MOTIVATIEFACTOREN VOOR HET STUDEREN VAN HET NEDERLANDS IN TSJECHIË

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MOTIVATIEFACTOREN VOOR HET STUDEREN VAN HET NEDERLANDS IN TSJECHIË"

Transcriptie

1 Filozofická fakulta Univerzity Palackého v Olomouci Katedra nederlandistiky Studijní rok 2013/2014 MOTIVATIEFACTOREN VOOR HET STUDEREN VAN HET NEDERLANDS IN TSJECHIË Magisterská diplomová práce Nizozemská filologie se zaměřením na odborný jazyk Motivační faktory pro studium nizozemského jazyka v České republice Motivation factors for studying Dutch in the Czech Republic Bc. Markéta Kozáková Begeleider: Drs. Bas Hamers OLOMOUC 2014

2 Prohlašuji, že jsem svou magisterskou diplomovou práci vypracovala samostatně a že jsem v ní uvedla veškerou použitou literaturu a ostatní zdroje. Ik verklaar dat ik mijn scriptie alleen geschreven heb en alle gebruikte vakliteratuur en bronnen vermeld heb. V Olomouci dne 1. května 2014 Markéta Kozáková

3 Dankbetuiging Ik wil graag van harte mijn dank aan mijn scriptiebegeleider, Drs. Bas Hamers, betuigen voor zijn waardevolle raadgeving en inspirerende adviezen, voor zijn enthousiasme en de steun die ik van hem heb gekregen tijdens het schrijven van deze masterscriptie. Mijn dank gaat verder uit naar de universitaire medewerkers die mij met het verspreiden van de enquêtes hebben geholpen en aan alle mensen die aan mijn onderzoek hebben deelgenomen.

4 Inhoud 1. Inleiding Motivatiefactoren voor het leren van een vreemde taal Attitudes Motivatie Motivatietheorieën Motivatie en de machtsstrijd tussen talen Communicatiepotentieel van een taal Het wereldtalenstelsel Q-waarde De Q-waarde van de Nederlandse taal Status van het Nederlands Demografisch veld Economisch veld Politiek veld Cultureel veld Literatuur Media Wetenschap Onderwijs Neerlandistiek in Tsjechië Kort historisch overzicht Neerlandistiek in Praag Neerlandistiek in Olomouc Neerlandistiek in Brno Huidige situatie... 36

5 6. Onderzoek naar de motivatie om Nederlands te gaan studeren Doel van het onderzoek Hypothese Aanpak van het onderzoek Onderzoeksmethode Vragenlijst Respondenten Resultaten van het onderzoek Motivatie Status van het Nederlands Q-waarde en demografisch veld Economisch veld Politiek veld Cultureel veld Beschikbaarheid van de studie Nederlands Verwachtingen Studenten Afgestudeerde neerlandici Vergelijking Conclusie Lijst van bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Bijlage 2: Enquête voor studenten Bijlage 3: Enquête voor afgestudeerden Bijlage 4: Onderzoek Bronnenlijst Resumé Summary Anotace... 94

6 1. Inleiding Waarom studeer je Nederlands? Dat is een vraag die aan alle Tsjechische studenten Nederlands ongetwijfeld ooit wordt gesteld. Het feit dat er mensen zijn die Nederlands studeren, roept nogal wat verbazing op zowel in Tsjechië als in de Nederlandstalige landen. Er wordt namelijk niet begrepen waarom juist het Nederlands de moeite waard is. Veel Tsjechen vragen dan zelfs nog of het Nederlands dezelfde taal is als het Hollands. Ze weten echter niet dat de Nederlandstalige landen meer te maken hebben met Tsjechië dan op het eerste gezicht lijkt. Behalve belangstelling van Tsjechische studenten voor de Nederlandse of Vlaamse cultuur en literatuur bestaan er ook veel redenen van praktische aard, bijvoorbeeld werkgelegenheid in Nederlandstalige bedrijven die zich in Tsjechië vestigen, waardoor een behoefte ontstaat aan de kennis van het Nederlands. Aan mij werd deze vraag ook ontelbare keren gesteld. Eerlijk gezegd, ben ik waarschijnlijk geen typische student van een vreemde taal. Toen ik Nederlands begon te studeren, kon ik in deze taal geen enkel woord zeggen. Dat is nog niet zo verrassend, aangezien dit het geval is bij de meeste studenten Nederlands. De studie Nederlands begint namelijk van nul af aan met de taalverwerving. Bij mij was het echter nog erger, ik wist ook heel weinig over de Nederlandse en Vlaamse cultuur en literatuur. Waarom heb ik dus voor de studie Nederlands gekozen? Ik handelde rationeel. Ik was in talen geïnteresseerd, maar wilde ook een andere studierichting erbij studeren. Deze mogelijkheid werd mij door de Palacký Universiteit te Olomouc geboden, waar ik Nederlands in combinatie met economie kon studeren. Zo is het dus begonnen. Door de tijd heen zijn mijn motivatiefactoren om deze taal te leren echter helemaal veranderd. Het Nederlands betekent voor mij niet meer alleen een taal; het is mijn hobby en hopelijk ook mijn toekomst. Dat waren dus mijn motivatiefactoren om Nederlands te gaan studeren, maar wat heeft de anderen gemotiveerd? Wereldwijd studeren in 40 landen ruim mensen Nederlands en het aantal stijgt. 1 1 Zie: 12/12/2013, 16:48 6

7 Wat drijft hen? Wat zijn de motivatiefactoren voor het studeren van het Nederlands? De redenen om Nederlands te gaan studeren kunnen uiteenlopen. Dat wordt trouwens ook door de Nederlandse Taalunie 2 bevestigd: Het Nederlands wordt als vreemde taal (Tv) onderwezen in binnen- en buitenland aan anderstaligen - meestal aan jongeren - die om sterk uiteenlopende redenen kennis willen nemen van het Nederlands. 3 Ik veronderstel dat de meeste studenten vooral economische redenen in aanmerking nemen bij de keuze voor de studie Nederlands. Verder zullen er ook culturele aspecten een rol spelen. Volgens mij moet deze vraag echter uitgebreid beantwoord worden om voldoende te kunnen pleiten voor de studie Nederlands. Uit mijn persoonlijke ervaring weet ik namelijk dat het Nederlands de moeite waard is. Het doel van mijn onderzoek is dan ook in kaart te brengen welke motivatiefactoren ertoe bijdragen dat studenten in de Tsjechische context voor een taal als het Nederlands kiezen. In het eerste deel van deze scriptie zal een theoretische basis gelegd worden voor het praktische onderzoek. Hier zullen motivatiefactoren voor het leren van een vreemde taal en het communicatiepotentieel van een taal behandeld worden. Verder komt de status van het Nederlands en de neerlandistiek in Tsjechië aan bod. Het praktische deel zal op basis van mijn eigen onderzoek ingaan op de motivatie van studenten om Nederlands te gaan studeren. Ten tweede zal er bekeken worden welke verwachtingen de studenten hebben van het studeren van het Nederlands en of de studie Nederlands aan die verwachtingen heeft voldaan. Dat zal met behulp van respondenten onder zowel studenten Nederlands als afgestudeerde neerlandici gebeuren. Ten slotte wordt er aandacht besteed aan het toekomstige en huidige beroepsgebied van de respondenten. Deze scriptie is ingedeeld in zeven hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt een 2 De Nederlandse Taalunie is een verdragsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken. Deze organisatie zorgt voor een gemeenschappelijk beleid op het gebied van het Nederlands en steunt diegene die Nederlands gebruiken of leren. 3 SMEETS, R. Naar een samenhangend taalbeleid voor het Nederlands vanuit Europees perspectief. Nederlandse Taalunie: Den Haag, 2001, p

8 inleiding gegeven op deze scriptie. Het tweede hoofdstuk duidt begrippen als attitudes en motivatie en bespreekt bestaande theorieën waarin verschillende motivatiefactoren om een taal te leren worden uitgelegd. In het derde hoofdstuk komt het communicatiepotentieel van een taal aan de orde. Met behulp van de theorie van Abram de Swaan wordt het wereldtalenstelsel en de communicatieve waarde van een taal, de zgn. Q-waarde, besproken. Het vierde hoofdstuk wordt aan de status van het Nederlands gewijd. De status zal vanuit vier oogpunten geanalyseerd worden, namelijk vanuit het democratische, economische, politieke en culturele oogpunt. Het vijfde hoofdstuk behandelt de neerlandistiek in Tsjechië. Er wordt een beeld gegeven van de ontwikkeling en de huidige situatie van de Tsjechische neerlandistiek. In het zesde hoofdstuk zullen we naar het praktische deel van deze scriptie overgaan. Het praktische deel zal beginnen met het doel van het onderzoek en mijn hypothese over de motivatiefactoren voor het studeren van het Nederlands in Tsjechië die ik op basis van de analyse in het theoretische deel zal vormen. Het onderzoek richt zich op de motivatie en verwachtingen van de studenten. Met behulp van enquêtes zullen zowel huidige studenten als afgestudeerde neerlandici ondervraagd worden. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek zal mijn hypothese vervolgens bevestigd of weerlegd worden. Tot slot wordt alles samengevat en worden conclusies getrokken uit het onderzoek. Ik hoop dat mijn masterscriptie een waardevolle bijdrage zal leveren aan de Tsjechische neerlandistiek. Aangezien er tot nu toe geen onderzoek naar de motivatiefactoren voor de keuze van het Nederlands werd gedaan, zouden de resultaten gebruikt kunnen worden met betrekking tot de promotie van de studie Nederlands en het aanbod van vakken en colleges die aangepast zouden kunnen worden aan de motivatie van studenten. 8

9 2. Motivatiefactoren voor het leren van een vreemde taal Taal is één van de belangrijkste kenmerken waardoor mensen zich van andere wezens onderscheiden. We kunnen met elkaar communiceren. Om de communicatieve vaardigheid te verbeteren en meer mensen te kunnen aanspreken, leren we vreemde talen. Er zijn echter ook andere factoren die ertoe bijdragen dat we vreemde talen beginnen te leren. Het studeren van een taal bestaat namelijk niet alleen uit de taalverwerving. Grammatica en woordenschat gaan altijd hand in hand met de cultuur en literatuur van een bepaalde nationaliteit. Taal behoort namelijk tot de dragers van de cultuur. Hieruit blijkt dat onze interesse niet alleen naar de taal uitgaat, maar ook naar de cultuur. Het is altijd een kwestie van attitudes en motivatie. Dit hoofdstuk houdt zich bezig met het afbakenen van dit onderwerp en behandelt de basisfactoren voor het leren van een vreemde taal, namelijk de eerder genoemde attitudes en motivatie. Vervolgens komen ook algemene motivatietheorieën aan bod. 2.1 Attitudes Attitudes ten opzichte van een bepaalde taal zijn van groot belang voor het leren van een taal. Aanzien de leerder de beslissing neemt om een taal te leren, is het logisch dat hij positieve attitudes heeft ten opzichte van de doeltaal. Attitudes zijn bovendien onlosmakelijk verbonden met motivatie. Om een taal onder de knie te krijgen, zijn de attitudes en motivatie dus essentieel. De Amerikaanse sociaal psychologen Fishbein & Ajzen ontwikkelden een theorie die de rol van attitudes in het menselijk gedrag in kaart brengt. De theorie is gebaseerd op een model waar overtuigingen, attitudes, intenties en gedragingen elkaar beïnvloeden. Ze bepalen onze houding tegenover een object X, in dit geval een taal die geleerd wordt. De overtuigingen verwijzen naar alle informatie waarover het subject beschikt ten opzichte van de taal. Overtuigingen kunnen veranderen, indien het subject nieuwe informatie krijgt over het object X. Ze zijn dus cognitief. De attitudes zijn emotioneel, aangezien ze emoties en beoordelingen behelzen ten opzichte van het object X. Attitudes kunnen positief of negatief zijn. Om een bepaalde taal te studeren, moet het 9

10 subject over positieve attitudes ten opzichte van de taal beschikken. Verder bestaat het model van Fishbein & Ajzen uit de intenties om te handelen. Ten slotte representeert het vierde element de gedragingen, namelijk het werkelijke handelen. Overtuigingen t.o.v. object X Attitudes t.o.v. object X Intenties t.o.v. object X Gedragingen t.o.v. object X Invloed Feedback Figuur 1: Overwegingen, attitudes, intenties en gedragingen (Fishbein & Ajzen) 4 Uit bovenstaande figuur is duidelijk dat er een wisselwerking bestaat tussen overtuigingen en attitudes. Intenties worden gevormd op basis van de attitudes en vervolgens beïnvloeden ze de gedragingen. Tevens hebben de gedragingen weer invloed op de overtuigingen waardoor het hele proces eindeloos is. Hieruit blijkt dat de attitudes ten opzichte van een taal afhankelijk zijn van verschillende factoren. Belangrijk is de informatie waarover de leerder beschikt, alsook de subjectieve attitudes ten opzichte van de taal, omdat daar de intenties en vooral gedragingen, met andere woorden het handelen van de leerder, door worden beïnvloed. 2.2 Motivatie Motivatie kan vanuit verschillende perspectieven uitgelegd worden. Er is sprake van een psychologisch en een pedagogisch aspect. In deze scriptie zal alleen de psychologische kant van motivatie besproken worden, omdat het hier om de motivatiefactoren gaat die ons gestimuleerd hebben om voor de studie Nederlands te kiezen. Op grond van dit onderzoek zou de motivatie vanuit de pedagogische 4 FISHBEIN, M. & AJZEN, I. Belief, attitude, intention, and behavior: An introduction to theory and research. Reading, MA: Addison-Wesley, 1975, p

11 invalshoek uiteindelijk aangepast kunnen worden aan de vastgelegde motivatiefactoren, maar dat is een kwestie voor een ander onderzoek. Motivatie is de drijvende kracht die ons stimuleert en aanmoedigt om te streven naar een bepaald doel. Van Dale definieert motivatie op twee manieren als volgt: 1. geheel van factoren (ook aandriften en beweegredenen) waardoor gedrag gestimuleerd en gericht wordt 2. sterkte of intensiteit van de innerlijke gesteldheid die iem. tot het verrichten of het nalaten van bep. gedragingen brengt. 5 In het algemeen draait motivatie om verschillende punten, zoals erkenning, herkenning, waardering of zelfactualisering. Dat blijkt uit de behoeftepiramide van de Amerikaanse psycholoog Abraham H. Maslow. 6 Om inzicht te krijgen in de motivatiefactoren voor het studeren van het Nederlands moeten we eerst de motivatiefactoren voor het leren van een vreemde taal beschrijven. 2.3 Motivatietheorieën Motivatie kan beschouwd worden als een basissteen voor de verwerving van een vreemde taal. Ten eerste is het logisch dat de leerder zelf moet willen en ten tweede beïnvloedt motivatie positief het handelen van de leerder. De theorie van de Belgische psycholoog Nuttin gaat ervan uit dat uit motivatie handelen voortvloeit met een specifiek doel voor ogen. Dit doel is het centrale deel van de handeling en beantwoordt aan het vereiste resultaat waarnaar gestreefd wordt. Er is ook een ander belangrijk element te vinden in Nuttins theorie, namelijk behoefte. De leerder raakt gemotiveerd, indien hij op een bepaalde manier behoefte heeft aan het resultaat, zoals de beheersing van de doeltaal. Zo wordt de motivatie van de leerder bepaald door overtuigingen en attitudes ten opzichte van het doel. Naast de theorie van Nuttin is voor deze scriptie ook de theorie van Gardner & Lambert van belang. Deze theorie vertrekt vanuit het standpunt dat de motivatie om een vreemde taal te leren bestaat uit zowel attitudes ten opzichte van de vreemde taal en de omgeving 5 Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal. Van Dale Uitgevers, Zie: 12/12/2013, 17:26 11

12 waarin de taal wordt gesproken als de doeleinden waarnaar de leerder streeft. Zo worden motivatiefactoren in twee types ingedeeld, namelijk de integratieve en de instrumentele. De integratieve motivatie omvat doelstellingen om met een andere gemeenschap te kunnen communiceren. Door belangstelling voor de gemeenschap en haar cultuur gaat het hierbij om integratieve doelstellingen. De instrumentele motivatie is eerder van functionele aard. We streven naar de beheersing van de doeltaal voor praktische doeleinden zoals socio-economisch nut. Gardner & Lambert veronderstellen dat leerders die integratief gemotiveerd zijn, een grotere motivatie vertonen en een hogere taalvaardigheid bereiken. Dat is ook één van de punten waarop kritiek geleverd wordt. Onderzoeken buiten meertalige context hebben namelijk aangetoond dat het belang van de integratieve motivatie vooral van toepassing is in de meertalige context. 7 In verband met dit feit onderzochten Clément & Kruidenier motivatiefactoren die onafhankelijk zijn van de context. Ze onderscheiden vier types motivatiefactoren die gemeenschappelijk zijn voor alle leerders, namelijk reizen, vriendschap, kennis en instrumentele motivatie. 8 Vervolgens hebben Deci & Ryan de theorie van Clément & Kruidenier aangevuld. Hun Self-Determination Theory noemt intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie is gebaseerd op de beleving van het leren van de taal zelf. Extrinsieke motivatie verwijst naar een voordeel van of beloning voor het leren. Aan de hand van haar functionele aard kan de extrinsieke motivatie vergeleken worden met de instrumentele motivatie. Het motivatiecontinuüm van Deci & Ryan wordt nog met amotivatie aangevuld (zie figuur 2). In verband met de motivatiefactoren voor het studeren van een taal is het echter logisch dat de leerder in bepaalde mate wel gemotiveerd moet zijn, anders zou hij niet voor de studie kiezen. Amotivatie is in dit geval dus van weinig belang. 7 SMET, A. de. L immersion c est pour quelqu un qui parle bien néerlandais. CLIL with older pupils. Brussel, 2012, p CLÉMENT, R. & B.G. KRUIDENIER. Orientations in second language acquisition: I. The effects of ethnicity, milieu and target language on their emergence. In: Language Learning, volume 33, 1983, p

13 INTRINSIEKE MOTIVATIE Ik leer deze taal omdat ik me geweldig voel wanneer ik deze taal spreek EXTRINSIEKE MOTIVATIE Identificatie Introjectie Externe regulatie Ik wil deze taal Ik wil deze taal Ik wil deze leren omdat ik leren omdat ik taal leren om ervoor kies om me zou schamen, later een een meertalig mocht ik deze betere baan te persoon te zijn taal niet kennen vinden AMOTIVATIE Ik vind deze taal leren pure tijdverspilling hoge zelf-determinatie lage zelf-determinatie (geen) Figuur 2: Motivatiecontinuüm gebaseerd op Deci & Ryan 9 In bovenstaande figuur is goed te zien welke types motivatie de Self-Determination Theory behandelt. Naast de intrinsieke en extrinsieke motivatie en amotivatie kunnen we er ook verschillende subtypes van de extrinsieke motivatie vinden. Uit de figuur blijkt dat bij intrinsieke motivatie de leerders werkelijk genieten van de taal zelf, terwijl de extrinsieke motivatie eerder van praktische aard is. Zo wordt bij identificatie naar het voordeel van het leren gestreefd. Introjectie bepaalt de behoefte om de doeltaal te beheersen, omdat anderen de taal kennen. Wat het Nederlands betreft, is dat mijns inziens niet het geval, aangezien er in Tsjechië relatief weinig mensen zijn die het Nederlands beheersen. Externe regulatie betreft dan de beloning voor het leren, namelijk een baan of promotie. Bij amotivatie zijn de leerders ervan overtuigd dat de beheersing van de taal nutteloos is. Zoals al eerder vermeld, zouden de leerders de doeltaal niet studeren, indien ze er het nut niet van inzien. 2.4 Motivatie en de machtsstrijd tussen talen Positieve of negatieve attitudes ten opzichte van het leren van een bepaalde taal worden veroorzaakt door het feit dat er een machtsstrijd bestaat tussen talen. Leerders die vooral instrumentele motivatie hebben, richten zich in eerste instantie op de economische en praktische voordelen van de beheersing van een taal. Zo hebben leden van een minderheidsgroep andere attitudes en motivatie om de taal van de meerderheid te leren ten opzichte van de mensen uit de meerderheid die de taal van de minderheid leren. In het volgende hoofdstuk zal er op de strijd tussen talen uitgebreider ingegaan worden. 9 SMET, A. de. L immersion c est pour quelqu un qui parle bien néerlandais. CLIL with older pupils. Brussel, 2012, p

14 3. Communicatiepotentieel van een taal Om de sociale begeerlijkheid en de status van het Nederlands te kunnen bepalen, moet er eerst aandacht besteed worden aan de essentiële begrippen voor dit thema. Tot de belangrijkste termen behoren het wereldtalenstelsel en de Q-waarde. Vervolgens wordt de kritiek van De Swaan en de Q-waarde besproken waaruit conclusies worden getrokken voor het verdere onderzoek. 3.1 Het wereldtalenstelsel Wereldwijd bestaan er ruim talen. Tussen die talen bestaan volgens de Amsterdamse socioloog Abram de Swaan sterke hiërarchische verhoudingen. Negentig procent van de wereld spreekt de honderd meest gebruikte talen en slechts tien procent spreekt de rest van de talen. Zo staan de overige talen lager in de hiërarchie van het wereldtalenstelsel. 10 Het wereldtalenstelsel is een term die aanduidt dat talen een ingewikkeld samenhangend geheel vormen. Dat begrip werd geïntroduceerd door De Swaan. In zijn boek Woorden van de wereld gebruikt hij het begrip om aan te geven dat talen met elkaar concurreren en het voorwerp zijn van een machtsstrijd. 11 De Swaan vergelijkt het wereldtalenstelsel met de stand van hemellichamen. Het bestaat uit verschillende constellaties. Constellatie wijst hier op een relatie tussen talen die verbonden zijn met een centrale taal. Het wereldtalensysteem bevat meerdere constellaties die hiërarchisch geordend zijn. De Swaan onderscheidt vier categorieën van talen: perifere, centrale, supercentrale talen en één hypercentrale taal. De perifere talen vormen het eerste niveau van het wereldtalenstelsel. Ze zijn niet officieel geregistreerd en worden vaak enkel oraal doorgegeven. Perifere talen worden ook als geheugentalen beschouwd, omdat hun continuïteit afhangt van wat er wordt gehoord, onthouden en herhaald. Ze worden gesproken in allerlei stammen, zoals de Aboriginals 10 LOMBAERDE, J. de. Convergentie in het Wereldtalenstelsel. Universiteit Antwerpen, 2008, p SWAAN, A. de. Woorden van de wereld. Het mondiale talenstelsel. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2002, p

15 of Navajo-Indianen. 12 Het tweede niveau wordt door de centrale talen gevormd. Ze hebben een officiële status en worden in verschillende landen gebruikt, bijvoorbeeld in de politiek, het onderwijs en de literatuur. Tot de centrale talen behoren ook het Nederlands en het Tsjechisch. Centrale talen sluiten aan bij de supercentrale talen. Supercentrale talen verwijzen naar een internationaal niveau. Deze talen hebben meer dan 100 miljoen sprekers en worden gebruikt in internationaal verband. Hieronder vallen bijvoorbeeld het Engels, het Chinees, het Duits en het Spaans. Vaak worden juist deze talen geleerd vanwege hun positie in het wereldtalenstelsel, aangezien leerders door het beheersen van deze talen een hogere communicatievaardigheid willen bereiken. Hierom kiezen ze niet voor talen op de lagere niveaus. Zo wordt de hiërarchische structuur nog versterkt. De taalconstellatie wordt door één hypercentrale taal omsloten. Deze hypercentrale taal is het middelpunt van het wereldtalenstelsel dat alles met elkaar verbindt. Deze rol wordt volgens De Swaan vervuld door het Engels. Via het Engels communiceren mensen over de hele wereld met elkaar. Ook wordt deze taal gebruikt op het gebied van wetenschap, internationale politiek of technologie Q-waarde Zoals eerder al aangestipt, gaat De Swaans theorie ervan uit dat talen geleerd worden om hun positie in het wereldtalenstelsel. Sprekers van een kleine taal leren een grotere taal. Verder is de theorie gebaseerd op de attitudes en verwachtingen die we ten opzichte van de taalverwerving hebben. 14 Wanneer mensen beslissen een taal te leren, doen ze dat volgens De Swaan op basis van hun ratio. Ze vergelijken het communicatiepotentieel van een taal met dat van een andere. Hiervoor heeft De Swaan een formule geconstrueerd, namelijk de Q-waarde. De Q-waarde is de communicatiewaarde van een taal. Ze berust op de prevalentie en de centraliteit van een taal in een bepaalde constellatie. Prevalentie betekent het aantal moedertaalsprekers van de taal en centraliteit de proportie van het aantal meertalige 12 LOMBAERDE, J. de. Convergentie in het Wereldtalenstelsel. Universiteit Antwerpen, 2008, p SWAAN, A. de. Woorden van de wereld. Het mondiale talenstelsel. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2002, p Ibidem, p

16 sprekers dat de betreffende taal ook beheerst. De Swaan beweert dat de keuze om een nieuwe taal te leren beïnvloed wordt door een algemene inschatting van de situatie (de Q-waarde van een taal). De Swaan gebruikt als basis voor zijn stelling het feit dat mensen er een taal bij willen leren om hun communicatiemogelijkheden te vergroten. Hieruit kan een eenvoudige formule gevormd worden, namelijk hoe groter het aantal sprekers van een taal is, hoe aantrekkelijker die taal. De Swaan heeft deze formule zelfs wiskundig uitgedrukt, namelijk als volgt: Q i S = p i. c i = P i N S. C i M S De Q-waarde is het product van de al eerder genoemde prevalentie (p i ) en de centraliteit (c i ) van taal λ i in constellatie S. De communicatiewaarde van een taal λ i voor een spreker binnen constellatie S kan op die manier berekend worden. De prevalentie (p i ) van taal λ i geeft het aantal sprekers (P i ) die taal λ i beheersen weer, gedeeld door alle sprekers (N S ) in constellatie S. De centraliteit wordt bepaald door het aantal meertalige sprekers (C i ) dat taal λ i ook beheerst, gedeeld door alle meertalige sprekers (M S ) in constellatie S. Zo worden de verhoudingen tussen taal λ i en de andere talen in constellatie S gedefinieerd. 15 Hoe meer sprekers de taal beheersen, hoe meer leerders voor de taal zullen kiezen, omdat ze daardoor een grotere kans hebben om de taal te gebruiken. Vanuit individueel oogpunt is het volkomen rationeel dat mensen kiezen voor de taal met de hoogste Q- waarde. 16 Zo bepaalt de Q-waarde de sociale begeerlijkheid van een taal die op een rationele basis berust. Aan de hand van de voorafgaande analyse van de motivatie kunnen we ons echter afvragen in welke mate leerders alleen rationeel handelen. Dat is namelijk een kwestie van de intrinsieke en extrinsieke motivatie. 15 SWAAN, A. de. Woorden van de wereld. Het mondiale talenstelsel. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2002, p Ibidem, p

17 De Q-waarde van De Swaan wordt echter ook vanuit andere perspectieven bekritiseerd. De knelpunten zijn van principiële en praktische aard. De principiële knelpunten bevinden zich in de bewering: hoe meer sprekers, hoe meer leerders. Zoals al eerder aangehaald, is de keuze om een taal te leren niet alleen gebaseerd op het puur rationele handelen van de leerders. Mensen handelen vaak emotioneel. Er ontbreken dus verschillende aspecten van de intrinsieke motivatie. Zo legt de Nederlandse taalwetenschapper René Appel zijn kritiek als volgt uit: Het gaat hem om de factor nut bij de keuze voor een taal in een bepaald domein; zijn opvatting is volledig utilitaristisch van aard. De door hem opgestelde formule van de Q- waarde van een taal betreft dan ook alleen de communicatieve potentie: hoeveel mensen kan ik met een taal bereiken omdat ze die als eerste of tweede taal beheersen? De sociaal-culturele waarde van een taal is in het geheel niet vertegenwoordigd in de formule. 17 De sociaal-culturele waarde kan zich spiegelen in drie dimensies waarmee De Swaan zich niet genoeg heeft ingelaten, namelijk de economische, politieke en culturele dimensie. Verder moet er ook rekening gehouden worden met de nabijheid en beschikbaarheid van een taal. 18 Vanuit de praktische invalshoek valt aan te stippen dat de data over het aantal moedertaalsprekers en leerders vaak niet exact vastgesteld kunnen worden en snel veranderen. Dat heeft De Swaan trouwens zelf ook toegegeven. 19 Ten slotte is er een bezwaar tegen de meetbaarheid in te brengen. Vanaf wanneer kan de leerder beschouwd worden als een volleerd spreker? De Swaan hield zich met deze kwestie niet bezig De Q-waarde van de Nederlandse taal De Q-waarde heeft veel zwakke punten, maar levert bevredigende resultaten op binnen de Europese Unie, omdat dit geval het best gedocumenteerd is. De Europese Unie biedt 17 APPEL, R. Kleine talen grote belangen. De Gids. Jaargang 165. Meulenhoff, Amsterdam, 2002: Te vinden op: 06/01/2014, 18:17 18 LOMBAERDE, J. de. Convergentie in het Wereldtalenstelsel. Universiteit Antwerpen, 2008, p SWAAN, A. de. Woorden van de wereld. Het mondiale talenstelsel. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2002, p

18 elke burger de mogelijkheid in zijn eigen taal te communiceren. Het taalbeleid in de Europese Unie is gegrondvest op een gezamenlijk programma van mensenrechten waarbij ook het recht op communicatie in de eigen taal hoort. Zo kent de Europese Unie 24 officiële talen en werktalen. 20 In feite worden er van al die talen maar drie in de praktijk van alledag gehanteerd: het Engels, het Frans en, in mindere mate, het Duits. 21 De Swaan heeft de beschikbare cijfers over de verbreiding van de nationale talen, als moedertaal of vreemde taal, verwerkt en de Q-waarden berekend. Met behulp van de Q- waarden binnen de Europese Unie zal de potentiële communicatiewaarde van het Nederlands besproken worden. Moedertaal Enige of tweede taal EN FR GE IT SP NL GR Overig EN FR GE IT SP NL GR Overig Q i EN 0,352 0,559 0,537 0,510 0,463 0,391 0,374 0,398 FR 0,559 0,120 0,427 0,224 0,200 0,165 0,144 0,189 GE 0,537 0,427 0,141 0,295 0,255 0,176 0,167 0,204 IT 0,510 0,224 0,295 0,033 0,096 0,076 0,048 0,078 SP 0,463 0,200 0,255 0,096 0,019 0,055 0,031 0,056 NL 0,391 0,165 0,176 0,076 0,055 0,008 0,017 0,037 GR 0,374 0,144 0,167 0,048 0,031 0,017 0,001 0,019 Overig 0,398 0,189 0,204 0,078 0,056 0,037 0,019 0,010 Figuur 3: De Q-waarden binnen de Europese Unie na 1995 (enige of tweede taal) Tot de officiële talen van de Europese Unie behoren het Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Iers, Italiaans, Kroatisch, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en Zweeds. 21 SMEETS, R. Naar een samenhangend taalbeleid voor het Nederlands vanuit Europees perspectief. Nederlandse Taalunie: Den Haag, 2001, p In het bovenste deel zijn de aantallen sprekers weergegeven in miljoenen. De rijen tonen de moedertaalsprekers van een taal en ook sprekers die de taal als tweede of derde taal beheersen. EN = Engels; FR = Frans; GE = Duits; IT = Italiaans; SP = Spaans; NL = Nederlands; GR = Grieks. De categorie Overig bestaat uit de talen Portugees, Zweeds, Fins en Deens. 23 SWAAN, A. de. Woorden van de wereld. Het mondiale talenstelsel. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2002, p

19 Moedertaal Derde taal Totaal 24 Taal+EN&FR Taal+EN&GE Taal+EN&SP Taal+FR&GE EN FR GE IT SP NL GR Overig Q i EN ,734 FR ,668 - GE 0,734-0,661 - IT 0,690 0,697 0,620 0,584 SP 0,668 0,661-0,551 NL 0,590 0,566 0,508 0,442 GR 0,580 0,557 0,487 0,466 Overig 0,609 0,585 0,508 0,515 Figuur 4: De Q-waarden binnen de Europese Unie na 1995 (derde taal) 25 Bovenstaande tabellen tonen aan dat het Engels het hoogst scoort. Daarna volgen het Frans en het Duits. Het Nederlands komt op de zesde plaats, wat in de Europese context een voordelig resultaat is. Over het algemeen kunnen we dus zeggen dat de Europese taalsituatie door het Engels, het Frans en het Duits wordt beheerst. In de tweede divisie staan het Italiaans, het Spaans en het Nederlands. We moeten echter rekening houden met het feit dat de in de berekening gebruikte gegevens in 1999 werden verzameld. 26 Zo kunnen we veronderstellen dat de aantallen sprekers zijn veranderd. Bovendien is er inmiddels een groot aantal landen toegetreden tot de Europese Unie. In Woorden van de wereld uit 2002 beweert De Swaan echter: In de huidige of de toekomstige Unie zijn er geen andere talen die buiten de nationale grenzen van enige betekenis zijn. 27 Het communicatiepotentieel is gebaseerd op het theoretische concept van een wereldtalenstelsel met zijn hiërarchische verbindingen tussen talen op verschillende 24 Totaal staat voor sprekers die de taal als moedertaal, tweede of derde taal beheersen. 25 SWAAN, A. de. Woorden van de wereld. Het mondiale talenstelsel. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2002, p De cijfers zijn gebaseerd op een enquête van de Eurobarometer uit 1999, waarin gevraagd werd: Welke talen spreekt u goed genoeg, afgezien van uw moedertaal, om aan een conversatie deel te nemen? 27 SWAAN, A. de. Woorden van de wereld. Het mondiale talenstelsel. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2002, p

20 niveaus en moet dus als kwantitatieve berekening gezien worden. De Q-waarde biedt een eenvoudige indicatie voor het communicatiepotentieel van een taal, maar we moeten ook de waarde die sprekers aan die taal toeschrijven, in aanmerking nemen. Om die reden zal dit werk zich verder tevens bezighouden met de status van het Nederlands. 20

21 4. Status van het Nederlands In de voorafgaande hoofdstukken worden de factoren behandeld die de taalkeuze kunnen beïnvloeden. In dit hoofdstuk zullen deze motivatiefactoren aangepast worden aan het Nederlands. Zoals eerder vermeld, valt het Nederlands in het wereldtalenstelsel onder de centrale talen. Zo wordt de positie van het Nederlands bepaald. De Q-waarde is vervolgens een goede indicator van het communicatiepotentieel van een taal. Aangezien er in deze theorie knelpunten te vinden zijn, is het van belang ook andere factoren te noemen die een rol spelen bij de taalkeuze en de bepaling van de status van een taal. Deze factoren kunnen we in vier categorieën indelen, namelijk demografisch, economisch, politiek en cultureel veld. 4.1 Demografisch veld In het demografische veld vallen er twee belangrijke factoren te onderscheiden: het aantal moedertaalsprekers en het aantal sprekers die de taal als tweede of vreemde taal beheersen. Hieruit blijkt dat het demografisch veld aan de Q-waarde beantwoordt en dus met behulp van deze waarde gedefinieerd kan worden. Nederlands is de moedertaal van de meerderheid van de bevolking van Nederland, het Nederlandstalige deel van België en Suriname. Nederlands als tweede taal wordt vooral verworven door migranten die een andere moedertaal hebben en zich in Nederland en Vlaanderen vestigen. Als vreemde taal wordt het Nederlands onderwezen in zowel binnenland als buitenland. Deze activiteiten worden door de Nederlandse Taalunie ondersteund. Zo behoort tot de doelstellingen van de Nederlandse Taalunie, die in artikel drie van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de Nederlandse Taalunie geankerd zijn, de gemeenschappelijke bevordering van de studie en verspreiding van de Nederlandse letteren in het buitenland SMEETS, R. Naar een samenhangend taalbeleid voor het Nederlands vanuit Europees perspectief. Nederlandse Taalunie: Den Haag, 2001, p

22 Hoewel er soms somber naar de toekomst van het Nederlands wordt gekeken, behoort het Nederlands tot de veertig meest gesproken talen van de ruim talen in de wereld. Het Nederlands wordt met zijn bijna drieëntwintig miljoen moedertaalsprekers als een grote taal beschouwd. Daarvan leven ongeveer zestien miljoen sprekers in Nederland, zes miljoen in Vlaanderen en in Suriname. Tot de talen met het grootste aantal moedertaalsprekers behoren het Chinees (1 miljard moedertaalsprekers), het Engels (350 miljoen) en het Spaans (250 miljoen). Daarna volgen nog het Hindi (200 miljoen) en het Arabisch (150 miljoen). In het kader van het Europese talenstelsel neemt het Nederlands de achtste plaats in. Het Duits, het Frans en het Engels vormen de top drie. 29 Het aantal leerders dat voor het Nederlands heeft gekozen, schommelt rond personen. Het Nederlands wordt op honderden instellingen op niet-universitair niveau onderwezen en aan 175 universiteiten in 40 landen gedoceerd. In het buitenland zijn er meer dan studenten die Nederlands studeren. 30 In verband met het onderwijs valt een betekenisvol aspect van het Nederlands aan te stippen, namelijk onderwijs van het Nederlands als bronnentaal. Het gaat om een specifiek vak waarin de nadruk wordt gelegd op het lezen. Zo krijgen studenten de sleutel tot verschillende teksten die ze voor hun studie nodig hebben. Als voorbeeld kunnen we de Universiteit van Stockholm noemen. In het kader van een cursus 17deeeuws Nederlands wordt er het Nederlands als bronnentaal gedoceerd, omdat er gebleken is dat er een behoefte bestaat aan deze kennis. 31 Daarnaast is het Nederlands als bronnentaal zeer belangrijk voor vroegere koloniale landen zoals Suriname, omdat de geschiedenis van dit land en de koloniale geschiedenis van Nederland in die bronnen opgesloten ligt. In het demografische veld haalt het Nederlands dus relatief hoge cijfers binnen de Europese context, daarom zou dit feit als één van de motivatiefactoren invloed kunnen 29 Zie: 08/01/2014, 20:32 30 Zie: 08/01/2014, 20:53 31 BONDE, I. W. Frederik Coyett, een Zweed (?) in dienst van de Verenigde Oostindische Compagnie: kun je die met studenten in het Zweeds vertalen?. In: Internationale Vereniging voor Neerlandistiek: Perspectieven voor de internationale neerlandistiek in de 21 ste eeuw. Münster: Nodus-Publ., 2001, p

23 hebben op de taalkeuze van studenten. Daarentegen vertegenwoordigt het Nederlands niet een traditionele taal die in Tsjechië wordt geleerd. Historisch werd in Midden- en Oost-Europa het Duits traditioneel gebruikt als lingua franca en op scholen speelde het de rol van de belangrijkste vreemde taal. Na de Tweede Wereldoorlog werd het Russisch ingevoerd als eerste vreemde taal die op scholen werd geleerd. De situatie veranderde snel na de ontbinding van de Sovjet-Unie rond Sindsdien hadden de leerders een vrije keuze in het leren van vreemde talen. Zo is de populariteit van het Engels sterk toegenomen en het leren van het Russisch dramatisch afgenomen. Ook het Duits werd meer geleerd. In sommige landen concurreert het Duits met het Engels. Tegenwoordig wordt in Tsjechië het Engels als eerste vreemde taal geleerd. 32 Aangezien men de laatste tijd de neiging heeft om zich te specialiseren, wat ook in het taalonderwijs te zien is, krijgen ook kleinere en minder gebruikelijke talen een kans. Zo wordt ook het Nederlands onder studenten steeds populairder Economisch veld De internationale status van een taal wordt ook door zijn economische macht beïnvloed. Een taal met een grote economische macht is internationaal belangrijker en wordt vaker geleerd dan een taal die alleen demografisch sterk is. Een economisch sterke taal biedt namelijk grotere handelsmogelijkheden en heeft een hoger commercieel potentieel. De economische macht wordt vaak gemeten aan de hand van het BNP van de moedertaalsprekers. Het wordt per land of aan de hand van het aandeel sprekers van een taal in dat land gemeten. In de globale context is het Engels de economisch sterkste taal, ook het Chinees en het Japans beschikken over grote economische macht. Voor ons is de Europese context belangrijker. Binnen Europa is de economisch sterkste taal het Duits. Het Nederlands staat op de zesde plaats in de rangschikking Zie: 09/01/2014, 17:12 33 Zie: _term=dso&utm_content=article&utm_campaign=seeding; 18/04/2014, 17:42 34 LOMBAERDE, J. de. Convergentie in het Wereldtalenstelsel. Universiteit Antwerpen, 2008, p

24 Taal BNP 1 Duits Frans Engels Italiaans Spaans Nederlands Zweeds Deens Fins Portugees Grieks Figuur 5: Economische macht van officiële talen binnen de Europese Unie (BNP van sprekers in miljard dollar 1997) 35 Hoewel werknemers in Europese bedrijven vaak Engels leren, is alleen maar het Engels vaak niet genoeg om zaken te doen in heel Europa. Vooral kleine bedrijven gebruiken vaak een andere taal dan het Engels. Verder wordt met klanten meestal in hun moedertaal gecommuniceerd om producten of diensten aan de man te kunnen brengen. Ook nationale kenmerken van de taalkeuze zijn belangrijk. Nederlanders en Belgen hebben meestal minder problemen om Engels te spreken dan Fransen of Spanjaarden. In Tsjechië heeft het Nederlands een goede positie wat het economische veld betreft. Nederland is één van de belangrijkste Europese gebieden voor de Tsjechische import en export. Nederlandse investeringen in Tsjechië zijn gericht op allerlei soorten industrie, bijvoorbeeld telecommunicatie (UPC), petrochemie (Shell), machinebouw (Huismann), bankwezen (ING), levensmiddelen (Ahold) en andere. Ook middelgrote en kleine bedrijven zijn er steeds meer actief. 36 De economische betrekkingen tussen België en Tsjechië dragen ook bij aan de ontwikkeling van de economische status van het 35 LOMBAERDE, J. de. Convergentie in het Wereldtalenstelsel. Universiteit Antwerpen, 2008, p Zie: html; 09/01/2014, 19:56 24

25 Nederlands in Tsjechië. Tussen 1990 en 2007 behoorde België tot de vijf grootste investeerders in de Tsjechische republiek, waaraan Vlaanderen het leeuwendeel bijdroeg. In Tsjechië hebben zich ongeveer 200 Vlaamse bedrijven gevestigd, waaronder bijvoorbeeld AB InBev (bier) en Benco (elektronica). 37 In de Tsjechische republiek zijn er verder ook veel bedrijven die werknemers met een goede kennis van het Nederlands zoeken. Eén van de grote bedrijven is bijvoorbeeld het internationale bedrijf IBM. Aangezien er een soortgelijke vraag bijna voortdurend te vinden is op verschillende Tsjechische rekruteringswebsites, heeft dat ook een positieve invloed. Meestal wordt er gevraagd dat de werknemer ook Engels spreekt, maar het Nederlands kan dan het voordeel zijn dat de werknemer die de taal wel beheerst, een voorsprong geeft op andere kandidaten op de arbeidsmarkt. Bovendien vinden verschillende presentaties van betreffende bedrijven ook plaats aan universiteiten. Zo hebben de studenten al tijdens hun studie de mogelijkheid om een passend bedrijf uit te zoeken en tegelijkertijd krijgen de bedrijven ook wat ze willen, omdat ze de beste studenten kunnen aantrekken. Sommige studenten kunnen zich hun toekomst niet in een bedrijf voorstellen, maar zijn wel in toerisme geïnteresseerd. Nederlandstalige toeristen maken een aanzienlijk deel uit van het toerisme in Tsjechië. Tsjechië is namelijk een aantrekkelijk vakantieland en is in Nederland en België heel populair. In 2010 hebben bijna Nederlandse toeristen de Tsjechische republiek bezocht. 38 Toerisme biedt dus veel werkgelegenheid voor studenten Nederlands, niet alleen voor afgestudeerde neerlandici, maar ook voor studenten die een bijverdienste zoeken tijdens hun studie. Op die manier lopen veel studenten stages in een hotel of werken als ski-instructeurs. Tot de door Nederlandstaligen meest bezochte gebieden in de Tsjechische republiek behoren Zuiden Noord-Bohemen vanwege de skimogelijkheden die daar aangeboden worden. 37 Zie: NL&p= &pagename=flanders_czech%2FView; 10/04/2014, 23:53 38 Zie: 10/01/2014, 13:05 25

26 4.3 Politiek veld De status van een taal wordt tevens bepaald door haar macht als officiële taal in verschillende landen. Deze macht staat voor het aantal landen waarin de taal officieel geankerd wordt. In hoe meer landen de taal een officiële status heeft, hoe meer de taal internationaal wordt geleerd. De meest gebruikte taal in verband met het aantal landen waar de taal een officiële status heeft, is het Engels 39, gevolgd door het Frans, het Arabisch, het Spaans en het Russisch. 40 Talen die beter scoren in het politieke veld, hebben meer kans om in een internationale politieke instelling gebruikt te worden dan talen die slechts in één land worden erkend. Zo worden in internationale organisaties die talen gebruikt die in veel landen een officiële status hebben (zie figuur 6). Taal Officiële taal en werktaal 1 Engels Frans Spaans 77 4 Duits 58 5 Russisch 35 6 Arabisch 30 7 Italiaans 15 8 Portugees 14 9 Chinees 12 Figuur 6: Macht als officiële taal en werktaal in internationale organisaties (aantal organisaties in 1995) 41 Binnen Europa vervulde het Frans lange tijd de rol van internationale taal. Het Frans werd als taal van de diplomatie gebruikt. Na de Tweede Wereldoorlog verkreeg het 39 De huidige positie van talen in het politieke veld is veroorzaakt door militaire macht en kolonisering. Vooral het Portugees, het Spaans, het Frans en het Engels hebben zich op die manier het meest verspreid. 40 LOMBAERDE, J. de. Convergentie in het Wereldtalenstelsel. Universiteit Antwerpen, 2008, p Ibidem. 26

27 Engels een sterke positie in de Europese politiek. Tegenwoordig wordt de situatie voornamelijk gekenmerkt door de officiële meertaligheid en taalverscheidenheid van de Europese Unie. Zoals eerder reeds vermeld, wordt binnen de Europese instellingen echter meestal in het Engels, het Frans en, in mindere mate, in het Duits gecommuniceerd. Het Nederlands is de eerste taal in Nederland en Vlaanderen. Deze taal heeft er een dominante status, de communicatie tussen de overheid en burgers loopt standaard in het Nederlands en ook in de media en het onderwijs wordt in de eerste plaats Nederlands gesproken. In het veeltalige Suriname heeft het Nederlands wel de status van officiële taal, maar het aantal mensen dat er Nederlands als eerste taal leert, is klein en het Sranan wordt er als lingua franca beschouwd. Verder is het Nederlands één van de officiële talen van de Europese Unie. 42 In het vorige hoofdstuk kwamen de Q-waarden binnen de Europese Unie aan de orde. 43 Hieruit bleek dat het Nederlands een goede positie inneemt ten opzichte van de Europese talen. In het algemeen speelt het Nederlands echter geen aanzienlijke rol in de internationale communicatie. 4.4 Cultureel veld Het culturele veld omvat in principe alles. Het gaat alleen om de betekenis van het woord cultuur. Het kan namelijk vanuit verschillende perspectieven gezien worden. Politiek en economie vormen in feite ook een deel van cultuur. In dit deel wordt echter ingegaan op de engere betekenis van het woord, namelijk de cultuur die de mens heeft voortgebracht, zoals literatuur en media. Bovendien komen ook onderwijs en wetenschap aan bod, die invloed hebben op de status van een taal. De positie van een taal in het veld van het onderwijs en de wetenschap beïnvloedt mensen met een hoge socio-professionele status, terwijl een taal die vaak gebruikt wordt in de massamedia, meer impact heeft op de gehele bevolking. De positie van een taal in het onderwijs en de wetenschap is echter van groot belang, omdat de taal daardoor intensief wordt geleerd. Een dergelijke positie zorgt ervoor dat die taal gebruikt wordt 42 SMEETS, R. Naar een samenhangend taalbeleid voor het Nederlands vanuit Europees perspectief. Nederlandse Taalunie: Den Haag, 2001, p Zie hoofdstuk p

28 door leerders die een aanzienlijke wetenschappelijke, economische en politieke invloed kunnen uitoefenen op de samenleving Literatuur Cultuur wordt door cultuursemiotici vaak beschouwd als een systeem van teksten. Ze wordt door literatuur beïnvloed en het werkt ook omgekeerd: literatuur wordt door cultuur bepaald. 44 Het ligt voor de hand dat literatuur en cultuur veel te maken hebben met taal. Daarom is het van belang om vertaalaspecten van het Nederlands aan te stippen. In de laatste jaren is er een groot aantal boeken zowel uit als in het Nederlands vertaald. Aangezien de literaire wereld zich begon te internationaliseren, moest de Nederlandstalige literatuur zich ook aanpassen aan de nieuwe omstandigheden. Dankzij de Europese eenwording wordt er in het algemeen meer aandacht besteed aan de multiculturele samenleving, die voor Nederland en België typerend is. Dat is één van de redenen waarom de Nederlandstalige literatuur een goede positie heeft in het internationale literaire veld, hoewel er wel gepromoot moet worden om de literatuur in het buitenland bekend te maken. Als een passend voorbeeld voor de multiculturele thematiek kan Het huis van de moskee 45 van Kader Abdolah genoemd worden. De schrijver zelf heeft het doel van dit boek als volgt beschreven: Ik heb dit boek voor de westerse wereld geschreven. Het gaat over mensen, over kunst, over religie, over seks, over film, over het belang van radio en televisie. Ik heb geprobeerd de gordijnen opzij te schuiven en de islam als levenswijze te laten zien. 46 Verder valt Het diner 47 van Herman Koch te vermelden. Daar gaat het niet om een 44 NÜNNING, A.; NÜNNING, V. (Hrsg.). Konzepte der Kulturwissenschaften. Theoretische Grundlagen - Ansätze - Perspektiven. Stuttgart/Weimar: Metzler, 2003, p Het huis van de moskee is een roman uit 2005 van de Nederlandstalige auteur Kader Abdolah die afkomstig is uit Iran. 46 Zie: 28/01/2014, 15:26 47 Het diner is een roman van de Nederlandse auteur Herman Koch. In 2012 werd dit boek in het Engels vertaald en verscheen in Groot-Brittannië. In 2013 brak het in de Verenigde Staten door en werd er als enige Nederlandstalige roman tot de beste romans verklaard. 28

29 soortgelijke thematiek, maar het boek behandelt een algemeen interessant thema en is zowel leesbaar als schokkend. Tegenwoordig kan het als één van de grote successen van de Nederlandse literatuur beschouwd worden. Aangezien het in 37 landen en in 33 talen verscheen, behoort het tot de meest vertaalde Nederlandse romans. 48 Ook in Tsjechië duiken er steeds meer titels van Nederlandstalige boeken op in boekwinkels. Op de website iliteratura.cz staat elk jaar een overzicht ter beschikking van vertaalactiviteiten tussen de Tsjechische en Nederlandse taal. In 2013 werden tien Nederlandstalige boeken vertaald in het Tsjechisch en acht Tsjechische boeken in het Nederlands. 49 Tot de meest recente vertalingen behoort bijvoorbeeld het bovengenoemde boek Het diner 50 van Herman Koch dat in oktober 2013 verscheen Media Media beschikken over macht die een grote rol speelt in overdracht en verspreiding van kennis en informatie. Media beïnvloeden in bepaalde mate onze beheersing van een taal. De omvang van een taal binnen het publieke bestel geeft namelijk een belangrijk voorbeeld. De huidige media genieten van hoge kijk- en luisterdichtheid waardoor ze een normstellende functie hebben met betrekking tot het gebruik van een taal. Aan de ene kant kunnen media de moedertaal van het land ondersteunen, aan de andere kant kan de moedertaal lijden onder de toevloed van buitenlandse producten, zoals tv-series en films. In de Nederlandse en Vlaamse media wordt het Nederlands als eerste taal gebruikt. Daarnaast valt de rol van het Engels niet te negeren. Het Engels is bijzonder typerend voor reclameboodschappen die vooral in Nederland worden uitgezonden. 51 Met betrekking tot de status van het Nederlands wordt echter voornamelijk veel aandacht besteed aan veelbekeken en veelbeluisterde nieuwsprogramma s, waar de omgang met het Nederlands invloed uitoefent op het gebruik van de taal door de bevolking. 48 Zie: 27/01/2014, 14:52 49 Zie: ; 28/01/2014; 21:03 50 Het diner (Večeře in het Tsjechisch) werd vertaald door Marta Kostelecká. 51 SMEETS, R. Naar een samenhangend taalbeleid voor het Nederlands vanuit Europees perspectief. Nederlandse Taalunie: Den Haag, 2001, p

30 Een ander belangrijk medium is het internet. Hier speelt het Engels ontegenzeglijk de eerste viool. Uit een onderzoek van W3Techs blijkt dat 55,5 procent van de meest bezochte webpagina s het Engels gebruikt. 52 Het Nederlands neemt de elfde plaats in met 1,3 procent. 53 Hoewel de elfde plaats in het onbegrensde gebied van het internet indrukwekkend lijkt te zijn, is dit resultaat in vergelijking met het Engels onbeduidend Wetenschap De positie van een taal in de wetenschap hangt nauw samen met de status en het prestige die aan de taal worden toegeschreven. Tot de Renaissance vervulde het Latijn de functie van de taal van de wetenschap. Daarna werden vooral het Frans, het Duits en het Engels prominent. Na de Tweede Wereldoorlog nam het Engels de eerste plaats in. Tot op de dag van vandaag gebruiken Europeanen grotendeels het Engels voor wetenschappelijke communicatie. Het Engels is de enige werktaal van de European Science Foundation 54 en ook haar tijdschrift Communications verschijnt alleen in het Engels. De dominantie van het Engels in de wetenschap wordt echter niet altijd als positief gezien. Grote Europese landen, waarvan vooral de Franse en Duitse wetenschappers van zich laten horen, bekritiseren het Angelsaksische linguïstisch imperialisme. 55 In Nederland heerst een situatie die vergelijkbaar is met de algemene situatie in Europa. Nederlandse wetenschappers neigen tot het gebruik van het Engels en hebben meestal geen bezwaar tegen het feit dat de wetenschappelijke communicatie in het Engels verloopt. Toch zijn er bepaalde zorgen die de beïnvloeding van het Nederlands door de Engelse taal en het statusverlies van het Nederlands als taal van de wetenschap en als instructietaal in het hoger onderwijs betreffen. Op deze problematiek wordt ingegaan in 52 W3Techs, Word Wide Web Technology Surveys, heeft de meest bezochte webpagina s onderzocht en de resultaten in april 2013 bekend gemaakt. Het Engels wordt vervolgens gevolgd door het Russisch (6,1%), het Duits (6,0%), het Japans (4,9%) en het Spaans (4,5%). 53 Zie: 29/01/2014, 18:27 54 European Science Foundation is een internationale organisatie die onderzoeksprojecten in Europese landen coördineert en in Straatsburg is gevestigd. 55 LOMBAERDE, J. de. Convergentie in het Wereldtalenstelsel. Universiteit Antwerpen, 2008, p

31 het volgende punt Onderwijs De aantrekkelijkheid van een taal wordt mede beïnvloed door de mate waarin de taal bestudeerd wordt. Zoals eerder vermeld, houden potentiële leerders rekening met het aantal sprekers dat de taal als vreemde taal beheerst. Deze demografische kant van de zaak werd al in hoofdstuk 4.1 behandeld. Verder is ook de positie van de taal met betrekking tot het onderwijs in het land waar de taal wordt gesproken, van belang. Ten eerste is er sprake van de taal als instructietaal in het onderwijs en ten tweede wordt de bestudering van de taal zelf bedoeld. Hiertoe behoren wetenschappelijke gebieden die zich met de betreffende taal bezighouden zoals taalkunde of letterkunde. Het Nederlands is zowel in Vlaanderen als in Nederland de executieve taal in het primair en secundair onderwijs. Toch is de praktijk soms tweetalig. Hoewel er in Vlaanderen wettelijk is vastgelegd dat het Nederlands de instructietaal is, komen er verschillende uitzonderingen voor. In Nederland is het Nederlands ook de instructietaal. We komen er soortgelijke uitzonderingen tegen als in Vlaanderen, maar in nog sterkere mate dan bij hun zuiderburen. De uitzonderingen worden vaak gevormd door internationale scholen. Daarnaast zijn er in Nederland ook enkele tientallen tweetalige scholen (Nederlands-Engels) en het OALT (Onderwijs in Allochtone Levende Talen) en in Vlaanderen het OETC (Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur). In Nederland mag de status van het Fries niet vergeten worden dat in Friesland ook als instructietaal functioneert. 56 In het algemeen is echter duidelijk dat de positie van het Nederlands in het primair en secundair onderwijs niet bedreigd wordt. In het hoger onderwijs is het Nederlands ook de instructietaal en de taal van examens, maar de situatie is hier ingewikkelder. De positie van het Engels als middel van instructie is sterk toegenomen. Dat wordt door de globalisering van het hoger onderwijs veroorzaakt. Zo wordt de mobiliteit van internationale studenten bevorderd. Universiteiten en hogescholen willen internationale aandacht op zich vestigen om docenten, onderzoekers en studenten vanuit de hele wereld aan te trekken. De 56 SMEETS, R. Naar een samenhangend taalbeleid voor het Nederlands vanuit Europees perspectief. Nederlandse Taalunie: Den Haag, 2001, p

32 Nederlandse universiteiten en hogescholen bevorderen bijvoorbeeld de internationalisering van het hoger onderwijs met behulp van Nuffic 57. Het Engels als voertaal voor wetenschappelijke communicatie wordt op een pragmatische grondslag gekozen. De studenten zelf hebben een positieve houding tegenover het gebruik van het Engels, zoals uit volgend citaat van Nuffic blijkt: Dutch students are becoming also accustomed to speaking English and most will switch to English any time there is a foreign student in their project group, even if that student learned to speak some Dutch before coming to the Netherlands. 58 In Vlaanderen ligt de situatie een beetje anders. Hoewel er postdoctorale opleidingen zijn die compleet in het Engels of in het Frans worden gegeven, gebruiken hogescholen maar zeer weinig een andere taal dan het Nederlands als instructietaal. De positie van het Engels in het hoger onderwijs wordt echter niet alleen positief waargenomen. Volgens de Nederlandse Taalunie moet de bachelorfase in het Nederlands verlopen. De masterfase wordt al pragmatischer bekeken, daar kan de instructietaal al een andere taal dan het Nederlands zijn. 59 Het laatste gebied binnen het onderwijs is de bestudering van de taal zelf. Op dit gebied scoort het Nederlands heel goed. Dankzij een lange traditie van taalkundige bestudering is het Nederlands één van de best beschreven talen ter wereld. Met betrekking tot het leren van het Nederlands staan er meerdere woordenboeken, grammaticaboeken en lesmaterialen ter beschikking. Bovendien houden veel organisaties zich bezig met de verbreiding en bestudering van het Nederlands, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse Taalunie en de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) Nuffic is de Nederlandse organisatie voor internationalisering in het hoger onderwijs. 58 Zie: 10/02/2014, 14:34 59 SMEETS, R. Naar een samenhangend taalbeleid voor het Nederlands vanuit Europees perspectief. Nederlandse Taalunie: Den Haag, 2001, p De Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) is de in 1970 opgerichte belangenvereniging voor docenten Nederlands. De vereniging wordt financieel ondersteund door de Nederlandse Taalunie en biedt een hulp voor de studie neerlandistiek aan universiteiten en hogescholen over de hele wereld. 32

33 5. Neerlandistiek in Tsjechië De motivatiefactoren moeten tevens vanuit een praktische invalshoek geanalyseerd worden. Eén van de belangrijkste motivatiefactoren is namelijk van praktische aard. Leerders kunnen een taal kiezen om te gaan leren als ze de mogelijkheid ertoe hebben. De mogelijkheden om Nederlands te gaan studeren oefenen dus een beduidende invloed uit op de taalkeuze van de Tsjechische studenten. Dit hoofdstuk zal daarom de neerlandistiek in Tsjechië onder de loep nemen. Hoewel neerlandistiek door Tsjechen vaak als een exotisch studievak binnen de Tsjechische, vroeger nog Tsjecho-Slowaakse, grenzen wordt beschouwd, kent ze in Tsjechië een lange geschiedenis. De extramurale neerlandistiek in Tsjechië en Slowakije behoort tot de oudste loten aan de neerlandistische stam. 61 Tegenwoordig is het mogelijk om op drie plaatsen Nederlands te studeren, namelijk aan de Karelsuniversiteit te Praag, de Palacký Universiteit te Olomouc en aan de Masaryk Universiteit te Brno. In Slowakije bestaan er nog twee afdelingen neerlandistiek, namelijk aan de Comeniusuniversiteit te Bratislava en de Katholieke Universiteit te Rožumberok. 5.1 Kort historisch overzicht Historisch gezien gaat de neerlandistiek terug tot de stichting van een lectoraat in Praag. Dit werd in 1918 gesticht aan de Technische Universiteit te Praag. Sinds het einde van de jaren vijftig waren er twee vakgroepen neerlandistiek in Tsjecho-Slowakije, namelijk de vakgroep te Praag en het lectoraat te Brno. De lectoraten in Bratislava en Olomouc bestonden weliswaar formeel, maar om politieke redenen waren ze niet bezet. Zo bleef de situatie tot aan de Fluwelen Revolutie in In 1990 kwam daar verandering in. De neerlandistiek in Tsjecho-Slowakije kreeg eindelijk de kans om zich te ontwikkelen. In dit deel worden de ontwikkeling van de afzonderlijke afdelingen en de huidige 61 ENGELBRECHT, W. 'Een beknopt overzicht van de geschiedenis van de Neerlandistiek in Tsjechië en Slowakije tot aan de Fluwelen Revolutie'. In: Acta Universitatis Palackianae Olomucensis, Facultas Philosophica, Philologica 96, Neerlandica 3, 2008a, p

34 situatie van de Tsjechische neerlandistiek besproken Neerlandistiek in Praag De beginselen van de neerlandistiek in Tsjecho-Slowakije zijn verbonden met de naam František Kalda 62. In 1921 begon hij Nederlands te doceren als bijvak op de vakgroep Germanistiek. In 1927 werd hij tot hoogleraar germanistiek benoemd aan de Comeniusuniversiteit te Bratislava waarmee ook de Slowaakse neerlandistiek opgericht werd. 63 Tot aan de Tweede Wereldoorlog werd het Nederlands aan de Karelsuniversiteit als bijvak gedoceerd onder de vakgroep Germanistiek en Anglistiek. De situatie begon pas na de oorlog te veranderen dankzij Přemysl Janota 64. Hij speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de Tsjechische neerlandistiek in de communistische tijden. In de jaren vijftig ging ook Olga Krijtová 65 aan de slag. Zij behoort tot de beroemdste Tsjechische neerlandici. Ze leverde een aanzienlijke bijdrage aan de translatologische scene tussen het Tsjechisch en het Nederlands en dankzij haar literaire vertalingen werd ze ook bij een breder publiek bekend. In samenwerking met Janota maakte ze van de neerlandistiek een echte afdeling onder de vakgroep Germanistiek waar Nederlands als hoofdvak werd gedoceerd in het kader van een masterstudieprogramma. Tijdens het communisme, dat na de inval van de Warschaupact-troepen in 1968 het land in zijn greep hield, kon de Praagse Neerlandistiek wel blijven functioneren, maar de studiereizen naar het buitenland bijvoorbeeld waren beperkt. Na de Fluwelen Revolutie in 1989 kon de Tsjechische neerlandistiek zich weer verder ontwikkelen. In Praag was naast Krijtová en Janota ook Zdenka Hrnčířová werkzaam. Zij leidt er tegenwoordig de afdeling Neerlandistiek en heeft samen met František 62 Prof. dr. František Kalda ( ) studeerde klassieke filologie en germanistiek. Hij was grammaticus en de eerste professor in de Nederlandse taal in Tsjecho-Slowakije. 63 HUDEčKOVá, P. Een beknopte wetenschappelijke geschiedenis van de Tsjechische en Slowaakse Neerlandistiek. Olomouc, 2009, p Prof. PhDr. Přemysl Janota, CSc., ( ) was een Tsjechisch hoogleraar fonetiek en neerlandicus. Hij studeerde fonetiek en algemene taalwetenschap aan de Karelsuniversiteit te Praag. 65 Doc. PhDr. Olga Krijtová ( ) was een Tsjechisch vertaalster en neerlandica. Ze studeerde Engels en Nederlands aan de Karelsuniversiteit te Praag en was er later ook werkzaam als hoogleraar. Zij werd vooral bekend door haar vertalingen van Nederlandstalige auteurs in het Tsjechisch, omdat ze werken vertaalde van onder meer Harry Mulisch, Hugo Claus en Van den Vondel. 34

35 Čermák een vertaalwoordenboek Nederlands-Tsjechisch uitgegeven Neerlandistiek in Olomouc De afdeling Neerlandistiek in Olomouc is relatief jong. Hoewel er onder de Jezuïeten, die de Palacký Universiteit in 1573 stichtten, een dozijn Nederlandstaligen 66 werkte, zou het tot na de Tweede Wereldoorlog duren, alvorens er Nederlands geleerd kon worden. De Neerlandistiek in Olomouc werd in 1946 opgericht door Aimé van Santen die naast zijn studie slavistiek een cursus Nederlands voor belangstellenden begon te geven. Dit werd door de komst van de communisten in 1948 beëindigd. Tijdens de communistische overheersing was het lectoraat, zoals al in de inleiding van dit hoofdstuk werd geschreven, formeel niet bezet. De Fluwelen Revolutie had tot gevolg dat de Tsjecho-Slowaakse neerlandistiek een nieuwe impuls zou krijgen. Van 1990 tot 1991 verbleef Wilken Engelbrecht 67 in het kader van zijn postgraduale onderzoek in Tsjecho-Slowakije. Hiervan maakten de germanisten in Bratislava en Olomouc gebruik om de neerlandistiek weer op poten te zetten. Vanuit een cursus Nederlands voor belangstellenden ontwikkelde zich een volwassen vrij-bijvakstudie. In 1994 werd een officiële driejarige baccalaureaatsstudie ingericht, waarmee Olomouc na Praag de tweede universiteit in Tsjechië werd waar Nederlands als een officieel examenvak werd aangeboden. 68 De neerlandistiek in Olomouc koos voor een praktisch filologisch profiel met de nadruk op vertalen en tolken. In 1997 werd de eerste volwaardige masterstudierichting Nederlandse Filologie geopend. Dankzij de snelle groei van de vakgroep en belangstelling voor het Nederlands 66 Onder de Nederlandstaligen die aan de Palacký Universiteit werkzaam waren, bevonden ook de achtste en negentiende rector zich van deze universiteit, namelijk Jan Decker uit Hoensbroek en Eustachius Remigius uit Leiden. 67 Prof. dr. Wilken Willem Karel Hugo Engelbrecht, cand. litt., (*1962) is een Nederlands hoogleraar Theorie van Letterkunde, Nederlands en Middeleeuws Latijn. Hij is werkzaam als hoofd van de Neerlandistiek aan de Palacký Universiteit te Olomouc in Tsjechië. Sinds 2013 werkt hij tevens als hoofd van de Neerlandistiek aan de Katholieke Universiteit van Lublin Johannes Paulus II in Polen. Verder is hij de voorzitter van de vereniging voor Neerlandistiek in Midden- en Oost-Europa Comenius. 68 ENGELBRECHT, W. Nederlands te Olomouc in een breder perspectief. In: DECLOEDT, L. R. G.; ENGELBRECHT, W. W. K. H (red.). Didactiek van de Nederlandse Taal en Cultuur in Midden- en Oost- Europa. Olomouc: Uitgeverij van de Palacký Universiteit p

36 werd op 5 september 2003 de leerstoel voor neerlandistiek officieel geopend. 69 Zo maakte Wilken Engelbrecht zich niet alleen verdienstelijk voor de opbouw van de Neerlandistiek aan de Palacký Universiteit te Olomouc, maar tevens voor de ontwikkeling van de extramurale neerlandistiek in Centraal-Europa Neerlandistiek in Brno De beide Moravische vakgroepen neerlandistiek begonnen zich in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog geleidelijk te ontwikkelen. De eerste impuls van de neerlandistiek in Brno werd al door germanist en mediëvist Leopold Zatočil 70 gegeven die zich bezighield met het Middelnederlands. In vergelijking met Praag en Bratislava had de vakgroep echter lange tijd geen echt wetenschappelijk profiel. In 1955 kon het Nederlands in het kader van een studierichting geleerd worden. Dat gold echter slechts voor één generatie studenten. Daarna werd het Nederlands weer als bijvak gedoceerd. In de jaren zeventig begonnen Josef Skopal en Ema Máčelová-Van den Broecke met het schrijven van een vertaalwoordenboek Tsjechisch-Nederlands. Het woordenboek verscheen in 1989 en in 2007 kwam er een volledige uitgave op de markt. Op die manier hadden ze dus zowel de ontwikkeling van de Neerlandistiek te Brno, als de Tsjechische neerlandistiek in het algemeen gestimuleerd. In 1997 ontwikkelde het Nederlands zich tot een volwaardige studie binnen het Instituut voor Germanistiek. 5.2 Huidige situatie Het lot van de drie vakgroepen zag er zeer verschillend uit. Vandaag de dag kunnen Tsjechische studenten Nederlands nog steeds kiezen uit drie mogelijkheden waar Nederlands als hoofdvak gestudeerd kan worden, namelijk aan de eerder genoemde Karelsuniversiteit te Praag, aan de Palacký Universiteit te Olomouc en aan de Masaryk Universiteit te Brno. Deze universiteiten bieden verschillende studierichtingen aan. De Neerlandistiek aan de 69 ENGELBRECHT, W. 'De ontwikkeling van de neerlandistiek in Olomouc na 1991'. In: Acta Universitatis Palackianae Olomucensis, Facultas Philosophica, Philologica 96, Neerlandica 3, 2008b, p Prof. PhDr. Leopold Zatočil, DrSc., ( ) was een Tsjechisch hoogleraar aan de vakgroep Germanistiek aan de Masaryk Universiteit te Brno. Hij studeerde germanistiek en slavistiek in Brno. 36

37 Karelsuniversiteit te Praag is traditioneel linguïstisch gericht. Sinds 2009 kunnen studenten kiezen tussen de eenvakstudie Nederlandse taal en literatuur en de tweevakstudie Nederlandse taal en literatuur in combinatie met een ander hoofdvak in het kader van de bachelorstudie. Masterstudenten hebben dan de mogelijkheid om het studieprogramma Nederlandse taal en literatuur te volgen. Er worden elke twee jaar nieuwe studenten aangenomen. 71 In tegenstelling tot de Karelsuniversiteit opent de Palacký Universiteit de studie Nederlands elk jaar en er worden meer studieprogramma s aangeboden, namelijk de eenvakstudies Praktische Nederlandse Filologie (Zakelijk Nederlands) 72 en Nederlandse taal, literatuur en cultuur in de Midden-Europese context, het Joint Programma Dutch Language, Literature and Culture in a Central European Context (DCC) waarop er later nog wordt ingegaan, en de tweevakstudie Praktische Nederlandse Filologie (Nederlandse Filologie) in combinatie met een ander hoofdvak, zoals een andere vreemde taal, geschiedenis of judaïstiek. Tot de masterprogramma s behoren de eenvakstudie Praktische Nederlandse Filologie en de tweevakstudie Nederlandse Filologie. 73 De vakgroep Neerlandistiek in Olomouc is de grootste vakgroep in Tsjechië en telt tegenwoordig 125 studenten. Ten slotte komt de Neerlandistiek in Brno aan bod. Aan de Masaryk Universiteit te Brno wordt de eenvak- en tweevakstudie Nederlandse taal en literatuur aangeboden, zowel voor bachelor- als masterstudenten. Verder kunnen de studenten ook voor de eenvakstudie DCC kiezen. Aan de Masaryk Universiteit te Brno wordt de studie Nederlands elke twee jaar geopend. 74 Het Joint Programma DCC omvat een driejarige eenvakstudie waaraan zes Midden- Europese universiteiten deelnemen, namelijk de Universiteit van Wenen, de Palacký Universiteit te Olomouc, de Masaryk Universiteit te Brno, de Komenský Universiteit te Bratislava, de Universiteit van Wrocław en de Universiteit van Debrecen. Dit interdisciplinaire studieprogramma is gericht op de studie Nederlands in de Midden- 71 Zie: 17/03/2014, 20:07 72 De studierichting Praktische Nederlandse Filologie (Zakelijk Nederlands) houdt de studie Nederlands en economie in. Het is een praktisch gerichte eenvakstudie die studenten voorbereidt op het werk in de bedrijfssfeer. 73 Zie: 17/03/2014, 20:25 74 Zie: 17/03/2014, 20:36 37

38 Europese context. Met behulp van onder andere e-learning wordt er aandacht besteed aan de taalkunde, literatuur en cultuur. 75 Verder kunnen Tsjechische studenten Nederlands gebruik maken van verschillende uitwisselingsprogramma s, zoals Erasmus en CEEPUS 76. Daarnaast kunnen ze zich aanmelden voor twee zomercursussen Nederlandse taal en cultuur georganiseerd door de Nederlandse Taalunie en de Comenius-zomercursus. In Tsjechië wordt aandacht besteed aan samenwerking die plaatsvindt binnen verschillende verenigingen die zich met de extramurale neerlandistiek bezighouden, zoals bijvoorbeeld Comenius 77, de vereniging voor neerlandistiek in Midden- en Oost-Europa, en ONETS, Overleg Neerlandici van Tsjechië en Slowakije. In het algemeen groeit en bloeit de internationale neerlandistiek. De samenwerking wordt steeds verbeterd en gestimuleerd. Zo kunnen studenten Nederlands van aantrekkelijke mogelijkheden gebruik maken die in het kader van verschillende projecten worden aangeboden en ertoe bijdragen dat er steeds meer studenten zijn die voor het Nederlands kiezen. 78 De perspectieven voor de internationale neerlandistiek in de 21 ste eeuw zien er dus hoopvol uit en ook de neerlandici zelf staan positief tegenover de ontwikkeling: Er is dus niet alleen sprake van een kwantitatieve groei; ook kwalitatief zit de extramurale neerlandistiek in de lift en kan zij zich inmiddels zonder schaamte beschouwen als de evenknie van haar intramurale zuster Zie: 17/03/2014, 20:52 76 CEEPUS staat voor Central European Exchange Program for University Studies. Het is een uitwisselingsprogramma binnen Centraal-Europa, vergelijkbaar met Erasmus, maar met één groot verschil: de beurzen worden financieel gesteund door de landen zelf. 77 Comenius is een vereniging voor Neerlandistiek in Midden- en Oost-Europa die in 1995 opgericht en in 1999 heropgericht werd. Comenius stelt zich ten take de taal, literatuur en de cultuur van Nederland en Vlaanderen te verspreiden in Midden- en Oost-Europa. 78 Zie: _term=dso&utm_content=article&utm_campaign=seeding; 18/04/2014, 17:42 79 Internationale Vereniging voor Neerlandistiek: Perspectieven voor de internationale neerlandistiek in de 21 ste eeuw. Münster: Nodus-Publ., 2001, p

39 Indien de Tsjechische studenten voor het studeren van het Nederlands kiezen, kunnen ze op voldoende steun rekenen. Het is immers duidelijk dat de studie Nederlands in Tsjechië wordt gestimuleerd en voor belangstellenden ter beschikking staat. Hiermee wordt tevens aan een belangrijke voorwaarde voor de keuze om een taal te leren voldaan, namelijk aan de beschikbaarheid van de studie van een taal Zie hoofdstuk 3.2 p

40 6. Onderzoek naar de motivatie om Nederlands te gaan studeren Na de voorafgaande analyse van mogelijke motivatiefactoren die Tsjechische studenten zouden kunnen stimuleren om Nederlands te gaan studeren, kunnen we naar het praktische onderzoek overstappen, dat gericht wordt op de werkelijke motivatie om Nederlands te gaan studeren. 6.1 Doel van het onderzoek Deze scriptie heeft zich ten doel gesteld de motivatiefactoren in kaart te brengen die ertoe bijdragen dat Tsjechische studenten Nederlands gaan studeren. In het kader van het theoretische deel werden elementaire motivatietheorieën voor het leren van een vreemde taal behandeld. Vervolgens kwam de Q-waarde aan bod. De Q-waarde helpt ons de aantrekkelijkheid van een taal te beschrijven. Met deze indicator hangt ook de status van een taal samen. De status van het Nederlands wordt op demografisch, economisch, politiek en cultureel vlak besproken. Hierbij sluit het hoofdstuk over de Tsjechische neerlandistiek aan. In het praktische onderzoek proberen we de motivatie van de Tsjechische studenten op te sporen. Mijn volledige onderzoek concentreert zich op de volgende hoofdvraag: Wat zijn de motivatiefactoren van Tsjechische studenten om Nederlands te gaan studeren? Deze vraag houdt drie onderdelen in waarop in het praktische deel antwoorden worden gezocht: 1. Waarom hebben de studenten voor het studeren van het Nederlands gekozen? 2. Wat verwachten zij van die studie? 3. Welke plannen hebben zij met het Nederlands in de toekomst? 40

41 De hoofdvraag zal met behulp van zowel huidige studenten Nederlands als afgestudeerde neerlandici beantwoord worden. Wat de verwachtingen en de toekomstige plannen betreft, heb ik de respondenten in twee groepen ingedeeld die differente vragen hebben gekregen. Voor de afgestudeerden zijn de vragen als volgt geformuleerd: 1. Waarom hadden de studenten voor het studeren van het Nederlands gekozen? 2. Wat hadden zij van die studie verwacht? 3. Heeft de studie Nederlands aan hun verwachtingen voldaan? In het algemeen betreft het praktische onderzoek dus twee onderwerpen, namelijk de motivatie en de verwachtingen van Tsjechische studenten Nederlands. Aan het begin van deze scriptie worden reeds verschillende motivatiefactoren theoretisch behandeld. Voor het praktische deel zullen we van de theorie van Gardner & Lambert 81 uitgaan. Ook de Self-Determination Theory van Deci & Ryan 82 kan hierop van toepassing zijn. Verder is het onderzoek gebaseerd op de voorafgaande analyse van de status van het Nederlands. Motivatie is nauw verbonden met verwachtingen die we van desbetreffende activiteit hebben. Indien we verwachten dat de activiteit ons een voordeel opbrengt, zijn we meer gemotiveerd dan in het omgekeerde geval. Verwachtingen kunnen dus vanuit het oogpunt van motivatiefactoren beoordeeld worden, omdat ze berusten op basisfactoren die op de motivatie invloed hebben en tot het handelen leiden, zoals overtuigingen, attitudes en intenties 83. In verband met de studie Nederlands kunnen overtuigingen de informatie illustreren waarover de studenten beschikken, bijvoorbeeld informatie over de studie en over beroepskansen. Attitudes omvatten beoordelingen ten opzichte van de taal en intenties veroorzaken het handelen zelf, in dit geval het studeren van het Nederlands. Tot intenties kunnen de in deze scriptie beschreven redenen voor het studeren van het Nederlands geteld worden. Intenties gaan dus hand in hand met de werkelijke motivatie. Ten slotte zal ik aan de hand van het uitgevoerde onderzoek de bovenstaande vragen 81 Zie hoofdstuk 2.3 p Zie hoofdstuk 2.3 p Zie hoofdstuk 2.1 p

42 beantwoorden en beslissen of mijn hypothese bevestigd of weerlegd wordt Hypothese Het eerste deel van het onderzoek focust op de motivatie. Op grond van de voorafgaande analyse veronderstel ik dat de instrumentele motivatiefactoren in het algemeen zullen overheersen. Dat betekent dat de Tsjechische studenten voor de studie Nederlands hebben gekozen omwille van praktische redenen, zoals betere perspectieven op de arbeidsmarkt. De integratieve motivatiefactoren zullen ook een grote rol spelen bij de keuze voor het studeren van het Nederlands, omdat de studenten vaak een emotionele reden hebben om aan deze taal te beginnen, zoals belangstelling voor de Nederlandse of Vlaamse cultuur en familie in Nederland of Vlaanderen. Mijns inziens zijn voor de studenten echter vooral de socio-economische redenen, namelijk hun beroepskansen, van belang bij de keuze van hun studie. Volgens de Self-Determination Theory gaat het om de extrinsieke motivatie waarvan de externe regulatie de grootste impact zou hebben. In het algemeen wordt echter de intrinsieke motivatie als de grootste motivator beschouwd, en dat niet alleen bij de taalverwerving, maar ook bij het menselijke handelen. Om die reden verwacht ik dat er veel respondenten voor het studeren van het Nederlands hebben gekozen vanwege hun belangstelling voor de landen waarin de taal wordt gesproken. Verder zal het onderzoek zich toespitsen op de status van het Nederlands die de Tsjechische studenten het meest waarderen en waarop ze zich richten. In de enquête vullen de studenten in welk aspect van de in hoofdstuk 4 genoemde demografische, economische, politieke en culturele kant van de status ze het meest in aanmerking hebben genomen bij de keuze van de studie. Daaraan wordt nog de beschikbaarheid van de taalstudie toegevoegd die ertoe zou kunnen doen. Naar mijn mening hebben ze hoofdzakelijk op het economische aspect van de taal gelet. Het gebruik van de taal in het toekomstige beroep zal dus weerspiegeld worden in de keuze. Verder vermoed ik dat ze ook het culturele aspect van de taal in aanmerking hebben genomen. In het algemeen neem ik aan dat de motivatiefactoren van de huidige studenten niet zo veel zullen afwijken van die van de afgestudeerde neerlandici. In het tweede deel van het onderzoek zal de kwestie van verwachtingen en toekomstig 42

43 beroep besproken worden. De verwachtingen zullen volgens mij zowel extrinsiek als intrinsiek gericht zijn. Ik verwacht dat de meeste studenten Nederlands van plan zijn zich in de toekomst bezig te houden met het Nederlands. De meerderheid zal in de toekomst een beroep kiezen in de bedrijfssfeer. De afgestudeerde neerlandici zullen apart behandeld worden. Mijns inziens zijn de verwachtingen van de afgestudeerden wel uitgekomen, maar ik ben er niet zeker van of de meerderheid van de toenmalige studenten zich met het Nederlands bezighoudt op het werk. Daarenboven denk ik dat ze momenteel voornamelijk in de bedrijfssfeer werken. 6.2 Aanpak van het onderzoek Aangezien mijn onderzoek de motivatie van studenten behandelt, ligt het uitvoeren van een praktisch onderzoek voor de hand. In de volgende punten zullen de afzonderlijke onderdelen van het onderzoek beschreven worden Onderzoeksmethode Als geschikte onderzoeksmethode heb ik enquêtes uitgekozen. Met behulp van vragenlijsten kan namelijk een groot aantal personen gevraagd worden naar hun meningen, preferenties of naar hun motivatie. In het kader van mijn onderzoek gaat het om een groep studenten Nederlands en afgestudeerde neerlandici. De enquêtes werden op basis van mijn hypothese samengesteld. Vervolgens heb ik online enquêtes gecreëerd. De mogelijkheid om de enquêtes elektronisch in te vullen brengt veel voordelen met zich mee, zoals een grote schaal aan functies om het invullen gemakkelijker te maken voor respondenten. Het gaat om een moderne manier van gegevens verzamelen. Om de enquêtes te verspreiden en te laten invullen heb ik de website survio.com gebruikt. Deze website biedt namelijk een omvangrijk pakket vragen die door respondenten op verschillende manieren ingevuld kunnen worden. Zo kon ik bijvoorbeeld de preferenties van de respondenten ontdekken, omdat de respondenten de aangeboden antwoorden moesten rangschikken. Zoals al in hoofdstuk 5 over de Tsjechische neerlandistiek werd vermeld, kan men in Tsjechië op drie plaatsen Nederlands studeren, namelijk aan de Karelsuniversiteit te Praag, de Palacký Universiteit te Olomouc en aan de Masaryk Universiteit te Brno. Om de motivatie van de Tsjechische studenten volledig in kaart te kunnen brengen, heb ik 43

44 alle drie de universiteiten gecontacteerd om de enquêtes door te sturen naar zowel de studenten als de afgestudeerden. Ik moet zeggen dat de medewerkers van de universiteiten werkelijk hulpvaardig waren. De verkregen antwoorden zullen in de vorm van diagrammen en staafdiagrammen verwerkt worden. Deze zullen vervolgens beschreven en geanalyseerd worden. Aan de hand van de analyse zal mijn hypothese bevestigd of weerlegd worden wat met aanvullende informatie en een mogelijke verklaring toegelicht zal worden Vragenlijst Het onderzoek bestaat uit twee delen die met twee vragenlijsten corresponderen. Eén vragenlijst 84 is voor de studenten bedoeld, de tweede 85 voor de afgestudeerden. De vragenlijst voor de studenten telt tien vragen, terwijl die voor de afgestudeerden er elf heeft. De vragenlijsten bestaan uit gesloten vragen waar vaak ruimte is om antwoorden aan te vullen. De eerste vijf vragen behandelen praktische gegevens, zoals geslacht, leeftijd, universiteit, studierichting en jaar van de studie. Verder richten de enquêtes zich op de motivatie van de studenten en de afgestudeerden om Nederlands te gaan studeren. Dit onderdeel is voor beide vragenlijsten identiek. Vervolgens komen de verwachtingen aan bod. In dit deel van de enquêtes verschillen de vragen. Terwijl de studenten naar hun huidige verwachtingen en hun toekomstige beroep worden gevraagd, beantwoorden de afgestudeerden vragen die hun vroegere verwachtingen en hun huidige beroep bespreken Respondenten Uiteindelijk hebben 120 respondenten deelgenomen aan mijn onderzoek. Hoewel ik niet zo veel antwoorden had verwacht van de afgestudeerden, heb ik 68 responsen van de studenten en 52 van de afgestudeerden ontvangen. 84 Zie bijlage 2 p Zie bijlage 3 p

45 6.3 Resultaten van het onderzoek Om de doelgroep te kunnen identificeren, heb ik aan het begin van de enquête gevraagd naar geslacht, leeftijd, universiteit, studierichting en studiejaar. Zo ben ik erachter gekomen dat een overwegende meerderheid van de ondervraagden (84%) vrouwen zijn (zie figuur 7). Slechts 16 procent van de respondenten zijn mannen. Deze verhouding weerspiegelt ook de vertegenwoordiging van mannen in het taalonderwijs en humane wetenschappen in het algemeen. 86 Geslacht 16% 84% vrouwelijk mannelijk Figuur 7: Geslacht Verder heb ik naar de leeftijd gevraagd. De respondenten worden in twee groepen ingedeeld, namelijk de studenten en de afgestudeerde neerlandici, waarvan ook de leeftijdsschaal afhangt. Zo schommelt de leeftijd van de studenten gemiddeld rond 23 jaar en van de afgestudeerden rond 29 jaar. Van dit gegeven kunnen we gebruik maken in verband met de vergelijking van de motivatiefactoren en de verwachtingen. Indien ze veel van elkaar zullen afwijken, kunnen we op basis van de leeftijd namelijk bepalen, wanneer deze verandering heeft plaatsgevonden. 86 Zie: 14/04/2014, 23:48 45

46 Leeftijd 49% 51% jaar jaar Figuur 8: Leeftijd Het is van belang om te weten aan welke universiteit de respondenten studeren of gestudeerd hebben, aangezien de universiteiten verschillende studierichtingen aanbieden die vaak gespecialiseerd zijn. 87 Uit onderstaand diagram blijkt dat de meeste respondenten de Palacký Universiteit te Olomouc aanduiden als hun alma mater (zie figuur 9). Universiteit 11% 21% Karelsuniversiteit te Praag 68% Palacký Universiteit te Olomouc Masaryk Universiteit te Brno Figuur 9: Universiteit Volgens mijn hypothese speelt de combinatie met een andere vreemde taal een grote rol bij de keuze van de studie, daarom wordt in de vragenlijst aandacht besteed aan de studierichting. De meerderheid van de respondenten heeft Nederlands aangegeven als 87 Zie hoofdstuk 5.2 p

47 studierichting, 36 procent vulde Nederlands in combinatie met een ander vak in (zie figuur 10). In het algemeen verwacht ik dat het aspect van een goede combinatie in grotere mate in aanmerking werd genomen bij de studenten die tevens een andere vreemde taal studeren. Op deze veronderstelling zal in deze scriptie later nog ingegaan worden. Studierichting 36% 64% Nederlandse taal Nederlandse taal in combinatie met een ander vak Figuur 10: Studierichting Om erachter te komen welke combinatie met het Nederlands het meest voorkomt, bood de enquête ruimte om het tweede vak in te vullen. Zoals verwacht, wordt het meest een andere vreemde taal gecombineerd met het Nederlands. Tot de populairste vreemde talen behoren het Duits en het Engels (zie figuur 11). Dit feit is volgens mij niet verrassend, aangezien deze twee talen al in het basisonderwijs worden geleerd. 88 Op die manier beheersen de studenten één van de meest gebruikte vreemde talen in Tsjechië en voegen ze er nog een minder voorkomende vreemde taal aan toe, namelijk het Nederlands. Het Frans neemt de derde plaats in. Als de studenten belangstelling hebben voor België, is dat een bevorderlijke keuze. In België worden namelijk drie officiële talen gesproken: het Nederlands, het Frans en het Duits. Onder de gebruikelijke varianten duiken ook opvallende talen op, zoals het Chinees en het Japans. Verder combineren de Tsjechische studenten het Nederlands met andere studierichtingen waaronder economie en tolken en vertalen in combinatie met een 88 Zie: 09/04/2014, 16:25. 47

48 andere vreemde taal het meest vertegenwoordigd zijn. Tot andere studierichtingen behoren nog literatuur, geschiedenis of bijvoorbeeld judaïstiek. Hier zou het in hoofdstuk aangestipte Nederlands als bronnentaal een verklaring voor kunnen bieden. Vakken als geschiedenis en judaïstiek zijn vaak gebaseerd op het bestuderen van bronnen. De studenten hebben deze reden echter niet genoemd als één van de mogelijke motivatiefactoren. Het vak literatuur kan gekozen worden door studenten die zich in de toekomst willen bezighouden met het literaire vertalen. Vreemde talen Andere studierichting 1. Duits economie 2. Engels tolken en vertalen 3. Frans literatuur Figuur 11: Gecombineerde studierichting Tot slot van het informatieve deel van het onderzoek heb ik gevraagd naar het studiejaar bij de studenten en naar de afgeronde studie bij de afgestudeerde neerlandici. Deze gegevens zouden een rol kunnen spelen bij de verwachtingen en plannen met het Nederlands in de toekomst. Ik neem namelijk aan dat de eerstejaarsstudenten ervan overtuigd zijn dat ze zich in de toekomst zullen bezighouden met het Nederlands, terwijl sommige studenten in het derde jaar al vastbesloten kunnen zijn om hun tijd en energie in de toekomst liever te besteden aan iets anders. Aan het onderzoek hebben zowel bachelor- als masterstudenten deelgenomen. Zoals in onderstaand diagram te zien is, zijn alle studiejaren vertegenwoordigd (zie figuur 12). 48

49 Studiejaar 21% 14% eerstejaars bachelor 17% 27% tweedejaars bachelor 21% derdejaars bachelor eerstejaars master tweedejaars master Figuur 12: Studiejaar (studenten) De afgestudeerden werden gevraagd naar hun afgeronde studie Nederlands, zodat hun huidige werk, d.w.z. hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt, in kaart gebracht kan worden. Uit onderstaand diagram blijkt dat het aandeel mensen dat verder studeert, gelijkstaat aan het aandeel mensen dat na de bachelorstudie stopt met het studeren van het Nederlands (zie figuur 13). Dat kan beïnvloed worden door het feit dat het Nederlands vaak in combinatie met een ander vak wordt gekozen (zie figuur 10), waardoor de studenten in de masterfase alleen dat andere vak gaan studeren. Vaak gaan studenten na de bachelorstudie ook werken, omdat ze al voldoende taalkennis hebben voor het werkgebied waarin ze willen werken. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het Nederlands in de helft van de gevallen als praktische aanvulling wordt gebruikt om betere kansen op de arbeidsmarkt te hebben. 49

50 Afgeronde studie Nederlands 52% 48% bachelor master Figuur 13: Afgeronde studie Nederlands (afgestudeerden) Na de praktische vragen komen de hoofdvragen aan de orde. Het doel van mijn onderzoek is de motivatiefactoren om Nederlands te gaan studeren te analyseren en de verwachtingen ten opzichte van de studie te definiëren Motivatie De vragen betreffende de motivatie waren voor zowel de studenten als de afgestudeerden hetzelfde, aangezien het één groep respondenten betreft, namelijk de Tsjechen die Nederlands gingen studeren. Bovendien biedt de uniformiteit van de vragen ook de mogelijkheid om de verkregen resultaten met elkaar te vergelijken, waardoor er vastgesteld kan worden of de motivatiefactoren door de tijd heen zijn veranderd. Naar mijn verwachting lijken de motivatiefactoren op elkaar, er is zelfs sprake van bijna identieke resultaten wat de preferenties in het algemeen betreft. 89 Hieruit blijkt dus dat de motivatiefactoren niet sterk veranderen. We moeten echter beseffen dat hier maar twee generaties besproken worden. De leeftijd van de respondenten ligt namelijk tussen 19 en 40 jaar. De eerste hoofdvraag werd gewijd aan de algemene motivatie. De respondenten moesten de onderstaande redenen rangschikken naar hun preferenties (zie figuur 14). Op die manier kan er bepaald worden welke prioriteiten ze bij de taalkeuze hadden, 89 Zie bijlage 4 p

51 waarmee ook de motivatie om Nederlands te gaan studeren gedefinieerd kan worden. Om welke reden heeft u voor de studie Nederlands gekozen? de taal zelf 5,1 de landen waarin de taal wordt gesproken 4,71 familie of vrienden in Nederland of Vlaanderen 3,3 betere kansen op de arbeidsmarkt 4,39 goede combinatie met een andere vreemde taal 4,03 een andere reden Figuur 14: Motivatiefactoren voor de studie Nederlands 1 preferentie Staafdiagram 14 toont aan dat de respondenten de studie Nederlands het meest hebben gekozen vanwege de taal zelf. Hoewel het een logische veronderstelling lijkt te zijn, vind ik het nochtans verrassend dat dit aspect de hoofdreden was. We moeten namelijk beseffen dat de meeste studenten van onderaan beginnen met de taal. In vergelijking met de traditionele talen, zoals het Duits of het Engels, waar er bij het toelatingsexamen al rekening wordt gehouden met een goede kennis van de taal, wordt er bij de studie Nederlands geen voorkennis vereist. Op de eerste dag van hun studie kennen de meeste studenten dus maar een paar groetfomules. Daarom had ik dit resultaat niet verwacht. Aan de andere kant zijn de studenten zich ervan bewust welke taal ze gaan leren. Dat betekent dat ze op één of andere manier al in contact zijn gekomen met de taal. Bovendien is deze reden in het algemeen het meest voor de hand liggende antwoord. De tweede reden waarom Tsjechen Nederlands gaan studeren zijn de landen waarin de taal wordt gesproken. In deze gevallen hadden de studenten vermoedelijk Nederland of Vlaanderen bezocht, waardoor ze besloten om de officiële taal van deze landen te leren. 51

52 Tot de gelegenheden om daar naartoe te gaan behoort niet alleen toerisme, maar ook verschillende uitwisselingsprogramma s en actieve stedenbanden tussen Tsjechische steden enerzijds en Nederlandse of Vlaamse anderzijds. Als een praktisch voorbeeld kan het Slovanské gymnázium 90 te Olomouc aangestipt worden. Dit gymnasium organiseert in het kader van het partnerschap met het Christelijk Lyceum Veenendaal regelmatig een uitwisseling van leerlingen. 91 Zo krijgen de leerlingen de mogelijkheid om het land beter te leren kennen wat later tot het studeren van het Nederlands kan leiden. Op de derde plaats vinden we een reden van praktische aard, namelijk betere kansen op de arbeidsmarkt. De economische status van het Nederlands heeft in Tsjechië, zoals al eerder werd behandeld, een sterke positie. 92 Nederland is één van de grootste handelspartners van Tsjechië. Op de Tsjechische markt zijn grote bedrijven actief in de sector voor detailhandel (supermarkten), de financiële sector en de sector voor technologie. Ook Vlaamse bedrijven vestigen zich in de Tsjechische republiek. Bovendien worden aan de studenten al tijdens hun studie verschillende vacatures en stages aangeboden. 93 Aan de Palacký Universiteit is het voor economisch gerichte studenten Nederlands zelfs verplicht om een stage te lopen. Er worden ook buitenlandse stages in Nederland of Vlaanderen aangeboden door de vakgroep Neerlandistiek. Zo kunnen de studenten werkervaring opdoen bij bedrijven zoals Toyota of Pittsburgh Corning Europe. Vervolgens wordt een goede combinatie met een andere vreemde taal beschouwd als voordeel. Het meest komen de combinaties met het Duits, het Engels en het Frans voor. De reden daarvoor is duidelijk. Het Duits is een taal met een lange traditie in Tsjechië en het Engels is de meest geleerde taal in Europa wat ook de Q-waarden van de Swaan binnen Europa bevestigen. 94 Het Frans gezamenlijk leren met het Nederlands is bevorderlijk voor de Belgische omgeving. In het kader van deze vraag werd mijn veronderstelling bevestigd met betrekking tot het belang van deze reden voor studenten 90 Op het Slovanské gymnázium werd het Nederlands in de jaren negentig zelfs gedoceerd als facultatief vak. Dankzij de goede samenwerking besloot de directie van het gymnasium om Nederlands als keuzevak aan te bieden aan zijn leerlingen, zodat zij meer konden leren over de Nederlandse cultuur. 91 Zie: 05/04/2014, 17:17 92 Zie hoofdstuk 4.2 p Zie: 14/04/2014, 15:24 94 Zie hoofdstuk p

53 die Nederlands studeren in combinatie met een andere vreemde taal. Het onderzoek toont namelijk aan dat de studenten met twee hoofdvakken vaker hebben aangegeven dat dit aspect een belangrijke rol had gespeeld bij de keuze van hun studie. Bovendien hebben vooral de studenten Duits en Frans dat vermeld. Als volgende reden om aan het Nederlands te beginnen werden familie en vrienden in Nederland of Vlaanderen genoemd. Het gaat om een specifiek aspect dat uit de innerlijke motivatie voortvloeit. De resultaten zullen later geanalyseerd worden op basis van de indeling van de motivatiefactoren. De respondenten hadden de mogelijkheid om nog een andere reden in te vullen. In de antwoorden komt vaak terug dat het Nederlands een exotische taal is in de Tsjechische context. Verder wordt aan de redenen de combinatie met economie toegevoegd. Deze combinatie is echter alleen aan de Palacký Universiteit te Olomouc mogelijk. 95 Aan de hand van de resultaten kunnen we bepalen welke motivatiefactoren de keuze van de studie Nederlands het meest beïnvloeden. Zoals reeds beschreven, wordt er volgens Gardner & Lambert onderscheid gemaakt tussen integratieve en instrumentele motivatiefactoren. Op grond van deze indeling kunnen ook de hierboven besproken redenen verdeeld worden. De taal zelf, de landen waarin de taal wordt gesproken, en familie of vrienden vertegenwoordigen de integratieve motivatiefactoren. Betere kansen op de arbeidsmarkt en een goede combinatie met een andere vreemde taal behoren tot de instrumentele motivatiefactoren. Uit staafdiagram 14 blijkt dat de integratieve motivatiefactoren overheersen. Volgens de theorie van Gardner & Lambert zijn deze factoren gericht op het integreren van de leerders. Hieruit kunnen we dus afleiden dat voor de studenten het contact met de omgeving waarin de taal wordt gesproken, belangrijk is. Het zou ook kunnen betekenen dat sommigen van hen naar Nederland of Vlaanderen willen gaan om daar te leven en te werken. De instrumentele motivatiefactoren zijn echter ook van groot belang. Aangezien het om de beroepstoekomst van de studenten gaat, wordt het aspect van betere beroepskansen goed in aanmerking genomen bij de keuze van de studie. Dat zal in verband met de status van het Nederlands bevestigd worden. 95 Zie: 14/04/2014, 16:02 53

54 6.3.2 Status van het Nederlands Met betrekking tot de motivatiefactoren kunnen de verhoudingen met de Q-waarde en de status van het Nederlands getoond worden. Heeft u volgende punten in aanmerking genomen bij de keuze van uw studie? aantal sprekers van betreffende taal 27% 44% 17% 12% mogelijkheden op de arbeidsmarkt 3% 14% 49% 34% gebruik van de taal in internationale communicatie 4% 22% 48% 26% culturele aspecten van de taal (literatuur, media, wetenschap) 11% 31% 33% 25% beschikbaarheid van de studie van de taal 8% 21% 48% 23% nee, beslist niet nee, eerder niet ja, eerder wel ja, beslist Figuur 15: Status van het Nederlands Q-waarde en demografisch veld De Q-waarde en de demografische kant van de status van het Nederlands worden door het aantal sprekers van de taal bepaald. Op basis van dit feit werd er aan de respondenten gevraagd of zij het aantal sprekers Nederlands in aanmerking hadden genomen bij de keuze van hun studie. 54

55 Aantal sprekers van de betreffende taal 27% 44% 12% 17% ja, beslist ja, eerder wel nee, eerder niet nee, beslist niet Figuur 16: Aantal sprekers van de betreffende taal Uit diagram 16 blijkt dat het demografische aspect als het minst belangrijke aspect wordt beschouwd. 44 procent geeft aan dat ze het aantal sprekers eerder niet in aanmerking hebben genomen en 27 procent beweert zelfs dat ze daar helemaal geen rekening mee hebben gehouden. Op basis van deze resultaten kunnen we ons afvragen of de Q-waarde van groot belang is voor mensen die een minder voorkomende taal studeren. Indien de Q-waarden absoluut genomen zouden worden, zou iedereen Engels studeren. Uit de resultaten vloeit echter voort dat de studenten voor het Nederlands kiezen, omdat het juist minder geleerd wordt in Tsjechië. Enerzijds kan de geldigheid van de theorie dus betwijfeld worden voor het studeren van een minder gebruikelijke taal, anderzijds moet er gezegd worden dat de meeste studenten tevens Engels leren, omdat dat verwacht wordt en vaak noodzakelijk is om aan de eisen van de arbeidsmarkt te voldoen. Dit feit zou de theorie van De Swaan ondersteunen. Voor de demografische kant van de status van het Nederlands geldt dezelfde stelling, namelijk dat dit aspect niet echt in aanmerking wordt genomen door studenten die voor het studeren van het Nederlands hebben gekozen Economisch veld De resultaten van het onderzoek tonen aan dat de mogelijkheden op de arbeidsmarkt, die in de enquête het economische veld van de status van het Nederlands illustreren, het hoogst scoren. Dat betekent dat het economische aspect van de taal als het belangrijkste wordt ervaren. Uit hoofdstuk 4.2 weten we dat het Nederlands een goede economische 55

56 status heeft in Tsjechië. Om die reden hebben de respondenten de economische status van het Nederlands vermoedelijk het meest in aanmerking genomen bij de keuze van hun studie. Deze status verwijst naar de instrumentele motivatie om een taal te leren. De studenten hebben voor het studeren van het Nederlands gekozen, omdat zij er een bepaald nut in zagen. Nut staat hier voor een toekomstige beloning voor het leren van de betreffende taal, in dit geval betere beroepskansen. Hiermee wordt mijn hypothese bevestigd, maar we moeten beseffen dat de motivatiefactoren een combinatie zijn van zowel de instrumentele als de integratieve motivatie, aangezien de respondenten vooral integratieve redenen hebben aangegeven in de vorige vraag (zie figuur 14). Mogelijkheden op de arbeidsmarkt 3% 14% 49% 34% ja, beslist ja, eerder wel nee, eerder niet nee, beslist niet Figuur 17: Mogelijkheden op de arbeidsmarkt Politiek veld Het volgende aspect van de status is het politieke veld dat internationale communicatie omvat. Internationale communicatie verloopt in de meeste internationale organisaties niet in het Nederlands. 96 Op basis daarvan had ik verondersteld dat dit aspect een geringe rol speelt bij de keuze voor het studeren van het Nederlands. De resultaten tonen echter iets anders. In onderstaand diagram is te zien dat dit aspect in veel gevallen toch in aanmerking werd genomen. Het politieke veld wordt als derde criterium aangeduid bij de keuze van de studie wat volgens mij het opvallendste resultaat van het onderzoek is. 96 Zie hoofdstuk 4.3 p

57 Aangezien het Nederlands weinig invloed heeft op de internationale communicatie, neem ik aan dat de respondenten onder de term internationale communicatie contact tussen Tsjechië en Nederland of Vlaanderen hebben verstaan waar het Nederlands als communicatiemiddel wordt gebruikt. Gebruik van de taal in internationale communicatie 5% 21% 45% 29% ja, beslist ja, eerder wel nee, eerder niet nee, beslist niet Figuur 18: Gebruik van de taal in internationale communicatie Cultureel veld Het culturele veld van de status van een taal omvat literatuur, media, onderwijs en wetenschap. Wat de status van het Nederlands in Tsjechië betreft, is het onderwijs voor Tsjechische studenten van belang in de vorm van de beschikbaarheid van de studie Nederlands. Daarom zal dit in het volgende punt apart behandeld worden. Het culturele veld is één van de aspecten die de studenten wel in aanmerking hebben genomen, maar behoort niet tot de belangrijkste redenen om voor het studeren van de taal te kiezen. De meeste respondenten geven weliswaar aan dat ze met dit aspect rekening hebben gehouden, maar 42 procent vult in dat deze kant van de status geen grote of helemaal geen rol heeft gespeeld bij de keuze van hun studie (zie figuur 19). Opvallend is dat de redenen om Nederlands te gaan studeren grotendeels integratief zijn, maar in het kader van de status van het Nederlands wordt dit integratieve aspect beschouwd als minder belangrijk. 57

58 Culturele aspecten (literatuur, media, wetenschap) 11% 25% ja, beslist 31% 33% ja, eerder wel nee, eerder niet nee, beslist niet Figuur 19: Culturele aspecten (literatuur, media, wetenschap) Beschikbaarheid van de studie Nederlands Het laatste punt bespreekt de beschikbaarheid van de studie Nederlands. Uit het onderzoek blijkt dat de Tsjechische studenten dit aspect belangrijk vinden. De meerderheid van de ondervraagden vermeldt dat zij de beschikbaarheid van de studie in acht hebben genomen (zie figuur 20). Aangezien de Tsjechische neerlandistiek een vertegenwoordiging heeft aan de drie oudste universiteiten in Tsjechië, bevordert dit aspect de keuze voor het studeren van het Nederlands. Beschikbaarheid van de studie van de taal 21% 8% 23% ja, beslist ja, eerder wel 48% nee, eerder niet nee, beslist niet Figuur 20: Beschikbaarheid van de studie van de taal 58

59 6.3.3 Verwachtingen Verwachtingen vormen een noodzakelijk onderdeel van ons leven. Op basis van de verwachtingen ontstaan intenties die ons tot een activiteit drijven en vervolgens tot het bepaalde doel leiden. Om gemotiveerd een taal te leren moeten we van die activiteit iets verwachten. Het onderzoek wilde nagaan wat de studenten verwachten van de studie Nederlands en welke plannen zij hebben met het Nederlands in de toekomst. Wat de afgestudeerde neerlandici betreft, lijken de vragen op elkaar. Ze behandelen echter de verwachtingen die de afgestudeerden hadden en of de studie Nederlands aan de verwachtingen heeft voldaan. Aangezien de vragen in dit gedeelte van het onderzoek verschillen, zullen de resultaten apart besproken worden Studenten De studenten moesten verschillende verwachtingen van de studie Nederlands rangschikken naar hun preferenties. De verwachtingen, die in onderstaande figuur te zien zijn (zie figuur 21), verwijzen naar de intrinsieke en extrinsieke motivatiefactoren. Zoals eerder al vermeld, hangen de verwachtingen of de attitudes ten opzichte van de taal nauw samen met de motivatie. Om die reden kunnen de verwachtingen onderscheiden worden volgens de Self-Determination Theory van Deci & Ryan. Zo vertegenwoordigt de communicatie met moedertaalsprekers Nederlands de intrinsieke motivatie, terwijl betere kansen op de arbeidsmarkt en het multilinguale aspect een onderdeel van de extrinsieke motivatie vormen. 59

60 Wat zijn uw verwachtingen van de studie Nederlands? communicatie met moedertaalsprekers Nederlands 3,82 betere kansen op de arbeidsmarkt 3,84 multilinguaal zijn 3,46 een andere verwachting 1 Figuur 21: Verwachtingen (studenten) preferentie 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 Staafdiagram 21 laat zien dat de extrinsieke motivatie de belangrijkste verwachting is. Van de studie Nederlands worden dus vooral betere beroepskansen verwacht. Deze extrinsieke motivatiefactor werkt als externe regulatie. 97 Hierna volgen de mogelijkheid om met moedertaalsprekers Nederlands te communiceren en de verwachting dat men multilinguaal zal zijn. De communicatie verwijst naar de taal zelf. Het gaat dus om een intrinsieke motivatiefactor. Wat de verwachting om meertalig te zijn betreft, is er volgens de Self-Determination Theory sprake van identificatie, omdat de studenten naar een voordeel van het leren streven. Verder hebben de studenten bijna geen andere verwachtingen aangegeven. Er wordt alleen één extra verwachting genoemd, namelijk wetenschappelijke activiteiten in het kader van de studie neerlandistiek. Dit aspect behoort echter niet tot de meest voorkomende verwachtingen, omdat het vooral neerlandici betreft die aan de doctoraatsopleiding beginnen en aan de universiteit blijven om zich academisch bezig te houden met het Nederlands. Voorlopig heeft geen enkele vakgroep neerlandistiek in Tsjechië een eigen postgraduaal programma. Daarom worden vaak studies van andere vakgroepen gebruikt of wordt een postgraduaal programma gevolgd in het buitenland Zie hoofdstuk 2.3 p Aan de Palacký Universiteit te Olomouc zijn voor de vakgroep Neerlandistiek twee postgraduale programma s van belang, namelijk Theorie van de Literatuur en Algemene Taalwetenschap. 60

61 Het onderzoek heeft zich verder toegespitst op attitudes ten opzichte van de toekomst. Zoals verwacht, zijn bijna alle studenten (94%) van plan met het Nederlands te werken in de toekomst (zie figuur 22). Slechts 6 procent geeft aan dat ze zich in de toekomst niet zullen bezighouden met het Nederlands. Naar verwachting gaat het om studenten uit hogere studiejaren. Er is slechts één eerstejaarsstudent die zich in de toekomst op het werk niet wil bezighouden met het Nederlands. Deze student studeert judaïstiek en geeft aan dat hij voor het Nederlands heeft gekozen, omdat de judaïstiek niet zelfstandig gestudeerd kan worden en de neerlandistiek een interessante keuze is volgens hem, maar met het Nederlands heeft hij verder geen plannen. Wilt u zich in de toekomst op het werk bezighouden met het Nederlands? 6% 94% ja nee Figuur 22: Nederlands in het toekomstige beroep Aangezien de meeste studenten zich in de toekomst met het Nederlands willen bezighouden, is het voor de Tsjechische neerlandistiek van belang om te weten in welk beroepsgebied zij zouden willen werken. De respondenten konden meer dan één antwoord kiezen, waardoor we kunnen zien dat veel studenten geen specifiek beroepsgebied voor ogen hebben. Soms vullen de respondenten ook aan dat ze alles zouden willen doen waarbij het Nederlands wordt gebruikt. Uit onderstaand staafdiagram blijkt dat 57 procent van de studenten een baan in de bedrijfssfeer prefereert. Dan volgt het toerisme met 49 procent. Door deze cijfers wordt de sterke economische status van het Nederlands in Tsjechië gereflecteerd. Al minder respondenten geeft de voorkeur aan tolken en vertalen. Onder andere worden nog de academische omgeving en het onderwijs genoemd. De academische omgeving sluit bij 61

62 de eerder genoemde doctoraatsopleiding aan. In het onderwijs zouden de studenten willen werken als leraar. In welk beroepsgebied zou u in de toekomst willen werken? tolken en vertalen 37% bedrijfssfeer 57% toerisme 49% een ander gebied 21% Figuur 23: Beroepsgebied (studenten) studenten 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Afgestudeerde neerlandici De afgestudeerden hadden ook bepaalde verwachtingen ten opzichte van het studeren van het Nederlands, die nu vergeleken kunnen worden met de realiteit. In staafdiagram 24 kunnen we de beoordeling van de verwachtingen van de afgestudeerde neerlandici zien. Het valt op dat de intrinsieke motivatie bij de afgestudeerden het hoogst heeft gescoord. Het verschil tussen betere beroepskansen en de communicatie met moedertaalsprekers Nederlands is echter minimaal. Hier weerspiegelt zich dus de verbinding tussen de intrinsieke en extrinsieke motivatiefactoren. Dit punt zal later nog beschreven worden in het kader van de vergelijking van de verwachtingen. 62

63 Wat waren uw verwachtingen van de studie Nederlands? communicatie met moedertaalsprekers Nederlands 3,9 betere kansen op de arbeidsmarkt 3,73 multilinguaal zijn 3,67 een andere verwachting 1 Figuur 24: Verwachtingen 1 (afgestudeerden) preferentie 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 Onderstaand diagram 25 laat zien dat de studie Nederlands aan de verwachtingen heeft voldaan. Slechts 15 procent van de respondenten geeft aan dat dit niet het geval is. Interessant is het feit dat alle afgestudeerden van de 15 procent, met uitzondering van twee respondenten, niet met het Nederlands werken. Dat zou een verklaring kunnen zijn voor hun ontevredenheid. Indien de afgestudeerde geen baan vindt in het gewenste beroepsgebied, kan dat tot een negatievere houding leiden ten opzichte van die studie. De twee respondenten die zich wel met het Nederlands bezighouden, zijn in de bedrijfssfeer werkzaam. Ik neem aan dat zij van de studie Nederlands iets anders hadden verwacht in verband met de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Heeft de studie Nederlands aan uw verwachtingen voldaan? 15% 85% ja nee Figuur 25: Verwachtingen 2 (afgestudeerden) 63

64 Verder werden de afgestudeerde neerlandici gevraagd naar hun huidige beroep. Het onderzoek heeft zich gericht op het gebruik van het Nederlands op het werk en het beroepsgebied. Uit het onderzoek blijkt dat 49 procent zich met het Nederlands bezighoudt op het werk. Dat betekent dat ruim de helft van de afgestudeerden in hun beroep niet werkt met het Nederlands. Hier kunnen verschillende redenen voor zijn. Ten eerste zou dat niet hun plan geweest kunnen zijn. Zoals eerder aangegeven, zijn sommige studenten al tijdens hun studie vastberaden om zich in de toekomst op een ander vak te richten (zie figuur 22). Ten tweede zouden ze geen geschikte baan gevonden kunnen hebben waarbij het Nederlands gebruikt wordt. Dan hangt het weer met de verwachtingen samen van zowel de studie Nederlands als het beroep zelf. Wat echter al uit hoofdstuk 4.2 blijkt, krijgen de studenten Nederlands al tijdens hun studie veel vacatures aangeboden en kunnen ze werkervaring opdoen, wat voor hen een groot voordeel betekent op de arbeidsmarkt. Vanuit dit oogpunt kunnen we dus constateren dat de beroepskansen van een afgestudeerde neerlandicus groot zijn. Aan dit thema zou mijns inziens echter nog een verder onderzoek gewijd moeten worden. Houdt u zich op het werk bezig met het Nederlands? 51% 49% ja nee Figuur 26: Nederlands in het huidige beroep (afgestudeerden) Naast het gebruik van het Nederlands heeft het onderzoek het beroepsgebied van de afgestudeerde neerlandici behandeld. In onderstaand staafdiagram is te zien dat 52 procent van de respondenten in een ander beroepsgebied werken dan de meest gewenste 64

65 gebieden 99 (zie figuur 27). De meeste studenten zouden namelijk het liefst in de bedrijfssfeer willen werken. In dit beroepsgebied werkt 33 procent van de ondervraagde afgestudeerden, wat een veelbelovend resultaat is. Slechts 6 procent heeft een baan gevonden in het toerisme. Zoals reeds vermeld, werken de meeste afgestudeerden in een ander beroepsgebied dan verwacht. In de enquêtes worden allerlei gebieden genoemd, waaronder het onderwijs het meest te vinden is. In totaal heeft 8 procent van de afgestudeerden vermeld dat ze als lector of docent werken. Verder heeft 4 procent ingevuld dat zij nog studeren. Die respondenten hebben de bachelorstudie Nederlands afgerond, waaruit geconcludeerd kan worden dat ze een masterstudie volgen in een ander vak. Het valt op dat slechts één respondent vermeldt dat hij werkloos is. Dit feit zou beschouwd kunnen worden als een groot succes voor de Tsjechische neerlandistiek, maar we moeten beseffen dat 52 respondenten een te kleine representatieve steekproef vormen om een dergelijke conclusie te kunnen trekken. In welk beroepsgebied werkt u? tolken en vertalen 9% bedrijfssfeer 33% toerisme 6% een ander gebied Figuur 27: Beroepsgebied (afgestudeerden) 52% afgestudeerden 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Vergelijking In verband met de afgestudeerde neerlandici hebben we de mogelijkheid om hun verwachtingen te vergelijken met de verwachtingen van de huidige studenten. Verder 99 Zie figuur 23: Beroepsgebied (studenten) p

66 zullen de gewenste beroepsgebieden naast elkaar gezet worden met de huidige beroepsgebieden van de afgestudeerden. Op die manier komen de motivatiefactoren aan bod door middel van de verwachtingen en zal de situatie op de arbeidsmarkt behandeld kunnen worden vanuit het oogpunt van een neerlandicus. Verwachtingen communicatie met moedertaalsprekers Nederlands betere kansen op de arbeidsmarkt multilinguaal zijn 3,82 3,9 3,84 3,73 3,46 3,67 een andere verwachting ,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 studenten afgestudeerden Figuur 28: Verwachtingen (studenten en afgestudeerden) In staafdiagram 28 zijn de verwachtingen uitgedrukt van zowel de studenten als de afgestudeerde neerlandici. Mijn veronderstelling was dat de motivatiefactoren van beide groepen identiek zouden zijn. Wat de redenen om Nederlands te gaan studeren betreft, wordt mijn hypothese bevestigd. 100 In het geval van de verwachtingen zien de resultaten er anders uit. Hoewel het verschil niet groot is, verwachten de studenten vooral betere beroepskansen van de studie Nederlands, in tegenstelling tot de afgestudeerden, die de mogelijkheid om met moedertaalsprekers Nederlands te communiceren voor ogen hadden. Dit zou verklaard kunnen worden door het feit dat de afgestudeerden nu al werkzaam zijn, waardoor zij nu onbewust meer worden beïnvloed door de intrinsieke motivatie. Dat betekent dat zij de basisbehoeften in verband met werk al hebben vervuld en daarom meer innerlijk gericht zijn. Deze stelling kan tevens gesteund worden door de verwachting om multilinguaal te zijn. Hierin zijn de preferenties van de 100 Zie hoofdstuk p

67 afgestudeerde neerlandici ook hoger dan die van de studenten. De studenten moeten zich met de kwestie van beroepskansen intensief bezighouden, aangezien zij binnen een paar jaar de studie afronden en een baan zullen moeten zoeken. In het algemeen kunnen de verwachtingen met elkaar toch in overeenstemming gebracht worden, aangezien het verschil minimaal is. Het laatste punt dat in het onderzoek wordt besproken, is het beroepsgebied. Uit de resultaten blijkt dat de extrinsieke motivatiefactoren, door Gardner & Lambert genoemd als instrumentele motivatie, een cruciale rol spelen bij de keuze voor het studeren van het Nederlands. Om die reden heeft de laatste vraag van het onderzoek zich toegespitst op dit punt. Staafdiagram 29 laat zien aan welk beroepsgebied de studenten het meest de voorkeur geven. Aangezien de studenten meer dan één mogelijkheid konden kiezen, beantwoorden de aantallen niet aan de aantallen afgestudeerde neerlandici. Daarom worden de preferenties van de studenten procentueel verwerkt binnen één eenheid, namelijk 100 procent. Beroepsgebied tolken en vertalen bedrijfssfeer 10% 13% 33% 35% toerisme een ander gebied 6% 22% 30% 52% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% gewenst beroepsgebied van de studenten beroepsgebied van de afgestudeerden Figuur 29: Beroepsgebied 67

68 De eerste plaats wordt door de bedrijfssfeer ingenomen. Het valt op dat 33 procent van de afgestudeerde neerlandici in de bedrijfssfeer werkt. Daarom kunnen we zeggen dat het aanbod de vraag bevredigt in dit geval. Ook het beroepsgebied tolken en vertalen bleek geen grote tegenstrijdigheid te bevatten. Wat het toerisme betreft, kunnen we echter zien dat slechts 6 procent van de afgestudeerden er werkzaam is, hoewel er 30 procent van de studenten in dit gebied zou willen werken. 68

69 7. Conclusie Elke activiteit wordt uitgevoerd op basis van onze motivatie. Er bestaat namelijk altijd een reden die ons ergens toe drijft. Gemotiveerd raken we als we positieve attitudes hebben ten opzichte van de activiteit. Voor het leren van een vreemde taal zijn de attitudes en de motivatie noodzakelijk. Attitudes moeten positief zijn ten opzichte van de taal om eraan te beginnen. Ook de motivatie speelt een grote rol bij het leren van een vreemde taal. Volgens Nuttin leert men een bepaalde taal, indien men behoefte heeft aan de beheersing van de betreffende taal. Gardner & Lambert beweren dat de motivatie om een vreemde taal te leren twee elementen omvat, namelijk attitudes ten opzichte van de vreemde taal en de omgeving waarin de taal wordt gesproken, en het praktische doel van het leren. Zo kunnen we integratieve en instrumentele motivatiefactoren onderscheiden. Verder kan de Self-Determination Theory van Deci & Ryan genoemd worden. Deze theorie baseert zich op de intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie betekent de beleving van de taal zelf, extrinsieke motivatie streeft naar het voordeel van de beheersing van de taal. In verband met verwachtingen van de studie Nederlands is het van belang om te weten dat de extrinsieke motivatie uit identificatie en externe regulatie bestaat. Identificatie verwijst naar de meertaligheid en de externe regulatie naar betere beroepskansen. Veel leerders richten zich op de economische en praktische doeleinden van de beheersing van een taal. Daarom geven ze de voorkeur aan een sterke taal binnen de taalconstellatie, waardoor de machtsstrijd tussen talen ontstaat. De machtsstrijd speelt zich af in het kader van het wereldtalenstelsel. Deze term wordt door De Swaan gebruikt om aan te geven dat talen met elkaar concurreren. Hij onderscheidt vier types talen, namelijk perifere, centrale, supercentrale talen en één hypercentrale taal. Het Tsjechisch en het Nederlands behoren tot de centrale talen, omdat ze een officiële status hebben en bijvoorbeeld in het onderwijs en in de politiek worden gebruikt in desbetreffende landen. Zoals eerder reeds vermeld, bepalen deze hiërarchische verhoudingen volgens De Swaan de aantrekkelijkheid van een taal om de taal te leren. Om het communicatiepotentieel van een taal te definiëren heeft De Swaan de Q-waarde geformuleerd. De Q-waarde is gebaseerd op het aantal moedertaalsprekers van een taal en het aantal meertalige sprekers dat de betreffende taal ook beheerst. Met betrekking tot de Q-waarde neemt het Nederlands de zesde plaats in binnen de Europese 69

70 Unie. Hoewel het een goede positie is, weerspiegelt het niet de werkelijke situatie. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat Tsjechische studenten Nederlands deze factor niet in aanmerking nemen bij de keuze van hun studie. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de aantrekkelijkheid van het Nederlands niet uitsluitend met het aantal sprekers van het Nederlands samenhangt, aangezien de communicatiewaarde alleen op een rationele basis berust met betrekking tot de demografische status van een taal. We weten immers dat men een taal leert om verschillende redenen die door de integratieve en instrumentele motivatie bepaald worden. We moeten dus ook met de sociaal-culturele waarde van een taal rekening houden. Verder zijn de nabijheid en beschikbaarheid van een taal van belang. De status van een taal speelt een grote rol bij de taalkeuze. Daarom hield deze scriptie zich bezig met de status van het Nederlands. De status werd in vier categorieën ingedeeld: demografisch, economisch, politiek en cultureel. Het demografische veld van de status beantwoordt aan de Q-waarde. Hoewel het aantal sprekers en leerders Nederlands relatief hoog is binnen de Europese context, moeten we beseffen dat het niet vergelijkbaar is met het Engels of het Duits. We kunnen echter zien dat dit juist bevorderlijk kan zijn voor de keuze van het Nederlands, aangezien studenten Nederlands deze factor niet echt in aanmerking nemen. Integendeel, ze kiezen het Nederlands omwille van het feit dat het een exotische taal is in de Tsjechische context. Voor de taalkeuze is verder het economische veld van belang. Deze kant van de status verwijst naar de instrumentele motivatie, omdat het om betere beroepskansen gaat in verband met de beheersing van de taal. Het Nederlands is een economisch sterke taal in Tsjechië. Nederland en Vlaanderen behoren namelijk tot de belangrijkste gebieden voor de Tsjechische import en export. Bovendien zijn er in de Tsjechische republiek veel bedrijven die werknemers met een goede kennis van het Nederlands zoeken, zoals IBM. Ook toerisme biedt veel werkgelegenheid voor studenten Nederlands. Het vooruitzicht van betere kansen op de arbeidsmarkt is één van de belangrijkste motivatiefactoren voor het studeren van het Nederlands. Het politieke veld vertegenwoordigt niet de sterkste kant van de status van het Nederlands, maar toch nemen Tsjechische studenten Nederlands deze factor wel in aanmerking bij de keuze van hun de studie. Ten slotte kwam het culturele veld aan de orde. Het culturele veld omvat literatuur, media, wetenschap en onderwijs. De culturele positie van het Nederlands is relatief sterk. Voor veel studenten is deze factor een beslissende reden om Nederlands te gaan studeren. Ze 70

71 voelen zich aangetrokken door verschillende elementen van de Nederlandse en Vlaamse cultuur, zoals de literatuur en de geschiedenis. 101 Tsjechische studenten nemen deze factor pas na de economische en politieke status in aanmerking bij de keuze van de studie Nederlands. Verder is ook de bovengenoemde beschikbaarheid van de taal belangrijk. In Tsjechië kan men Nederlands op drie plaatsen studeren, namelijk aan de Karelsuniversiteit te Praag, de Palacký Universiteit te Olomouc en aan de Masaryk Universiteit te Brno. De ontwikkeling van de Tsjechische neerlandistiek aan de drie vakgroepen zag er verschillend uit. Vandaag de dag bloeit de Tsjechische neerlandistiek en wordt de nadruk gelegd op samenwerking op het gebied van de extramurale neerlandistiek. Daarmee wordt aan de beschikbaarheid van de studie Nederlands voldaan, wat in de ogen van studenten een veelbetekenend aspect van de taalkeuze vertegenwoordigt. Mijn volledige onderzoek concentreerde zich op de motivatiefactoren van Tsjechische studenten om Nederlands te gaan studeren. Deze motivatiefactoren kunnen in twee groepen ingedeeld worden, namelijk de integratieve en de instrumentele. De integratieve motivatiefactoren kunnen vergeleken worden met de intrinsieke motivatie, aangezien de motivatie uit de persoon zelf voortvloeit. Tot deze factoren behoort de belangstelling voor de taal zelf en voor de landen waarin de taal wordt gesproken. Verder valt ook het culturele veld van de status van het Nederlands aan te stippen, namelijk de Nederlandse en Vlaamse cultuur en literatuur. Onder de instrumentele motivatiefactoren kunnen we de extrinsieke motivatie verstaan. In beide gevallen gaat het namelijk om het streven naar het praktische doel van de beheersing van de taal. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat de Tsjechische studenten Nederlands om twee hoofdredenen voor deze studie kiezen, namelijk de economische doelstellingen en culturele belangstelling. De economische doelstellingen verwijzen naar betere beroepskansen dankzij de beheersing van het Nederlands, gevolgd door het Nederlands dat goed gecombineerd kan worden met een andere vreemde taal. De culturele redenen staan voor integratief gerichte motivatiefactoren, d.w.z. de taal zelf, de Nederlandstalige landen en hun cultuur en literatuur. Het is echter duidelijk dat deze motivatiefactoren elkaar beïnvloeden en een combinatie vormen bij de keuze van de studie Nederlands, 101 Zie: 19/04/2014, 19:06 71

72 omdat de respondenten bij de ene vraag de voorkeur geven aan de integratieve motivatiefactoren en bij de andere vraag de instrumentele motivatiefactoren bevorderen. Wat de verwachtingen betreft, kunnen we zeggen dat ook hier dezelfde verhouding bestaat. Er wordt verwacht dat men na de studie Nederlands betere kansen zal krijgen op de arbeidsmarkt, alsook dat men in staat zal zijn om met moedertaalsprekers Nederlands te communiceren. De afgestudeerde neerlandici hebben deze combinatie van verwachtingen bevestigd en vervolgens is daaruit gebleken dat de studie Nederlands aan hun verwachtingen heeft voldaan. De laatste vraag die in het onderzoek wordt behandeld, is het beroepsgebied. Waar zouden de studenten Nederlands willen werken en waar werken de afgestudeerde neerlandici? Bijna alle studenten zijn van plan om zich in de toekomst op het werk bezig te houden met het Nederlands. Als het meest gewenste beroepsgebied kan de bedrijfssfeer beschouwd worden. Ook het toerisme is een populair beroepsgebied. De afgestudeerde neerlandici hebben ons de reële situatie laten zien. De helft van hen werkt wel met het Nederlands en een groot deel heeft een baan gevonden in de bedrijfssfeer. Verder werken veel afgestudeerden in het onderwijs. Interessant is dat er aan het einde van mijn onderzoek een artikel werd gepubliceerd in de Vlaamse krant De Standaard, waar de Nederlandse Taalunie bespreekt wat ik had verondersteld en wat het praktische deel van deze scriptie bevestigt, namelijk dat Nederlands gestudeerd wordt vanwege betere kansen op de arbeidsmarkt. Dat zegt Liesbet Vannyvel van de Nederlandse Taalunie: Zowat de helft van de studenten hoopt ermee te scoren op de arbeidsmarkt. Vandaar de grote groei in Spanje, Portugal en Griekenland. In Salamanca (Spanje) verviervoudigde het aantal studenten in twee jaar. Ook in Midden- en Oost-Europa stijgen de aantallen. Niet in de hoop om te emigreren, maar om meer kans te maken bij onze bedrijven daar. 102 Vannyvel noemt vier hoofdredenen waarom men Nederlands studeert in het buitenland, 102 Zie: _term=dso&utm_content=article&utm_campaign=seeding; 18/04/2014, 17:42 72

73 namelijk economische perspectieven (lokaal of emigratie), Nederlands als bronnentaal, culturele interesse (film, literatuur) en privé (familiewortels of Nederlandstalige partner). 103 Uit mijn onderzoek kan geconcludeerd worden dat de motivatiefactoren voor het studeren van het Nederlands in Tsjechië een combinatie van zowel integratieve als instrumentele motivatie vormen. In verband met de hierboven genoemde redenen kunnen we de hoofdredenen van Tsjechische studenten Nederlands als volgt op een rijtje zetten: 1. economische perspectieven (betere kansen op de arbeidsmarkt) 2. culturele interesse (belangstelling voor de Nederlandstalige landen en cultuur) Met betrekking tot de conclusie van mijn onderzoek stel ik voor dat er een verder onderzoek uitgevoerd wordt naar werkgelegenheid voor afgestudeerde neerlandici. Aangezien één van de belangrijkste factoren bij de keuze voor het studeren van het Nederlands betere kansen op de arbeidsmarkt blijkt te zijn, is het mijns inziens cruciaal om een analyse uit te werken en beschikbaar te stellen aan potentiële studenten Nederlands. Op die manier zou de Tsjechische neerlandistiek redenen kunnen bieden om de studenten te overtuigen om Nederlands te gaan studeren. Door promotie en verspreiding van het Nederlands zou de Tsjechische neerlandistiek een grote stap vooruit kunnen zetten. Op het gebied van de internationale neerlandistiek is er nog veel te ontdekken. Daarom zou het volgens mij nuttig zijn om met een open blik te kijken naar dit onderwerp. Ten slotte hoop ik dat ik door deze scriptie een helpende hand heb aangeboden. Niet alleen aan studenten die overtuigende argumenten zoeken om te pleiten voor hun keuze om Nederlands te studeren, maar ook aan de Tsjechische neerlandistiek, die ondersteund kan worden en op feiten gebaseerde redenen kan voorleggen die Tsjechische studenten zullen stimuleren om aan het Nederlands te beginnen. Het is de moeite waard. 103 Zie: 22/04/2014, 13:14 73

74 Lijst van bijlagen Bijlage 1: Afkortingen Bijlage 2: Enquête voor studenten Bijlage 3: Enquête voor afgestudeerden Bijlage 4: Onderzoek naar de motivatie om Nederlands te gaan studeren 74

75 Bijlage 1: Afkortingen CEEPUS Central European Exchange Program for University Studies DCC Dutch Language, Literature and Culture in a Central European Context IVN Internationale Vereniging voor Neerlandistiek OALT Onderwijs in Allochtone Levende Talen OETC Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur ONETS Overleg Neerlandici van Tsjechië en Slowakije 75

76 Bijlage 2: Enquête voor studenten Enquête in het Tsjechisch 76

77 77

78 Enquête in het Nederlands 1. Geslacht a) man b) vrouw 2. Leeftijd: 3. Universiteit a) Palacký Universiteit te Olomouc b) Masaryk Universiteit te Brno c) Karelsuniversiteit te Praag 4. Studiejaar a) eerstejaars bachelor b) tweedejaars bachelor c) derdejaars bachelor d) eerstejaars master e) tweedejaars master 5. Studierichting a) Nederlands b) Nederlands in combinatie met een andere studierichting welke: 78

79 6. Waarom heeft u voor de studie Nederlands gekozen? (rangschikken) - de taal zelf - de landen waarin de taal wordt gesproken - familie of vrienden in Nederland of Vlaanderen - betere kansen op de arbeidsmarkt - een goede combinatie met een andere vreemde taal - een andere reden: 7. Bij de keuze van mijn studie heb ik deze redenen in aanmerking genomen: - het aantal sprekers van de taal - beroepskansen - gebruik van de taal in internationale communicatie - culturele aspecten van de taal (literatuur, media, wetenschap) - beschikbaarheid van de taalstudie 8. Wat zijn uw verwachtingen van de studie Nederlands? (rangschikken) - communicatie met moedertaalsprekers Nederlands - betere kansen op de arbeidsmarkt - multilinguaal zijn - andere verwachtingen: 9. Wilt u zich in de toekomst bezighouden met het Nederlands? a) ja b) nee 10. In welk gebied zou u in de toekomst willen werken? - tolken en vertalen - bedrijfssfeer - toerisme - een ander gebied: 79

80 Bijlage 3: Enquête voor afgestudeerden Enquête in het Tsjechisch 80

81 81

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

FAQs over meertaligheid en het leren van talen

FAQs over meertaligheid en het leren van talen EUROPESE COMMISSIE MEMO Brussel, 25 september 2012 FAQs over meertaligheid en het leren van talen IP/12/1005 Wat betekent "meertaligheid"? - Het vermogen meerdere talen te beheersen en te spreken; - Een

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

2. Beter nu dan later

2. Beter nu dan later Daarom Duits 1. Engels is niet voldoende Natuurlijk is kennis van de Engelse taal essentieel, maar: Englisch ist ein Muss, Deutsch ist ein Plus. Uit een enquête onder bedrijven die actief zijn in Duitsland

Nadere informatie

2. Beter nu dan later

2. Beter nu dan later Daarom Duits 1. Engels is niet voldoende Natuurlijk is kennis van de Engelse taal essentieel, maar: Englisch ist ein Muss, Deutsch ist ein Plus. Onderzoek wijst uit dat 86 procent van de Nederlandse ondernemers

Nadere informatie

DE EUROPESE UNIE EERSTE EN DE WERKVORM IN HET KORT

DE EUROPESE UNIE EERSTE EN DE WERKVORM IN HET KORT DE EUROPESE UNIE JANUARI 2016 - POLITIEK IN PRAKTIJK #1 EERSTE EN WAT HEB JE NODIG Grote letters A, B en C Aftelklok (op digibord) 50 sterren, uitgeprint op geel papier Circa 4 grote enveloppen Een prijsje

Nadere informatie

Studierichtingen voor de derde graad

Studierichtingen voor de derde graad Studierichtingen voor de derde graad In de derde graad bestaan alle richtingen, behalve humane wetenschappen uit twee hoofddomeinen. Er wordt naast de algemene basis gekozen voor een pakket vakken dat

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 412 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

TOLKENPROBLEEM. Finale Wiskunde A-lympiade 2003/2004

TOLKENPROBLEEM. Finale Wiskunde A-lympiade 2003/2004 TOLKENPROBLEEM Finale Wiskunde A-lympiade 2003/2004 De Europese tolkendienst in cijfers 450 tolken in vaste dienst 200 tot 300 freelance tolken per dag 2000 geaccrediteerde freelance tolken 50 vergaderingen

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.4.2018 COM(2018) 174 final ANNEX BIJLAGE bij Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese

Nadere informatie

BIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.2.2016 COM(2016) 91 final ANNEX 1 BIJLAGE PROTOCOL bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 69 final 2016/0041 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol bij de

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.4.2018 COM(2018) 176 final ANNEX BIJLAGE bij Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.5.2016 COM(2016) 302 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.2.2018 COM(2018) 74 final ANNEX BIJLAGE bij voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A

9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2017 (OR. en) 9079/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0082 (NLE) COEST 99 ELARG 36 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Protocol bij de Partnerschaps-

Nadere informatie

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) COLAC 144 WTO 329 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Derde aanvullend protocol

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 70 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol

Nadere informatie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Beeld van het Europees Parlement in Nederland Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Dat wist ik niet! 50 interessante weetjes over onze Nederlandse taal! www.me%enta.com

Dat wist ik niet! 50 interessante weetjes over onze Nederlandse taal! www.me%enta.com 50 interessante weetjes over onze Nederlandse taal! Plezier met het Nederlands Ik ben een taalfanaat. Ik hou van taal, zeker van het Nederlands. En dan gaat het om meer dan spelling en grammatica. Want

Nadere informatie

Welkom bij: Taal- en cultuurstudies

Welkom bij: Taal- en cultuurstudies Welkom bij: Wat is bijzonder aan? De meerwaarde van taal en talen breed denken Programma Wat kun je ermee? Test jezelf voor Taal- en cultuuurstudies Student en afgestudeerde Vragen (panel ) Wat is bijzonder

Nadere informatie

Leren parafraseren & synthetiseren

Leren parafraseren & synthetiseren Leren parafraseren & synthetiseren Inhoud 1. Standpunt / conclusie (vs) argumenten / onderzoek 2. Een samenhangend betoog schrijven 3. Verwijzen naar andere auteurs 4. Taal in wetenschappelijke teksten

Nadere informatie

13082/14 CV/mg DGC 1B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 29 september 2014 (OR. en) 13082/14. Interinstitutioneel dossier: 2014/0223 (NLE)

13082/14 CV/mg DGC 1B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 29 september 2014 (OR. en) 13082/14. Interinstitutioneel dossier: 2014/0223 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en) 13082/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0223 (NLE) COASI 102 ASIE 53 ELARG 98 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: PROTOCOL

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2015 COM(2015) 103 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2016 C(2016) 3347 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.6.2016 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die visumaanvragers moeten verstrekken in Iran,

Nadere informatie

JAARGANG 8 / NUMMER 2 OKTOBER Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 8 / NUMMER 2 OKTOBER Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 8 / NUMMER 2 OKTOBER 2013 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Rappe troonrede Op Prinsjesdag sprak koning Willem-Alexander zijn eerste troonrede uit. Uiteraard vergeleken analisten deze direct

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 10 (1992) Nr. 13 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 182 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 146 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon 1796 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 15 Protokoll in niederländischer Sprachfassung (Normativer Teil) 1 von 10 CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN Brussel, 14

Nadere informatie

Motivatie: presteren? Of toch maar leren?

Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Arjan van Dam Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Een van de lastigste opgaven van managers is werken met medewerkers die niet gemotiveerd zijn. Op zoek naar de oorzaken van het gebrek aan motivatie,

Nadere informatie

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken.

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken. 1 Toespraak door viceminister-president en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand Geert BOURGEOIS Bezoek aan de Al Fath Moskee Gent, 16 juni 2012

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 20 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 47 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.4.2014 C(2014) 2737 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 29.4.2014 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die door visumaanvragers moeten worden overgelegd

Nadere informatie

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg een populair recept een maatschappelijk probleem add some learning opgelost! deze bijdrage een perspectief

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 66 (1991) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 39 A. TITEL Overeenkomst betreffende samenwerking en een douane-unie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,

Nadere informatie

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 33 (1996) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 275 A. TITEL Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0184 (NLE) 11636/17 ADD 1 COEST 212 ELARG 62 VOORSTEL van: ingekomen: 3 augustus 2017 aan: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

EUROPEES MILIEU AGENTSCHAP SOLLICITATIEFORMULIER

EUROPEES MILIEU AGENTSCHAP SOLLICITATIEFORMULIER EUROPEES MILIEU AGENTSCHAP SOLLICITATIEFORMULIER (Alle vragen moeten worden ingevuld. Gebruik daarbij het woord "geen" indien toepassing; laat geen de vakjes leeg en vermijd het gebruik streepjes. Dit

Nadere informatie

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motieven en persoonlijkheid Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatie psychologen vragen: Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatiepsychologen zoeken naar de motieven, de drijfveren

Nadere informatie

INLEIDING. http://ue.eu.int/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/71025.pdf - 1 -

INLEIDING. http://ue.eu.int/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/71025.pdf - 1 - INLEIDING In de Europese Unie wonen 450 miljoen mensen met verschillende etnische, culturele en taalachtergrond. De taalpatronen van de Europese landen zijn ingewikkeld en zowel door historische en geografische

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 49 (1994) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. A. TITEL Overeenkomst inzake Partnerschap en Samen waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese

Nadere informatie

KIESWIJZER Ik kies, Ik koos, Ik heb gekozen! Van klas 1 naar klas 2

KIESWIJZER Ik kies, Ik koos, Ik heb gekozen! Van klas 1 naar klas 2 KIESWIJZER 2019 Ik kies, Ik koos, Ik heb gekozen! Van klas 1 naar klas 2 Inhoud Onderwerp Bladzijde Inleiding 3 De talenkeuze 4 Frans 4 Spaans 5 Duits 6 De kunst, media en techniek keuze 7 Kieswijzer St.

Nadere informatie

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek uitgevoerd voor de vzw: Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre September 2009 Dedicated Research

Nadere informatie

Ronde 3. Nvt Nt2: één pot nat? 1. Inleiding. 2. Context

Ronde 3. Nvt Nt2: één pot nat? 1. Inleiding. 2. Context . Nederlands als tweede taal Ronde 3 Hellmuth Van Berlo Taaluniecentrum NVT, Brussel Contact: hvanberlo@taaluniecentrum-nvt.org Nvt Nt2: één pot nat? 1. Inleiding Is de hele discussie over de vermeende

Nadere informatie

Voor wie? Omschrijving

Voor wie? Omschrijving Minor MOES Voor wie? Een opleidingsgebonden minor voor studenten Geschiedenis en tevens toegankelijk voor andere BA-studenten (bijvoorbeeld van de opleiding Internationale Betrekkingen en Internationale

Nadere informatie

Meertaligheid als kerncomponent van internationale competentie. Lies Sercu KU Leuven

Meertaligheid als kerncomponent van internationale competentie. Lies Sercu KU Leuven Meertaligheid als kerncomponent van internationale competentie Lies Sercu KU Leuven Overzicht Meertaligheid als kerncompetentie van internationale competentie Meertaligheid in het Hoger Onderwijs Welke

Nadere informatie

Master in het vertalen

Master in het vertalen BRUSSEL t Master in het vertalen Faculteit Letteren Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit van België. Je kunt hier je studietraject verderzetten en verrijken, ook als je elders een

Nadere informatie

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 2/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: VERDRAG ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

Culture Shock -PIM. GROEP 7 ESRA ATESCELIK STUDENT NR: 1783262 JUNI 2009 Eak500@few.vu.nl. Esra Atescelik juni 2009 1

Culture Shock -PIM. GROEP 7 ESRA ATESCELIK STUDENT NR: 1783262 JUNI 2009 Eak500@few.vu.nl. Esra Atescelik juni 2009 1 GROEP 7 ESRA ATESCELIK STUDENT NR: 1783262 JUNI 2009 Eak500@few.vu.nl Esra Atescelik juni 2009 1 Inhoudsopgave 1. Concept Culture Shock.3 1.1 Definitief concept 4 1.2 Interactief gedeelte van de film..4

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 april 2012 (OR. en) 8179/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0014 (NLE) AVIATION 55 RELEX 282 MACAO 4 OC 175

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 april 2012 (OR. en) 8179/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0014 (NLE) AVIATION 55 RELEX 282 MACAO 4 OC 175 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 april 2012 (OR. en) 8179/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0014 (NLE) AVIATION 55 RELEX 282 MACAO 4 OC 175 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft:

Nadere informatie

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE Naam:... Klas:... Stap : Wat Kan ik? Voor welke vakken haal(de) je de hoogste cijfers op school? Aardrijkskunde Algemene natuurwetenschappen Bewegen, sport en maatschappij

Nadere informatie

The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity

The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity Synopsis onderszoeksplan Afstudeerscriptie Strategisch Management, faculteit Bedrijfskunde, Wendy Poppelaars -

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 21 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 143 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

We moeten vreemde woorden uit het Nederlands te weren

We moeten vreemde woorden uit het Nederlands te weren We moeten vreemde woorden uit het Nederlands te weren Deze meningsuiting is een beetje moeilijk te behandelen. Volgens mij het gebruik van het woord "weren" sterk is. WV Maar volgens de auteur van dit

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 25 april 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0083 (NLE) 8457/17 ADD 1 COEST 85 ELARG 28 VOORSTEL van: ingekomen: 24 april 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Bachelor Europese studies. uva.nl/ba-europese-studies

Bachelor Europese studies. uva.nl/ba-europese-studies Bachelor 2019-2020 Europese studies uva.nl/ba-europese-studies In de bachelor Europese studies bestudeer je uiteenlopende aspecten van Europa, zoals de politiek en cultuur van de Europese landen in het

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek Cultuurbeleving Junipeiling Bewonerspanel Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht van Cultuur Ontwikkelorganisatie Gemeente

Nadere informatie

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE Naam:... Klas:... Stap : Wat Kan ik? Voor welke vakken haal(de) je de hoogste cijfers op school? Aardrijkskunde Algemene natuurwetenschappen Bewegen, sport en maatschappij

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

JAARGANG 8 / NUMMER 4 DECEMBER Mede mogelijk dankzij:

JAARGANG 8 / NUMMER 4 DECEMBER Mede mogelijk dankzij: JAARGANG 8 / NUMMER 4 DECEMBER 2013 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Huh? Nijmeegse onderzoekers ontdekten een woord dat in alle talen ter wereld in ongeveer dezelfde vorm voorkomt: huh? Dat is

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70 13 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 70 A. TITEL Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Klassieke Talen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Je leest graag, je wil je taalvaardigheid versterken, en je hebt interesse in cultuur en maatschappij? Een

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Deze formule is uitstekend geschikt voor de jonge studenten om zich voor te bereiden op school of een examen.

Deze formule is uitstekend geschikt voor de jonge studenten om zich voor te bereiden op school of een examen. EASY LANGUAGES Verblijf bij een privéleraar - Totale onderdompeling U wilt graag een taalprogramma volgen en een verbluffend resultaat behalen? Een verblijf bij een privé leraar is ideaal om binnen een

Nadere informatie

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, AANVULLENDE OVEREENKOMST TUSSEN TEN EERSTE, DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, TEN TWEEDE, IJSLAND, EN TEN DERDE, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST INZAKE LUCHTVERVOER

Nadere informatie

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen

Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2006 (OR. en) 14059/06 ELARG 156 ACCTR 46

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2006 (OR. en) 14059/06 ELARG 156 ACCTR 46 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 november 2006 (OR. en) 14059/06 ELARG 156 ACCTR 46 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Richtlijn van de Raad tot aanpassing van Richtlijn 89/108/EEG

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 47 punten

Nadere informatie

Studentopdracht INtheMC

Studentopdracht INtheMC Over internationalisering en I-BPV Studentopdracht INtheMC Opdracht/titel: 2. ALGEMENE ACHTERGROND Andere culturen in je eigen land Naam student: Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: 2 3 4 Beoordeling:

Nadere informatie

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven Wilma van der Westen Project Docenten aan zet bij taal in alle vakken Utrecht 7 november 2012 Even voorstellen: Bestuurslid Het Schoolvak Nederlands HSN

Nadere informatie

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15 Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE) VISA 85 COLAC 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.2.2014 COM(2014) 92 final ANNEX 1 BIJLAGE AANVULLEND PROTOCOL BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP EN HET KONINKRIJK NOORWEGEN NAAR AANLEIDING VAN

Nadere informatie

STUDIE (F)050908-CDC-455

STUDIE (F)050908-CDC-455 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn

Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Gelukkig ondanks pijn: een online behandelprogramma voor mensen die lijden aan fibromyalgie of andere vormen van chronische pijn Algemene informatie Dag in dag uit geconfronteerd worden met aanhoudende

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Deze formule is uitstekend geschikt voor de jonge studenten om zich voor te bereiden op school of een examen.

Deze formule is uitstekend geschikt voor de jonge studenten om zich voor te bereiden op school of een examen. EASY LANGUAGES Verblijf bij een privéleraar - Taalbad U wilt graag een taalprogramma volgen en een verbluffend resultaat behalen? Een verblijf bij een privé leraar is ideaal om binnen een korte tijd een

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Toegepaste Taalkunde Academisch Nederlands

Toegepaste Taalkunde Academisch Nederlands Academisch Nederlands Toegepaste Taalkunde (TTK) Dr. Uus (Eugenia) Knops Probleem Toenemende kloof mbt taalvaardigheid (vooral schrijfvaardigheid) Nederlands tussen instroom - uitstroom / markteisen Gebrek

Nadere informatie

VAKBELEVING EN MOTIVATIE MODERNE VREEMDE TALEN.

VAKBELEVING EN MOTIVATIE MODERNE VREEMDE TALEN. 1 VAKBELEVING EN MOTIVATIE MODERNE VREEMDE TALEN. LEERLINGENVERSIE. Beste leerling, Wij willen je vragen om deze vragenlijst in te vullen over het leren van moderne vreemde talen. Hierbij zijn er geen

Nadere informatie

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN HET AAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE, HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE EN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie