Koninklijke Limburgse Biljartbond vzw

Transcriptie

1 Koninklijke Limburgse Biljartbond vzw Reglement uitgave

2

3 06/2014 Volledig herwerkt 08/2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 toevoeging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art /2015 wijziging art Aanvullingen - wijzigingen

4 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN LIDMAATSCHAP NIEUWE SPELER TRANSFER SPELERSKAART HANDICAPPUNTEN CATEGORIEËN TABELLEN GEMIDDELDE DISCIPLINES bandstoten driebanden kader SPEELDAG...19 HOOFDSTUK 2: HERZIENING ALGEMEEN PROMOTIE DEGRADATIE...22 HOOFDSTUK 3: PLOEGENCOMPETITIE ALGEMEEN INSCHRIJVING KALENDER PUNTENSYSTEEM EN RANGSCHIKKING FORFAIT, VERKEERDE OPSTELLING, AFBREKEN PARTIJ...25 HOOFDSTUK 4: BEKERTORNOOIEN ALGEMEEN INSCHRIJVING PRIJZEN MINIMUM TE MAKEN CARAMBOLES DISCIPLINES driebanden...31 HOOFDSTUK 5: INDIVIDUELE KAMPIOENSCHAPPEN ALGEMEEN

5 HOOFDSTUK 6: KLBB-TORNOOI ALGEMEEN BANDSTOTEN DRIEBANDEN...36 HOOFDSTUK 7: ANDERE TORNOOIEN...37 HOOFDSTUK 8: BONDSPRIJZEN EN TROFEEËN ALGEMEEN BONDSPRIJZEN TROFEEËN...38 HOOFDSTUK 9: ACCOMMODATIE & BENODIGDHEDEN DE ACCOMMODATIE DE TAFEL DE TOEBEHOREN DE KLEDIJ...40 HOOFDSTUK 10: SPELREGELS OPSTELLING DER PLOEGEN BEGIN EN EINDE VAN DE PARTIJ VRIJ SPEL KADERSPEL BANDSTOTEN ( OVERBAND ) DRIEBANDEN...46 HOOFDSTUK 11: DE SCHEIDSRECHTER AANDUIDING VAN DE SCHEIDSRECHTER HOUDING EN PLICHTEN VAN DE SCHEIDSRECHTER RECHTEN VAN DE SCHEIDSRECHTER...50 HOOFDSTUK 12: DE SPELERS HOUDING VAN DE SPELER RECHTEN VAN DE SPELER...51 HOOFDSTUK 13: DE SCHRIJVER TAKEN VAN DE SCHRIJVER

6 Hoofdstuk 1: algemeen 1.1 lidmaatschap Art.1.1 Om lid te worden van de KLBB moet : - een aansluitingsformulier volledig worden ingevuld - een lidkaart, bestaande uit drie luiken, worden ingevuld. Eén luik is bestemd voor het lid zelf, één luik voor de club en één luik voor de KLBB. Nadat alle gegevens in drukletters werden ingevuld en de drie luiken ondertekend werden door het lid en door de clubsecretaris, overhandigt de clubafgevaardigde deze lidkaart aan de technische secretaris. Deze controleert de gegevens op hun juistheid en laat de lidkaart ondertekenen door de voorzitter van de KLBB. Pas na bevestiging door de voorzitter van de bond is men lid en mag men deelnemen aan de ploegencompetitie van de KLBB in toepassing van dit reglement. Art.1.2 Art.1.3 De prijs van een lidkaart wordt vastgesteld door de raad van bestuur. Pro memorie 1.2 nieuwe speler Art.1.4 Art.1.5 Art.1.6 Men is nieuwe speler in een discipline zolang men geen vier partijen in betreffende discipline gespeeld heeft. Na vier partijen volgt een telling en krijgt men een bondsgemiddelde. Deze telling is een verantwoordelijkheid van de clubsecretaris. Spelers met een officieel gemiddelde vrij, kader, bandstoten en/of driebanden in de KBBB of KNBB spelen volgens de vergelijkingstabel KBBB of KNBB. (Zie pag. 13, 14 en 15). Zij mogen deelnemen aan de ploegencompetitie, aan bekertornooien en aan de individuele kampioenschappen in de disciplines waarvoor ze in de KBBB en/of KNBB een gemiddelde hebben. Na vier partijen in de KLBB volgt een telling en krijgen ze een bondsgemiddelde van de KLBB. Deze telling is een verantwoordelijkheid van de clubsecretaris. Vanaf het moment dat een speler zijn bondsgemiddelde vrij of kader behaalt mag hij onmiddellijk deelnemen aan de individuele kampioenschappen vrij/kader en aan de bekertornooien vrij/kader. Hij mag vanaf dan ook en dit overeenkomstig de vergelijkingstabel KLBB/KNLBB (bandstoten NS en driebanden NS - zie pag. 12 ) deelnemen aan de disciplines bandstoten en driebanden in de ploegencompetitie, in de individuele kampioenschappen en in de bekertornooien 6

7 Art.1.7 Art.1.8 Art.1.9 Art.1.10 Na vier partijen in een van de onderdelen (zie art.1.6, 2 e alinea) volgt een telling (partijen in de ploegencompetitie, in de individuele kampioenschappen en in de bekertornooien afzonderlijk tellen) en krijgt hij een bondsgemiddelde bandstoten en / of driebanden. Het onderdeel waarin hij het eerst vier partijen speelde bepaalt het bondsgemiddelde. Deze telling is een verantwoordelijkheid van de clubsecretaris. Dit bondsgemiddelde wordt onmiddellijk van kracht in de ploegencompetitie, de bekertornooien en de individuele kampioenschappen. Deze telling is een verantwoordelijkheid van de clubsecretaris. Een nieuwe speler mag niet aan de laatste 5 wedstrijden van de ploegencompetitie deelnemen. De secretaris van de club geeft het gemiddelde op waaraan de nieuwe speler start. Wanneer een gemiddelde merkelijk te laag wordt opgegeven, dan zal dat door de technische commissie onderzocht en aangepast worden ofwel wordt het dossier overgemaakt aan de sportcommissie. Pro memorie 1.3 transfer Art.1.11 Art.1.12 Art.1.13 Art.1.14 Overgangen van spelers zijn slechts toegelaten tussen het einde van het voorbije seizoen en de dag dat de inschrijving der ploegen voor het komende seizoen binnen moeten zijn. De speler, die van club verandert, moet bij zijn nieuwe club een nieuwe lidkaart tekenen en laten regulariseren, zoals voorzien in art. 1.1 De nieuwe lidkaart moet samen met het overgangsbewijs aan de technisch secretaris overhandigd worden. Om van club te veranderen heeft een speler de toestemming nodig van de club die hij verlaat. Het overgangsbewijs staat gedrukt op de achterzijde van het luik van de lidkaart bestemd voor de club. Een speler die in het bezit is van dit, geldig ingevuld, luik is in orde om zijn overgang te bekomen. Wanneer een club de door een speler gevraagde overgang weigert, kan de betrokken speler het geschil voor de sportcommissie brengen. De aanvraag hiertoe dient schriftelijk te worden gericht aan de voorzitter van de sportcommissie. Art.1.15 Spelers die, tijdens een volledig seizoen, geen enkele biljartpartij voor hun club speelden, mogen van club veranderen zonder overgangsbewijs. De club waarbij de speler aangesloten is moet in dit geval het overgangsbewijs afleveren indien erom gevraagd wordt. 7

8 Art.1.16 Art.1.17 Een speler is geen lid meer van de KLBB, van zodra de technische secretaris in het bezit is van het luik van de lidkaart dat voor de club bestemd is en waarop "geschrapt" vermeld staat. Wanneer bedoelde speler later een nieuwe lidkaart tekent, wordt hij opnieuw beschouwd als lid van de KLBB. Hij mag echter niet deelnemen aan de ploegencompetitie tijdens het seizoen waarin hij geschrapt werd. Een speler kan pas overgaan naar een andere club, indien hij alle verplichtingen t.o.v. zijn vorige club voldaan heeft. Wanneer de speler financieel of materieel niet in orde is met zijn club, dan kan de overgang van de speler geweigerd worden. 1.4 spelerskaart Art.1.18 Art.1.19 Art.1.20 Elke speler heeft een spelerskaart, waarop de uitslagen van de partijen gespeeld in de ploegencompetitie, in de individuele kampioenschappen en in de bekertornooien genoteerd worden. Voor aanvang van het seizoen moet de clubsecretaris op de spelerskaart de hoofding invullen. Deze omvat: - naam, voornaam en stamnummer van de speler. - naam van de club. - begingemiddelde en handicappunten per discipline. - jaartallen van het seizoen. De speler moet zijn spelerskaart afgeven aan de schrijver in het lokaal waar de partij plaats heeft. De schrijver vult hierop dan volgende gegevens in: - Datum, gemaakte caramboles, gespeelde beurten, gemiddelde en partijpunten. 1.5 handicappunten Art.1.21 Art.1.22 De handicappunten zijn het aantal caramboles die een speler in één partij moet maken om deze te winnen of gelijk te spelen. De handicappunten komen overeen met een bepaalde categorie en een gemiddelde berekend op twintig beurten voor een biljart 2,30 m x 1,15 m. Art.1.23 Art.1.24 Spelers die biljarten in andere bonden dan de KLBB zullen, bij aanvang van elk seizoen en dit via hun clubafgevaardigde, aan de technisch secretaris de handicappunten mededelen die zij in de andere bond(en) moeten spelen. De opgave behelst de volgende disciplines : vrij, kader, bandstoten en driebanden. Indien in de loop van het biljartseizoen de in art bedoelde punten wijzigen meldt de speler dit onmiddellijk aan de technisch secretaris. De nieuwe handicappunten gaan in bij de eerstvolgende herziening. 8

9 Art.1.25 Een speler die tijdens het biljartseizoen bij een andere biljartbond aansluit zal dit onmiddellijk en overeenkomstig art melden aan de technisch secretaris. 1.6 categorieën Art.1.26 In de ploegencompetitie mag een speler één categorie geforceerd spelen. 9

10 1.7 tabellen Handicappunten vrij en kader 100 % 75 % Gem. 50% ,15 1,30 1,45 1,60 1,75 1,90 2,05 2,20 2,40 2,70 3,00 3,30 3,60 4,00 4,60 5,20 5,80 6,60 7,40 8,20 9,00 0,57 0,65 0,72 0,80 0,87 0,95 1,02 1,10 1,20 1,35 1,50 1,65 1,80 2,00 2,30 2,60 2,90 3,30 3,70 4,10 4,50 Bij het gemiddelde 10,00 gaat een speler over naar K100 38/2 integraal. 10

11 Handicappunten kader 38/2 - integraal 100 % 75 % Gem 50 % K100 K115 K130 K145 K160 K180 K200 K230 K260 K300 K350 K ,00 5,75 6,50 7,25 8,00 9,00 10,00 11,50 13,00 15,00 17,50 20,00 2,50 2,87 3,25 3,62 4,00 4,50 5,00 5,75 6,50 7,50 8,75 10,00 Bij het gemiddelde 22,50 gaat een speler over naar K250 57/2 integraal. Handicappunten kader 57/2 integraal 100 % 75 % Gem 50 % K250 K300 K350 K ,50 15,00 17,50 20,00 6,25 7,50 8,75 10,00 Bij het gemiddelde gaat een speler over naar K250 38/1 Handicappunten kader 38/1 100 % 75 % Gem 50 % K250 K300 K350 K ,50 15,00 17,50 20,00 6,25 7,50 8,75 10,00 11

12 Handicappunten bandstoten en driebanden 100 % Gem. 50 % B14 B16 B18 B20 B23 B26 B30 B35 B40 B45 B51 B58 B66 B75 B85 B100 B115 B130 B145 B160 0,70 0,80 0,90 1,00 1,15 1,30 1,50 1,75 2,00 2,25 2,55 2,90 3,30 3,75 4,25 5,00 5,75 6,50 7,25 8,00 0,35 0,40 0,45 0,50 0,57 0,65 0,75 0,87 1,00 1,12 1,27 1,45 1,65 1,87 2,12 2,50 2,87 3,25 3,62 4,00 DB12 DB14 DB16 DB18 DB20 DB23 DB26 DB29 DB32 DB36 DB40 DB44 DB48 0,300 0,350 0,400 0,450 0,500 0,575 0,650 0,725 0,800 0,900 1,000 1,100 1,200 0,150 0,175 0,200 0,225 0,250 0,287 0,325 0,362 0,400 0,450 0,500 0,550 0,600 12

13 Vergelijkingstabel KLBB / KNLBB - bandstoten en driebanden Vrij / kader Bandstoten NS Bandstoten BG Driebanden NS Driebanden BG K38/ K57/ K38/

14 Vrij K 38/2 Band DB Gemiddelde min. Vergelijkingstabel KBBB KBBB-biljart 2,30 max. TMP min. Gem. x 20 KLBB TMP 1,2 1, ,6 2, ,2 2, ,8 3, ,6 4, ,8 6, ,4 10, ,7 19, K ** K , ** 5 7, K , K , K , K ** K250-57/2 0,9 1, ,3 1, ,75 2, ,5 3, ,5 4, , ,5 ** ,28 0, ,2 12 0,345 0, ,415 0, ,6 16 0,51 0, ,4 20 0,625 0, ,79 0, ,6 29 0,975 **

15 Vergelijkingstabel KNBB - vrij en kader Min Gemiddelde KNBB-biljart 2,30 Max TMP Min. Gem x 20 KLBB TMP 0,25 1, ,3 1, ,4 1, ,5 1, ,6 1, ,7 1, ,8 1, , , ,25 2, ,5 2, Vrij 2, , ,25 3, , , , , , K100 Libre kleine hoek Libre grote hoek K100 K K K K160 Kader K180 38/ K K K K300 15

16 Band DB Vergelijkingstabel KNBB - bandstoten en driebanden KNBB-biljart 2,30 Gemiddelde Min Max TMP KLBB Min. Gem *20 TMP 0 0, ,9 0, , ,15 1, ,3 1, ,5 1, ,75 1, , ,25 2, ,5 2, ,75 2, , ,25 3, ,5 3, , ,5 4, , ,5 5, , ,3 0, ,3 0, ,35 0, ,4 0, ,45 0, ,5 0, ,55 0, ,6 0, ,7 0, ,8 0, ,

17 1.8 gemiddelde Art.1.27 Art.1.28 Art.1.29 Art.1.30 Art.1.31 Art.1.32 Art.1.33 Het gemiddelde is de waarde-uitdrukking van een speler op een bepaald ogenblik. Het wordt berekend voor het biljart 2.30 m x 1,15m. Men berekent afzonderlijk het gemiddelde voor de ploegencompetitie, de bekertornooien en de individuele kampioenschappen. Men bekomt het gemiddelde van een speler door het totaal van de gemaakte caramboles te delen door het totaal van de gespeelde beurten. Voor de disciplines vrij, kader en bandstoten deelt men tot 2 cijfers na de komma zonder af te ronden. Voor de discipline driebanden deelt men tot drie cijfers na de komma zonder af te ronden. Het partijgemiddelde wordt berekend door de schrijver van het lokaal waar de partij heeft plaatsgehad. Elke speler speelt aan het gemiddelde waaraan hij op dat ogenblik staat. Elke speler mag één categorie geforceerd spelen. Men kan enkel geforceerd spelen in de eigen discipline. Indien het gemiddelde verandert in de loop van het seizoen zal de speler aan zijn nieuwe gemiddelde spelen in de ploegencompetitie en in de bekertornooien. Deze datum waarop het nieuwe gemiddelde ingaat wordt schriftelijk aan elke clubafgevaardigde kenbaar gemaakt. Zie ook art disciplines bandstoten Art.1.34 Art.1.35 Art.1.36 Enkel spelers met een bondsgemiddelde vrij of kader mogen de discipline bandstoten spelen. Bepaling van het aanvangsgemiddelde bandstoten. Alle spelers met een bondsgemiddelde vrij of kader hebben automatisch een daarmee overeenkomend aanvangsgemiddelde bandstoten volgens de vergelijkingstabel. Promotie of degradatie in vrij of kader heeft geen invloed op de categorie bandstoten indien men in eenzelfde seizoen minstens vier telbare partijen speelde in de discipline bandstoten. Men kan echter niet lager spelen dan de vergelijkingstabel AKLBB/KNLBBbandstoten BG@. 17

18 Art.1.37 Een speler waarvan het bondsgemiddelde bandstoten niet herzienbaar is en waarvan het bondsgemiddelde bandstoten LAGER is dan voorgeschreven door de vergelijkingstabel, moet het daarop volgende seizoen aanvangen aan de vergelijkingstabel AKLBB/KNLBB-bandstoten Art.1.38 Een speler waarvan het bondsgemiddelde bandstoten niet herzienbaar is en waarvan het bondsgemiddelde bandstoten HOGER ligt dan voorgeschreven door de vergelijkingstabel, volgt voor verlaging de regels van art De verlaging wordt echter beperkt tot het overeenkomstig gemiddelde van de vergelijkingstabel AKLBB/KNLBB-bandstoten driebanden Art.1.39 Art.1.40 Art.1.41 Art.1.42 Art.1.43 Enkel spelers met een bondsgemiddelde vrij of kader mogen de discipline driebanden spelen. Bepaling van het aanvangsgemiddelde driebanden. Alle spelers met een bondsgemiddelde vrij of kader hebben automatisch een daarmee overeenkomend aanvangsgemiddelde driebanden volgens de vergelijkingstabel. Promotie of degradatie in vrij of kader heeft geen invloed op de categorie driebanden indien men in eenzelfde seizoen minstens vier telbare partijen speelde in de discipline driebanden. Men kan echter niet lager spelen dan de vergelijkingstabel AKLBB/KNLBBdriebanden Een speler waarvan het bondsgemiddelde driebanden niet herzienbaar is en waarvan het bondsgemiddelde driebanden LAGER is dan voorgeschreven door de vergelijkingstabel, moet het daarop volgende seizoen aanvangen aan de vergelijkingstabel AKLBB/KNLBB-driebanden Een speler waarvan het bondsgemiddelde driebanden niet herzienbaar is en waarvan het bondsgemiddelde driebanden HOGER ligt dan voorgeschreven door de vergelijkingstabel, volgt voor verlaging de regels van art De verlaging wordt echter beperkt tot het overeenkomstig gemiddelde van de vergelijkingstabel AKLBB/KNLBB-driebanden kader Art.1.44 De discipline kader wordt, behalve in de bekertornooien, altijd naar 75% van de TMP gespeeld. De partij wordt afgebroken na 30 beurten. 18

19 1.10 speeldag Art.1.45 Art.1.46 Een speler mag slechts één partij per kalenderdag spelen. Uitzondering: indien een, door de KLBB opgestelde, kalender anders voorziet. Een speeldag is de periode gaande van maandag tot en met de daarop volgende zondag. 19

20 Hoofdstuk 2: herziening 2.1 algemeen Art.2.1 Art.2.2 Art.2.3 Art.2.4 Art.2.5 Art.2.6 Art.2.7 Art.2.8 Art.2.9 Er zijn minimaal drie herzieningen per seizoen. De herziening bij einde seizoen inbegrepen. Na de finales van de individuele kampioenschappen is er een extra herziening. Bij deze telling worden alle telbare partijen meegerekend gespeeld in deze individuele kampioenschappen. Een eventuele promotie gaat onmiddellijk in en dit voor de ploegencompetitie, de bekertornooien en de individuele kampioenschappen. Het bondsgemiddelde kan slechts herzien worden wanneer een speler ten minste vier telbare partijen heeft gespeeld. Bij de herziening van de gemiddelden worden alleen de telbare partijen in aanmerking genomen, tenzij de bond het anders bepaalt. Een telbare partij is een partij waarin een speler ten minste 50 % van zijn bondsgemiddelde heeft behaald. Een partij, waarin een speler minder dan 50 % van zijn bondsgemiddelde heeft behaald, komt niet in aanmerking voor een herziening Bij de herziening van de gemiddelden worden de gemaakte caramboles en beurten van een verkeerde opstelling meegeteld. Aan het einde van ieder seizoen is er steeds een herziening van de gemiddelden. Deze herziening bepaalt de eindgemiddelden. Men berekent dit eindgemiddelde over alle telbare partijen en wel afzonderlijk voor de ploegencompetitie, de individuele kampioenschappen en de bekertornooien. Het hoogste van deze drie gemiddelden is het eindgemiddelde. Het bondsgemiddelde van een speler wordt afzonderlijk herzien over de partijen gespeeld in de ploegencompetitie, de partijen gespeeld in de individuele kampioenschappen én de partijen gespeeld in de bekertornooien. Na de herziening speelt een speler aan het hoogste gemiddelde dat hij in een van de drie onderdelen heeft behaald. Zie ook art In de individuele kampioenschappen spelen de deelnemers de voorronden volledig uit aan het gemiddelde waaraan ze het kampioenschap begonnen rekening houdend met art.1.7. In de finales van de individuele kampioenschappen moet echter wel aan het nieuw promotiegemiddelde gespeeld worden. 20

21 Art.2.10 Art.2.11 Art.2.12 De clubsecretaris houdt de totaal gemaakte caramboles en de totaal gespeelde beurten bij van alle spelers. Aan de hand van deze gegevens doet hij de herzieningen in de loop van het seizoen. De club is verantwoordelijk voor de telling bij herzieningen Werkwijze bij herziening: - de afgevaardigde van de club ontvangt de aankondiging - de secretaris van de club of de verantwoordelijke voor herzieningen doet onmiddellijk de telling - de afgevaardigde van de club ontvangt de lijst met promoties van de bond - de secretaris van de club of de verantwoordelijke voor herzieningen controleert of zijn telling overeenkomt met deze lijst - indien hij een verschil vaststelt contacteert hij onmiddellijk de technisch secretaris van de bond 2.2 promotie Art.2.13 Art.2.14 Art.2.15 Art.2.16 Art.2.17 Bij herziening promoveert een speler naar de categorie waarvan hij het gemiddelde behaald heeft. Indien een speler promoveert van vrij spel naar kader, mag hij in het lopende bekertornooi verder spelen aan zijn te maken punten in de discipline kader. Een promotie van vrij naar K 38/2, van K 38/2 naar K 57/2, van K 57/2 naar K38/1 en van K38/1 naar K57/1 is enkel mogelijk na een herziening en voor zover een speler respectievelijk een gemiddelde van 10,00 (promotie vrij/kader) of van 22,50 (promotie 38/2-57/2, 57/2-38/1 en 38/1-57/1) behaalt. Wanneer een speler promoveert van vrij spel naar kader of van kader 38/2 naar kader 57/2, dan wordt zijn gemiddelde (kader) automatisch herzien na vier telbare partijen (ploegencompetitie, bekertornooien én individuele kampioenschappen worden dan samengeteld). Een vrijwillige promotie met meerdere categorieën is mogelijk in dezelfde discipline. Men kan ook meerdere keren in hetzelfde seizoen vrijwillig promoveren. Het volstaat, onder opmerkingen op het beknopt verslag, het stamnummer, de naam en de nieuwe punten te vermelden samen met de handtekening van de aanvrager. 2.3 degradatie Art.2.18 Men kan tijdens het seizoen niet degraderen. 21

22 Art.2.19 Art.2.20 Aan het einde van het seizoen kan men met één categorie degraderen als het eindgemiddelde gelijk of kleiner is dan het gemiddelde van de lagere categorie. Om echter te kunnen degraderen moet men ten minste vier telbare partijen, afzonderlijk in de ploegencompetitie of in de bekertornooien of in het individueel kampioenschap gespeeld hebben tijdens dat seizoen. Het hoogste gemiddelde van deze drie primeert. Speciale aanvragen tot degradatie in geval van ziekte, invaliditeit of leeftijd worden behandeld door de sportcommissie. Art.2.21 In de disciplines bandstoten en driebanden kan een speler niet lager dalen dan 1 (één) categorie lager dan de categorie die in de vergelijkingstabel van te spelen aanvangsgemiddelden beantwoordt aan het te spelen gemiddelde vrij spel / kader. (zie kolommen bandstoten BG en driebanden BG in de vergelijkingstabel-pag.12) Art.2.22 Art.2.23 Art.2.24 Degradatie voor spelers die gedurende een bepaalde periode INACTIEF waren. Men is inactief in een discipline wanneer men, gedurende één biljartseizoen, geen enkele officiële partij gespeeld heeft in deze discipline en dit in geen enkele biljartbond of vereniging. Na 1 jaar inactiviteit: geen verlaging van categorie. Na 2 of 3 jaar inactiviteit: vermindering met 1 categorie. Na 4 jaar inactiviteit: vermindering met 2 categorieën. Na 5 jaar inactiviteit: men wordt beschouwd als een nieuwe speler en de nieuwe handicappunten worden onder de verantwoordelijkheid van de clubsecretaris opgegeven. Dit artikel wordt enkel toegepast op uitdrukkelijke vraag van belanghebbende. De tabel vergelijkingstabel KLBB/KNLBB blijft ook bij de toepassing van dit artikel onverkort van kracht. Een speler kan, op eigen verzoek, degraderen naar een lagere discipline. Dit is van toepassing voor degradaties van 38/1 naar 57/2, van 57/2 naar 38/2 en van 38/2 naar vrij. Hij dient hiertoe een schriftelijk verzoek in bij de voorzitter van de sportcommissie. Degradatie voor spelers die ook nog in een andere biljartbond spelen kan alleen volgens de regels die in de KLBB gelden. Bijkomend is een degradatie alleen mogelijk als voldaan wordt aan één van onderstaande voorwaarden: speler degradeert in de KLBB en degradeert tevens in de andere bond waarbij zijn TMP in de andere bond (vergelijkingstabel KBBB of KNBB) lager of gelijk zijn aan zijn degradatie in de KLBB degradatie in de KLBB en tevens één seizoen inactiviteit in de andere bond. De eventuele aanvraag tot degradatie, vergezeld van de nodige bewijsstukken, verloopt via de sportcommissie. 22

23 Hoofdstuk 3: ploegencompetitie 3.1 algemeen Art.3.1 Art.3.2 Art.3.3 Art.3.4 De ploegencompetitie heeft plaats gedurende de winterperiode en wordt ingericht door de bond. Het is een collectief spel, d.w.z. men speelt in ploegen die ingedeeld zijn in meerdere afdelingen. Wijze van spelen, puntensysteem, minimum te maken caramboles per afdeling en kalender zullen jaarlijks aan de hand van actuele gegevens door de technische commissie opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd worden aan de raad van bestuur. In elke afdeling van de ploegencompetitie is het minimum aantal te maken punten bepaald. Men mag slechts één categorie geforceerd spelen om dat minimum te bereiken. De wedstrijdverslagen dienen bij de technische secretaris uiterlijk toe te komen op de tweede werkdag volgend op de wedstrijddag en dit voor 12u inschrijving Art.3.5 Art.3.6 Art.3.7 Art.3.8 Elke club schrijft minstens één ploeg in voor de ploegencompetitie. In speciale gevallen mag een club hoogstens één jaar inactief blijven; nadien wordt ze beschouwd als een nieuwe club. Voor de aanvang van het seizoen zal elke club volgende formulieren moeten invullen: 1. lijst met de bestuurssamenstelling van de club. 2. lijst met de spelers, hun stamnummer en hun handicappunten. 3. lijst met de samenstelling van de ploegen voor de ploegenploegencompetitie en de gewenste afdeling voor elke ploeg. zie art lijst van de spelers met hun handicappunten die in een andere biljartbond aangesloten zijn. Zie art.1.23 Jaarlijks zal elke club een inschrijvingsgeld betalen voor deelname aan de ploegencompetitie. Deze bijdrage wordt door de financiële commissie voorgesteld en goedgekeurd door de algemene of technische vergadering. Op het inschrijvingsformulier dienen minimum zoveel verschillende spelers vermeld te worden als er plaatsen moeten bezet worden in de gevraagde afdeling(en). 23

24 3.3 kalender Art.3.9 Art.3.10 Art.3.11 Art.3.12 Art.3.13 Art.3.14 De kalender wordt opgesteld door de technische commissie. Er wordt rekening gehouden met volgende criteria: 1. De sterkte der spelers. 2. Het minimum te maken punten per afdeling. 3. De door de club gevraagde afdeling. (in de mate van het mogelijke) 4. De voorkeursdagen voor de thuiswedstrijden. (in de mate van het mogelijke) De wedstrijden worden gespeeld op vrijdag en zaterdag. Bij uitzondering kan ook op zondag gespeeld worden. De wedstrijden in de discipline "bandstoten" en "driebanden" worden, in principe, op maandag gespeeld. In principe worden geen wedstrijden gepland in de week waarin Allerheiligen, Kerstmis, Nieuwjaar en Vastenavond vallen. De wedstrijden beginnen om 19u30. Een vertraging van meer dan 30 minuten, kan zowel voor de thuisspelers als voor de bezoekers, een forfait tot gevolg hebben. Vanaf het ogenblik dat er meer dan 30 minuten onderbreking is tussen twee opeenvolgende partijen, kan men eveneens forfait aanvragen. Men dient deze aanvraag te vermelden op het beknopt verslag onder "Opmerkingen." Wijziging van kalender. In geval van heirkracht kan de raad van bestuur alsook de algemene of de technische vergadering beslissen alle wedstrijden van een kalenderdag uit te stellen en te verschuiven om een regelmatig verloop van de ploegencompetitie te waarborgen. De ploegencompetitiewedstrijden van de drie laatste speeldagen moeten op de vastgestelde datum en het normale aanvangsuur gespeeld worden. Een wedstrijd kan met maximum drie dagen vervroegd worden mits: 1. er een gegronde reden bestaat. 2. de technische secretaris hiervan op de hoogte gesteld wordt en dit ten laatste op de dinsdagavond welke aan de wedstrijd vooraf gaat. 3. de technische secretaris de reden aanvaardt. 4. de datum en het aanvangsuur van desbetreffende wedstrijd opgegeven wordt aan de technische secretaris. De technische secretaris kan, afhankelijk van de omstandigheden, hiervan afwijken. Ploegen die zich aan deze regelgeving onttrekken zullen geen wedstrijdpunten bekomen. 24

25 Art.3.15 Een wedstrijd, welke niet behoort tot de drie laatste speeldagen, mag maximum met twee weken vervroegd of verlaat worden nadat de technische secretaris hiervan op de hoogte gesteld werd en zijn toestemming verleende. Uiteraard dient de tegenstander, in eerste instantie, akkoord te gaan met de voorgestelde verplaatsing. De technische secretaris kan, afhankelijk van de omstandigheden, hiervan afwijken. 3.4 puntensysteem en rangschikking Art.3.16 Art.3.17 Art.3.18 Art.3.19 Het puntensysteem wordt, op voorstel van de technische commissie, voor aanvang van het seizoen goedgekeurd door de algemene of technische vergadering. De partijpunten die door een speler behaald zijn, worden bekomen door de som te maken van de behaalde matchpunten en de individuele punten. De wedstrijdpunten behaald door een ploeg worden bekomen door de partijpunten van elke speler samen te tellen. Aan de hand van deze wedstrijdpunten wordt de rangschikking per afdeling opgemaakt. Wanneer twee of meer ploegen op het einde van het seizoen een gelijk aantal wedstrijdpunten totaliseren ontvangen deze ploegen de trofee van kampioen of vice-kampioen. 3.5 forfait, verkeerde opstelling, afbreken partij Art.3.20 Art.3.21 Art.3.22 Bij een forfait krijgt de tegenstander minimaal twee forfait-punten. Berekening forfait-punten: men deelt het totaal aantal, door de ploeg, behaalde punten door het totaal aantal gespeelde partijen (betreffende speeldag inbegrepen) en rond af naar de hogere eenheid. Bij verkeerde opstelling krijgt de tegenstander vier of vijf partijpunten als hij zijn persoonlijk gemiddelde behaalde of twee partijpunten als hij zijn persoonlijk gemiddelde niet behaalde. 25

26 Art.3.23 Art.3.24 Als verkeerde opstelling wordt beschouwd: - meer of minder punten spelen dan reglementair voorzien is - meer dan één categorie geforceerd spelen - onder het minimum te spelen punten spelen dat in een partij gespeeld moet worden - niet naar 75 % van de TMP spelen waar dit reglementair voorzien is - niet gespeeld te hebben volgens de juiste rangorde ( volgens bondsgemiddelde) - twee partijen spelen op eenzelfde dag - opstellen van een nieuwe speler tijdens de laatste vijf speeldagen van de ploegencompetitie Een partij die afgebroken wordt door één van de spelers om welke reden dan ook wordt nooit herspeeld. De tegenstrever van de speler die de partij afbreekt krijgt vier of vijf partijpunten als hij op het ogenblik van afbreken zijn gemiddelde behaalde of twee partijpunten als hij op dat ogenblik zijn gemiddelde niet behaalde. De sportcommissie zal eventueel de gepaste sancties bepalen. 26

27 Hoofdstuk 4: bekertornooien 4.1 algemeen Art.4.1 Art.4.2 Art.4.3 Art.4.4 Art.4.5 Art.4.6 Art.4.7 Art.4.8 Het bestuur van de KNLBB en van de KLBB laat niet meer dan vijf grote bekertornooien, vijf kleine bekertornooien, drie bekertornooien bandstoten en twee bekertornooien driebanden per jaar toe. De verdeling van de bekertornooien, voor ieder van de beide bonden wordt jaarlijks omgewisseld (zie art.4.8). Elke club die over een biljart 2.30 m beschikt, mag bij de bond een aanvraag indienen om een bekertornooi in te richten. Een bekertornooi wordt gespeeld tussen meer dan twee ploegen met rechtstreekse uitschakeling van de tegenstrever door middel van achtervolging. Een bekertornooi zal steeds in hetzelfde seizoen uitgespeeld worden. De aanvraag waarbij de begindatum van het bekertornooi vermeld is, moet schriftelijk worden gericht aan de voorzitter van de technische commissie. De inrichtende club mag met twee ploegen deelnemen. Bekertornooien worden nooit gesplitst (vrij spel - kader). Kopman kaderspelers spelen altijd eerst tot uitputting tegen elkaar, d.w.z. totdat er maar één meer overblijft. Hetzelfde geldt voor kopman vrijspelspelers. Om een goede spreiding van de bekertornooiwedstrijden te bekomen, zullen de bekertornooien als volgt starten: KLBB KNLBB 2 de week oktober groot klein 4 de week oktober klein groot 2 de week november groot groot / bandstoten 4 de week november klein groot 2 de week december klein / bandstoten klein Overeen te komen bandstoten bandstoten Overeen te komen driebanden driebanden Art.4.9 Op deze bekertornooien mogen de clubs van de KLBB en de KNLBB uitgenodigd worden. In de KLBB moeten de uitnodigingen evenals de kalender steeds naar de clubafgevaardigde gestuurd worden. Voor de KNLBB worden de uitnodigingen en de kalender naar het clublokaal gestuurd, tenzij anders vermeld in het kalenderboekje van de KNLBB 27

28 Art.4.10 Art.4.11 Art.4.12 Art.4.13 Art.4.14 Art.4.15 Art.4.16 Art.4.17 Om te mogen deelnemen aan een bekertornooi moet men lid zijn van een club welke actief is in de ploegencompetitie. Om aan een bekertornooi te mogen deelnemen moet een speler een bondsgemiddelde hebben, m.a.w. een nieuwe speler mag niet worden opgesteld. (Een nieuwe speler mag het jaar waarin hij zijn bondsgemiddelde vrij of kader behaald heeft wel meedoen aan bekertornooien. Spelers die echter geen bondsgemiddelde overband of drieband hebben spelen volgens de vergelijkingstabel ) Een bekertornooifinale wordt altijd gespeeld door twee ploegen van twee verschillende clubs. Om tot dit resultaat te komen moet men de kalender, tijdens het tornooi alleszins aanpassen als volgt: - meer dan vier ploegen van eenzelfde club: tegen elkaar in de 1/8 finale. - meer dan twee ploegen van eenzelfde club: tegen elkaar in de 1/4 finale. - twee ploegen van eenzelfde club: tegen elkaar in de 1/2 finale. De club welke een bekertornooi inricht, moet een vast bedrag, voorgesteld door de financiële commissie en goedgekeurd door de algemene bestuursvergadering, afdragen aan de bond. Indien er meerdere kandidaturen zijn voor eenzelfde bekertornooi krijgt de club die het langst geleden dit soort bekertornooi heeft ingericht het tornooi toegewezen. Bij gelijkheid geeft de rangschikking van de seizoensbeker de doorslag. Clubs die hun 25 of 50-jarig jubileum willen vieren met een bekertornooi genieten echter altijd voorrang. De kalender van een bekertornooi wordt opgesteld via een zuivere loting. Dit houdt in dat twee ploegen van eenzelfde club tegen elkaar kunnen geloot worden vanaf de voorronde. De loting van de kalender gebeurt in aanwezigheid van de voorzitter van de technische commissie. Enkel de finale mag gespeeld worden op een vrijdag, een zaterdag of een zondag. De andere partijen hebben allemaal plaats op de andere weekdagen. Er wordt verlangd dat er drie wedstrijden per week kunnen gespeeld worden, zo niet kan de toekenning van het bekertornooi geweigerd worden. Wel mag de normale sluitingsdag van het lokaal gebruikt worden om vrije dagen te vormen in de kalender, waarop uitgestelde wedstrijden kunnen gespeeld worden. Art.4.18 Er mogen geen finales gespeeld worden tijdens een avond waarop een finale van een individueel kampioenschap plaats heeft. 28

29 Art.4.19 Art.4.20 Art.4.21 Art.4.22 Art.4.23 Art.4.24 Art.4.25 Art.4.26 Art.4.27 Art.4.28 Art.4.29 Een ploeg is maar volledig en de wedstrijd slechts geldig wanneer alle spelers hun partijen spelen. De ploeg die de eerste partij met de getekende bal aanvangt zal ook alle volgende partijen met de getekende bal spelen. Spelers die op dezelfde dag als die van de finale een competitiewedstrijd moeten spelen, moeten deze competitiewedstrijd in de mate van het mogelijke vervroegen. De tegenstrever is verplicht op een vervroeging in te gaan Spelers van een uitgeschakelde ploeg mogen niet meer opnieuw opgesteld worden. In de bekertornooien moet minimum 1 (één) speler van de bij de aanvang opgegeven ploeg behouden blijven. (in de bekertornooien bandstoten zijn dit twee spelers) Spelers mogen niet overgaan naar een andere ploeg. De wedstrijden worden geleid door leden van de KNLBB of de KLBB, doch niet door leden van de spelende clubs. Het aanvangsuur van de wedstrijden is uur. De vooropgestelde wachttijd bedraagt 30 minuten. Als deze verstreken is, wint men met forfait. Tussen twee partijen is eveneens een maximum wachttijd van 30 minuten toegelaten. Indien aan een van beide voorwaarden niet voldaan is, wint de aanwezige ploeg met forfait. Een speler mag maximum 5 minuten inspelen vóór aanvang van zijn partij. Het is de bedoeling dat een speler die moet opzetten als laatste mag inspelen. De scheidsrechter moet op deze regel toezicht houden. Wanneer in de scheidsrechter het laatste punt goedkeurt, heeft de betrokken speler de partij gewonnen, ook indien naderhand zou blijken dat op het opschrijfbord een fout gemaakt is. Bij het invullen van het beknopt verslag controleert de schrijver de juistheid van de opstelling der ploegen. Een verkeerde opstelling wordt gelijkgesteld met een forfait en heeft de uitschakeling van de ploeg tot gevolg. Eventueel kan de inrichtende club beboet worden. De bond waar het tornooi doorgaat bepaalt de boete. De beknopte verslagen moeten worden ingevuld zoals voor de ploegencompetitie. De inrichtende club is verantwoordelijk voor de juistheid van het verslag. De inrichtende club is verplicht aan de secretarissen van beide bonden een beknopt verslag te zenden. De inrichtende club verstuurt alle verslagen van de wedstrijden die in een week gespeeld werden en wel op zondagavond, zodat deze ten laatste op dinsdagmorgen bij de secretarissen zijn. 29

30 4.2 inschrijving Art.4.30 Art.4.31 Art.4.32 Art.4.33 Art.4.34 Art.4.35 De clubs die een tornooi inrichten, ontvangen een formulier met instructies voor het opstellen van de kalender en dies meer. Na toelating zal de club een uitnodiging tot deelname versturen naar de voorzitters van de technische commissies, naar de secretaris van de KNLBB en de technisch secretaris van de KLBB en naar de deelnemende clubs van de KNLBB en de KLBB. De uitnodiging moet de volgende punten bevatten: - datum waarop het tornooi begint; - datum waarop de inschrijving wordt afgesloten; - datum waarop de trekking en de kalenderopstelling plaats heeft; - adres van het lokaal en van de briefwisseling; - prijzen en inschrijvingsgeld; - aard van het tornooi (GB, KB, MB, BB, of BD); - minima van de spelers; - aanvangsuur van de wedstrijden. Gevraagde inlichtingen: - aantal ploegen kopman vrij spel; - aantal ploegen kopman kader. - adres waar de briefwisseling moet toekomen. Het inschrijvingsgeld moet jaarlijks vastgesteld worden door de algemene of technische vergadering van beide bonden. Momenteel bedraagt het i 10,00 per ploeg. De inschrijvingen voor bekertornooien gebeuren schriftelijk. Vanaf de inschrijving is het inschrijvingsgeld verplicht, ook al zou men nadien van deelname afzien. Mondelinge afspraken zijn niet bindend. Bij forfait dient een boete van i 20,00 betaald te worden (die in beide bonden dezelfde is). Het inschrijvingsgeld en de boete moeten in dit geval aan de organiserende club betaald worden via de respectievelijke bonden. De finale voor de 1 en de 2 plaatsen wordt gespeeld tussen de twee laatst overblijvende ploegen. Alleen de grote finale (1 en 2 plaats) wordt nog gespeeld. De vroegere kleine finale (3 en 4 plaats) wordt niet meer gespeeld. 4.3 prijzen Art.4.36 Art.4.37 Aan een bekertornooi is steeds een definitieve beker verbonden. Een club mag dus geen wisselbeker schenken. De waarde van de beker of van het trofee moet minimaal i 60,00 bedragen. 30

31 Art.4.38 De finalisten ontvangen een prijs in natura. (geen geldprijzen, noch waardebonnen, noch trofeeën) De totale waarde van de prijzen bij een bekertornooi (ploegtrofee + individuele prijzen) moet minimaal i 250,00 bedragen. 4.4 minimum te maken caramboles Art.4.39 Er wordt gespeeld in achtervolging met ongelijke beurten Na elke wedstrijd worden de ballen terug in de aanvangspositie geplaatst. De volgende speler van de leidende club gaat met de opstoot verder. Art.4.40 Een kaderspeler zal altijd kader spelen aan 100 %. Art.4.41 Het minimum te maken caramboles is als volgt samengesteld: Grote Bekertornooi: 1e speler min. 23 punten. 2e speler min. 44 punten. 3e speler min. 92 punten vrij of 100 punten kader. Kleine Bekertornooi: 1e speler min. 23 punten. 2e speler min. 26 punten. 3e speler min. 48 punten / max. 80 punten. Bekertornooi bandstoten 1e speler min. 16 punten. 2e speler min. 16 punten. 3e speler min. 20 punten. 4e speler min. 30 punten. Bekertornooi driebanden 1e speler min. 12 punten. 2e speler min. 16 punten. 3e speler min. 20 punten. Art.4.42 Spelers met dezelfde handicappunten mogen willekeurig de een vóór de ander opgesteld worden. De speler met de laagste handicappunten begint altijd de wedstrijd. 4.5 disciplines driebanden Art.4.43 Art.4.44 In deze bekertornooien speelt men met ploegen van drie spelers. De eerste en de tweede partij worden afgebroken na de 40 e beurt. Voor de nabeurt (40 e beurt van de tweede speler) worden de ballen niet van acquit gespeeld. De tweede speler speelt zijn laatste beurt vnuit de liggende positie. 31

32 Art.4.45 Bij het afbreken van de partij (zie art.4.44) bepaalt het percentage caramboles wie de volgende partij aanvangt. Bij gelijkheid wordt naar de band getrokken. 32

33 Hoofdstuk 5: individuele kampioenschappen 5.1 algemeen Art.5.1 Art.5.2 De KLBB kan tornooien inrichten waarbij spelers of clubs van de KLBB en eventueel andere bonden betrokken zijn. De KLBB kan hierbij beschikken over alle lokalen van de clubs die bij de KLBB aangesloten zijn. Jaarlijks richt de KLBB individuele kampioenschappen in over de disciplines vrij-spel en kader. De disciplines bandstoten en driebanden worden afwisselend, om de twee jaar, georganiseerd. Art.5.3 Indeling der reeksen: vrij 23-35; vrij 38-54; vrij ; kader; bandstoten 14-20; bandstoten 23-30; bandstoten ; driebanden 12-14; driebanden 16-18; driebanden Art.5.4 Art.5.5 Art.5.6 Art.5.7 Art.5.8 Art.5.9 De wedstrijden worden gespeeld in lokalen welke door de technische commissie aangeduid worden. De organisatie van die avond valt onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de club waar de wedstrijd plaats heeft. Indien de technische commissie het nodig acht, stuurt ze een scheidsrechtersteam om de wedstrijd te arbitreren. De voorronde wordt uitgespeeld aan het gemiddelde waaraan ze werd aangevangen. Indien, tijdens de voorronde, een herziening een promotie tot gevolg heeft zullen de nieuwe TMP pas van kracht worden in de finaleronde. Het inschrijvingsgeld per speler wordt door de technische vergadering goedgekeurd. Er wordt gespeeld volgens het reglement opgesteld door de technische commissie. Bij verkeerde opstelling krijgt de tegenstander 4 of 5 partijpunten als hij zijn persoonlijk gemiddelde behaalde of 2 partijpunten als hij zijn persoonlijk gemiddelde niet behaalde. Een deelnemer kan zich laten vervangen door een clubmaat die in dezelfde reeks kan spelen. Deze vervanging moet aan de voorzitter van de technische commissie gemeld worden voordat de eerste partij van de voorronde gespeeld wordt. Art.5.10 Verloop de voorronde (zie ook art.5.5) en klassering : De deelnemers spelen, telkens op verplaatsing en gespreid over vier avonden, elk acht partijen. Het lot bepaalt de tegenstrevers. Hierna wordt een klassement opgemaakt (zie art.5.16) waarvan de vijf best geklasseerde spelers de finale betwisten. 33

34 Art.5.11 Art.5.12 Art.5.13 Art.5.14 Art.5.15 Art.5.16 De kalender dient strikt gevolgd te worden. Een forfait in een partij heeft de onmiddellijke uitsluiting voor het tornooi tot gevolg. Hij wordt beboet volgens de gangbare regel en heeft de uitsluiting voor het individuele tornooi van het volgende seizoen tot gevolg. Alle spelers moeten om 19u30 aanwezig zijn in het lokaal. Zijn slechts drie van de vier spelers aanwezig; dan spelen de twee spelers die normaal tegen de afwezige zouden spelen tegen elkaar. Zijn slechts twee spelers aanwezig; dan spelen deze twee partijen tegen elkaar. Indien er slechts één speler aanwezig is tijdens de eerste speeldag krijgt hij vier forfaitpunten. Behaalt deze speler tijdens de tweede speeldag een hoger aantal punten dan vier, dan worden de forfaitpunten van de eerste speeldag verhoogd tot het aantal behaalde punten op de tweede speeldag. Is er slechts één speler aanwezig tijdens de tweede speeldag, krijgt hij hetzelfde aantal forfaitpunten als hij punten behaalde op de eerste speeldag met een minimum van vier. Als op de derde speeldag maar één speler aanwezig is, bekomt hij de helft van de som der behaalde punten op de eerste en tweede speeldag met een minimum van vier. Als op de vierde speeldag maar één speler aanwezig is, bekomt hij eenderde van de som der behaalde punten tijdens de eerste, tweede en derde speeldag met een minimum van vier. Het verloop van de finale wordt bepaald door de technische commissie. Zie details in het kalenderboekje. Het wedstrijdverslag moet uiterlijk toekomen bij de technisch secretaris twee werkdagen na de dag waarop gespeeld werd. De discipline wordt bepaald in een bijkomende reglementering betreffende de individuele tornooien. Bij gelijkheid van wedstrijdpunten bepalen volgende criteria de rangschikking: 1 e orde: het aantal gewonnen partijen 2 e orde: het hoogste procentueel gemiddelde 3 e orde: het hoogste procentueel caramboles 34

35 Hoofdstuk 6: KLBB-tornooi 6.1 algemeen Art.6.1 Art.6.2 Art.6.3 Art.6.4 Art.6.5 Art.6.6 Art.6.7 Art.6.8 Art.6.9 Art.6.10 Art.6.11 Er wordt gespeeld op 6 tafels, formaat 2.30 m x 1.15 m De deelnemers worden opgedeeld in twee reeksen ( A & B ) naargelang de TMP. Iedere speler speelt vier partijen in de voorronde. De twaalf best geklasseerde spelers van iedere reeks gaan verder naar de volgende ronde en spelen in deze ronde twee partijen. In de voorronde wordt gespeeld volgens handicappunten met nabeurt. Na veertig beurten wordt de partij beëindigd. Puntensysteem zoals in de KLBBcompetitie. Vanaf de halve finale wordt er gespeeld op ongelijke beurten met rechtstreekse uitschakeling. Bij gelijke wedstrijdpunten wordt de speler met het meest gewonnen partijen als beste geklasseerd. Bij gelijkheid van gewonnen partijen primeert het hoogste percentage van het te maken gemiddelde; daarna telt het hoogste percentage caramboles. De partijen tellen mee voor de herzieningen. Nieuwe spelers (= speler zonder bondsgemiddelde) worden herzien na vier partijen en verkrijgen dan hun bondsgemiddelde. Ze spelen het tornooi verder aan dit bondsgemiddelde. Het inschrijvingsgeld bedraagt 10,00. Het zal geïnd worden via de clubrekening. Deelnemers jonger dan achttien jaar op 31 december van het jaar waarin het tornooi georganiseerd wordt mogen gratis deelnemen. Alle spelers dienen zich ten laatste vijftien minuten voor de aanvang der wedstrijden aan te melden bij de wedstrijdleiding en hun naambordje af te halen. Het wedstrijdverslag en het aantekenbord dienen per tafel te worden bijgehouden door de spelers. (zie wedstrijdrooster) De spelers en de scheidsrechters dragen de kledij van hun club. Enkel de wedstrijdleiding kan hierop, dag per dag, uitzonderingen toestaan. Een deelnemer kan zich laten vervangen door een clubmaat die in dezelfde reeks kan spelen. Deze vervanging moet aan de wedstrijdleiding gemeld worden vóór aanvang van de eerste partij. 35

36 Art.6.12 Art.6.13 Art.6.14 Art.6.15 Forfait wordt beboet met uitsluiting voor het tornooi van het volgende seizoen en een geldboete (adm. kosten + geldboete) De finalisten van elke reeks ontvangen een definitieve trofee. De finalisten van elke reeks ontvangen een waardebon. Alle geschillen worden door de wedstrijdleiding beslecht. Haar beslissingen zijn zonder verhaal. 6.2 bandstoten Art.6.16 Art.6.17 De deelnemers staan zelf in voor het leiden van de partijen (zie wedstrijdrooster) In de voorronde bestaat iedere poule uit drie spelers. Bij forfait van een speler spelen de twee overblijvende spelers tweemaal tegen elkaar. 6.3 driebanden Art.6.18 Iedere club van de KLBB levert twee scheidsrechters (zie wedstrijdrooster) 36

37 Hoofdstuk 7: andere tornooien Art.7.1 Iedere club mag vriendschappelijke wedstrijden inrichten met bij de KLBB aangesloten of niet-aangesloten clubs indien deze geen nadeel berokkenen aan de KLBB of aan de door de KLBB ingerichte wedstrijden. Indien echter vriendschappelijke wedstrijden tussen meer dan twee clubs gespeeld worden, dient de voorzitter van de KLBB toestemming te geven. Deze tornooien starten NA het KLBB-tornooi. Hoofdstuk 8: bondsprijzen en trofeeën 8.1 algemeen Art.8.1 De prijzen moeten op de proclamatie afgehaald worden. Niet afgehaalde prijzen blijven eigendom van de bond. 8.2 bondsprijzen Art.8.2 Art.8.3 Art.8.4 Art.8.5 Jaarlijks worden bondsprijzen uitgereikt aan clubs en spelers welke zich tijdens het seizoen verdienstelijk maakten door bijzondere prestaties. Een club welke voor het eerste jaar aangesloten is bij de KLBB komt niet in aanmerking voor een bondsprijs. Komen niet in aanmerking voor een bondsprijs: 1. spelers welke hun eerste seizoen bij de KLBB spelen. 2. spelers die minder dan zes telbare partijen gespeeld hebben in de ploegencompetitie. Het toekennen van de seizoensbeker wordt gekoppeld aan onderstaande, objectieve criteria. 1. Behaalde plaats in de ploegencompetitie : 25 pntn/eerste, 20 pntn/tweede, 15 pntn/derde, 10 pntn/vierde en 5 pntn/vijfde. 2. Behaalde plaats in de bekertornooien : 25 pntn/eerste, 15 pntn/tweede, 5 pntn/derde & vierde 3. Behaalde plaats in de individuele kampioenschappen: 10 pntn/eerste, 8 pntn/tweede, 6 pntn/derde, 4 pntn/vierde en 2 pntn/vijfde 4. Behaalde promoties per discipline : 4 pntn/promotie ( promotie = eindgemiddelde - begingemiddelde ) 5. Geen boete : 15 pntn 6. Aantal ploegen in de ploegencompetitie: 5 pntn/ploeg 7. Aantal nieuwe spelers: 5 pntn/speler* 8. Inrichten van een bekertornooi: 50 pntn 9. Per boete: 1 punt in mindering * nieuwe speler = minstens 4 gespeelde partijen. 37

38 Art.8.6 Art.8,7 Art.8.8 Er wordt, per discipline en dit zowel voor de ploegencompetitie als voor de individuele kampioenschappen, een individuele bondsprijs toegekend voor de partij die in de minste beurten uitgespeeld werd. Bij gelijkheid gaat de prijs naar de speler die zijn tweede beste partij uitspeelde in het minst aantal beurten. Er wordt, per discipline en dit zowel voor de ploegencompetitie als voor de individuele kampioenschappen, een individuele bondsprijs toegekend voor de hoogste procentuele promotie. Bij gelijkheid gaat de prijs naar de speler waarvan het eindgemiddelde over alle telbare partijen het hoogst is. Er wordt, per discipline en dit zowel voor de ploegencompetitie als voor het individuele kampioenschappen kampioenschap, een individuele bondsprijs toegekend voor de hoogste procentuele reeks. Bij gelijkheid gaat de prijs naar de speler waarvan het eindgemiddelde over alle telbare partijen het hoogst is. Opmerking: de prijs wordt toegekend op voorwaarde dat de betreffende partij gewonnen of gelijk gespeeld werd. 8.3 trofeeën Art.8.9 Art.8.10 De kampioen en vice-kampioen van elke afdeling ontvangen een trofee De individuele kampioenen krijgen een extra trofee die uitgereikt wordt op de proclamatie. 38