Statuten federatie van bevoegde gezagsorganen 2.01/2.03/2.11 stichtingsvorm

Transcriptie

1 Bijlage 2 Statuten federatie van bevoegde gezagsorganen 2.01/2.03/2.11 stichtingsvorm Oprichtingsakte stichting Vandaag... tweeduizend... verschijnt voor mij,..., notaris te... - (voorzitter stichting) - (secretaris stichting) De comparanten verklaren vooraf als volgt: De navolgende bevoegde gezagsorganen in de zin van de wet op het primair onderwijs: 1. Katholieke Onderwijs Centrale, Vinkenstraat 1, 9713 TA te Groningen 2. Groningse Schoolvereniging, Sweelincklaan 4, 9722 JV te Groningen 3. Gemeente Groningen, Postbus 268, 9700 AG te Groningen. 4. Stichting Jenaplanschool T Vlot/Peter Petersen, Rummerinkhof 6 B, 9751 SL te Haren. 5. Gemeente Haren, Postbus 21, 9750 AA te Haren. 6. Stichting De Vrijeschool, Postbus 598, 9700 AN te Groningen. 7. Gemeente Tynaarlo, Postbus 12, 9470 AA te Zuidlaren 8. Gemeente Bedum, Postbus 38, 9780 AA te Bedum 9. Gemeente Zuidhorn, Postbus 3, 9800 AA te Zuidhorn. 10. Stichting Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs Tussen Lauwers en Eems, Postbus 11, 9965 ZG te Warffum. zijn overeengekomen om ten behoeve van elk van hun scholen die zij in stand houden een samenwerkingsverband te vormen in de zin van artikel 18 van de WPO, gericht op het realiseren van een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs en wel zodanig dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en hebben besloten voor dit doel een stichting op te richten die de bevoegdheid heeft over de zorgmiddelen van het samenwerkingsverband te besluiten. Ter uitvoering van de ter zake genomen besluiten van de voormelde bevoegde gezagsorganen verklaren comparanten een stichting in het leven te roepen die zal worden geregeerd door de hierna volgende statuten: 1

2 2

3 STATUTEN Artikel 1 Begripsbepalingen Deze statuten verstaan onder: a. amvb: algemene maatregel van bestuur; b. basisschool: de basisschool als bedoeld in de WPO, van een bevoegd gezag; c. bevoegd gezag: de rechtspersoon die een school in stand houdt als bedoeld in de WPO en die behoort tot de oprichters van de stichting als hierboven vermeld. d. centrale dienst: de centrale dienst als bedoeld in artikel 21 van de WPO; e. commissie van beroep: de commissie als bedoeld in artikel 60 van de WPO; f. geschillencommissie samenwerkingsverbanden: de geschillencommissie als bedoeld in artikel 22 van de WPO; g. permanente commissie leerlingenzorg: commissie als bedoeld in artikel 23 van de WPO; h. rechtspersonen: de bevoegde gezagsorganen; i. samenwerkingsverband: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de WPO; j. subverband: groep van- op basis van een werkplan - samenwerkende schoolbesturen binnen het samenwerkingsverband; k. school(scholen): de school(scholen) als bedoeld in de WPO van een bevoegd gezag; l. speciale school voor basisonderwijs: de school als bedoeld in de WPO van een bevoegd gezag; m. tussenvoorziening: de voorziening bij een basisschool voor leerlingen die extra zorg nodig hebben; n. WPO: de wet op het primair onderwijs; o. zorgformatie: formatie als bedoeld in artikel 122 van de WPO; p. zorgplan: zorgplan als bedoeld in artikel 19 van de WPO, waarin begrepen een beschrijving van het meerjarenzorgbeleid en een meerjarenbegroting van inkomsten en uitgaven van de federatie; q. beleidsgroep: vertegenwoordigers van de subverbanden die zijn aangewezen door de deelnemende schoolbesturen ten behoeve van beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Artikel 2 Naam stichting 1. De stichting draagt de naam: Stichting samenwerkingsverband Stad en Ommeland en is statutair gevestigd te Groningen. 2. De stichting is opgericht op 01 augustus 2003 en aangegaan voor onbepaalde tijd. 3. De stichting beoogt niet het maken van winst. Artikel 3 Doel en middelen stichting 1.a. De stichting stelt zich ten doel het vormen en in stand houden van een 3

4 samenwerkingsverband van de bevoegde gezagsorganen, welke bestaat uit drie subverbanden. 1.b. De stichting stelt zich ten doel het oprichten en in stand houden van een centrale dienst ten behoeve van de genoemde bevoegde gezagsorganen teneinde de taken uit te oefenen als bedoeld in de WPO. 2. De stichting tracht deze doelen te bereiken door: a. gezamenlijke besluitvorming over de zorgmiddelen die de bevoegde gezagsorganen ontvangen; b. een jaarlijks vast te stellen zorgplan; c. jaarlijks de werkplannen van de subverbanden te toetsen aan het zorgplan; d. het uitoefenen van door de bevoegde gezagsorganen aan de stichting overgedragen bevoegdheden; e. andere middelen die aan het doel van de stichting dienstbaar kunnen zijn. 3. Het vermogen van de stichting bestaat uit de hierna te noemen zorgmiddelen : - de zorgformatie toegekend aan het basisonderwijs; - de zorgformatie toegekend aan de speciale scholen voor basisonderwijs; - de verzilverde formatie-eenheden; - overige middelen. 4. De inzet van de formatie als bedoeld in het derde lid wordt vastgelegd in het zorgplan op basis van het hierin opgenomen meerjarenzorgbeleid en de meerjarenbegroting. 5. Evaluatie van de inzet van de formatie als bedoeld in het derde lid vindt jaarlijks plaats in het zorgplan. 6. Ten behoeve van het opstellen van het zorgplan verstrekken de bevoegde gezagsorganen alle door het bestuur gewenste gegevens over de besteding van de zorgmiddelen op schoolniveau en de mate waarin de vastgestelde doelen zijn bereikt. 7. Indien voor enig schooljaar zorgmiddelen als bedoeld in het derde lid worden overgedragen tussen de bevoegde gezagsorganen of naar een rechtspersoon van een ander samenwerkingsverband wordt de bijdrage van elk bevoegd gezag aan deze overdracht opgenomen in het zorgplan. Indien bij een bevoegd gezag zowel sprake is van over te dragen als te ontvangen zorgmiddelen wordt dit verrekend tot de netto overdracht c.q. ontvangst van zorgmiddelen. Artikel 4 Samenstelling en benoeming bestuur stichting en samenstelling subverbanden. 1. Het bestuur bestaat uit personen, die op bindende voordracht worden benoemd uit en door de besturen van de volgende bevoegde gezagsorganen: - Katholieke Onderwijs Centrale, Vinkenstraat 1, 9713 TA te Groningen - Groningse Schoolvereniging, Sweelincklaan 4, 9722 JV te Groningen - Gemeente Groningen, Postbus 268, 9700 AG te Groningen. - Stichting Jenaplanschool t Vlot/Peter Petersen, Rummerinkhof 6 B, 9751 SL te Haren. - Gemeente Haren, Postbus 21, 9750 AA te Haren. 4

5 - Stichting De Vrijeschool, Postbus 598, 9700 AN te Groningen. - Gemeente Tynaarlo, Postbus 12, 9470 AA te Zuidlaren - Gemeente Bedum, Postbus 38, 9780 AA te Bedum - Gemeente Zuidhorn, Postbus 3, 9800 AA te Zuidhorn. - Stichting Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems, Postbus 11, 9965 ZG te Warffum. 2. Elk van de bevoegde gezagsorganen als bedoeld in het eerste lid heeft het recht tot het uitbrengen van een bindende voordracht voor de benoeming van één bestuurslid en één plaatsvervangend bestuurslid. 3. Een wijziging in de samenstelling van het samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid geschiedt conform het bepaalde in artikel 18 lid 4 van de WPO. 4. De subverbanden worden gevormd door: - subverband 1: Katholieke Onderwijs Centrale, Groningse Schoolvereniging, gemeente Groningen; - subverband 2: Stichting Jenaplanschool Haren, gemeente Haren, Stichting De Vrijeschool, gemeente Tynaarlo, gemeente Groningen; - subverband 3: Bestuurscommissie Marenland (gemeente Bedum), gemeente Zuidhorn, Stichting Tussen Lauwers en Eems, gemeente Groningen. 5. Over de aansturing van de subverbanden worden afspraken gemaakt in het zorgplan. Artikel 5 Bestuursbesluiten en bestuursvergaderingen 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het bestuur stelt het zorgplan en het (financieel) jaarverslag vast. 2. De besluitvorming in het bestuur vindt plaats bij gewone meerderheid van stemmen, behoudens het bepaalde in het derde en vierde lid.voor de vaststelling van het zorgplan is een gekwalificeerde meerderheid nodig van 2/3 van het aantal uitgebrachte stemmen. 3. Een besluit over de inzet van de toegekende zorgformatie aan de speciale school(scholen) voor basisonderwijs behoeft tevens de instemming van het bevoegd gezag dat een speciale school voor basisonderwijs in stand houdt. 4. Een besluit tot samenvoeging van 2 of meer speciale scholen voor basisonderwijs of opheffing van een speciale school voor basisonderwijs behoeft tevens de instemming van de bevoegde gezagsorganen die deze scholen in stand houden. Een besluit tot opheffing van de laatste speciale school voor basisonderwijs behoeft de instemming van alle bestuursleden. 5. Elk bestuurslid heeft afhankelijk van het aantal ongewogen leerlingen van het bevoegd gezag op wiens voordracht hij is benoemd een of meer stemmen: leerlingen 1 stem stemmen stemmen stemmen stemmen 5

6 etc. De stemverhouding wordt jaarlijks vastgelegd per 1 oktober van het voorafgaande jaar. Stemmen per volmacht is toegestaan, mits de volmacht is verstrekt aan een ander bestuurslid. Blanco stemmen tellen niet mee. Adviseurs kunnen op verzoek van het bestuur de bestuursvergadering bijwonen maar hebben geen stemrecht. 6. Stemming geschiedt mondeling, tenzij een of meer leden een schriftelijke stemming wensen. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Indien bij stemming over personen de meerderheid niet wordt gehaald, wordt opnieuw gestemd tussen de twee personen met de hoogste aantallen stemmen. Verkozen is de persoon met de hoogste aantallen stemmen. Indien ook dan de stemmen staken beslist het lot wie is verkozen. 7. De leden van het bestuur worden benoemd voor de termijn van vier jaren met dien verstande, dat een tussentijds benoemde aftreedt op het tijdstip waarop het lid wiens plaats hij inneemt zou hebben moeten aftreden. 8. Het bestuur kiest uit zijn midden de voorzitter, secretaris en penningmeester, waarbij rekening wordt gehouden met een vertegenwoordiging uit de subverbanden. 9. Het lidmaatschap van een lid van het bestuur eindigt door: a. opzegging door het bestuurslid, met een opzegtermijn van drie maanden; b. indien aan het betreffende bestuurslid door de participant die hem of haar heeft voorgedragen ontslag wordt verleend; c. de mededeling van het bevoegd gezag op wiens voordracht hij is benoemd dat het de deelname aan de stichting beëindigt; d. ontslag door het bestuur indien sprake is van een onbehoorlijke vervulling van de aan het bestuurslid opgedragen taak. Artikel 6 Dagelijks bestuur 1. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de voorzitter, secretaris en penningmeester van het bestuur. 2. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid van het bestuur en is bevoegd alle daarvoor noodzakelijke handelingen te verrichten. 3. Ter uitvoering van de bevoegdheid bedoeld in het tweede lid laat het dagelijks bestuur zich bijstaan door een beleidsgroep, waarvan de leden worden aangewezen door de afzonderlijke schoolbesturen. 4. Het secretariaat kan worden opgedragen aan een ambtelijk secretaris. Artikel 7 Procedure vaststellen zorgplan 1. Het dagelijks bestuur stuurt jaarlijks voor 15 januari een conceptzorgplan toe aan het bestuur. Het bestuur stelt uiterlijk 1 maart het conceptzorgplan op. 2. Het dagelijks bestuur is bevoegd om namens de stichting over de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van het conceptzorgplan overkoepelend 6

7 Decentraal Georganiseerd Overleg te voeren als bedoeld in artikel IV-F2 lid 2 van het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel. 3. De bevoegde gezagsorganen vragen over het concept zorgplan instemming van hun (gemeenschappelijke) medezeggenschapsorganen. Het bevoegd gezag dat een speciale school voor basisonderwijs en tevens 1 of meer basisscholen in stand houdt vraagt instemming van de medezeggenschapsraad van de eerstgenoemde school met betrekking tot de voorgenomen inzet van de door het Rijk toegekende zorgformatie aan deze school. 5. Het bestuur stelt jaarlijks voor 1 mei het zorgplan vast, nadat hierover instemming is bereikt als bedoeld in de WMO met de betrokken medezeggenschapsraden. 6. De bevoegde gezagsorganen dragen er zorg voor dat de in het vastgestelde zorgplan afgesproken overdracht van middelen plaatsvindt conform de overdrachtsvoorschriften van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. 7. Het zorgplan wordt na de vaststelling door het secretariaat van de stichting voor 15 mei toegezonden aan de inspectie. Artikel 8 Overdracht naar speciale school voor basisonderwijs 1. Indien de situatie als bedoeld in de artikelen 118 en 124 van de WPO zich voordoet wordt het aandeel van de basisscholen in de overdracht van de vergoeding voor materiële instandhouding en van formatierekeneenheden geregeld volgens het bepaalde in artikel De in artikel 20, eerste lid onder d van de WPO bedoelde datum wordt vastgesteld op 1 oktober. 3. Indien de situatie als bedoeld in artikel 124 van de WPO zich voordoet wordt het tekort aan formatierekeneenheden als bedoeld in het eerste lid van artikel 124 als volgt vastgesteld: a. de omvang van het tekort bedraagt de som van de beschikbare basisformatie, formatie voor speciale doeleinden, zorgformatie en reserves voor personele doeleinden uitgedrukt in formatierekeneenheden inclusief overgedragen formatierekeneenheden minus de som van het aantal formatierekeneenheden in verband met personeel in de structureel gewenste formatie, over te dragen formatierekeneenheden voortvloeiend uit het zorgplan en verzilvering van formatierekeneenheden in verband met aangegane personele verplichtingen in het kader van uitbesteding van onderwijsondersteunende werkzaamheden b. indien als gevolg van onvoorziene of niet-verwijtbare omstandigheden sprake is van extra verzilvering kan op verzoek van het bevoegd gezag van de speciale school voor basisonderwijs het bestuur besluiten om het tekort hoger vast te stellen. Artikel 9 Deelname per basisschool aan overdracht 1. De bevoegde gezagsorganen die basisscholen in stand houden dragen ter 7

8 uitvoering van de overdrachtsverplichting als bedoeld in artikel 118 en 124 van de WPO bij naar rato van het aantal basisschoolleerlingen als bepaald in het tweede en derde lid. 2. De bevoegde gezagsorganen die basisscholen in stand houden dragen ter uitvoering van de overdrachtsverplichting als bedoeld in de artikelen 118 en 124 van de WPO tot een deelnamepercentage van 2,33% bij naar rato van het aantal basisschoolleerlingen en daarboven naar rato van het aantal verwijzingen. 3. Voor de bepaling van de bijdrage per bevoegd gezag naar rato van het aantal leerlingen wordt het aantal basisschoolleerlingen van de scholen van het bevoegd gezag gedeeld door het aantal basisschoolleerlingen van de bevoegde gezagsorganen per 1 oktober en de uitkomst hiervan vermenigvuldigd met het totale benodigde budget voor de overdracht in formatierekeneenheden of geld. 4. Voor de bepaling van de bijdrage per bevoegd gezag naar rato van het aantal verwijzingen wordt het aantal verwezen leerlingen minus terugplaatsingen naar een speciale school voor basisonderwijs ongeacht welk samenwerkingsverband tussen 1 oktober van het lopende schooljaar en 1 oktober van het daaraan voorafgaande schooljaar gedeeld door het aantal verwijzingen minus terugplaatsingen naar ongeacht welk samenwerkingsverband door de basisscholen van de bevoegde gezagsorganen in dezelfde periode en de uitkomst hiervan vermenigvuldigd met het totale benodigde budget voor de overdracht in formatierekeneenheden of geld. Artikel 10 Overdracht naar ander samenwerkingsverband 1. Indien van de in artikel 125 van de WPO bedoelde overdracht sprake is, dragen de bevoegde gezagsorganen die basisscholen in stand houden bij naar rato van het aantal basisschoolleerlingen. 2. Indien van de in artikel 125 van de WPO bedoelde overdracht sprake is dragen de bevoegde gezagsorganen bij naar rato van het aantal leerlingen van de stichting. 3. Voor de bepaling van de bijdrage per bevoegd gezag naar rato van het aantal leerlingen wordt het aantal leerlingen van de scholen dat het bevoegd gezag in stand houdt gedeeld door het aantal leerlingen van de bevoegde gezagsorganen per 1 oktober en de uitkomst hiervan vermenigvuldigd met het totale benodigde budget voor de overdracht in formatierekeneenheden. 4. Het secretariaat van de stichting draagt ervoor zorg dat binnen vier weken na de melding, als geregeld in artikel 11, vijfde lid, door het bevoegd gezag dat de leerling is overgegaan, de speciale school voor basisonderwijs bericht ontvangt dat de stichting het in de amvb bepaalde aantal formatierekeneenheden zal overdragen middels een daartoe opgestelde verklaring van overdracht. Artikel 11 Informatieplicht 1. De bevoegde gezagsorganen voorzien het bestuur van alle informatie die benodigd is voor een goede uitvoering van de taken van de stichting. 8

9 2. De bevoegde gezagsorganen die basisscholen in stand houden sturen voor 15 oktober van elk jaar hun telgegevens van 1 oktober naar het secretariaat van de stichting. 3. Een bevoegd gezag dat een speciale school voor basisonderwijs in stand houdt, stuurt voor 15 oktober van elk jaar de telgegevens van 1 oktober alsmede voor 15 oktober een overzicht van de formatieve gegevens waaronder het beschikbare budget en het benodigde budget in verband met personele verplichtingen naar het secretariaat van de stichting. 4. Zodra sprake is van vrijvallende middelen bij de inzet van de formatie voor onderwijsassistenten deelt het bevoegd gezag dat een basisschool in stand houdt dit schriftelijk mee aan het bestuur. 5. Indien sprake is van een overgang van een leerling van een basisschool naar een speciale school voor basisonderwijs in een ander verband, niet zijnde een verhuizing als bedoeld in artikel 125, lid 4 van de WPO, deelt het bevoegd gezag van de basisschool dit binnen twee weken na de overgang mee aan het secretariaat van de stichting naar welke speciale school voor basisonderwijs de betreffende leerling is gegaan. Artikel 12 Decentraal Georganiseerd Overleg 1. Het dagelijks bestuur voert namens het bestuur, naast de in artikel 7 geregelde aangelegenheid, DGO over de arbeidsvoorwaardelijke aspecten die samenhangen met: a. beëindiging van de deelname van een bevoegd gezag aan de stichting; b. beëindiging van de stichting door het niet langer voldoen aan de wettelijke vereisten dan wel de ontbinding van de stichting; c. toetreding van een ander schoolbestuur tot de stichting. 2. In de eerste vergadering van het DGO doet het dagelijks bestuur een voorstel voor een reglement betreffende de werkwijze van het DGO en de wijze waarop eventuele geschillen worden beslecht, inclusief de samenstelling van een geschillencommissie. Het reglement wordt door het bestuur vastgesteld na instemming van alle DGO-partners. 3. Het dagelijks bestuur informeert het bestuur schriftelijk zodra in het DGO overeenstemming is bereikt dan wel er een geschil is ontstaan dat aan de geschillencommissie wordt voorgelegd. Indien het overleg leidt tot wijzigingen in het conceptzorgplan worden deze wijzigingen uiterlijk 8 april aan het bestuur bekendgemaakt met het oog op de besluitvorming in de bestuursvergadering. Artikel 13 Medezeggenschap 1. De bevoegde gezagsorganen stellen hun (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden in de gelegenheid om, naast het uitoefenen van instemmingsrecht over het conceptzorgplan, a. advies uit te brengen over het vormen van de stichting, het wijzigen van de statuten van de stichting, toetreding van een schoolbestuur tot de stichting, 9

10 opzegging van het bestuurslidmaatschap van de stichting, ontbinding van de stichting; b. het instemmingsrecht uit te oefenen gericht op de gevolgen van de voorgenomen besluiten als bedoeld onder a. Artikel 14 Geschillencommissie samenwerkingsverbanden 1. Het secretariaat van de stichting stelt de bevoegde gezagsorganen binnen een week na de besluitvorming in het bestuur, schriftelijk van de uitkomst op de hoogte onder vermelding van de mogelijkheid om binnen 6 weken een geschil, als bedoeld in het tweede lid, voor te leggen aan de geschillencommissie samenwerkingsverbanden onder vermelding van adres van deze commissie. 2. Een bevoegd gezag kan zich tot de geschillencommissie samenwerkingsverbanden wenden indien het zich wil verzetten tegen: a. de weigering van instemming door het bevoegd gezag dat een speciale school voor basisonderwijs in stand houdt, met een besluit over de inzet van de door het Rijk aan de school van dit bevoegd gezag verstrekte zorgformatie; b. de weigering van instemming door een bestuurslid met een besluit tot wijziging van de statuten of tot algehele samenvoeging van de stichting met een ander samenwerkingsverband; c. meerderheidsbesluiten van het bestuur. 3. Het dagelijks bestuur is bevoegd om bij de geschillencommissie de stichting te vertegenwoordigen. 4. Het dagelijks bestuur stelt de bevoegde gezagsorganen op de hoogte van het geschil en doet de bevoegde gezagsorganen een afschrift toekomen van de uitspraak van de geschillencommissie. Artikel 15 Permanente commissie leerlingenzorg 1. De stichting heeft een permanente commissie leerlingenzorg. 2. De permanente commissie leerlingenzorg is naast de wettelijke taken belast met evaluatie en monitoring. 3. De samenstelling, werkwijze en financiering van de commissie worden geregeld in het zorgplan. Artikel 16 Jaarstukken en financieel beheer 1. Na afloop van elk schooljaar, voor 1 december, worden door het bestuur vastgesteld de jaarstukken, bestaande uit de balans en de staat van lasten en baten over het afgelopen boekjaar. De jaarstukken worden door het bestuur aan een registeraccountant voorgelegd ter controle en zijn voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid door de registeraccountant. De jaarstukken worden toegezonden aan de bevoegde gezagsorganen. 2. Het schooljaar als bedoeld in het eerste lid geldt als boekjaar. 3. De penningmeester van het bestuur draagt zorg voor het financieel beheer van de stichting 10

11 Artikel 17 WSNS-fonds 1. Het bestuur kan besluiten tot de oprichting van een WSNS-fonds dat door het dagelijks bestuur wordt beheerd. Het WSNS-fonds is bedoeld voor gezamenlijke inzet van zorgmiddelen binnen de stichting. 2. In het zorgplan wordt opgenomen welk deel van de zorgmiddelen van de basisscholen (scholen) door de bevoegde gezagsorganen wordt afgedragen aan het WSNS-fonds. 3. Het dagelijks bestuur zet de middelen van het WSNS-fonds in conform de besluitvorming over het zorgplan in het bestuur. Artikel 18 Centrale dienst 1. De stichting heeft een centrale dienst. 2. Het dagelijks bestuur beheert de centrale dienst en brengt jaarlijks verslag aan het bestuur uit. Artikel 19 Vertegenwoordiging en aangaan verplichtingen 1. De stichting wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door: a. alle bestuursleden gezamenlijk; b. de voorzitter en secretaris, respectievelijk hun eventuele plaatsvervangers gezamenlijk. 2. Het bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle (rechts-)handelingen, zij het dat de goedkeuring van het bestuur vereist is voor besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt, of voor handelingen die een nader bij huishoudelijk reglement te noemen bedrag of waarde te boven gaan. Artikel 20 Statutenwijziging en ontbinding 1. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot algehele samenvoeging van de stichting met een andere stichting wordt genomen indien het bestuur, waarin tenminste 2/3 van het aantal leden aanwezig is, daartoe besluit met een meerderheid van 2/3 van het aantal stemmen. Indien de vereiste meerderheid niet wordt behaald kan in een tweede algemene vergadering, uiterlijk vier weken na de eerste vergadering, alsnog besloten worden met een meerderheid van 2/3 van het aantal stemmen. 2. Indien de stichting niet langer voldoet aan de wettelijke vereisten is de stichting ontbonden op het in de WPO bepaalde moment. Aanwezige geld- middelen van de stichting worden voor de datum van ontbinding naar rato van het aantal leerlingen teruggestort naar de bevoegde gezagsorganen. 3. De stichting wordt ontbonden indien het bestuur, waarin tenminste 2/3 van het aantal leden aanwezig is, daartoe besluit met een meerderheid van 2/3 van het 11

12 aantal stemmen. Indien de vereiste meerderheid niet wordt behaald kan in een tweede algemene vergadering, uiterlijk vier weken na de eerste vergadering, alsnog besloten worden tot ontbinding met een meerderheid van 2/3 van het aantal stemmen. De tweede zin van het tweede lid is van overeenkomstige toepassing. Artikel 21 Huishoudelijk reglement 1. Op voorstel van het dagelijks bestuur kan het bestuur een huishoudelijk reglement vaststellen waarin nadere regels zijn opgenomen die voor een goede uitvoering van de statuten nodig worden geacht. 2. Vaststelling en wijziging van het huishoudelijk reglement vindt plaats bij gewone meerderheid van stemmen. 12

13 OVEREENKOMST De Stichting samenwerkingsverband ten dezen vertegenwoordigd door: 1 (naam voorzitter) 2.(naam secretaris) en de bevoegde gezagsorganen: 1. Katholieke Onderwijs Centrale, Vinkenstraat 1, 9713 TA te Groningen 2. Groningse Schoolvereniging, Sweelincklaan 4, 9722 JV te Groningen 3. Gemeente Groningen, Postbus 268, 9700 AG te Groningen. 4. Stichting Jenaplanschool t Vlot/Peter Petersen, Rummerinkhof 6 B, 9751 SL te Haren. 5. Gemeente Haren, Postbus 21, 9750 AA te Haren. 6. Stichting De Vrijeschool, Postbus 598, 9700 AG te Groningen. 7. Gemeente Tynaarlo, Postbus 12, 9470 AA te Zuidlaren 8. Gemeente Bedum, Postbus 38, 9780 AA te Bedum 9. Gemeente Zuidhorn, Postbus 3, 9800 AA te Zuidhorn. 10. Stichting schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems, Postbus 11, 9965 ZG te Warffum. komen overeen: dat de bevoegde gezagsorganen ervoor zorgdragen uit hun besturen kandidaten voor te dragen voor de functie van bestuurslid respectievelijk plaatsvervangend bestuurslid van de Stichting als bedoeld in de statuten van de stichting; dat de bevoegde gezagsorganen ook voor het overige alle bepalingen in de statuten zullen nakomen voorzover die betrekking hebben op de bevoegde gezagsorganen. Het hierboven bepaalde blijft van kracht tot het moment waarop de stichting wordt ontbonden of een bevoegd gezag de deelname aan de stichting beëindigt. Aldus getekend te..., de

14 Namens de stichting, Namens de bevoegde gezagsorganen, 1. (naam rechtspersoon) (voorzitter) (secretaris) etc. 14