Subsidieregeling hersaneringen ondergrondse tanks Den Haag.

Transcriptie

1 rv 329 Dienst Stadsbeheer nr. S Den Haag, 8 december 1998 Aan de gemeenteraad Subsidieregeling hersaneringen ondergrondse tanks Den Haag. 0. Samenvatting Dit raadsvoorstel betreft een vrij technische uitwerking van een subsidieregeling ten behoeve van particuliere tankeigenaren, die als gevolg van gewijzigde landelijke regelgeving opnieuw hun al eerder gesaneerde ondergrondse olietank moeten saneren. Het gaat daarbij naar verwachting om een groep van ca tankeigenaren die voor subsidie in aanmerking zullen komen. Deze subsidieregeling is gebaseerd op een bijdrage-regeling van het Ministerie van VROM. VROM verstrekt onder een aantal voorwaarden aan gemeenten die particuliere tankeigenaren subsidiëren eenmalig een bijdrage in de kosten. In de voorgestelde subsidieregeling wordt de regeling van VROM integraal overgenomen. Daardoor komt het door VROM beschikbaar gestelde geld daadwerkelijk bij de betreffende tankeigenaren terecht. Het subsidiebedrag wordt bepaald op maximaal f 900,00 per daarvoor in aanmerking komende tanksanering. Een bedrag hoger dan de daadwerkelijke tanksaneringskosten zal niet worden uitgekeerd. De subsidieregeling is van toepassing met terugwerkende kracht vanaf 19 juni De subsidiebedragen worden pas na afloop van een tanksanering aan een tankeigenaar uitgekeerd. De laatste betalingen zullen in maart 2000 plaatsvinden waarna vóór 1 juni 2000 het volledige door de gemeente uitgekeerde subsidiebedrag bij het Ministerie van VROM kan worden gedeclareerd. 1. Inleiding Voordat er een aardgasnet was, werden vele huizen door middel van een oliekachel of -ketel verwarmd. De huisbrandolie, die als brandstof diende voor deze verwarmingstoestellen, werd vaak in een ondergrondse tank opgeslagen. Ook bij bedrijven werden ondergrondse tanks gebruikt voor de opslag van voornamelijk benzines en olie. In Den Haag zijn er in totaal zo'n ondergrondse tanks aanwezig geweest, waarvan ca bij particulieren en ca bij bedrijven. BOOT Op deze ondergrondse tanks was het op 1 maart 1993 in werking getreden landelijke Besluit Opslag in Ondergrondse Tanks (BOOT) van toepassing. In dit besluit stonden zowel regels die golden voor nog in gebruik zijnde tanks als regels die golden voor het geval een tank buiten gebruik was gesteld of werd gesteld. Zo bepaalde het BOOT dat een tank die na 1993 buiten gebruik werd gesteld moest worden gesaneerd (onklaar gemaakt of verwijderd) door een KIWA-erkend tanksaneringsbedrijf. Verder bepaalde het BOOT onder andere dat alle tanks die vóór 1 maart 1993 buiten gebruik waren gesteld moesten zijn gesaneerd vóór 1 maart BOOT 1998 Inmiddels zijn bij besluit van 1 juli 1998 de regels van het BOOT aangepast en vervangen door een nieuw besluit (BOOT 1998). In dit nieuwe besluit zijn vrijwel alle regels van het oude BOOT overgenomen. Eén van de wijzigingen van "BOOT 1998" ten opzichte van "BOOT" is, dat nu de vóór 1 maart 1993 buiten gebruik gestelde tanks moeten zijn gesaneerd vóór 1 januari 1999, hetgeen dus een verlenging van de vroegere wettelijke termijn met 10 maanden betekent. Daarnaast is nu bepaald dat er na 1 januari 1999 geen keuze meer bestaat tussen het onklaar maken (reinigen en afvullen met zand) of het verwijderen van een tank. Alleen verwijderen van de tank is dan nog toegestaan. Alhoewel er bij een tanksanering volgens het BOOT (en nu BOOT 1998) o.a. bodemmonsters moeten worden genomen, regelt het BOOT 1998 de sanering van een eventueel aanwezige bodemverontreiniging niet. Dat wordt geregeld in de Wet bodembescherming. Stand van zaken Gestimuleerd door een aantal voorlichtingscampagnes hebben vele tankeigenaren de afgelopen jaren het belang voor het milieu onderkent en hun tank volgens de regels van het BOOT (en nu BOOT 1998) laten saneren. Ook de markt deed daarbij haar werk. Makelaars eisten, nadat o.a. uit het gemeentelijk archief was gebleken dat er een ondergrondse tank bij een huis aanwezig was, bij de verkoop van dat huis een KIWA-tanksaneringscertificaat. Dat is het officiële bewijs van een goede tanksanering, zoals dat in het BOOT 1998 is voorgeschreven. Eind 1997 was zo een groot deel van de ongeveer raadsvoorstellen

2 ondergrondse tanks (ca 6.500) gesaneerd volgens de regels van het BOOT Een kleiner deel (ca 3.500) was echter nog niet of onvoldoende gesaneerd. Actie Tankslag '98 In het kader van de Rijks-VOGM-regeling is de verplichting aangegaan om het adequate niveau van uitvoering van de wettelijke milieutaken te bereiken en te behouden. Voor de uitvoering van het BOOT 1998 betekent dit een inspanningsverplichting om vóór de gestelde datum van 1 januari 1999 te trachten zoveel mogelijk tanks overeenkomstig het BOOT 1998 te laten saneren. Handhaven van het BOOT 1998 is immers pas na 1 januari 1999 mogelijk, omdat dan de gestelde wettelijke termijn is verstreken. Vanwege die inspanningsverplichting is, tot tevredenheid van de Inspecteur Milieuhygiëne Zuid-West (VROM), in Haaglanden-verband een Actie Tankslag '98 georganiseerd, waaraan ook Den Haag meedoet. Bij deze actie zijn met twee (KIWA)gecertificeerde tanksaneringsbedrijven prijsafspraken gemaakt, zodat de tankeigenaren van de ca nog te saneren tanks voor een aantrekkelijk tarief hun ondergrondse tank kunnen laten saneren. Van deze tanks is een groep van ca tanks nog nooit eerder gesaneerd. In deze tanks bevinden zich in de meeste gevallen nog olieresten die, vanwege het doorroesten van de tank, een bedreiging voor het milieu vormen. Zoals hierboven al is vermeld moeten deze tanks vóór 1 januari 1999 zijn gesaneerd. Tankeigenaren worden tot 1 april 1999 in staat gesteld hun tank zelf te laten saneren. Na deze datum zullen saneringen, indien noodzakelijk, worden afgedwongen. De overige ca (van de 3.500) nog te saneren tanks zijn al vóór 1993 gesaneerd overeenkomstig de toen geldende inzichten, maar voldoen niet aan de huidige inzichten en de saneringsmaatregelen van het BOOT Daardoor bestaan ter plaatse van die tanks nog steeds risico's van bodemverontreiniging. Om deze risico's te verkleinen zullen van de betreffende tankeigenaren, onder gebruikmaking van artikel 18, lid 6 van het BOOT 1998, aanvullende maatregelen worden geëist. In eerste instantie zal een vooronderzoek worden geëist. Na het vooronderzoek, waarvan de kosten overigens beperkt zijn, zal duidelijk zijn of er nog sprake is van een potentiële milieubedreigende situatie. Als dit het geval is, en dat is in verreweg de meeste gevallen de verwachting, dan zal als aanvullende maatregel ook een hersanering worden geëist. Ook in deze gevallen worden tankeigenaren, o.a. via acties zoals de Actie Tankslag '98, tot 1 april 1999 in staat gesteld hun tank zelf te laten hersaneren. Daarna zullen noodzakelijke hersaneringen worden afgedwongen. Gevolgen aanvullende maatregelen Het eisen van aanvullende maatregelen bij deze tankeigenaren betekent wel dat er tankeigenaren zijn die, vanwege de verscherpte regelgeving van het BOOT (en nu BOOT 1998), voor de tweede maal kosten moeten maken voor een (tank)sanering. Dit in tegenstelling tot de eerder genoemde groep van tanks, waarbij nog nooit een sanering heeft plaatsgevonden. De eigenaren van deze tanks hebben nog nooit tanksaneringskosten gehad en zullen deze nu voor de eerste keer moeten maken, net zoals vele andere tankeigenaren die hen al zijn voorgegaan. Naast de groep van tankeigenaren die voor de tweede maal kosten moeten gaan maken voor een (tank)sanering is er een groep van ca tankeigenaren die dat op dit moment al gedaan heeft. Na een eerste sanering vóór 1 maart 1993 hebben deze tankeigenaren, veelal in verband met de verkoop van hun huis, al aanvullende maatregelen genomen en hun tank laten hersaneren (overeenkomstig BOOT 1998). In totaal is er dus een groep van ca tankeigenaren die voor de tweede keer kosten voor een tanksanering moeten maken dan wel al gemaakt hebben. Bij een groot deel van die hersaneringen als gevolg van aanvullende maatregelen (ca van de 4.300) zullen de kosten van de eerste sanering en de hersanering bij elkaar opgeteld beduidend hoger zijn (of zijn geweest) dan kosten van een gewone eerste sanering als die nu zou plaatsvinden (of hebben plaatsgevonden). Om deze reden worden deze tankeigenaren ook wel de zogenaamde 'dubbelgepakten' genoemd. Van deze ca tankeigenaren zijn er ca als particulier aan te merken. 2. Bijdrage-regeling VROM De problematiek van deze hersaneringen en dan voornamelijk bij de particuliere tankeigenaren, wordt al jaren als een knelpunt ervaren. Juist de tankeigenaren die het milieubelang hoog in het vaandel hebben staan en hun tank snel hebben laten saneren volgens de toen geldende inzichten, kwamen en komen nog voor extra kosten te staan. Het geven van een tegemoetkoming in de kosten van deze hersaneringen, zou vooral bij particulieren wenselijk zijn, maar tot voor kort waren daarvoor geen financiële middelen beschikbaar. Niet alleen in de gemeente Den Haag werd de situatie van deze groep tankeigenaren als onredelijk ervaren. Ook vele andere gemeenten vonden dat. Uiteindelijk heeft 2 raadsvoorstellen 1998

3 het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), onder druk van de VNG, op 8 oktober 1997, aan alle gemeenten een regeling voor een "eenmalige bijdrage i.v.m. de uitvoering BOOT, art. 18, lid 5" (thans BOOT 1998, art. 18, lid 6) bekend gemaakt. Deze regeling komt er in het kort op neer dat VROM onder een aantal voorwaarden een éénmalige bijdrage wil geven aan gemeenten die particuliere hersaneerders financieel tegemoet willen komen bij de uitvoe-ring van het BOOT (en thans BOOT 1998). Gemeenten moeten dus eerst tankeigenaren die aanvul-lende maatregelen uitvoeren een bijdrage in de kosten verstrekken, waarna achteraf door VROM aan de gemeente een vergoeding zal worden gegeven. De bijdrage van VROM aan een gemeente komt neer op een bedrag van f 900,00 voor elke hersaneerder van een ondergrondse tank die, binnen de voorwaarden die VROM daaraan stelt, een bijdrage van een gemeente heeft ontvangen. Met deze bijdrage-regeling van VROM kunnen nu wel (in ieder geval voor een gedeelte van de tankeigenaren die moeten hersaneren) de gewenste financiële middelen beschikbaar komen. Omdat een tankeigenaar geen directe aanspraak op de bijdrage-regeling van VROM kan maken, wordt thans de 'subsidieregeling hersaneringen ondergrondse tanks Den Haag' voorgesteld, verder te noemen "de subsidieregeling". Hierdoor wordt bewerkstelligd dat het geld dat VROM voor deze groep tankeigenaren beschikbaar stelt ook daadwerkelijk bij deze tankeigenaren terecht komt. Het ministerie van VROM heeft in haar bijdrage-regeling voor de gemeenten een aantal voorwaarden gesteld. Om als gemeente voor de bijdrage van VROM in aanmerking te komen dient aan deze voorwaarden voldaan te zijn. Deze voorwaarden worden rechtstreeks overgenomen, dan wel vertaald, in de thans voor-liggende subsidieregeling. Daarmee wordt voorkomen dat er meer geld wordt uitgegeven dan achteraf door VROM aan ons zal worden uitgekeerd. Daarnaast worden een aantal voorwaarden gesteld om een correcte afhandeling van de regeling te waarborgen. Een aantal belangrijke voorwaarden zijn in bijlage 1 verder toegelicht. 3. Uitvoering Alle bekende tankeigenaren die mogelijk voor deze regeling in aanmerking komen zullen, nadat deze regeling is vastgesteld, een brief krijgen waarin ze geïnformeerd worden over deze subsidieregeling. Tevens zal in de Stadskrant een advertentie worden geplaatst om de aandacht op deze regeling te vestigen. Voor de aanvraag van de subsidie kan gebruik gemaakt worden van een beschikbaar aanvraagformulier. Na het indienen van de bij de aanvraag benodigde bescheiden zal schriftelijk worden bevestigd dat de aanvraag in behandeling is genomen. Bij het ontbreken van benodigde bescheiden zal eenmalig schriftelijk worden verzocht om de aanvraag aan te vullen. De subsidiebedragen worden, bij een volledige aanvraag, zo snel mogelijk uitgekeerd om het de tankeigenaren zo aantrekkelijk mogelijk te maken mee te doen met de subsidieregeling. Des te meer subsidieaanvragen voor nog te saneren tanks, des te minder hoeft er handhavend opgetreden te worden. De toekenning van de subsidiebedragen vindt plaats binnen twee maanden nadat de tankeigenaar het KIWA-tanksaneringscertificaat, de rekening van de tanksanering en het betalingsbewijs aan de gemeente heeft toegestuurd. Voorgesteld wordt om de uitvoering van deze subsidieregeling in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen, waarbij de daadwerkelijke uitvoering door het bedrijfsonderdeel Vergunningen van de Dienst Stadsbeheer zal worden verzorgd. 4. Juridisch kader De juridische basis van de bijdrage-regeling van VROM is artikel lid 1 van de Wet milieubeheer en artikel 61, lid 1, onder a van het Bijdragebesluit openbare lichamen. Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van toepassing op de voorgestelde subsidieregeling. Op grond van de Awb zal de subsidie per geval worden toegekend en gemotiveerd in een beschikking. De procedure beschreven in de Awb afdeling zal hiervoor worden gevolgd. De beschikking tot vaststelling van de subsidie vindt achteraf plaats als de gesubsidieerde activiteiten (de hersanering) al hebben plaatsgevonden (overeenkomstig artikel 4:43 van de Awb). Tegen de beschikkingen kan bezwaar worden gemaakt bij het college van burgemeester en wethouders. Tevens kan een voorlopige voor-ziening worden aangevraagd bij de rechtbank. Na de beslissing op het bezwaar kan eventueel beroep worden ingesteld bij de rechtbank. Uiteindelijk kan nog hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State. De Algemene wet bestuursrecht bepaald dat subsidies slechts op grond van een wettelijk voorschrift (zoals een verordening) mogen worden verstrekt. Hierop is een uitzondering mogelijk: in afwachting van een wettelijk voorschrift mag gedurende hoogstens een jaar subsidie worden ver-strekt zonder wettelijke basis. Deze uitzondering is vooral bedoeld voor de gevallen dat de met de subsidie nagestreefde doelen onverwijld optreden vergen. Dat doet zich in dit geval voor. Er kan niet worden gewacht op de totstandkoming van een aparte subsidieverordening voor tanksaneringen. Op dit moment wordt gewerkt aan de totstandkoming van de nieuwe Haagse SubsidieVerordening (HSV). Deze zal naar verwachting in het eerste kwartaal van volgend jaar in werking treden. Deze subsidieregeling zal dan zijn wettelijke grondslag vinden in de HSV. alsdan is een aparte verordening niet meer raadsvoorstellen

4 nodig. Slechts als de HSV niet binnen een jaar na vaststelling van deze subsidieregeling in werking treedt - hetgeen niet in de lijn der verwachting ligt - is een aparte subsidieverordening de aangewezen weg. 5. Financiële aspecten Er is bij de opzet van deze subsidieregeling voor gekozen om een regeling te maken binnen de voorwaarden die VROM daarvoor in haar bijdrageregeling aan gemeenten heeft gesteld. Hierdoor zal het uiteindelijk uit te keren bedrag op basis van deze subsidieregeling achteraf volledig door VROM worden vergoed. De uitvoerings- en voorlichtingskosten worden door het bedrijfsonderdeel Vergun-ningen van de dienst Stadsbeheer vanuit haar reguliere budget gedekt. De rente in verband met de voorfinanciering wordt door het budget van Stadsbeheer gedekt. Vóór 1 juni 2000 zal het bedrijfsonderdeel Vergunningen een declaratie indienen met de daarbij benodigde gegevens om in aanmerking te komen voor de bijdrage-regeling van VROM. VROM zal vervolgens de bijdrage in het tweede deel van het jaar 2000 uitkeren. De financiële afhandeling zal onder toezicht van een accountant plaatsvinden. De volgende gegevens zullen worden verzameld om samen met een declaratie bij VROM in te kunnen dienen: a. een volledig overzicht van de namen van de tankeigenaren en de adressen van de behandelde tanks; b. een accountantsverklaring; c. het totaal van de uitgekeerde subsidiebedragen door de gemeente aan de desbetreffende dubbelgepakte tankeigenaren. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, gelet op het advies van de commissie voor Leefbaarheid, Milieu en Scheveningen (VVD, PvdA, CDA, D66, PPS en SGP/GPV/RPF: vóór, GroenLinks: stem voorbehouden, SP, HSP en Obdam: afwezig) het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, Besluit: I. vast te stellen de volgende regeling met de daarbij behorende bijlage 1: SUBSIDIEREGELING hersaneringen ondergrondse tanks Den Haag Artikel 1 Begrippen Particulier Dit is een eigenaar/huurder van een woning of een vereniging van eigenaren van een woongebouw, waarbij een tank is gelegen. Ondergrondse tank Dit is een tank van staal of kunststof, die geheel of gedeeltelijk in de bodem is gelegen of is ingeterpt, met de daarbij behorende leidingen en appendages. Tanksaneringskosten Dit zijn kosten die expliciet zijn toe te rekenen aan een tanksanering, te weten: het vooronderzoek, eventueel sloop- en of breekwerk teneinde de tank te kunnen hersaneren, het verwijderen en verwerken van het uit de tank afkomstige verontreinigde zand, het verwijderen en verwerken van het uit de tank afkomstige verontreinigde (schuim)beton, het schoonmaken van de ondergrondse tank, het vullen met schoon zand, het verwijderen van de ondergrondse tank, het opvullen van de tankput met schone grond, het bijbehorende bodemonderzoek en de verwerkingskosten van de verwijderde tank. Volledige aanvraag Een aanvraag om subsidie voor een tanksanering is volledig als vóór 1 april 1999 zijn ingediend: een volledig ingevuld aanvraagformulier samen met - of een afschrift van een door de aanvrager getekende opdrachtbevestiging aan een tanksaneringsbedrijf voor de hersanering van de betreffende tank - of een volledig ingevuld KIWA-tanksanerings certificaat van de hersanering van de betreffende tank en tevens vóór 1 januari 2000 zijn ingediend: - een volledig ingevuld KIWA-tanksaneringscertificaat van de hersanering van de 4 raadsvoorstellen 1998

5 betreffende tank (als dit niet voor 1 april 1999 is ingediend) en - een gespecificeerde rekening van de tanksanering op naam van de aanvrager waaruit de totale tanksaneringskosten zijn te herleiden en - een geldig betalingsbewijs waaruit blijkt dat de aanvrager de totale tanksaneringskosten aan het KIWA-gercertificeerde tanksaneringsbedrijf heeft betaald. Artikel 2 Een subsidiebedrag wordt uitsluitend toegewezen: a. als een volledige aanvraag om subsidie voor een tanksanering is ingediend; b. indien het saldo van de tanksaneringskosten die in het verleden zijn gemaakt bij de tank waarvoor subsidie wordt aangevraagd (dat wil zeggen onder aftrek van eventuele ontvangen subsidies of andere tegemoetkomingen), vermeerderd met de kosten van de te nemen aanvullende maatregelen bij die tank, de kosten van een thans gangbare tanksanering van die tank overstijgen. c. aan particuliere tankeigenaren van ondergrondse tanks gelegen binnen de gemeentegrenzen van Den Haag; d. voor hersanering van ondergrondse tanks verricht op of na 19 juni 1997; e. voor hersanering van ondergrondse tanks die bij een eerdere tanksanering geheel of gedeeltelijk met zand of hardschuim zijn gevuld, waarbij is gebleken dat deze inhoud thans verontreinigd is met olie; f. voor hersanering van ondergrondse tanks voor zover deze zijn verricht door een KIWAgecertificeerd tanksaneringsbedrijf. Artikel 3 Een subsidiebedrag wordt niet toegewezen: a. voor hersanering van ondergrondse tanks die in het verleden gesaneerd zijn onder toezicht en goedkeuring van gemeente-ambtenaren en waarbij het bij een tanksanering behorende bodemonderzoek volledig is uitgevoerd en goedgekeurd (in deze gevallen zijn met betrekking tot de tanksanering van gemeentewege verklaringen opgesteld die aan de tankeigenaar zijn toegestuurd); b. voor saneringen van bodemverontreiniging; c. voor alleen vooronderzoek, waaruit blijkt dat hersanering van de tank milieuhygiënisch niet noodzakelijk is. Artikel 4 Per gesaneerde tank wordt slechts éénmaal positief beschikt op een subsidieaanvraag. Artikel 5 Het subsidiebedrag wordt bepaald op: a. f 900,00 per tank bij tanksaneringskosten (incl. BTW) hoger dan f 900,00; b. de hoogte van de tanksaneringskosten (incl. BTW) indien deze lager zijn dan f 900,00. II. III. burgemeester en wethouders te belasten met de uitvoering van deze subsidieregeling en daartoe te bepalen dat burgemeester en wethouders terzake van deze subsidieregeling het bevoegde bestuursorgaan zijn voor de toepassing van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht zo snel mogelijk na afloop van de uitbetalingen van de subsidiebedragen maar uiterlijk vóór 1 juni 2000 een beroep te doen op de bijdrage-regeling van het Ministerie van VROM Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van ¹) De secretaris, De voorzitter, Burgemeester en wethouders van Den Haag. raadsvoorstellen

6 De secretaris, J.A.M. KROESE-DUIJSTERS. De burgemeester, W.J. DEETMAN. ¹) 17 december raadsvoorstellen 1998

7 BIJLAGE 1: Toelichting op subsidieregeling hersaneringen ondergrondse tanks Den Haag Artikel 1 *particulieren* De subsidieregeling geldt, zoals ook door VROM in haar regeling wordt gesteld, alleen voor particuliere tankeigenaren. Dit omdat juist bij particuliere tankeigenaren de kosten van aanvullende maatregelen relatief hoog kunnen uitvallen. Bedrijven hebben immers fiscale mogelijkheden om de kosten beperkt te houden. Dit betekent dat een tank die in gebruik was bij een kantoorgebouw of bij een bedrijf, waarbij dat kantoorgebouw of bedrijf nog steeds aanwezig is, niet onder deze regeling valt. Een tank die uitsluitend voor een bedrijfswoning werd gebruikt valt wel onder deze regeling aangezien een bedrijfswoning als woning wordt beschouwd. Tankeigenaren die thans een woning bezitten waarbij zich oude bedrijfstanks in de grond bevinden en waar dat bedrijf niet meer aanwezig is worden ook als particulier aangemerkt. Onder particuliere tankeigenaren worden ook verenigingen van eigenaren (VVE's) verstaan. *tanksaneringskosten* De kosten van bodemsanering en van herinrichting van een tuin vallen hier niet onder. *volledige aanvraag* Als bewijs dat de tank daadwerkelijk gesaneerd is overeenkomstig de regels van BOOT 1998 dient, voordat op een aanvraag om een subsidie kan worden beschikt, (een afschrift van) het betreffende KIWA-tanksaneringscertificaat te worden overlegd. Om te kunnen bepalen of de tankeigenaar die subsidie aanvraagt daadwerkelijk voldoet aan artikel 2, lid b, dient tevens (een afschrift van) de rekening van de hersanering te worden ingediend. Verder wordt een betalingsbewijs gevraagd aan de subsidieaanvrager, waaruit blijkt dat deze de rekening van de hersanering heeft betaald aan een KIWAgecertificeerd tanksaneringsbedrijf. Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat op basis van deze regeling subsidie wordt uitgekeerd aan iemand die daar geen recht op heeft. Voor de subsidieregeling is er een aanmeldingsperiode tot 1 april Deze einddatum is gekozen omdat vanaf dan hersaneringen zullen worden afgedwongen. Alleen de tankeigenaren die, nadat ze op de hoogte zijn gesteld van de noodzaak om de tank te laten hersaneren, uit zichzelf hun tank laten saneren komen zo voor subsidie in aanmerking. Tankeigenaren die via wettelijke procedures gedwongen moeten worden om hun tank te laten saneren komen dus niet voor subsidie in aanmerking. Een subsidie-aanvraag die wordt gedaan door een tankeigenaar die zijn of haar tank nog niet heeft laten saneren wordt uitsluitend in behandeling genomen als vóór 1 april 1999 een subsidieaanvraag wordt ingediend vergezeld van een getekende opdrachtbevestiging voor de tanksanering aan een gecertificeerd tanksaneringsbedrijf. Alhoewel de daadwerkelijke tanksanering dan pas na 1 april 1999 plaats zal vinden is wel de verplichting tot sanering aangegaan, zodat toch aanspraak op subsidie kan worden gemaakt. Vóór 1 januari 2000 moeten uiteindelijk alle bescheiden die nodig zijn om de subsidieaanvraag te beoordelen zijn ingediend. De vaststelling van de laatste subsidiebedragen en de daarbijbehorende uitbetalingen kunnen dan plaatsvinden waarna uiteindelijk dan vóór 1 juni 2000 een declaratie bij VROM kan worden ingediend. Artikel 2.d Alleen tanksaneringen die plaats hebben gevonden op of na 8 oktober 1997 zouden in eerste instantie in aanmerking kunnen komen voor subsidie. VROM sloot saneringen die voor deze datum plaatsvonden namelijk uit in haar bijdrage-regeling. De VNG heeft onder andere namens de gemeente Den Haag aan VROM verzocht deze datum te vervroegen tot de datum van de inwerkingtreding van het BOOT (1 maart 1993). Alhoewel VROM niet tegemoet gekomen is aan dit verzoek, heeft VROM wel de datum van 8 oktober 1997 vervroegd tot 19 juni 1997 zodat uiteindelijk deze datum in de voorgestelde subsidieregeling is opgenomen. Artikel 2.e en Artikel 3.a Volgens VROM is er sprake van een subsidiabele tankeigenaar als het saldo van de kosten die de tankeigenaar in het verleden heeft gemaakt ten behoeve van een tanksanering (dat wil zeggen onder aftrek van eventuele ontvangen subsidies of andere tegemoetkomingen), vermeerderd met de kosten van de te nemen aanvullende maatregelen de kosten van een thans gangbare tanksanering overstijgen. In de praktijk is dat echter moeilijk te controleren. Eerste saneringen hebben vaak al jaren geleden raadsvoorstellen

8 plaatsgevonden en de betreffende tankeigenaren zullen in de meeste gevallen de rekeningen niet meer kunnen overleggen. Daarom is er in deze subsidieregeling voor gekozen om deze door VROM gestelde voorwaarde te vertalen in een aantal voorwaarden die afgeleid kunnen worden uit de rekening van de hersanering in combinatie met het KIWA-tanksaneringscertificaat van de betreffende hersanering. Het gecertificeerde tanksaneringsbedrijf is namelijk verplicht op een saneringscertificaat gegevens over de (her)sanering in te vullen. Hierdoor wordt het voor een tankeigenaar een stuk eenvoudiger om aan te tonen dat hij voldoet aan artikel 2, lid d, terwijl toch gewaarborgd is dat hij/zij daadwerkelijk aan deze voorwaarde voldoet. Bij deze voorwaarden speelt de manier waarop de eerste tanksanering is uitgevoerd een belangrijke rol. Er zijn 4 soorten eerste tanksaneringen te onderscheiden. 1) De tank werd leeggezogen en eventueel gevuld met adsorptie-korrels. Doordat de tank destijds niet is gereinigd is nu een hersanering noodzakelijk. Bij deze hersanering zullen dan de eventueel aanwezige korrels worden verwijderd, waarna de tank alsnog wordt schoongemaakt en afgevuld met zand of in zijn geheel wordt verwijderd. Omdat adsorptiekorrels op een relatief eenvoudige manier kunnen worden verwijderd (en dus tegen relatief lage kosten) zullen de kosten van de hersanering opgeteld bij de kosten van de eerste sanering dan niet noemenswaardig hoger zijn dan de kosten van een thans gangbare sanering. Als dus uit het KIWA-tanksaneringscertificaat en/of de rekening van de hersanering blijkt dat de inhoud van de tank leeg was of gevuld met adsorptiekorrels, dan zal de betreffende tankeigenaar niet in aanmerking komen voor subsidie. 2) De tank werd leeggezogen, gereinigd en eventueel (gedeeltelijk) afgevuld met zand, (hard)schuim of schuimbeton. Vanaf februari 1986 tot het jaar 1993 heeft het merendeel van de tanksaneringen in Den Haag plaatsgevonden onder toezicht van gemeente-ambtenaren. Deze hebben erop toegezien dat de sanering op milieuhygiënisch verantwoorde wijze plaatsvond. Tevens werd in de meeste gevallen een klein bodemonderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van eventuele bodemverontreiniging als gevolg van de aanwezigheid van de tank. Alhoewel het BOOT toen nog niet van kracht was, zijn deze saneringen toen wel overeenkomstig de regels, die later in het BOOT (en nu in BOOT 1998) zijn vastgelegd, uitgevoerd. Dit betekent dat geen verontreinigd zand of schuim(beton) in de tanks aanwezig zal zijn. De eigenaren van de tanks die op deze manier zijn gesaneerd en waarbij uit het bodemonderzoek bleek dat er geen verontreiniging was opgetreden, hebben inmiddels namens de gemeente een verklaring gekregen. In deze verklaring wordt aangegeven dat de tank op de juiste wijze onklaar is gemaakt en dat geen aanvullende maatregelen zullen worden geëist. Omdat deze tankeigenaren niet beschikken over een KIWA-tanksaneringscertificaat (er waren ten tijde van de sanering nog geen KIWA-gecertificeerde tanksaneringsbedrijven) zou het kunnen dat deze mensen nu middels de Actie Tankslag '98 hun tank alsnog laten hersaneren teneinde dat KIWA-tanksaneringscertificaat te verkrijgen. Ook zouden tankeigenaren die wel beschikken over een KIWA-tanksaneringscertificaat, maar hun tank destijds onklaar hebben laten maken, nu kunnen besluiten om hun tank alsnog te laten verwijderen. Omdat echter de milieuhygiënische noodzaak om te gaan hersaneren in deze gevallen ontbreekt, is de subsidieregeling op deze gevallen niet van toepassing. Als dus uit het KIWA-tanksaneringscertificaat en/of de rekening van de hersanering blijkt dat geen verontreinigde vulmassa aanwezig is, dan zal de betreffende tankeigenaar niet in aanmerking komen voor subsidie. 3) De tank werd leeggemaakt, niet schoongemaakt en afgevuld met puin, water, e.d. Deze eerste tanksaneringen zijn niet volgens de destijds geldende inzichten uitgevoerd. Meestal hebben de eigenaren hun tank dan zelf onklaar gemaakt. Daarnaast is het aannemelijk dat er dan ook geen noemenswaardige kosten zijn gemaakt voor de eerste tanksanering zodat deze tankeigenaren niet aan de definitie van dubbelgepakt voldoen. Als dus uit het KIWA-tanksaneringscertificaat en/of de rekening van de hersanering blijkt dat de inhoud van de tank was gevuld met puin, water o.i.d., dan zal de betreffende tankeigenaar niet in aanmerking komen voor subsidie. 4) De tank werd leeggezogen, niet gereinigd en (gedeeltelijk) afgevuld met zand of (hard)schuim Bij tanks die op deze manier zijn gesaneerd zullen de kosten van hersanering veelal 8 raadsvoorstellen 1998

9 hoger uit vallen dan die van een thans gangbare tanksanering. Doordat bij de eerste sanering zand in de niet gereinigde tank is gestort, is dit zand nu verontreinigd. Bij een hersanering zal dit zand uit de tank moeten worden verwijderd, afgevoerd en gereinigd. Hierna kan pas een normale tanksanering volgen, waarbij de tank onklaar wordt gemaakt of in zijn geheel wordt verwijderd. Bij een met (hard)schuim gevulde tank zal meestal de tank met inhoud in z'n geheel verwijderd moeten worden. Het schuim is namelijk vaak uitgehard en kan dan niet meer eenvoudig uit de tank worden gehaald. De kosten van deze hersaneringen variëren van ca. ƒ 2000,- bij een met zand gevulde tank tot ca. ƒ 5000,- bij een met schuim gevulde tank uitgaande van een tank met een inhoud van 3000 liter. Juist voor deze gevallen is de bijdrage-regeling van VROM bedoeld en derhalve ook deze subsidieregeling. Als dus uit het KIWA-tanksaneringscertificaaten/of de rekening van de hersanering blijkt dat de inhoud van de tank was gevuld met zand, (hard)schuim of (schuim)beton en tevens blijkt dat er sprake was van olieresten (sludge) in de tank, dan komt de betreffende tankeigenaar, als ook aan de andere voorwaarden is voldaan, in aanmerking voor subsidie. raadsvoorstellen