gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel inzake eenmalige bijdrage aan particulieren in

Transcriptie

1 &r++ gemeente Eindhoven Milieudienst Regio Eindhoven Raadsbijlage nummer 6 lnboeknummer 97Xoo r Ba 6 Beslisdatum Bhw r6 december r997 Dossiernummer 75 I.304 Raadsbijlage Voorstel inzake eenmalige bijdrage aan particulieren in verband met uitvoering van het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks, sanering ondergrondse tanks 1 Inleiding Op 1 maart 1993 is het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT) in werking getreden. In dit besluit zijn regels opgenomen voor de opslag van brandbare vloeistoffen en huishoudelijk afvalwater in ondergrondse tanks. Ondergrondse tanks die niet goed worden beheerd, kunnen gaan lekken en op die manier de bodem verontreinigen. Het BOOT is opgesteld om deze dreigende vervuiling zoveel mogelijk te voorkomen. Het besluit is gefaseerd in werking getreden. Bedrijven met ondergrondse tanks moeten over het algemeen al sinds 1 maart 1993 aan de voorschriften van BOOT voldoen. Tanks van particulieren moeten uiterlijk per 1 maart 1998 voldoen aan de eisen van het besluit. De eisen hebben enerzijds betrekking op nog in gebruik zijnde tanks en anderzijds op tanks die buiten gebruik zijn gesteld. De afgelopen jaren heeft de gemeente in de vorm van een Actie Tankslag, particulieren benaderd om buiten gebruik zijnde ondergrondse olietanks op een goede wijze onschadelijk te laten maken. Tijdens deze actie hebben particulieren hun tanks op vrijwillige basis bij de gemeente gemeld en volgens de regels laten saneren. Saneren houdt in de tank inwendig reinigen, in zijn geheel laten verwijderen of laten afvullen met bijvoorbeeld zand en het verrichten van bodemonderzoek. Tanks die in gebruik blijven moeten volgens de regels periodiek worden gekeurd; in dergelijke situaties moet er ook een financiele zekerheidstelling zijn om onverhoopt optredende bodemverontreiniging ongedaan te maken. 2 Voorgeschiedenis Zie punt l. 3 Probleemstelling De verplichting die ingevolge BOOT op particulieren en bedrijven rust, buiten gebruik gestelde tanks voor 1 maart 1998 te saneren, geldt niet voor tanks die in het verleden - dat wil zeggen - voor 1 maart 1993 reeds op een andere wijze

2 Raadsbij)age nummer 6 onklaar waren gemaakt. In dergelijke gevallen kan de gemeente op grond van het BOOT de tankeigenaar verplichten tot het nemen van aanvullende maatregelen. Deze aanvullende maatregelen zijn maatregelen die - naar het inzicht van het bevoegd gezag - nodig zijn om een tank die voor 1 maart 1993 is gesaneerd op een niveau te brengen dat qua risico op het ontstaan van bodemverontreiniging vergelijkbaar is met een huidige sanering. Inmiddels heeft op nationaal niveau een verkenning plaatsgevonden naar de aard van de aanvullende maatregelen bij tanks en de kosten die met deze maatregelen gemoeid zijn. Deze verkenning heeft uitgewezen dat de kosten van aanvullende maatregelen hoger uitvallen dan die van een thans gangbare tanksanering. Voor met name particulieren kan dit soms tot zeer onredelijke situaties leiden, namelijk wanneer in het verleden op aanwijzing of met instemming van de gemeente al of niet in het kader van een Actie Tankslag, een tank leeg is gemaakt, niet is gereinigd en die vervolgens met zand of piepschuim is gevuld. Het treffen van aanvullende maatregelen is dan geboden, indien blijkt dat de inhoud van de tank (zand of hard piepschuim) verontreinigd is. De kosten van deze maatregelen varieren van ca. f 2.000,ÃćâĆňâĂİ tot ca. f 5.000,ÃćâĆňâĂİ per huisbrandolietank van gemiddelde inhoud, een veelvoud van de kosten van een gangbare tanksanering. 4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting Vanwege de betrokkenheid bij een in het verleden gevoerde Actie Tankslag of omdat in het verleden een tank op aanwijzing van de gemeente is gesaneerd, ligt het, aldus het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor de hand dat een gemeente overweegt aan dubbelgepakte tankeigenaren een tegemoetkoming in de kosten van aanvullende maatregelen te verlenen. Met deze zienswijze van het ministerie kunnen wij instemmen. Ook in Eindhoven zijn in het verleden op aanwijzing of met al dan niet uitdrukkelijke instemming van de gemeente, volgens de destijds bestaande inzichten, tanks met zand of met hard piepschuim gevuld dat thans verontreinigd blijkt te zijn. De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft besloten aan gemeenten die voor een relatief hoge uitgavenpost komen te staan, als gevolg van de financiele tegemoetkomingen aan tankeigenaren, een eenmalige bijdrage te verstrekken. De bijdrage wordt gegeven voor 90 io van het aantal behandelde tanks en bedraagt f 1.000,ÃćâĆňâĂİ per tank; 10% komt ten laste van de gemeente. Gemeenten kunnen tot 1 juni 2000 een declaratie indienen bij het ministerie. Uitbetaling vindt plaats in de tweede helft van dat jaar. De bijdrage heeft uitdrukkelijk betrekking op particuliere tanks die eertijds met zand of hard piepschuim zijn gevuld dat verontreinigd blijkt te zijn. Het ministerie spreekt in dit geval van tankeigenaren die geconfronteerd worden met de hoogste

3 kosten van aanvullende maatregelen. 5 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Door een financiele tegemoetkoming te verlenen aan dubbelgepakte eigenaren, worden de kosten van milieumaatregelen op een rechtvaardige wijze gelijkelijk verdeeld over de verantwoordelijke partijen. Bovendien wordt door deze maatregel gestimuleerd dat bij tanks die voor 1 maart 1993 niet goed gesaneerd waren, alsnog adequate maatregelen worden getroffen, hetgeen in het belang is van de bescherming van het milieu. Meetpunt voor het succes is het aantal tanks dat medio 2000 alsnog op een milieuverantwoordelijke manier is gesaneerd. 6 Gevolgen van de aanpak In de gemeente Eindhoven bevinden zich, voorzover nu bekend, nog circa 150 buiten gebruik gestelde tanks ten aanzien waarvan een hersanering uit milieuhygienisch oogpunt noodzakelijk is. Een gemeentelijke bijdrage van f 1.000,ÃćâĆňâĂİ in de hersaneringskosten is alleszins acceptabel en redelijk. Alle meerkosten zijn voor rekening van de desbetreffende tankeigenaar. Gelet op de vroeger gangbare praktijk van tanksaneringen, is het reeel te veronderstellen dat in minimaal 8096 van de gevallen sprake is geweest van een sanering met zand of (hard) piepschuim. Exacte informatie op dit punt ontbreekt. Om er zeker van te zijn dat straks iedere particuliere tankeigenaar een beroep kan doen op de gemeentelijke bijdrage, is het raadzaam vooralsnog uit te gaan dat in alle gevallen sprake is geweest van een sanering met zand of (hard) piepschuim. Het voorgaande betekent dat een krediet van f ,ÃćâĆňâĂİ ter beschikking gesteld dient te worden ten behoeve van een door de gemeente te verstrekken financiele tegemoetkoming aan dubbelgepakte eigenaren die te maken krijgen met de hoogste kosten voor aanvullende maatregelen. Voor 909b betreft het een vorm van voorfinanciering, gelet op de eenmalige bijdrage van het ministerie aan gemeenten van f 1.000,ÃćâĆňâĂİ per tank. De kosten kunnen ten laste worden gebracht van de post saldireserve. Met nadruk merken wij op dat het aantal her te saneren tanks nog kan oplopen. De mogelijkheid is dan ook aanwezig dat wij u te zijner tijd een voorstel zullen doen een aanvullend krediet ter beschikking te stellen. 7 Resultaten van overleg / inspraak Niet van toepassing. 8 Communicatie ledere particulier waarvoor de inwerkingtreding van het BOOT een tanksanering heeft plaatsgevonden en waar een hersanering uit oogpunt van voorkoming van bodemverontreiniging noodzakelijk is, wordt aangeschreven door de Milieudienst

4 Regio Eindhoven. 9 Advisering raadscommissie(s) Niet van toepassing. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.

5 Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 1997, nr. 6; besluit: 1 eigenaars van ondergrondse tanks, die voor het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks, niet volgens de maatstaven van dit besluit onklaar zijn gemaakt, op grond van artikel 18, vijfde lid van het Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks, te verplichten tot het treffen van aanvullende maatregelen (hersanering); 2 ten behoeve van het treffen van aanvullende maatregelen, een financiele tegemoetkoming te verstrekken aan particulieren wier tank in het verleden na leegmaken, niet is gereinigd, wel is gevuld met zand of hard piepschuim, maar dat inmiddels verontreinigd blijkt te zijn; 3 de financiele tegemoetkoming vast te stellen op f 1.000,ÃćâĆňâĂİ per tank; 4 ten laste van de post saldireserve, een krediet ter beschikking te stellen van f ,ÃćâĆňâĂİ ten behoeve van een financiele tegemoetkoming in de kosten van aanvullende saneringsmaatregelen en de bijdrage van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te zijner tijd terug te storten in de saldireserve van de gemeente Eindhoven; 5 de administratieve afhandeling van de bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in te dienen declaratie van 90 Yo van de kosten in het eerste halfjaar van 2000 in handen te stellen van de Milieudienst Regio Eindhoven. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 februari R. Welschen, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris. EJ