Gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding

2

3 201a Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN (p.4) en BELANGRIJKE EN (p.6). In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat uw nieuwe apparaat te bieden heeft. Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren a Copyright 2010 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag, in welke vorm dan ook, gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION. Roland, GS en SuperNATURAL zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde Staten van Amerika en/of andere landen.

4 HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER HET APPARAAT OP EEN OP VEILIGE EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen WAARSCHUWING VOORZICHTIG Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. * Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden. NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt. Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden. Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden. WAARSCHUWING 002c Maak het apparaat of de adapter niet open (en voer geen interne modificaties uit). 003 Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan). Laat al het onderhoud aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur over. Deze zijn op de Informatie pagina te vinden. 004 Het apparaat mag nooit geïnstalleerd worden op plaatsen die: aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur) of die vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of natte vloeren hebben, of aan stoom of rook blootstaan, of aan zout blootstaan, of aan regen blootstaan of die stoffig of zanderig zijn of aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn. 005 Dit apparaat dient alleen met een door Roland aanbevolen standaard (KS-G8) te worden gebruikt. WAARSCHUWING 006 Wanneer het apparaat met een door Roland aanbevolen standaard (KS-G8) wordt gebruikt, moet de standaard zorgvuldig worden geplaatst zodat deze waterpas staat en stabiel zal blijven. Ook als u geen standaard gebruikt moet u zorgen dat de locatie waar u het apparaat plaatst een waterpas oppervlak heeft dat het apparaat goed ondersteunt, zodat het niet kan wiebelen. 008c Wanneer het apparaat met een door Roland aanbevolen standaard (KS-G8) wordt gebruikt, moet de standaard zorgvuldig worden geplaatst zodat deze waterpas staat en stabiel zal blijven. Ook als u geen standaard gebruikt moet u zorgen dat de locatie waar u het apparaat plaatst een waterpas oppervlak heeft dat het apparaat goed ondersteunt, zodat het niet kan wiebelen. 008e Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer. Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander apparaat worden gebruikt. 009 Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, elementen kunnen afbreken en kortsluiting kan ontstaan. Beschadigde snoeren brengen risico s van brand en schok met zich mee! 010 Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen. 4

5 HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN WAARSCHUWING 011 Plaats geen houders die vloeistof bevatten op dit product. Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten, snoeren) of vloeistoffen (water, frisdrank) in het apparaat terechtkomen. Dit kan tot kortsluiting, verkeerde werking of andere storingen leiden. 012b Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de Informatie pagina, indien: De adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd, of Er rook of een ongewone geur optreedt Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is geworden), of Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke verandering in werking laat zien. 013 In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen. 014 Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!) 015 Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten. 016 Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de Informatie pagina. 023 Speel GEEN CD-ROM disk op een conventionele CD-speler af. Het resulterende geluid kan van een zodanig niveau zijn dat permanent gehoorsverlies kan veroorzaken. Dit kan tot schade aan luidsprekers of andere systeemcomponenten leiden. VOORZICHTIG 101b Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te worden dat hun locatie of positie de benodigde ventilatie niet belemmert. VOORZICHTIG 101c Dit apparaat (RD-300NX) mag alleen met de Roland standaard KS-G8 gebruikt worden. Wanneer andere standaards worden gebruikt kan instabiliteit optreden, het geen tot mogelijke verwondingen kan leiden. 101f Zelfs als u alle waarschuwingen in de gebruikershandleiding in acht neemt, kan het apparaat door bepaalde behandelingen van de standaard vallen of kan de standaard omvallen. Wees voor gebruik bewust van de veiligheidskwesties voor dit product. 102c Als u de stekker van de adapter in het apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u deze of de behuizing van de adapter vast. 103b U dient de stekker met enige regelmaat uit het stopcontact te halen en deze schoon te maken met een droge doek om stof en andere opeenhopingen tussen de vorken van de stekker uit te halen. Ook haalt u de stekker uit het stopcontact wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen de twee stekkers kan slechte isolatie veroorzaken, dat tot brand kan leiden. 104 Probeer het in de war raken van snoeren te voorkomen. Tevens dienen alle snoeren buiten het bereik van kinderen te blijven. 106 Ga nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen zware objecten op. 107c Raak de behuizing van de adapter of zijn stekkers nooit met natte handen aan, als u deze in dit apparaat of een stopcontact steekt of eruit haalt. 108d: Selection Als het instrument verplaatst moet worden, neemt u de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen in acht. Er zijn minimaal twee personen nodig om het apparaat op veilige wijze op te tillen en te verplaatsen. Het moet voorzichtig behandeld worden en voortdurend waterpas worden gehouden. Zorg dat u het apparaat stevig vast heeft om verwondingen te voorkomen en het instrument tegen beschadigingen te beschermen. Verwijder het netsnoer. Verwijder alle snoeren van externe apparaten. 109b Voordat het apparaat wordt schoongemaakt zet u de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p.14). 110b Wanneer u onweer in uw omgeving verwacht, haalt u de stekker uit het stopcontact. 118a_edit Bewaar de aardeklem schroef niet op een plaats waar deze door kinderen per ongeluk ingeslikt kan worden. 5

6 BELANGRIJKE EN Stroomvoorziening Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een stroomvoorziening ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact. De adapter zal na lange uren werking warmte afgeven. Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken. Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zet u de stroom van alle apparaten uit. Hiermee worden storingen en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten voorkomen. Plaatsing Wanneer het apparaat in de buurt van krachtversterkers (of andere apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron. Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers. Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te zetten. Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormen of verkleuren. Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels (condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt, enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt. Laat geen objecten boven op het klavier liggen. Hierdoor kunnen storingen worden veroorzaakt, zoals toetsen die geen geluid voortbrengen. Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen de rubber voetjes het oppervlak doen verkleuren of beschadigen. U kunt een stukje stof of vilt onder de rubber voetjes plaatsen om dit te voorkomen. Als u dit doet, moet u oppassen dat het apparaat niet per ongeluk glijdt of verschuift. Reparaties en data Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van dit apparaat verloren kunnen gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt aangeboden. Sla belangrijke data altijd in een USB-geheugen op of maak er een notitie van (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd geprobeerd om het verlies van data te voorkomen. Echter, in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld als het circuit voor de geheugensectie zelf niet meer werkt), kan de opgeslagen inhoud niet meer hersteld worden. Roland is niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data. Aanvullende voorzorgsmaatregelen Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan, door een storing in het apparaat of door onjuiste bediening. Om te voorkomen dat u belangrijke data verliest, adviseren wij u regelmatig een reservekopie van belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat heeft opgeslagen in een USB-geheugen te maken. Helaas kan het soms onmogelijk zijn om de inhoud van data die in het geheugen van het apparaat of een USB-geheugen werd opgeslagen te herstellen nadat deze verloren is gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies. Behandel de knoppen, schuifregelaars en andere regelaars voorzichtig. Dit geldt ook voor het gebruik van de Jacks en aansluitingen. Ruwe behandeling kan tot storingen leiden. Sla nooit op het scherm en druk er niet hard op. Tijdens normale werking is een lichte ruis van het scherm hoorbaar. Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij de aansluiting zelf vast. Trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel. Om te vermijden dat u uw buren stoort, probeert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kiezen om een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken ( s nachts in het bijzonder.) Het geluid van toetsen die worden aangeslagen en vibraties die door het bespelen van een instrument worden geproduceerd kunnen sterker dan verwacht via de vloer of muur worden overgebracht. Zeker als u een koptelefoon gebruikt moet u opletten dat u mensen in uw omgeving niet hindert. Wanneer u het apparaat moet transporteren, verpakt u het zo mogelijk in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal). Anders zult u soortgelijk verpakkingsmateriaal moeten gebruiken. Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5, EV-7, apart verkrijgbaar). Als andere expressiepedalen worden aangesloten riskeert u storingen en/of beschadigingen van het apparaat. Plaats niets dat water bevat (bijvoorbeeld een bloemenvaas) op dit apparaat. Vermijd ook het gebruik van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen, enz. in de buurt van het apparaat. Vloeistof die op het apparaat is gemorst veegt u snel af met een droge, zachte doek. Onderhoud Voor het dagelijks schoonhouden neemt u het apparaat met een droge of licht vochtige doek af. Om hardnekkig vuil te verwijderen gebruikt u een doek met een mild, niet schurend schoonmaakmiddel. Daarna neemt u het apparaat grondig met een zachte, droge doek af. Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol of oplosmiddelen, omdat deze vervorming of kleurverandering kunnen veroorzaken. 6

7 BELANGRIJKE EN Externe geheugens gebruiken Steek de USB-geheugens helemaal in, totdat ze stevig op hun plaats zitten. Raak de aansluitcontacten van de USB-geheugens nooit aan. Zorg ook dat deze niet vies worden. USB-geheugens worden met gebruik precisiecomponenten vervaardigd, daarom dient u de volgende punten in acht te nemen bij de behandeling ervan. Om te voorkomen dat USB-geheugens door elektrische ladingen worden beschadigd, ontlaadt u statische elektriciteit die mogelijke in uw lichaam aanwezig is, voordat u met het USB-geheugen gaat werken. Zorg dat de contactpunten van de USB-geheugens niet met metalen objecten in contact komen. USB-geheugens mogen niet gebogen worden, laat ze niet vallen en stel ze niet aan schokken of trillingen bloot. Bewaar USB-geheugens niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of soortgelijke locaties. Zorg dat USB-geheugens niet nat wordt. Haal USB-geheugens niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan. Behandeling van CD s Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile disks kunnen niet goed gelezen worden. Zorg dat uw disks schoon blijven, met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsproduct. Auteursrecht Het opnemen, dupliceren, distribueren, verkopen, leasen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden van materiaal (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering enz.) waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden. Gebruik dit product niet voor doeleinden die het auteursrecht van een derde partij kunnen overtreden. We nemen geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot overtredingen van derde partij auteursrechten, die middels uw gebruik van dit apparaat optreden. Het auteursrecht van inhoud in dit product (de geluidsgolfvorm data, stijldata, begeleidingspatronen, Frasedata, Audio Loops en afbeeldingen) is aan Roland Corporation voorbehouden. Kopers van dit product mogen genoemde inhoud gebruiken voor het creëren, uitvoeren en distribueren van originele muziekstukken. Kopers van dit product mogen genoemde inhoud in oorspronkelijke of gewijzigde vorm NIET gebruiken voor het distribueren van opgenomen media van genoemde inhoud of het daarvan beschikbaar maken binnen een computer netwerk. MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent portfolio dat zich met microprocessor architectuur bezig houdt, welk door Technology Properties Limited (TPL) werd ontwikkeld. Roland heeft een licentie voor deze technologie van de TPL groep. Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. 7

8 Inhoud HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN.. 4 BELANGRIJKE EN Paneelbeschrijvingen Voorpaneel Achterpaneel Voorbereidingen De RD-300NX op een standaard plaatsen De adapter aansluiten Externe apparatuur op de RD-300NX aansluiten Pedalen aansluiten De stroom aan en uitzetten De stroom aanzetten De stroom uitzetten Het volume aanpassen Het contrast van het scherm aanpassen Het USB-geheugen aansluiten De CD-drive aansluiten Overzicht van de RD-300NX Basisstructuur van de RD-300NX Over geheugen Over Live Sets Basisbediening Hoofdschermen Over de Functieknoppen Over de cursorknoppen Een waarde bewerken De demo beluisteren (DEMO PLAY) Spelen Piano-uitvoeringen Spelen met een verscheidenheid aan Live Sets Meerdere klanken op het klavier spelen Spelen met gestapelde Tones (Dual Modus) Verschillende Tones in twee verschillende secties van het klavier spelen (Split Modus) De Layer die u wilt laten klinken selecteren (Layer Switch).. 29 De klank van een Layer veranderen Het volumeniveau van individuele Layers aanpassen De toonsoort van het klavier transponeren (TRANSPOSE) Geluidsweerkaatsing aan het geluid toevoegen (REVERB) Breedte aan het geluid toevoegen (CHORUS/DELAY) De toonhoogte van het geluid in realtime veranderen Het geluid levendiger maken (COMPRESSOR) De definitie van het geluid verbeteren (SOUND FOCUS) De niveaus van alle frequentiereeksen aanpassen (EQUALIZER) De knoppen blokkeren (Panel Lock) De handige functies voor uitvoeringen gebruiken Ritme spelen Het tempo van ritmes veranderen Het ritmepatroon veranderen De songs spelen De song selecteren Het tempo van songs veranderen Een song vooruit- of terugspoelen Naar het begin van de song terugkeren Effecten op het geluid toepassen (MFX) Opgeslagen instellingen selecteren (Live Set) De favoriete Live Sets registreren Instellingen in Live Sets opslaan Gedetailleerde instellingen voor ONE TOUCH klanken maken Gedetailleerde instellingen voor de Pianoklanken maken De instellingen opslaan De Key Touch veranderen De stemming nauwkeuriger afstellen Resonantie aanpassen als het demperpedaal wordt ingedrukt De instellingen op de beginwaardes terugzetten Gedetailleerde instellingen voor de E. pianoklanken maken De instellingen opslaan De instellingen op de beginwaardes terugzetten Gedetailleerde instellingen voor Tones maken Tone instellingen maken Layer instellingen maken De RD-300NX als een Master klavier gebruiken Wat is MIDI? Over MIDI-aansluitingen Het volume van elke Layer aanpassen De Layer die u wilt laten klinken selecteren (Layer Switch).. 52 De MIDI-aansluiting die voor uitvoer wordt gebruikt selecteren Het MIDI-zendkanaal instellen Geluiden op een extern MIDI-apparaat selecteren Gedetailleerde instellingen voor verzonden Parts Het volume en de pan aanpassen (Volume/Pan) De hoeveelheid Reverb en Chorus instellen (Reverb/Chorus) Mono geluid spelen (Mono/Poly) De transpositie voor elke individuele Layer instellen (Transpose) De toetsenreeks voor elk Layer instellen (Key Range) De reeks die in respons op de Velocity wordt gespeeld veranderen (Velocity Range) Tone elementen veranderen (ATK/DCY/REL/COF/RES) De toonhoogte op vloeiende wijze veranderen (Portamento) De verandering in volume instellen volgens de sterkte waarmee het klavier wordt bespeeld (Velocity Sense/Max). 56 De toonhoogte veranderen (Coarse Tune/Fine Tune) De reeks voor de verandering in toonhoogte met de Pitch Bend hendel instellen (Bend Range) De hoeveelheid toegepaste modulatie instellen (Modulation Depth) Elke Controller aan- en uitzetten De Control Change verzenden (USER CC) Gedetailleerde instellingen voor elke functie Parameters instellen Systeeminstellingen maken De stemming op toonhoogtes van andere instrumenten afstemmen (Master Tune)

9 Inhoud Het volume aanpassen (Master Volume) Voorkomen dat pedaalinstellingen worden veranderd (Pedal modus) De huidige Tone vasthouden, zelfs als een andere Tone wordt geselecteerd (Tone Remain) Voorkomen dat de [S1] [S2] knoppen veranderd worden (S1/S2 Modus) Program Change boodschappen gebruiken om tussen Live Sets te schakelen De USB-driver selecteren (USB Driver) De USB Memory modus veranderen (USB Memory Modus). 61 De polariteit van het pedaal veranderen (Damper/FC1/FC2 Polarity) Het aantal Parts selecteren (Part modus) De stemmingsmethode instellen (Temperament/Key) Schakelen tussen ontvangst van GM/GM2 System On en GS Reset (Rx GM/GM2 Sys On, Rx GS Reset) De aanslaggevoeligheid instellen De aanslagsterkte veranderen (Key Touch) De aanslaggevoeligheid nauwkeuriger aanpassen (Key Touch Offset) Een constant volume in respons op de speelsterkte instellen (Velocity) De timing van klanken in respons op de Velocity veranderen (Velo Delay Sens) De aanslaggevoeligheid volgens de Key Range veranderen (Velo Keyflw Sens) De NOTE-off klavier diepte specificeren (Key Off Position).. 64 Toewijzingen voor de Pedal/[S1] [S2] knoppen Functies aan de pedalen toewijzen (FC1/FC2 Pedal Assign). 65 Functies aan de [S1] [S2] knoppen toewijzen (S1/S2 Assign). 65 Reverb/Chorusinstellingen Instellingen voor Reverb maken Chorus en Delay instellen Instellingen voor de Compressor maken Het type Compressor selecteren (Type) Gedetailleerde Compressorinstellingen Bestandsbeheer Een Live set bestand opslaan (LIVE SET Save) Live Set bestanden oproepen (LIVE SET Load) Een Live Set bestand verwijderen (LIVE SET Delete) Een Live Set bestand kopiëren (LIVE SET Copy) Een song verwijderen (SONG Delete) Een song kopiëren (SONG Copy) Geheugen formatteren (Format) Ritme-instellingen maken Het tempo aanpassen (Tempo) Het volume aanpassen (Volume) Patronen veranderen (Pattern) De drumset veranderen (Rhy Set) De MIDI Output aansluiting selecteren (MIDI OUT Port) Het MIDI-kanaal voor uitvoer selecteren (MIDI Channel) Over V-LINK De V-LINK aan/uitzetten V-LINK instellingen Gedetailleerde instellingen van V-LINK Local ON/OFF Instellingen met betrekking tot het afspelen van een song veranderen De Parts die geluid zullen produceren selecteren De fabrieksinstellingen herstellen Factory Reset Current Factory Reset All Externe MIDI-apparaten aansluiten RD-300NX uitvoeringen op een externe MIDI-sequencer opnemen Aansluiten op een externe sequencer Instellingen voor het opnemen De uitvoering opnemen De Rec Modus verlaten Over de Local schakelaar De interne geluidsgenerator van de RD-300NX vanaf een extern MIDI-apparaat spelen Aansluitingen maken RD-300NX klanken vanaf een extern MIDI-apparaat selecteren Een computer aansluiten Aansluiten op een computer via de USB MIDI-aansluiting USB-drivers veranderen De instelling van USB-geheugen veranderen Appendix Probleemoplossing Lijst van meldingen Storingsmeldingen Overige meldingen Effectenlijst MFX Chorus Reverb Hoofdpecificaties Index Doelgerichte index

10 Paneelbeschrijvingen Voorpaneel [VOLUME] schuifregelaar Past het algehele volume, dat via de OUTPUT Jacks op het achterpaneel en PHONES Jack wordt uitgestuurd aan (p.18). 2. EQUALIZER [LOW] knop Past de lage frequentiereeks van het geluid aan (p.34). [MID] knop Past de middenreeks frequenties van het geluid aan (p.34). [HIGH] knop Past de hoge frequentiereeks van het geluid aan (p.34). U kunt de middenfrequentie van elke band aanpassen door de [EXIT/ SHIFT] knop ingedrukt te houden en aan de corresponderende EQUALIZER knop ([LOW] knop / [MID] knop / [HIGH] knop) te draaien. 3. REVERB, CHORUS, COMPRESSOR, SOUND FOCUS [REVERB] knop Zet de Reverb aan/uit (p.32). Past de hoeveelheid Reverb aan (p.32). Als u de [REVERB] knop ingedrukt houdt en op de [CHORUS] knop drukt, kunt u een aangesloten V-LINK compatibel extern videoapparaat besturen (p.74). [CHORUS] knop Zet de Chorus aan/uit (p.32). Past de hoeveelheid Chorus aan (p.32). Als u de [REVERB] knop ingedrukt houdt en op de [CHORUS] knop drukt, kunt u een aangesloten V-LINK compatibel extern videoapparaat besturen (p.74). [COMPRESSOR] knop Zet de Compressor aan/uit (p.33). [SOUND FOCUS] Button Zet Sound Focus aan/uit (p. 34). Hiermee kunt u de definitie van het geluid verbeteren (p.34). 4. REGELING LAYER LEVEL schuifregelaar Past het volumeniveau van elk Part aan (p.30). SONG/RHYTHM [SELECT] knop Toont een scherm waar u de song of het ritme kunt selecteren (p.36, p.37). SONG/RHYTHM [ ] knop Start/stopt het afspelen van de song of het ritme (p.36, p.37) [MIDI] knop Stelt de RD-300NX in staat tot het besturen van de externe MIDIgeluidsgenerator (p.77). [TRANSPOSE] knop Stelt de transpositiereeks van het klavier in (p.31). [SPLIT] knop Deze knop selecteert de Split modus, waarbij het klavier in twee regio s is verdeeld. U kunt dan met de rechter- en linkerhand verschillende klanken spelen (p.28). Bovendien kunt u naar de demosongs luisteren door deze knop en de [DUAL] knop tegelijk in te drukken (DEMO PLAY) (p.25). [DUAL] knop Deze knop selecteert Dual modus, waarin u de UPPER 1 en UPPER 2 klanken gestapeld over het volledige klavier kunt spelen (p.28). Bovendien kunt u naar de demosongs luisteren door deze knop en de [SPLIT] knop tegelijk in te drukken (DEMO PLAY) (p.25). 10

11 Paneelbeschrijvingen BEELDSCHERM Dit toont de Live Set namen en de waardes van verscheidene instellingen, enz. [LAYER EDIT] knop Hiermee kunt u de Layer instellingen veranderen (p.49). In sommige schermen kunt u dit ook gebruiken om functies toe te wijzen. De functienaam wordt onder in het scherm weergegeven. [TONE EDIT] knop Hiermee kunt u de klankinstellingen veranderen (p.47). In sommige schermen kunt u dit ook gebruiken om functies toe te wijzen. De functienaam wordt onder in het scherm weergegeven. [DEC] knop, [INC] knop Deze worden gebruikt om waardes te wijzigen. Als u één knop ingedrukt houdt terwijl u de andere indrukt, accelereert de waardeverandering. Cursor [ ] [ ] [ ] [ ] knoppen Druk op deze knoppen om van pagina te veranderen en om de cursor te verplaatsen. [EXIT/SHIFT] knop Wordt ingedrukt om naar een vorige pagina terug te keren of een procedure die aan de gang is te annuleren. Bovendien kunt u EDIT schermen voor gerelateerde parameters voor de volgende functies gemakkelijk oproepen door deze knop ingedrukt te houden terwijl knoppen worden ingedrukt of gedraaid of als andere regelaars worden bediend. [ENTER] knop Deze wordt gebruikt om een waarde vast te leggen of een operatie uit te voeren. 6. ONE TOUCH [PIANO] knop Selecteert de optimale instellingen voor een piano-uitvoering (p.42). [E.PIANO] knop Selecteert de optimale instellingen voor een E. piano-uitvoering (p.46). 7. FUNCTIE [MENU knop Druk op deze knop als u verscheidene instellingen wilt aanpassen (p.58). [WRITE] knop Slaat de huidige instellingen in Live Set op (p.41). BANK [PRESET] knop Selecteert een Live Set uit de Preset bank. BANK [USER] knop Selecteert een Live Set die in de User bank is opgeslagen. Sets die u bewerkt, kunnen in de User bank worden opgeslagen (p.41). 8. LIVE SET knop Met deze knoppen worden Live Set categorieën geselecteerd (p.27). 9. [S1] knop, [S2] knop Aan deze knoppen kunt u verscheidene functies toewijzen (p.64). Tijdens het spelen kunt u op deze knoppen drukken om de toegewezen functies te gebruiken. 10. Pitch Bend/Modulatiehendel Hiermee kunt u Pitch Bend besturen of vibrato toepassen (p.33). 11

12 Paneelbeschrijvingen Achterpaneel USB RY aansluiting Sluit hier een apart verkrijgbaar USB-geheugen of een CD-ROM drive aan (p.18). Gebruik een USB-geheugen of CD-ROM drive van Roland. 12. USB MIDI aansluiting U kunt dit op een computer aansluiten, zodat deze uitvoeringsdata met de RD-300NX kan uitwisselen (p.80). 13. [DISPLAY CONTRAST] knop Past het contrast van het scherm aan (p.18). 14. PEDAL Jacks (DAMPER, FC1, FC2) Als de pedaalschakelaar, behorend bij de RD-300NX, op de DAMPER Jack wordt aangesloten, kunt u de schakelaar als een demperpedaal gebruiken. Als een pedaal op de FC1 of FC2 Jack is aangesloten, kunt u een verscheidenheid aan functies aan het pedaal toewijzen (p.64). 15. MIDI-aansluitingen (IN, OUT) Wordt gebruikt om externe MIDI-apparaten aan te sluiten en voor overdracht van MIDI-boodschappen (p.77). 16. OUTPUT L (MONO)/R Jacks Hier kunnen signalen worden uitgestuurd. Deze zijn op een versterker of ander apparaat aangesloten. Voor mono uitvoer gebruikt u de L/MONO Jack (p.15). 17. PHONES Jack Op deze Jack kan een koptelefoon worden aangesloten (p.15). Zelfs wanneer een koptelefoon is aangesloten, wordt geluid nog steeds via de OUTPUT Jack uitgestuurd. 18. Aardeklem Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een ongemakkelijke sensatie ervaren of bemerken dat het oppervlak ruw aanvoelt als u dit apparaat, hierop aangesloten microfoons of de metalen gedeeltes van andere objecten zoals gitaren aanraakt. Dit komt door een oneindig kleine elektrische lading, welke absoluut onschuldig is. Als u zich hier echter zorgen over maakt, verbindt u de aardklem (zie figuur) met een externe aarde. Als het apparaat geaard is, kan een lichte brom te horen zijn, afhankelijk van de bijzonderheden van uw installatie. Als u onzeker bent over de verbindingsmethode, raadpleegt u het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn op de Informatie pagina te vinden. Locaties die niet geschikt zijn voor aansluiting Waterleidingen (kan tot schokken of elektrocutie leiden). Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden) Telefoonkabel aarde of bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn in geval van bliksem). 19. [POWER] schakelaar Deze schakelaar zet de stroom aan/uit (p.17). 20. DC IN Jack Sluit de bijgeleverde adapter op deze aansluiting aan (p.14). 12

13 Voorbereidingen De RD-300NX op een standaard plaatsen Als u de RD-300NX op een standaard plaatst, moet u de (apart verkrijgbare) KS-G8 gebruiken. Als de RD-300NX op een standaard wordt geplaatst, plaatst u deze in de hieronder getoonde positie. Als de RD-300NX met een andere standaard wordt gebruikt, kan een instabiele situatie ontstaan, waardoor het instrument kan vallen of van de standaard kan glijden, hetgeen tot verwondingen of beschadigingen kan leiden. Voor details over het in elkaar zetten van de standaard raadpleegt u de gebruikershandleiding die bij de standaard wordt geleverd. Gezien vanaf de achterkant Breng de rubber Pads van de standaard op één lijn met de achterste rand van de RD-300NX. Gezien vanaf de onderkant Plaats de RD-300NX zo, dat deze niet rust op de schroeven die zich naast de rubber voeten bevinden. Als de RD-300NX op een standaard wordt geplaatst, moet u oppassen dat uw vingers niet tussen het instrument en de standaard bekneld raken. 13

14 Voorbereidingen De adapter aansluiten 1. Zorg dat de [POWER] schakelaar uit is. 2. Breng de [VOLUME] schuifregelaars helemaal naar beneden om het volume te minimaliseren. 3. Sluit het bijgeleverde netsnoer op de bijgeleverde adapter aan. Adapter Indicator Netsnoer Stopcontact Plaats de adapter zo, dat de kant met de indicator (zie illustratie) naar boven wijst en de kant met de tekstinformatie naar beneden wijst. De indicator licht op als u de adapter in een stopcontact steekt. 4. Sluit de bijgeleverde adapter op de DC IN Jack op het achterpaneel van de RD-300NX aan, en steek het netsnoer in een stopcontact. 14

15 Externe apparatuur op de RD-300NX aansluiten Voorbereidingen De RD-300NX heeft geen versterker of luidsprekers. Om geluid te produceren moet u geluidsapparatuur zoals een monitor luidspreker of een stereoinstallatie aansluiten of een koptelefoon gebruiken. * Geluidskabels, USB-kabels, MIDI-kabels, koptelefoon, expressiepedalen en USB-geheugen zijn niet inbegrepen. Raadpleeg een Roland handelaar als u dit soort accessoires wilt aanschaffen. Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd helemaal laag en zet u de stroom van alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt. Monitor luidsprekers (actief) Computer Stereo koptelefoon RD-300NX achterpaneel Demperpedaal (DP serie) Expressiepedaal (EV-5, EV-7) of pedaalschakelaar (DP serie) MIDI IN MIDI OUT Naar stopcontact MIDI-geluidsmodule, enz. MIDI-sequencer, enz. Pedaalapparaat (RPU-3) 15

16 Voorbereidingen 1. Voordat u begint met het maken van aansluitingen, bevestigt u het volgende. Is het volume van de RD-300NX of de aangesloten versterker helemaal laag gedraaid? Is de stroom van de RD-300NX of aangesloten versterker uitgeschakeld? 2. Sluit de bijgeleverde adapter op de DC IN Jack van de RD-300NX aan, en steek de stekker in een stopcontact. 3. Sluit de RD-300NX en de externe apparaten op elkaar aan. Gebruik geluidskabels om geluidsapparatuur, zoals een versterker of luidsprekers, aan te sluiten. Gebruik MIDI-kabels om MIDI-apparaten aan te sluiten. Gebruik USB-kabels om op de computer aan te sluiten. Als u een koptelefoon gebruikt, sluit u deze op de PHONES Jack aan. Sluit zonodig pedaalschakelaars of expressiepedalen aan. Gebruik een stereo koptelefoon. Gebruik een koptelefoon van Roland. Andere koptelefoons voorzien mogelijk niet in voldoende volume. Gebruik alleen het gespecificeerde expressiepedaal (EV-5, EV-7), apart verkrijgbaar). Als andere expressiepedalen worden aangesloten kunnen storingen ontstaan of kan het apparaat beschadigen. U kunt een commercieel verkrijgbare CD-drive (apart verkrijgbaar) op de USB RY aansluiting aansluiten. U kunt een CD-drive gebruiken om songs van een CD af te spelen. Pedalen aansluiten Sluit het bij de RD-300NX behorende pedaal op één van de PEDAL Jacks aan. Als dit op de DAMPER Jack is aangesloten, kan het pedaal als een demperpedaal worden gebruikt. Als het pedaal op de FC1 of FC2 Jack wordt aangesloten, kan een verscheidenheid aan functies aan het pedaal worden toegewezen (p.50, p.65). Zet de schakelaar op het bijgeleverde pedaal op Continuous als het pedaal is aangesloten. 16

17 Voorbereidingen De stroom aan en uitzetten Nadat de aansluitingen zijn gemaakt (p.15) zet u de verscheidene apparaten in de gespecificeerde volgorde aan. Als apparaten in de verkeerde volgorde worden aangesloten, kunnen storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en andere apparaten het gevolg zijn. De stroom aanzetten 1. Voordat u de stroom aanzet, gebruikt u de [VOLUME] schuifregelaar om het volume te minimaliseren. Draai ook het volume van aangesloten geluidsapparaten en andere apparatuur helemaal laag. 2. Druk op de [POWER] schakelaar op de achterkant van de RD-300NX om de stroom aan te zetten. Het apparaat wordt opgestart, en de verlichting van het scherm treedt in werking. AAN UIT Om het onjuist functioneren van de Pitch Bend/Modulatiehendel te voorkomen (p.33), raakt u de hendel niet aan terwijl de RD-300NX aan het opstarten is. Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom duurt het na opstarten korte tijd (enkele seconden) voordat het apparaat normaal werkt. Voordat de stroom wordt aangezet moet het volume altijd helemaal laag zijn gedraaid. Zelfs als het volume helemaal laag is gedraaid kan er toch geluid hoorbaar zijn wanneer het apparaat wordt aangezet, maar dit is normaal en duidt niet op een storing. In het onwaarschijnlijke geval waarbij de stroom wordt uitgezet of afgekapt terwijl Factory Reset aan de gang is (p.76), kan de data beschadigen en kan het opstarten van het apparaat de volgende keer langer duren. 3. Zet de aangesloten externe apparaten aan. 4. Pas het volume van de aangesloten externe apparaten aan. 5. Pas het volume van de RD-300NX aan. De stroom uitzetten 1. Voordat u de stroom uitzet, draait u het volume helemaal laag door de [VOLUME] schuifregelaar te verschuiven. Draai het volume van aangesloten geluidsapparaten en andere apparatuur ook laag. 2. Zet de aangesloten externe apparaten uit. 3. Druk op de [POWER] schakelaar op de achterkant van de RD-300NX. De stroom wordt uitgeschakeld. 17

18 Voorbereidingen Het volume aanpassen 1. Pas het volume met gebruik van de [VOLUME] schuifregelaar aan. Schuif de regelaar omhoog om het volume toe te laten nemen of omlaag om het af te laten nemen. Stel het volume van het aangesloten apparaat ook op een passend niveau in. Het contrast van het scherm aanpassen Direct nadat de stroom is aangezet of na langdurig gebruik kunnen de tekens in het scherm lastig te lezen zijn. Dit kan komen door de locatie van het scherm en de manier waarop het is geplaatst. In dit soort gevallen kunt u het contrast van het scherm met de [DISPLAY CONTRAST] knop op het achterpaneel bijstellen. Achterpaneel Het USB-geheugen aansluiten U kunt Live Set bestanden en songbestanden naar een apart verkrijgbaar USB-geheugen kopiëren, om deze veilig te bewaren. U kunt ook SMF-muziekbestanden of geluidsbestanden die in een USB-geheugen zijn opgeslagen afspelen (p.37). 1. Sluit het USB-geheugen op de USB RY aansluiting op het achterpaneel van de RD-300NX aan. Achterpaneel Gebruik een USB-geheugen van Roland. We kunnen een juiste werking niet garanderen wanneer een ander USB-geheugen wordt gebruikt. Een USB-geheugen mag nooit worden geplaatst of verwijderd terwijl het apparaat is ingeschakeld. Hierdoor kan de data van het apparaat of de data in het USB-geheugen beschadigen. Steek het USB-geheugen voorzichtig helemaal naar binnen, totdat het stevig op zijn plaats zit. Als u een nieuw USB-geheugen gebruikt, moet het eerst op de RD-300NX geinitialiseerd (geformatteerd) worden. Voor details kijkt u bij Geheugen formatteren (Format) (p.72). 18

19 De CD-drive aansluiten Voorbereidingen Als u een standaard (KS-G8) gebruikt, kunt u de schroefgaten op de onderkant van de RD-300NX gebruiken om een (apart verkrijgbare) CD-drive te bevestigen. Met een CD-drive kunt u geluidsbestanden van een CD afspelen, evenals SMF muziekdata and geluidsbestanden van een DC-ROM. Voor informatie over het aan/uitzetten van de CD-drive en hoe een CD wordt geplaatst of verwijderd, raadpleegt u de gebruikershandleiding behorend bij de CD-drive. 1. Sluit de USB-kabel behorend bij de CD-drive op de USB RY aansluiting van de RD-300NX aan. Achterpaneel Wanneer de USB-kabel wordt aangesloten, moet u controleren of deze zich in de juiste richting bevindt. Druk de kabel stevig helemaal in de aansluiting. Gebruik geen overmatige kracht. 2. Zet de stroom van de aangesloten CD-drive aan. 3. Zet de RD-300NX aan. Gebruik een CD-drive van Roland. We kunnen een juiste werking niet garanderen als een andere CD-drive wordt gebruikt. CD s die zowel muziektracks als data bevatten kunnen niet correct worden afgespeeld. De RD-300NX kan alleen commerciële CD s afspelen die aan de officiële standaards voldoen (disks die het COMPACT disc DIGITAL AUDIO logo dragen). De bruikbaarheid en geluidskwaliteit van geluidsdisks die beveiligingstechnieken voor auteursrecht bevatten en andere niet-standaard CD s kan niet gegarandeerd worden. Voor meer details over muziekdisks die beveiligingstechniek voor auteursrecht bevatten, neemt u contact op met de fabrikant. U kunt geen songs op CD opslaan, en u kunt songs die op CD zijn opgenomen niet verwijderen. Bovendien kunnen CD s niet geformatteerd worden. 19

20 Overzicht van de RD-300NX Basisstructuur van de RD-300NX De RD-300NX kan in twee secties verdeeld worden: een regeling sectie en een geluidsgenerator sectie. Geluidsgenerator sectie Over geheugen RD-300NX Niet herschrijfbaar geheugen Preset geheugen Live Set 200 sets Spelen Regeling sectie (Regelaars zoals klavier, Pitch Bend hendel, enz.) Herschrijfbaar geheugen Systeemgeheugen Gebruikersgeheugen Live Set 60 sets Tijdelijk geheugen (tijdelijk gebied) Live Set Regeling sectie Deze sectie bevat het klavier, de Pitch Bend/Modulatiehendel, de paneelknoppen, schuifregelaars en pedalen die op het achterpaneel zijn aangesloten. Handelingen zoals het indrukken en loslaten van toetsen op het klavier, het indrukken van een demperpedaal enzovoort, worden in MIDI-boodschappen omgezet en naar de geluidsgenerator sectie of naar een extern MIDI-apparaat gestuurd. Geluidsgenerator sectie De geluidsgenerator sectie produceert het geluid. Hier worden MIDIboodschappen, die van de regeling sectie of van een extern MIDIapparaat worden ontvangen, naar muzikale signalen geconverteerd, welke vervolgens als analoge signalen via de OUTPUT en PHONES Jacks worden uitgestuurd. Geheugen voorziet in opslaglocaties waar Live Sets en andere instellingen worden opgeslagen. Er zijn drie types geheugen: tijdelijk geheugen, herschrijfbaar geheugen en niet herschrijfbaar geheugen. Tijdelijk geheugen Tijdelijk gebied Data voor de Patch die u via de knoppen op het voorpaneel heeft geselecteerd wordt in dit gebied opgeroepen. Als u op het klavier speelt of de SMF afspeelt, worden klanken geproduceerd volgens de instellingen die zich in het tijdelijk gebied bevinden. Als u een Patch bewerkt, wordt de data in het geheugen niet rechtstreeks gewijzigd door de veranderingen die u aanbrengt, maar wordt in het tijdelijk gebied gelezen en dan gewijzigd. De instellingen in het tijdelijk gebied zullen verloren gaan als u de stroom uitzet of andere instellingen oproept. Als u de data in het tijdelijk gebied wilt behouden, moet u deze in het herschrijfbaar geheugen opslaan. Herschrijfbaar geheugen Herschrijfbaar geheugen USB memory SONG Live Set Systeemgeheugen Het systeemgeheugen bevat systeemparameters die specificeren hoe de RD-300NX zal werken. Gebruikersgeheugen In het gebruikersgeheugen (User) kunnen Live Sets worden opgeslagen. USB-geheugen (p.18) Live Sets en songs kunnen in het USB-geheugen worden opgeslagen, op dezelfde manier als in het gebruikersgeheugen. Niet herschrijfbaar geheugen Preset geheugen De data in het Preset geheugen kan niet herschreven worden. Als u data die uit het Preset geheugen werd opgeroepen bewerkt, kunt u deze in het herschrijfbare geheugen opslaan (gebruikersgeheugen of USB-geheugen). 20

21 Overzicht van de RD-300NX Over Live Sets Op de RD-300NX kunt u de klanken die u creëert opslaan. Een klank die u creëert wordt een Live Set genoemd. U kunt de knoppen gebruiken om een Live Set op te roepen en die vervolgens te spelen. Live Sets zijn in een Preset bank en een gebruikersbank ondergebracht. Live Set Regeling sectie Geluidsgenerator sectie Layer (UPPER 1) Tone MFX Sound Focus Layer (UPPER 2) Layer (LOWER) Tone Tone Compressor Equalizer Ritme Reverb Chorus Ritme heeft alleen Reverb Layer De RD-300NX beschikt over drie Parts (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER ), die u kunt gebruiken om de interne Parts met de knoppen en het klavier van de RD-300NX vrijelijk te besturen. Deze drie Parts die voor het besturen van de interne Parts worden gebruikt, worden gemeenschappelijk de Layer genoemd. Bovendien kunt u externe MIDI-geluidsgenerators vrijelijk met de RD-300NX besturen, op dezelfde manier als met de Layer. U kunt op die manier de externe MIDI-geluidsgenerator met de drie Parts (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER ) besturen, waarbij deze groep van drie Parts de EXTERNE Layer wordt genoemd. De externe MIDI-geluidsgenerator wordt aan deze drie Parts toegewezen voor besturing. Tone De individuele klanken die gebruikt worden wanneer de RD-300NX wordt bespeeld, worden Tones genoemd. Tones worden aan elke Layer toegewezen. De Tones bevatten tevens verscheidene groepen van percussie-instrumenten, die in ritmesets zijn samengebracht. Elke toets (nootnummer) van een ritmeset produceert een ander percussie-instrument. Preset bank Deze bevat 200 voorgeprogrammeerde Live Sets. Hoewel u de inhoud van deze bank niet kunt herschrijven, kunt u vrijelijk nieuwe klanken creëren, gebaseerd op deze Live Sets. Gebruikersbank Klanken die u creëert kunnen in deze bank van 60 Live Sets worden opgeslagen. Voor details over het opslaan van een klank kijkt u bij Instellingen in Live Sets opslaan (p.41). 21

22 Overzicht van de RD-300NX Basisbediening Hoofdschermen De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die weergeven wat er kenmerkend in het scherm wordt getoond. Uw apparaat kan echter een nieuwere, verbeterde versie van het systeem hebben (bijvoorbeeld nieuwere klanken), dus dat wat u daadwerkelijk in het scherm ziet, komt soms niet overeen met hetgeen in de handleiding wordt getoond. ONE TOUCH scherm Wanneer de [PIANO] knop of de [E. PIANO] knop wordt ingedrukt, die de RD-300NX op de optimale status voor piano of E. Piano uitvoeringen instelt, wordt dit scherm getoond (p.26). Song/Rhythm scherm Als de SONG/RHYTHM [SELECT] knop wordt ingedrukt, wordt dit scherm weergegeven. U kunt de ritmepatronen, songs en het tempo veranderen (p.36, p.37). U kunt ook een (apart verkrijgbaar) USB-geheugen op de USB RY aansluiting aansluiten en SMF muziekbestanden of geluidsbestanden die u in het USB-geheugen heeft opgeslagen afspelen. Live Set scherm (basisscherm) De op dat moment geselecteerde Live Set wordt weergegeven (p.27). U kunt deze Live Set bewerken. Als een SMF muziekbestand is geselecteerd, wordt het maatnummer rechts boven in het scherm getoond. Als een geluidsbestand is geselecteerd, wordt de speeltijd rechtsboven in het scherm getoond. Druk op de [EXIT] knop om naar het Live Set scherm terug te keren. MIDI scherm Wanneer de [MIDI] knop wordt ingedrukt, schakelt de RD-300NX naar de modus waarin een externe MIDI-geluidsgenerator bestuurd kan worden (p.51). De status van deze knop bepaalt of de knoppen van de RD-300NX gebruikt worden voor besturing van de INTERNE Layer of de EXTERNE Layer. Bovendien kunt u gedetailleerde instellingen maken voor MIDIboodschappen die naar de externe geluidsgenerator gestuurd zullen worden (p.53). 22

23 Overzicht van de RD-300NX Over de Functieknoppen Over de cursorknoppen [MENU] knop Door de [MENU] knop in te drukken zodat de indicator oplicht, kunt u naar de Edit modus gaan. In de Edit modus kunt u gedetailleerde instellingen voor verscheidene functies maken (p.58). U kunt de Edit modus verlaten door de [MENU] knop in te drukken, zodat de indicator uitdooft. [WRITE] knop Slaat de huidige instellingen in Live Set op (p.41). De cursorknoppen worden gebruikt om tussen verschillende schermen te schakelen en om naar een onderdeel te gaan waarvan u de instelling wilt veranderen (door de cursor te verplaatsen). In het LAYER EDIT scherm worden deze knoppen gebruikt om de Layer te selecteren. Schakelen tussen verschillende pagina s Wanneer pijlsymbolen ( en ) rechts boven in het scherm verschijnen, wil dat zeggen dat er meerdere pagina s zijn, in de richting die met de pijlen wordt aangegeven. Met de cursor [ ] en [ ] knoppen kunt u tussen schermen schakelen. Navigeren door onderdelen die ingesteld kunnen worden (Cursor) Wanneer er meer dan één parameter in een scherm aanwezig is, wordt de naam en waarde van de te veranderen parameter in een vierkant vlak getoond. Dit vlak wordt de cursor genoemd. De cursor wordt met de cursorknoppen verplaatst. Cursor Bovendien, als er meerdere parameters horizontaal in een rij zijn, zoals in het MIDI-scherm wordt getoond, kunt u de cursor sneller laten voortbewegen door de cursorknop in te drukken die in de richting waarnaar u de cursor wilt verplaatsen wijst, terwijl u ook op de cursorknop drukt die in tegengestelde richting wijst. 23

24 Overzicht van de RD-300NX Een waarde bewerken Tijdens het veranderen van instellingswaardes kunt u de [DEC] en [INC] knoppen gebruiken. [DEC[ knop, [INC] knop Als de [INC] knop wordt ingedrukt neemt de waarde toe, en als de [DEC] knop wordt ingedrukt neemt de waarde af. Doel De waarde doorlopend veranderen De waarde snel verhogen Het onderdeel op zijn standaardwaarde instellen of uitschakelen Paneeloperaties Houd de [DEC] of [INC] knop ingedrukt. Terwijl u de [INC] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [DEC] knop. Omgekeerd kunt u de waarde snel verlagen door de [DEC] knop ingedrukt te houden en op de [INC] knop te drukken. Druk de [DEC] en [INC] knoppen gelijktijdig in. 24

25 De demo beluisteren (DEMO PLAY) Hier ziet u hoe de demosongs beluisterd kunnen worden. De RD-300NX heeft de interne demosongs die de speciale kwaliteiten van het instrument tonen. Demosong Tone Preview maakt op effectieve wijze gebruik van de interne Tones. Er zijn acht demosongs, en elk ONE TOUCH en LIVE SET knop correspondeert met één van de songs. Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan strikt privé is een overtreding van de hierop toepasbare wetgeving. Data van de muziek die gespeeld wordt zal niet via de MIDI OUT aansluitingen worden uitgestuurd Als u naar de Demo modus gaat, bevinden de verscheidene instellingen zich in dezelfde staat als op het moment vlak nadat de RD-300NX is opgestart. Alle arrangementen van instellingen die u wilt bewaren moet u in Live Set opslaan (p.41). 1. Houd de [SPLIT] knop ingedrukt en druk op de [DUAL] knop. Het Demo scherm verschijnt. 2. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen of de [DEC] [INC] knoppen om een demosong te selecteren. 3. Druk op de [ENTER] knop of de [TONE EDIT] (PLAY) knop om het afspelen van de demosong te starten. Nadat de laatste song is afgespeeld wordt de eerste song opnieuw gespeeld, enzovoort. 4. Druk op de [EXIT/SHIFT] knop of de [LAYER EDIT] (MENU) knop om een demosong tijdens het afspelen te stoppen. Als u Tone Preview heeft geselecteerd, drukt u op één van de ONE TOUCH knoppen of de LIVE SET knoppen. De demosongs worden opeenvolgend afgespeeld, beginnend bij de song van de knop die u indrukte. Als u tijdens het afspelen op een ONE TOUCH knop of LIVE SET knop drukt, wordt het afspelen van de song gestopt en wordt de nieuw geselecteerde song afgespeeld. 5. Druk op de [EXIT/SHIFT] knop of de [LAYER EDIT] (EXIT) knop terwijl de song is gestopt, om te stoppen met het Demo scherm. U zult naar het vorige scherm terugkeren. Het klavier van de RD-300NX zal geen geluid produceren terwijl de demosongs worden gespeeld. 25

26 Spelen Piano-uitvoeringen Probeer nu piano te spelen. Met de RD-300NX kunt u op elk gewenst moment de ideale instellingen voor pianospel oproepen, door simpelweg een knop in te drukken. U kunt ook uw favoriete klanken en instellingen selecteren en deze onder de knoppen van de RD-300NX opslaan Druk op de [PIANO] knop of de [E. PIANO] knop. Als de [PIANO] knop wordt ingedrukt, wordt het gehele klavier op het spelen met de pianoklank ingesteld. Als de [E. PIANO] knop wordt ingedrukt, wordt het gehele klavier ingesteld op het spelen met de elektrische piano klank. Als u op een [PIANO] knop of de [E. PIANO] knop drukt, worden alle instellingen, behalve de Tone instellingen, op hun standaard waardes van vlak nadat het instrument is opgestart ingesteld. Als u deze instellingen wilt behouden, slaat u deze in een Live Set op (p.41). 2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om een variatie te selecteren. Door een [PIANO] knop of de [E. PIANO] knop enkele seconden ingedrukt te houden, kunt u de variatie die op dat moment voor die knop is geselecteerd opslaan. Gedetailleerde instellingen maken Met de RD-300NX kunt u ook gedetailleerde instellingen maken, zodat de klank nog beter bij uw favoriete piano-uitvoeringen past. Configuraties kunnen voor elke variatie worden opgeslagen. Voor details over de verschillende parameterinstellingen kijkt u bij Gedetailleerde instellingen voor pianoklanken maken (p.42). Wanneer u een instelling bewerkt, zal een * verschijnen. Als u de stroom uitzet of een One Touch Tone of Live Set selecteert terwijl * wordt getoond, zal de verandering die u maakt worden genegeerd. Als u de instellingen wilt behouden, slaat u de Live Set op (p.41). 26

27 Spelen Spelen met een verscheidenheid aan Live Sets De RD-300NX wordt met vele ingebouwde klanken geleverd. Elk van deze individuele klanken wordt een Live Set genoemd. Live Sets worden aan de LIVE SET knoppen toegewezen, volgens de geselecteerde klank categorie. Elke categorie heeft meerdere variaties. Probeer een aantal verschillende Live Sets te selecteren en te spelen Druk op de BANK [PRESET] knop of de BANK [USER] knop om de bank te selecteren. De indicator van de geselecteerde knop licht op. 2. Druk op één van de LIVE SET knoppen om de categorie te selecteren. De indicator van de geselecteerde LIVE SET knop licht op. 3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de klank te selecteren. Speel op het klavier, en de geselecteerde Live Set zal te horen zijn. Door een LIVE SET knop enkele seconden ingedrukt te houden, kunt u de variatie die op dat moment voor die knop is geselecteerd opslaan. De volgende keer dat u die knop indrukt, zal de opgeslagen variatie worden geselecteerd. Wanneer u een instelling bewerkt, zal een * verschijnen. Als u de stroom uitzet of een One Touch Tone of Live Set selecteert terwijl * wordt getoond, zal de verandering die u maakt worden genegeerd. Als u de instellingen wilt behouden, slaat u de Live Set op (p.41). 2 27

28 Spelen Meerdere klanken op het klavier spelen De RD-300NX beschikt over drie interne Layers (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER), en één Tone kan aan elke Layer worden toegewezen. U kunt met een combinatie van klanken spelen door elke Layer aan of uit te zetten. U kunt meerdere klanken stapelen, en zelfs verschillende klanken in de linker- en rechtergedeeltes van het klavier spelen. UPPER 1 UPPER 2 LOWER Spelen met gestapelde Tones (Dual Modus) In deze modus kunt u de UPPER 1 en UPPER 2 Tones spelen, gestapeld over het volledige klavier Druk op de [Dual] knop, zodat de indicator oplicht. Bespeel het klavier. De Tones van UPPER 1 en UPPER 2 worden gestapeld en gespeeld. 2. Druk nog een keer op de [Dual] knop, en de indicator dooft uit. De Tones van UPPER 1 worden gespeeld. U kunt ook drie Tones stapelen door de LOWER Tone toe te voegen. Voor details kijkt u bij De Layer die u wilt laten klinken selecteren (Layer Switch) (p.29). Verschillende Tones in twee verschillende secties van het klavier spelen (Split Modus) Een verdeling van het klavier in rechter- en linkerhandsecties wordt een Split genoemd, en de toets waarop de verdeling plaatsvindt wordt het splitspunt genoemd. In de Split modus wordt een klank die aan de rechterkant wordt gespeeld een UPPER part genoemd, en de klank die aan de linkerkant wordt gespeeld noemen we een LOWER part. Het splitspunt behoort tot de LOWER sectie. In de fabriek is het splitspunt op F#3 ingesteld. U kunt het splitspunt veranderen. Kijk bij Het splitspunt van het klavier veranderen (p.29) Druk op de [SPLIT] knop, zodat de indicator oplicht. Speel op het klavier. De UPPER Tone wordt in de rechterhandsectie van het klavier gespeeld, en de Splitspunt (F#3) LOWER Tone wordt in de linkerhandsectie gespeeld. LOWER UPPER 1 2. Om de Split modus te verlaten, drukt u nogmaals op de [SPLIT] knop zodat de indicator uitdooft. 28

29 Spelen Het splitspunt van het klavier veranderen U kunt het punt waarop het klavier wordt verdeeld (het splitspunt) in de Split modus veranderen. 1. Houd de [SPLIT] knop enkele seconden ingedrukt. De huidige waarde van de instelling wordt getoond. 2. Terwijl u de [SPLIT] knop ingedrukt houdt, drukt u op de toets die het nieuwe splitspunt moet worden. Als u de [SPLIT] knop loslaat, zal het vorige scherm opnieuw verschijnen. Het splitspunt behoort tot de LOWER sectie. Als u het splitspunt specificeert, wordt de toetsenreeks van elke Layer LWR (Key Range Lower) (p.49) en UPR (Key Range Upper) (p.49) op het splitspunt in links en rechts verdeeld, en op de waardes die in de tabel worden getoond ingesteld. Layer UPPER 1, UPPER 2 LOWER Reeks Splitspunt + 1-C8 A0-splitspunt Als het splitspunt wordt veranderd, veranderen ook de Key Range LWR (Key Range Lower) (p.49), UPR (Key Range Upper) (p.49). U kunt het splitspunt veranderen en in stappen van halve tonen aanpassen, door de [SPLIT] knop ingedrukt te houden en op de [DEC] [INC] knoppen te drukken. Elke gewenste toetsenreeks kan vrijelijk voor elke Layer worden ingesteld. Voor details kijkt u bij LWR (Key Range Lower) (p.49), UPR (Key Range Upper) (p.49). UPPER 2 LOWER UPPER 1 De Layer die u wilt laten klinken selecteren (Layer Switch) Hier ziet u hoe elke Layer aan of uit wordt gezet Druk op de [LAYER EDIT] knop, zodat de LAYER EDIT indicator is verlicht. Het LAYER EDIT scherm verschijnt. 2. Gebruik de Cursor [ ] [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de naam van de Layer UP1, UP2 of LW (kleine letters als de Layer is uitgeschakeld), uiterst links op de eerste pagina, te verplaatsen. De geselecteerde Layer naam wordt geaccentueerd. 3. Gebruik de [INC] [DEC] knoppen om de Layer aan of uit te zetten. Als een Layer is uitgeschakeld, wordt zijn naam met kleine letters weergegeven. 29

30 Spelen De klank van een Layer veranderen Druk op de [LAYER EDIT] knop om naar het LAYER EDIT scherm te gaan. 2. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de Layer, waarvan u de klank wilt veranderen, te selecteren. Als een Layer schakelaar is uitgezet, wordt zijn naam met kleine letters weergegeven. 3. Gebruik de LIVE SET knoppen om de klankcategorie te selecteren, en gebruik dan de [DEC] [INC] knoppen om een klank te selecteren. Het volumeniveau van individuele Layers aanpassen Op de RD-300NX wordt ieder Part, dat met gebruik van de interne geluidsgenerator wordt gespeeld, een Layer genoemd. Voor elke Layer (UPPER 1, UPPER 2, LOWER) kunt u de Layer LEVEL schuifregelaar gebruiken om zijn volume aan te passen. LAYER LEVEL schuifregelaars LAYER LEVEL schuifregelaar Past het volume van een individuele Layer aan. Gebruik de [VOLUME] schuifregelaar om het algehele volumeniveau aan te passen (p.18). 30

31 De toonsoort van het klavier transponeren (TRANSPOSE) U kunt uitvoeringen transponeren zonder dat de toetsen die u speelt veranderen, en ook kan de toonhoogte een octaaf veranderd worden. Deze eigenschap wordt Transpositie genoemd. Dit is een handige optie om te gebruiken als u de toonhoogte van het klavier met de toonhoogte van een vocalist overeen wilt laten komen of als u met gebruik van bladmuziek voor trompet of andere getransponeerde instrumenten wilt spelen. U kunt de transpositie-instelling in stappen van halve tonen binnen een reeks van ten opzichte van C4 aanpassen. Vanuit de fabriek is de transpositie op 0 ingesteld. Spelen NOTE boodschappen van de MIDI IN aansluiting zullen niet getransponeerd worden Houd de [TRANSPOSE] knop enkele seconden ingedrukt. Het Transpose scherm verschijnt, en de huidige waarde van de instelling wordt weergegeven. 2. Houd de [TRANSPOSE] knop ingedrukt en druk op een toets. Als u op de C4 (middelste C) toets drukt, wordt de hoeveelheid transpositie op 0 ingesteld. Bijvoorbeeld, om een E te laten linken als u C op het klavier speelt, houd u de [TRANSPOSE] knop ingedrukt en drukt u op de E4 toets. De mate van transpositie wordt dan +4. Als u de [TRANSPOSE] knop loslaat, zal het vorige scherm opnieuw verschijnen. Wanneer de hoeveelheid transpositie is ingesteld, wordt de Transpose functie ingeschakeld en licht de [TRANSPOSE] knop op. Als de transpositiewaarde op 0 is ingesteld, blijft de indicator van de knop donker, zelfs als u op de [TRANSPOSE] knop drukt. U kunt ook transponeren door de [TRANSPOSE] knop ingedrukt te houden en de [DEC] [INC] knoppen te gebruiken. Zelfs als de Transpose functie is aangezet, blijft het splitspunt hetzelfde (p.29). 3. Om Transpose uit te zetten drukt u op de [TRANSPOSE] knop zodat de indicator uitdooft. De volgende keer dat de [TRANSPOSE] knop wordt ingedrukt, wordt het geluid getransponeerd volgens de hoeveelheid die met de hier ingestelde waarde correspondeert. U kunt de mate van transpositie voor elke Layer individueel instellen. Voor details, zie TRA (Transpose) (p.49). Als de hoeveelheid transpositie 0 is, zal de [TRANSPOSE] knop niet worden aangezet, ook als drukt u deze in. 31

32 Spelen Geluidsweerkaatsing aan het geluid toevoegen (REVERB) De RD-300NX kan een Reverb-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt. Het toepassen van Reverb voegt een plezierige weerkaatsing aan hetgeen u speelt toe, zodat het klinkt alsof u in een concertzaal speelt Druk op de [REVERB] knop zodat de indicator oplicht. De Reverb wordt aangezet. Elke keer dat u op de [REVERB] knop drukt, wordt de Reverb afwisselend aan en uitgezet. Types Reverb kunnen bij Reverb Type (p.66) van het 3. Effects EDIT scherm worden geselecteerd. 2. Houd de [REVERB] knop ingedrukt en gebruik de [INC] [DEC] knoppen om de hoeveelheid Reverb aan te passen. Als de [INC] knop wordt ingedrukt zal de Reverb dieper worden toenemen. Als de [DEC] knop wordt ingedrukt zal de Reverb afnemen. De diepte van de Reverb kan binnen een reeks van worden aangepast. Als de Layer instelling (LAYER EDIT) REV (Reverb Amount) op 0 staat, is er geen effect, ook al past u de Reverbdiepte aan (p.49). Breedte aan het geluid toevoegen (CHORUS/DELAY) U kunt een Chorus- en Delay-effect op de noten die u op het klavier speelt toepassen. Door het Chorus- en Delay-effect toe te passen kunt u het geluid een grotere dimensie geven, met meer dikheid en breedte Druk op de [CHORUS] knop zodat de indicator oplicht. Chorus wordt aangezet. Elke keer dat u op de [REVERB] knop drukt, wordt de Reverb afwisselend aan en uitgezet. Types Chorus kunnen bij Chorus Type (p.66) van het 3. Effects EDIT scherm worden geselecteerd. 2. Houd de [CHORUS] knop ingedrukt en gebruik de [INC] [DEC] knoppen om de hoeveelheid Chorus aan te passen. Als de [INC] knop wordt ingedrukt zal de Chorus dieper worden. Als de [DEC] knop wordt ingedrukt zal de Chorus afnemen. De diepte van de Chorus kan binnen een reeks van worden aangepast. Als de Layer instelling (LAYER EDIT) CHO (Chorus Amount) op 0 staat, is er geen effect, ook al past u de Chorusdiepte aan (p.49). 32

33 De toonhoogte van het geluid in realtime veranderen Terwijl u op het klavier speelt, beweegt u de hendel naar links om de toonhoogte te verlagen of naar rechts om de toonhoogte te verhogen. Dit staat bekend als Pitch Bend. U kunt ook vibrato toepassen door de hendel van u af te duwen. Dit staat bekend als Modulatie. Als u de hendel van u af duwt en deze tegelijkertijd naar rechts of links beweegt, kunt u beide effecten gelijktijdig toepassen. Het effect dat wordt verkregen als u de hendel beweegt kan verschillen, afhankelijk van de klank die wordt gebruikt. Bovendien is het effect dat wordt toegepast door de hendel te bewegen voor elke klank van tevoren vastgesteld, en kan niet veranderd worden. Het geluid levendiger maken (COMPRESSOR) Pitch Bend Wanneer de Compressor wordt aangezet, worden verschillen in volume onderdrukt voor een consistenter geluid. 2 Modulatie Spelen Druk op de COMPRESSOR [ON/OFF] knop, zodat de indicator oplicht. Elke keer dat u de [COMPRESSOR] knop indrukt wordt de Compressor afwisselend aan en uitgezet. 2. Houd de [COMPRESSOR] knop ingedrukt en gebruik de [INC] [DEC] knoppen om de hoeveelheid compressie aan te passen. Als de [INC] knop wordt ingedrukt zal de compressie dieper worden. Als de [DEC] knop wordt ingedrukt zal de compressie afnemen. De diepte van de compressie kan op ORIGINAL worden gezet of binnen een reeks van worden aangepast. 3. Om deze functie op te heffen drukt u nogmaals op de [COMPRESSOR] knop, zodat de indicator uitdooft. Geluiden kunnen bij bepaalde klanken vervormen. U kunt de Compressorinstellingen vrijelijk bewerken. Kijk bij De Compressor instellingen maken (p.67). 33

34 Spelen De definitie van het geluid verbeteren (SOUND FOCUS) Het geluid kan meer prominent worden gemaakt door Sound Focus aan te zetten Druk op de SOUND FOCUS [ON/OFF] knop zodat de indicator oplicht. Elke keer dat u de [SOUND FOCUS] knop indrukt, wordt de Sound Focus afwisselend aan en uitgezet. 2. Houd de [SOUND FOCUS] knop ingedrukt en gebruik de [INC] [DEC] knoppen om de hoeveelheid Sound Focus aan te passen. Als de [INC] knop wordt ingedrukt zal de compressie dieper worden. Als de [DEC] knop wordt ingedrukt zal de compressie afnemen. De diepte van de Sound Focus kan binnen een reeks van worden aangepast. 3. Om deze functie op te heffen drukt u nogmaals op de [SOUND FOCUS] knop, zodat de indicator uitdooft. Geluiden kunnen bij bepaalde klanken vervormen. Met de Sound Focus Type instelling kunt u het Sound Focus effect specificeren. Voor details kijkt u bij Klankinstellingen maken (p.47). De niveaus van alle frequentiereeksen aanpassen (EQUALIZER) De RD-300NX is uitgerust met een driebands equalizer. U kunt de EQUALIZER [LOW] knop, [MID] knop en [HIGH] knop gebruiken om het niveau van elke frequentiereeks aan te passen. Door de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt te houden en de corresponderende knop aan te zetten, kunt u de middenfrequentie van elke frequentiereeks aanpassen. Egalisatie wordt op het algehele geluid dat via de OUTPUT Jacks wordt verzonden toegepast Draai aan de knoppen om de niveaus en de frequentie in elke reeks aan te passen. Als een EQUALIZER [LOW], [MID] of [HIGH] knop naar links wordt gedraaid, neemt het niveau van de corresponderende reeks af. Als u de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het niveau toe. Door een knop naar links (of rechts) te draaien terwijl u de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt houdt, kunt u de frequentie van de corresponderende reeks verlagen (of verhogen). U kunt op de [TONE EDIT] (NUMERIC) knop drukken om een numerieke aflezing voor de waarde van de instelling te verkrijgen. Als de [TONE EDIT] (NUMERIC) knop wordt ingedrukt, wisselt u tussen NUMERIC en GRAPHIC af, als het formaat voor dat wat in het scherm wordt aangeduid. De manier waarop instellingen worden gemaakt verschilt, afhankelijk van het gebruikte formaat, als volgt: GRAPHISCH NUMERIEK 34

35 Spelen Als het grafische formaat wordt gebruikt: Pas de knop lichtelijk aan voor de reeks waarbinnen u de waarde wilt veranderen om de cursor te verplaatsen. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om de frequentie aan te passen. Druk op de cursor [ ] [ ] knoppen om de Q aan te passen. Als het numerieke formaat wordt gebruikt: Druk op de CURSOR [ ] [ ] knoppen om de cursor te verplaatsen. Druk op de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te veranderen. Druk herhaaldelijk op de [Layer EDIT] (BAND) knop om door de te bewerken frequentiereeksen te lopen. Bij bepaalde knop instellingen kunnen geluiden vervormen. Als dit gebeurt past u de Input Gain boven in het NUMERIC scherm aan. De knoppen blokkeren (Panel Lock) Met de Panel Lock functie kunt u de knoppen tijdelijk blokkeren, zodat hun instellingen niet per ongeluk worden veranderd, bijvoorbeeld op het podium. De volgende knoppen kunt u echter nog steeds bedienen, zelfs als Panel Lock van kracht is. [VOLUME] schuifregelaar [DISPLAY CONTRAST] knop Pitch Bend/Modulatiehendel Pedalen ONE TOUCH PIANO knop ONE TOUCH E. PIANO knop [EXIT/SHIFT] knop 1. Terwijl u de [MENU] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [ENTER] knop. Het paneel wordt geblokkeerd, en het scherm dat hier rechts wordt getoond zal verschijnen. 2. Druk op de [EXIT/SHIFT] knop, de [PIANO] knop of de [E.PIANO] knop om Panel Lock op te heffen. U kunt de Panel Lock functie aan de [S1] knop of [S2] knop toewijzen. Kijk bij De [S1] [S2] knoppen toewijzen als S1/S2 Modus op SYSTEM is ingesteld (p.61). 35

36 De handige functies voor uitvoeringen gebruiken Ritme spelen De RD-300NX beschikt over interne drumpatronen die Jazz, Rock en andere muzikale genres verrijken. Deze drumpatronen worden Ritmes genoemd Druk op de [SELECT] knop zodat de indicator op de knop oplicht. Het SONG/RHYTHM scherm zal verschijnen Druk op de [LAYER EDIT] (SONG/RHYTHM) knop om naar het RHYTHM scherm te gaan. Elke keer dat u op de [LAYER EDIT] (SONG/RHYTHM) knop drukt, wisselt u tussen het SONG scherm en het RHYTHM scherm af. 3. Druk op de [ ] knop zodat deze oplicht. Het ritme begint te spelen. Als u nog een keer op de [ ] knop drukt om de verlichting uit te laten doven, zal het ritme stoppen. Als u op de [LAYER EDIT] (SONG.RHYTHM) knop drukt om naar het SONG scherm over te schakelen terwijl een ritme speelt, zal het ritme stoppen. Het tempo van ritmes veranderen 1. In het Rhythm scherm drukt u op de Cursor [ ] knop om de cursor naar de tempo-indicatie op de bovenste regel van het scherm te verplaatsen. 2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om het tempo te veranderen. De ritmes worden op het geselecteerde tempo afgespeeld. De manier waarop ritme en tempo worden gespeeld kan bij sommige ritmepatronen verschillen. Als u de op [MENU] knop drukt en dan 6. Rhythm kiest, kunt u naast het tempo en patroon van het ritme een verscheidenheid aan andere instellingen bewerken. Voor details kijkt u bij De ritme-instellingen maken (p.73). Het ritmepatroon veranderen U kunt selecteren op welke manier een ritme (het patroon) wordt gespeeld, zodat het bij verschillende muzikale genres past. 1. In het RHYTHM scherm gebruikt u de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar het ritmenummer dat in het scherm wordt getoond te verplaatsen. 2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om het patroon te veranderen. Het patroon van het ritme zal veranderen. 3. Om het ritme te stoppen drukt u op de [ ] knop zodat zijn indicator uitdooft. U kunt de DATA LIJST van de Roland website downloaden. Roland website: 36

37 De handige functies voor uitvoeringen gebruiken De songs spelen Hier ziet u hoe SMF muziekbestanden of geluidsdata van een USB-geheugen of geluidstracks van een CD afgespeeld kunnen worden. U kunt songs die in een USB-geheugen (apart verkrijgbaar) zijn opgeslagen afspelen. Voor details kijkt u bij Het USB-geheugen aansluiten (p.18). Als u een apart verkrijgbare CD-drive wilt aansluiten, raadpleegt u de gebruikershandleiding van de CD-drive Druk op de [SELECT] knop zodat de indicator op de knop verlicht is. Het SONG/RHYTHM scherm verschijnt. 2. Druk op de [LAYER EDIT] (SONG/RHYTHM) knop om naar het SONG scherm te gaan. Elke keer dat u op de [Layer EDIT] (SONG/RHYTHM) knop drukt, wisselt u tussen het SONG scherm en het RHYTHM scherm af. 3. Druk op de [ ] knop zodat deze oplicht. De song wordt gespeeld. Als u op de [ ] knop drukt om zijn verlichting uit te zetten, zal de song stoppen met spelen. Zelfs als u de Live Set verandert terwijl een song wordt gespeeld, zal het tempo niet veranderen. Als u de Live Set verandert terwijl het afspelen van de song is gestopt, zal het tempo in het tempo dat in de Live Set is opgeslagen veranderen. De song selecteren 1. In het SONG scherm gebruikt u de [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de media indicatie in het scherm te verplaatsen. 2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om het gewenste medium te selecteren. 2 Type INT USB Uitleg Songs in het interne geheugen van de RD-300NX Songs in het USB-geheugen dat op de USB RY aansluiting is aangesloten Songs op een CD in een CD-drive die op de USB RY aansluiting is aangesloten 3. Druk op de Cursor [ ] knop om de cursor naar het songnummer te verplaatsen. 4. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om een song te selecteren. 5. Druk op de [ ] knop zodat deze oplicht. De song begint te spelen. Als songs in mappen worden geselecteerd 1. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de map te selecteren die de song die u wilt afspelen bevat.. Het (map) icoon wordt getoond. 2. Druk op de [ENTER] knop. De songs in de map worden weergegeven. 3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om een song te selecteren. Om de map te verlaten gebruikt u de [DEC] [INC] knoppen of de VALUE draaiknop om up te selecteren. Druk dan op de [ENTER] knop. Als één map meer dan 500 bestanden en mappen bevat, worden sommige bestanden of mappen mogelijk niet weergegeven. Songnummer 000 is met een Preset song geprogrammeerd. 37

38 De handige functies voor uitvoeringen gebruiken Het tempo van songs veranderen 1. In het SONG scherm drukt u op de Cursor [ ] knop of [ ] knop om de cursor naar de tempo indicatie op de bovenste regel van het scherm te verplaatsen. Als een geluidsbestand is geselecteerd, wordt de waarde als een percentage aangegeven. 2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de VALUE draaiknop om het tempo te veranderen. De songs worden op het geselecteerde tempo gespeeld. Een song vooruit- of terugspoelen 1. In het SONG scherm drukt u op de Cursor [ ] knop of [ ] knop om de cursor naar de maatindicatie rechtsboven in het scherm te verplaatsen. Als een geluidsbestand is geselecteerd, is de indicatie de afspeeltijd. 2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te veranderen. De afspeelpositie verandert, zoals door de indicatie wordt aangegeven. Naar het begin van de song terugkeren 1. In het SONG scherm houdt u de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en drukt u op de [DEC] knop. Opletten bij het afspelen van geluidsbestanden Het veranderen van het afspeeltempo van een geluidsbestand plaatst een aanzienlijke verwerkingslast op de RD-300NX, en kan in sommige gevallen veroorzaken dat alle uitvoeringsdata van het klavier niet geheel verwerkt kunnen worden. Als dit gebeurt kunt u het probleem wellicht oplossen door de volgende acties uit te voeren: Zet de songtempo op zijn oorspronkelijke instelling terug (op 0%). 38

39 Effecten op het geluid toepassen (MFX) De handige functies voor uitvoeringen gebruiken Naast Chorus (p.32) en Reverb (p.32) kunt u met de RD-300NX ook multi-effecten op geluiden toepassen. De multi-effecten voorzien in een verscheidenheid aan effecten, zoals Distortion en Rotary. Multi-effecten zijn voor de UPPER 1 Layer beschikbaar. In de fabrieksinstellingen is er een passend effect aan alle Tones toegewezen. 1. Ga naar het Live Set scherm (p.27). 2. Druk op de [TONE EDIT] knop. De [TONE EDIT] knop licht op en het TONE EDIT scherm zal verschijnen. De MFX parameters worden weergegeven als UPPER 1 is geselecteerd. 3. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om MFX te kiezen. 4. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de parameter die u wilt bewerken te verplaatsen. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de gewenste waarde in te stellen. 6. Als u klaar bent met bewerken, drukt u op de [TONE EDIT] knop, zodat zijn indicator uitdooft. U zult naar het Live Set scherm terugkeren. Effecten worden niet op Tones toegepast waarvan de TONE EDIT MFX instellingen op 0 THRU zijn ingesteld (p.47). U kunt de DATA LIJST van de Roland website downloaden. Roland website: 39

40 De handige functies voor uitvoeringen gebruiken Opgeslagen instellingen selecteren (Live Set) De klankinstellingen van Layer (p.49) en EXTERNAL Layer (p.52) van de RD-300NX, effectinstellingen en soortgelijke instellingen worden gezamenlijk een Live Set genoemd. Nadat u uw voorkeursinstellingen en instellingen voor de songs die als een Live Set uitgevoerd zullen worden heeft opgeslagen, kunt u hele groepen instellingen tijdens een uitvoering veranderen, door eenvoudigweg van Live Set te veranderen. U kunt maximaal 60 Live Sets opslaan. De Preset bank bevat aanbevolen Live Sets. Probeer nu eens een Live Set op te roepen. De huidige instellingen worden gewist wanneer een Live Set wordt opgeroepen. Als u instellingen heeft gecreëerd die u wilt behouden, moeten deze in de User bank worden opgeslagen. Voor details over het opslaan van instellingen in de User bank kijkt u bij Instellingen in Live Sets opslaan (p.41). 1. Druk op de LIVE SET knop zodat de indicator oplicht. Het Live Set scherm zal verschijnen. 2. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of LIVE SET knoppen om de Live Set die u wilt oproepen te selecteren. De favoriete Live Sets registreren Uw favoriete Live Sets die u vaak gebruikt kunnen onder de LIVE SET knoppen geregistreerd worden. Deze Live Sets worden Favoriete Live Sets genoemd. Met deze functie kunt u de Live Sets ook sneller oproepen. In totaal kunt u 24 Live Sets, zes Live Sets in elk van de vier banken, in de Favorite Live Sets registreren. 1. In het Live Set scherm roept u de Live Set die u wilt registreren op. 2. Houd de BANK [PRESET] knop ingedrukt en druk op de BANK [USER] knop. Het FAVORITES scherm verschijnt. 3. Gebruik de [TONE EDIT] (BANK CHANGE) knop om de bank waarin u de Live Set wilt registreren te selecteren. 4. Houd de [Layer EDIT] (ASSIGN) knop ingedrukt en druk op de LIVE SET knop waarin u de Live Set wilt registreren. De Live Set wordt in de ingedrukte knop geregistreerd. 5. Om naar het Live Set scherm terug te keren drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. Instellingen die in de RD-300NX zijn geregistreerd worden niet verwijderd, ook niet als de stroom wordt uitgezet. Een geregistreerde Live Set selecteren 1. Houd de BANK [PRESET] knop ingedrukt en druk op de BANK [USER] knop. Het FAVORITES scherm zal verschijnen. 2. Druk op de [TONE EDIT] (BANK CHANGE) knop om de gewenste bank te selecteren. Als u op de [Layer EDIT] (ASSIGN) knop drukt, wordt een lijst met Live Sets die in de knoppen van de geselecteerde bank zijn geregistreerd in het scherm getoond. Er zijn vier banken (A-D). Als de [TONE EDIT] (BANK CHANGE) knop herhaaldelijk wordt ingedrukt, loopt u voortdurend door de banken in deze volgorde: A B C D A U kunt tussen schermen schakelen door de [Layer EDIT] (ASSIGN) knop ingedrukt te houden en de cursor [ ] [ ] knoppen te gebruiken. 3. Druk op één van de LIVE SET knoppen om de gewenste Live Set te selecteren. 4. Speel op het klavier. De instellingen van de Live Set die heeft opgeroepen worden ingeschakeld. 5. Om naar het Live Set scherm terug te keren drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 40

41 Instellingen in Live Sets opslaan De handige functies voor uitvoeringen gebruiken Als u de veranderde inhoud als een nieuwe Live Set wilt gebruiken, volgt u de volgende procedure om de instellingen in de User bank op te slaan. U kunt 60 Live Sets in de RD-300NX opslaan. U kunt ook de naam van een Live Set veranderen. 1. Druk op de [WRITE] knop zodat de indicator oplicht. Naam van nieuwe Live Set Een scherm zoals hier rechts wordt getoond zal verschijnen. Bestemming 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor te verplaatsen naar de posities waar de tekens ingevoerd moeten worden. 3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de tekens in te voeren. De volgende tekens zijn beschikbaar. Spatie,! # $ % & ( ) * +, -. / 0 9 : ; < = A Z [ \ ] ^ _ ` a z { } ~ Als de [TONE EDIT] (DELETE) knop wordt ingedrukt, wordt één teken verwijderd.. Als de [TONE EDIT] (INSERT) knop wordt ingedrukt, wordt een lege ruimte ter grootte van een enkel teken ingevoerd. 4. Herhaal stappen 2-3 om de naam in te voeren. 5. Druk op de Cursor [ ] knop om de cursor naar het Live Set nummer van de bestemming te verplaatsen. Als de Cursor [ ] knop wordt ingedrukt, zelfs terwijl de naam wordt ingevoerd, wordt de cursor naar het Live set nummer van de opslagbestemming verplaatst. 6. Selecteer het Live set nummer van de opslagbestemming, met gebruik van de [DEC] [INC] knoppen. 7. Als u de opslagbestemming en de naam voor de nieuwe Live set heeft bepaald, drukt u op de [ENTER] knop of de [LAYER EDIT] (WRITE) knop. De indicator van de [ENTER] knop knippert, en het bevestigingsscherm verschijnt. Als u de Live Set niet wilt opslaan, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop of de [WRITE] knop. 8. Als de [ENTER] knop wordt ingedrukt, begint het opslaan van de Live Set. Wanneer u de Live Set heeft opgeslagen, dooft de indicator van de [WRITE] knop uit en keert u naar het Live Set scherm terug. Zet nooit de stroom uit terwijl Executing in het scherm wordt weergegeven. Instellingen die niet in een Live Set worden opgeslagen De volgende instellingen kunnen niet in een Live Set worden opgeslagen. Systeeminstellingen (p.59). Compressor instellingen (p.67). V-LINK instellingen (p.74). Instellingen voor Play Modus, Transpose, Center Cancel en Part Switch onder Song functie (p.75). Rec instelling (p.77) Als de [LAYER EDIT] (WRITE) knop in het EDIT scherm wordt ingedrukt, worden de systeem en V-LINK instellingen opgeslagen. 41

42 Gedetailleerde instellingen voor ONE TOUCH klanken maken Gedetailleerde instellingen voor de Pianoklanken maken U kunt gedetailleerde instellingen maken om de pianoklank, die wordt gebruikt als u op de ONE TOUCH PIANO knop (p.26) drukt, aan te passen. Deze gedetailleerde instellingen kunnen voor elke variatie worden opgeslagen. 1. In het ONE TOUCH PIANO scherm gebruikt u de [DEC] [INC] knoppen om de variatie die u wilt bewerken te selecteren. 2. Druk op de [TONE EDIT] knop. Het TONE EDIT scherm verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om tussen schermen te schakelen, en druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. Verplaats de cursor naar één van de volgende menu s en druk op de [ENTER] knop. In het scherm dat volgt selecteert u dan de parameter die u wilt instellen. 1. Key Touch Edit 2. Micro Tune Edit 3. Sym. Resonance 4. Write 5. Initialize 4. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te bewerken. Voor details over de parameters raadpleegt u de Piano Parameters tabel (p.43). 5. Als u klaar bent met het maken van instellingen, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. U keert naar het ONE TOUCH PIANO scherm terug. Afhankelijk van de geselecteerde pianoklank kan deze instelling mogelijk niet beschikbaar zijn. De instellingen opslaan 1. Druk op de [TONE EDIT] knop. Het TONE EDIT scherm zal verschijnen. 2. Gebruik de Cursor [ ] knop om naar de laatste pagina van het scherm te gaan. 3. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar 4. Write te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. Druk op de [ENTER] knop om de instellingen op te slaan. Als u wilt annuleren drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 4. Druk op de [ENTER] knop. De instellingen worden opgeslagen. Zet nooit de stroom uit terwijl Executing in het scherm wordt weergegeven. 42

43 Gedetailleerde instellingen voor ONE TOUCH klanken maken Piano parameters Parameter Waarde Omschrijving (Tone Name) Selecteert de klank. Stereo Width CENTER, L01-01R L63-63R Hoe hoger de ingesteld waarde, hoe breder het geluid wordt gespreid. Nuance TYPE1, 2, 3 Lid 1 7 Damper Noise Dit verandert de subtiele nuances van de klank, door de fase van de linker- en rechterklanken te wijzigen. * Dit effect is moeilijk te horen als een koptelefoon wordt gebruikt. Reproduceert de manier waarop de helderheid van de klank van een concertvleugel wordt beïnvloed door de mate van opening van de pianoklep. Hoe hoger de waarde, hoe verder de klep openstaat, hetgeen een helderder geluid creëert. Dit past de demperruis aan (de ruis die optreedt als de snaren van een akoestische piano worden losgelaten door het demperpedaal in te drukken). Als deze waarde toeneemt, zal het geluid dat hoorbaar is als de snaren worden losgelaten ook toenemen. Dit past de klank van de meetrillende snaren op een akoestische piano aan. Met hogere waardes neemt het volume van het natuurlijke vibrato toe. Duplex Scale Wat is de Duplex schaal? Duplex schaal verwijst naar een systeem dat natuurlijk vibrato aan de voorkant en achterkant van de snaar veroorzaakt. Dit kan een rijkere en helderdere klank produceren door de hoge boventonen van de snaar toe te voegen. Omdat er geen demping (geluidsstoppend mechanisme) op de voorste of achterste secties van de snaar wordt toegepast, blijft het resonerende geluid doorklinken, zelfs nadat het geluid van de snaar stopt als u de gespeelde toets loslaat. String Resonance OFF, Als de toetsen op een akoestische piano worden ingedrukt, trillen de snaren van toetsen die al zijn ingedrukt mee. De functie die voor het reproduceren hiervan wordt gebruikt heet String Resonance. Als de waarde wordt verhoogt, neemt de hoeveelheid effect toe. Key Off Resonance OFF, Hiermee worden resonanties zoals het key-off geluid van een akoestische piano (subtiele geluiden die te horen zijn als een toets wordt losgelaten) aangepast. Met hogere waardes neemt het volume van de resonanties toe. Hammer Noise Hiermee wordt het geluid van de hamer die tegen de snaar van een akoestische piano slaat aangepast. Met hogere waardes neemt het geluid van de hamer die tegen de snaar slaat toe. Tone Character Hogere waardes produceren een luidere klank. Lagere waardes produceren een mildere klank. Sound Lift Hiermee kunt u de manier waarop het geluid reageert als u het klavier zacht bespeeld veranderen. Dit kan bijvoorbeeld worden aangepast voor solo-uitvoeringen of om te voorkomen dat het geluid onder de rest van het bandgeluid wordt begraven. Als deze waarde toeneemt kunnen redelijk luide geluiden geproduceerd worden als u met een lichte aanslag speelt, zodat uw spel niet door het spel van de band verduisterd zal worden. * De klankverandering is nog steeds aanzienlijk als u deze waarde verandert. 43

44 Gedetailleerde instellingen voor ONE TOUCH klanken maken De Key Touch veranderen U kunt geavanceerde instellingen maken voor de manier waarop de toetsen worden aangeslagen. Als deze instelling wordt verandert, zal de Key Touch instelling in de Edit modus ook veranderen (p.63). Parameter Waarde Omschrijving Key Touch Key Touch Offset SPR LIGHT LIGHT MEDIUM HEAVY SPR HEAVY Parameter Waarde Omschrijving Velocity Velo Delay Sens (Velocity Delay Sensitivity) REAL Een instelling nog lichter dan LIGHT. Hiermee wordt het klavier op een lichte aanslag ingesteld. U bereikt fortissimo (FF) spel met een minder krachtige aanslag dan normaal, dus het klavier voelt lichter aan. Deze instelling maakt het spelen gemakkelijker, ook voor kinderen. Hiermee wordt het klavier op de standaard aanslag ingesteld. U kunt met de meest natuurlijke aanslag spelen. Dit komt het dichtst bij de aanslag van een akoestische piano. Hiermee wordt het klavier op een zware aanslag ingesteld. U moet de toetsen harder indrukken dan normaal om fortissimo (FF) te spelen, dus het klavier voelt zwaarder aan. Dynamische vingerzettingen geven hetgeen u speelt nog meer gevoel. Een instelling die nog zwaarder is dan HEAVY. Deze instelling produceert een nauwkeurigere aanpassing van de aanslaggevoeligheid dan alleen met de Key Touch instelling verkregen kan worden. Hiermee kunt u een nauwkeurigere instelling voor Key Touch verkrijgen door een tussenliggende waarde tussen Key Touch instellingen te specificeren. De aanslaggevoeligheid wordt zwaarder als de waarde toeneemt. Als deze parameter wordt ingesteld op een waarde die de bovenste of onderste limiet overschrijdt, wordt de instelling voor Key Touch (één van vijf mogelijke waardes) automatisch veranderd om de waarde die u heeft gespecificeerd te accommoderen. Volumeniveaus en de manier waarop klanken worden gespeeld veranderen in reactie op de Velocity. De vaststaande Velocitywaarde die u hier specificeert bepaalt het volume en de manier waarop klanken geproduceerd worden, ongeacht de sterkte waarmee u het klavier bespeeld. Hiermee wordt het interval vanaf het moment dat de toets wordt gespeeld totdat de klank wordt geproduceerd ingesteld. Als de waarde afneemt, wordt de timing van het geluid meer vertraagd als er meer kracht wordt gebruikt voor het bespelen van de toetsen. Als de waarde toeneemt, wordt de timing van het geluid meer vertraagd als de toetsen met minder kracht worden bespeeld. Parameter Waarde Omschrijving Velo Keyflw Sens (Velocity Keyfollow Sensitivity) Key Off Position STND (STANDARD) DEEP Deze instelling verandert de aanslaggevoeligheid volgens de gebruikte reeks toetsen. Als de waarde toeneemt, wordt de aanslag zwaarder in de hoge registers en lichter in het lage toetsengebied. NOTE-off zal op de diepte van een conventionele piano optreden. NOTE-off zal op een diepere positie optreden. Dit is geschikt voor elektrische pianoklanken. De stemming nauwkeuriger afstellen Met deze procedure kan elke individuele toets uitermate nauwkeurig worden afgestemd. U kunt dit binnen een reeks van 50.0 tot cent in stappen van 0.1 cent aanpassen. (Eén halve toon is 100 cent). Parameter Type Waarde OFF, PRST (PRESET), USER 1. Bij stap 3 van Gedetailleerde instellingen voor pianoklanken maken (p.42) kiest u 2. Micro Tune Edit. Druk dan op de [ENTER] knop. Het Micro Tune Edit scherm verschijnt. Als u op de [EXIT/SHIFT] knop drukt, keert u naar het vorige scherm terug. 2. Druk op de Cursor [ ] knop om de cursor naar de waarde voor TYPE te verplaatsen. 3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om het type te selecteren. 4. Druk op de Cursor [ ] knop om de cursor naar de numerieke waarde te verplaatsen. 5. Druk op de toets om deze als de toets die u wilt stemmen te specificeren. 6. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde aan te passen. Resonantie aanpassen als het demperpedaal wordt ingedrukt U kunt deze resonantie aanpassen wanneer het demperpedaal wordt ingedrukt (natuurlijke resonantie). Als op een akoestische piano het demperpedaal wordt ingedrukt, kunnen de resterende snaren meetrillen met de klanken die u op het klavier speelt, hetgeen een rijke resonantie toevoegt. Met deze optie kan dat resonerende geluid gereproduceerd worden. Parameter Waarde Omschrijving Sw OFF, ON Als dit op ON is ingesteld, wordt het effect toegepast. Depth Diepte van het effect 44

45 Gedetailleerde instellingen voor ONE TOUCH klanken maken Parameter Waarde Omschrijving Damper Diepte waarmee het demperpedaal wordt ingedrukt (regelt het resonantiegeluid) Pre LPF Hz, BYPASS Frequentie van het filter dat de hoge frequentie-inhoud van het invoergeluid afkapt (BYPASS: geen afkapping) Pre HPF BYPASS, Hz Frequentie van het filter dat de lage frequentie-inhoud van het invoergeluid afkapt (BYPASS: geen afkapping) Peaking Freq Hz Frequentie van het filter dat een specifieke frequentieregio van het invoergeluid omhoogduwt/afkapt Peaking Gain db Hoeveelheid Boost/Cut dat door het filter op de gespecificeerde frequentieregio van het invoergeluid wordt geproduceerd. Peaking Q 0.5, 1.0, 2.0, 4.0, 8.0 Breedte van de frequentieregio die door de Peaking Gain parameter omhooggeduwd of afgekapt wordt (hogere waardes maken de regio smaller). HF Damp Hz, BYPASS Frequentie waarop de hoge frequentie-inhoud van het resonerende geluid afgekapt zal worden (BYPASS: geen afkapping) LF Damp Freq BYPASS, Hz Frequentie waarop de lage frequentie-inhoud van het resonerende geluid afgekapt zal worden (BYPASS: geen afkapping) Lid 1 7 Past de mate van opening van de klep van de vleugel aan. Level Uitgangsniveau P-Sft Amount Hoeveelheid fluctuaties P-Sft Level Volume van fluctuaties P-Sft LPF Hz, BYPASS Middenfrequentie van filter dat voor het afkappen van de hoge frequentie porties van de fluctuaties wordt gebruikt (BYPASS: geen afkapping) P-Sft HPF BYPASS, Hz Middenfrequentie van filter dat voor het afkappen van de lage frequentie porties van de fluctuaties wordt gebruikt (BYPASS: geen afkapping) P-Sft to Rev Dit stelt in hoeveel de fluctuaties verder zullen resoneren. Damper offset 0 64 Volume van aanvullende lichte resonantie als het demperpedaal niet is ingedrukt De instellingen op de beginwaardes terugzetten Hiermee worden de One Touch Piano instellingen op hun oorspronkelijke waardes ingesteld. 1. Bij stap 3 van Gedetailleerde instellingen voor de pianoklanken maken (p.42) kiest u 5. Initialize. Druk dan op de [ENTER] knop. Het Initialize scherm verschijnt. Om de initialisatie te annuleren drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 2. Druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. Om de procedure te annuleren drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 3. Druk nogmaals op de [ENTER] knop. De klanken van de ONE TOUCH PIANO knoppen worden geinitialiseerd. 45

46 Gedetailleerde instellingen voor ONE TOUCH klanken maken Gedetailleerde instellingen voor de E. pianoklanken maken U kunt gedetailleerde instellingen maken om de E. PIANO klank, die gebruikt wordt als u de [E. PIANO] knop indrukt, aan te passen. Deze gedetailleerde instellingen kunnen voor elke variatie worden opgeslagen. 1. In het ONE TOUCH E. PIANO scherm gebruikt u de [DEC] [INC] knoppen om de variatie die u wilt bewerken te selecteren. 2. Druk op de [TONE EDIT] knop. Het TONE EDIT scherm verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om tussen schermen te schakelen, en druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. Om de volgende menucommando s te gebruiken, verplaatst u de cursor naar het commando. Dan drukt u op de [ENTER] knop en voert u het Write of Initialize commando in het volgende scherm uit. 1. Write 2. Initialize 4. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te bewerken. Voor details over de parameters kijkt u bij Gedetailleerde instellingen voor klanken maken (p.47). 5. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. U keert naar het ONE TOUCH E. PIANO scherm terug. Afhankelijk van de geselecteerde pianoklank kan deze instelling mogelijk niet beschikbaar zijn. De instellingen opslaan Hier ziet u hoe de One Touch E. Piano instellingen worden opgeslagen. 1. Druk op de [TONE EDIT] knop. Het TONE EDIT scherm zal verschijnen. 2. Gebruik de Cursor [ ] knop om naar de laatste pagina van het scherm te gaan. 3. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar 1. Write te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. Druk op de [ENTER] knop om de instellingen op te slaan. Als u wilt annuleren drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 4. Druk op de [ENTER] knop. De instellingen worden opgeslagen. Zet nooit de stroom uit terwijl Executing in het scherm wordt weergegeven. De instellingen op de beginwaardes terugzetten Hiermee worden de One Touch E. Piano instellingen op hun beginwaardes teruggezet. 1. Druk op de [TONE EDIT] knop. Het TONE EDIT scherm zal verschijnen. 2. Gebruik de Cursor [ ] knop om naar de laatste pagina van het scherm te gaan. 3. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar 2. Initialize te verplaatsen en druk op de [ENTER] knop. Het Initialize scherm verschijnt. Om de initialisatie te annuleren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 4. Druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. Om de procedure te annuleren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 5. Druk nog een keer op de [ENTER] knop. De [E.PIANO] klanken worden geinitialiseerd. 46

47 Gedetailleerde instellingen voor Tones maken Tone instellingen maken U kunt meer gedetailleerde instellingen maken voor de Tones die aan de Layers zijn toegewezen. Bij bepaalde geselecteerde Tones zijn er mogelijk parameters die niet veranderd kunnen worden. 1. In het Live Set scherm drukt u op de [TONE EDIT] knop. De [TONE EDIT] knop licht op en het TONE EDIT scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om van scherm te veranderen en druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. Verplaats de cursor naar één van de volgende menu s en druk op de [ENTER] knop. Selecteer dan de parameter die u in het scherm dat verschijnt wilt instellen. Micro Tune Edit De stemming nauwkeuriger aanpassen (p.44). 3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te bewerken. 4. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [TONE EDIT] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm terug. Als u een pianoklank heeft geselecteerd, kunnen sommige onderdelen niet bewerkt worden. Voor dat soort onderdelen wordt de waarde als --- getoond. Tone parameterlijst Parameter Waarde Omschrijving Layer Tone Sound Focus Type Sound Focus Sw Sound Focus Waarde MFX Coarse Tune Fine Tune UPPER1, UPPER2, Kies de Layer waarvoor u instellingen wilt maken LOWER Als de in te stellen Layer is geselecteerd, verschijnt de naam van de toegewezen Tone. U kunt de Tone met gebruik van de LIVE SET knoppen selecteren. Beperkt de volumeverandering die door variaties in uw aanslag geproduceerd wordt en reduceert ook het stereogevoel, Piano Type1 zodat uw geluid prominenter in de algehele mix van de band aanwezig is. Deze parameter is alleen effectief met betrekking tot SuperNATURAL piano. Reduceert het stereogevoel. Piano Type2 Deze parameter is alleen effectief met betrekking tot SuperNATURAL piano. Sound Lift Beperkt de volumeverandering die door variaties in de aanslag worden geproduceerd. Bestuurt de harmonische inhoud van de hoge reeks, zodat uw klank prominenter wordt. Enhancer * Deze instelling heeft geen effect met betrekking tot SuperNATURAL pianoklanken. Duwt de middenfrequenties omhoog. Mid Boost * Deze instelling heeft geen effect met betrekking tot SuperNATURAL pianoklanken. Zet Sound Focus aan/uit. Elke keer dat u op de SOUND FOCUS [ON/OFF] knop drukt, wisselt deze instelling af. OFF, ON Bij sommige Tones werkt het effect niet zoals het bedoeld is Past de diepte van het effect aan. Draai aan de SOUND FOCUS [DEPTH] knop om deze instelling te veranderen en gebruik de [INC] [DEC] knoppen. Bij sommige Tones werkt het effect niet zoals het bedoeld is U kunt instellingen maken voor het multi-effect dat op een Tone wordt toegepast. De multi-effecten zijn effecten voor algemene doeleinden die de klank zelf wijzigen, en in staat zijn om het karakter van de klank compleet te transformeren. Er zijn 78 effecttypes, en u kunt het type kiezen dat het best bij uw doeleinden past. Sommige types bestaan uit een enkel effect zoals Distortion of Flanger, en andere types combineren effecten in serie of parallel. Reverb en Chorus zijn ook beschikbaar als multi-effecttypes, en deze worden onafhankelijk van de Reverb (p.66) en Chorus (p.66) effecten behandeld, die later beschreven zullen worden (+/- 4 octaves) (+/- 50 cents) Hiermee wordt de toonhoogte van de Tone ingesteld. Stelt de toonhoogte van de klank in eenheden van halve tonen in. Hiermee wordt de toonhoogte van de Tone ingesteld. Stelt de toonhoogte van de klank in eenheden van een cent in. 47

48 Gedetailleerde instellingen voor Tones maken Parameter Waarde Omschrijving Specificeert of de Tone polyfoon (POLY) of monofoon (MONO) gespeeld wordt. De MONO instelling is effectief als een solo-instrument zoals een sax of fluit wordt gespeeld. Bovendien, als dit op MONO LEGATO is ingesteld, kunt u mono uitvoeringen legato laten spelen. Legato is een speelstijl waarbij de ruimtes tussen noten worden gladgestreken, hetgeen een vloeiend gevoel zonder grenzen tussen de noten creëert. Dit creëert een vloeiende overgang tussen Mono/Poly noten, wat effectief is als u de hammering-on en pulling-off technieken die door een gitarist worden gebruikt wilt simuleren. MONO Alleen de laatst gespeelde noot zal klinken. POLY Twee of meer noten kunnen gelijktijdig worden gespeeld. MONO LEGATO Legato wordt op mono uitvoeringen toegepast. Portamento SW ON, OFF Portamento is een functie die maakt dat de toonhoogte van de ene noot naar de volgende op vloeiende wijze verandert. Als de Mono/Poly parameter op MONO is ingesteld, is Portamento in het bijzonder effectief wanneer speeltechnieken, zoals een glissando op een viool, worden gesimuleerd. Portamento Time De Portamento Time instelling bepaalt de tijd voor de verandering in toonhoogte als het Portamento effect op de klank wordt toegepast. Hogere instellingen maken dat de verandering in toonhoogte naar die van de volgende noot langer duurt. Bend Range 0 24 (semitone) Hiermee wordt de hoeveelheid toonhoogteverandering die zal optreden als u de Pitch Bend hendel verplaatst ingesteld (2 octaven). Attack Time (Offset) De tijd waarbinnen een klank, nadat de toets is ingedrukt, zijn volle volume bereikt. Hogere waardes produceren een mildere attack. Lagere waardes produceren een scherpere attack. * Bij sommige Tones werkt het effect niet zoals het bedoeld is. Release Time (Offset) Dit is de tijd waarbinnen de klank tot stilte wegsterft, nadat u de toets heeft losgelaten. Hogere waardes produceren een langere Decay. Stel lagere waardes in voor een duidelijk geluid. * Bij sommige Tones werkt het effect niet zoals het bedoeld is. Cutoff (Offset) Stel de mate van opening van het filter bij. Hogere waardes maken het geluid helderder. Lagere waardes maken het geluid donkerder. * Bij sommige Tones werkt het effect niet zoals het bedoeld is. Resonance (Offset) Decay Time (Offset) Benadrukt de boventonen in de regio van de cutoff frequentie, hetgeen het geluid karakter geeft. Overmatig hoge instellingen kunnen oscillatie produceren, waardoor het geluid kan vervormen. Hogere waardes maken de speciale eigenschappen van het geluid sterker. Lagere waardes reduceren deze kenmerken. * Bij sommige Tones werkt het effect niet zoals het bedoeld is. De tijd waarbinnen het volume na de attack afneemt. De tijd waarbinnen het volume daalt neemt toe als de waarde wordt verhoogd. Door het verlagen van de waarde zal de Decay tijd afnemen. * Bij sommige Tones werkt het effect niet zoals het bedoeld is. Als een Tone uit de piano categorie is geselecteerd, kunt u de volgende parameters bewerken. Stereo Width (p. 43) Nuance (p. 43) Damper Noise (p. 43) Duplex Scale (p. 43) String Resonance (p. 43) Key Off Resonance (p. 43) Hammer Noise (p. 43) Tone Character (p. 43) Sound Lift (p. 43) Micro Tune (p. 45) Sound Focus Type, Sound Focus Sw, Sound Focus Value, MFX, Damper Noise en Duplex Scale zijn alleen effectief met betrekking tot UPPER1. Deze zullen alleen verschijnen als UPPER1 voor Layer is geselecteerd. 48

49 Gedetailleerde instellingen voor Tones maken Layer instellingen maken De RD-300NX heeft drie Parts (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER), die u kunt gebruiken voor bet vrijelijk besturen van de interne Parts met de knoppen en het klavier van de RD-300NX. Deze drie Parts, die voor het besturen van de interne Parts worden gebruikt, worden gezamenlijk de Layer genoemd. Operaties zoals Split kunnen op simpele wijze met Layer worden uitgevoerd met gebruik van het RD-300NX klavier (p.28), en u kunt ook meer gedetailleerde instellingen voor Layer maken. Afhankelijk van de geselecteerde Tone kunnen er parameters zijn die niet gewijzigd kunnen worden. 1. Druk op de [LAYER EDIT] knop. De [LAYER EDIT] knop is verlicht, en het LAYER EDIT scherm zal verschijnen. Als een Layer is uitgeschakeld wordt zijn naam met kleine letters aangegeven. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om tussen schermen te schakelen. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in de stellen parameter te verplaatsen. 4. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te bewerken. Als de [DEC] en [INC] knoppen tegelijk worden ingedrukt, wordt de betreffende parameter op de standaardwaarde ingesteld. 5. Als u klaar bent met het maken van instellingen drukt u op de [TONE EDIT] knop, zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm terug. Layer parameterlijst Parameter Waarde Omschrijving Dit geeft de Tone aan, die aan de Layer is toegewezen. TONE U kunt de Tone met gebruik van de ONE TOUCH knoppen en de LIVE SET knoppen selecteren. VOL (Volume) PAN REV (Reverb Amount) CHO (Chorus Amount) L64 0 R TRA (Transpose) LWR (Key Range Lower) UPR (Key Range Upper) VRL (Velocity Range Lower) VRU (Velocity Range Upper) A0 C Stelt het volume van elke Layer in. De volume-instelling wordt hoofdzakelijk gebruikt wanneer meerdere Tones worden gespeeld, om de gewenste volumebalans tussen elke Layer te verkrijgen. De Pan instelling lokaliseert het klankbeeld van elke Layer als de uitvoer in stereo is. Als de waarde voor L is verhoogd, zal meer van de klank vanaf de linkerkant te horen zijn. Op dezelfde wijze zal meer van de klank vanaf de rechterkant hoorbaar zijn als de waarde voor R is verhoogd. Op 0 ingesteld komt het geluid voornamelijk uit het midden. Hiermee wordt de diepte van de Reverb- en Choruseffecten ingesteld. Als deze waarde op 0 is ingesteld, wordt er geen effect toegepast als de REVERB [DEPTH] knop of de CHORUS [DEPTH] knop ingedrukt wordt gehouden en de [INC] [DEC] knoppen worden bediend. U kunt spelen terwijl elke Layer naar een andere toonhoogte is getransponeerd. Als meerdere Tones spelen, kunt u een vollere klank creëren door de twee Tones op verschillende octaven in te stellen. Ook is het zo dat als de Keyboard Modus op Split staat (p.28), en u een basklank in de onderste Layer speelt, u de Transpose functie kunt gebruiken om de bas op een lagere toonhoogte te spelen. Met de [TRANSPOSE] knop kunt u ook dezelfde mate van transpositie voor alle Layers instellen. Voor details, zie De toonsoort van het klavier transponeren (TRANSPOSE) (p.31). Als de [SPLIT] knop tijdens normale speelomstandigheden wordt ingedrukt, wordt de toetsenreeks op het splitspunt verdeeld, en kunt u op het klavier twee verschillende Tones spelen. Met gebruik van Key Range kunt u nog gedetailleerdere instellingen voor de toetsenreeks maken. Dit stelt de onderste en bovenste limiet van de toetsenreeks in elke Layer in. De onderste limiet van de toetsenreeks kan niet hoger dan de bovenste limiet worden ingesteld, en de bovenste limiet kan ook onder de onderste limiet worden ingesteld. Nadat de cursor naar de in te stellen parameter is verplaatst, kunt u de instelling maken door de aangewezen toets in te drukken en op de [ENTER] knop te drukken. Dit is alleen effectief als de [SPLIT] knop in de toetsenreeks instellingen aan is (p.28). FUL wordt weergegeven als de [SPLIT] knop op OFF staat. In dit geval wordt de [SPLIT] knop automatisch aangezet als de waarde met de [DEC] [INC] knoppen in iets anders dan FUL wordt veranderd. Als het splitspunt (p.29) wordt veranderd, zal de Key Range waarde ook veranderen. Dit specificeert de onderste limiet (VRL) en de bovenste limiet (VRU) van de reeks waarbinnen de Tone volgens de Velocity wordt gespeeld. Maak deze instelling als u wilt dat de Tone afhankelijk van de toets Velocity verandert. Bij bepaalde Tones wordt deze instelling genegeerd. 49

50 Gedetailleerde instellingen voor Tones maken Parameter Waarde Omschrijving Sns (Velocity Sense) Max (Velocity Max) V.Reserve (Voice Reserve) Dp F1 F2 PB Md S1 S Deze instelling bepaalt hoe het volume verandert in respons op de Velocity. Het volume neemt toe als het klavier met meer kracht wordt bespeeld, wanneer een positieve waarde wordt gebruikt. Als een negatieve waarde wordt geselecteerd, neemt het volume af als de toetsen sterker worden aangeslagen. Bij bepaalde Tones word deze instelling genegeerd. Maximale Velocitywaarde voor de corresponderende toets. Als deze waarde wordt verlaagd worden zachtere noten geproduceerd, zelfs als u het klavier sterk bespeelt. Bij bepaalde Tones wordt deze instelling genegeerd Specificeert het aantal stemmen dat voor elke Layer gereserveerd wordt als u meer dan 128 stemmen probeert te spelen. ON, OFF Specificeert of elke Layer met het demperpedaal bestuurd zal worden (ON) of niet (OFF). Specificeert of elke Layer met het pedaal dat op de FC 1 Jack is aangesloten bestuurd zal worden (ON) of niet (OFF). Specificeert of elke Layer met het pedaal dat op de FC 2 Jack is aangesloten bestuurd zal worden (ON) of niet (OFF). Specificeert of elke Layer met de Pitch Bend hendel bestuurd zal worden (ON) of niet (OFF). Specificeert of elke Layer met de modulatiehendel bestuurd zal worden (ON) of niet (OFF). Specificeert of elke Layer met de [S1] knop bestuurd zal worden (ON) of niet (OFF). Specificeert of elke Layer met de [S2] knop bestuurd zal worden (ON) of niet (OFF). 50

51 De RD-300NX als een Master klavier gebruiken U kunt het externe MIDI-apparaat vanaf de RD-300NX besturen. Normaalgesproken verzendt de RD-300NX nootboodschappen via de MIDI OUT-aansluiting, maar als u op de [MIDI] knop drukt zodat de MIDI indicator oplicht, kunt u, naast het verzenden van nootboodschappen, verscheidene instellingen op het externe MIDI-apparaat besturen. U kunt interne en externe geluidsgenerators onafhankelijk besturen. Als u op de [MIDI] knop drukt zodat de MIDI indicator oplicht, bevindt de RD-300NX zich in een staat waarin deze een externe MIDI-geluidsmodule kan besturen (EXTERNAL Layer). U drukt op de [MIDI] knop om tussen besturing van de Layer en besturing van de EXTERNAL Layer af te wisselen. U kunt ook gedetailleerde instellingen maken voor MIDI-boodschappen die naar externe geluidsmodules worden verzonden. Wat is MIDI? MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard specificatie die het mogelijk maakt om muziekdata tussen elektronische muziekinstrumenten en computers uit te wisselen. Met gebruik van een MIDI-kabel om de apparaten die MIDI-aansluitingen hebben met elkaar te verbinden, kunt u een ensemble creëren waarbij een enkel MIDI-klavier meerdere instrumenten kan spelen of instellingen automatisch verandert tijdens de voortgang van de song. Over MIDI-aansluitingen De RD-300NX heeft de volgende twee types MIDI-aansluiting. Hun functies verschillen, zoals hieronder wordt beschreven. MIDI IN-aansluiting Uitvoeringsboodschappen van een extern MIDI-apparaat worden hier ontvangen. Deze binnenkomende boodschappen instrueren de RD-300NX om klanken te spelen of van Tone te veranderen. MIDI OUT-aansluiting Via deze aansluiting worden MIDI-boodschappen naar externe MIDI-apparaten verstuurd. De MIDI OUT-aansluitingen van de RD-300NX worden gebruikt voor het verzenden van de uitvoeringsdata van de Controller sectie. V-LINK compatibele videoapparatuur MIDI-geluidsmodule Computer MIDI INaansluiting USB MIDIaansluiting USBaansluiting MIDI IN-aansluiting MIDI OUT-aansluiting RD-300NX Gebruik een USB-kabel die niet langer dan vijf meter is. 51

52 De RD-300NX als een Master klavier gebruiken Het volume van elke Layer aanpassen LAYER LEVEL schuifregelaar [MIDI] knop Als de [MIDI] knop verlicht is, kunt u de LAYER LEVEL schuifregelaars gebruiken om de EXTERNAL Layer te besturen, op dezelfde manier als met de Layer (p.21). LAYER LEVEL schuifregelaar Als de [MIDI] knop is verlicht, passen deze schuifregelaars het volume van de EXTERNAL Layers aan. De Layer die u wilt laten klinken selecteren (Layer Switch) Hier wordt uitgelegd hoe elke Layer aan en uit wordt gezet. 1. Druk op de [MIDI] knop zodat de MIDI indicator oplicht. Het MIDI-scherm verschijnt. 2. Gebruik de Cursor [ ] [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de Layer naam UP1, UP2 of LW (kleine letters als de Layer is uitgeschakeld) uiterst links op de eerste pagina te verplaatsen. De geselecteerde Layer naam wordt geaccentueerd. 3. Gebruik de [INC] [DEC] knoppen om de Layer aan en uit te zetten. Als een Layer is uitgeschakeld, wordt zijn naam met kleine letters aangegeven. De MIDI-aansluiting die voor uitvoer wordt gebruikt selecteren De RD-300NX voorziet in een MIDI OUT-aansluiting en een USB MIDI-aansluiting. Voor elke Layer kunt u de MIDI OUT-aansluiting of USB MIDI-aansluiting via welke zijn data wordt verzonden selecteren Druk op de [MIDI] knop zodat de MIDI indicator oplicht. Het MIDI-scherm verschijnt. Als het volgende scherm niet verschijnt, drukt u meerdere malen op de cursor [ ] knop om het MIDI-scherm weer te geven. Als Rec Modus in de Utility Rec instelling in Edit Modus op ON staat, wordt het hierboven getoonde MIDIscherm niet weergegeven. Zet Rec Modus op OFF tijdens het instellen van het MIDI zendkanaal (p.77). 2. Gebruik de Cursor [ ] [ ] [ ] [ ] knoppen om de cursor te verplaatsen, en gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de aansluiting, via welke iedere Layer zijn MIDI-data zal verzenden, te specificeren. Layer Parameter Instellingen Omschrijving UP 1 (UPPER 1) UP 2 (UPPER 2) LW (LOWER) OUT (MIDI OUT Port) ALL, MIDI, USB De uitvoeringsdata van de RD-300NX wordt via de geselecteerde aansluiting verzonden. 52

53 Het MIDI-zendkanaal instellen De RD-300NX als een Master klavier gebruiken Als u een extern MIDI-apparaat heeft aangesloten, moet het zendkanaal van het klavier met het ontvangstkanaal van de Parts van de externe MIDIgeluidsgenerator overeenkomen. Geluid wordt geproduceerd als de MIDI-kanalen van het verzendende apparaat (de RD-300NX) en het ontvangende apparaat (de externe MIDI-geluidsgenerator) op hetzelfde MIDI-kanaal zijn ingesteld Druk op de [MIDI] knop zodat de MIDI indicator oplicht. Het MIDI-scherm verschijnt. Als Ch niet in het scherm verschijnt, drukt u meerdere malen op de cursor [ ] knop om het volgende scherm weer te geven. Als Rec Modus in de Utility Rec Setting in Edit modus op ON is ingesteld, wordt het MIDI-scherm, zoals dat hierboven wordt getoond, niet weergegeven. Zet Rec Modus op OFF als het MIDI-zendkanaal wordt ingesteld (p.77). Voor instructies over het instellen van het ontvangstkanaal van elk Part van de externe MIDI-geluidsgenerator, kijkt u in de gebruikershandleiding van elke apparaat. 2. Gebruik de Cursor [ ] [ ] [ ] [ ] knoppen om de cursor te verplaatsen, en gebruik de [DEC] [INC] knoppen om het zendkanaal (Ch) voor elke Layer in te stellen. Layer Parameter Instellingen Omschrijving UP 1 (UPPER 1) UP 2 (UPPER 2) LW (LOWER) Ch (MIDI OUT Channel) 1 16 RD-300NX uitvoeringsdata wordt via een geselecteerd kanaal verzonden. Als een Layer is uitgezet, wordt deze in kleine letters weergegeven. MIDI-boodschappen voor Layers waarvan de Layer schakelaar op OFF staat, worden niet verzonden. 53

54 De RD-300NX als een Master klavier gebruiken Geluiden op een extern MIDI-apparaat selecteren Om de klanken van een extern MIDI-apparaat te veranderen worden het programmanummer en de MSB/LSB van de Bank Select boodschap als numerieke waardes op de RD-300NX ingevoerd Druk op de [MIDI] knop zodat de MIDI indicator oplicht. Het MIDI-scherm verschijnt. Als MSB niet in het scherm verschijnt, drukt u meerdere malen op de cursor [ ] [ ] knoppen om het hier rechts getoonde scherm weer te geven. Als Rec Modus in de Utility Rec Setting in Edit modus op ON is ingesteld, wordt het MIDI-scherm, zoals dat hierboven wordt getoond, niet weergegeven. Zet Rec Modus op OFF als het MIDI-zendkanaal wordt ingesteld (p.77). 2. Gebruik de Cursor [ ] [ ] [ ] [ ] knoppen om de cursor te verplaatsen, en gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de MSB, LSB en PC voor elke Layer in te stellen. Als de [DEC] [INC] knoppen tegelijk worden ingedrukt, wordt de instellingswaarde in --- (OFF) veranderd. Als de instelling --- (OFF) is, worden Bank Select en Program Change boodschappen niet verzonden. Parameter MSB (Bank Select MSB: CC 00) LSB (Bank Select LSB: CC 32) PC (Program Change) Instellingen 0 127, (OFF) 0 127, (OFF) 1 128, (OFF) Als de externe MIDI-geluidsgenerator een programmanummer of banknummer verzendt waaraan geen Tone is toegewezen, kan een andere Tone geselecteerd worden of wordt er in sommige gevallen geen geluid worden gespeeld. Als u het programmanummer of de Bank Select niet wilt verzenden, gebruikt u de hierboven beschreven procedure om de PC/MSB/LSB op --- (OFF) in te stellen. Als dit op --- is ingesteld, zal de geluidsselectie data niet worden verzonden als u van Live Set verandert. 54

55 Gedetailleerde instellingen voor verzonden Parts 1. Druk op de [MIDI] knop zodat de MIDI indicator oplicht. De RD-300NX wordt ingesteld op het besturen van de externe MIDI-apparaten. Het volume en de pan aanpassen (Volume/ Pan) Stelt het volume en de panning (traceert het geluidsbeeld) van de Tones in. De volume-instelling wordt voornamelijk gebruikt als meerdere Tones worden gespeeld, om de gewenste balans in volume tussen elke Layer te bereiken. De Pan instelling plaatst het geluidsbeeld van elke Layer als de uitvoer in stereo is. Als de waarde van L wordt verhoogd, zal het lijken alsof het grootste deel van het geluid vanaf de linkerkant komt. Op dezelfde manier zal meer van het geluid van rechts lijken te komen als de waarde voor R toeneemt. Op 0 ingesteld lijkt het geluid uit het midden te komen. De RD-300NX als een Master klavier gebruiken Het getoonde MIDI-scherm zal niet verschijnen als de Rec Modus in de Rec Setting parameter in Utility Edit op ON staat. Zet de Rec Modus instelling op OFF (p.77). 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. U kunt de cursor sneller laten bewegen door de cursorknop, die in de richting wijst waarin u wilt dat de cursor wordt verplaatst, ingedrukt te houden terwijl u de cursorknop die in tegengestelde richting wijst ook indrukt. 3. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde in te stellen. Als u de [DEC] en [INC] knoppen tegelijk indrukt, wordt de waarde opnieuw op --- (OFF) of op de standaard instelling gezet. De waarde van de instelling wordt niet verzonden als dit op --- (OFF) is ingesteld. De transpositie voor elke individuele Layer instellen (Transpose) U kunt spelen terwijl elke Layer naar een andere toonhoogte is getransponeerd. Als meerdere Layers op On zijn ingesteld, kunt u een vollere klank creëren door de twee Tones op verschillende octaven in te stellen. Als de Keyboard modus op Split staat (p.28) en u een basklank in het lage Part speelt, kunt u de Transpose functie gebruiken om de bas op een lagere toonhoogte te spelen. Parameter Waarde TRA (Transpose) Parameter TX CC# Waarde VOL (Volume) CC (OFF), PAN (Pan) CC10 L R, (OFF) De hoeveelheid Reverb en Chorus instellen (Reverb/Chorus) Hiermee wordt de diepte van de Reverb- en Choruseffecten ingesteld. Parameter TX CC# Waarde REV (Reverb) CHO (Chorus) CC91 CC (OFF), Mono geluid spelen (Mono/Poly) Specificeert of de klank polyfoon (Poly) of monofoon (Mono) gespeeld zal worden. De Mono instelling is effectief als een solo-instrumentklank zoals saxofoon of fluit wordt gespeeld. Parameter M/P (Mono/Poly) Waarde (OFF), M (Mono, CC126), P (Poly, CC127) De toetsenreeks voor elk Layer instellen (Key Range) U kunt de reeks op het klavier, waarbinnen de Layer zal klinken, instellen. Dit kan gebruikt worden om noten in verschillende gebieden van het klavier verschillende Tones te laten spelen. Specificeer de onderste limiet (LWR) en bovenste limiet (UPR) van de in te stellen reeks toetsen. U kunt dit ook instellen door een specifieke toets in te drukken en dan op de [ENTER] knop te drukken. Parameter LWR (Key Range Lower) UPR (Key Range Upper) Waarde A0 C8 Dit is alleen effectief als de [SPLIT] knop (p.28) in de Key Range instellingen aan is. U kunt de onderste limiet van de toetsenreeks niet hoger dan de bovenste limiet instellen, en de bovenste limiet kan niet lager dan de onderste limiet worden ingesteld. FUL wordt weergegeven als de [SPLIT] knop op OFF is ingesteld. In dit geval wordt de [SPLIT] knop automatisch aangezet als de waarde in iets anders dan FUL wordt veranderd met de [DEC] [INC] knoppen of de VALUE draaiknop. U kunt de Layer schakelaar van elke individuele Layer gebruiken om de selecteren of MIDI-nootboodschappen voor de betreffende Layer al dan niet verzonden zullen worden (p.52). 55

56 De RD-300NX als een Master klavier gebruiken De reeks die in respons op de Velocity wordt gespeeld veranderen (Velocity Range) Dit specificeert de onderste limiet (LWR) en bovenste limiet (UPR) van de reeks waarbinnen de klank wordt gespeeld volgens de sterkte waarmee u de toetsen bespeeld (Velocity). Maak deze instelling als u wilt dat de klank afhankelijk van de speelsterkte verandert. Parameter VRL (Velocity Range Lower) VRU (Velocity Range Upper) Waarde Als u de minimale speelsterkte op een waarde instelt die hoger is dan de bovenste limiet of de maximale speelsterkte instelt op een waarde die lager dan de onderste limiet is, wordt de instelling van de andere limiet op dezelfde waarde ingesteld. Tone elementen veranderen (ATK/DCY/REL/ COF/RES) U kunt veranderingen in Tones aanbrengen door de instellingen van de volgende vijf elementen aan te passen. ATK (Attack Time Offset): De tijd vanaf het moment dat de toets wordt ingedrukt totdat een klank zijn volle volume heeft bereikt. DCY (Decay Time Offset): Dit is de tijd waarbinnen het volume wegsterft nadat de Attack is geëindigd. REL (Release Time Offset): De tijd vanaf het moment dat de toets wordt losgelaten totdat een klank niet langer hoorbaar is. COF (Cutoff Offset): Dit past de hoeveelheid filteropening aan. RES (Resonance Offset): Dit duwt de porties in de regio rond de cutoff frequentie omhoog, hetgeen de klank een bepaald kenmerk geeft. Overmatig hoge instellingen kunnen oscillatie produceren waardoor het geluid vervormt. Parameter TX CC# Waarde Omschrijving ATK DCY REL COF RES CC73 CC75 CC72 CC74 CC (OFF), Hogere waardes produceren een mildere attack. Lagere waardes produceren een scherpere attack. De tijd waarbinnen het volume daalt neemt toe als de waarde wordt verhoogd. Als de waarde wordt verlaagd zal de wegsterftijd korter worden. Hogere waardes produceren een langere Decay. Stel lagere waardes in voor een duidelijk geluid. Hogere waardes maken het geluid helderder. Lagere waardes maken dat het geluid donkerder klinkt. Hogere waardes maken de speciale eigenschappen van het geluid sterker. Lagere waardes reduceren deze eigenschappen. De toonhoogte op vloeiende wijze veranderen (Portamento) Portamento is een functie die maakt dat de toonhoogte van de ene noot vloeiend naar de volgende noot die gespeeld wordt overgaat. De Portamento Time instelling bepaalt de tijd voor de verandering in toonhoogte als het Portamento effect op het geluid wordt toegepast. Hogere instellingen maken dat de verandering in toonhoogte naar de volgende noot langer duurt. Parameter TX CC# Waarde POR (Portamento Switch) P.T (Portamento Time) CC65 ---, OFF, ON CC5 ---, De verandering in volume instellen volgens de sterkte waarmee het klavier wordt bespeeld (Velocity Sense/Max) Stel de verandering in volume in, die optreedt in respons op de sterkte waarmee het klavier wordt bespeeld (Velocity) en de maximale waarde van de verandering. Sns (Velocity Sense): Deze instelling bepaalt hoe het volume in respons op de Velocity verandert. MAX (Velocity Max): Dit is de maximale Velocitywaarde die geproduceerd wordt als u op het klavier speelt. Parameter Waarde Omschrijving Sns (Velocity Sense) MAX (Velocity Max) Het volume neemt toe als het klavier met een sterkere aanslag wordt bespeeld als een positieve waarde wordt gebruikt. Als een negatieve waarde is geselecteerd, neemt het volume af als de toetsen met meer sterkte worden bespeeld. Als dit op 0 is ingesteld zal het volume niet door uw speelsterkte op het klavier worden beïnvloed. Door verlaging van deze waarde worden zachtere noten geproduceerd, zelfs als u sterk op het klavier speelt. De toonhoogte veranderen (Coarse Tune/Fine Tune) Hier kunt u de toonhoogte van de klank aanpassen. Parameter RPN Omschrijving Waarde C.T (Coarse Tune) F.T (Fine Tune) 00H/ 02H 00H/ 01H 1 cent = 1/100 halve toon. Stelt de toonhoogte van de klank in eenheden van halve tonen in. Stelt de toonhoogte van de klank in eenheden van een cent in (OFF), (+/- 4 octaven) (OFF), (+/- 50 cents) 56

57 De RD-300NX als een Master klavier gebruiken De reeks voor de verandering in toonhoogte met de Pitch Bend hendel instellen (Bend Range) Hiermee wordt de hoeveelheid verandering in toonhoogte die optreedt als u de Pitch Bend hendel beweegt ingesteld (4 octaven). Parameter RPN Waarde B.R (Bend Range) 00H/00H (OFF), 0 48 (semitone) De hoeveelheid toegepaste modulatie instellen (Modulation Depth) Hiermee wordt de diepte van het effect ingesteld, dat optreedt als de modulatiehendel wordt bewogen. Parameter RPN Waarde M.D (Modulation Depth) 00H/05H (OFF), Elke Controller aan- en uitzetten Deze instellingen bepalen of het externe MIDI-apparaat wordt bestuurd (ON) door de pedalen die op elke PEDAL Jack zijn aangesloten, de schuifregelaar, de modulatiehendel, de Pitch Bend hendel en [S1] [S2] knoppen of niet (OFF). Parameter Omschrijving Waarde Dp F1 F2 PB Md S1 S2 Demperpedaal Pedaal dat op de FC 1 Jack is aangesloten Pedaal dat op de FC 2 Jack is aangesloten Pitch Bend hendel Modulatiehendel [S1] knop [S2] knop ON, OFF De Control Change verzenden (USER CC) U kunt twee verschillende Control Change boodschappen toewijzen en verzenden. Parameter CC1 (User CC1 Number) Waarde (User CC1 Waarde) CC2 (User CC2 Number) Waarde (User CC2 Waarde) Waarde (OFF),

58 Gedetailleerde instellingen voor elke functie De MENU knop kan voor het maken van een verscheidenheid aan instellingen worden gebruikt. Parameters instellen De [MENU] knop laten oplichten De volgende instellingen worden als algemene instellingen voor de gehele RD-300NX opgeslagen als u in een bewerkingsscherm op de [LAYER EDIT] (WRITE) knop drukt. 0. Systeem 4. Compressor 7. V-LINK EDIT MENU scherm Naar het instellingsscherm De volgende instellingen worden echter niet opgeslagen. V-LINK On of Off Parameters die ingesteld kunnen worden EDIT scherm (Het aantal EDIT schermpagina s kan, afhankelijk van het geselecteerde menu, verschillen) Selecteer een menu Van scherm veranderen Een onderdeel selecteren De waarde veranderen Het instellingsscherm verlaten De [MENU] knop laten uitdoven Menu Parameter Pagina Master Tune p. 60 Master Volume p. 60 Pedal Modus p. 60 Tone Remain p. 60 S1/S2 Modus p. 60 LIVE SET Control Channel p. 61 USB Driver p System USB Memory Modus p. 61 Damper Polarity p. 61 FC1 Polarity p. 61 FC2 Polarity p. 61 Part Modus p. 62 Temperament p. 62 Temperament Key p. 62 Rx. GM/GM2 System ON p. 62 Rx. GS Reset p. 62 Key Touch p. 63 Key Touch Offset p Key Touch Velocity p. 63 Velocity Delay Sensitivity p. 64 Velocity Keyfollow Sensitivity p. 64 Key Off Position p. 64 FC1 Pedal Assign p Control FC2 Pedal Assign p. 64 S1 Assign p. 65 S2 Assign p. 65 Reverb Type p Effects Reverb Parameters p. 66 Chorus Type p. 66 Chorus Parameters p. 66 Type p. 67 Split Frequency L p. 67 Split Frequency H p. 67 Depth p Compressor Level p. 67 Attack Time p. 67 Release Time p. 67 Threshold p. 67 Ratio p

59 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Menu Parameter Pagina LIVE SET Save p. 68 LIVE SET Load p. 69 LIVE SET Delete p File LIVE SET Copy p. 70 SONG Delete p. 71 SONG Copy p. 71 Format p. 72 Tempo p. 73 Rhythm Volume p Rhythm Rhythm Pattern p. 73 Rhythm Set p. 73 MIDI Out Port p. 73 MIDI Out Channel p. 73 V-LINK Modus p. 74 V-LINK Tx. Channel p V-LINK V-LINK Out Port p. 74 Key Range p. 74 Lowest No. p. 74 Local ON/OFF p. 74 Song Function p Utility Rec Setting p. 77 Factory Reset Current p. 76 Factory Reset All p. 76 Systeeminstellingen maken Functies die op de algehele verwerkingsomgeving van de RD-300NX van invloed zijn, worden Systeemfuncties genoemd. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het Menu scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] knop om 0. System te selecteren. 3. Druk op de [ENTER] knop om het Edit scherm te laten verschijnen. 4. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om tussen schermen te schakelen en druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde in te stellen. Als u de [DEC] en [INC] knoppen tegelijk indrukt, zal de instelling naar zijn standaardwaarde terugkeren. 6. Als u de instellingen heeft gemaakt drukt u op de [MENU] knop, zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. Als u deze instelling wilt opslaan, drukt u op de [LAYER EDIT] (WRITE) knop. Instellingen die in de RD-300NX zijn opgeslagen worden niet verwijderd, ook nadat de stroom is uitgeschakeld. De volgende instellingen worden echter niet onthouden. 59

60 Gedetailleerde instellingen voor elke functie De stemming op toonhoogtes van andere instrumenten afstemmen (Master Tune) Voor een meer zuivere ensembleklank als u met één of meerdere andere instrumenten speelt, moet u ervoor zorgen dat de basistoonhoogte van het instrument overeenkomt met die van het andere instrument. In het algemeen wordt de stemming van een instrument aangegeven door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste A noot. Parameter Waarde Master Tune Het volume aanpassen (Master Volume) Past het volume van de gehele RD-300NX aan. Parameter Waarde Master Volume Voorkomen dat pedaalinstellingen worden veranderd (Pedal modus) Pedaalinstellingen (p.64) kunnen voor elke Live Set worden opgeslagen (p.40). Deze instelling bepaalt of de pedaalinstellingen al dan niet zullen veranderen in de waardes die zijn opgeslagen in de Live Set waarnaar u overschakelt. Parameter Waarde Omschrijving Pedal Modus LIVE SET SYSTEM Pedaalinstellingen veranderen als er van Live Set wordt veranderd. Pedaalinstellingen veranderen niet als er van Live Set wordt veranderd. De pedaalfunctie toewijzen als Pedal modus op SYSTEM is ingesteld Wanneer dit op SYSTEM is ingesteld, verschijnt Pedal Setting rechts onder in het scherm. Als op dat moment de [TONE EDIT] (Pedal Setting) knop wordt ingedrukt, wordt het scherm voor de functie die aan het pedaal is toegewezen opgeroepen. Parameter FC1 FC2 Waarde 136: RHY PLY/STP 137: SONG PLY/STP 138: SONG RESET 139: MFX SW 140: MFX CTRL 141: ROTARY SPEED 142: SOUND FOCUS 143: LIVE SET UP 144: LIVE SET DOWN Functie/veranderde parameterinstelling Start en stopt ritmes (p.36). Start en stopt de song (p.37). Brengt u naar het begin van de song terug. Zet het multi-effect aan/uit (p.39). Past de hoeveelheid multi-effect aan (p.39). Wanneer het Rotary-effect wordt gebruikt, schakelt dit het Rotary-effect tussen langzaam en snel. Past de diepte van het Sound Focus effect aan. Verandert de Live Sets in stijgende volgorde. Verandert de Live Sets in dalende volgorde. De huidige Tone vasthouden, zelfs als een andere Tone wordt geselecteerd (Tone Remain) Deze instelling bepaalt of het geluid dat op dat moment te horen is zal doorklinken (ON) of niet (OFF), als een andere Tone wordt geselecteerd. Parameter Tone Remain Waarde OFF, ON Effectinstellingen veranderen op het moment dat u naar een nieuwe Tone overschakelt, zonder door de Tone Remain instelling beïnvloed te worden. Om die reden kunnen bepaalde effectinstellingen veroorzaken dat noten die tot op dat moment te horen waren, niet langer hoorbaar zijn, ondanks dat de Tone Remain op ON is ingesteld. Parameter Waarde Functie/veranderde parameterinstelling 00: OFF Geen regeling CC00 CC127 Controllernummers : BEND UP 130: BEND DOWN De toonhoogte stijgt op dezelfde manier als deze doet wanneer de Pitch Bend hendel naar rechts wordt bewogen. De toonhoogte daalt op dezelfde manier als deze doet wanneer de Pitch Bend hendel naar links wordt bewogen. Voorkomen dat de [S1] [S2] knoppen veranderd worden (S1/S2 Modus) De instellingen van de [S1] [S2] knoppen kunnen voor elke Live Set worden opgeslagen (p.40). Deze instelling bepaalt of de instellingen van de [S1] [S2] knoppen veranderen in de waardes die in de Live Set waar u naar overschakelt zijn opgeslagen. FC1 FC2 131: AFTERTOUCH 132: OCTAVE UP 133: OCTAVE DOWN Regelt Aftertouch. Elke druk op het pedaal verhoogt de toetsenreeks in stappen van octaven (maximaal 4 octaven hoger). Elke druk op het pedaal verlaagt de toetsenreeks in stappen van octaven (maximaal 4 octaven lager). Parameter Waarde Omschrijving S1/S2 Modus LIVE SET SYSTEM De instellingen van de [S1] [S2] knoppen veranderen wanneer een andere Live Set wordt geselecteerd. De instellingen van de [S1] [S2] knoppen veranderen niet wanneer een andere Live Set wordt geselecteerd. 134: START/STOP De externe sequencer zal starten/stoppen : TAP TEMPO Het tempo wordt gewijzigd in het tempo van het interval waarmee u het pedaal indrukt.

61 Gedetailleerde instellingen voor elke functie De [S1] [S2] knoppen toewijzen als S1/S2 Modus op SYSTEM is ingesteld Als dit op SYSTEM is ingesteld, verschijnt S1/S2 Setting rechtsonder in het scherm. Als u op dit punt de [TONE EDIT] (S1/S2 Setting) knop indrukt, wordt het scherm voor de functie die aan de [S1] [S2] knoppen is toegewezen opgeroepen. Parameter S1/S2 Waarde Functie/veranderde parameterinstelling 00: OFF Geen regeling 01: COUPLE +1OCT 02: COUPLE -1OCT 03: COUPLE +2OCT 04: COUPLE -2OCT 05: COUPLE +5TH 06: COUPLE -4TH 07: OCTAVE UP 08: OCTAVE DOWN 09: START/STOP 10: TAP TEMPO 11: SONG PLY/STP 12: SONG RESET 13: SONG BWD 14: SONG FWD 15: MFX SW 16: ROTARY SPEED 17: LIVE SET UP 18: LIVE SET DOWN 19: PANEL LOCK Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op een octaaf hoger ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op een octaaf lager ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op twee octaven hoger ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op twee octaven lager ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op een kwint (7 halve tonen) hoger ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op een kwart (5 halve tonen) lager ook klinken. Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, stijgt de klavierreeks met een octaaf (maximaal 4 octaven). Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, daalt de klavierreeks met een octaaf (maximaal 4 octaven). De externe sequencer zal starten/stoppen. Het tempo wordt gewijzigd in het tempo van het interval waarmee u de knop indrukt. Start en stopt de song (p.37). Brengt u naar het begin van de song terug. Spoelt de song terug. Spoelt de song vooruit. Zet het multi-effect aan/uit (p.39). Wanneer het Rotary-effect wordt gebruikt, schakelt dit tussen het langzame en snelle Rotary-effect. Verandert de Live Sets in stijgende volgorde. Verandert de Live Sets in dalende volgorde. Zet Panel Lock (p.35) aan en uit. Program Change boodschappen gebruiken om tussen Live Sets te schakelen (LIVE SET Ctrl Ch) U kunt de Live Sets van de RD-300NX met MIDI-boodschappen van een extern MIDI-apparaat veranderen. Parameter Waarde Omschrijving LIVE SET Ctrl Ch (LIVE SET Control Channel) 1 16 OFF Stelt het MIDI ontvangstkanaal voor het ontvangen van MIDI-boodschappen (Bank Select en Program Changes) van het externe MIDI-apparaat in, dat voor het veranderen van Live Sets wordt gebruikt. Als Live Sets niet vanaf een extern MIDI-apparaat worden veranderd, zet u dit op OFF. Als de LIVE SET Control Channel instellingen samen met het MIDIontvangstkanaal van het Part wordt verzonden, krijgt het veranderen van Live Sets voorrang, en niet het veranderen van Tones. U kunt het materiaal over MIDI van de Roland website downloaden. Roland website: De USB-driver selecteren (USB Driver) Kijk bij USB-drivers veranderen (p 81). De USB Memory modus veranderen (USB Memory Modus) Kijk bij De instelling van USB-geheugen veranderen (p.81). De polariteit van het pedaal veranderen (Damper/FC1/FC2 Polarity) Verander de polariteit van pedalen die op de RD-300NX zijn aangesloten. Dit kan voor alle Pedal Jacks op het achterpaneel (FC1, FC2, DAMPER) individueel worden ingesteld. Op sommige pedalen is het elektrische signaal, dat door het pedaal wordt uitgestuurd als het wordt ingedrukt of losgelaten, het tegenovergestelde van andere pedalen. Als het pedaal een effect heeft dat tegengesteld is aan dat wat u verwachtte, stelt u deze parameter op REVERSE in. Als u een Roland pedaal gebruikt (dat geen polariteitschakelaar heeft), stelt u deze parameter op STANDARD in. Parameter Damper Polarity FC1 Polarity FC2 Polarity Waarde STND (STANDARD), REV (REVERSE) 61

62 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Het aantal Parts selecteren (Part modus) Dit selecteert het aantal Parts voor de RD-300NX. Parameter Waarde Omschrijving Part Modus 16PART 16PART+PERF (Performance) De stemmingsmethode instellen (Temperament/Key) Als u 16PART selecteert, kan het klaviergedeelte dat u zelf speelt hetzelfde Part gebruiken als de songdata. Dit betekent dat u Program Changes of Bank selecties binnen de songdata kunt specificeren, zodat de klank van het klavier Part automatisch veranderd zal worden. Als dit op 16PART+PERF is ingesteld, wordt de uitvoering op het klavier niet beïnvloed door MIDI-boodschappen van de MIDI IN-aansluiting of songdata die door de RD-300NX wordt gespeeld. Dit is bruikbaar als u op het klavier wilt spelen terwijl songdata met de RD-300NX wordt afgespeeld. Hiermee wordt de stemming en grondtoon ingesteld. De meeste moderne songs worden gecomponeerd en gespeeld in de veronderstelling dat de gelijkzwevende stemming gebruikt zal worden, maar toen klassieke muziek werd gecomponeerd bestond er een grote verscheidenheid aan andere stemmingssystemen. Als u een compositie in zijn oorspronkelijke stemming speelt, kunt u de klanken van de akkoorden ervaren op de manier die componist aanvankelijk bedoelde. Als u met een andere stemming dan de gelijkzwevende stemming speelt, moet u de grondtoon voor het stemmen van de song die wordt uitgevoerd specificeren (de noot die voor een majeur toonsoort met C correspondeert of met A voor een mineur toonsoort). Als u de gelijkzwevende stemming kiest hoeft een grondtoon niet geselecteerd te worden. Parameter Waarde Omschrijving Temperament Temperament Temperament Key EQUAL JUST MAJ JUST MIN PYTHAGORE KIRNBERGE MEANTONE WERCKMEIS ARABIC C, C#, D, Eb, E, F, F#, G, G#, A, Bb, B Gelijkzwevende stemming. Deze stemming verdeelt een octaaf in 12 gelijke delen. Elk interval produceert dezelfde hoeveelheid lichte dissonantie. Rein (Majeur) Deze toonschaal elimineert dissonanties in kwinten en tertsen. Deze is niet geschikt voor het spelen van melodieën en kan niet getransponeerd worden, maar kan prachtige klanken voortbrengen. Rein (Mineur) De toonschalen van de majeur en mineur Reine stemmingen zijn verschillend. Met de mineur schaal kunt u hetzelfde effect als met de majeur schaal verkrijgen. Pythagorisch Deze toonschaal, uitgedacht door de filosoof Pythagoras, elimineert dissonanties in kwarten en kwinten. Dissonantie wordt door tertsinterval akkoorden geproduceerd, maar melodieën zijn harmonieus. Kirnberger Deze toonschaal is een wijziging van de Middentoon en Reine stemmingen die meer vrijheid in transpositie naar andere toonsoorten toestaat. Uitvoeringen zijn in alle toonsoorten mogelijk (III). Middentoon Deze toonschaal biedt een tussenweg voor de Reine stemming, zodat transpositie naar andere toonsoorten mogelijk is. Werckmeister Dit is een combinatie van de Middentoon en Pythagorische stemmingen. Uitvoeringen zijn in alle toonsoorten mogelijk (eerste techniek, III). Arabische schaal Deze schaal is geschikt voor Arabische muziek. Stelt de grondtoon in. Schakelen tussen ontvangst van GM/GM2 System On en GS Reset (Rx GM/GM2 Sys On, Rx GS Reset) Specificeert of General MIDI System On, General MIDI 2 System On of GS Reset boodschappen van externe MIDI-apparaten ontvangen zullen worden (ON) of niet (OFF). Parameter Rx.GM/GM2 Sys On Rx.GS Reset Waarde ON, OFF 62

63 Gedetailleerde instellingen voor elke functie De aanslaggevoeligheid instellen U kunt geavanceerde instellingen maken voor de aanslag die voor de toetsen wordt gebruikt. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 1. Key Touch te selecteren. 3. Druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. 4. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde in te stellen. Als u de [DEC] en [INC] knoppen tegelijk indrukt, zal de instelling naar zijn standaardwaarde terugkeren. 6. Als u de instellingen heeft gemaakt drukt u op de [MENU] knop, zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. De aanslagsterkte veranderen (Key Touch) Met de onderstaande instelling kunt u de respons, die u van het klavier krijgt als u de toetsen aanslaat, aanpassen. Parameter Waarde Omschrijving Key Touch SPR LIGHT LIGHT MEDIUM HEAVY SPR HEAVY Een instelling die nog lichter is dan LIGHT. Hiermee wordt het klavier op een lichte aanslag ingesteld. U kunt fortissimo (FF) spel bereiken met een minder krachtige aanslag dan MEDIUM, dus de aanslag van het klavier voelt lichter aan. Deze instelling maakt het spelen gemakkelijker, zelfs voor kinderen. Dit stelt het klavier op de standaard aanslag in. U kunt met de meest natuurlijke aanslag spelen. Dit lijkt het meest op de aanslag van een akoestische piano. Hiermee wordt het klavier op een zware aanslag ingesteld. U moet de toetsen krachtiger aanslaan dan MEDIUM om fortissimo (FF) te spelen, dus de aanslag van het klavier voelt zwaarder aan. Dynamische vingerzettingen geven dat wat u speelt nog meer gevoel. Een instelling die nog zwaarder is dan HEAVY. Deze instelling zal automatisch veranderen, afhankelijk van de Key Touch Offset instelling die hieronder wordt beschreven. De aanslaggevoeligheid nauwkeuriger aanpassen (Key Touch Offset) Deze instelling biedt een nog nauwkeurigere aanpassing van de aanslaggevoeligheid dan met alleen de Key Touch instelling verkregen kan worden. Hier kunt u aanvullende gedetailleerde aanpassingen in de speelrespons van het klavier maken. Parameter Waarde Omschrijving Key Touch Offset De aanslaggevoeligheid wordt zwaarder als de waarde toeneemt. Als deze parameter op een waarde die de bovenste of onderste limiet overschrijdt wordt ingesteld, wordt de instelling van Key Touch (één van vijf mogelijke waardes) automatisch veranderd om de waarde die u heeft gespecificeerd te accommoderen. 63

64 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Een constant volume in respons op de speelsterkte instellen (Velocity) Hiermee wordt het geluid ingesteld om op een vaststaand volume gespeeld te worden, ongeacht de sterkte waarmee het klavier wordt bespeeld (de Velocity ofwel aanslaggevoeligheid). Parameter Waarde Omschrijving Velocity REAL Volumeniveaus en de manier waarop klanken worden gespeeld veranderen in respons op de Velocity. Het volume of karakter van de klank staat vast op de velocity die u specificeert, ongeacht hoe sterk u het klavier bespeelt. De timing van klanken in respons op de Velocity veranderen (Velo Delay Sens) Toewijzingen voor de Pedal/[S1] [S2] knoppen Hier ziet u hoe de functies die aan de pedalen en de [S1] [S2] knoppen zijn toegewezen veranderd kunnen worden. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 2. Control te selecteren. 3. Druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm op te roepen. Hiermee wordt het interval vanaf het moment dat de toets wordt gespeeld tot het moment dat het geluid wordt geproduceerd ingesteld. Parameter Waarde Omschrijving Velo Delay Sens (Velocity Delay Sensitivity) Als de waarde wordt verlaagd, wordt de timing van het geluid meer vertraagd als de toetsen harder worden aangeslagen. Als de waarde wordt verhoogd, wordt de timing van het geluid meer vertraagd als de toetsen minder sterk worden aangeslagen. 4. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde in te stellen. 6. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. De aanslaggevoeligheid volgens de Key Range veranderen (Velo Keyflw Sens) Deze instelling verandert de aanslaggevoeligheid volgens de toetsenreeks die wordt gebruikt. Parameter Waarde Omschrijving Velo Keyflw Sens (Velocity Keyfollow Sensitivity) Als de waarde toeneemt, wordt de aanslag zwaarder in de hoge registers en lichter in de lage toetsenreeks. De NOTE-off klavier diepte specificeren (Key Off Position) Parameter Waarde Omschrijving Key Off Position STND (STANDARD) DEEP NOTE-off vindt plaats op de toetsdiepte van een conventionele piano. NOTE-off vindt plaats op een dieper positie. Dit is geschikt voor elektrische pianoklanken. 64

65 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Functies aan de pedalen toewijzen (FC1/FC2 Pedal Assign) Deze instelling bepaalt de functie van de pedaalschakelaars (zoals de optionele DP-serie) of expressiepedalen (zoals de optionele EV-5/7) die op de FC1 en FC2 Jacks op het achterpaneel zijn aangesloten. Parameter FC1 FC2 Waarde Functie/veranderde parameterinstelling 00: OFF Geen regeling CC00 CC127 Controllernummers : BEND UP 130: BEND DOWN 131: AFTERTOUCH 132: OCTAVE UP 133: OCTAVE DOWN 134: START/STOP 135: TAP TEMPO 136: RHY PLY/STP 137: SONG PLY/STP 138: SONG RESET 139: MFX SW 140: MFX CTRL 141: ROTARY SPEED 142: SOUND FOCUS De toonhoogte stijgt op dezelfde manier als deze doet wanneer de Pitch Bend hendel naar rechts wordt bewogen. De toonhoogte daalt op dezelfde manier als deze doet wanneer de Pitch Bend hendel naar links wordt bewogen. Regelt Aftertouch. Elke druk op het pedaal verhoogt de toetsenreeks in stappen van octaven (maximaal 4 octaven hoger). Elke druk op het pedaal verlaagt de toetsenreeks in stappen van octaven (maximaal 4 octaven lager). De externe sequencer zal starten/stoppen. Het tempo wordt gewijzigd in het tempo van het interval waarmee u het pedaal indrukt. Start en stopt ritmes (p.36). Start en stopt de song (p.37). Brengt u naar het begin van de song terug. Zet het multi-effect aan/uit (p.39). Past de hoeveelheid multi-effect aan (p.39). Wanneer het Rotary-effect wordt gebruikt, schakelt dit tussen het langzame en snelle Rotary-effect. Past de diepte van het Sound Focus effect aan. Functies aan de [S1] [S2] knoppen toewijzen (S1/S2 Assign) Deze instelling bepaalt de functie van de [S1] en [S2] knoppen. Parameter S1/S2 Waarde 00: OFF Geen regeling 01: COUPLE +1OCT 02: COUPLE -1OCT 03: COUPLE +2OCT 04: COUPLE -2OCT 05: COUPLE +5TH 06: COUPLE -4TH 07: OCTAVE UP 08: OCTAVE DOWN 09: START/STOP 10: TAP TEMPO 11: SONG PLY/STP 12 SONG RESET 13 SONG BWD 14 SONG FWD 15: MFX SW 16: ROTARY SPEED Functie/veranderde parameterinstelling Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op een octaaf hoger ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op een octaaf lager ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op twee octaven hoger ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op twee octaven lager ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op een kwint (7 halve tonen) hoger ook klinken. Als een toets wordt gespeeld, zal een andere noot op een kwart (5 halve tonen) lager ook klinken. Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, stijgt de klavierreeks met een octaaf (maximaal 4 octaven). Elke keer dat de knop wordt ingedrukt, daalt de klavierreeks met een octaaf (maximaal 4 octaven). De externe sequencer zal starten/stoppen. Het tempo wordt gewijzigd in het tempo van het interval waarmee u de knop indrukt. Start en stopt de song (p.37). Brengt u naar het begin van de song terug. Spoelt de song terug. Spoelt de song vooruit. Zet het multi-effect aan/uit (p.39). Wanneer het Rotary-effect wordt gebruikt, schakelt dit tussen het langzame en snelle Rotary-effect. 65

66 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Reverb/Chorusinstellingen Hier kunt u de Reverb en Chorusinstellingen bewerken. Wanneer abrupte veranderingen in de instellingswaardes worden aangebracht, kan het geluid vervormen of overmatig luid worden. Houd de volumeniveaus tijdens het maken van instellingen zorgvuldig in de gaten. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 3. Effects te selecteren. 3. Druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. Reverb instellingsscherm Chorus instellingsscherm Reverb Type Selecteert het Reverbtype. Als u het Reverbtype verandert, worden de Reverb parameters automatisch op de optimale waardes ingesteld. In plaats van het één voor één instellen van de Reverb parameters, kunt u de instellingen op eenvoudigere wijze maken, door eerst het Reverb Type in te stellen en dan alleen de benodigde parameters te veranderen. Parameter Waarde Omschrijving Rev Type (Reverb Type) OFF REVERB ROOM HALL PLATE GM2 REVERB CATHEDRAL Er wordt geen Reverb gebruikt. Normale Reverb. Simuleert de weerkaatsing van het interieur van een kamer. Dit produceert een goed gedefinieerde en ruimtelijke weerkaatsing. Simuleert de weerkaatsing die zich in een hal openbaart. Dit geeft een diepere weerkaatsing dan de Room Reverbs. Simuleert een plaatgalm apparaat (een kunstmatige Reverb die van een metalen plaat gebruikmaakt). Dit is een GM2 Reverb. Dit reproduceert de Reverb die in een kathedraal wordt aangetroffen. Overige Reverb-instellingen U kunt meer gedetailleerde Reverb-instellingen maken. Als u een Reverb Type selecteert wordt een aantal parameters, die uniek zijn voor het betreffende type, getoond. Chorus en Delay instellen 4. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om van scherm te veranderen, en gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde in te stellen. 6. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. Instellingen voor Reverb maken Reverb voegt de kenmerken voor weerkaatsing aan zalen of gehoorzalen toe. Er zijn zes verschillende types beschikbaar, zodat u het type dat het meest geschikt is voor uw doeleinden kunt selecteren. U kunt de hoeveelheid Reverb die wordt toegepast voor elke individuele Tone apart instellen (p.49). Chorus maakt het geluid dieper en ruimtelijker. U kunt selecteren of dit als een Choruseffect of een Delay-effect wordt gebruikt. U kunt de hoeveelheid Chorus die wordt toegepast voor elke individuele Tone apart instellen (p.49). Chorus Type U kunt het Chorustype selecteren. Als u het Chorustype verandert, worden de Chorusparameters automatisch op de optimale waardes ingesteld. In plaats van het één voor één instellen van de Chorusparameters kunt u de instellingen op eenvoudigere wijze maken, door eerst het Chorustype in te stellen en dan alleen de benodigde parameters te veranderen. Parameter Waarde Omschrijving Cho Type (Chorus Type) OFF CHORUS DELAY GM2 CHORUS Chorus of Delay wordt niet gebruikt. Normale Chorus. Normale Delay. Dit is een GM2 Reverb. Overige Chorusinstellingen U kunt meer gedetailleerde CHORUS/DELAY instellingen maken. Als u een Chorustype selecteert, wordt een aantal parameters die uniek zijn voor dat type getoond. 66

67 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Instellingen voor de Compressor maken Dit is een stereo Compressor (Limiter) die op het eindgeluid wordt toegepast. Met aparte instellingen voor de hoge frequentiereeks, middenreeks en lage frequentiereeks reduceert dit onregelmatigheden in volumeniveaus, door het geluid te comprimeren als het volume een vooraf ingesteld volumeniveau overschrijdt. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. Het type Compressor selecteren (Type) Als u deze parameter verandert, worden de Compressor parameter automatisch op de optimale waardes ingesteld. U kunt de instellingen gemakkelijk maken door eerst het Compressortype in te stellen en dan alleen de benodigde parameters te veranderen. Parameter Waarde Omschrijving Type (Compressor Type) HARD COMP SOFT COMP LOW BOOST MID BOOST HI BOOST USER Past een sterke compressie toe. Past een milde compressie toe. Duwt het Low End omhoog. Duwt de middenreeks omhoog. Duwt het High End omhoog. De opgeslagen instellingen worden opgeslagen. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 4. Compressor te selecteren. 3. Druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. 4. Druk op de Cursor [ ] knop om Type te selecteren. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om het type Compressor in te stellen. 6. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om van scherm te veranderen, en gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. Bij bepaalde parameters wordt de lage frequentiereeks, middenreeks of hoge frequentiereeks geselecteerd als de [TONE EDIT] (L M H) knop wordt ingedrukt. 7. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde in te stellen. 8. Druk op de [LAYER EDIT] (WRITE) knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. 9. Druk op de [ENTER] knop. De instellingen worden in Compressor Type USER opgeslagen. 10. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. Gedetailleerde Compressorinstellingen Parameter Waarde Omschrijving Split Freq L Split Freq H Depth Level Attack Time Release Time Threshold Ratio 40, 50, 63, 80, 100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800 [Hz] 400, 500, 630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 [Hz] ORIGINAL, db (1 db/1 Step) ms ms -36 db 0 db (1 db/1 step) 1:1.0, 1:1.1, 1:1.2, 1:1.4, 1:1.6, 1:1.8, 1:2.0, 1:2.5, 1:3.2, 1:4.0, 1:5.6, 1:8.0, 1:16, 1: INF Dit stelt de frequentie die de lage frequentiereeks (LOW) en de middenreeks (MID) scheidt in. Dit stelt de frequentie die de hoge frequentiereeks (HIGH) en de middenreeks (MID) scheidt in. Op ORIGINAL ingesteld, zal het resulterende effect precies zijn als door de instellingen is gespecificeerd. Hoe hoger de waarde, hoe dieper het effect. Uitgangsniveau. Dit stelt de tijd in waarbinnen het niveau wordt onderdrukt nadat de invoer de drempel overschrijdt. Dit stelt de tijd in waarbinnen de compressie wordt losgelaten nadat de invoer tot onder de drempel daalt. Dit stelt het niveau waarop compressie begint in. Compressie Ratio. 67

68 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Bestandsbeheer Een Live set bestand opslaan (LIVE SET Save) Een enkel, individueel bestand dat een verzameling van 60 in de RD-300NX geregistreerde Live Sets bevat, wordt een Live Set bestand genoemd. Dit Live Set bestand kan in het interne geheugen van de RD-300NX of een USB-geheugen (apart verkrijgbaar) dat op de USB RY aansluiting is aangesloten worden opgeslagen. Als u de veranderde instellingen van een systeemparameter wilt opslaan (p.69), onthoudt u de instellingen door de [LAYER EDIT] (WRITE) knop in te drukken, en dan slaat u een Live Set bestand op. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. File te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het EDIT scherm verschijnt. 6. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen of de VALUE draaiknop om de naam in te voeren. Namen kunnen uit zestien tekens bestaan: De volgende tekens zijn beschikbaar Spatie! # $ % & ( ) +, ; A-Z [ ] ^_ `a-z { } ~ Als de [TONE EDIT] (DELETE) knop wordt ingedrukt, wordt één teken verwijderd. Terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [TONE EDIT] (INSERT) knop om een lege ruimte ter grootte van één teken in te voegen. U kunt een Live Set bestand niet opslaan met een naam die met een. (punt) begint. Gebruik geen. (punt) aan het begin van de naam. 7. Herhaal stappen 5-6 om de naam in te voeren. 8. Als u de bestandsnaam heeft ingevoerd, drukt u op de [ENTER] knop. Het Live Set bestand wordt opgeslagen. Executing verschijnt in het scherm terwijl het opslaan wordt uitgevoerd. De stroom mag op dat moment nooit worden uitgezet. Als een bestand met dezelfde naam al is opgeslagen, verschijnt de bevestigingsboodschap Overwrite OK? Om het Live Set bestand te overschrijven drukt u op de [ENTER] knop. Om het bestand met een andere naam op te slaan drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 9. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. 3. Druk op de Cursor [ ] knop om 0. Live Set Save te selecteren, en druk dan op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt. 4. Druk op de [LAYER EDIT] (MEDIA) knop om de opslagbestemming voor het Live Set bestand te selecteren. Waarde INT USB Omschrijving De data worden in het interne geheugen van de RD-300NX opgeslagen. De data worden in een USB-geheugen dat op de USB RY aansluiting op het achterpaneel is aangesloten opgeslagen. 5. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de posities waar de tekens ingevoerd moeten worden te verplaatsen. 68

69 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Live Set bestanden oproepen (LIVE SET Load) Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Live Set bestand wordt geladen. De huidige instellingen worden gewist als een Live Set bestand wordt opgeroepen. Zorg dat u alles wat u wilt behouden eerst opslaat voordat een Live Set bestand wordt opgeroepen (p.68). 6. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om het bestand dat u wilt oproepen te selecteren. Druk dan op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. File te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het EDIT scherm verschijnt. Als u het Live Set bestand niet wilt laden, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 7. Druk nog een keer op de [ENTER] knop om het Live Set bestand te laden. Het Live Set bestand wordt in de RD-300NX geladen. Zet nooit de stroom uit terwijl het laden in volle gang is. Als u een bestand laadt met een naam die tekens bevat die niet door de RD-300NX weergegeven kunnen worden, zal de bestandsnaam als? worden getoond. 8. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm terug. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 1. LIVE SET Load te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt. Een Live Set bestand verwijderen (LIVE SET Delete) Hier ziet u hoe een eerder opgeslagen Live Set bestand verwijderd kan worden. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 4. Druk op de [LAYER EDIT] (MEDIA) knop om het geheugen te selecteren waarin u de data wilt laden. 5. Als systeem parameterinstellingen worden geladen, drukt u op de [TONE EDIT] (System) knop om het selectievakje aan te kruisen. Systeemparameters bestaan uit de volgende instellingen. Edit 1. System instellingen (p.59) Edit 7. V-LINK instellingen (p.74) Favorite Live Set instellingen (p.40) One-Touch Piano, One-Touch E. Piano instellingen (p.42, p.46) Pedaaltoewijzing als de Pedal modus op SYSTEM is ingesteld (p.60) Compressorinstellingen (p.67) 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. File te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het EDIT scherm verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 2. LIVE SET Delete te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt. 69

70 Gedetailleerde instellingen voor elke functie 4. Druk op de [LAYER EDIT] (MEDIA) knop om het geheugen dat het Live Set bestand dat u wilt verwijderen bevat te selecteren. 5. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om het Live Set bestand dat u wilt verwijderen te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. File te selecteren en druk op de [ENTER] knop. Het EDIT scherm verschijnt. 4. Druk op de [LAYER EDIT] (DEST) knop om het type kopie te selecteren. Als u het Live Set bestand niet wilt verwijderen, drukt u op de [EXIT/ SHIFT] knop. Als u ALL kiest zullen alle Live Set bestanden worden verwijderd. 6. Druk op de [ENTER] knop om het Live Set bestand te verwijderen. De stroom mag nooit worden uitgezet terwijl het verwijderen in volle gang is. 7. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. Een Live Set bestand kopiëren (LIVE SET Copy) U kunt een Live Set bestand van het interne geheugen van de RD-300NX naar USB-geheugen (apart verkrijgbaar) kopiëren. U kunt ook een Live Set bestand van USB-geheugen naar het interne geheugen van de RD-300NX kopiëren. 1. Druk op de [MENU] knop, zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. Parameter INT USB USB INT Omschrijving Kopiëren van het RD-300NX interne geheugen naar USB-geheugen. Kopiëren van USB-geheugen naar het interne geheugen van de RD-300NX. 5. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om het Live Set bestand dat u wilt kopiëren te selecteren. Als u het bestand niet wilt kopiëren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. Als u ALL kiest, worden alle Live Set bestanden gekopieerd. 6. Druk op de [ENTER] knop om het Live Set bestand te kopiëren. Zet nooit de stroom uit terwijl het kopiëren in volle gang is. Als een bestand met dezelfde naam al is opgeslagen, verschijnt de bevestigingsboodschap Overwrite OK?. Om het Live Set bestand te overschrijven drukt u op de [ENTER] knop. Om het bestand onder een andere naam op te slaan, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 7. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. File te selecteren en druk op de [ENTER] knop. Het EDIT scherm verschijnt. 70

71 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Een song verwijderen (SONG Delete) Met deze operatie wordt een opgeslagen song verwijderd. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. Een song kopiëren (SONG Copy) U kunt een songbestand van het interne geheugen van de RD-300NX naar een (apart verkrijgbaar) USB-geheugen kopiëren. U kunt ook een songbestand van USB-geheugen naar het interne geheugen van de RD-300NX kopiëren 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. File te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het EDIT scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. File te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het EDIT scherm verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 4. SONG Delete te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. SONG Copy te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt. 4. Druk op de [LAYER EDIT] (MEDIA) knop om het geheugen dat de song die u wilt verwijderen bevat te selecteren. 5. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de song die u wilt verwijderen te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. Als u de song niet wilt verwijderen, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. Als u ALL kiest zullen alle songs worden verwijderd. 6. Druk op de [ENTER] knop om de song te verwijderen. De stroom mag nooit worden uitgezet terwijl het verwijderen in volle gang is. 7. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. 4. Druk op de [LAYER EDIT] (DEST) knop om het type kopie te selecteren. Parameter INT USB USB INT Omschrijving Kopiëren van het interne geheugen van de RD-300NX naar USB-geheugen. Kopiëren van USB-geheugen naar het interne geheugen van de RD-300NX. 5. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de song die u wilt kopiëren te selecteren. Als u de song niet wilt kopiëren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. Als u ALL kiest zullen alle songs worden gekopieerd. 6. Druk op de [ENTER] knop om de song te kopiëren. De stroom mag nooit worden uitgezet terwijl het kopiëren in volle gang is. Als een bestand met dezelfde naam al is opgeslagen, verschijnt de bevestigingsboodschap Overwrite OK? Om het Live Set bestand te overschrijven drukt u op de [ENTER] knop. Om het bestand met een andere naam op te slaan drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 7. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. 71

72 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Geheugen formatteren (Format) Formatteren is een operatie die het interne geheugen opnieuw op de fabrieksstatus instelt of een USB-geheugen gereedmaakt om met de RD-300NX gebruikt te worden. Een USB-geheugen kan niet met de RD-300NX worden gebruikt, tenzij het op passende wijze voor de RD-300NX is geformatteerd. Als u een nieuw USB-geheugen gebruikt, moet u het eerst op de RD-300NX formatteren. Als u het USB-geheugen formatteert, zal alle data die in dat geheugen is opgeslagen gewist worden. Voordat u formatteert moet u controleren of het geheugen geen belangrijke data bevat die u wilt behouden. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 7. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. Zet nooit de stroom uit terwijl Executing in het scherm wordt weergegeven. Het USB-geheugen mag niet ontkoppeld worden voordat het formatteren is voltooid. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 5. File te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het EDIT scherm verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 6. Format te selecteren en druk dan op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt. 4. Druk op de [LAYER EDIT] (MEDIA) knop om het medium dat u wilt formatteren te selecteren. 5. Druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. Indien u besluit de Format operatie te annuleren, drukt u op de [EXIT/ SHIFT] knop. 6. Druk nogmaals op de [ENTER] knop om de Format operatie uit te voeren. De volledige inhoud van het geheugen zal gewist worden. 72

73 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Ritme-instellingen maken De RD-300NX beschikt over interne drumpatronen, geschikt voor Jazz, Rock en verschillende andere muziekstijlen. Dit type drumpatroon wordt een ritme genoemd. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 6. Rhythm te selecteren. 3. Druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. Patronen veranderen (Pattern) Dit selecteert de ritmepatronen. Selecteer uit 200 opties. U kunt een ritmepatroon ook in het RHYTHM screen veranderen (p. 36). De drumset veranderen (Rhy Set) U kunt de drumset van een ritme (een set van drum- en percussieklanken) veranderen. Als deze instelling wordt veranderd, zal de Part 10 Tone ook veranderen. Afhankelijk van de geselecteerde ritmeset kan de ritmeset soms niet correct worden afgespeeld. De MIDI Output aansluiting selecteren (MIDI OUT Port) 4. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te bewerken. 6. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. Het tempo aanpassen (Tempo) Specificeer het tempo van het ritme. Parameter Parameter Waarde Tempo Hiermee wordt de MIDI-aansluiting (poort), via welke het ritmegedeelte wordt uitgestuurd, ingesteld. Parameter MIDI OUT Port Waarde ALL, INT (INTERNAL), MIDI, USB Het MIDI-kanaal voor uitvoer selecteren (MIDI Channel) Hiermee wordt het kanaal ingesteld dat voor het uitsturen van ritmegedeeltes als MIDI-uitvoer wordt gebruikt. Parameter MIDI Channel (MIDI Out Channel) Waarde OFF, 1 16 De manier waarop ritme wordt gespeeld en de tempoweergave kan bij sommige ritmepatronen verschillen. Het volume aanpassen (Volume) Past het volume van het ritme aan. Parameter Waarde Volume

74 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Over V-LINK V-LINK ( ) is een functie die ervoor zorgt dat muziek en visueel materiaal samen gespeeld kunnen worden. Met gebruik van V-LINK-compatibele videoapparatuur kunnen visuele effecten op eenvoudige wijze met de expressieve elementen van een uitvoering worden verbonden, zodat deze onderdeel van de uitvoering worden gemaakt. Als u de RD-300NX bijvoorbeeld in samenwerking met de P-10 gebruikt, kunt u het volgende doen. Om V-LINK tussen de RD-300NX en de P-10 te kunnen gebruiken, moet u verbindingen maken met gebruik van een MIDI-kabel (apart verkrijgbaar). Aansluitingsvoorbeelden Bijwijze van voorbeeld zullen we een Live Set gebruiken waarbij de RD-300NX op de P-10 is aangesloten. Gebruik een MIDI-kabel om de MIDI OUT-aansluiting van de RD-300NX op de MIDI IN-aansluiting van de P-10 aan te sluiten. Voordat dit apparaat op andere apparaten wordt aangesloten, zet u alle apparaten uit. Op die manier voorkomt u storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten. P-10 MIDI IN 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 7. V-LINK te selecteren. 3. Druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. 4. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te bewerken. 6. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [MENU] knop. U keert naar het vorige scherm terug. Als u deze instellingen wilt opslaan, drukt u op de [LAYER EDIT] (WRITE) knop. Instellingen die in de RD-300NX zijn opgeslagen zullen niet verwijderd worden, zelfs niet als de stroom wordt uitgezet. RD-300NX De V-LINK aan/uitzetten MIDI OUT 1. Houd de [REVERB] knop ingedrukt en druk op de [CHORUS] knop. De V-LINK indicator zal in het One Touch scherm of het Live Set scherm verschijnen, en geeft aan dat V-LINK is ingeschakeld. Als V-LINK is ingeschakeld, kunt u visueel materiaal gesynchroniseerd met uw uitvoering besturen, door het klavier van de RD-300NX te bespelen. 2. Houd de [REVERB] knop nogmaals ingedrukt en druk op de [CHORUS] knop. De V-LINK indicator verdwijnt uit het scherm, wat aangeeft dat V-LINK is uitgeschakeld. V-LINK instellingen 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. Gedetailleerde instellingen van V-LINK Parameter Waarde Omschrijving PC (Clip) uitvoer met de witte V-LINK Modus BANK/PC toetsen, Bank Select (Pallet) uitvoer met de zwarte toetsen. NOTE Noot uitvoer V-LINK Tx Channel 1 16 Dit selecteert het MIDI-kanaal dat voor het verzenden van boodschappen wordt gebruikt. V-LINK OUT Port ALL, MIDI, USB Dit selecteert de poort die voor het verzenden van boodschappen wordt gebruikt. Key Range A0 C8 Dit selecteert de reeks toetsen die voor besturing van V-LINK worden gebruikt. PC (Clip) uitvoer met de witte toetsen, Bank Select (Pallet) uitvoer met de zwarte toetsen. Lowest No Als de V-LINK modus op BANK/ PC is ingesteld Als de V-LINK modus op NOTE is ingesteld. Local ON/OFF Deze instelling bepaalt of de klanken van de RD-300NX al dan niet worden gespeeld als een toets binnen de reeks die met Key Range is ingesteld wordt ingedrukt. Elke keer dat de [TONE EDIT] knop in het EDIT V-LINK scherm wordt ingedrukt, wordt de functie wordt afwisselend aan en uitgezet. 74

75 Gedetailleerde instellingen voor elke functie Parameter Waarde Omschrijving Local ON/OFF LOCAL OFF LOCAL ON Er worden geen klanken gespeeld, ook niet als toetsen binnen de reeks die met Key Range is ingesteld worden ingedrukt. Klanken worden gespeeld als toetsen binnen de reeks die met Key Range is ingesteld worden ingedrukt. Instellingen met betrekking tot het afspelen van een song veranderen U kunt een verscheidenheid aan instellingen met betrekking tot het afspelen van een song veranderen. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 8. Utility te selecteren, en druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. Parameter Waarde Omschrijving MIDI OUT Port Audio Volume ALL, INT, MIDI, USB SMF Volume Dit stelt de MIDI-aansluiting (poort) in, via welke de song uitgestuurd zal worden. Dit stelt het volume voor het afspelen van geluidsbestanden in. Dit stelt het volume voor het afspelen van SMF data in. Het volume zal niet veranderen als Part Modus (p.62) op 16PART is ingesteld. Bij sommige songs kan het gebruik van Center Cancel de klankkwaliteit beïnvloeden. De Parts die geluid zullen produceren selecteren 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 8. Utility te selecteren, en druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 0. Song Function te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 0. Song Function te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. 4. Kies Part Switch en druk op de [ENTER] knop. Het Part Switch scherm zal verschijnen. 4. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om de cursor naar de in te stellen parameter te verplaatsen. 5. Gebruik de [DEC] [INC] knoppen om de waarde in te stellen. Als u de [DEC] en [INC] knoppen tegelijk indrukt, keert de instelling naar zijn standaardwaarde terug. 6. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. Parameter Waarde Omschrijving Play Modus ONE SONG ALL SONG Transpose Center Cancel OFF, ON Als u een song afspeelt, wordt slechts één song gespeeld. Het afspelen stopt aan het eind van die song. De songs in het interne geheugen of het USB-geheugen worden opeenvolgend afgespeeld. Hiermee kan de afspeeltoonsoort van een song in stappen van halve tonen worden verschoven. Als geluidsdata wordt afgespeeld, maakt dit dat het volume van klanken die zich in het midden bevinden (bijv. vocalen of melodieinstrumenten) gereduceerd wordt. 5. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om een Part te selecteren, en gebruik de [DEC] [INC] knoppen om dat Part aan of uit te zetten. 6. Als u klaar bent met het maken van instellingen, drukt u op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. Parameter Waarde Omschrijving Part Switch OFF, ON Zet elk Part aan of uit voor het afspelen van songs. De Part selectie functie wordt uitgeschakeld als Part Modus op 16PART wordt ingesteld. Geen enkel Part kan uitgezet worden. 75

76 Gedetailleerde instellingen voor elke functie De fabrieksinstellingen herstellen De instellingen die in de RD-300NX zijn opgeslagen kunnen opnieuw op hun fabrieksinstellingen worden ingesteld. Als Factory Reset All wordt uitgevoerd, zullen alle Live Sets verwijderd worden (p.40). Als u de opgenomen inhoud wilt behouden, slaat u het Live Set bestand in een USB-geheugen op (p.68). Als USB-aansluitingen worden gemaakt, moet u nooit vergeten om de USB-kabel te ontkoppelen voordat u begint. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 8. Utility te selecteren, en druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. 5. Druk op de [ENTER] knop. Een scherm zoals dat wat hieronder wordt getoond verschijnt. Om de Factory Reset te annuleren, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 6. Druk nog een keer op de [ENTER] knop om de Factory Reset operatie te starten. Zet nooit de stroom uit tijdens Factory Reset (terwijl Executing Don t Power Off in het scherm wordt weergegeven). Nadat de Factory Reset operatie is voltooid, wordt het Utility scherm opnieuw weergegeven. Factory Reset All 7. Druk op de [ENTER] knop. Eens scherm zoals dat hieronder verschijnt. 3. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 2. Factory Reset Curnt of 3. Factory Reset All te selecteren. Parameter Factory Reset Curnt (Current) Factory Reset All Omschrijving De op dat moment geselecteerde Live Sets worden opnieuw op hun fabrieksinstellingen ingesteld. De instellingen die in de RD-300NX zijn opgeslagen kunnen opnieuw op hun fabrieksinstellingen worden ingesteld. 8. Druk op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt. Terwijl de Factory Reset wordt uitgevoerd, worden er geen klanken geproduceerd, zelfs niet als toetsen worden ingedrukt. Bovendien worden ritmes die gespeeld werden ook gestopt. Factory Reset Current 4. Druk op de [ENTER] knop. Een scherm zoals dat wat hieronder wordt getoond verschijnt. Om de Factory Reset te annuleren drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop. 9. Druk nogmaals op de [ENTER] knop om de Factory Reset operatie te starten. Zet nooit de stroom uit tijdens Factory Reset (terwijl Executing Don t Power Off in het scherm wordt weergegeven). 10. Zet de stroom uit, en dan weer aan. Als u een One Touch klank heeft geselecteerd, zullen de instellingen van de [PIANO] knoppen en [E. PIANO] knoppen opnieuw worden ingesteld. 76

77 Externe MIDI-apparaten aansluiten RD-300NX uitvoeringen op een externe MIDI-sequencer opnemen 3. Druk op de [ENTER] knop om het EDIT scherm te laten verschijnen. Probeer nu eens een externe sequencer te gebruiken om uw muziek op meerdere tracks op te nemen, en dan de opgenomen uitvoering af te spelen. Aansluiten op een externe sequencer Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, zet u het volume altijd helemaal laag en zet u alle apparaten uit, voordat aansluitingen worden gemaakt. 4. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 1. Rec Setting te selecteren. 5. Druk op de [ENTER] knop, en het volgende scherm zal verschijnen. MIDI IN MIDI OUT MIDI IN MIDI OUT RD-300NX MIDI Sequencer 1. Voordat de aansluitingsprocedure wordt gestart, controleert u of alle apparaten zijn uitgezet. 2. Nadat u Externe apparatuur op de RD-300NX aansluiten (p.15) heeft gelezen, sluit u een geluidsapparaat/systeem of een koptelefoon aan. 3. Sluit het externe MIDI-geluidsapparaat met de MIDI-kabel aan, zoals in bovenstaand figuur wordt getoond. 4. Volgens de beschrijving in De stroom aanzetten (p.17), zet u de stroom van elk apparaat aan. Instellingen voor het opnemen Rec Modus is een handige eigenschap om te gebruiken als u op een externe sequencer opneemt. Als u de Rec Modus functie gebruikt, kunt u de meest geschikte instellingen voor het opnemen van RD-300NX data op een externe sequencer verkrijgen, zonder dat alle instellingen voor Parts en kanalen gemaakt hoeven te worden. 1. Druk op de [MENU] knop zodat de indicator oplicht. Het EDIT MENU scherm verschijnt. Parameter Waarde Omschrijving Rec Modus Local Switch ON, OFF Dit wordt normaalgesproken op OFF ingesteld. Als dit op ON staat, worden instellingen die geschikt zijn voor de opname gebruikt met betrekking tot de uitvoer via MIDI OUT, ongeacht de instellingen van de INTERNAL Layer. Deze zet de Local schakelaar aan en uit. Hoewel dit gewoonlijk op ON staat, dient dit op OFF te worden ingesteld als u opneemt. Voor details kijkt u in de volgende sectie Over de Local schakelaar (p.78). 6. Gebruik de Cursor [ ] [ ] knoppen om de parameter die u wilt bewerken te selecteren, en gebruik dan de [DEC] [INC] knoppen om de waarde te bewerken. 7. Als u de instellingen heeft gemaakt, drukt u op de [MENU] knop zodat de indicator uitdooft. U keert naar het Live Set scherm of het One Touch scherm terug. Als Rec Modus op ON staat, kunt u de EXTERNAL Layer instellingen niet veranderen (p.51). Als de [MIDI] knop wordt ingedrukt wordt het MIDI-scherm niet opgeroepen als Rec Modus op ON is ingesteld. De uitvoering opnemen Gebruik de volgende procedure als u op een externe sequencer opneemt. 1. Zet de Thru functie van de externe sequencer aan. Voor details raadpleegt u de volgende sectie Over de Local schakelaar. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de sequencer voor instructies over het uitvoeren van deze procedure. 2. Selecteer de Live Set voor de uitvoering die opgenomen gaat worden. Voor instructies over het selecteren van de Live Set kijkt u op (p.27). 2. Druk op de Cursor [ ] [ ] knoppen om 8. Utility te selecteren. 77

78 Externe MIDI-apparaten aansluiten 3. Stel de Rec Setting en Local Control in. Gebruik de procedure die in de voorgaande sectie Instellingen voor het opnemen worden beschreven om de volgende instellingen te maken. Parameter Rec Modus Local Switch Waarde ON OFF 4. Begin met de externe sequencer op te nemen. 5. Speel op de RD-300NX. 6. Als de uitvoering is beëindigd, stopt u de opname op de externe sequencer. De opname is nu voltooid. U kunt dan de opgenomen uitvoering beluisteren door deze op de externe sequencer af te spelen. De Rec Modus verlaten Als de Rec Modus op ON is ingesteld, kunnen de MIDI-instellingen niet worden veranderd. Als u de uitvoering heeft opgenomen, gebruikt u de procedure die in de vorige sectie Instellingen voor het opnemen wordt beschreven om de Rec Modus op OFF in te stellen. De in Rec Setting gemaakte instellingen kunnen niet worden opgeslagen. Als u de stroom aanzet, bevinden de Rec Setting parameters zich in de volgende status. Parameter Rec Modus Local Switch Waarde OFF ON Als de MIDI-indicator is verlicht, kan Rec Modus niet op ON worden ingesteld. Over de Local schakelaar De schakelaar die de MIDI-aansluiting tussen de klavier controllersectie en de geluidsgeneratorsectie verbindt of ontkoppelt (p.20) wordt de Local schakelaar genoemd. Aangezien essentiële informatie, die beschrijft wat er op het klavier wordt gespeeld, de geluidsgenerator niet zal bereiken als de Local schakelaar op OFF staat, moet de Local schakelaar normaalgesproken op ON zijn ingesteld. Echter, als u tijdens het spelen die uitvoeringsdata naar een externe sequencer wilt verzenden zodat deze als MIDI-boodschappen opgenomen kunnen worden, speelt u dan met de extern aangesloten MIDI-sequencer op MIDI Thru ingesteld (waarbij data die via MIDI IN worden ontvangen vervolgens via de MIDI OUT wordt verzonden, zonder dat er veranderingen in de data zijn aangebracht). MIDI IN MIDI OUT Opnemen MIDI Thru: On Sequencer Local schakelaar: OFF Klavier controllersectie MIDI OUT MIDI IN Geluidsgeneratorsectie RD-300NX In dit geval wordt de data die via twee paden verzonden. Dat wil zeggen: de data die rechtstreeks vanaf de klavier controllersectie worden verzonden, en de data die van de klavier controllersectie via de externe sequencer worden verzonden, worden als resultaat gelijktijdig naar de geluidsgenerator verzonden. Om die reden kan bijvoorbeeld de noot C niet correct klinken als u een C toets slechts één keer speelt, omdat de klank twee keer door de geluidsgenerator sectie wordt gespeeld. 78

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Handleiding CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK

Nadere informatie

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1 Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1 1 DAISYSPELER PLEXTALK PTN1 Korte inleiding: Wij hopen dat u plezier zult beleven aan het beluisteren van de digitale boeken. Dit document beschrijft de hoofdfuncties

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ATTENTION : RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP

Nadere informatie

Bediening van de Memory Stick-speler

Bediening van de Memory Stick-speler Bediening Bediening van de Memory Stick-speler Over Memory Sticks Stel Memory Sticks niet bloot aan statische elektriciteit en elektrische bronnen. Dit om te voorkomen dat gegevens op de stick verloren

Nadere informatie

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de RD 300GX. Leest u deze gebruikershandleiding alstublieft aandachtig door om er zeker van te zijn dat u maximaal plezier heeft van de mogelijkheden van de RD

Nadere informatie

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN Introductie Volwaardige piano-uitvoering De FP-7F beschikt over de SuperNatural piano geluidsgenerator en het PHA III Ivory Feel-S klavier. U zult genieten van volwaardige piano-uitvoeringen met rijke,

Nadere informatie

Om de bewerkingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, kent deze handleiding de volgende gebruiken. NOTE

Om de bewerkingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen, kent deze handleiding de volgende gebruiken. NOTE Introductie Gefeliciteerd met uw keuze voor de FP-7. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig, om ervoor te zorgen dat u optimaal van de FP-7 geniet, en de mogelijkheden van het apparaat optimaal benut.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding (dit document) Om de PDF te verkrijgen 1. Voer de volgende URL op de computer in.

Gebruikershandleiding (dit document) Om de PDF te verkrijgen 1. Voer de volgende URL op de computer in. Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding (dit document) Lees dit eerst. Hier worden een aantal fundamentele zaken uitgelegd, die u moet te weten om de RD-800 op juiste wijze te gebruiken. PDF handleiding

Nadere informatie

Gebruik van de combinatie FC-300/GT-PRO

Gebruik van de combinatie FC-300/GT-PRO Wat u met de combinatie FC-300/GT-PRO kunt doen U kunt GT-PRO Patch wijzigingen aanbrengen. Nadat u gereed bent met Instellingen voor de FC-300 maken (Voorbereidingen voor het gebruik van de combinatie),

Nadere informatie

Controlelijst bij het uitpakken

Controlelijst bij het uitpakken Onderdeelnummer: 67P4583 Controlelijst bij het uitpakken Hartelijk gefeliciteerd met uw nieuwe IBM ThinkPad X Series computer. Controleer of u alle items in deze lijst hebt ontvangen. Mocht een van de

Nadere informatie

De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.

De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. i -1 Opmerking De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. DE FABRIKANT OF DE VERDELER IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR FOUTEN OF OMISSIES IN DEZE HANDLEIDING

Nadere informatie

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Introductie: Bedankt voor het aanschaffen van deze UHF- PLL 40 kanaals rondleidingsysteem en draadloze

Nadere informatie

MK MIDI KEYBOARD HANDLEIDING 1. STROOMVOORZIENING

MK MIDI KEYBOARD HANDLEIDING 1. STROOMVOORZIENING KEYBOARD FOR COMPUTER MUSIC PITCH BEND MODULATION OF F ON MIN MA WHEEL ASSIGN. VEL. C UR VE BA NK L BA NK M RESET-A C G M -RESET CHANNEL PROGRAM ME MO RY 'POS ER OCTAVE MULTI DISPLAY 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Nadere informatie

Byzoo Sous Vide Turtle

Byzoo Sous Vide Turtle Byzoo Sous Vide Turtle ZAT01 Handleiding 220-240V, 50Hz 1300W BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ALLE INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN BEWAAR VOOR TOEKOMSTIGE REFERENTIE Bij het gebruik van elektrische

Nadere informatie

HA<O> Model XMc-2. Gebruikers handleiding

HA<O> Model XMc-2. Gebruikers handleiding HA Model XMc-2 Dank u en gefeliciteerd met de keuze van de Hammond XMc-2, Drawbar Controller. Om het meeste uit uw instrument te halen voor de komende jaren kunt u het beste deze handleiding helemaal

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Gebruik van de afstandsbediening

Gebruik van de afstandsbediening Gebruik van de afstandsbediening Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de afstandsbediening Wees voorzichtig met de afstandsbediening, hij is licht en klein. Als hij valt kan hij kapot gaan, de batterij

Nadere informatie

3.5'' Digitale Fotolijst

3.5'' Digitale Fotolijst 3.5'' Digitale Fotolijst PL-DPF 351B User Manual Dank u voor het kiezen en kopen van deze digitale fotolijst. Leest u vooral eerst deze ebruikershandleiding zorgvuldig door, zodat mogelijke fouten en storingen

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Handleiding IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld 'BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES' (p.3 alleen HP305), HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Inhoudsopgave 02 INHOUDSOPGAVE 03 INFORMATIE 04 OVERZICHT FRONTPANEEL 06 OVERZICHT ACHTERPANEEL 08 BEDIENING VAN DE R5 08 WEKKERINSTELLINGEN 09 SLEEP TIMER INSTELLINGEN 09 DIM 09

Nadere informatie

HS-2R Radio-hoofdtelefoon van Nokia Gebruikershandleiding. 9355495 Uitgave 2

HS-2R Radio-hoofdtelefoon van Nokia Gebruikershandleiding. 9355495 Uitgave 2 HS-2R Radio-hoofdtelefoon van Nokia Gebruikershandleiding 9355495 Uitgave 2 CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product HS-2R conform is aan de bepalingen

Nadere informatie

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest!

NL Jam Plus. Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest! NL Jam Plus Hartelijk dank voor de aanschaf van de HMDX Jam Plus draadloze luispreker. Waar je een Jam vindt, vind je een feest! Lees deze instructies door en bewaar ze om ze later te kunnen raadplegen.

Nadere informatie

ipod tower 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu

ipod tower 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu ipod tower 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu VOORWOORD DANK Beste klant, Wij willen van de gelegenheid gebruik maken om u te bedanken voor de aankoop van deze speler.

Nadere informatie

Handleiding. Versie 2.0 www.qwiek.nl

Handleiding. Versie 2.0 www.qwiek.nl Handleiding Versie 2.0 www.qwiek.nl Onverhoopt problemen met uw Qwiek.melody? www.qwiek.eu/faq Lees deze voorschriften voor het aansluiten en gebruiken van de Qwiek.up aandachtig door. Algemeen Lees deze

Nadere informatie

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op http://www.apple.com/support/doityourself/.

ATA-kabel. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op http://www.apple.com/support/doityourself/. Nederlands Instructies voor vervanging ATA-kabel AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking:

Nadere informatie

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing CECH-ZHD1 7020228 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINFORMATIE!!

VEILIGHEIDSINFORMATIE!! Gebruiksaanwijzing VEILIGHEIDSINFORMATIE!! 2 INHOUDSOPGAVE 3 PANEELOMSCHRIJVING Frontpaneel Achterpaneel Pedalen 4 PANEELOMSCHRIJVING 5 VOORBEREIDING Dit hoofdstuk bevat informatie over het opbouwen van

Nadere informatie

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH-0001 7010521 2010 Sony Computer Entertainment Europe

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH-0001 7010521 2010 Sony Computer Entertainment Europe SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing SCEH-0001 7010521 2010 Sony Computer Entertainment Europe Bedankt voor het aanschaffen van het SingStar Microphone Pack. Lees voor u dit product gaat gebruiken

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland CUBE-15X gitaarversterker. Lees eerst de volgende onderdelen, voordat dit apparaat wordt gebruikt. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES (pagina

Nadere informatie

Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht

Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht Handleiding Actieve stereo speaker met uniek LED sfeerlicht Belangrijk Wanneer het product is ingeschakeld, ziet u de functie On Mode geactiveerd. Echter, wanneer het product is aangesloten op een extern

Nadere informatie

NOVANEX G22 GEBRUIKSHANDLEIDING

NOVANEX G22 GEBRUIKSHANDLEIDING NOVANEX G22 GEBRUIKSHANDLEIDING BELANGRIJK! Lees de instructies aandachtig voordat u de versterker de eerste keer gebruikt. Bewaar deze instructies voor de toekomst. VERSTERKER EIGENSCHAPPEN - Volledig

Nadere informatie

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE REDUCEREN.

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Handleiding. Sinner bluetooth scooterhelm

Handleiding. Sinner bluetooth scooterhelm Handleiding Sinner bluetooth helm Sinner bluetooth skihelm Sinner bluetooth scooterhelm Inhoudsopgave 1 Introductie bluetooth 1.1 Bluetooth helm controle knop 1.2 Ondersteunende profielen en functies 1.3

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Bedrade afstandsbediening MWR-VH02 ENERGIE RECOVERY VENTILATIE (ERV wtw ventilatie) Ne DB98-30694A(1) Veiligheidsmaatregelen Lees deze instructies aandachtig door voordat u deze bedrade

Nadere informatie

Byzoo Sous Vide Hippo

Byzoo Sous Vide Hippo Byzoo Sous Vide Hippo handleiding 220-240V, 50Hz 800W BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ALLE INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN BEWAAR VOOR TOEKOMSTIGE REFERENTIE 1 Lees alle instructies zorgvuldig voor

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Lees de handleiding goed door vóór gebruik en bewaar hem goed voor later gebruik Mill HT5512 Gebruiksaanwijzing Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u elektrische

Nadere informatie

Veiligheidsinformatie!

Veiligheidsinformatie! Gebruiksaanwijzing Veiligheidsinformatie! WAARSCHUWING FCC-VOORSCHRIFTEN (VOOR DE VS) Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de beperkingen van een Class B digitaal apparaat, volgens Part

Nadere informatie

EnVivo EZ Converter. Gebruikershandleiding

EnVivo EZ Converter. Gebruikershandleiding EnVivo EZ Converter Gebruikershandleiding op met Teknihall support: 0900 400 2001 2 INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE... 4 OPMERKINGEN... 4 FUNCTIES... 5 SPECIFICATIES... 5 SYSTEEMEISEN... 5 INHOUD VAN DE VERPAKKING

Nadere informatie

Evolution MK MIDI KEYBOARD HANDLEIDING

Evolution MK MIDI KEYBOARD HANDLEIDING Evolution MK - 261 www.evolution.co.uk MIDI KEYBOARD HANDLEIDING 1. STROOMVOORZIENING 1-1 Geluideskaart als voedingsbron Gebruik de meegeleverde kabel, sluit de 5 poige plug aan op het MIDI toetsenbord

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Lees de handleiding goed door vóór gebruik en bewaar hem goed voor later gebruik. Mill HT600 Gebruiksaanwijzing Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u elektrische

Nadere informatie

TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V

TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V 1 Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers van de TRUST WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V. De WIRELESS AUDIO / VIDEO TRANSMITTER 100V kan gebruikt worden voor het draadloos door sturen

Nadere informatie

Wat er allemaal mogelijk is!

Wat er allemaal mogelijk is! Handleiding & Wat er allemaal mogelijk is! & Piano spelen e Verschillende klanken spelen Dit apparaat heeft een grote verscheidenheid aan tones (klanken). U kunt deze klanken vrijelijk selecteren en spelen.

Nadere informatie

HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO

HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO www.-ices-electronics.com VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Uitleg van symbolen: Dit symbool geeft aan dat er belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies zijn opgenomen in de

Nadere informatie

Videokaart. 4. Als u de behuizing tegen diefstal hebt beveiligd met een beveiligingskabel, verwijdert u deze kabel.

Videokaart. 4. Als u de behuizing tegen diefstal hebt beveiligd met een beveiligingskabel, verwijdert u deze kabel. Nederlands Instructies voor vervanging Videokaart AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking:

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Informatie voor de gebruiker: HD (High Definition) en HFR (High Frame Rate) video-opname apparaten, zijn een zware belasting voor geheugenkaarten. Afhankelijk van de gebruikersinstellingen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE

Nadere informatie

CN27 MIDI-handleiding MIDI instellingen

CN27 MIDI-handleiding MIDI instellingen De afkorting MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface, een internationale standaard voor de verbinding van muziekinstrumenten, computers en andere apparaten, waardoor deze apparaten onderling

Nadere informatie

Harde schijf. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

Harde schijf. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op Nederlands Instructies voor vervanging Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als je dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking: U kunt instructies

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

Nederlands. Bovenplaat. AppleCare. Instructies voor vervanging

Nederlands. Bovenplaat. AppleCare. Instructies voor vervanging Nederlands Instructies voor vervanging Bovenplaat AppleCare Volg deze instructies nauwgezet. Als u dit niet doet, kan uw apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking: U kunt

Nadere informatie

HD-CVI Verkorte handleiding

HD-CVI Verkorte handleiding HD-CVI Verkorte handleiding model 5104D-5208D-5216D Version 2.0.0 2015 HDCVI DVR Verkorte handleiding Welkom Dank u voor de aankoop van onze DVR! Deze verkorte handleiding helpt u wegwijs met onze DVR

Nadere informatie

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN START-LINE GEBRUIKERSHANDLEIDING Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen Lees deze eenvoudige instructies. Bij onjuiste installatie vervalt de garantie op dit product.

Nadere informatie

Digitale klavecimbel. Gebruikershandleiding

Digitale klavecimbel. Gebruikershandleiding Digitale klavecimbel Gebruikershandleiding Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijnen 2004/108/EC. Voor EU-Landen Digitale klavecimbel Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest

Nadere informatie

EM8670-R2 Draadloze buitensirene

EM8670-R2 Draadloze buitensirene EM8670-R2 Draadloze buitensirene EM8670 R2 - Draadloze buitensirene 2 NEDERLANDS Inhoudsopgave 1.0 Introductie... 2 2.0 Instellingen... 3 2.1 Antisabotage schakelaar... 3 2.2 Schakelaar instellingen...

Nadere informatie

DAB+ FM-RADIO DAB-42 GEBRUIKSHANDLEIDING

DAB+ FM-RADIO DAB-42 GEBRUIKSHANDLEIDING DAB+ FM-RADIO DAB-42 GEBRUIKSHANDLEIDING Lees deze gebruikshandleiding a.u.b. zorgvuldig door voorafgaand aan gebruik en bewaar de instructies als eventueel naslagwerk. PRODUCTOVERZICHT 1 Aan/Uit/Modus-knop

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland RG-1F/RG-3F Digital Grand Piano. Deze gebruikershandleiding is voor zowel de RG-1F als de RG-3F.

Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland RG-1F/RG-3F Digital Grand Piano. Deze gebruikershandleiding is voor zowel de RG-1F als de RG-3F. Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland RG-1F/RG-3F Digital Grand Piano. Deze gebruikershandleiding is voor zowel de RG-1F als de RG-3F. 201b Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties

Nadere informatie

Nokia Stereoheadset WH /1

Nokia Stereoheadset WH /1 Nokia Stereoheadset WH-600 7 9206937/1 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia en Nokia Connecting People zijn gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland Fantom-Xa. 201a Lees, voordat u dit apparaat in gebruik, neemt de hoofdstukken BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES en HET APPARAAT OP EEN

Nadere informatie

Nokia Music Speakers MD-3

Nokia Music Speakers MD-3 Nokia Music Speakers MD-3 9253870/2 NEDERLANDS De MD-3-stereoluidsprekers bieden een uitstekende geluidskwaliteit wanneer u naar muziek of de radio luistert op uw compatibele Nokia telefoon of audioapparaat.

Nadere informatie

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing

Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing Montagebeugel voor harde schijf Gebruiksaanwijzing CECH-ZCD1 7020229 Compatibele hardware PlayStation 3-systeem (CECH-400x-serie) Voorzorgsmaatregelen Lees om veilig gebruik van dit product te garanderen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding r

Gebruikershandleiding r Gebruikershandleiding r WAARSCHUWING Om de mogelijkheid van brand of elektrische schokken zoveel mogelijk te reduceren, mag dit apparaat niet aan regen of vocht worden blootgesteld. Dit product voldoet

Nadere informatie

Bestnr. 95 37 31 AIPTEK Digitale fotolijst 7 inch

Bestnr. 95 37 31 AIPTEK Digitale fotolijst 7 inch Bestnr. 95 37 31 AIPTEK Digitale fotolijst 7 inch Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER

BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER BLUETOOTH SOUNDBAR MET SUBWOOFER Snel installatiegids DA-10295 Welkom Dank u voor het kopen van Digitus Bluetooth Soundbar met subwoofer! Ongeacht hoe u dit product gebruikt of het nu voor het afspelen

Nadere informatie

DUTCH GEBRUIKSAANWIJZING SCD-21 MP3 PORTABLE RADIO CD/MP3 PLAYER LENCO

DUTCH GEBRUIKSAANWIJZING SCD-21 MP3 PORTABLE RADIO CD/MP3 PLAYER LENCO DUTCH GEBRUIKSAANWIJZING SCD-21 MP3 PORTABLE RADIO CD/MP3 PLAYER LENCO WAARSCHUWING STEL DIT APPARAAT NOOIT BLOOT AAN REGEN OF VOCHT, OM HET ONTSTAAN VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN. BELANGRIJK

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding r WAARSCHUWING om het risico op brand of elektrische schok te verlagen, stelt u dit apparaat niet aan regen of vocht bloot. This product complies with the requirements of European

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding CAUTION RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE

Nadere informatie

Veiligheidsmaatregelen

Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Lees de instructies in dit boek aandachtig door voordat u de gecentraliseerde regelaar gebruikt. Bewaar deze Gebruikershandleiding en de Installatiehandleiding op een handige en

Nadere informatie

Analoog telefoontoestel

Analoog telefoontoestel Gebruikershandleiding Analoog telefoontoestel COMfort 200 Hoorn Basiseenheid Toetsenklavier Haak Krulsnoer Aansluiting krulsnoer Lijnsnoer Aansluiting lijnsnoer Eerste gebruik Verbindt het krulsnoer met

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Welkom bij de Picture Package Producer 2 Handleiding voor Picture Package Producer2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND PM-30

Uw gebruiksaanwijzing. ROLAND PM-30 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Elektrische muurbeugel

Elektrische muurbeugel E HANDLEIDING Elektrische muurbeugel IR ontvanger programmeren: (AB = afkorting voor afstandsbediening) STAP 1: Druk en houd voor 5 seconden ingedrukt totdat de LED gaat knipperen en aan blijft, dan druk

Nadere informatie

AirPort-kaart. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op

AirPort-kaart. Opmerking: U kunt instructies op het internet vinden op Nederlands Instructies voor vervanging Volg de instructies in dit document nauwgezet. ls je dit niet doet, kan de apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking: U kunt instructies

Nadere informatie

FR-8x Versie 2.0 Wijzigingen & Verbeteringen

FR-8x Versie 2.0 Wijzigingen & Verbeteringen Deze bijlage bij de handleiding van de FR-8x beschrijft de verbeteringen die aangebracht zijn met Versie 2.0 van de software. New 11. Drum Edit Drum Setupparameters toegevoegd Versie 2.0 voegt nieuwe Drum

Nadere informatie

I. Specificaties. II Toetsen en bediening

I. Specificaties. II Toetsen en bediening I. Specificaties Afmetingen Gewicht Scherm Audioformaat Accu Play time Geheugen 77 52 11mm (W*H*D) 79g 1,3inch OLED-scherm MP3: bitrate 8Kbps-320Kbps WMA: bitrate 5Kbps-384Kbps FLAC:samplingrate 8KHz-48KHz,16bit

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING (NL) Lees de handleiding goed door vóór gebruik en bewaar hem goed voor later gebruik. Belangrijke veiligheidsinformatie Wanneer u elektrische producten gebruikt,

Nadere informatie

Nokia MobileTV Headset DVB-H. Uitgave 1.1

Nokia MobileTV Headset DVB-H. Uitgave 1.1 Nokia MobileTV Headset DVB-H Uitgave 1.1 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Met de Nokia MobileTV Headset DVB-H kunt u digitale tvuitzendingen ontvangen in Digital Video Broadcasting-Handheld

Nadere informatie

Bediening van de CD-speler

Bediening van de CD-speler Bediening van de CD-speler Over compact discs De cd wordt door een laserstraaltje gelezen; het CD-oppervlak komt dus met niets in aanraking. Krassen op de cd of een kromme cd veroorzaken een slechte geluidskwaliteit

Nadere informatie

Packard Bell Easy Repair

Packard Bell Easy Repair Packard Bell Easy Repair EasyNote MZ serie Instructies voor het vervangen van de harde schijf 7429170005 7429170005 Documentversie: 1.0 - Mei 2007 www.packardbell.com Belangrijke veiligheidsinstructies

Nadere informatie

TRUST WIRELESS OBSERVATION SYSTEM 100M

TRUST WIRELESS OBSERVATION SYSTEM 100M 1 Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers van de TRUST WIRELESS OBSERVATION SYSTEM 100M. De WIRELESS OBSERVATION SYSTEM 100M is te gebruiken als beveiliging van uw eigendommen. De set beschikt

Nadere informatie

CN37 MIDI handleiding MIDI Settings (MIDI instellingen)

CN37 MIDI handleiding MIDI Settings (MIDI instellingen) MIDI overzicht De afkorting MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface, een internationale standaard voor de verbinding van muziekinstrumenten, computers en andere apparaten, waardoor deze apparaten

Nadere informatie

AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW

AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW HERCULES DJCONTROLWAVE OVERZICHT De Hercules DJControlWave is een 2-decks DJ-controller met Bluetooth draadloze technologie. Hiermee kunt u uiterst

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. LENCO MES-221 http://nl.yourpdfguides.com/dref/2321283

Uw gebruiksaanwijzing. LENCO MES-221 http://nl.yourpdfguides.com/dref/2321283 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor LENCO MES-221. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de LENCO MES-221 in de gebruikershandleiding (informatie,

Nadere informatie

Handleiding SensiView

Handleiding SensiView Handleiding SensiView 1 Index Gebruiksvoorschriften Pagina 3 Mogen we aan u voorstellen, de SensiView Pagina 4 Aan de slag met de SensiView Pagina 5 Gebruiksaanwijzing Pagina 6 2 Gebruiksvoorschriften

Nadere informatie

Model EF-2000W Handleiding

Model EF-2000W Handleiding Thermic Dynamics Eco Class Heater Model EF-2000W Handleiding Waarschuwingen Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudens en dient niet gebruikt te worden voor andere doeleinden, zoals in een niet-huiselijke

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap 2: Geselecteerde beelden controleren Stap 3: Voorbereidingen treffen om een korte

Nadere informatie

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2 Nokia Extra Power DC-11/DC-11K 5 2 4 3 9212420/2 2008-2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Met de Nokia Extra Power DC-11/ DC-11K (hierna DC-11 genoemd) kunt u de batterijen van twee compatibele

Nadere informatie

SONOS DOCK Productgids AVL DESCHAMPS - Benedictijnenstraat 34-8970 Poperinge - T. 0475/97 90 20 - E. stephan@avldeschamps.be - W. www.avldeschamps.

SONOS DOCK Productgids AVL DESCHAMPS - Benedictijnenstraat 34-8970 Poperinge - T. 0475/97 90 20 - E. stephan@avldeschamps.be - W. www.avldeschamps. SONOS DOCK Productgids DIT DOCUMENT BEVAT INFORMATIE DIE ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING KAN WORDEN GEWIJZIGD. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of overgedragen in enige vorm of via enige

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE 16 Kanaals vrij te programmeren dimmer en schakel Controller DMX-512 DJ MINGLE DM-16 C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 M MASTER A LEVEL SPEED AUDIO FADE TiME 6.99 Manual Midi Channel

Nadere informatie

Nokia Charging Plate DT-600. Uitgave 1.2

Nokia Charging Plate DT-600. Uitgave 1.2 Nokia Charging Plate DT-600 6 1 2 2 5 4 3 7 Uitgave 1.2 8 9 10 11 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Met de Nokia Charging Plate DT-600 kunt u de batterijen van vijf compatibele apparaten

Nadere informatie

Handleiding U8 Wireless Headset

Handleiding U8 Wireless Headset Voorwoord Bedankt dat je voor de Music Headsets hebt gekozen Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig voor de juiste instructies om het voordeel van ons product te maximaliseren. Onze headsets zijn goed

Nadere informatie

Nederlands. Geheugen. AppleCare. Instructies voor vervanging

Nederlands. Geheugen. AppleCare. Instructies voor vervanging Nederlands Instructies voor vervanging Geheugen AppleCare Volg de instructies in dit document nauwgezet. Als u dit niet doet, kan uw apparatuur beschadigd raken en de garantie komen te vervallen. Opmerking

Nadere informatie

Nederlandse versie. Inleiding. Software installatie. MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player

Nederlandse versie. Inleiding. Software installatie. MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player Inleiding Stel de Sweex Black Onyx MP4 Player niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de dichte nabijheid van

Nadere informatie

GIDS VOOR DE GEBRUIKER

GIDS VOOR DE GEBRUIKER GIDS VOOR DE GEBRUIKER Aangekoppelde Afstandsbediening MWR-TH00 MWR-TH01 Airconditioner Ne DB98-26319A(1) Veiligheidsvoorschriften Voordat u de aangekoppelde afstandsbediening gebruikt, leest u best deze

Nadere informatie

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR

COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR START-LINE ACC-2300 GEBRUIKERSHANDLEIDING Item 70181 Versie 5.0 Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen COMPACTE DRAADLOZE SCHAKELAAR Lees deze eenvoudige instructies.

Nadere informatie

RR500 JUKEBOX HANDLEIDING MET AM/FM RADIO, CD SPELER EN MP4 DOCKING STATION

RR500 JUKEBOX HANDLEIDING  MET AM/FM RADIO, CD SPELER EN MP4 DOCKING STATION RR500 JUKEBOX MET AM/FM RADIO, CD SPELER EN MP4 DOCKING STATION HANDLEIDING WWW.RICATECH.COM Het icoon met bliksem schicht met pijl in een driehoek geeft aan dat er zich ongeïsoleerde onderdelen in het

Nadere informatie

ENVIVO. Mini bluetooth speaker USER MANUAL ENV-1435

ENVIVO. Mini bluetooth speaker USER MANUAL ENV-1435 ENVIVO Mini bluetooth speaker USER MANUAL INHOUDSOPGAVE WELKOM... 4 PRODUCT OVERZICHT... 6 AAN DE SLAG... 8 FM FREQUENTIE AANPASSEN... 9 TELEFOONGESPREKKEN... 10 LIJN IN... 11 SPECIFICATIES... 12 VEEL

Nadere informatie

Nokia Mini Speakers MD /1

Nokia Mini Speakers MD /1 Nokia Mini Speakers MD-8 9209474/1 7 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting people en het logo van Nokia Original Accessories zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van

Nadere informatie