Montage- en gebruikshandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Montage- en gebruikshandleiding"

Transcriptie

1 Montage- en gebruikshandleiding (vertaling van de originele montage- en gebruikshandleiding) BTS Contactloze Thermische Schakelinrichting Versie 9, nl, beschermingsniveau 0: in het openbaar

2 Contact Contact Voith Turbo GmbH & Co. KG Division Mining & Metals Voithstr Crailsheim, GERMANY Tel Fax startup.components@voith.com nl Dit document beschrijft de technische stand van het product bij het ter perse gaan op Copyright by Voith Turbo GmbH & Co. KG. Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Het mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever noch volledig noch gedeeltelijk vertaald, mechanisch of elektronisch vermenigvuldigd of aan derden gegeven worden.

3 Inhoud Inhoud 1 Toepassingsmogelijkheden, eigenschappen van de BTS 5 2 Werking van de BTS Schakelelement Initiator Analyse-apparaat Scheidingsschakelingsversterker Samenwerking van de BTS-componenten 8 3 Technische gegevens Schakelelement Initiator, bevestigingsflens Analyse-apparaat en scheidingsschakelingsversterker Analyse-apparaat Scheidingsschakelingsversterker 230 V AC Scheidingsschakelingsversterker V DC Verklaring van de DIP-schakelaars in de scheidingsschakelingsversterker 19 4 Aanwijzing voor gebruikers 20 5 Veiligheid Veiligheidsaanwijzingen Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen Definitie van de veiligheidssymbolen Reglementair gebruik Onreglementair gebruik Algemene gevarenaanwijzingen Resterende gevaren Gedrag bij ongevallen Aanwijzingen m.b.t. het gebruik Kwalificatie van het personeel 28 3

4 Inhoud 5.9 Productobservatie 28 6 Installatie Afleveringstoestand Leveringsomvang Montage schakelelement en initiator Montage, aansluiting analyse-apparaat, scheidingsschakelingsversterker 35 7 Meldingen en instelling van het analyse-apparaat Meldingen analyse-apparaat Instelling analyse-apparaat 39 8 Inbedrijfstelling 40 9 Onderhoud, instandhouding Uitwendige reiniging Verwijdering Storingen oplossing, foutopsporing Vragen, het inschakelen van een monteur en bestelling van reserveonderdelen Informatie over reserveonderdelen Schakelelementen Initiator, bevestigingsflens Analyse-apparaat Scheidingsschakelingsversterker Vertegenwoordigingen Voith Turbo GmbH & Co. KG Trefwoordenlijst 56

5 Toepassingsmogelijkheden, eigenschappen van de BTS 1 Toepassingsmogelijkheden, eigenschappen van de BTS De Contactloze Thermische Schakelinrichting (BTS) is een bewakingssysteem voor Voith-turbokoppelingen. De BTS maakt een eenvoudige bewaking van de temperatuur van turbokoppelingen mogelijk. Bij overtemperatuur kan afhankelijk van de toepassing - de gebruiker worden gewaarschuwd, - een uitschakeling van de aandrijfmotor worden gerealiseerd, - de lastopname door de aangedreven machine worden verminderd. Door de overtemperatuur tijdig te constateren kan het verlies van de koppelingsvulling via de smeltveiligheidsschroeven worden voorkomen. Uitvaltijden worden verminderd. Na het afkoelen van de turbokoppeling is de BTS weer gebruiksklaar. De BTS kan bij Voith-turbokoppelingen vanaf maat 206 worden toegepast. WAARSCHUWING Explosiegevaar Als er geen scheidingsschakelingsversterker wordt gebruikt, bestaat er explosiegevaar. Omdat de stuurkring van het analyse-apparaat niet intrinsiek veilig is, moet tussen het analyse-apparaat en de initiator een geschikte scheidingsschakelingsversterker worden geschakeld! De BTS mag in explosiegevaarlijke zones niet als veiligheidsvoorziening ter beperking van de maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur van de turbokoppeling worden gebruikt! 5

6 Werking van de BTS 2 Werking van de BTS De Contactloze Thermische Schakelinrichting (BTS) bestaat uit drie componenten: Schakelelement Initiator met bevestigingsflens Analyse-apparaat Optioneel als er een intrinsiek veilige stuurkring vereist is: Scheidingsschakelingsversterker, 2-kanaals voor maximaal 2 initiators Analyse-apparaat Scheidingsschakelingsversterker Turbokoppeling Bevestigingsflens a 6 Afbeelding 1 Initiator a = 4 ± 1 mm Schakelelement

7 Werking van de BTS 2.1 Schakelelement Het schakelelement is een passieve component (eenvoudig elektrisch bedrijfsmiddel volgens EN paragraaf ). Het wordt in het buitenwiel of in de schaal van de turbokoppeling gedraaid. Daardoor wordt een thermisch contact tussen het schakelelement en de turbokoppeling met de bedrijfsvloeistof tot stand gebracht. In het schakelelement zijn een spoel en een thermoschakelaar geïntegreerd. Het schakelpunt van de thermoschakelaar komt overeen met de reactietemperatuur van het schakelelement. Onder de nominale reactietemperatuur is de thermoschakelaar gesloten en overbrugt de spoel. Boven de nominale reactietemperatuur gaat de thermoschakelaar open en onderbreekt de stroomkring. Bij het dalen van de temperatuur sluit de thermoschakelaar de stroomkring weer. De BTS is weer gebruiksklaar. Nominale reactietemperatuur hoofdstuk Initiator De initiator is als gepoolde tweedraadssensor volgens DIN EN (NAMUR) uitgevoerd. Hij werkt volgens het inductieve sensorprincipe. In de initiator bevindt zich een elektrische oscillator, die een hoogfrequente trilling genereert. Als frequentiebepalend element bevat de oscillator een trillingskring, die bestaat uit een spoel en een condensator. De trillingskringspoel is in de kop van de sensor ondergebracht. Via deze spoel ontwijkt er een elektromagnetisch wisselveld uit de sensorkop. 2.3 Analyse-apparaat Het analyse-apparaat is een elektronische eenheid die elektrische impulsen detecteert en de tijd tussen de impulsen analyseert. De analyse wordt ofwel door het inschakelen van de voedingsspanning of door een extern triggersignaal gestart. Na het starten van de analyse moet de bewaking van de impulsen gedurende een instelbare periode (aanloopoverbruggingstijd) worden onderbroken. Een relais met omschakelcontact valt af, indien het aantal impulsen per tijdseenheid onder een bepaalde waarde daalt. Het analyse-apparaat heeft een aansluiting voor NAMUR-sensoren volgens DIN EN (NAMUR). 2.4 Scheidingsschakelingsversterker De scheidingsschakelingsversterker brengt alle digitale signalen uit de explosiegevaarlijke zone over. Signaalopnemers kunnen sensoren volgens DIN EN (NAMUR) of mechanische contacten zijn. De intrinsiek veilige ingangen zijn volgens DIN EN veilig van de uitgang en het net gescheiden. 7

8 Werking van de BTS 2.5 Samenwerking van de BTS-componenten Montage, positie hoofdstuk 2 Het schakelelement wordt in plaats van een blinde schroef in de turbokoppeling gedraaid. De initiator wordt met de bevestigingsflens parallel aan de as van de turbokoppeling gemonteerd en is aangesloten op het analyse-apparaat. De spoel in het schakelelement wordt inductief met de spoel in de initiator gekoppeld, indien het schakelelement zich voor de kop van de initiator bevindt. Bij een gesloten thermoschakelaar wordt er energie van de initiator naar het schakelelement overgebracht. De oscillator wordt bedempt en heeft een geringere stroomopname. Indien de koppelingstemperatuur boven de reactietemperatuur stijgt van het schakelelement, onderbreekt de thermoschakelaar de stroomkring in het schakelelement. Het schakelelement kan de oscillator in de initiator niet meer bedempen. Het analyse-apparaat herkent de bedemping van de initiator op grond van de initiatorstroomopname. Als de turbokoppeling waarin het schakelelement is geschroefd draait, beweegt het schakelelement continu langs de initiator. Daardoor worden continu dempingsimpulsen gegenereerd. Het uitgangsrelais in het analyse-apparaat is aangetrokken. Grensfrequentie hoofdstuk Bij overtemperatuur blijven deze dempingsimpulsen uit, d.w.z. er wordt onder de op het analyse-apparaat ingestelde grensfrequentie gebleven. Het analyse-apparaat herkent het uitblijven van de impulsen, het uitgangsrelais valt af. Bij het aanlopen van de turbokoppeling wordt op het analyse-apparaat een aanloopoverbruggingstijd ingesteld. Terwijl de aanloopoverbrugging actief is, blijft het uitgangsrelais aangetrokken. Na deze ingestelde tijd dient het toerental van de turbokoppeling met het schakelelement de ingestelde grensfrequentie te hebben overschreden. WAARSCHUWING Maximaal toegestane temperatuur gebruikshandleiding turbokoppeling 8 Gevaar voor lichamelijk letsel en materiële schade Na de uitschakeling moet de besturing zo worden vergrendeld, dat er geen automatisch opnieuw opstarten kan plaatsvinden. Schakel de installatie waarin de turbokoppeling is gemonteerd uit en beveilig de schakelaar tegen opnieuw inschakelen. Zorg er bij alle werkzaamheden aan de turbokoppeling en BTS voor dat zowel de aandrijfmotor als de aangedreven machine stilstaat en het aanlopen onder alle omstandigheden kan worden uitgesloten. Opnieuw opstarten mag pas uitgevoerd worden, als de temperatuur van de turbokoppeling onder de maximaal toegestane temperatuur ligt die bij het inschakelen van de motor toegestaan is.

9 Technische gegevens 3 Technische gegevens 3.1 Schakelelement M12 x 1,5 M18 x 1,5 M24 x 1,5 Ø 41 Ø 41 Ø 41 M12 x 1,5 M18 x 1,5 M24 x 1,5 ~ 12,5 ~ 22 ~ 22 ~ 38,5 ~ 45,5 ~ 47 Afbeelding 2 Voor de verschillende turbokoppelingsmaten zijn de volgende schakelelementen beschikbaar: Schroefdraadafmeting M12 x 1,5 M18 x 1,5 M24 x 1,5 Nominale reactietemperatuur 125 C 85 / 90 / 100 / 110 / 125 / 140 / 160 / 180 C 85 / 125 / 140 / 160 / 180 C Geschikt voor koppelingsmaten Reactietolerantie ± 5 C Terugschakeltemperatuur ca. 40 K onder de reactietemperatuur Sleutelwijdte Aanhaalmoment 22 Nm 60 Nm 144 Nm Tabel 1 VEILIGHEIDSAANWIJZING Het type van het schakelelement is in de behuizing ingeslagen met: - Schroefdraadafmeting - Maximale omtreksnelheid - Nominale reactietemperatuur De nominale reactietemperatuur van het schakelelement wordt in combinatie met het koppelingsontwerp bepaald. 9

10 Technische gegevens 3.2 Initiator, bevestigingsflens ~ 6 Ø ~ 12 Initiator weergegeven met bevestigingsflens Afbeelding 3 10 Initiatortype Beveiligde schakelafstand met Voithschakelelement Uitvoering Bedrijfsspanning Stroomopname Verpolingsbeveiliging NJ N-E93- Y30629 NJ N-E93- Y mm volgens DIN EN (NAMUR) nominaal 8,2 V DC veilig bedempt: 0,1 ma / 1,2 ma veilig onbedempt: 2,1 ma / 6,0 ma ja NJ N-E93- Y Toegestane omgevingstemperatuur 1) -25 C 70 C -25 C 100 C -40 C 70 C Beschermingsklasse volgens EN IP 68 Ontstekingsbeschermingsklasse tegen II 2G EEx ia IIC T6 (PTB 00 ATEX 2048X) ontsteking volgens EN en II 1D Ex iad 20 T x C (ZELM 03 ATEX 0128X) EN x: T 85 C T 108 C T 85 C EMC conform IEC / EN Schokbelasting a < 30 g, T = 11 ms, volgens IEC Trillings-belasting f = 55 Hz, s = 1 mm, volgens IEC Aansluitkabel Y30629: 2 m, PVC 2 x 0,75 mm 2 vrije kabeleinden Y30627: 2 m, SIHF 2 x 0,75 mm 2 vrije kabeleinden Certificaten CSA (LR ) Afmetingen Ø 22 x 75 Aansluitafbeelding Tabel 2 (BN: bruin / BU: blauw) Y106925: 2 m, SIHF 2 x 0,75 mm 2 vrije kabeleinden 1) Bij temperaturen onder -20 C moeten de initiators mechanisch beschermd worden gemonteerd.

11 Technische gegevens Elektrische bedrijfsmiddelen voor explosiegevaarlijke zones Apparatuurcategorie 2G Voor het gebruik in explosiegevaarlijke zones van gas, damp, nevel. Richtlijnconformiteit ATEX-richtlijnen: Richtlijn 94/9 / EG (geldig tot 19 april 2016) Richtlijn 2014/34 / EU (geldig vanaf 20 april 2016) Normconformiteit EN , EN ontstekingsbeschermingsklasse intrinsieke veiligheid beperking door hieronder genoemde voorwaarden CE-markering 0102 Ex-markering II 2G EEx ia IIC T6 EG-typeonderzoekcertificaat Toegewezen type PTB 00 ATEX 2048 X NJ N... Effectieve interne capaciteit Ci 130 nf; een kabellengte van 10 m werd in aanmerking genomen. Effectieve interne inductiviteit Li 100 μh; een kabellengte van 10 m werd in aanmerking genomen. Algemeen Het bedrijfsmiddel dient overeenkomstig de aangegeven specificaties en deze beschrijving te worden toegepast. Het EGtypeonderzoekcertificaat dient in acht te worden genomen. De bijzondere voorwaarden dienen te worden nageleefd! Richtlijnen ATEX en zodoende EG-typeonderzoekcertificaten gelden in het algemeen uitsluitend voor het gebruik van elektrische bedrijfsmiddelen onder atmosferische omstandigheden. Het gebruik bij omgevingstemperaturen > 60 C werd t.a.v. hete oppervlakken door de aangemelde certificatie-instantie gecontroleerd. Bij het gebruik van het bedrijfsmiddel buiten atmosferische omstandigheden dient eventueel rekening te worden gehouden met een vermindering van de toegestane minimumontstekingsenergieën. Omgevingstemperatuur De temperatuurbereiken, afhankelijk van de temperatuurklasse, zijn te vinden in de aangegeven specificaties. Installatie, inbedrijfstelling Instandhouding, onderhoud Bijzondere voorwaarden Bescherming tegen mechanische gevaren Tabel 3 De voor het gebruik resp. het geplande gebruiksdoel van toepassing zijnde wetten resp. richtlijnen en normen dienen in acht te worden genomen. De intrinsieke veiligheid is alleen in verbinding met een overeenkomstig bijbehorend bedrijfsmiddel en conform het bewijs inzake de intrinsieke veiligheid gegarandeerd. Aan bedrijfsmiddelen die in explosiegevaarlijke zones worden toegepast, mogen geen wijzigingen worden aangebracht. Reparaties aan deze bedrijfsmiddelen zijn niet mogelijk. De sensor mag mechanisch niet worden beschadigd. Bij het gebruik in temperatuurzones onder -20 C dient de sensor door montage in een extra behuizing te worden beschermd tegen de inwerking van stoten. 11

12 Technische gegevens Elektrische bedrijfsmiddelen voor explosiegevaarlijke zones 12 Apparatuurcategorie 1D Voor het gebruik in explosiegevaarlijke zones met brandbaar stof. ATEX-richtlijnen: Richtlijnconformiteit Richtlijn 94/9 / EG (geldig tot 19 april 2016) Richtlijn 2014/34 / EU (geldig vanaf 20 april 2016) Normconformiteit IEC :2002: ontwerp; pren :2002 ontstekingsbeschermingsklasse intrinsieke veiligheid "id" beperking door hieronder genoemde voorwaarden CE-markering 0102 Ex-markering II 1D Ex iad 20 T 85 C resp. T 108 C EG-typeonderzoekcertificaat ZELM 03 ATEX 0128 X Toegewezen type NJ N-E93-Y nf; een kabellengte van 10 m werd in aanmerking Effectieve interne capaciteit Ci genomen. 100 μh; een kabellengte van 10 m werd in aanmerking Effectieve interne inductiviteit Li genomen. Algemeen Het bedrijfsmiddel dient overeenkomstig de aangegeven specificaties en deze beschrijving te worden toegepast. Het EGtypeonderzoekcertificaat dient in acht te worden genomen. De bijzondere voorwaarden dienen te worden nageleefd! Richtlijnen ATEX en zodoende EG-typeonderzoekcertificaten gelden in het algemeen uitsluitend voor het gebruik van elektrische bedrijfsmiddelen onder atmosferische omstandigheden. Het gebruik bij omgevingstemperaturen > 60 C werd t.a.v. hete oppervlakken door de aangemelde certificatie-instantie gecontroleerd. Bij het gebruik van het bedrijfsmiddel buiten atmosferische omstandigheden dient eventueel rekening te worden gehouden met een vermindering van de toegestane minimumontstekingsenergieën. Maximale oppervlaktetemperatuur De maximale oppervlaktetemperatuur van de behuizing is te van de behuizing vinden in de aangegeven specificaties. Installatie, inbedrijfstelling De voor het gebruik resp. het geplande gebruiksdoel van toepassing zijnde wetten resp. richtlijnen en normen dienen in acht te worden genomen. De intrinsieke veiligheid is alleen in verbinding met een overeenkomstig bijbehorend bedrijfsmiddel en conform het bewijs inzake de intrinsieke veiligheid gegarandeerd. Het bijbehorende bedrijfsmiddel moet minimaal aan de eisen van categorie ia IIB of iad voldoen. Vanwege mogelijke ontstekingsgevaren, die op grond van fouten en/of transiënte stromen in het equipotentiaalsysteem kunnen ontstaan, is een galvanische scheiding in de voedings- en signaalstroomkring te prefereren. Bijbehorende bedrijfsmiddelen zonder galvanische scheiding mogen alleen worden toegepast wanneer de overeenkomstige eisen volgens IEC worden nageleefd. De intrinsiek veilige stroomkring moet tegen blikseminslag beveiligd zijn. Bij het gebruik in een tussenwand tussen zone 20 en zone 21 of zone 21 en zone 22 mag de sensor niet aan mechanische gevaren blootstaan en dient zo te worden afgedicht, dat de beschermende functie van de tussenwand niet nadelig wordt beïnvloed. De van toepassing zijnde richtlijnen en normen dienen in acht te worden genomen. Instandhouding, onderhoud Aan bedrijfsmiddelen die in explosiegevaarlijke zones worden toegepast, mogen geen wijzigingen worden aangebracht. Reparaties aan deze bedrijfsmiddelen zijn niet mogelijk. Bijzondere voorwaarden Elektrostatische oplading Tabel 4 De aansluitkabels dienen overeenkomstig EN te worden aangelegd en mogen tijdens de werking normaal gesproken niet aan wrijving worden blootgesteld.

13 Technische gegevens 3.3 Analyse-apparaat en scheidingsschakelingsversterker Reglementair gebruik De voor het gebruik resp. het geplande gebruiksdoel van toepassing zijnde wetten resp. richtlijnen dienen in acht te worden genomen. Apparaten die in algemene elektrische installaties werden toegepast, mogen daarna niet meer worden toegepast in elektrische installaties die in verbinding met explosiegevaarlijke zones staan. Intrinsiek veilige stroomkringen die met stroomkringen van andere ontstekingsbeschermingsklassen werden toegepast, mogen daarna niet meer als intrinsiek veilige stroomkringen worden toegepast. Stroomkringen in de ontstekingsbeschermingsklasse "nl" die met stroomkringen van andere ontstekingsbeschermingsklassen (uitgezonderd intrinsiek veilige stroomkringen) werden toegepast, mogen daarna niet meer in de ontstekingsbeschermingsklasse "nl" worden toegepast. Installatie en inbedrijfstelling in combinatie met explosiegevaarlijke zones Inbedrijfstelling en installatie mogen alleen door hiertoe speciaal opgeleid vakpersoneel worden uitgevoerd. De apparaten zijn opgebouwd in beschermingsklasse IP20 volgens EN en moeten dienovereenkomstig bij slechte omgevingsomstandigheden zoals spattend water of vuil tot boven verontreinigingsgraad 2 overeenkomstig worden beveiligd. De apparaten moeten buiten de explosiegevaarlijke zone worden geïnstalleerd! De intrinsiek veilige stroomkringen van de apparaten (lichtblauwe markering op de apparaten) mogen, afhankelijk van de ontstekingsbeschermingsklasse, in explosiegevaarlijke zones worden geleid, hierbij dient met name op een veilige scheiding ten opzichte van alle niet-intrinsiek veilige stroomkringen te worden gelet. De uitvoering van de installatie van de intrinsiek veilige stroomkringen dient overeenkomstig de geldende bouwbepalingen tot stand te worden gebracht. Voor het verbinden van intrinsiek veilige veldapparaten met de intrinsiek veilige stroomkringen van de bijbehorende apparaten van het K-systeem dienen de betreffende maximumwaarden van het veldapparaat en van het bijbehorende apparaat in de zin van de explosiebeveiliging in acht te worden genomen (bewijs inzake de intrinsieke veiligheid). Hierbij dient EN / IEC in acht te worden genomen. Voor de Bondsrepubliek Duitsland dient bovendien het "Nationaal voorwoord" van EN / VDE 0165 deel 1 in acht te worden genomen. 13

14 Technische gegevens Bij parallelschakeling van meerdere kanalen van een apparaat dient erop te worden gelet dat de parallelschakeling rechtstreeks op de klemmen van het apparaat plaatsvindt. Bij het bewijs inzake de intrinsieke veiligheid dienen de maximumwaarden van de parallelschakeling in aanmerking te worden genomen. Bij gebruik van de intrinsiek veilige stroomkringen in de stof-ex-zone "D" mogen uitsluitend hiervoor goedgekeurde veldapparaten worden aangesloten. De EG-conformiteitsverklaringen resp. EG-typeonderzoekcertificaten dienen in acht te worden genomen. Bijzonder belangrijk is het naleven van de eventueel hierin voorkomende "Bijzondere voorwaarden". Instandhouding, onderhoud Het transmissiegedrag van de apparaten is ook gedurende lange periodes stabiel, een regelmatige afstelling en dergelijke komt daardoor te vervallen. Ook anderszins zijn er geen onderhoudswerkzaamheden nodig. Verhelpen van storingen Aan apparaten die in combinatie met explosiegevaarlijke zones worden gebruikt, mogen geen wijzigingen worden aangebracht. Reparaties aan het apparaat mogen eveneens niet worden uitgevoerd. Isolatiecoördinaten voor apparaten met Ex-certificaat volgens EN De apparaten zijn voor het gebruik in verontreinigingsgraad 2 en overspanningscategorie II volgens EN ontworpen. Isolatiecoördinaten voor de gegevens over galvanische scheidingen volgens EN en EN De apparaten van het K-systeem zijn inbouwapparaten resp. elektronische bedrijfsmiddelen voor het gebruik in afgesloten elektrische bedrijfsruimten, waartoe uitsluitend gediplomeerde elektriciens of elektrotechnisch geïnstrueerde personen toegang hebben. De apparaten zijn voor het gebruik in verontreinigingsgraad 2 en overspanningscategorie II volgens EN ontworpen. Omgevingsomstandigheden Omgevingstemperatuur: zie gegevensblad Opslagtemperatuur: -40 C C (233 K K) Relatieve luchtvochtigheid: max. 75% zonder bedauwing

15 Technische gegevens Elektrische aansluiting De aftrekbare klemmen vereenvoudigen het aansluiten en de schakelkastbouw aanzienlijk. Ze maken bij een servicebeurt een snelle en foutloze vervanging van het apparaat mogelijk. De klemmen zijn schroefbaar, zelfopenend, hebben een grote aansluitruimte voor een aderdiameter tot 2,5 mm² en gecodeerde stekkers, zodat verwisseling niet mogelijk is. Afbeelding 4 Op de blauwe klemmen wordt de intrinsiek veilige veldstroomkring aangesloten. Deze mag met verbindingskabels volgens DIN EN in de explosiegevaarlijke zone worden geleid. Op de groene klemmen wordt de niet-intrinsiek veilige veldstroomkring aangesloten. 15

16 Technische gegevens Analyse-apparaat Afbeelding 5 Analyse-apparaat type KFU8-DW-1.D-Y ) V AC ± 10%, Hz, < 5 VA Voedingsspanningen of 115 V AC ± 10%, Hz, < 5 VA of 24 V DC + 15% / - 10%, restrimpel U ss 10 %, < 5 W volgens DIN EN (NAMUR): Signaalingang nullastspanning: 8,2 V DC kortsluitstroom: 6,5 ma schakelpunten: 1,2 ma / 2,1 ma (klemmen 8, 9) omschakelcontact, schakelvermogen: Uitgangsrelais 250 V AC, 2 A, cosϕ=0,7 40 V DC, 2 A triggering door inschakelen van de voedingsspanning of Aanloopoverbrugging door extern signaal (16 30 V DC, signaalduur aanloopoverbruggingstijd) Aanloopoverbruggingstijd s in 1 s - stappen, fabrieksinstelling: 10 s Gereedheidsvertraging 400 ms Grensfrequentie 1 Hz (komt overeen met 60 min -1 ) Weergaven 7-segment-display met 4 tekens, rood, tekenhoogte: 7 mm LED, geel, voor schakeltoestand van het uitgangsrelais Uitvoeringsvorm modulaire klemmenbehuizing Montage opclipbaar op 35 mm - normrail volgens DIN EN aanschroefbaar door strippen in 90 mm - raster Schokbelasting volgens EN , 15 g, 11 ms, halve sinus Trillingsbelasting volgens EN , Hz, 1 g, hoge overgangsfrequentie Aansluitklemmen gecodeerde stekkers, max 2,5 mm 2 Toegestane omgevingstemperatuur -25 C 50 C Relatieve luchtvochtigheid max. 80%, niet condenserend Beschermingsklasse volgens IP 20 EN EMC conform EN , EN Certificaten CSA Massa ca. 420 g Tabel 5 1) Voorgangerapparaat KFU8-DW-1.D-Y kan zonder technische wijzigingen door dit apparaat worden vervangen.

17 Technische gegevens Scheidingsschakelingsversterker 230 V AC DIP-schakelaars S1, S2, S3: hoofdstuk Afbeelding 6 Scheidingsschakelingsversterker type KFA6-SOT2-Ex2 Net Voedingsspanning 230 V AC ± 10%, Hz, 1,5 W Signaalingang (intrinsiek Nominale gegevens volgens DIN EN (NAMUR) veilig) ca. 8 V DC / Nullastspanning / kortsluitstroom ca. 8 ma Schakelpunt / schakelhysterese 1,2...2,1 ma / ca. 0,2 ma Kabelbewaking breuk I 0,1 ma, kortsluiting I > 6 ma Maximumwaarden conform Certificaatnummer PTB 98 ATEX 2164 conformiteitsverklaring Groep, categorie, resp. ontstekingsbeschermingsklasse II (1) G D [EEx ia] IIC [stroomkring(en) in zone 0/1/2] typeonderzoekcertificaat Spanning U o 10,5 V Stroom I o 13 ma Vermogen P o 34 mw (karakteristiek lineair) Ontstekingsbeschermingsklasse, categorie [EEx ia en EEx ib] Explosiegroep IIB IIC Externe capaciteit 16,8 μf 2,41 μf Uitgang (niet intrinsiek veilig) Externe inductiviteit 730 mh 200 mh Uitgang signaal; elektronica-uitgang, passief Veiligheidstechnische maximumspanning U m 253 V AC (let op! U m is geen nominale spanning) 1-signaal: 2,5 V max. voor 10 ma (externe spanning) Signaalniveau resp. 3,0 V max. voor 100 ma (100 ma, kortsluitvast) 0-signaal: geblokkeerde uitgang (reststroom 10 μa) Overbrengingseigenschappe n Schakelfrequentie 5 khz Galvanische scheiding Ingang / ingang niet aanwezig Ingang / uitgang conform IEC Ingang / voeding conform IEC Normen Ingang volgens DIN EN (NAMUR) Overgangscategorie II volgens DIN EN Klimatologische omstandigh. volgens DIN IEC 721 Elektromagnetische compatibiliteit RL 89/336/EG volgens EN 61326, EN , NAMUR NE 21 Omgevingsomstandigheden Omgevingstemperatuur C ( K) Mechanische gegevens Massa ca. 150 g Tabel 6 17

18 Technische gegevens Scheidingsschakelingsversterker V DC 20 DIP-schakelaars S1, S2, S3: hoofdstuk Afbeelding 7 18 Scheidingsschakelingsversterker type KFD2-SOT2-Ex2 Net Voedingsspanning V DC, rimpel 10%, nominale stroom 50 ma Signaalingang (intrinsiek Nominale gegevens volgens DIN EN (NAMUR) veilig) Nullastspanning / kortsluitstroom ca. 8 V DC / ca. 8 ma Schakelpunt / schakelhysterese 1,2...2,1 ma / ca. 0,2 ma Kabelbewaking breuk I 0,1 ma, kortsluiting I > 6 ma Maximumwaarden conform Certificaatnummer PTB 00 ATEX 2035 conformiteitsverklaring resp. Groep, categorie, typeonderzoekcertificaat ontstekingsbeschermingsklasse II (1) G D [EEx ia] IIC [stroomkring(en) in zone 0/1/2] Spanning U o 10,5 V Stroom I o 13 ma Vermogen P o 34 mw (karakteristiek lineair) Ontstekingsbeschermingsklass e, categorie [EEx ia en EEx ib] Explosiegroep IIA IIB IIC Externe capaciteit 75 μf 16,8 μf 2,4 μf Externe inductiviteit 1000 mh 740 mh 200 mh Uitgang Uitgang signaal; elektronica-uitgang, passief (niet intrinsiek veilig) Veiligheidstechnische maximumspanning U m 40 V DC (let op! U m is geen nominale spanning) 1-signaal: 2,5 V max. voor 10 ma (externe spanning) Signaalniveau resp. 3,0 V max. voor 100 ma (100 ma, kortsluitvast) 0-signaal: geblokkeerde uitgang (reststroom 10 μa) Overbrengingseigenschappen Schakelfrequentie 5 khz Galvanische scheiding Ingang / ingang niet aanwezig Ingang / uitgang conform EN 50020, piekwaarde van de spanning 375 V Ingang / voeding conform EN 50020, piekwaarde van de spanning 375 V Normen Ingang volgens DIN EN (NAMUR) Overgangscategorie II volgens DIN EN Klimatologische omstandigh. volgens DIN IEC 721 Elektromagnetische compatibiliteit RL 89/336/EG volgens EN 61326, EN , NAMUR NE 21 Omgevingsomstandigheden Omgevingstemperatuur C ( K) Mechanische gegevens Massa ca. 150 g Tabel 7

19 Technische gegevens Verklaring van de DIP-schakelaars in de scheidingsschakelingsversterker Bedrijfstoestanden Stuurstroomkringen Ingangssignaal Initiator hoogohmig / contact geopend Geringe ingangsstroom Initiator laagohmig / contact gesloten Hoge ingangsstroom Kabelbreuk, kabelkortsluiting Kabelfout Tabel 8 Afbeelding 8 Fabrieksinstelling: schakelaar 1, 2 en 3 op positie I Schakelaarstand S Werking Positie 1 Werkingsrichting uitgang I actief bij hoge ingangsstroom bij geringe ingangsstroom I II 2 Werkingsrichting uitgang II actief bij hoge ingangsstroom bij geringe ingangsstroom I II 3 Kabelfout herkennen AAN UIT I II Tabel 9 19

20 Aanwijzing voor gebruikers 4 Aanwijzing voor gebruikers Deze handleiding zal u helpen om de Contactloze Thermische Schakelinrichting (BTS) veilig, vakkundig en economisch zinvol te gebruiken. Wanneer u de aanwijzingen in deze handleiding opvolgt, zult u de betrouwbaarheid en de levensduur van de installatie verhogen, gevaren voorkomen, reparaties en uitvaltijden verminderen. Deze handleiding moet permanent op de bedrijfslocatie van de BTS beschikbaar zijn, door iedere persoon worden gelezen en toegepast die werkzaamheden aan de installatie uitvoert of deze in bedrijf neemt. De Contactloze Thermische Schakelinrichting is volgens de stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels gebouwd. Toch kunnen er bij ondeskundige behandeling en onreglementair gebruik gevaren voor lichaam en leven van de gebruiker of derden resp. schade aan de installatie en andere materiële schade ontstaan. Reserveonderdelen: Reserveonderdelen moeten voldoen aan de door Voith vastgelegde technische eisen. Dit is bij originele reserveonderdelen gegarandeerd. De montage en/of het gebruik van niet-originele reserveonderdelen kan de constructief vastgelegde eigenschappen van de BTS negatief veranderen en daardoor de veiligheid nadelig beïnvloeden. Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen wordt iedere aansprakelijkheid door Voith uitgesloten. Gebruik voor het onderhoud een geschikte werkplaatsuitrusting. Een vakkundige reparatie kan alleen door de fabrikant of een geautoriseerde vakwerkplaats gegarandeerd worden. 20

21 Aanwijzing voor gebruikers Deze handleiding werd met de grootst mogelijke zorgvuldigheid opgesteld. Mocht u toch meer informatie willen, neem dan contact op met: Voith Turbo GmbH & Co. KG Division Mining & Metals Voithstr Crailsheim, GERMANY Tel Fax startup.components@voith.com Voith Turbo Het doorgeven en vermenigvuldigen van dit document alsmede het gebruik en de openbaarmaking van de inhoud ervan zijn verboden, voor zover niet uitdrukkelijk toegestaan. Overtredingen verplichten tot schadevergoeding. Alle rechten zijn voorbehouden, in het bijzonder het recht om octrooien, gebruiksmodellen en siermodellen aan te vragen. De firma Voith Turbo behoudt zich wijzigingen voor. 21

22 Veiligheid 5 Veiligheid 5.1 Veiligheidsaanwijzingen In de handleiding worden veiligheidsaanwijzingen met de hierna beschreven benamingen en symbolen gebruikt Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen GEVAARWOORD Gevolg van het gevaar Bron van het gevaar Afweer van het gevaar Gevaarwoord Het gevaarwoord verdeelt de ernst van het gevaar onder in verschillende niveaus: Gevaarwoord Ernst van het gevaar GEVAAR Dodelijk of ernstig letsel (onherstelbaar lichamelijk letsel) WAARSCHUWING Mogelijk dodelijk of ernstig letsel VOORZICHTIG Mogelijk licht of gering letsel AANWIJZING Mogelijk materiële schade - van het product - van zijn omgeving VEILIGHEIDSAANWIJZING Algemene toepassingsaanwijzingen, nuttige informatie, veilige werkwijze en correcte veiligheidsmaatregelen Tabel Gevolg van het gevaar Het gevolg van het gevaar noemt het soort gevaar. Bron van het gevaar De bron van het gevaar noemt de oorzaak van het gevaar. Afweer van het gevaar De afweer van het gevaar beschrijft de maatregelen ter afweer van het gevaar.

23 Veiligheid Definitie van de veiligheidssymbolen Symbool Definitie Explosiegevaar De markering met het Ex-symbool wijst op mogelijke gevaren die absoluut in acht genomen moeten worden voor het gebruik in explosiegevaarlijke zones. Tabel Reglementair gebruik De Contactloze Thermische Schakelinrichting (BTS) dient voor de contactloze bewaking van de temperatuur van Voith-turbokoppelingen. Ander of verdergaand gebruik, zoals voor niet-overeengekomen bedrijfs- of gebruiksomstandigheden, geldt als onreglementair. Tot het reglementair gebruik behoort ook het naleven van deze montage- en gebruikshandleiding. Voor schade die resulteert uit onreglementair gebruik is de fabrikant niet aansprakelijk. Het risico is alleen voor de gebruiker. 5.3 Onreglementair gebruik Aanbrengbereik werd niet in acht genomen. Ander of verdergaand gebruik, zoals voor hogere vermogens, hogere toerentallen of voor niet-overeengekomen bedrijfsomstandigheden, geldt als onreglementair. Verder mogen er geen BTS van derden gebruikt worden. Aanbrengbereik gebruikshandleiding turbokoppeling 5.4 Algemene gevarenaanwijzingen Let bij alle werkzaamheden aan de Contactloze Thermische Schakelinrichting op de plaatselijke voorschriften inzake de ongevallenpreventie alsmede op de voorschriften voor het tot stand brengen van elektrische installaties! WAARSCHUWING Explosiegevaar Bij het niet in acht nemen van de voorschriften of bij ontoelaatbare verandering bestaat explosiegevaar. Let bij het gebruik van de Contactloze Thermische Schakelinrichting in explosiegevaarlijke zones (initiatortype NJ N-E93) op de plaatselijke voorschriften over elektrische bedrijfsmiddelen voor explosiegevaarlijke zones! Wijzigingen aan de initiator met inbegrip van de aansluitkabel zijn niet toegestaan. 23

24 Veiligheid Gevaren tijdens de werkzaamheden aan de Contactloze Thermische schakelinrichting: GEVAAR Elektrische schok Door verkeerd gemonteerde of verkeerd aangesloten elektrische componenten en losgemaakte elektrische verbindingen zouden personen een elektrische schok kunnen krijgen en ernstig gewond kunnen raken, eventueel met dodelijke gevolgen. Verkeerd gemonteerde of verkeerd aangesloten elektrische componenten en losgemaakte verbindingen kunnen tot machineschade leiden. De aansluiting op het elektrische voedingsnet moet door een elektricien deskundig worden uitgevoerd met inachtneming van de netspanning en de maximale stroomopname. De netspanning moet overeenstemmen met de netspanning die op het elektrische typeplaatje wordt vermeld. Aan de netzijde moet een overeenkomstige elektrische beveiliging aanwezig zijn. Elektrische schok: GEVAAR Elektrostatische processen Door statische oplading zou een persoon een elektrische schok kunnen krijgen. De installatie waarin de turbokoppeling gemonteerd is, moet door een elektricien geïnstalleerd worden. Machine en elektrische installatie hebben aardingsaansluitingen. 24

25 Veiligheid Werkzaamheden aan de turbokoppeling: WAARSCHUWING Verwondingsgevaar Tijdens de werkzaamheden aan de turbokoppeling bestaat verwondingsgevaar door snijden, inklemmen, verbrandingen en bij minustemperaturen door koudeverwondingen. Raadpleeg de montage- en gebruikshandleiding van de turbokoppeling! Raak de turbokoppeling nooit zonder veiligheidshandschoenen aan. Begin pas met de werkzaamheden nadat de turbokoppeling tot onder 44 C is afgekoeld. Zorg tijdens de werkzaamheden aan de turbokoppeling voor voldoende licht, een ruim werkbereik en goede ventilatie. Schakel de installatie waarin de turbokoppeling is gemonteerd uit en beveilig de schakelaar tegen opnieuw inschakelen. Zorg er bij alle werkzaamheden aan de turbokoppeling voor dat zowel de aandrijfmotor als de aangedreven machine stilstaat en het aanlopen onder alle omstandigheden kan worden uitgesloten. Lawaai: WAARSCHUWING Gehoorverlies, blijvende gehoorschade De turbokoppeling maakt lawaai tijdens de werking. Als het A-gewogen equivalente geluidsdrukniveau L PA, 1m boven 80 db(a) ligt, kan dit tot gehoorschade leiden. Draag gehoorbescherming. Geluidsdrukniveau voorpagina gebruikshandleiding van de turbokoppeling 25

26 Veiligheid Wegspuitende en lekkende bedrijfsvloeistof: WAARSCHUWING Onreglementair gebruik hoofdstuk 5.3 Gevaar voor verblinding door wegspuitende bedrijfsvloeistof, verbrandingsgevaar In geval van een thermische overbelasting van de turbokoppeling reageren de smeltveiligheidsschroeven. Via deze smeltveiligheidsschroeven ontsnapt de bedrijfsvloeistof. Dit kan alleen bij onreglementair gebruik gebeuren. Personen die zich in de buurt van de turbokoppeling bevinden, moeten een veiligheidsbril dragen. Wees er zeker van dat de wegspuitende bedrijfsvloeistof niet met personen in aanraking kan komen. Schakel na het wegspuiten van de smeltveiligheidsschroeven meteen de aandrijving uit. Elektrische apparaten die naast de turbokoppeling staan, moeten beschermd zijn tegen spatten. WAARSCHUWING Brandgevaar Na het reageren van de smeltveiligheidsschroeven kan de wegspuitende olie op hete oppervlakken ontsteken en een brand veroorzaken alsmede giftige gassen en dampen laten vrijkomen. Zorg ervoor dat de wegspuitende bedrijfsvloeistof niet met hete machinedelen, verwarmingsapparaten, vonken of open vuur in aanraking kan komen. Na het reageren van de smeltveiligheidsschroeven de aandrijfmachine onmiddellijk uitschakelen. Neem de aanwijzingen op de veiligheidsgegevensbladen in acht. VOORZICHTIG 26 Gevaar voor uitglijden Gevaar voor uitglijden door weggespoten lood van de smeltveiligheidsschroeven en ontsnappende bedrijfsvloeistof. Zorg voor een opvangbak van voldoende grootte. Weggespoten smeltveiligheidslood en ontsnapte bedrijfsvloeistof onmiddellijk verwijderen. Neem de aanwijzingen op de veiligheidsgegevensbladen in acht.

27 Veiligheid 5.5 Resterende gevaren WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk letsel en materiële schade De gevolgen van misbruik of verkeerde bediening kunnen de dood, zwaar letsel of licht letsel alsmede materiële schade en schade aan het milieu zijn. Alleen voldoende gekwalificeerde, geïnstrueerde en bevoegde personen mogen aan of met de turbokoppeling en Contactloze Thermische Schakelinrichting werken. Neem de waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen in acht. 5.6 Gedrag bij ongevallen VEILIGHEIDSAANWIJZING Neem bij ongevallen de plaatselijke voorschriften alsmede de handleidingen en veiligheidsmaatregelen van de exploitant in acht. 5.7 Aanwijzingen m.b.t. het gebruik VEILIGHEIDSAANWIJZING Als er tijdens het gebruik onregelmatigheden worden vastgesteld, moet het aandrijfaggregaat onmiddellijk worden uitgeschakeld. Bewakingsinrichtingen: AANWIJZING Materiële schade Beschadiging van de turbokoppeling door niet-bedrijfsklare bewakingsinrichtingen. Controleer of aanwezige bewakingsinrichtingen zich in bedrijfsklare toestand bevinden. Repareer defecte bewakingsinrichtingen onmiddellijk. Overbrug veiligheidsinrichtingen nooit. 27

28 Veiligheid 5.8 Kwalificatie van het personeel Alle werkzaamheden, zoals transport, opslag, opstelling, elektrische aansluiting, inbedrijfstelling, gebruik, onderhoud, instandhouding en reparatie, mogen uitsluitend door gekwalificeerd en bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd. Gekwalificeerd vakpersoneel in de zin van deze gebruikshandleiding zijn personen die vertrouwd zijn met transport, opslag, opstelling, elektrische aansluiting, inbedrijfstelling, onderhoud, instandhouding en reparatie en over de bij hun werkzaamheden passende kwalificatie beschikken. De kwalificatie moet door scholing en instruering gewaarborgd worden. Dit personeel moet opgeleid, geïnstrueerd resp. bevoegd zijn om: Installaties vakkundig en conform de normen van de veiligheidstechniek te gebruiken en te onderhouden. Hijsinrichtingen, aanslagmiddelen en aanslagpunten vakkundig te gebruiken. Media en hun componenten, bijv. smeervetten, vakkundig te verwijderen. Veiligheidsuitrusting conform de normen van de veiligheidstechniek te verzorgen en te gebruiken. Ongevallen te voorkomen en eerste hulp te verlenen. In te werken personeel mag alleen onder toezicht van een gekwalificeerd en bevoegd persoon werkzaamheden aan de turbokoppeling en Contactloze Thermische Schakelinrichting uitvoeren. Het voor werkzaamheden aan de Contactloze Thermische Schakelinrichting ingezette personeel moet betrouwbaar zijn, de wettelijk voorgeschreven minimumleeftijd hebben, voor de geplande werkzaamheden geschoold, geïnstrueerd en bevoegd zijn, bij gebruik in explosiegevaarlijke zones de norm EN appendix A en EN paragraaf 7 in acht nemen. Gebruik uitsluitend gereedschap dat goedgekeurd is voor toepassing in explosiegevaarlijke zones. Voorkom de vorming van vonken. Ons adres pagina Productobservatie Wij zijn wettelijk verplicht om onze producten ook na de aflevering te observeren. Deelt u ons daarom s.v.p. alles mee wat voor ons van belang is. Bijvoorbeeld: Veranderde bedrijfsdata. Ervaringen met de installatie. Regelmatig voorkomende storingen. Moeilijkheden met deze montage- en gebruikshandleiding.

29 Installatie 6 Installatie WAARSCHUWING Verwondingsgevaar Neem bij werkzaamheden aan de Contactloze Thermische Schakelinrichting in het bijzonder hoofdstuk 5 (Veiligheid) in acht! Wees er voor aanvang van de installatie zeker van dat alle componenten potentiaalvrij zijn. De smeltveiligheidsschroeven beschermen de turbokoppeling tegen beschadiging door thermische overbelasting. Ook bij het gebruik van de BTS mogen de smeltveiligheidsschroeven niet door blinde schroeven of smeltveiligheidsschroeven met andere nominale reactietemperaturen worden vervangen! Turbokoppeling nooit zonder smeltveiligheidsschroeven gebruiken! 6.1 Afleveringstoestand Het schakelelement met afdichtring, de initiator met bevestigingsflens en het analyse-apparaat worden over het algemeen los samen met de turbokoppeling afgeleverd. 6.2 Leveringsomvang Pleeg in geval van een latere montage van de BTS bij de turbokoppelingsmaten 206 en 274 overleg met Voith! Standaardcombinaties van schakelelementen en smeltveiligheidsschroeven: Nominale reactietemperaturen Schakelelement Smeltveiligheidsschroeven Kleurmarkering 160 C 180 C blauw 140 C 160 C groen 125 C 160 C groen 110 C 140 C rood Tabel 12 29

30 Installatie Overleg met Voith Turbo orderdocumenten De toewijzing schakelelement - smeltveiligheidsschroef kan overeenkomstig het projectontwerp variëren. Afwijkende nominale reactietemperatuur van het schakelelement (85 C, 90 C, 100 C, 110 C, 125 C, 140 C, 160 C en 180 C) zijn eveneens verkrijgbaar ( hoofdstuk 13). 6.3 Montage schakelelement en initiator WAARSCHUWING Explosiegevaar Niet-nakoming van de montagevoorschriften. Ter voorkoming van beschadigingen dienen schakelelement en initiator na de montage en voor het vullen van de turbokoppeling te worden gemonteerd. Aan bedrijfsmiddelen die in explosiegevaarlijke zones worden gebruikt, mogen geen wijzigingen worden aangebracht. Reparaties aan deze bedrijfsmiddelen zijn niet mogelijk. Inwerkingen door stoten op de initiator moeten vermeden worden. Werkzaamheden aan de machine mogen uitsluitend bij ex-vrije atmosfeer worden uitgevoerd. Om een elektrostatische oplading te voorkomen, moeten de aansluitkabels volgens EN worden gelegd en mogen tijdens de werking niet aan wrijving worden blootgesteld. Het schakelelement met de afdichtring in plaats van een blinde schroef in het buitenwiel (pos. 0300) resp. in de schaal (pos. 0190) 1) van de turbokoppeling schroeven. Rangschikking van het schakelelement aan de buitenwielzijde 2) : 0190 Ø F Afbeelding 9 Console 75 4 ± 1 H 1) Niet bij de turbokoppelingstypen DT. 2) Bij turbokoppelingstype DT is de montage ook aan de tegenoverliggende buitenwielzijde mogelijk.

31 Installatie Montageafmetingen voor schakelelement en initiator: Buitenwielzijde Turbokoppelingstype Deelkringdiameter Ø F [mm] Afstand ~ H [mm] 206 T 196 ± 1 111,5 206 DT 196 ± 1 151,5 274 T 268 ± DT 268 ± T 350 ± T 396 ± T 470 ± T 548 ± T 630 ± T 729 ± T 840 ± DT 840 ± T 972 ± DT 972 ± T 1128 ± DT 1128 ± DT 1302 ± Tabel 13 De montageafmetingen van afwijkende rangschikkingen zijn te vinden in het montageschema van de turbokoppeling. 31

32 Installatie Rangschikking van het schakelelement aan de schaalzijde (niet bij turbokoppelingstype DT resp. T S): h 0190 Ø f ± 1 75 Afbeelding 10 Rangschikking van het schakelelement aan de schaalzijde (alleen turbokoppelingstype T S): Ø f h 4 ± Afbeelding 11

33 Installatie Montageafmetingen voor schakelelement en initiator: Schaalzijde Niet turbokoppelingstype DT resp. T S: Alleen turbokoppelingstype T S: Turbokoppelingstype Deelkringdiameter Ø f [mm] Afstand ~ h [mm] Deelkringdiameter Ø f [mm] Afstand ~ h [mm] 206 T 200 ± T 264 ± 1 2,5 366 T 355 ± T 398 ± T 480 ± T 556 ± 1 28,5 650 T 649 ± 1 51,5 750 T 742 ± 1 52,5 815 ± T 862 ± ± T 990 ± ± T 1140 ± ± 1 25 Tabel 14 De montageafmetingen van afwijkende rangschikkingen zijn te vinden in het montageschema van de turbokoppeling. 33

34 Installatie AANWIJZING Materiële schade Niet-nakoming van de montagevoorschriften. Console stabiel genoeg uitvoeren (niet inbegrepen in Voithleveringsomvang)! Trillingen absoluut vermijden, er kunnen foutieve signalen optreden! Metaalvrije zone (15 mm) rond de kop van de initiator ( schematische tekening) in acht nemen! Bevestigingsflens Initiator Gelijkafsluitend! Console 4 ± 1 Gelijkafsluitend! Schakelelement Ø 52 Metaalvrije zone! 15 Afbeelding De initiator met bevestigingsflens op de deelkringdiameter van het schakelelement en parallel aan de as van de turbokoppeling op een console monteren. Initiator achteraan gelijkafsluitend met de bevestigingsflens monteren. Bevestigingsflens vooraan gelijkafsluitend met de console monteren. De afstand tussen initiatorkop en schakelelement op 4 ± 1 mm instellen!

35 Installatie 6.4 Montage, aansluiting analyse-apparaat, scheidingsschakelingsversterker AANWIJZING Materiële schade Beschadiging van de installatie door ondeskundige verbinding van de elektronische componenten. De bedrading van de BTS behoort niet tot de Voith-leveringsomvang. Bij grotere afstanden tussen initiator en analyse-apparaat adviseren wij het gebruik van een afgeschermde kabel ter verlenging. De totale weerstand van een verlengkabel tussen initiator en analyseapparaat moet kleiner dan 100 Ω zijn. Het analyse-apparaat en eventueel de scheidingsschakelingsversterker in een geschikte schakelkast monteren en conform aansluitschema aansluiten. Aansluitschema: Scheidingsschakelingsversterker Initiator Voor intrinsiek veilige stuurkringen vereist! Afbeelding 13 35

36 Installatie Klemmenbezetting: analyse-apparaat Klemnr. Beschrijving 1 GND voor triggeringang 2 Triggeringang voor aanloopoverbrugging, V DC 3 Spanningsvoeding voor triggeringang. Bij triggeren door inschakelen van de voedingsspanning brug tussen klem 3 en 2 aanbrengen (afleveringstoestand!). 4 Voedingsspanning, +24 V DC 5 Voedingsspanning, GND 6 Niet aansluiten! 7 Niet aansluiten! 8 NAMUR-ingang, L- 9 NAMUR-ingang, L+ 10 Uitgangsrelais, maakcontact, NO 11 Uitgangsrelais, verbreekcontact, NC 12 Uitgangsrelais, wortel, COM 13 Niet aansluiten! 14 Niet aansluiten! 15 Niet aansluiten! 16 Voedingsspanning, 230 V AC, L1 17 Voedingsspanning, 115 V AC, L Voedingsspanning, N Tabel 15

37 Installatie WAARSCHUWING Explosiegevaar Bij niet-nakoming van de Ex-beveiligingsvoorwaarden bestaat explosiegevaar. De stuurkring van het analyse-apparaat is niet intrinsiek veilig! Als er een intrinsiek veilige stuurkring vereist is, dient er tussen het analyseapparaat en de initiator een geschikte scheidingsschakelingsversterker te worden geschakeld! Klemmenbezetting: scheidingsschakelingsversterker Klemnr. Beschrijving 1+ NAMUR-ingang 1, L+ 2+ Niet aansluiten! 3- NAMUR-ingang 1, L- 4+ NAMUR-ingang 2, L+ 5+ Niet aansluiten! 6- NAMUR-ingang 2, L- 7 Uitgang Uitgang 1/2-9 Uitgang Voedingsspanning, 230 V AC, L1 15- Voedingsspanning, N Tabel 16 37

38 Meldingen en instelling van het analyse-apparaat 7 Meldingen en instelling van het analyse-apparaat 7.1 Meldingen analyse-apparaat Bedrijfsmodus: - Temperatuur in orde - Normale bedrijfstoestand - Overtemperatuur - Toerental van het schakelelement < 60 min -1 - Aanloopoverbrugging actief - Geen temperatuurbewaking! Afbeelding 14 Instelmodus: - Instelling van de aanloopoverbruggingstijd 38 Afbeelding 15 - Software-versienummer

39 Meldingen en instelling van het analyse-apparaat 7.2 Instelling analyse-apparaat Aanloopoverbruggingstijd eventueel instellen, fabrieksinstelling: 10 s! De instelling wordt uitgevoerd via de druktoetsen aan de voorzijde conform de schematische tekening onderaan. WAARSCHUWING Gevaar voor lichamelijk letsel en materiële schade Tijdens de aanloopoverbruggingstijd wordt een overtemperatuur van de turbokoppeling niet geregistreerd! Alleen voldoende gekwalificeerde, geïnstrueerde en bevoegde personen mogen aan of met de turbokoppeling werken. Neem de waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen in acht. VEILIGHEIDSAANWIJZING De aanloopoverbruggingstijd begint met het triggeren van de aanloopoverbrugging. Na afloop van de aanloopoverbruggingstijd dient het toerental van de turbokoppeling met het schakelelement duidelijk hoger te zijn dan 60 min -1! Fabrieksinstelling van de aanloopoverbruggingstijd: 10 s. Bedrijfsmodus Instelmodus Afbeelding 16 Software-versienummer (geen wijziging mogelijk!) Aanloopoverbruggingstijd in [s], 1 s XXX 120 s 39

40 Inbedrijfstelling 8 Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Verwondingsgevaar Neem bij werkzaamheden aan de Contactloze Thermische Schakelinrichting in het bijzonder hoofdstuk 5 (Veiligheid) in acht! Een ondeskundig uitgevoerde inbedrijfstelling kan lichamelijk letsel, materiële schade en schade aan het milieu veroorzaken! De inbedrijfstelling, met name het de eerste keer starten van de turbokoppeling, is alleen toegestaan aan vakpersoneel! Beveilig de installatie tegen onbevoegd inschakelen! Bedrading conform het aansluitschema ( hoofdstuk 6.4) controleren. Let met name op de juiste bedrading van de voedingsspanning! Voedingsspanning op het analyse-apparaat aansluiten, eerst zonder dat de turbokoppeling aanloopt. Gedurende de tijd dat de aanloopoverbrugging actief is, geeft het apparaat weer. Het uitgangsrelais is aangetrokken en de LED aan de voorzijde brandt. Na afloop van de aanloopoverbruggingstijd geeft het apparaat weer. Het uitgangsrelais valt af en de LED aan de voorzijde gaat uit. Eventueel aanloopoverbruggingstijd conform hoofdstuk 7.2 instellen. Bij externe triggering de in de fabriek aangebrachte brug tussen klem 2 en 3 op het analyse-apparaat verwijderen. BTS met turbokoppeling regulier starten. Na afloop van de aanloopoverbruggingstijd dient het toerental van de turbokoppeling met het schakelelement duidelijk hoger te zijn dan 60 min -1. Het analyse-apparaat geeft weer, indien er geen overtemperatuur aanwezig is. Het uitgangsrelais blijft aangetrokken en de LED aan de voorzijde brandt. Aandrijving met de turbokoppeling uitschakelen, BTS in bedrijfsklare toestand laten. Als het toerental van de turbokoppeling met het schakelelement onder 60 min -1 daalt, geeft het analyse-apparaat weer. Het uitgangsrelais valt af en de LED aan de voorzijde gaat uit. Het reguliere bedrijf kan worden gestart. Bij storingen, hoofdstuk

41 Onderhoud, instandhouding 9 Onderhoud, instandhouding Definitie van de hierna vermelde onderhoudswerkzaamheden (volgens IEC 60079): Onderhoud en instandhouding: een combinatie van alle werkzaamheden die worden uitgevoerd om een voorwerp in een toestand te houden of hem weer daarin te brengen, die voldoet aan de eisen uit de desbetreffende specificatie en die de uitvoering van de vereiste functies garandeert. Inspectie: een taak die het zorgvuldige onderzoek van een voorwerp inhoudt, met als doel een betrouwbare uitspraak te kunnen doen over de toestand van dit voorwerp, waarbij de inspectie zonder demontage of, indien nodig, met gedeeltelijke demontage aangevuld door maatregelen (bijvoorbeeld metingen) wordt uitgevoerd. Visuele controle: een visuele controle is een controle waarbij zonder toepassing van toegangsinrichtingen of gereedschap zichtbare manco's worden vastgesteld, bijv. ontbrekende schroeven. Nadere controle: een controle waarbij in aanvulling op de aspecten van de visuele controle manco's worden vastgesteld, bijv. losse schroeven, die alleen met gebruikmaking van toegangsinrichtingen, bijv. mobiele trappen (indien nodig), en gereedschap kunnen worden herkend. Voor een nadere controle hoeft een behuizing meestal niet geopend of het bedrijfsmiddel niet spanningsvrij geschakeld te worden. Gedetailleerde controle: een controle waarbij in aanvulling op de aspecten van de nadere controle manco's worden vastgesteld, bijv. losse aansluitingen, die alleen door het openen van behuizingen en/of indien nodig met gebruikmaking van gereedschap en controle-inrichtingen kunnen worden herkend. WAARSCHUWING Verwondingsgevaar Neem bij werkzaamheden aan de Contactloze Thermische Schakelinrichting in het bijzonder hoofdstuk 5 (Veiligheid) in acht! De toegangswegen naar de turbokoppeling steeds vrijhouden! Alleen gekwalificeerd en bevoegd vakpersoneel mag instandhoudings- en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren! De kwalificatie wordt door scholing en instruering bij de turbokoppeling gewaarborgd. De gevolgen van ondeskundige instandhouding en onderhoud kunnen de dood, zwaar of licht letsel, materiële schade en schade aan het milieu zijn. Kwalificatie hoofdstuk

42 Onderhoud, instandhouding Schakel de installatie waarin de turbokoppeling is gemonteerd uit en beveilig de schakelaar tegen opnieuw inschakelen. Zorg er bij alle werkzaamheden aan de turbokoppeling voor dat zowel de aandrijfmotor als de aangedreven machine stilstaat en het aanlopen onder alle omstandigheden kan worden uitgesloten! Componenten mogen uitsluitend worden vervangen door originele reserveonderdelen. Onmiddellijk na de voltooiing van de instandhoudings- en onderhoudswerkzaamheden alle beschermingsafdekkingen en veiligheidsinrichtingen weer in de oorspronkelijke positie monteren. Controleer of deze foutloos werken! Onderhoudsschema: Termijn Onderhoudswerkzaamheden Na telkens 1000 bedrijfsuren, uiterlijk na telkens 6 maanden Installatie op onregelmatigheden inspecteren (visuele controle, stofafzetting). Uiterlijk 6 maanden na inbedrijfstelling, daarna telkens iedere 2 jaar Controleren of de elektrische installatie geen gebreken vertoont (gedetailleerde controle). Bij verontreiniging Reiniging ( hoofdstuk 9.1). Tabel 17 Protocolvoorbeelden gebruikshandleiding van de turbokoppeling Onderhoudswerkzaamheden en lopende controles moeten volgens het protocol worden uitgevoerd. Onderhoudswerkzaamheden protocolleren. 42

43 Onderhoud, instandhouding Bij Ex-beveiligde turbokoppelingen zijn bovendien de volgende onderhoudswerkzaamheden nodig: Onderhoudsintervallen Onderhoudstaak Bij verontreiniging of stofophoping: De apparaten moeten in de Ex-zone regelmatig worden gereinigd. De intervallen worden op basis van de omgevingsomstandigheden ter plaatse door de exploitant vastgelegd, bijv. bij een stofafzetting van ca. 0,2 0,5 mm of groter. Reiniging ( hoofdstuk 9.1). Tabel 18 WAARSCHUWING Explosiegevaar Explosiegevaar door niet-uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden. De werkzaamheden moeten conform het onderhoudsschema worden uitgevoerd om een correcte werking in de zin van de Ex-beveiliging te waarborgen. Afzettingen van brandbare stoffen op de apparaten moeten onmiddellijk worden verwijderd. 9.1 Uitwendige reiniging AANWIJZING Materiële schade Beschadiging van de BTS door ondeskundige, ongeschikte uitwendige reiniging. Let op de verdraagzaamheid van het reinigingsmiddel met de kunststofbehuizing van de BTS en met de rubberen afdichting van de kabelaansluiting! Gebruik geen hogedrukreiniger! Ga voorzichtig om met afdichtingen. Vermijd water- en persluchtstraal. Reinig de BTS indien nodig met een ontvettingsmiddel. 43

44 Verwijdering 10 Verwijdering De verpakking verwijderen Verwijder het verpakkingsmateriaal conform de plaatselijke voorschriften. Bedrijfsvloeistoffen verwijderen Neem bij het verwijderen de overeenkomstige wetgeving en de gegevens van de fabrikant resp. leverancier in acht. De BTS verwijderen Verwijder de BTS conform de plaatselijke voorschriften. Speciale aanwijzingen m.b.t. de verwijdering van gebruikte stoffen en materialen staan in de volgende tabel: Soort verwijdering Materiaal / stof Recycling Restafval Speciaal afval Metalen x - - Kabels x - - Afdichtingen - x - Kunststoffen x 1) (x) - 1), 2) Bedrijfsmiddelen - - x Verpakking x - - Tabel 19 1) indien mogelijk 2) volgens veiligheidsgegevensblad of gegevens van de fabrikant verwijderen 44

45 Storingen oplossing, foutopsporing 11 Storingen oplossing, foutopsporing WAARSCHUWING Verwondingsgevaar Neem bij werkzaamheden aan de Contactloze Thermische Schakelinrichting in het bijzonder hoofdstuk 5 (Veiligheid) in acht! WAARSCHUWING Explosiegevaar Aan apparaten die in combinatie met explosiegevaarlijke zones worden gebruikt, mogen geen wijzigingen worden aangebracht. Reparaties zijn niet toegestaan; het apparaat dient te worden vervangen. De volgende tabel dient u te helpen om in geval van bedrijfsstoringen snel de oorzaak vast te stellen en evt. voor een oplossing te kunnen zorgen. Bedrijfsstoring Mogelijke oorzaak/oorzaken Oplossing Zie Het analyse-apparaat heeft geen displayweergave. Op het analyseapparaat is geen voedingsspanning aanwezig. Voedingsspanning aansluiten. Hoofdstuk 6.4 Het analyse-apparaat is defect. Analyse-apparaat vervangen. Het triggeren van de aanloopoverbrugging door het aansluiten van de voedingsspanning functioneert niet. Het triggeren van de aanloopoverbrugging door een extern signaal functioneert niet. Brug tussen klem 3 en 2 op het analyseapparaat werd verwijderd. Brug tussen klem 3 en 2 op het analyseapparaat werd niet verwijderd. Het externe triggersignaal is te kort aanwezig. Brug aanbrengen. Hoofdstuk 6.4 Brug verwijderen. Hoofdstuk 6.4 Triggersignaal ten minste voor de duur van de aanloopoverbruggingstij d inschakelen. 45

46 Storingen oplossing, foutopsporing Bedrijfsstoring Mogelijke oorzaak/oorzaken Oplossing Zie Weergave op het analyse-apparaat: Elektronische fout. Voedingsspanning uitschakelen en opnieuw inschakelen. De weergave verschijnt opnieuw na het uitschakelen en opnieuw inschakelen. Het analyse-apparaat is defect. Analyse-apparaat vervangen. Na afloop van de aanloopoverbruggingstijd wordt altijd overtemperatuur ( ) weergegeven, hoewel er geen sprake is van overtemperatuur. De aanloopoverbruggingstij d is te kort gekozen. Na afloop van de aanloopoverbruggingstij d dient het toerental van de turbokoppeling met het schakelelement duidelijk hoger te zijn dan 60 min -1. Aanloopoverbruggingstij d overeenkomstig verhogen. De initiator heeft een foute poolaansluiting. Initiatoraansluiting controleren. Hoofdstuk 6.4 De afstand tussen initiatorkop en schakelelement is te groot. Afstand op 4 ± 1 mm instellen. Hoofdstuk 6.4 De initiator is defect. Initiator controleren, eventueel vervangen. Het schakelelement is defect. Schakelelement controleren, eventueel vervangen. 46 Na afloop van de aanloopoverbruggingstijd wordt er af en toe overtemperatuur ( ) weergegeven, hoewel er geen sprake is van overtemperatuur. Terwijl de aanloopoverbrugging actief is, ontstaat er een bedrijfsvloeistofverlies via de smeltveiligheidsschroeve n. De afstand tussen initiatorkop en schakelelement is te groot. De console voor de initiator is niet stabiel genoeg. Door trillingen kunnen foute signalen optreden. De aanloopoverbruggingstij d werd te lang gekozen. Afstand op 4 ± 1 mm instellen. Console stabiel genoeg uitvoeren. Een kortere aanloopoverbruggingstij d instellen, echter zo dat na afloop van de aanloopoverbruggingstij d het toerental van de turbokoppeling met het schakelelement duidelijk hoger is dan 60 min -1. Hoofdstuk 6.4 Hoofdstuk 6.4

47 Storingen oplossing, foutopsporing Bedrijfsstoring Mogelijke oorzaak/oorzaken Oplossing Zie Na afloop van de aanloopoverbruggingstijd ontstaat er een bedrijfsvloeistofverlies via de smeltveiligheidsschroeve n, de BTS heeft geen overtemperatuur weergegeven. De nominale reactietemperaturen van schakelelement en smeltveiligheidsschroev en zijn niet op elkaar afgestemd. Het schakelelement is defect. Pleeg s.v.p. overleg met Voith Turbo. Schakelelement controleren, eventueel vervangen. Hoofdstuk 12 Pleeg a.u.b. overleg met Voith Turbo ( hoofdstuk 12), indien er een bedrijfsstoring optreedt die niet in deze tabel geregistreerd is. Tabel 20 Voor het vaststellen van een nauwkeurigere foutoorzaak kunnen de volgende metingen in de overeenkomstige volgorde worden uitgevoerd: Meting Resultaat Waarschijnlijke foutopsporing Voedingsspanning op het analyseapparaat aansluiten. Nullastspanning en kortsluitstroom op NAMUR-ingang (klem 9 en 8) meten. Duidelijke afwijking van de instelwaarden: - Nullastspanning 8,2 V DC - Kortsluitstroom 6,5 ma Het analyse-apparaat is defect. Initiator op het analyse-apparaat aansluiten. Stroomopname van de initiator in onbedempte toestand meten. Stroomopname > 6,0 ma of < 2,1 ma De initiator is defect. Initiator op het analyse-apparaat aansluiten. Stroomopname van de initiator in bedempte toestand meten. Aanwijzing: De initiator kan bijv. worden bedempt met een metalen plaat die vlak voor de kop van de initiator wordt gehouden. Initiator in correct gemonteerde toestand met het schakelelement bij niet-oververhitte turbokoppeling bedempen. Tabel 21 Stroomopname > 1,2 ma of < 0,1 ma Stroomopname > 1,2 ma en < 6,0 ma De initiator is defect. Het schakelelement is defect. 47

48 Vragen, het inschakelen van een monteur en bestelling van reserveonderdelen 12 Vragen, het inschakelen van een monteur en bestelling van reserveonderdelen Bij Vragen Het inschakelen van een monteur Bestelling van reserveonderdelen Inbedrijfstellingen hebben wij nodig: Serienr. A B het serienr. en de typeaanduiding van de turbokoppeling waarop de BTS wordt toegepast. Het serienr. en de typeaanduiding vindt u ofwel op het buitenwiel / de koppelingsschaal (A) of op de omtrek (B) van de turbokoppeling. Het serienr. is ingestanst. Bij turbokoppelingen die bedoeld zijn voor gebruik in de explosiegevaarlijke zone vindt u de CE-Ex-markering op de omtrek van de turbokoppeling. CE-Ex-markering Typeaanduiding Afbeelding 17 Vertegenwoordigingen hoofdstuk Bij het inschakelen van een monteur, een inbedrijfstelling of service hebben wij aanvullend nodig de bedrijfslocatie van de turbokoppeling, een contactpersoon en diens adres, een beschrijving van de opgetreden storing. Bij een bestelling van reserveonderdelen hebben wij aanvullend nodig: het verzendadres voor de reserveonderdelenlevering. Neem contact op met de lokale Voith-vertegenwoordiging (buiten kantooruren: hotline voor noodgevallen).

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 02 / 2014

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 02 / 2014 Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 0 / 014 Aanwijzingen voor een veilig gebruik in explosiegevaarlijke bereiken 1 Gebruik Apparaten die stroomkringen met intrinsieke veiligheid

Nadere informatie

BTS-Ex De Contactloze Thermische Schakelinrichting (BTS) dient voor de beperking van de maximale oppervlaktetemperatuur aan Voith-turbokoppelingen

BTS-Ex De Contactloze Thermische Schakelinrichting (BTS) dient voor de beperking van de maximale oppervlaktetemperatuur aan Voith-turbokoppelingen Voith Turbo Montage- en gebruiksaanwijzing 3626-019600ex nl BTS-Ex De (BTS) dient voor de beperking van de maximale oppervlaktetemperatuur aan Voith-turbokoppelingen LET OP! Gelieve deze handleiding voor

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing voor. Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC

Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing voor. Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing 1/6 Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC Deze montage-,

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Inductieve naderingsschakelaar NAMUR. Sachnr /01 08/04 NE****/ NF****/ NG****/ NI****/ NN****/ NT****/ NS****

Gebruiksaanwijzing Inductieve naderingsschakelaar NAMUR. Sachnr /01 08/04 NE****/ NF****/ NG****/ NI****/ NN****/ NT****/ NS**** Gebruiksaanwijzing Inductieve naderingsschakelaar NAMUR Sachnr. 701635/01 08/04 / / / NI****/ / / Aanwijzingen voor het veilige gebruik in explosieve omgevingen Gebruik volgens de voorschriften Gebruik

Nadere informatie

ABB i-bus KNX KNX-voeding met diagnosefunctie, 320 ma/640 ma, DIN-rail SV/S 30.320.2.1, 2CDG110145R0011, SV/S 30.640.5.

ABB i-bus KNX KNX-voeding met diagnosefunctie, 320 ma/640 ma, DIN-rail SV/S 30.320.2.1, 2CDG110145R0011, SV/S 30.640.5. Technische gegevens 2CDC501052D3101 ABB i-bus KNX Beschrijving De KNX-voedingen genereren en bewaken de KNX-systeemspanning (SELV). Met de geïntegreerde smoorspoel wordt de buslijn van de voeding losgekoppeld.

Nadere informatie

LED signaallamp. Reeks 8010. Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL

LED signaallamp. Reeks 8010. Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL LED signaallamp Bedieningshandleiding Additional languages www.stahl-ex.com Algemene gegevens Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...2 1.1 Fabrikant...2 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...2 1.3

Nadere informatie

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36 Alarmsirene Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Inductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141

Inductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141 ATEX categorie II 1 G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 SIL2 volgens IEC 61508 schroefdraad, M12 x 1 roestvaststaal, 1.4301 DC 2-draads, nom. 8,2 VDC uitgang volgens DIN EN 60947-5-6 (NA- MUR)

Nadere informatie

Beschrijving. De spanningsuitgang is beveiligd tegen kortsluiting en overbelasting. De tweekleurige LED geeft de status van het apparaat weer.

Beschrijving. De spanningsuitgang is beveiligd tegen kortsluiting en overbelasting. De tweekleurige LED geeft de status van het apparaat weer. Technische gegevens 2CDC501067D3101 ABB i-bus KNX Beschrijving De KNX-voedingen genereren en bewaken de KNX-systeemspanning (SELV). Met de geïntegreerde smoorspoel wordt de buslijn van de voeding losgekoppeld.

Nadere informatie

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9 PRS 9 Gebruiksaanwijzing 810534-00 Programmaschakelaar PRS 9 Afmetingen / Overzicht PRS 9 Test 128,5 169 30,48 (6TE) Fig. 1 A B C D E PRS 9 I H G F Test J Fig. 2 MAX 95 % IP 10 MAX 70 C 2 Legenda A B C

Nadere informatie

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling Documentatie RM-BV 12 Filterregeling Inhoud 1 Veiligheidsinstructies...3 2 Beschrijving van het toestel...4 3 Toestelversies...4 4 Montage...5 5 Display- en instelelementen / Elektrische aansluitingen...8

Nadere informatie

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling Documentatie RM-BV 4 Micro Filterregeling Inhoud 1 Veiligheidsinstructies... 2 2 Beschrijving van het toestel... 3 3 Toestelversies... 3 4 Display- en instelelementen / Elektrische aansluitingen... 4 5

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Magneetveld-sensor magneetinductieve naderingssensor BIM-EG08-Y1X

Magneetveld-sensor magneetinductieve naderingssensor BIM-EG08-Y1X ATEX categorie II 1 G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 SIL2 volgens IEC 61508 schroefdraad, M8 x 1 roestvast staal, 1.4427 SO nominale schakelafstand 78 mm, in combinatie met magneet DMR31-15-5

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS / / 2013

Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS / / 2013 Gebruiksaanwijzing Evaluatie-elektronica voor stromingssensoren VS3000 7097 / 01 07 / 2013 Inhoud 1 Inleiding...2 2 Veiligheidsaanwijzingen...3 3 Gebruik volgens de voorschriften... Montage....1 Montage

Nadere informatie

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht Vooraanzicht Kenmerken ISDN-industriemodem (digitaal gebruik) voor externe gegevensoverdracht in systeemoplossingen met de Frigodata XP-software Aansluiting op de gateway GTW-XP via lintkabel Aansluiting

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding Sluitdop > Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...2 2 Algemene gegevens...2 3 Symbolen...2 4 Veiligheidsaanwijzingen...3 5 Normconformiteit...3 6 Functie...3 7 Technische

Nadere informatie

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 NRS 2-4 Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 Inhoudsopgave blz. Belangrijke instructies Veiligheidsinstructies...7 Waarschuwing...7 Verklaringen Verpakkingsinhoud...8 Systeembeschrijving...8

Nadere informatie

Tuincontactdoos met piket

Tuincontactdoos met piket NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo Tronic-trafo 10-40 W Best.nr. : 0367 00, 0493 57 Tronic-trafo 20-70 W Best.nr. : 0366 00, 0493 58 Tronic-trafo 20-105 W Best.nr. : 0365 00 Tronic-trafo 20-150 W Best.nr. : 0373 00, 0493 55 Tronic-trafo

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive.

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive. Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo Tronic-trafo 10-40 W Best. nr. : 0367 00, 0493 57 Tronic-trafo 20-70 W Best. nr. : 0366 00, 0493 58 Tronic-trafo 20-105 W Best. nr. : 0365 00 Tronic-trafo 20-150 W Best. nr. : 0373 00, 0493 55 Tronic-trafo

Nadere informatie

Montagehandleiding. Externe relais ES0531T, ES0532U

Montagehandleiding. Externe relais ES0531T, ES0532U Externe relais ES0531T, ES0532U elock NL Inhoud 1 Inleiding...4 Over deze handleiding... 4 Toelichting op de symbolen en de signaalwoorden... 4 Doelgroep... 4 OPERTIS Support... 4 Actualiteit van de informatie...

Nadere informatie

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 20/50/75/120 R NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS R -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

Capacitieve sensor BC10-S30-Y1X/S90

Capacitieve sensor BC10-S30-Y1X/S90 ATEX-categorie II 2 G, Ex-zone 1 ATEX categorie II 1 D, Ex-zone 20 SIL2 (Low Demand Mode) conform IEC 61508, PL c conform ISO 13849-1 bij HFT0 SIL3 (All Demand Mode) conform IEC 61508, PL e conform ISO

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

In-/uitvoermodule BMF400

In-/uitvoermodule BMF400 Een in-/uitvoermodule met zes universele in- of uitgangen en vier potentiaalvrije relaisuitgangen voor functie-uitbreiding van de busmoduleregelaar BMR. Datum uitgave: 06.12.2006 Wijzigingen voorbehouden

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing schakelversterker. SR307A / VS4000 Exi / / 2011

Gebruiksaanwijzing schakelversterker. SR307A / VS4000 Exi / / 2011 Gebruiksaanwijzing schakelversterker NL SRA / VS Exi / / Inhoud Inleiding.... Symboolverklaring... Veiligheidsaanwijzingen... Gebruik volgens de voorschriften... Functie.... Stromingsbewaking.... Temperatuurbewaking....

Nadere informatie

ABB i-bus KNX Universele in/uitgang 12-voudig, inbouw US/U 12.2

ABB i-bus KNX Universele in/uitgang 12-voudig, inbouw US/U 12.2 Technische gegevens ABB i-bus KNX Productbeschrijving Het apparaat heeft twaalf kanalen die elk afzonderlijk in het ETS als in- of uitgang kunnen worden geconfigureerd. Via gekleurde kabels kunnen conventionele

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr. Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Technische documentatie

Technische documentatie Technische documentatie bluesmart-lezer BS TE SR Voor contactloos uitlezen van bluesmart-sleutels, -kaarten en HSH-sleutels. De lezer beschikt over twee relaiscontacten in een externe stuurunit. Identmedia

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 75 NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS 75 -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-UNT-AY1X/S1139

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-UNT-AY1X/S1139 ATEX categorie II 1 G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 Voor cilinder met T-gleuf zonder montagetoebehoren Optionele toebehoren voor de montage op andere cilinderbouwvormen montage met één hand

Nadere informatie

Commando- en meldingsapparaten

Commando- en meldingsapparaten Commando- en meldingsapparaten Bedieningshandleiding Additional languages www.stahl-ex.com Algemene gegevens Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...2 1.1 Fabrikant...2 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...2

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker (Vertaling van het orgineel) Wolf GmbH Postfach 1380

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Magneetveld-sensor magneetinductieve naderingssensor BIM-EM12E-Y1X

Magneetveld-sensor magneetinductieve naderingssensor BIM-EM12E-Y1X ATEX categorie II (1) G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex-zone 20 SIL2 (Low Demand Mode) conform IEC 61508, PL c conform ISO 13849-1 bij HFT0 SIL3 (All Demand Mode) conform IEC 61508, PL e conform ISO

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met ISOBUScabinecontactdoos Stand: V1.20150220 30322575-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. AS-i CompactLine module AC2454 AC2455 AC /01 04/2016

Gebruiksaanwijzing. AS-i CompactLine module AC2454 AC2455 AC /01 04/2016 Gebruiksaanwijzing AS-i CompactLine module AC2454 AC2455 AC2471 80011082/01 04/2016 7 8 5 6 3 4 1 2 Inhoud 1 Inleiding...3 2 Veiligheidsaanwijzingen...3 3 Gebruik volgens de voorschriften...3 4 Montage...4

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding Draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 UDIE 1 Neventoestel voor draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 NIE 1 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV/DAF2500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

EN 55011, EN 55022, IEC/EN 61000 4, IEC 60068 2 6, IEC 60068 2 27 afmetingen (B H D) mm 35.5 90 58 (2 TE) Gewicht kg 0,07

EN 55011, EN 55022, IEC/EN 61000 4, IEC 60068 2 6, IEC 60068 2 27 afmetingen (B H D) mm 35.5 90 58 (2 TE) Gewicht kg 0,07 Type: EASY202 RE Bestelnummer: 232186 Verkoopstekst Steuerrelais Relaiserweiterungsmodul met verbindingssteker Bestelinformatie Ingangen Uitgangen Relais 10 A (UL) 2 Toepasbaar voor aanwijzingen easy700

Nadere informatie

Hoogfrequent batterijladers. PM-24 serie. Handleiding

Hoogfrequent batterijladers. PM-24 serie. Handleiding Hoogfrequent batterijladers PM-24 serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie

Nadere informatie

Halogeen lampenset. Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Halogeen lampenset. Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan Halogeen lampenset Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden.

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker Wolf GmbH Postfach 1380 84048 Mainburg Tel. 08751/74-0

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting Universeel-dimmer-basiselement met druk-/draaischakelaar Best.nr. : 1176 00 Basiselement voor parallelaansluiting voor universeel-dimmer-basiselement Best.nr. : 1177 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Met 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar

Met 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Bestnr Module SMD- Servotester

Bestnr Module SMD- Servotester Bestnr. 19 01 51 Module SMD- Servotester Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV 4500 Dryfast BV Kreekweg 22 3133AZ Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: +31- (0)104730011 www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 2. Veiligheid

Nadere informatie

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 URN 2 Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 Afmetingen / functionele elementen 128,5 169 30,01 (6TE) Fig. 1 A C B MAX 70 C MAX 95 % Fig. 2 2 Legenda A B C 32-polige klemmenstrook LED bedrijf

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Inductieve sensor BI10-M30-Y1X-H1141

Inductieve sensor BI10-M30-Y1X-H1141 ATEX categorie II 1 G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 SIL2 volgens IEC 61508 schroefdraad, M30 x 1,5 messing verchroomd DC 2-draads, nom. 8,2 VDC uitgang volgens DIN EN 60947-5-6 (NA- MUR)

Nadere informatie

ZETADYN. Bescherming tegen ongewenste beweging van de liftkooi. Technische Informatie

ZETADYN. Bescherming tegen ongewenste beweging van de liftkooi. Technische Informatie nederlandse ZETADYN Bescherming tegen ongewenste beweging van de liftkooi Technische Informatie Zelfbewaking en correcte functie van de drijfwerkremmen als remelementen ter bescherming tegen ongewenst

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. Module M2 voor BDC-i440 besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. Module M2 voor BDC-i440 besturingen BDC-i440 M2 nl Montage- en gebruiksaanwijzing Module M2 voor BDC-i440 besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023 II 3 G Ex na mc IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc 1. Veiligheidsinstructies Het AR-023 timerrelais is een explosieveilig product dat geschikt is voor

Nadere informatie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit STAKA Handleiding elektrische bediening Algemeen Deze handleiding geeft u de juiste instructies voor een correcte aansluiting en een goede bediening van de elektrische bedieningsset van Staka. De installatie

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834 Bedieningshandleiding Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS 2973 00 Oproepsysteem 834 Veiligheidsaanwijzingen Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Noorderlaan 111, bus 10

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr. Art.-Nr.: FUS 22 UP Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,

Nadere informatie

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld. Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Spanningsomvormermodule

Spanningsomvormermodule Bestnr. 19 13 96 Spanningsomvormermodule Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen Handleiding UT 16A en UT 18A Afzuigboxen Inhoudsopgave Montage en ingebruikname...3 Storing en reparatie...4 Garantie...5 Conformiteitverklaring...6 Montage en ingebruikname Controleer alle onderdelen

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr. Art. nr. ULZ 1215 REG Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR Aanvullende bladen bij de bedieningshandleiding Optie af fabriek NL OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR Optie af fabriek: verhoogde sensorspanning voor MIG/MAG-stroombronnen Algemene aanwijzingen

Nadere informatie

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1

URN 1. Gebruiksaanwijzing Stroomomvormer URN 1 URN 1 Gebruiksaanwijzing 810536-00 Stroomomvormer URN 1 Aansluitschema URN 1b 24 V= ± 25 % max. 15 W 24 V ±5% 10 VA Fig. 1 2 Overzicht A MAX 50 C Alarm MAX 95 % Entriegeln RESET Fig. 2 A B D E 112 85 C

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING VLAMING IRRIDELTA HASPELBEVEILIGING 34.HAS.112 Vlaming Groep b.v. 1681PD Zwaagdijk-Oost Telefoon: 0228 565013 Fax: 0228 565015 e-mail: irridelta@vlaming-groep.nl INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V Art.-Nr.: 2128 REG Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave) Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik

Nadere informatie

Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA

Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA Uitgave 11/2013 20187807 / NL SEW-EURODRIVE Driving

Nadere informatie

Auto adapter voor kleine apparaten 120 W

Auto adapter voor kleine apparaten 120 W Versie 02/04 Bestnr. 51 05 10 Auto adapter voor kleine apparaten 120 W Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Netgelijkrichter 24 V, NG-10 A-TYP

Gebruiksaanwijzing Netgelijkrichter 24 V, NG-10 A-TYP Gebruiksaanwijzing Netgelijkrichter 24 V, NG-10 A-TYP4 5965 00 Oproepsysteem 834 Veiligheidsaanwijzingen De apparaten mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd en gebruikt. De

Nadere informatie

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender Bestnr. 61 81 00 H-TRONIC 8-kanaals zender Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Handleiding. bluesmart Rhino

Handleiding. bluesmart Rhino bluesmart Rhino bluesmart Rhino 2 bluesmart Rhino 1. Overzicht Milieurisico! Deze combinatie van symbool en signaalwoord maakt attent op mogelijke gevaren voor het milieu. Afb. 1: bluesmart Rhino Korte

Nadere informatie

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-IKT-Y1X-H1141

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-IKT-Y1X-H1141 ATEX categorie II 2 G, Ex zone 1 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 SIL2 volgens IEC 61508 rechthoekig, hoogte 28 mm metaal, GD-Zn magneet-inductieve sensor DC 2-draads, nom. 8,2 VDC uitgang volgens DIN

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de server-control zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik van de airconditioner

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000 Best. nr.: 5404 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Debietdetector/ -melder. bij pneumatisch transport. Bedrijfsinstructies. Neue Technik. und Vertrieb

Debietdetector/ -melder. bij pneumatisch transport. Bedrijfsinstructies. Neue Technik. und Vertrieb Debietdetector/ -melder bij pneumatisch transport Bedrijfsinstructies F. BLOCK F B Neue Technik Entwicklung und Vertrieb Inhoudsopgave: 1 Eigenschappen en toepassing 3 2 Montage van de apparaten 4 - Flensmaten

Nadere informatie

Elektrische servomotoren

Elektrische servomotoren 4 573 SQS35.53, SQS65.5 met nulspanningsterugloop, zonder handbediening SQS35.00, SQS65, SQS85.00 zonder nulspanningsterugloop, met handbediening Elektrische servomotoren voor afsluiters met 5,5 mm slag

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding Art. nr. 232 ME Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding met druk-wisselschakelaar met druk-wisselschakelaar Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig

Nadere informatie

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat DIN-rail trappenhuisverlichtingsautomaat Best.nr. : 0821 00 Basiselement impulsgever Best.nr. : 0336 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag

Nadere informatie

Jaloezieschakelmodule Bestelnr.: 8522 11 00. Bedienings- en montagehandleiding. 1. Veiligheidsinstructies. 2. Opbouw van het apparaat

Jaloezieschakelmodule Bestelnr.: 8522 11 00. Bedienings- en montagehandleiding. 1. Veiligheidsinstructies. 2. Opbouw van het apparaat Jaloezieschakelmodule Bestelnr.: 8522 11 00 Bedienings- en montagehandleiding 1. Veiligheidsinstructies Inbouw en montage van elektrische apparatuur mogen alleen door een installateur worden uitgevoerd

Nadere informatie

Productnietlangerleverbaar'

Productnietlangerleverbaar' Speciale veiligheidsinstructie Tankmeetsysteem Speciale veiligheidsinstructie ATEX Productnietlangerleverbaar' www.rosemount-tg.com Speciale veiligheidsinstructie Rosemount TankRadar REX Inhoudsopgave

Nadere informatie

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM..

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM.. Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *23583320_0817* Correcties Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM..D Uitvoer 08/2017 23583320/NL SEW-EURODRIVE Driving the world

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting Best. nr. : 0399 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

Handleiding. Explosieveilige schemerschakelaar Type AR-022. II 3 G Ex nr IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

Handleiding. Explosieveilige schemerschakelaar Type AR-022. II 3 G Ex nr IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc Handleiding Explosieveilige schemerschakelaar Type AR-022 II 3 G Ex nr IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc 1. Veiligheidsinstructies De AR-022 schemerschakelaar is een explosieveilig product dat geschikt

Nadere informatie

Handleiding AS 100 Nederlands

Handleiding AS 100 Nederlands Handleiding AS 100 Nederlands Gecontroleerd conform: EN 12453 pagina 1 van 6 revisie 06 Nederlands Handleiding AS 100 De besturing AS 100 is geconcipieerd voor het bedrijf van deurinstallaties met 3-fase-motoren

Nadere informatie