van de Westerscheldetunnel blijft de tol een gevoelig thema. Het besluit om de tol nu weer langer te heffen om het gat te dichten in de begroting voor Sluiskiltunnel ondermijnt het draagvlak. Deze toltunnel is de enige in zijn soort in Nederland omdat er straks, 61s de Vlaamse plannen om een wegenvignet in te voeren doorgaan, voor Zeeuws-Vlamingen geen enkele manier meer is om onze regio te verlaten zonder hoge kosten te maken. En omgekeerd geldt dit ook voor mensen en goederen die naar onze regio komen. Onze raad heeft met grote meerderheid in juli 2010 een motie aangenomen voor het doen van een onderzoek naar de gevolgen van de tolheffing. De uitkomst van dit onderzoek wordt in maart verwacht. Als hiemit inderdaad blijkt dat onze regio achtergesteld is op demografisch, sociaal of economisch vlak hebben we extra argumenten, om stmcturele extra middelen om het vervroegd beëindigen van de tol mogelijk te maken. Naam / namen + fractie(s) Jaap Scheele, CDA-fractie Motie is aangenomen met 30 stemmen voor en O stemmen tegen. Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 27 januari F. T.A.M. Leeraert

39

40 gemeentes L015 i 6, S.CC LP,..,^>.^ L --u BezoekBd1es: Nieuwstma B0 Oostbuq Aan het wliege van Gedeputeerde Staten van Zeeland Telefoon (0117) Teiefax (0117) Postbus 6001 RABO W N 14,7823, LA MIDDELBURG ini@gemeentesluis.ni Ons kenme* : 48SiOEViU12011 /r / M brief d.d. : uw kenmerk : behandeld dwr : Mw. Mr B. PotIers h dmrkbsnumrner : onderweco : Ema lolinkomsten Westerscheldetunnel billage(") Oastburn,, y -- twee J 4 APR, 2011 Geacht college, Tijdens de vergadering op 23 december 2010 heek de raad in een motie uitgesproken de extra tolinkomsten van de Wecterscheldetunnei in te zeilen ter verkorting van de periode van tolneffing. Bijgevoegd treft u een kopie van de betreffende motie en van het raadsbesluit aan. Het aantal voertuigen dat heden ten dage gebruik maakt van de Westerscheidetunnel overirefl de prognoses, die opgesteld zijn ten tijde van de openstelling. Wanneer tevens de N62 en de Kanaalkruising gereed zijn in de nabije toekomst, zal dit aantal nog verder stijgen met het gevolg dat er meer tolinkomsten ontvangen zullen worden, dan vooraf berekend is. Wij willen dan ook araaa, - - in aezamenliikheid met de buuraemeenten Terneuzen en Hulst. nu al de afspraak met u makén dat, iidien het voornoemde zal geschieden, deze extra tolinkomsten aangewend zullen worden om de tolheffing eerder dan gepland af te schaffen. Hoogachtend, STER EN WETHOUD S VAN SLUIS, BUm 7. J. Dijkstra ~k: saia

41 gemeentesluis Raadsbesluit Pag. 111 DE RAAD VAN DE GEMEENTE SLUIS gelezen de door de fractie CDA ingediende motie, inzake extra tolinkomsten Westerscheldetunnel, inhoudende dat aan het college van Burgemeester en Wethouders wordt opgedragen om: met de buurgemeenten in Zeeuws-Vlaanderen bij de Provincie Zeeland aan te dingen om deze te verwachten extra tolinkomsten ten bate van Zeeuws-Vlaanderen te besteden. Dit betekent dat deze extra tolinkomsten ingezet worden om de periode van tolheffing te verkorten. BESLUIT: de ingediende motie aan te nemen en de uitvoering van deze motie in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders. Sluis. 23 december 2010 DE RAAD VOORNOEMD, De griffier, mr. P.T.G. Claeijs

42 MOTIE CDA Sluis Onderwerp Inhoud Extra tolinkomsten Westerscheldetunnel De raad van de gemeente Sluis in de vergadering bijeen 23 december 2010 Stelt ondergetekende voor de navolgende motie vast te stellen: Tekst motie..- --U Toelichting Overwegende dat de provincie de tunnelroute nu opwaardeert tot een internationale verbinding, wat niet alleen extra verkeer door onze regio oplevert maar waarschijnlijk ook extra tolinkomsten, roept de raad het college op om gezamenlijk met de buurgemeenten als Zeeuws-Vlaanderen bij de Provincie Zeeland aan te dringen om deze te verwachten extra tolinkomsten ten bate van Zeeuws-Vlaanderen te besteden. Dit betekent dat deze extra tolinkomsten ingezet worden om de periode van tolheffing te verkorten. / In Zeeuws-Vlaanderen blijft het spook van de tolheffing rondwaren. Ondanks dat iedereen heel blij is dat de tunnel bij Sluiskil er komt, en dat we gebruik kunnen maken van de w ester schelde tunnel blijft de tol een gevoelig thema. Het liefst wil iedereen tolvrij naar de overkant. Echter, de afspraken zijn gemaakt zoals ze gemaakt zijn. En zonder die afspraken was er in het geheel geen vaste oeververbinding gekomen, en was de kanaalkruising ook niet in deze eeuw aangelegd. Wij willen dus niet aan die afspraken tomen. Wij willen een betrouwbare partner zijn die gemaakte afspraken ook respecteert. De hoeveelheid voertuigen die gebmik maken van de Westerscheldetunnel overtreft de prognoses van 7 jaar geleden. En zeker als straks de N62 en de kanaalkruising gereed zijn zal dat verder stijgen. Dit zal waarschijnlijk inhouden dat er meer tolgelden binnen zullen komen dan nu in de (veelal behoudend opgestelde) dekkingsvoorstellen mee gerekend kan worden. Als Zeeuws- Vlaanderen willen wij dan graag nu al de afspraak met de provincie maken dat áls dat gebeurt, deze extra tolgelden (dus bovenop wat nodig is om de 2 tunnels af te betalen) gebruikt zullen worden om de tol eerder af te schaffen. 14e :Besluit raad : De motie wordt zonder hoofdelijke stemming unaniem aangenomen.

43

44 BIJLAGE 5 Memo: Financiële aspecten Westerscheldetunnel in relatie tot de investering in de Sluiskiltunnel Inleiding Op 1 juli 2009 zijn de aandelen van de N.V. Westerscheldetunnel (WST) volledig in handen van de Provincie Zeeland gekomen. Om invulling te geven aan de hernieuwde rol van (100%) aandeelhouder hebben Provinciale Staten (PS) van Zeeland in december 2010 twee voorstellen van Gedeputeerde Staten (GS) aangenomen. Het eerste voorstel betrof de bevoegdhedenverdeling tussen PS en GS voor wat betreft het uitoefenen van het aandeelhouderschap. Het tweede voorstel betrof het tarievenbeleid voor de WST. Onderdeel van dit kader was een nog uit te werken veelgebruikerskorting, die in 2010 aan PS zou worden voorgelegd. Op 18 juni 2010 is in PS het voorstel 'Veelgebruikerskorting' behandeld en aangenomen. In de Statenvergadering werden door diverse partijen voorstellen en ideeën over mogelijke alternatieven voor de veelgebruikerskorting geopperd, Gedeputeerde Van Beveren heefi toen een notitie toegezegd waarin de verschillende mogelijkheden, inclusief de financiële consequenties op lange termijn zouden worden opgenomen. Hij plaatste dit in een bredere context, waarin ten behoeve van een volgend college van GS inzicht zou moeten ontstaan over de financiële aspecten met betrekking tot de WST, zoals het afschrijven van de door de WST gedane investeringen en het afbetalen van de aandelen door de Provincie. financieel perspectief van de WST op lanae termiin en de Provincie Zeeland als aandeelhouder van de WST diverse scenario's 1. Wettelijk kader Tunnelwet Westerschelde Het wettelijk kader voor het functioneren van de WST wordt gevormd door de Tunnelwet Westerschelde uit 1998 (zie bijlage 3). In deze wet worden de oprichting van de vennootschap, wegenrechtelijke bepalingen, tarieven en slotbepalingen uitgewerkt. Belangrijke onderdelen van de wet zijn het toekennen van de bevoegdheid aan de directie van de WST om tarieven vast te stellen en de geldigheidsduur van de wet. Deze is vastgesteld op 30 jaar na het moment dat aan de tunnel en de toeleidende wegen de bestemming van openbare weg is gegeven. Dat betekent dat de wet op 14 maart 2033 vervalt. Daarmee vervalt ook de bevoegdheid van de WST om tol te heffen. De Tunnelwet biedt wel de mogelijkheid om de duur van de wet met maximaal 20 jaar te verlengen, maar dit kan alleen bij algemene maatregel van bestuur en indien de resultaten van de WST daar aanleiding toe geven. Overeenkomst inzake totstandbrenging, beheer en onderhoud Westerscheldetunnel In de in 2000 afaesloten 'Overeenkomst inzake totstandbrenoina. u u. beheer en onderhoud ~esterscheldet;nnel', is onder meer vastgelegd dat de WST 'indien en zodra' de tolheffing eindigt het recht heeft om de WST-registergoederen te verkopen aan de Staat en de Staat het recht heeft om de WST-registergoederen van de Staat te kopen. De (ver)koopprijs van de WST-registergoederen bedraagt f l,-- (omgezet naar é 1). Dit impliceert derhalve dat deze registergoederen bij overdracht bedrijfseconomisch afgeschreven moeten zijn. Overeenkomst Westerscheldetunnel In de in het kader van de aandelenoverdracht in 2009 afgesloten 'Overeenkomst Westerscheldetunnel' zijn nadere afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder overdracht van de WST aan de Staat plaats moet gaan vinden. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat de overdracht van de infrastructuur plaatsvindt bij het vervallen van de Tunnelwet en dat de Staat 10 jaar voor overdracht inzicht krijgt in de onderhoudsplannen van de WST. Daarna zal de Staat in de periode vanaf 8 jaar voor overdracht bijdragen in de kosten van grote investeringen enlof vervangingen (minimale omvang 0,5 mln.), op basis van de bedrijfseconomische restlevensduur van de investering na het overdrachtsmoment. Door deze afspraak wordt voorkomen dat de Staat bij overname een afgeschreven en potentieel 'uitgeleefde' infrastructuur overneemt en dat de WST in de laatste

45 exploitatiejaren geconfronteerd wordt met investeringen die in de beperkte resterende looptijd niet meer terugverdiend kunnen worden. 2. Verantwoordelijkheid N.V. Westerscheldetunnel De directie van de WST is, vanuit de Tunnelwet, zelfstandig verantwoordelijk voor het exploiteren van de Westerscheldetunnel en toeleidende wegen, inclusief het vaststellen van de tarieven. De directie baseert haar strategie op de door de aandeelhouder geformuleerde doelstelling en op de door de vennootschap gekozen missie. Deze missie luidt: "Het streven naar optimale dienstverlening tegen zo laag mogelijke tarieven". "Optimale dienstverlening" wordt bepaald door het streven van de WST naar een zo veilig mogelijke verbinding met een zo hoog mogelijke beschikbaarheid van het gehele tracé. Hiermee komt tot uiting dat de dienstverlening door de WST gericht is op het invullen van de behoeften van de klant, maar begrensd wordt door veiligheidsvoorschriften en financiële haalbaarheid. Met medewegbeheerders wordt intensief overlegd om werkzaamheden die invloed hebben op de beschikbaarheid van het tracé enlof aanpalende wegen af te stemmen. Er wordt naar gestreefd dat het percentage dat beide tunnelbuizen volledig beschikbaar zijn zonder belemmeringen minimaal op 98% ligt. "Zo laag mogelijk" wordt bepaald door de verplichting van de WST om in 2033 de tunnel te hebben afgeschreven. Daarnaast moeten de financiële resultaten minimaal de kosten van de exploitatie dekken, de continuïteit van de vennootschap waarborgen en de aandeelhouder in staat stellen om haar doelstellingen die ontstaan als gevolg van aankoop van de aandelen van de Westerscheldetunnel en de realisatie van de Sluiskiltunnel, na te komen De uitgangspunten in de missie hebben ook financiële gevolgen: er wordt een efficiënt onderhoudsritme (vrijwel uitsluitend 's nachts, daardoor duurder) aangehouden, er worden verschillende (o.a. verkeerskundige) maatregelen getroffen en bij investeringen wordt altijd gezocht naar de meest betrouwbare en kwalitatief hoogstaande oplossingen. Voorts is er ook een financiële invalshoek vanuit het klantenperspectief te onderkennen. De tariefsontwikkeling bij de WST zal voor klanten voorspelbaar moeten zijn. De ontwikkeling van de tarieven zal door de klant vaak afgezet worden tegen de beleving van de inflatie. Uitzonderlijke omstandigheden daargelaten zou de tariefsstijging bij de WST in ieder geval niet hoger mogen zijn dan de door de klant te ervaren inflatie. En hoewel daar ongetwijfeld in werkelijkheid enige volatiliteit in zal ontstaan, hanteert de directie in dit uitgangspunt de inflatiedoelstelling van de ECB als norm. Er wordt daarbij uitgegaan van een maximale gemiddelde tariefsstijging van 2% per jaar, conform het door de Provincie vastgestelde tarievenbeleid. 3. Verantwoordelijkheid Provincie De Provincie heeft met de aankoop van de 954% aandelen die het Rijk in de WST had, 100% van de aandelen in de WST in bezit gekregen. Daarnaast heeft de Provincie de jaarlijkse exploitatiebijdrage aan de WST afgekocht. Beide transacties hebben voor de Provincie geleid tot een investering van E 98 mln. en vermeerderd met de resterende bestaande 4,6% deelneming van ca. E 27 mln,, leidt dit tot een waardering op de balans van de Provincie van E 125 mln. Een complicerende factor is dat op dit moment nog niet zeker is wat de uiteindelijke hoogte van de investering in de Sluiskiltunnel wordt, omdat het project nog niet is afgerond. In de vergadering van Provinciale Staten van 5 november 2010 is besloten dat het huidige aandeel van de Provincie in de overschrijding van het projectbudget (E 10,3 mln.) eveneens wordt gedekt uit het dividend van de WST. Dit komt dan bovenop de reeds eerder toegezegde f 75 mln. en de verwachte onderhouds- en verzekeringskosten van de Sluiskiltunnel (f 28,9 mln.) in de eerste 10 jaren na opening. Daarnaast is besloten dat eventuele tegenvallers, bijvoorbeeld door prijsstijgingen ten opzichte van het huidige prijspeil, eveneens uit het dividend van de WST gedekt moeten worden. ~e Provincie heeft oerhalve de doelstelling om minimaal een bedrag van f 114 mln. uit het dividend van de WST financieel te dekken voor de Sluiskiltunnel. Dit bedrag is exclusief de toegerekende rentelasten. Volgens het aangenomen voorstel van gedeputeerde Poppelaars (FEZ-134 nr ), waarin de bevoegdheidsverdeling tussen GS en PS wordt beschreven heeft PS de bevoegdheid om het tarievenbeleid vast te stellen. Het tarievenbeleid is op hoofdlijnen vastgesteld. De directie van de WST

46 legt elk jaar aan de Provincie haar beleidsplan (Koers) voor en zo kan getoetst worden hoe de resultaten van de WST zich verhouden tot de benodigde dividenden voor de Provincie. De Provincie zal, rekening houdend met de onzekerheden in de toekomstige exploitatieresultaten, moeten zorgen dat het surplus tussen inkomsten en uitgaven 'precies' gelijk is aan de doelstelling. Dit kan bijvoorbeeld door eens in de 4 jaren (bij het vaststellen van het tarievenbeleid) te beoordelen of de eerder opgenomen veronderstellingen nog steeds valide zijn en indien dit niet het geval is, in overleg te treden met de directie van de WST om bijvoorbeeld tarieven, investeringen of kosten daar waar mogelijk aan te passen. 4. Uitgangspunten voor de toekomst De Westerscheldetunnel is sinds maart 2003 operationeel en conform de Tunnelwet wordt beoogd de tunnel in 2033 over te dragen aan de Staat. Dat betekent dat de exploitatieperiode die nog voor ons ligt ongeveer 3 maai zo lang is als de periode die achter ons ligt. Daarmee is de onzekerheid van voorspellingen over toekomstige inkomsten en kosten relatief groot. Als er een begroting gemaakt moet worden voor een periode van 22 jaar dan is het onvermijdelijk om hierin een flink aantal aannames te verwerken. Het gevaar is dat verkeerde aannames voor een lange periode doorwerken en zo een groot financieel gevolg kunnen hebben. De WST hanteert de volgende uitgangspunten: de initiële investering ad. f 770 min. wordt in 30 jaar afgeschreven; uitbreidings- of vervangingsinvesteringen worden afgeschreven op basis van hun bedrijfseconomische levensduur, maar niet langer dan tot maart Het prijspeil van toekomstige investeringen is bovendien onzeker zodat nu niet kan worden vastgesteld of in de toekomst van nu opgenomen (vervangings-) investeringen moet worden afgeweken; de indeling in vier categorieën blijft gehandhaafd; de samenstelling van het verkeer blijft ongewijzigd aan de samenstelling van 2010; er wordt uitgegaan van een jaarlijkse toename van het verkeer van 2%. Het aantal van 5,5 mln. passages in 2009 moet met deze veronderstelling dan ook met 55% doorgroeien naar 8,6 mln. passages in er wordt maximaal 1% van de tolopbrengsten ingezet voor de veelgebruikerskorting; de afkoop van de exploitatiebijdrage door de Provincie leidt voor de WST tot een jaarlijkse vaste boekhoudkundige inkomst van E 23,3 min. er is reeds een inverdieneffect meegenomen voor de nog af te sluiten onderhoudscontracten tussen en ; de stijging van de kosten is gelijk aan de jaarlijks opgenomen inflatie; er wordt geen rekening gehouden met een calamiteit waardoor de Westerscheldetunnel niet of minder beschikbaar is voor het verkeer voor een lange(re) periode en er dus geen of minder tolopbrengsten zuilen zijn en er bovendien sprake kan zijn van onvoorziene investeringen en (reparatie)kosten. De tunnel en toeleidende wegen worden in 2033 overgedragen aan de Staat 5. Resultaat N.V. Westerscheldetunnel Op basis van de huidige aannames kan een theoretisch resultaat over de gehele periode worden berekend. Ten opzichte van het resuitaat van 2010 stijgt het resuitaat in de jaren daarna vooral door de veronderstelde stijging van het aantal passages met 2% per jaar, de jaarlijkse tariefsstijging van 2% en veronderstelling van lagere onderhoudskosten op basis van nog af te sluiten contracten in 2013 en Zoals eerder geformuleerd dienen de resultaten te voldoen aan de huidige doelstellingen van de Provincie: het bijeensparen van de provinciale bijdrage voor de aanleg, verzekering en het onderhoud van de Sluiskiltunnel en het terugverdienen van de aankoopkosten van de WST. Daarbij wordt rekening gehouden met een rente-effect. Daarnaast is door PS besloten dat eventuele tegenvallers in de bouw van de Sluiskiltunnel, bijvoorbeeld door prijsstijgingen ten opzichte van het huidige prijspeil, eveneens uit het dividend van de WST gedekt moeten worden. Daarnaast moeten de resultaten voor de WST zeif minimaal zo positief zijn dat kan worden gezorgd dat de exploitatie- en afschrijvingskosten van de WST zeif worden gedekt. Zoals in het aangenomen Statenvoorstel van gedeputeerde Poppelaars (FEZ-134 nr ) is gesteld, zal het door de WST uit te keren dividend door de Provincie in eerste instantie gebmikt

47 moeten worden voor het bijeensparen van de bijdrage voor de Sluiskiltunnel, Vervolgens kan op de balans van de Provincie een bestemming~rese~e worden gevormd tot de hoogte van het eigen vemloqen van de WST. In de läatste periode worden de resultaten gebruikt om de exploitatie- en afschrijvingskosten van de WST te dekken en ontstaat een liquiditeitspositie die zodanig is dat aan het eind van de exploitatieperiode, in 2033, het eigen vermogen (E 76,5 mln.) kan worden uitgekeerd aan de Provincie Zeeland. De verwachting is dat in de periode 1 jan 2010 tot aan het einde van de tolheffingsperiode (14 maart 2033) de investering WST een totaal verwacht dividend oplevert van E 340 mln. Daarnaast zal in 2033 het eigen vermogen van de WST ad. E 76,5 mln uitgekeerd worden aan de provincie. Daar tegenover staat een bedrag van E 347,6 mln dat financieel gedekt moet worden. De in de tabel weergeven rente ad. E 108,4 mln bestaat uit drie componenten. Ten eerste omvat dit een rentelasffde~ing als gevolg van de aankoop van de aandelen WST van het Rijk voor E 98 mln. Uitgaande van een vaste rentepercentage van 4% heeft dit een rente-effect van E 94 mln. Ten tweede is er een rentelast als gevolg van een negatief kasritme tijdens de bouw van de Sluiskiltunnel. Tot slot is er een rentebate als gevolg van de ontvangen dividenden van de WST. Dit betekent een rekenkundig overschot van ca E 69 mln. Het terugverdienjaar van de bouw vd Sluiskiltunnel en de investering van de aandelen WST komt hiermee uit op het jaar Uit het rekenkundige overschot van ca 69 mln. dienen conform het statenvoorstel "projectbudget Sluiskiltunnel" van 5 november 2010 eventuele financiele tegenvallers in de bouw van de Sluiskiltunnel opgevangen worden. Daarbij dient een voorbehoud te maken voor voorgaande uitkomst. Omdat sprake is van een lange periode en er wordt gerekend met 'groei over groei' is de onzekerheid in de ramingen groot. Eens in de 4 jaar dient, samen met de vaststelling van het nieuwe tarievenbeleid, beoordeeld worden of de financiële doelstellingen nog steeds gehaald kunnen worden 6. Conclusies De directie van de WST heeft de verantwoordelijkheid voor een verantwoorde exploitatie van de WST. Daarbij horen ook een bestendig en voorspelbaar tarievenbeleid. Om te voorkomen dat bij tegenvallers een hogere tariefsstijging de eenvoudigste compensatie voor deze tegenvaller is, is het bij het maken van een lange termijn begroting van belang dat bepaalde uitgangspunten zo lang mogelijk consequent worden gehanteerd (en gehandhaafd). Als die principes te eenvoudig worden losgelaten dan bestaat het gevaar dat onzekerheden worden gebagatelliseerd en dat een standvastige koers wordt ondermijnd. Op basis van de huidige verwachtingen kan de WST aan de doelstellingen van de Provincie voldoen en is zij in staat ook haar eigen exploitatiekosten en afschrijvingen terug te verdienen. De gevoeligheid voor de verkeersaroei is echter aroot. In 2015 zal naar verwachtina de Sluiskiltunnel worden opgeleverd en tegen die tijd zal i e N62 waarschijnlijk zijn uitgevo&d met 2x2 rijstroken. Dit heefl moqeliik een positief effect op het aantal verkeersbeweqinqen, maar het is de vraag of een regionale vert;inding gedurende 23 jaa'r ieder jaar 2% (zoals nu opgenomen in de ramingen) in volume kan blijven stijgen. In een regio waarin de economische groeien de werkgelegenheid niet vanzelfsprekend op het huidige niveau zal blijven en de bevolking langzaam maar zeker krimpt en vergrijsd, is dit zeker geen conservatieve veronderstelling. 4

48 De verwachting is dat in de periode 1 jan 2010 tot aan het einde van de tolheffingsperiode (14 maart 2033) de investering WST een totaal verwacht dividend oplevert van 340 mln. Daarnaast zal in 2033 het eigen vermogen van de WST ad. 76,5 rnln uitgekeerd worden aan de provincie. Daar tegenover staat een bedrag van E 347,6 rnln dat financieel gedekt moet worden. Dit betekent dat een rekenkundig overschot ontstaat van E 69 mln. Het terugverdienjaar van de bouw vd Sluiskiltunnel en de investering van de aandelen WST komt hiermee uit op het jaar2031. Uit het rekenkundige overschot van E 69 mln. dienen conform het statenvoorstel "projectbudget Sluiskiltunnel" van 5 november 2010 eventuele financiële tegenvallers in de bouw van de Sluiskiltunnel opgevangen worden. Daarbij dient een voorbehoud te maken voor voorgaande uitkomst. Omdat sprake is van een lange periode en er wordt gerekend met 'groei over groei' is de onzekerheid in de ramingen groot. Eens in de 4 jaar dient, samen met de vaststelling van het nieuwe tarievenbeleid, beoordeeld te worden of de financiële doelstellingen nog steeds gehaald kunnen worden.

49

50 Bijlage 6 Juridische achtergrond bijzonder tarief Er wordt met regelmaat gediscussieerd over het ontbreken van een bijzonder tarief voor Zeeuws- Vlamingen bij de Westerscheldetunnel. zoals dat wel geval was bij de veerdiensten. Reeds bij de behandeling van het wetsvoorstel van de Tunnelwet in 1998 heeft kamerlid Van den Berg een motie ingediend (TK , nr. 17) met het verzoek aan de minister om er voor te zorgen dat voor Zeeuws-Vlamingen in de nieuwe situatie -dat wil zeggen vanaf de openstelling van de Westerschelde-tunnel - een regeling vergelijkbaar aan de regeling voor de veerboten zou gelden. De minister gaf daarop aan bezwaren te hebben tegen een specifieke regeling voor de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen. Zij zag niet waarom mensen uit Zeeuws-Vlaanderen meer recht zouden hebben op een dergelijke regeling dan mensen van de Bevelanden of Walcheren. De minister heeft wel toegezegd dat zij als aandeelhouder van de N.V. Westerscheldetunnel zou pleiten voor veelgebuikerstarieven waarvan de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen ook konden profiteren. Zij heeft voorts aangegeven tegen een ongelijke behandeling te zijn van de ene veelgebruiker ten opzichte van de andere veelgebruiker. Daarom is de motie op 25 juni 1998 aangepast (kamerstuknr. 18) is een speciale regeling voor Zeeuws-Vlamingen vervangen door een speciale regeling voor veelgebruikers. De gewijzigde motie is op 25 september 1998 is met algemene stemmen aanvaard. Op 12 maart 2008 zijn er Statenvragen gesteld aan het college van GS over mogelijkheden om Zeeuws-Vlamingen korting te geven op het tunneltarief. Het toenmalige college van GS heeft op de voorgelegde vragen geantwoord geen voorstander te zijn van een kortingsregeling op basis van woonplaats. Het college heeft verwezen naar de ten tijde van de totstandkoming van de Tunnelwet gevoerde discussie en aangegeven dat vanwege mogelijke discriminatie besloten is geen onderscheid te maken op grond van woonplaats. Bij de beantwoording van de vraag of dit juridisch mogelijk is, dient niet alleen naar de nationale weten regelgeving gekeken te worden, maar ook naar (de rechtstreeks werkende) bepalingen van het internationale recht. Voor het onderhavige geval is met name het Europese recht van belang. Uit de jurisprudentie van het Europese Hof blijkt dat het gemeenschapsrecht rechtstreekse werking en voorrang heeft op het nationale recht. Artikel 18 VwEU verbiedt elke vorm van discriminatie op grond van nationaliteit. De toepassing van dit artikel is beperkt tot de werkingssfeer van het verdrag. Dit betekent dat er sprake moet zijn van een grensoverschrijdend element omdat het VwEU van toepassing te laten zijn. Het hof interpreteert dit doorgaans ruim. Door het burgerschap van de Unie en het recht van vrij reizen kan vrij snel aangenomen worden dat een maatregel een grensoverschrijdend effect heeft. Het kan daarbij zowel gaan om openlijke discriminatie, als om verkapte 1 indirecte discriminatie. De vraag is of artikel 18 VwEU ook jegens de N.V. Westerscheldetunnel kan worden ingeroepen. Zoals gezegd heeft het primaire gemeenschapsrecht rechtstreekse werking. Bij de doorwerking van het gemeenschapsrecht moet onderscheid worden gemaakt tussen doorwerking in zogenaamde verticale en horizontale situaties. Bij verticale doorwerking gaat het om de relatie overheid - burger. Bij horizontale doorwerking gaat het om de relatie tussen burgers onderling. Een burger kan zich jegens de overheid vrijwel altijd op de verdragsbeginselen beroepen. Het begrip overheid wordt door het Europese Hof ruim opgevat. Het gaat om alle geledingen van de overheid, zowel territoriaal als functioneel, ongeacht de eventuele autonome status daarvan in de nationale rechtsorde en om alle entiteiten op het functioneren waarvan de overheid een beslissende invloed kan uitoefenen op grond van wettelijke voorschriften of om economische redenen (zoals bij overheidsbedrijven). De WST kan om die reden als overheid worden aangemerkt. Vervolgens rijst de vraag of artikel 18 VwEU ook daadwerkelijk geschonden wordt. Dit is het geval omdat (bijvoorbeeld) een Vlaamse automobilist - anders dan zijn aan de andere zijde van grens wonende Zeeuws-Vlaamse buurman geen gebruik kan maken van de voorgestelde kortingsregeling, louter en alleen omdat hij niet in Zeeuws-Vlaanderen woont. Alleen wanneer er sprake is van een objectieve rechtvaardiging kan een dergelijk onderscheid toegestaan zijn. De gedachte achter het toekennen van een "korting" voor de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen is dat Zeeuws-Vlamingen meer dan anderen aangewezen zijn op het gebruik van de Westerscheldetunnel. Niet valt in te zien

statenstukken Provinciale Staten FEZ-139A behandeling: Poppelaars, A.J.G. Agenda nr: 14 Vergadering GS: Nr: /

statenstukken Provinciale Staten FEZ-139A behandeling: Poppelaars, A.J.G. Agenda nr: 14 Vergadering GS: Nr: / Provinciale Staten Gedeputeerde Vergadering PS: belast met Nr: 18-12-2009 FEZ-139A behandeling: Poppelaars, A.J.G. Agenda nr: 14 Vergadering GS: 01-12-2009 Nr: 09038183/09029764 Tarievenbeleid van de Provincie

Nadere informatie

Notitie Tolheffing Westerscheldetunnel VOORSTEL

Notitie Tolheffing Westerscheldetunnel VOORSTEL Provinciale Staten Gedeputeerde Vergadering PS: 10-03-2011 belast met Nr: behandeling: C. van Beveren Agenda nr: FEZ - 210 Vergadering GS: 18-01-2011 Nr: 11001093 Onderwerp: Notitie Tolheffing Westerscheldetunnel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 725 Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelasting

Nadere informatie

CONCEPT ambtelijk werkdocument Wet tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 20 mei 2014

CONCEPT ambtelijk werkdocument Wet tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 20 mei 2014 CONCEPT ambtelijk werkdocument Wet tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 20 mei 2014 Wet van, houdende regels over het tijdelijk heffen van tol voor de gehele of gedeeltelijke financiering van de verbinding

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Scenario's tarievenbeleid Westerscheldetunnel

Scenario's tarievenbeleid Westerscheldetunnel Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Het gevoerde tarievenbeleid... 4 3 Samenstelling verkeer... 6 4 Randvoorwaarden... 8 5 Scenario s eerder tolvrij... 9 6 Scenario s lagere tarieven per 1 januari 2020...

Nadere informatie

[^Zeeland. - 1 NAlW Provincie. I Z AK >4r;. ICLASS. Gedeputeerde Staten. de voorzitter van de Provinciale Staten p/a Statengriffie

[^Zeeland. - 1 NAlW Provincie. I Z AK >4r;. ICLASS. Gedeputeerde Staten. de voorzitter van de Provinciale Staten p/a Statengriffie 18005139 Provincie [^Zeeland Gedeputeerde Staten de voorzitter van de Provinciale Staten p/a Statengriffie Onderwerp kenmerk Provinciale opcenten in relatie tot commissie 18005867 Jansen behandeld door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 497 Vaststelling van bedragen in verband met uitkeringen uit het Provinciefonds voor de uitkeringsjaren 1992 en 1993 alsmede wijziging van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 36 25 349 Wijziging van de Wet op de accijns GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 30 september 1997 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 615 Wijziging van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit in verband met invoering van een versnellingstarief en verbetering van de uitvoerbaarheid

Nadere informatie

afdeling: Beleid en Advies DATUM 2 5 AOG drs. A.W. Wissekerke (0118) Uitwerking aandeelhoudersstrategie NVWesterscheldetunr

afdeling: Beleid en Advies DATUM 2 5 AOG drs. A.W. Wissekerke (0118) Uitwerking aandeelhoudersstrategie NVWesterscheldetunr Gedeputeerde Staten 16012502 Provincie Zeeland bericht op brief van: uw kenmeric de voorzitter van Provinciale Staten p/a Statengriffie ^QVINCIE ZEELAND ons kennnerk: 16012277 AFD.^

Nadere informatie

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden)

Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het financieringsbeleid van openbare lichamen (Wet financiering decentrale overheden) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 397 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met een kentekenplicht voor landbouwen bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 399 Wet van 27 juni 2002, houdende de Wet op het BTW-compensatiefonds Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

3 6..,'i " l. l. ,, +cd Provincie IZeeland. Moties gemeenten Hulst, Terneuzen en Sluis inzake tol Westerscheldetunnel

3 6..,'i  l. l. ,, +cd Provincie IZeeland. Moties gemeenten Hulst, Terneuzen en Sluis inzake tol Westerscheldetunnel Gedeputeerde Staten 3 6..,'i " l. l ' / 1 -," - -2>c>sSP *- -. - t *,, +cd Provincie IZeeland bericht op brief van: Aan de voorzitter van Provinciale Staten 1 uw kenmerk: ons kenmerk: 1100981 9 afdeling:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 95 Wet van 9 februari 2006, houdende regels inzake de openbaarmaking van beloningen bij rechtspersonen of organisaties die deel uit maken van

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 265 Wet van 7 juni 2012 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet financiële markten BES in verband met het invoeren van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 165 Wet van 19 maart 2009, houdende tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet van 25 mei 1998, houdende regels over tegemoetkoming in de schade en de kosten in geval van overstromingen door zoet water, aardbevingen of andere rampen en zware ongevallen (Wet tegemoetkoming schade

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 029 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 225 Wet van 18 april 2002 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede enige andere wetten in verband met de openbaarmaking van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 416 Wet inzake houdbare financiën van de collectieve sector (Wet houdbare overheidsfinanciën) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 746 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2007/36/EG van het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 16 Wet van 17 december 2003 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Betreft vergadering Commissie BFW 20 januari 2012 Provinciale Staten 3 februari 2012

Betreft vergadering Commissie BFW 20 januari 2012 Provinciale Staten 3 februari 2012 Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Naam voorstel Nummer SBO-037 Statenvoorstel Vaststelling nota 'Kiezen of verliezen', een visie op de ontwikkeling van de Zeeuwse ziekenhuiszorg Betreft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 824 Samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Zuid-Holland Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 308 Wet van 9 juli 2014 tot wijziging van de Wet algemene regels herindeling in verband met het opnemen van een regeling inzake de gevolgen van

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-12-2014) Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Uitvoeringswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 440 Wet van 27 september 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 290 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 16972 Wijziging van de Wegenverkeerswet (Verlenging geldigheidsduur en decentralisatie afgifte rijbewijzen) Nr. 13 HERDRUK NADER GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 815 Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met risicobeheersing binnen de Bloedvoorzieningsorganisatie A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 790 Wet van 18 november 2010 tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 054 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op de beheersing van geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 446 Wijziging van de Wet op de huurtoeslag (uitvoeringstechnische wijzigingen) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Betreft vergadering Provinciale Staten 3 juli Commissiegriffier Margreeth Trimpe

Betreft vergadering Provinciale Staten 3 juli Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Naam voorstel Statenvoorstel Uitgangspunten begroting 2016 Nummer FIN-210 15007329 Commissie Bestuur 19 juni 2015 Betreft vergadering Provinciale Staten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 496 Wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 873 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verduidelijking van de artikelen 297a en 297b A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 5 juli 2012

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 726 Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met wijziging van de instroom in de wachtgeldfondsen alsmede enkele andere wijzigingen in de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 240 Wet van 25 april 2002, houdende regels voor de bewaring, het beheer en de verstrekking van gegevens van donoren bij kunstmatige donorbevruchting

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 259 Wet van 17 mei 2001 tot wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 561 Wet van 7 november 2011 tot wijziging van de lgemene Wet ijzondere Ziektekosten en enkele andere wetten, in verband met de instelling van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 182 Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 212 Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met het aanbrengen van grondslagen die hervorming van en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 573 Wet van 22 december 1999 tot wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep (afschaffing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 121 Invoering van een bankenbelasting (Wet bankenbelasting) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 786 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet financiële markten BES en de Wet toezicht trustkantoren in verband met de introductie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 683 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de bijzondere positie van gemeentelijke vervoerbedrijven in relatie tot de aanbestedingsverplichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 521 Introductie van een regeling die het mogelijk maakt oudere belastingplichtigen een tegemoetkoming te verstrekken met het oog op compensatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 116 28 018 Wijziging van de Wet melding ongebruikelijke transacties en de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 met het oog

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 257 Wet van 30 juni 2010 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 192 Wet van 29 mei 2008 tot wijziging van de Wet arbeid en zorg in verband met een uitkering aan zelfstandigen bij zwangerschap en bevalling

Nadere informatie

Wet van 26 oktober 1988, houdende regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap PTT Nederland NV

Wet van 26 oktober 1988, houdende regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap PTT Nederland NV (Tekst geldend op: 14-11-2003) Wet van 26 oktober 1988, houdende regels met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap PTT Nederland NV Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 490 Wet van 15 november 2007, houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet en de Wet op de zorgtoeslag houdende vervanging van de no-claimteruggave

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 121 Invoering van een bankenbelasting (Wet bankenbelasting) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 22 mei 2012 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN (deze geconsolideerde versie is bedoeld als handreiking ten behoeve van de internetconsultatie; er kunnen op geen enkele wijze rechten aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 26 009 Voorstel van wet van het lid Bijleveld-Schouten houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 452 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 88 26 707 Wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep (afschaffing omroepbijdrage)

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 48 Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds

Nadere informatie

Wet op het overleg huurders verhuurder (1998) Bron:

Wet op het overleg huurders verhuurder (1998) Bron: Wet op het overleg huurders verhuurder (1998) Bron: http://wettenoverheidnl Wet van 27 juli 1998, houdende regels ter bevordering van het overleg tussen huurders en verhuurder van woongelegenheden (Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 311 Wet van 29 juni 2000 tot gemeentelijke herindeling van West-Overijssel Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 418 Wet van 1 november 2007, houdende regels inzake de aanspraak op een inkomensafhankelijke financiële bijdrage in de kosten van kinderen (Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 50 Wet van 24 januari 2008, houdende wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940 1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 428 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 138 Wet van 12 maart 2009 tot wijziging van de Wet op de huurtoeslag (uitvoeringstechnische wijzigingen) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 14 Wet van 22 december 1999, houdende wijziging van de van de en de ontvangsten van het Infrastructuurfonds voor het jaar 1998 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Bijgewerkt t/m nr. 13 (Derde nota van wijziging d.d. 1 oktober 2018) 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Regels voor bedrijveninvesteringszones (Wet op de bedrijveninvesteringszones)

Regels voor bedrijveninvesteringszones (Wet op de bedrijveninvesteringszones) Regels voor bedrijveninvesteringszones (Wet op de bedrijveninvesteringszones) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 13 VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 222 Wet van 25 mei 2009 tot wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 035 Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende bepalingen inzake het beheer van liquide middelen van rechtspersonen die collectieve middelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 586 Wijziging van de Wet op het overleg huurders verhuurder en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (uitbreiding geschillenbeslechting huurcommissie)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 551 Wet van 27 november 2008 tot wijziging van de ekendmakingswet en enkele andere wetten in verband met de elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling

Nadere informatie

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019) VOORSTEL VAN WET

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019) VOORSTEL VAN WET Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 633 Wet van 15 december 1995, houdende wijziging van de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting (belastingheffing in geval van tijdelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 322 Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 527 Wet van 2 december 1999 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 212 Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met het aanbrengen van grondslagen die hervorming van en

Nadere informatie

Wijziging van het Belastingplan 2016 VOORSTEL VAN WET

Wijziging van het Belastingplan 2016 VOORSTEL VAN WET Wijziging van het Belastingplan 2016 VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele maatregelen uit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie