Kamerthermostaat 230V

Transcriptie

1 Kamerthermostaat 230V Model /2007 Artikelnr Gebruiksaanwijzing 2. Bediening en display De balk bovenaan het display (1) toont de weekdag. De temperatuur (resp. de tijd) wordt hier (2) getoond. De pijl (3) duidt aan of de verwarming of de koeling actief is. De balkjes onderaan het display (4) duiden aan in welke periode de comforttemperatuur die dag actief zal zijn. Met de + (8) of - (5)-knop kunnen waarden als de tijd of de temperatuur ingesteld worden. Met de SET-knop (6) wordt de ingestelde waarde bevestigd. Met de PROG-knop (7) wordt er naar de normale weergave teruggekeerd. De comforttemperatuur wordt ingesteld met de draaiknop (9) (in de normale weergave wordt de ingestelde temperatuur meteen getoond). Het rode lampje (10) toont net als de pijl op het display of de verwarming actief is en is van op een grotere afstand en in het donker herkenbaar. De symbolen voor de verschillende temperatuurniveaus: vorstbeschermingstemperatuur (11), spaartemperatuur (12), comforttemperatuur (13) en het regelen van de temperatuur met een tijdprogramma (14) worden als ze actief zijn met behulp van de pijlen op het display aangeduid. wordt het relais en de daaraan gekoppelde verwarmings- en koelingsinstallaties aangedreven. Het aandrijven van de verwarmings- en koelingsinstallatie wordt met behulp van een lichtdiode (10) en een pijl op het display (3) aangeduid. 4. Functies in de normale weergave 4.1 Partyfunctie (verwarmingsduur verlengen) Indien nodig kan de comforttemperatuur verlengd of ingeschakeld worden. Deze partyfunctie moet telkens opnieuw ingesteld worden, na het einde van de verlenging loopt het ingestelde programma af. De partyfunctie wordt met de + -knop (8) opgeroepen. Elke volgende druk op de knop verlengt de partyfunctie met 1 uur (tot maximaal 4 uur). De tijd begint te lopen vanaf het moment dat de knop ingedrukt wordt. Enkele seconden na de laatste druk op de knop keert de display naar de normale weergave terug. De balk (4) onderaan het display toont of de partyfunctie actief is en daarbij knippert de gekozen tijdsspanne. De partyfunctie kan met de PROG-knop (7) voortijdig beëindigd worden. 4.2 Spaarfunctie Met de - -knop kan voor een kortere of langere periode op de spaartemperatuur overgeschakeld worden Voor een korte periode op de spaarfunctie overschakelen Door kort op de - -knop te drukken, schakelt het programma over op de spaartemperatuur. Op het display wordt dit aangeduid met een pijl bij het symbool voor de spaartemperatuur. Deze pijl blijft tot het volgende programma begint.

2 Nadat de spaarfunctie afloopt, loopt het oorspronkelijke programma terug verder. Om vroeger terug te keren naar het tijdprogramma drukt u op de PROG-knop Voor langere tijd op de spaarfunctie overschakelen. Door de - -knop langer dan 5 seconden ingedrukt te houden, schakelt het systeem langdurig over op de spaartemperatuur. Dit wordt op het display aangeduid met een pijl bij het symbool voor de spaartemperatuur. De pijl bij het symbool voor het tijdprogramma verdwijnt omdat dit programma niet meer actief is. Om terug te keren naar Instellingen in het menu Het menu bevat de volgende instellingen Datum en tijd (Uhr) Temperatuur (temp) Programma (ProG) Vakantiefunctie (UrlB) Houd de PROG-knop 2 seconden lang ingedrukt om naar het menu te gaan. Kies de gewenste functie met + en en activeer met de SET-knop. 5.1 Instellen van datum en tijd Opmerking: de klok is een schakelklok met weekprogramma die bij stroompanne nog minstens 4 uur blijft werken. De klok schakelt automatisch om tussen zomer- en wintertijd. De kalender houdt automatisch rekening met schrikkeljaren. Als u in het menu de Uhr -functie met de SET-knop kiest, knippert de tijdsindicator. Nu kunt u met + en de uren instellen. Na het bevestigen van de uren knipperen de minuten. Deze worden op dezelfde manier met + en ingesteld en met SET bevestigd. Aangezien de datum al correct ingesteld is kunt u de tijdsinstelling hier met de PROG-knop verlaten. Anders kunnen jaar, maand en dag op dezelfde manier met de +, - en SET-knop ingesteld worden. De weekdag moet u niet instellen omdat deze automatisch samen met de datum bepaald wordt. Met de PROG-knop verlaat u het menu. 5.2 Het temperatuurniveau instellen temp-functie Opmerking: de comforttemperatuur wordt met de draaiknop ingesteld (zie ook gewenste temperatuur). Hier wordt de spaartemperatuur (2K...10K afhankelijk van de comforttemperatuur) en de vorstbeschermingstemperatuur (5 C...15 C absoluut) ingesteld. Selecteer daartoe temp in het menu en bevestig vervolgens met SET De schakeltijden veranderen

3 Kies een bestaande schakeltijd (zie boven) en druk op de SET-knop. De tijdsindicator knippert en kan met de + en - -knop veranderd worden. Bevestig de uren met de SET-knop, vervolgens knipperen de minuten. Deze kunnen op dezelfde manier met + of per tien minuten veranderd en met SET bevestigd worden. Hetzelfde geldt voor het instellen van de dagen hier worden eerst de weekdagen apart en dan gegroepeerd in de combinaties za-zo, ma-vrij, ma-za, ma-zo getoond en voor het instellen van de temperatuur. Opmerking: groeperingen van dagen. Als een combinatie van verschillende dagen wordt gekozen, dan wordt voor elke gekozen combinatie een eigen programma met aangegeven tijd en temperatuur aangemaakt. De volledige groep kan niet opnieuw ingesteld worden, enkel afzonderlijke instellingen kunnen aangepast worden. Na de laatste bevestiging met SET wordt de veranderde schakeltijd opgeslagen en de chronologisch volgende schakeltijd getoond Schakeltijden wissen Kies de schakeltijd die gewist moet worden (zie boven) en druk de + en - -knop langer dan 2 seconden in. De schakeltijd wordt gewist en de chronologisch volgende schakeltijd wordt getoond Alle schakeltijden wissen Kies een schakeltijd (zie boven) en druk de + en - -knop langer dan 10 seconden in. Alle schakeltijden worden gewist en de lege schakeltijd wordt getoond Een nieuwe schakeltijd toevoegen Kies de lege schakeltijd (zie boven) en druk de SET-knop in. De tijdsindicator knippert en kan met + en veranderd worden. Bevestig de uren door opnieuw op SET te drukken, vervolgens knipperen de minuten. 5.4 Vakantiefunctie Selecteer UrlB in het menu om naar de vakantiefunctie te gaan. Daarmee kan het programma voor een periode van maximaal een jaar uitgeschakeld worden. Na afloop van de vakantieperiode wordt het vakantieprogramma automatisch gewist, zodat het zich niet jaarlijks herhaalt De vakantieperiode instellen Kies de functie UrlB in het menu en bevestig met SET. Dan wordt of een reeds geprogrammeerd begin van de vakantieperiode of een leeg vakantieprogramma getoond. Met de SET-knop wordt automatisch de huidige datum als begin van de vakantieperiode overgenomen. Met + en kan de maand (die knippert) veranderd worden. Na het bevestigen van de dag met de SET-knop gaat het display naar het einde van de vakantieperiode (hier wordt automatisch de begindatum van de vakantie ingevuld. Met de + en - -knop kan nu de maand (die knippert) veranderd worden. Bevestig de maand met SET, vervolgens kan op dezelfde manier de begindag van de vakantieperiode gewijzigd worden. Door opnieuw op SET te drukken, kan het temperatuurniveau (comfort-, spaar- of vorstbeschermingstemperatuur) ingesteld worden, dat tijdens de vakantieperiode moet worden aangehouden. Door opnieuw op de SET-knop te drukken, sluit de instelling van het vakantieprogramma.

4 Het menu kan met de PROG-knop verlaten worden. Als de datum van de thermostaat de aangegeven begindag van de vakantieperiode om 0:00 uur bereikt, wordt er op de ingestelde temperatuur overgeschakeld. Op het display wordt het actieve vakantieprogramma met de einddatum getoond. 6.4 Uitgang wordt niet ingeschakeld Als de uitgang niet zoals verwacht ingeschakeld wordt, kan dit meerdere oorzaken hebben. Mogelijk is er nog een ingestelde minimale schakeltijd in werking, of is er een boven- of ondergrens voor de temperatuur ingesteld. Het zou ook kunnen dat het apparaat de uitgang kortstondig inschakelt om het vastleggen van de belasting (regelaar) te vermijden. Wacht enkele minuten af of de uitgang de gewenste toestand bereikt. Als dit niet gebeurt, moet u contact opnemen met de installateur zodat hij de oorzaak kan vaststellen. Opgepast: het apparaat wordt gevoed met netspanning. Open het niet zelf! Instructies voor montage en ingebruikneming 7. Toepassingsgebied De kamerthermostaat 24V wordt gebruikt voor het regelen van de temperatuur van een enkele kamer in woon- of bureaugebouwen. Met de relaisuitgang kunnen regelaars direct aangedreven worden. Het apparaat heeft een uitgang waaraan regelapparaten zonder klok kunnen aangesloten worden. Deze uitgang wordt gebruikt wanneer het apparaat de temperatuur verlaagt naar de minimale spaartemperatuur of vorstbeschermingstemperatuur. Door de combinatiemogelijkheid van interne kamer- en/of externe temperatuursensoren wordt de thermostaat idealiter ingezet in een vloerverwarmingssysteem. Bovendien is het apparaat geschikt voor het besturen van koelsystemen en stroomloze open regelaars. 8.2 Montage 1. Verbind de leidingen met de klemmen in het deel dat aan de muur wordt bevestigd (zie afbeelding onder 8.4) 2. Schroef het deel dat aan de muur wordt bevestigd vast in de wandcontactdoos (let op de montagerichting, klemmen boven) 3. Bevestig het bovendeel (eerst aan de bovenste haken hangen en naar onderen dichtklikken, zie schets) 8.3 Installatieaanwijzingen Opgepast: een foute installatie kan leiden tot de beschadiging van het apparaat! Wij zijn niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foute aansluiting en/of een onjuist gebruik. Om aan het apparaat te werken, moet de spanning uitgeschakeld worden! Aansluiting en bediening mogen enkel door bevoegde vaklui gebeuren! Het apparaat is enkel geschikt voor aansluiting aan stroomkringen die langdurig onder spanning staan (geen stroombeheer). Het apparaat moet volgens het bijgevoegde schakelschema aangesloten worden. Het apparaat mag enkel aangesloten worden aan vaste leidingen in gesloten, droge ruimtes.

5 Bovendien moeten de verbindingsleidingen voldoende worden beschermd zodat ze niet vanzelf loskomen, door aan de eisen van EN60730 te voldoen. Dit kan bijvoorbeeld door de leidingen met kabelbinders te bevestigen. Bovendien moeten de voorschriften uit VDE 0100, EN deel 1 en van de plaatselijke energieleverancier in acht genomen worden. Als het apparaat niet functioneert, gelieve eerst te controleren of het correct is aangesloten en of er stroomtoevoer is. Externe sensoren (optioneel) De sensorleiding staat onder spanning! Er moet dus rekening gehouden worden met dezelfde installatievoorschriften. De sensorleiding mag niet samen met andere stroomgeleidende leidingen verlegd worden, om storingen te vermijden. Als de externe sensor als vloersensor gebruikt wordt, dan moet deze in een lege buis geplaatst worden. Als daarvoor een open buis gebruikt wordt, moet deze met een stop afgesloten worden, zodat er geen tegellijm of chape in de buis kan komen. 9. Ingebruikname Bij de ingebruikname en na een reset start het apparaat automatisch met het instellen van de tijd, omdat die dan nog niet ingesteld is. Als de tijd nog niet ingesteld is, knippert de tijdsindicator. Met + of kunnen de uren ingesteld worden. Nadat de uren bevestigd zijn, knipperen de minuten. Deze kunnen op dezelfde manier met + en ingesteld en met SET bevestigd worden. Ook jaar, maand en dag worden op dezelfde manier ingesteld. De weekdag moet niet ingegeven worden omdat die automatisch bij het instellen van de datum wordt bepaald. Opmerking: bij de eerste ingebruikname, resp. na een reset kan de tijdsinstelling niet met de PROG-knop worden verlaten, omdat de tijd helemaal nieuw moet worden ingesteld. In plaats daarvan keert het apparaat nadat de tijd volledig is ingesteld, automatisch naar de normale weergave terug. Deze weergave toont eerst de gewenste temperatuur, die met de draaiknop werd ingesteld (een knipperend decimaalpunt en een pijl bij het symbool voor de comforttemperatuur), en na enkele seconden de actuele temperatuur Softwareversie (=) Hier kan de actueel geïnstalleerde softwareversie worden opgeroepen. Opmerking: bij technische problemen altijd de geïnstalleerde softwareversie aangeven Normale weergave (n) Met deze parameter kan de normale weergave van de regelaar bepaald worden. Deze informatie wordt enkel op het display getoond als er geen menu gekozen is of geen vakantieprogramma actief is. Normale weergave Actuele temperatuur Actuele tijd Weergave op het display Ist* Uhr

6 Actuele gewenste temperatuur *fabrieksinstelling SOLL 10.3 (b) Gebruiksmodi Met deze parameter kunnen afzonderlijke gebruiksmodi voor de klokthermostaat gekozen worden. Hiermee kan de gekozen sensor voor het regelen van de temperatuur, de begrenzingsfunctie, of het apparaat verwarmt of koelt en het soort regelingsmechanisme (stroomloos gesloten of stroomloos open) vastgelegd worden. Grootte gebruiksmodus begrenzing vloertemperatuur regelingsmechanisme aanduiding Interne sensor I.Hc* Externe sensor verwarmen E.Hc Interne sensor externe sensor stroomloos gesloten IE.Hc Interne sensor I.Cc Externe sensor koelen E.Cc Interne sensor externe sensor IE.Cc Interne sensor I.Ho Externe sensor verwarmen E.Ho Interne sensor externe sensor stroomloos open IE.Ho Interne sensor I.Co Externe sensor koelen E.Co Interne sensor externe sensor IE.Co De fabrieksinstelling voor de minimumtemperatuur is 15 C. De begrenzingsfunctie heeft geen schakeldifferentie, d.w.z. als de grenswaarden over- of onderschreden worden, schakelt de regelaar meteen aan of uit. Zo wordt de minimale schakeltijd altijd gerespecteerd Regelen van de temperatuur met externe sensoren (S) Als er een gebruiksmodus gekozen is waarvoor een externe sensor nodig is, toont deze functie in het menu de actuele temperatuur. Als er een gebruiksmodus gekozen is waarvoor enkel een interne sensor nodig is, verschijnt er in het display --:--. Deze waarde kan niet gewijzigd worden. Opmerking: de externe sensor (voor zover deze geïnstalleerd is) wordt regelmatig op breuken en kortsluiting gecontroleerd. Indien er een fout optreedt, wordt de uitgang van de regelaar uitgeschakeld en verschijnt er FAIL op het display Minimale inschakeltijd Om te vermijden dat de uitgang telkens opnieuw moet schakelen, kan met deze parameter de minimale inschakeltijd vastgelegd worden. Deze tijd geeft aan hoe lang de uitgang ingeschakeld moet blijven, wanneer een signaal de uitgang heeft ingeschakeld. Met + en kan deze parameter tussen de 20 en 500 seconden in stappen van 10 ingesteld worden. De fabrieksinstelling voor de minimale inschakeltijd is 20 seconden.

7 10.10 Afstelling van de sensoren (E) Met deze parameter kan de gemeten actuele temperatuur met +- 3,0 Kelvin verschoven worden. Deze correctie wordt gebruikt om meetafwijkingen die ontstaan door een ongunstige plaatsing van de regelaar te compenseren. De hier ingevoerde waarde wordt toegepast op de actieve sensor die voor de temperatuurregeling gebruikt wordt. Dit kan naargelang van de gekozen gebruiksmodus, de interne of de externe temperatuursensor zijn. De fabrieksinstelling voor het afstellen van de sensor is 0,0 Kelvin Verwarmingsoptimalisatie (E) De verwarmingsoptimalisatie berekent aan de hand van vorige verwarmingsmomenten het tijdige verwarmen of afkoelen van de ruimte en rekent met deze waarde uit hoeveel tijd er nodig is om de gewenste temperatuur tijdig te bereiken..de regelaar test daarna zelf het display en biedt de tijdsinstelling voor de ingebruikname aan (zie ingebruikname). 12. Technische gegevens Temperatuurbereik (stappen van telkens 0,5K) C (comfort- en spaartemperatuur) C (vorstbeschermingstemperatuur) C (maximumtemperatuur) C (minimumtemperatuur) Sensornauwkeurigheid Temp.- schakeldifferentie Sensoren +-1K +/ /- 1,3K, instelbaar Stappen van 0,1K Halfgeleidende sensoren (KTY) Intern of extern of intern + extern (de externe sensor is niet bijgesloten) Tijdsfunctie Elektronische schakelklok met weekprogramma Automatische omschakeling zomer-/wintertijd Schakelpunten in het programma Spoedreserve Operationele spanning 32, kunnen naar keuze over de week verdeeld worden Stappen van 10 min min. 4 uur via Gold-Cap 230V AC (+- 10%), 50 Hz Vermogen Aansluiting ca. 1W Relais, potentiaalvrij (sluiter)

8 (vereiste veiligheidsafstanden (EN ) voor het overschakelen vanuit een lage veiligheidsspanning worden niet vervuld) Max. toegelaten schakelstroom enkel voor ohm-belasting 10 A, 230 V AC, (cos φ = 1) 4A, 230V AC, (cos φ = 0,6) Elektrische levensduur min. 3 X10^4 cycli Energiebesparing Optocoupler, potentiaal met L Max. toegelaten schakelstroom 30mA, 230V AC, (cos φ = 1) Minimale inschakeltijd 20 tot 500 seconden (geldt enkel voor regelaaruitgang) Stappen van 10 seconden Elektrische aansluitingen Schroefklemmen met schroef met platte kop (0,5...2,5 mm2) Procedure 1.C (geen begrenzer-procedure ) Max. spanning bij normaal gebruik 4,0 Kv Verontreinigingsniveau 2 Toegelaten omgevingstemperatuur C Behuizing Materiaal Bovendeel ABS (vuur- en schokvast) Onderdeel PA6 GF30 Afmetingen 81 x 81 x 16 (36) mm Bevestiging aan de muur bevestigde doos Kabelinvoer via aan de muur bevestigde doos Bescherming IP30 Beschermingsklasse II Gewicht ca.120g