Herziening plaatselijke verordeningen en Tarieventabel in verband met wetswijzigingen. Vergunningverlening en handhaving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Herziening plaatselijke verordeningen en Tarieventabel in verband met wetswijzigingen. Vergunningverlening en handhaving"

Transcriptie

1 Raadsvoorstel STELLER Truus Notermans VERANTWOORDELIJK WETHOUDER W.J. Stegeman DATUM RAADSVERGADERING 23 september 2010 ONDERWERP Herziening plaatselijke verordeningen en Tarieventabel in verband met wetswijzigingen PROGRAMMA DURF BELEIDSPRODUCT/ GEMEENTELIJKE TAAK Vergunningverlening en handhaving REGISTRATIENUMMER VOORGENOMEN BESLUIT Vastgestelde Erfgoedverordening, Algemene Plaatselijke Verordening, Tarieventabel en Bouwverordening (2010) KORTE SAMENVATTING VOORSTEL Wijziging van de Erfgoedverordening, Algemene Plaatselijke Verordening, Tarieventabel en Bouwverordening naar aanleiding van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 1. AANLEIDING Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht moeten een aantal gemeentelijke verordeningen worden aangepast. 2. WETTELIJK OF BELEIDSKADER Artikel 147 lid 1 van de Gemeentewet (gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld) 2A. WAT IS HET VASTGESTELDE, BESTAANDE BELEID? Erfgoedverordening Culemborg (2008) Algemene Plaatselijke Verordening Culemborg (2009 1) Tarieventabel behorende bij de Legesverordening (2010) Bouwverordening Gemeente Culemborg (2005) 2B. WAAR KAN IK LEZEN WAT HET VASTGESTELDE BESTAANDE BELEID IS? RAADSVOORSTEL, JAAR BELEIDSNOTA, JAAR, PAG. BEGROTING, JAAR, PAG. Zie website gemeente Culemborg 3. GEDACHTEGANG Op 1 oktober 2010 zal de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (afgekort Wabo) ingevoerd worden. De Wabo is een wet die regelt dat losse vergunningstelsels op het gebied van bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu gezamenlijk worden toegepast. Voorheen moest een aanvrager een aantal losse vergunningen aanvragen voor een bouwproject. Soms moest hij zelfs aanvragen indienen bij meerdere bestuurslagen. Na invoering van de Wabo is er per project (bijvoorbeeld een bouwproject) één bestuursorgaan verantwoordelijk voor het geïntegreerd afgeven van alle benodigde vergunningen. Gemeente Culemborg Ridderstraat 250 Postbus AC Culemborg Tel Fax Info@culemborg.nl

2 2 Een aantal gemeentelijke toestemmingstelsels integreert in de Wabo. Als de Wabo in werking treedt, moeten alle gemeentelijke verordeningen aangepast zijn, waarin toestemmingstelsels zijn opgenomen die in de omgevingsvergunning integreren. De bepalingen in deze verordeningen die hetzelfde object en motief hebben als de Wabo zullen na inwerkingtreding van deze wet van rechtswege vervallen. In de Erfgoedverordening, de APV, de Tarieventabel en de Bouwverordening staan vergunningstelsels die vallen onder het bereik van de Wabo. Die bepalingen zullen dus moeten worden herzien. 4. BESTUURLIJKE OVERWEGINGEN De komst van de Wabo heeft gevolgen voor bestaande verordeningen zoals de legesverordening, de algemene plaatselijke verordening (APV), de bouwverordening en de erfgoedverordening. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wabo dienen de verordeningen van gemeenten te worden aangepast en bestuurlijk te worden vastgesteld. Als de bestaande verordeningen op het moment van inwerkingtreding van de Wabo niet zijn aangepast, kunnen de regels van deze verordeningen in de praktijk niet worden toegepast. Er kunnen dan bijvoorbeeld geen leges worden geheven en de regels van de algemene plaatselijke verordening kunnen dan niet worden gehandhaafd. Op grond van artikel 122 van de Gemeentewet vervallen de bestaande bepalingen van gemeentelijke verordeningen van rechtswege als het onderwerp waarop deze betrekking hebben op rijksniveau wordt geregeld. Als bepalingen van rechtswege vervallen blijkt dat niet direct uit de tekst van de verordening. Dit kan tot rechtsonzekerheid leiden. Het is dan ook van belang dat de verordeningen worden aangepast. Voor de activiteiten genoemd in art. 2.2, eerste lid van de Wabo vervallen in de verordeningen in het algemeen het regelen van toestemmingstelsels en de handhaving. De genoemde activiteiten betreffen de huidige sloop, monumenten, opstal, aanleg, uitweg, alarminstallatie, reclame en kapvergunning. Hetzelfde geldt voor activiteiten die in de verordening worden aangewezen (artikel 2.2, tweede lid Wabo). Concreet vervallen de volgende bepalingen: bepalingen over harmonisatie en stroomlijning van regels over vergunningverlening en handhaving, zoals bepalingen over: wie dient de aanvraag in; het aanvraagformulier; het bevoegd gezag; beslistermijn; voorbereidingsprocedure; afwijkende inwerkingtreding; strafbaarstelling. De indieningsvereisten voor zover betreft activiteiten genoemd in art. 2.2 eerste lid van de Wabo. Bepalingen die niet vervallen en die in de verordening geregeld dienen te zijn de bepaling óf er een vergunningstelsel nodig is, inhoudelijke normeringsregels en daaraan verbonden bevoegdheden, zoals: de regeling van het toetsingskader (artikel 2.18 Wabo) de aanwijzing van adviseurs (artikel 2.26, derde lid, Wabo) de gronden voor wijziging of intrekking (artikel 2.31, eerste lid onder e en tweede lid onder d, artikel 2.33, tweede lid onder h van de Wabo) toekenning van de bevoegdheid tot binnentreden voor toezichthouders

3 3 (artikel 5.13, onder a sub 3 Wabo) en hiermee verband houdende beleidsregels, richtlijnen e.d. indieningsvereisten voor activiteiten, aangewezen op grond van artikel 2.2 tweede lid jo 2.8, tweede lid Wabo. schadevergoeding bij intrekking of wijziging vergunning (artikel 4.2 eerste lid, onder j van de Wabo). inwerkingtredingsregels voor activiteiten, aangewezen op grond van artikel 2.2, tweede lid jo 6.1, vijfde lid van de Wabo. Deze wijziging van de verordeningen is tevens gebruikt om enkele overige wijzigingen en/of correcties door te voeren. In de gewijzigde verordeningen (bijlagen) zijn alle wijzigingen gearceerd. 5. COMMUNICATIE De datum van inwerkingtreding van de verordeningen en het vervallen van de oude verordeningen is gekoppeld aan de datum van inwerkingtreding van de Wabo. Na vaststelling door de raad moet de verordeningen en de tarieventabel op de gebruikelijke wijze worden gepubliceerd. 6. PLANNING EN CONTROL (MUTATIES OP DE PROGRAMMABEGROTING) N.v.t. 6A.. HEEFT DIT VOORSTEL BETREKKING OP EEN ONDERWERP UIT DE RAADSTERMIJN-AGENDA? Nee 6B. BEOOGD EFFECT. EN HOE METEN WE DAT EFFECT? De aanpassing van de verordeningen aan de Wabo heeft voor onze gemeente tot gevolg dat een beperkt aantal losse vergunningstelsels op het gebied van bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu gezamenlijk worden toegepast. Voorheen moest een aanvrager soms vele losse vergunningen aanvragen voor een bouwproject. Soms moest hij zelfs aanvragen indienen bij meerdere bestuurslagen. Na invoering van de Wabo is er per project (bijvoorbeeld een bouwproject) één bestuursorgaan verantwoordelijk voor het geïntegreerd afgeven van alle benodigde vergunningen. 6C. WELKE PRESTATIES GAAT DE GEMEENTE LEVEREN EN HOE METEN WE DAT? WANNEER GAAN WE WAT DOEN (PER JAAR UITGESPLITST)? Met inwerkingtreding van de nieuwe Erfgoedverordening (2010), de APV (2010 1), de Tarieventabel (2010 1) en de Bouwverordening (2010) is de herziening afgrond. 6D. WELK BELEID MET BIJBE- HORENDE PRESTATIES VERVALT? Erfgoedverordening Culemborg (2008) Algemene Plaatselijke Verordening Culemborg (2009 1) Tarieventabel (2010) Bouwverordening Gemeente Culemborg (2005)

4 6E. WAT MAG HET KOSTEN (PER JAAR UITGESPLITST). 6F. WELK HUIDIG BUDGET VERVALT? 6G. ZIJN ER HOGERE KOSTEN VERBONDEN AAN DIT VOORSTEL? ZO JA, HOE WORDT DIT FINANCIEEL AFGEDEKT? 6H. WAT IS DE PLANNING VOOR REALISATIE? 6I. WELKE FINANCIËLE RISICO S KENT.HET VOORSTEL?. 6J. WELKE ANDERE RISICO S KENT HET VOORSTEL? N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. 4 BIJLAGEN Reeds in uw bezit: 1. Toelichting op de Wabo 2. Gewijzigde Erfgoedverordening 3. Toelichting bij de Erfgoedverordening 4. Gewijzigde algemene plaatselijke verordening (APV) 5. Toelichting bij de gewijzigde APV 6. Gewijzigde Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 7. Toelichting bij de gewijzigde tarieventabel 8. Gewijzigde Bouwverordening 9. Toelichting bij de gewijzigde bouwverordening Burgemeester en Wethouders van Culemborg De secretaris De burgemeester P. v.d. Veer R. van Schelven Aldus besloten in de vergadering van de Raad, gehouden op 23 september 2010 De griffier De voorzitter P.J. Peters R. van Schelven

5 Bijlage 1 Toelichting op de Wabo Wie een huis, fabriek of schuur wil bouwen, verbouwen, oprichten of gebruiken, krijgt te maken met veel vergunningen en voorschriften voor wonen, ruimte en milieu. Met elk hun eigen criteria, procedures, ambtelijke loketten, afhandelingstermijnen, leges en toezichthouders. Dit is voor burgers en bedrijven onoverzichtelijk en tijdrovend en kost bedrijven en overheid veel geld. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) introduceert de omgevingsvergunning die in de plaats komt van een reeks vergunningen, ontheffingen of toestemmingen voor het realiseren van een fysiek project. De Wabo is een procedurewet, waardoor de verschillende vergunningstelsels worden geïntegreerd tot één omgevingsvergunning. De afzonderlijke inhoudelijke toetsingskaders blijven onder de Wabo bestaan. De omgevingsvergunning wordt op 1 oktober 2010 landelijk ingevoerd. Behalve de Wabo, zijn ook de Invoeringswet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna te noemen: Invoeringswet Wabo), het Besluit omgevingsrecht (hierna te noemen: Bor) en de Regeling omgevingsrecht (hierna te noemen: Mor) met ingang van 1 oktober van kracht. Procedures De Wabo maakt onderscheid tussen de reguliere voorbereidingsprocedure en de uitgebreide voorbereidingsprocedure. De reguliere voorbereidingsprocedure komt tegemoet aan één van de doelen van de Wabo, namelijk het bevorderen van een snelle besluitvorming. De reguliere voorbereidingsprocedure sluit voor het overgrote deel aan bij titel 4.1 van de Awb. Het bevoegd gezag moet op grond van artikel 3.9 Wabo binnen 8 weken een beslissing op de aanvraag nemen. De termijn van 8 weken kan met ten hoogste zes weken worden verlengd. Indien niet tijdig op de aanvraag is beslist, is de beslissing van rechtswege gegeven. De meeste aanvragen voor een omgevingsvergunning doorlopen de reguliere voorbereidingsprocedure. Meer complexe aanvragen voor een omgevingsvergunning volgen de uitgebreide voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb, bijvoorbeeld aanvragen waarvoor wordt afgeweken van een bestemmingsplan, zoals dat nu gebeurt bij een projectbesluit of een (tijdelijke) ontheffing op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) of een milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer (Wm). De uitgebreide procedure kent een beslistermijn van 26 weken; deze termijn kan eenmaal met 6 weken worden verlengd. Bij overschrijding van de beslistermijn van de uitgebreide procedure is de beslissing niet van rechtswege gegeven. Echter, de aanvragen kan dan een beroep doen op de Wet dwangsom voor niet tijdig beslissen. Wanneer voor een project meerdere toestemmingen uit de Wabo nodig zijn, wordt door de aanvrager één aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvrager kan er echter ook voor kiezen zijn project op te delen in deelprojecten en voor elk van die deelprojecten een afzonderlijke omgevingsvergunning aan te vragen. Het moet gaan om een onderdeel van het project dat fysiek te scheiden is van de andere onderdelen van het totale project. Hieraan bestaat bijvoorbeeld behoefte bij een project waarbij voor de nieuwbouw van woningen grond bouwrijp gemaakt moet worden en/of enkele oude opstallen gesloopt moeten worden wat door verschillende partijen wordt uitgevoerd. De omgevingsvergunning voor het bouwrijp maken en/of het slopen van opstallen kan aangevraagd worden en de werkzaamheden kunnen na het verlenen van dit gedeelte van de omgevingsvergunning ook starten. Vervolgens kan een omgevingsvergunning voor de bouw van de woningen wordt aangevraagd. Het gaat om verschillende besluiten waartegen een afzonderlijke rechtsbeschermingsprocedure open staat. De Mor voorziet in nadere regels met betrekking tot de indieningsvereisten voor de aanvragen voor een omgevingsvergunning. De aard, de omvang en de locatie van de werkzaamheden bepalen welke

6 indieningsvereisten gelden. Het bevoegd gezag heeft niet de mogelijkheid van deze indieningsvereisten af te wijken. In het kader van de vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven dienen de indieningsvereisten bij de vergunningaanvraag zo beperkt mogelijk gehouden te worden. Het Bor bepaalt dat het bevoegd gezag bij een schriftelijke aanvraag maximaal nog maar 4 exemplaren van de aanvraag en de daarbij behorende bescheiden mag opvragen. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning kan op grond van het Bor zowel digitaal als schriftelijk worden ingediend. De burger is vrij in de keuze van de manier waarop hij de vergunning aanvraagt. Voor ondernemingen en personen met een zelfstandig beroep geldt in beginsel geen keuzevrijheid. Zij kunnen straks, na een overgangsperiode, uitsluitend een aanvraag indienen langs digitale weg. Bevoegdheid De bevoegdheidsverdeling voor het beslissen over een omgevingsvergunning is ten opzichte van de oude bouwvergunning en sloopvergunning gewijzigd. In de meeste gevallen is burgemeester en wethouders het bevoegd gezag. In enkele situaties is gedeputeerde staten bevoegd gezag, ook wanneer dit mede of uitsluitend betreft de uitvoering van de voorschriften van de bouwverordening over het bouwen en slopen. In Culemborg betreft het 5 a 7 bedrijven waarvoor Gedeputeerde Staten nu al bevoegd gezag zijn op grond van de Wet milieubeheer. Vergunningsvrij bouwen Met de komst van de Wabo is ook de Woningwet ingrijpend gewijzigd, onder andere wordt het vergunningsvrij bouwen uitgebreid. Op hoofdlijnen omvat de verruiming van het vergunningvrije bouwen de volgende onderdelen: De categorie lichte bouwvergunning komt te vervallen. Een activiteit, zoals het bouwen, is nu vergunningvrij of vergunningplichtig. ; De categorie omgevingsvergunningvrije bouwwerken wordt verder verruimd waarbij twee categorieën vergunningvrij bouwen worden onderscheiden: 1. een categorie waarop de bebouwingsregeling van het bestemmingsplan of de beheersverordening (of andere planologische regelingen) wel van toepassing is (art. 3) en 2. een categorie waarop de bebouwingsregeling van het planologisch regime niet van toepassing is. Een en ander hangt samen met het in de Wabo opgaan van planologische afwijkingsbesluiten; Alle uitbreidingen van en bijgebouwen bij een hoofdgebouw worden onder een nieuw begrip bijbehorend bouwwerk gebracht; Vergunningvrij bouwen wordt mogelijk bij alle typen gebouwen (was alleen bij woningen en woongebouwen); Vervallen maximale maatvoering van 2,5 m voor diepte van een aan of uitbouw; Bouwen in, aan, op of bij een monument blijft vergunningplichtig.

7 Bijlage 2 Gewijzigde erfgoedverordening

8 ERFGOEDVERORDENING CULEMBORG 2010 Vastgesteld door de raad op 23 september 2010 Inwerkingtreding op: 1 oktober

9 De raad van de gemeente Culemborg, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2010, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988, en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; besluit vast te stellen de: Erfgoedverordening Culemborg 2010 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. monumenten: 1. zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde; 2. terreinen die van algemeen belang zijn wegens een daarin aanwezige zaak als bedoeld onder 1; b. archeologisch waardevol gebied: door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en/of archeologisch onderzoek vast staat dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg; c. archeologisch onderzoeksgebied: door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en/of archeologisch onderzoek vermoed wordt dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg; d. gemeentelijke archeologische beleidskaart: kaart waarop de gemeentelijke archeologisch waardevolle gebieden en archeologische onderzoeksgebieden zijn geregistreerd; e. beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; f. gemeentelijke monumenten: onroerende goederen, zaken of terreinen, die overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als beschermd gemeentelijk monument zijn aangewezen; g. gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument of als beeldbepalend object aangewezen zaken; 3

10 h. rijksmonumenten: onroerende goederen, zaken of terreinen, die op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988 zijn aangewezen als beschermd monument en zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988; i. kerkelijk monument: onroerend goed of zaak met de status van beschermd rijksmonument of gemeentelijk monument, die eigendom zijn van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente, parochie of van een kerkelijke instelling en die uitsluitend of voor een overwegend deel worden gebruikt voor de uitoefening van de eredienst; j. beeldbepalend pand: object, (onderdelen van) onroerend goed of zaak, die niet de status van beschermd gemeentelijk monument hebben, maar niettemin naar het oordeel van burgemeester en wethouders door hun architectuur, materiaalgebruik en/of detaillering een waardevolle bijdrage leveren aan de sfeer, uitstraling en belevingswaarde van de binnenstad of het buitengebied; k. beschermd stadsgezicht: een op grond van artikel 35 e.v. Monumentenwet 1988 door de ministers van OC&W en VROM als beschermd aangewezen groep onroerende zaken, waaronder wegen, straten, pleinen, bruggen, grachten, vaarten en bomen, die van algemeen belang wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarden, en in welke groep zich één of meer monumenten bevinden; l. beschermd gemeentelijk stadsgezicht: een op grond van deze verordening als beschermd aangewezen groep onroerende zaken, waaronder wegen, straten, pleinen, bruggen, grachten, vaarten en bomen, die van algemeen belang wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarden, en in welke groep zich één of meer monumenten bevinden; m. Monumentencommissie: de op grond van artikel 15, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, deze verordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het cultuurhistorisch beleid in de meest brede zin; n. bouwhistorisch onderzoek: in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en/of de bouwhistorische waarden van een monument; o. archeologisch onderzoek: in een schriftelijke rapportage vastgelegd bureau en/of veldonderzoek naar de materiële neerslag van menselijke aanwezigheid en menselijk handelen in het verleden; p. archeologische monumentenzorg: zorg die zich richt op het optimaal beheer van de bodem als unieke bron van informatie over de geschiedenis van Culemborg in het bijzonder en Nederland in het algemeen; q. bodemverstorende activiteit: het verrichten van grondwerkzaamheden die leiden tot een verstoring van de opbouw van de bodem en/of van het grondwaterpeil; r. programma van eisen: programma dat door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek.; s. plan van aanpak: plan dat aangeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals gesteld in het programma van eisen denkt te gaan beantwoorden; 4

11 t. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; u. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of artikel 2.2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; v. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht HOOFDSTUK 2 AANWIJZING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN Artikel 2 Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument. Artikel 3 De aanwijzing als gemeentelijk monument 1. Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, een onroerende zaak, object of terrein aanwijzen als beschermd gemeentelijk monument of als beeldbepalend pand. 2. Voordat burgemeester en wethouders over de aanwijzing een besluit nemen, vragen zij advies aan de Monumentencommissie. In spoedeisende gevallen kan het vragen van dit advies achterwege blijven. 3. Burgemeester en wethouders stellen de raad in kennis van het besluit tot aanwijzing van een gemeentelijk monument of beeldbepalend pand. 4. Voordat burgemeester en wethouders een kerkelijk monument als gemeentelijk monument aanwijzen, voeren zij overleg met de eigenaar. 5. De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, een terrein aanwijzen als: a. gebied met gekende maar nader te waarderen en/of te begrenzen archeologische waarde (archeologisch waardevol gebied); b. gebied met een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde (archeologisch onderzoeksgebied). Artikel 4 Voorbescherming Met ingang van de datum waarop burgemeester en wethouders bij besluit het voornemen hebben uitgesproken om een onroerend goed, object, terrein, archeologisch waardevol gebied of archeologisch onderzoeksgebied te plaatsen op de gemeentelijke monumentenlijst tot het moment dat inschrijving in het register 5

12 als bedoeld in artikel 6 plaatsvindt, dan wel onherroepelijk vaststaat dat het onroerende goed, object, terrein, archeologisch waardevolle gebied of archeologisch onderzoeksgebied niet wordt geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst, zijn de artikelen 10 tot en met 17 van overeenkomstige toepassing als ware het een beschermd gemeentelijk monument, archeologisch waardevol gebied of archeologisch onderzoeksgebied. Artikel 5 Termijnen advies en aanwijzingsbesluit 1. De Monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen acht weken na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders. 2. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na ontvangst van het advies van de Monumentencommissie, maar in ieder geval binnen 20 weken na de adviesaanvraag. Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt meegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers. Artikel 7 Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst 1. Burgemeester en wethouders registreren het gemeentelijke monument of beeldbepalende pand op de gemeentelijke monumentenlijst. 2. De gemeentelijke monumentenlijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een korte beschrijving of typering van het gemeentelijke monument of beeldbepalende pand; 3. Burgemeester en wethouders geven de als archeologische waardevol gebied of als archeologisch onderzoeksgebied aangewezen terreinen aan op de gemeentelijke archeologische beleidskaart. Artikel 8 Wijzigen van de aanwijzing 1. Burgemeester en wethouders kunnen de aanwijzing ambtshalve of op aanvraag van een belanghebbende wijzigen. 2. Artikel 3, tweede tot en met vierde lid, en artikel 4, 5 en 6 zijn van overeenkomstige toepassing op het wijzigingsbesluit. 3. Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is, blijft overeenkomstige toepassing als bedoeld in het vorige lid achterwege. 4. De inhoud en de datum van de wijziging worden op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend. Artikel 9 Intrekken van de aanwijzing 6

13 1. Indien burgemeester en wethouders de aanwijzing intrekken, zijn artikel 3, tweede lid, en artikel 5 van overeenkomstige toepassing. 2. De aanwijzing wordt geacht te zijn ingetrokken, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Monumentenwet De aanwijzing als archeologisch waardevol gebied of archeologisch onderzoeksgebied wordt geacht te zijn ingetrokken, indien de betreffende terreinen in het bestemmingsplan de bestemming archeologisch waardevol gebied of archeologisch onderzoeksgebied hebben gekregen. 4 De intrekking wordt op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend. HOOFDSTUK 3 INSTANDHOUDING VAN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN Artikel 10 Instandhoudingsbepaling 1. Het is verboden een gemeentelijk monument, zoals bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, te beschadigen of te vernielen. 2. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften: a. een gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen; b. een gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. 3. Het verbod en de vergunningplicht als bedoeld in het tweede lid gelden niet indien burgemeester en wethouders nadere regels stellen met betrekking tot de wijze waarop werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. 4. Burgemeester en wethouders verlenen met betrekking tot een kerkelijk monument geen vergunning ingevolge de bepalingen van artikel 10 dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn. Artikel 11 De vergunningaanvraag Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2 van het Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van deze verordening en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in viervoud ingediend. Artikel 12 Termijnen advies en vergunningverlening 7

14 1. Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke vergunningaanvraag voor een gemeentelijk monument, archeologisch waardevol gebied of archeologisch onderzoeksgebied aan de Monumentencommissie voor advies. 2. Binnen vier weken na de datum van verzending van de adviesaanvraag brengt de Monumentencommissie schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders. 3. Indien burgemeester en wethouders niet besluiten binnen de in artikel 3:18 Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn, wordt de vergunning met uitzondering van de aanvraag om sloopvergunning geacht te zijn verleend. Voor de sloopvergunning geldt dat als burgemeester en wethouders niet voldoen aan de in eerste zin van dit artikel bedoelde termijn, deze wordt geacht te zijn geweigerd. 4. Een vergunning ingevolge deze verordening blijft buiten werking gedurende zes weken na de datum waarop zij is verleend of van rechtswege is verleend. Indien gedurende deze termijn bezwaar wordt gemaakt op grond van de Algemene wet bestuursrecht, blijft de vergunning buiten werking totdat op het bezwaar is beslist. 5. Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van het behoud van monumentale en bouwhistorische waarden aan de vergunning voorschriften verbinden met betrekking tot de uitvoering en/of materiaalgebruik. 6. Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van het behoud van monumentale en bouwhistorische waarden bepalen dat voorafgaand aan de vergunningverlening bouwhistorisch onderzoek wordt verricht. 7. Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van het behoud van archeologische waarden bepalen dat voorafgaand aan de vergunningverlening archeologisch onderzoek wordt verricht. 8. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning verlenen indien is gebleken dat de voorgenomen activiteiten in het archeologisch waardevolle gebied of archeologische onderzoeksgebied waarvoor vergunning wordt verleend, niet zullen leiden tot een verstoring van de eventueel aanwezige archeologie. 9. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunningverlening in een archeologisch waardevol gebied of archeologisch onderzoeksgebied in ieder geval de volgende voorschriften verbinden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of b. de verplichting tot het (laten) verrichten van opgravingen; of c. de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige. Artikel 13 Weigeringsgronden De vergunning als bedoeld in artikel 10, tweede lid, kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich niet daartegen verzet. Bij de beslissing houden burgemeester en wethouders rekening met het gebruik van het monument. 8

15 Artikel 14 Intrekken van de vergunning 1. De vergunning kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken indien: a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. blijkt dat de vergunninghouder de voorschriften als bedoeld in artikel 10, derde lid, of artikel 12, lid 9, niet naleeft; c. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument, archeologisch waardevol gebied of archeologisch onderzoeksgebied zwaarder dient te wegen; d. niet binnen twee jaar van de vergunning gebruik wordt gemaakt. 2. Het besluit tot intrekking wordt in afschrift gezonden aan de Monumentencommissie. HOOFDSTUK 4 RIJKSMONUMENTEN Artikel 15 Vergunning voor beschermd rijksmonument 1. Burgemeester en wethouders zenden in het geval er sprake is van een verplichte adviesaanvraag onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en aan de Monumentencommissie. 2. De Monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift. 6. Bij overschrijding van de in het tweede lid genoemde termijn wordt de Monumentencommissie geacht geadviseerd te hebben. 7. Burgemeester en wethouders zenden een afschrift van de verleende vergunning voor een beschermd rijksmonument aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. HOOFDSTUK 5 BESCHERMDE GEMEENTELIJKE STADSGEZICHTEN Artikel 16 De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk stadsgezicht 1. Burgemeester en wethouders kunnen een stadsgezicht aanwijzen als beschermd gemeentelijk stadsgezicht. Het als beschermd aangewezen stadsgezicht wordt geregistreerd op de gemeentelijke monumentenlijst. 2. Voordat burgemeester en wethouders over de aanwijzing een definitief besluit nemen, vragen zij advies aan de Monumentencommissie. 3. De aanwijzing kan geen stadsgezicht betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 35 e.v. Monumentenwet

16 Artikel 17 Termijn advies en aanwijzingsbesluit 1. Burgemeester en wethouders leggen het ontwerpbesluit tot aanwijzing van een beschermd stadsgezicht voor een ieder ter inzage. De terinzagelegging wordt op de gebruikelijke manier bekend gemaakt, waarbij de mogelijkheid wordt vermeld om binnen zes weken zienswijzen naar voren te brengen. 2. Na de terinzagelegging wordt de adviesaanvraag aan de Monumentencommissie gezonden, vergezeld van de ingebrachte zienswijzen. 3. De Monumentencommissie brengt schriftelijk advies uit binnen twaalf weken na de datum van ontvangst van de adviesaanvraag van burgemeester en wethouders. 4. Burgemeester en wethouders beslissen binnen veertien weken na de datum van ontvangst van het advies van de Monumentencommissie, maar in ieder geval binnen zesentwintig weken na de adviesaanvraag aan de Monumentencommissie. Artikel 18 Beschermend bestemmingsplan 1. De gemeenteraad stelt ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van een beschermd gemeentelijk stadsgezicht een bestemming plan vast als bedoeld in de Wet op de ruimtelijke ordening. 2. Bij het besluit tot aanwijzing van een gemeentelijk beschermd gezicht wordt door burgemeester en wethouders bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen voor het betreffende gebied kunnen worden aangemerkt als beschermend plan in de zin van het eerste lid. 3. Alvorens burgemeester en wethouders de gemeenteraad een voorstel doen tot vaststelling van een beschermend bestemmingsplan als verwoord in het eerste lid, vragen zij de Monumentencommissie om advies. 4. De Monumentencommissie adviseert binnen twaalf weken na datum van ontvangst van de adviesaanvraag door burgemeester en wethouders. Artikel 19 Verbodsbepaling 1. In een gemeentelijk beschermd stadsgezicht is het verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders, of in strijd met de bij zodanige vergunning gestelde voorschriften: a. bouwwerken te verstoren, (ver)plaatsen, op te richten, af te breken of in enig opzicht te wijzigen; b. bouwwerken te herstellen, gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het gemeentelijk beschermd stadsgezicht wordt ontsierd of in gevaar gebracht; c. onroerende zaken, geen bouwwerken zijnde, hieronder begrepen straten, wegen, pleinen, verhardingen, straatmeubilair, erfafscheidingen, watergangen, walkanten en bomen te wijzigen, geheel of gedeeltelijk af te breken, of te gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. 10

17 2. Op het verlenen van een vergunning als bedoeld in het eerste lid zijn, totdat een beschermend bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, de artikelen 10 tot en met 13 van deze verordening van overeenkomstige toepassing. HOOFDSTUK 6 INSTANDHOUDING VAN ARCHEOLOGISCHE TERREINEN Artikel 20 Instandhoudingsbepaling 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften als bedoeld in artikel 12, lid 9, om: a. in een beschermd archeologisch monument als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 2, bodemverstorende activiteiten te verrichten; b. in een ʺarcheologisch waardevol gebied Aʺ bodemverstorende activiteiten te verrichten voor zover het betreft grondwerkzaamheden met een bodemverstoring dieper dan 0,3 Mv en met een oppervlakte van meer dan 50 m 2, ; c. in een ʺarcheologisch waardevol gebied Bʺ bodemverstorende activiteiten te verrichten voor zover het betreft grondwerkzaamheden met een bodemverstoring dieper dan 0,3 Mv en met een oppervlakte van meer dan 100 m 2, ; d. in een ʺarcheologisch onderzoeksgebied Aʺ bodemverstorende activiteiten te verrichten voor zover het betreft grondwerkzaamheden met een bodemverstoring dieper dan 0,3 Mv en met een oppervlakte van meer dan 500 m 2, ; e. in een ʺarcheologisch onderzoeksgebied Bʺ bodemverstorende activiteiten te verrichten voor zover het betreft grondwerkzaamheden met een bodemverstoring dieper dan 0,5 Mv en met een oppervlakte van meer dan 1000 m 2,. ; f. in een ʺarcheologisch onderzoeksgebied Cʺ bodemverstorende activiteiten te verrichten voor zover het betreft grondwerkzaamheden met een bodemverstoring dieper dan 3,0 Mv en met een oppervlakte van meer dan 2500 m 2,. 2. Het verbod zoals bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing indien: a. in het geldende bestemmingsplan bepalingen zijn opgenomen over archeologische monumentenzorg; b. in een vrijstellingsbesluit als bedoeld in artikel 15, 17 of 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening voorschriften zijn opgenomen met betrekking tot archeologische monumentenzorg; c. sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.12, eerste en tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en ten aanzien van die activiteit voorschriften zijn opgenomen met betrekking tot archeologische monumentenzorg; d. burgemeester en wethouders nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot de verstoring van een archeologisch waardevol gebied of archeologisch onderzoeksgebied zoals aangegeven op de archeologische beleidskaart; e. een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, en waaruit blijkt dat: het behoud van de aanwezige archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd; of 11

18 de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad; of in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn. Artikel 21 Opgraving en begeleiding 1. Als binnen het grondgebeid van de gemeente Culemborg onderzoek wordt verricht in de zin van artikel 1 sub h van de Monumentenwet 1988, moeten, onverminderd de overige bepalingen van deze wet: a. burgemeester en wethouders een programma van eisen vaststellen als bedoeld in artikel 1 sub o, waarbij nadere regels worden gesteld ten aanzien van het archeologische onderzoek; en b. moet de verstoorder, voorafgaand aan het onderzoek, een plan van aanpak ter goedkeuring aan burgemeester en wethouders overleggen. 2. In de nadere regels nemen burgemeester en wethouders bepalingen op met betrekking tot het toezicht op de feitelijke uitvoering van het plan van aanpak. Tijdens het onderzoek moeten aanwijzingen van burgemeester en wethouders in acht worden genomen. 3. Om te kunnen beoordelen of het plan van aanpak aan het programma van eisen en eventuele nadere regels voldoet, vragen burgemeester en wethouders advies aan een gekwalificeerd deskundige, zoals omschreven in de Wet op de archeologische monumentenzorg. Artikel 22 Procedure De bepalingen uit artikel 11, 12, 13 en 14 zijn van overeenkomstige toepassing op de bepalingen uit artikel 16, tweede lid, onder e, en artikel 17, eerste lid, sub b. HOOFDSTUK 7 OVERIGE BEPALINGEN Artikel 23 Schadevergoeding 1. Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van: a. de weigering van burgemeester en wethouders een vergunning als bedoeld in artikel 10, tweede lid, te verlenen; b. voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 10, tweede lid, of artikel 12, lid 9; c. nadere regels door burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 10, derde lid, artikel 16, tweede lid, sub d en artikel 17, tweede lid, tweede volzin schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kennen burgemeester en wethouders hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. 12

19 2. Voor de behandeling van de aanvragen zijn de bepalingen van de verordening ter regeling van de procedure bij toepassing van afdeling 6.1 van de Wet op de ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing. Artikel 24 Strafbepaling Degene die handelt in strijd met de artikelen 10, tweede lid, en 16, eerste lid, van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden. Artikel 25 Toezichthouders 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: toezichthouders als bedoeld in artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht en ambtenaren Toezicht & Handhaving als bedoeld in artikel 100 van de Woningwet. 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester aan te wijzen personen. HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN Artikel 26 Intrekking oude regeling De Erfgoedverordening Culemborg (2008), vastgesteld bij raadsbesluit van 23 oktober 2008, wordt ingetrokken op het moment dat de Erfgoedverordening Culemborg (2010) in werking treedt. Artikel 27 Overgangsrecht 1. De op grond van de onder artikel 22 ingetrokken verordening aangewezen en geregistreerde gemeentelijke monumenten, beeldbepalende panden, archeologisch waardevolle gebieden of archeologische onderzoeksgebieden worden geacht te zijn aangewezen en geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. 2. Aanvragen om vergunning die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de bepalingen van de onder artikel 20 ingetrokken verordening. Artikel 28 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de datum waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van kracht wordt. 13

20 Artikel 29 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als ʹErfgoedverordening Culemborg 2010ʹ. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 september De griffier, P.J. Peters De voorzitter, R. van Schelven 14

21 Toelichting bij de Erfgoedverordening Culemborg (2010) A Algemene toelichting De inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder te noemen: Wabo) per 1 oktober 2010 maakt aanpassing aan deze wet van de huidige Erfgoedverordening Culemborg (2008) zoals vastgesteld door de raad op 23 oktober 2008, noodzakelijk. In deze toelichting wordt ingegaan op de belangrijkste wijzigingen als gevolg van de invoering van de Wabo. De nieuwe Erfgoedverordening Culemborg (2010) houdt niet alleen rekening met de Wabo, maar ook met de Invoeringswet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna te noemen: Invoeringswet Wabo), het Besluit omgevingsrecht (hierna te noemen: Bor) en de Regeling omgevingsrecht (hierna te noemen: Mor). De monumentenvergunning uit de Erfgoedverordening Culemborg (2008) integreert volledig in de omgevingsvergunning, omdat het om plaatsgebonden activiteiten gaat. Daarom is in artikel 2.2 van de Wabo bepaald dat het verboden is zonder een omgevingsvergunning een krachtens een gemeentelijke verordening aangewezen monument te slopen, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen of te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waarop het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht. Een extra overweging voor het volledig integreren van de monumentenvergunning in de omgevingsvergunning is dat de verlening van de monumentenvergunning in de praktijk vaak al samenliep met de verlening van de bouwvergunning of de aanlegvergunning. Er is voor gekozen om de instandhoudingsvergunning voor archeologische terreinen op grond van artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo aan te haken bij de omgevingsvergunning (facultatieve integratie). Zolang nog niet alle bestemmingsplannen ʹMalta proofʹ zijn, kan op deze wijze in de omgevingsvergunning bescherming aan archeologische waarden worden geboden. In de Wabo is onderscheid gemaakt tussen de reguliere voorbereidingsprocedure en de uitgebreide voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De eerste, korte procedure geldt voor gemeentelijke monumenten, de tweede voor rijksmonumenten. De Erfgoedverordening bevat de mogelijkheid om nadere regels te stellen. De Wabo ziet op vergunningen en ontheffingen en niet op nadere regels. Het college blijft hiervoor het bevoegd gezag. Het inhoudelijke toetsingskader van de omgevingsvergunning inzake de gemeentelijke monumenten is in de verordening bepaald. B Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Sub e Voor de begripsomschrijving van een ʹbeschermd monumentʹ is aangesloten bij de begripsomschrijving uit de Wabo. De Wabo zelf verwijst weer naar de Monumentenwet Deze wet omschrijft een beschermd (rijks)monument als een onroerend monument dat is ingeschreven in een ingevolge de Monumentenwet 1988 ingesteld register. Op de vergunningverlening voor rijksmonumenten zijn de bepalingen uit de Wabo van toepassing. 1

22 Sub j De taken van de Monumentencommissie strekken zich uit over de Erfgoedverordening, de Monumentenwet 1988 en de Wabo. Door de Monumentencommissie in deze begripsomschrijving bevoegd te verklaren over de toepassing van de Wabo te adviseren aan het college, is voldaan aan het vereiste, genoemd in artikel 15 van de Monumentenwet In het gedualiseerde bestel is een belangrijke vernieuwing dat elk bevoegd orgaan in de gemeente (raad, college en burgemeester) zelf zijn commissies instelt. De Monumentencommissie is een commissie die adviseert aan het college. Het is dan ook het college die deze commissie instelt op grond van artikel 84 Gemeentewet. De samenstelling en werkwijze dient het college nader uit te werken. In een dualistisch stelsel is het normaal gesproken niet mogelijk dat de raad in zijn verordening bepaalt dat er een commissie is ingesteld die adviseert aan het college. Het is immers aan het college om te bepalen of zij een adviescommissie wil. Deze redenatie gaat niet op voor wat betreft de Monumentencommissie. In de Erfgoedverordening wordt door de raad bepaald dat er een Monumentencommissie is die advies uitbrengt aan het college. Dit vloeit voort uit de Monumentenwet. In artikel 15 van deze wet is bepaald dat de gemeente in een verordening de inschakeling van een commissie moet regelen die adviseert aan het college over aanvragen om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f van de Wabo. Artikel 10 De verbodsbepaling in het eerste lid van artikel 10 vertoont gelijkenis met artikel 2.2, eerste lid, onder f, van de Wabo, waarbij het gaat om beschermde rijksmonumenten uit de Monumentenwet In dit artikel gaat het alleen om beschermde gemeentelijke monumenten. Artikel 10 regelt dat een vergunning nodig is voor onder andere het afbreken, verstoren of in enig opzicht wijzigen van een gemeentelijk monument. Dit geldt ook voor archeologische monumenten. Over opgravingen en vondsten is niets in de verordening geregeld. Reden hiervoor is dat deze aspecten uitputtend in de Monumentenwet 1988 zijn geregeld. De Monumentenwet 1988 regelt: - dat voor opgravingen een vergunning nodig is; - dat een rechthebbende van een terrein moet dulden dat de opgravingsbevoegde zijn terrein betreedt en eventueel opgravingen verricht; - de eigendomskwestie van vondsten; - een schaderegeling. Ten aanzien van de vergunningaanvraag voor gemeentelijke monumenten is van belang dat het verkrijgen van gegevens en ontbrekende gegevens geregeld is in de Awb (artikel 4:2 respectievelijk 4:5 en 4:15).. In het kader van de Wabo dient de gemeente een aanvraag langs elektronische weg mogelijk te maken. Een schriftelijke aanvraag wordt ingediend met behulp van een door de Minister van VROM vastgesteld formulier De Mor voorziet in nadere regels met betrekking tot de indieningsvereisten voor de aanvragen voor een omgevingsvergunning. In paragraaf 5.2 van de Mor zijn specifieke indieningsvereisten opgenomen voor activiteiten met betrekking tot monumenten. De aard, de omvang en de locatie van de werkzaamheden bepalen welke indieningsvereisten gelden. Het bevoegd gezag heeft niet de mogelijkheid van deze indieningsvereisten af te wijken. In het kader van de vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven dienen de indieningsvereisten bij de vergunningaanvraag zo beperkt mogelijk gehouden te worden. Zo kan het overleggen van bouwtekeningen worden beperkt tot 1 exemplaar. Om praktische redenen kiezen we ervoor om de aanvraag in viervoud in te dienen. 2

23 In lid 3 van artikel 10 wordt de mogelijkheid geschapen voor het college om nadere regels te stellen die in de plaats kunnen komen van het verbod uit het eerste lid en de vergunningplicht uit het tweede lid. De Wabo ziet alleen op vergunningen en ontheffingen. Deze bepaling over het stellen van nadere regels valt daarom buiten de Wabo. Het college blijft hiervoor het bevoegde gezag. Het zal daarbij over het algemeen gaan om wijzigingen van gemeentelijke monumenten die niet van ingrijpende aard zijn. Vooral het reguliere onderhoud kan in vastomlijnde regels worden opgenomen, zodat burgers niet voor relatief eenvoudige wijzigingen worden geconfronteerd met een vergunningprocedure. In de praktijk is die vergunningplicht voor reguliere onderhoudswerkzaamheden al komen te vervallen. In de nadere regels (uitvoeringsvoorschriften of richtlijnen) kunnen de uitgangspunten, functionele toetsen en aanwijzingen in het kader van de monumentenzorg worden opgenomen. Hierbij dient de bouwkundige en monumentale kwaliteit voorop te staan. Momenteel hanteren we bij de vergunningen subsidieverlening al de door uw raad vastgestelde Uitvoeringsvoorschriften, die zowel eigenaren als uitvoerders gedetailleerde informatie geven over de kwaliteitseisen die worden gesteld aan instandhoudingswerkzaamheden. Algemene richtlijnen die beogen eigenaren brede informatie te bieden over uitgangspunten en randvoorwaarden bij wijzigingen, herstel en restauratie van hun monument, zijn momenteel in voorbereiding. Al deze nadere regels laten onverlet dat ook gelet op de kortere vergunningstermijn het voeren van (voor)overleg steeds belangrijker wordt, zodat zoveel mogelijk maatwerk kan worden geleverd. Artikel 11 Een aanvraag voor een omgevingsvergunning kan op grond van het Bor zowel digitaal als schriftelijk worden ingediend. De burger is vrij in de keuze van de manier waarop hij de vergunning aanvraagt. Voor ondernemingen en personen met een zelfstandig beroep geldt in beginsel geen keuzevrijheid. Zij kunnen straks na een overgangsperiode van twee jaar uitsluitend een aanvraag indienen langs digitale weg. Het Bor bepaalt dat in het kader van de vermindering van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven het bevoegd gezag bij een schriftelijke aanvraag maximaal nog maar 4 exemplaren van de aanvraag en de daarbij behorende bescheiden mag opvragen. In bepaalde gevallen kan op grond van het derde lid van artikel 4.2 Bor hiervan worden afgeweken. Er moet dan sprake zijn van twee of meer adviezen of verklaringen van geen bedenkingen. De verordening legt de vergunningverlening ten aanzien van rijksmonumenten op basis van de Monumentenwet 1988 en de Wabo in handen van het bevoegd gezag. Het is verstandig de vergunningverlening voor rijks en gemeentelijke monumenten procedureel en inhoudelijk zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Het is voor de aanvrager, maar ook voor de behandelende gemeentelijke diensten en voor het college van praktische betekenis dat beide aanvragen zoveel mogelijk langs dezelfde weg worden afgehandeld. De Monumentenwet 1988 en de Wabo regelen de vergunningverlening voor de wijziging van rijksmonumenten door het bevoegd gezag. In dit artikel gaat het derhalve alleen over gemeentelijke monumenten. Artikel 12 Op grond van artikel 3.7 Wabo is voor de voorbereiding van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10 de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing. Het betreft hier een wijziging ten opzichte van de Erfgoedverordening Culemborg (2008). Op basis hiervan was op de voorbereiding van deze vergunningaanvraag de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure uit de Awb van toepassing verklaard. Op grond van de Wabo is deze procedure niet meer nodig geacht voor de ver 3

MONUMENTENVERORDENING 2006

MONUMENTENVERORDENING 2006 MONUMENTENVERORDENING 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 De raad van de gemeente Houten, gezien het voorstel van het college van 1 november 2005, gelet op

Nadere informatie

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedverordening Boxtel 2010 Pagina 1 van 5 Erfgoedverordening Boxtel 2010 gezien het voorstel van het college van 18 mei 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen

Nadere informatie

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. GEMEENTE LOPIK Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 augustus 2010; gelet op artikel 149

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemeen

Hoofdstuk 1. Algemeen Erfgoedverordening gemeente Geldermalsen 2013 De raad van de gemeente Geldermalsen, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2012, nummer 9, gelet op artikel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen: 1. zaak,

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. Gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikel 12, 14 en 15 van de Monumentenwet

Nadere informatie

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument. ERFGOEDVERORDENING HEERENVEEN 2010 HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk

Nadere informatie

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. Lijst agendapunten nummer: 8b Kenmerk: 11150 Afdeling: Vergunningen en Handhaving VERORDENING Datum: 9 oktober 2008 Onderwerp: Erfgoedverordening Terneuzen 2008 De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ; De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr. 2004-04-16; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366; CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR75288_1 23 februari 2016 Erfgoedverordening Dordrecht De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 RB 2004/11-A MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1 monument: a zaak die van algemeen belang is

Nadere informatie

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. CVDR Officiële uitgave van Druten. Nr. CVDR50463_3 17 oktober 2017 Erfgoedverordening gemeente Druten 2010 De Raad van de gemeente Druten, Gelezen het voorstel van het college van 31 augustus 2010; Gelet

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gelezen het voorstel van het college van 22 oktober 2010 (2010-14369); gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de

Nadere informatie

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Zoek regelingen op overheid.nl Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld

Nadere informatie

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 Raadsbesluit nr.7 Betreft: Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het collegeadvies Erfgoedverordening Tynaarlo 2010 van 14 september 2010; overwegende dat hiermee de

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening gemeente Houten Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van

Nadere informatie

Erfgoedverordening Amsterdam

Erfgoedverordening Amsterdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel r, onder 2; b. archeologisch onderzoek: werkzaamheden

Nadere informatie

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

Erfgoedverordening Roosendaal 2017 Erfgoedverordening Roosendaal 2017 De raad van de gemeente Roosendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van.; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang

Nadere informatie

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 18715 3 april 2014 Erfgoedverordening Stadsdeel Zuidoost 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; ERFGOEDVERORDENING 2010 GEMEENTE NIEUWKOOP De raad van de gemeente Nieuwkoop; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Brielle Nr. 103010 19 juni 2017 Erfgoedverordening 2017 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017,

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011; RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Nota archeologiebeleid gemeente Asten en de Erfgoedverordening Asten 2011 6 juni 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van

Nadere informatie

1 J gemeente «tffl" Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012

1 J gemeente «tffl Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012 1 J gemeente «tffl" Heemskerk Erfgoedverordening Heemskerk 2012 mei 2012 J>^^^ ERFGOEDVERORDENING HEEMSKERK 2012 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2012 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel

Nadere informatie

Erfgoedverordening Heemskerk 2009

Erfgoedverordening Heemskerk 2009 Erfgoedverordening Heemskerk 2009 Januari 2009 Inhoudsopgave Erfgoedverordening Heemskerk 2009 5 Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen 5 Artikel 1: Begripsbepalingen 5 Artikel 2: Het gebruik van het beschermd

Nadere informatie

H E E R H U G O W >\ /\ R D

H E E R H U G O W >\ /\ R D Raadsvergadoring :' ing 2 2 APRJQQB Besluii: ^f Voorstalnurroiner: PR nr*>6>qx± I 9 H E E R H U G O W >\ /\ R D Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp 7 2008-033 Monumentverordening Aan de Raad, Heerhugowaard,

Nadere informatie

Raadsvoorstel 21. Gemeenteraad. Vergadering 1 maart Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011

Raadsvoorstel 21. Gemeenteraad. Vergadering 1 maart Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011 Raadsvoorstel 21 Vergadering 1 maart 2011 Gemeenteraad Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011 B&W vergadering : 18 januari 2011 Dienst / afdeling : SE/KC Aan de gemeenteraad, Op 1 oktober 2010 is

Nadere informatie

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Erfgoedverordening Nissewaard 2016 Raadscasenr. Erfgoedverordening Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2016; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet,

Nadere informatie

De raad van de gemeente Grave

De raad van de gemeente Grave ** Documentnr 28070.: zaaknr.: Z/G/16/36278 De raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016. gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, in

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; immun um G10.0711 ^ nieuwkoop ^ ERFGOEDVERORDENING 2010 GEMEENTE NIEUWKOOP De raad van de gemeente Nieuwkoop; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; gelet

Nadere informatie

Gemeenteraad 13 januari 2009 Gemeenteblad

Gemeenteraad 13 januari 2009 Gemeenteblad 6 Jaar: 2009 Nummer: Besluit: Gemeenteraad 13 januari 2009 Gemeenteblad MONUMENTENVERORDENING HELMOND 2009 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2017,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2017, CVDR Officiële uitgave van Culemborg. Nr. CVDR487003_1 10 juli 2018 ERFGOEDVERORDENING CULEMBORG 2017 De raad van de gemeente Culemborg, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november

Nadere informatie

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013 Erfgoedbeleid Ridderkerk Archeologieverordening Ridderkerk 2013 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013 Gemeentestukken: 2013-267 TOELICHTING OP DE ARCHEOLOGIEVERORDENING RIDDERKERK 2013

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Bekendmaking vaststelling beleid De raad van Heemskerk maakt bekend de Erfgoedverordening Heemskerk 2016 te hebben vastgesteld. De nieuwe verordening treedt in werking op 15 juli 2016, onder gelijke intrekking

Nadere informatie

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst.

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst. Raadsbesluit Behorende bij raadsvoorstel met nummer: Raad-00348/8 De raad van de gemeente Bronckhorst; gelezen het voorstel van het college van b en w van 3 april 2018; besproken in de commissievergadering

Nadere informatie

ERFGOEDVERORDENING WASSENAAR De raad van de gemeente Wassenaar; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

ERFGOEDVERORDENING WASSENAAR De raad van de gemeente Wassenaar; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. De raad van de gemeente Wassenaar; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van de Monumentenwet

Nadere informatie

Erfgoedverordening Haaksbergen (6.2b)

Erfgoedverordening Haaksbergen (6.2b) Erfgoedverordening Haaksbergen (6.2b) Samenvatting Deze verordening regelt de aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen, aanwijzing en bescherming van gemeentelijke monumenten

Nadere informatie

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van de Monumentenwet 1988,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van de Monumentenwet 1988, Z-23180-VS De raad van de gemeente Voorschoten; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2008 ;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2008 ; Pagina 1 van 10 Versie 1 Agendapunt 2008 BESLUITEN Nr. De raad der gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2008 ; gezien het advies van commissie Ruimte

Nadere informatie

Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen

Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV10.0370 Roden, 24 augustus 2010 Onderwerp Nieuwe Bouwverordening gemeente Noordenveld, 13e serie van wijzigingen Onderdeel programmabegroting: Ja Begrotingsprogramma:

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Krimpenerwaard. Nr. 157636 11 november 2016 Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2017 Artikel 1 Begripsbepalingen a. archeologisch monument: monument, als bedoeld

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5269 Inboeknummer 13bst00467 Beslisdatum B&W 15 januari 2013 Dossiernummer 13.02.451 RaadsvoorstelWijziging Erfgoedverordening Inleiding Op 10 april jl. heeft de Raad

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, No. B10.000482

gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, No. B10.000482 De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, No. B10.000482 gelet op artikel 149 Gemeentewet, de artikelen 12, 14, 15 en 38 Monumentenwet 1988 en de artikelen

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe gelezen het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 31 augustus 2017;

Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe gelezen het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 31 augustus 2017; CVDR Officiële uitgave van Neder-Betuwe. Nr. CVDR488676_1 23 mei 2018 Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe 2017 De raad van de gemeente Neder-Betuwe; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

Nadere informatie

Artikel 3. Intrekken oude regeling De Monumentenverordening 2005 vastgesteld in de raadsvergadering op 22 december 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 3. Intrekken oude regeling De Monumentenverordening 2005 vastgesteld in de raadsvergadering op 22 december 2005 wordt ingetrokken. HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer:

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer: RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer: Onderwerp: Aanpassen verordeningen in verband met inwerkintreding Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Nadere informatie

Erfgoedverordening 2009 Gemeente Roosendaal

Erfgoedverordening 2009 Gemeente Roosendaal Erfgoedverordening 2009 Gemeente Roosendaal Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Raadsbesluit De raad van de gemeente Rheden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 april 2017; gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Nadere informatie

Monumentenverordening Enschede 2010

Monumentenverordening Enschede 2010 Monumentenverordening Enschede 2010 De raad van de gemeente Enschede, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 januari 2019, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en

Nadere informatie

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr... CONCEPT

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr... CONCEPT Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr... CONCEPT Monumentenverordening Utrecht 2010 (raadsbesluit van 2010) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d..2010. Besluit vast te stellen

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Hoofdstuk II Beschermde monumenten. Monumentenlijst en plaatsing. Provinciale Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Hoofdstuk II Beschermde monumenten. Monumentenlijst en plaatsing. Provinciale Staten van Noord-Holland; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 31 augustus 2010, nr. 2010-48110 tot bekendmaking van de Monumentenverordening Noord- Holland 2010. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; maken overeenkomstig

Nadere informatie

1*z % Erfgoedverordening 2017

1*z % Erfgoedverordening 2017 ^O, nummer Kenmerk Onderwerp 1*z % Erfgoedverordening 2017 Reg.nr. Gemeente Zaaknr. 2-OC\!bOG?=> De raad van de gemeente ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017, gelet op de

Nadere informatie

Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009;

Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR457888_1 1 mei 2018 Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel 2010 DE RAAD VAN DE GEMEENTE GEMERT-BAKEL, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B15.001443;

gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B15.001443; De raad van de gemeente Dronten, gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B15.001443; gelet op artikel 149 Gemeentewet, de artikelen 3.16 en 9.1 Erfgoedwet en de artikelen 2.1 en 2.2

Nadere informatie

Vaststelling diverse wijzigingsverordeningen i.v.m. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Vaststelling diverse wijzigingsverordeningen i.v.m. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Vaststelling diverse wijzigingsverordeningen i.v.m. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Gemeentebladnummer: 2010/47 Vergaderdatum: 8 juli 2010 Agendapunt: 12. Aan de Raad Voorstel: Vaststellen van

Nadere informatie

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website: Omgevingsvergunning Zaaknummer 1034185 1. Inleiding Op 1 oktober 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het vervangen van het dak en gedeeltelijk vervangen van de kozijnen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN De gemeenteraad Gooise Meren Gelezen het voorstel van 9348 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 14 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene

Nadere informatie

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedszaken; ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN 2013

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedszaken; ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN 2013 DE RAAD VAN DE GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN Gezien het voorstel van het college van 20 november 2012; gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedszaken; BESLUIT vast te stellen de: ERFGOEDVERORDENING

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017 Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017 Provinciale Staten van Noord-Holland; Overwegende dat het in verband met

Nadere informatie

De Provinciale Monumentenverordening Noord-Holland 2010 wordt als volgt aangepast:

De Provinciale Monumentenverordening Noord-Holland 2010 wordt als volgt aangepast: Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 28 september 2015, nr. 651194/703346 tot bekendmaking van de Monumentenverordening Noord-Holland 2010. Provinciale Staten van Noord-Holland; Gelet op

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente De Ronde Venen Nr. 138105 8 augustus 2017 Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017 De raad van de gemeente De Ronde Venen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Roger Vermeulen, projectleider Wabo. Wabo procedures

Roger Vermeulen, projectleider Wabo. Wabo procedures Roger Vermeulen, projectleider Wabo Wabo procedures 1 Doel: Kennis overdragen Wabo Wat verandert er voor de medewerkers Waar moet je rekening mee houden. 2 Het gaat om een project of activiteit met plaatsgebonden

Nadere informatie

Register bij het Ondermandaatbesluit Wabo-bevoegdheden stadsdeelsecretaris Nieuw-West

Register bij het Ondermandaatbesluit Wabo-bevoegdheden stadsdeelsecretaris Nieuw-West Register bij het Ondermandaatbesluit Wabo-bevoegdheden stadsdeelsecretaris Nieuw-West Grondslag voor de bevoegdheden: Collegebesluit d.d. 21 juli 2015 (Nr. BD2015-010563), verlenging van het tijdelijk

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE MONUMENTENVERORDENING HILVERSUM Hoofdstuk 2 De bescherming van gemeentelijke monumenten 4

INHOUDSOPGAVE MONUMENTENVERORDENING HILVERSUM Hoofdstuk 2 De bescherming van gemeentelijke monumenten 4 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilversum. Nr. 87720 30 juni 2016 Monumentenverordening Hilversum 2016 INHOUDSOPGAVE MONUMENTENVERORDENING HILVERSUM 2016 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen. Omgevingsvergunning Zaaknummer 485964 1. Inleiding Op 28 mei 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een dakkapel op de woning op het perceel Sandtlaan 6

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) verleend aan Rabobank Zuid en Oost Groningen voor het bouwen van een Rabobank geldkiosk aan de Hoofdweg 29 in Bellingwolde Veendam Nummer gemeente: 141114 Nummer Liza: 26644

Nadere informatie

Nr Houten, 1 november 2005

Nr Houten, 1 november 2005 Nr. 2005-185 Houten, 1 november 2005 Aan de gemeenteraad Onderwerp: Aanpassing Monumentenverordening Beslispunten: 1. Vast te stellen de Monumentenverordening 2006. Inleiding: In de nota Gekoesterd Erfgoed

Nadere informatie

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen. Raad VOORBLAD Onderwerp Herziening Erfgoedverordening Agendering 0 Commissie Bestuur x Gemeenteraad x Commissie Ruimte 0 Lijst ingekomen stukken 0 Commissie Sociaal 0 Informerende Commissie Behandelwijze

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sluis. Nr. 105 4 januari 2016 Erfgoedverordening gemeente Sluis 2016 De raad van de gemeente Sluis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en

Nadere informatie

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 6 september 2016

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 6 september 2016 r GEMEENTE VELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer 27 oktober 2016 n.v.t. R16.57 Rsl 6.00612 V Onderwerp: Erfgoedverordening Velsen

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012; DE R AAD V AN D E G E MEE N T E HAREN, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en

Nadere informatie

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 CVDR Officiële uitgave van Leeuwarden. Nr. CVDR7337_4 11 december 2018 Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014 DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het

Nadere informatie

De Monumentenverordening Nijkerk 2005 wordt vervangen door de Erfgoedverordening. Datum: 25 september 2014 Portefeuillehouder: wethouder Klein

De Monumentenverordening Nijkerk 2005 wordt vervangen door de Erfgoedverordening. Datum: 25 september 2014 Portefeuillehouder: wethouder Klein Raadsvoorstel Raadsnummer: 2014-021 Registratienummer Onderwerp: Erfgoedverordening Korte inhoud: De Monumentenverordening Nijkerk 2005 wordt vervangen door de Erfgoedverordening Datum: 25 september 2014

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Dienst Stadsbeheer te Maastricht Zaaknummer: 2013-0182 Kenmerk: 2013/16657 d.d. 21 maart 2013 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Van rijkswege beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en de archeologische monumentenzorg na invoering Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Van rijkswege beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en de archeologische monumentenzorg na invoering Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Van rijkswege beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en de archeologische monumentenzorg na invoering Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Versie 2.0 (augustus 2010) Inleiding De invoering van

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning UV/ Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 10 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van C.A. van Zon, Barrierweg 62 a te Liempde voor het gedeeltelijk verbouwen van het bijgebouw

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)

Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Datum voorstel : 30 augustus 2010 Raadsvergadering d.d. : 5 oktober 2010 Volgnummer : 2010R0044, agendanummer 8 Taakveld : VROM Portefeuillehouder

Nadere informatie

Legesverordening 2011 TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING 2011 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DEZE VERORDENING

Legesverordening 2011 TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING 2011 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DEZE VERORDENING TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING 2011 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DEZE VERORDENING 1 Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen,

Nadere informatie

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006 SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen...3 Artikel 1 Begripsbepalingen...3 Artikel 2 Toepassing

Nadere informatie

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844 Haaren Helvotrt Esch Biezenmorrel gemeente Haaren [ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844 Burgemeester en Wethouders hebben op 13 juli 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het vestigen

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017

Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017 CVDR Officiële uitgave van Veere. Nr. CVDR608084_1 21 februari 2018 Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017 De raad van de gemeente Veere; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet Gelet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 580 Beschikking van de Minister van Justitie van 21 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Monumentenwet BES, zoals

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 02-11-2010 Onderwerp: Gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Conceptbesluit: Samenvatting: Bijlagen: De raad

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ====================================================================

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ==================================================================== Intitulé : Monumentenverordening Citeertitel: Monumentenverordening Vindplaats : AB 1991 no. GT 46 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

Nadere informatie

* *

* * ontwerp omgevingsvergunning brandveilig gebruiken van een school brandveilig gebruiken van een school Beschikking 265718 *16.151899* 16.151899 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING nr. 265718 Uitgebreide procedure

Nadere informatie

ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2012

ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2012 Bijlage 3 ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2012 De raad van de gemeente Valkenswaard; gezien het voorstel van het College van 22 mei; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12,

Nadere informatie

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam De heer G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning

Stichting Stedelijk Museum Amsterdam De heer G.H. Wissink Postbus AB Amsterdam. Betreft: Omgevingsvergunning Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam Stichting Stedelijk Museum Amsterdam De heer G.H. Wissink Postbus 75082 1070 AB Amsterdam Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl Betreft: Omgevingsvergunning

Nadere informatie

Archeologieverordening 2010

Archeologieverordening 2010 Archeologieverordening 2010 Archeologieverordening 2010 1 van 9 De raad van de gemeente Roerdalen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 oktober 2010; gelet op artikel 149 van de

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR305143_1. Erfgoedverordening 2012 gemeente Dalfsen

CVDR. Nr. CVDR305143_1. Erfgoedverordening 2012 gemeente Dalfsen CVDR Officiële uitgave van Dalfsen. Nr. CVDR305143_1 31 oktober 2017 Erfgoedverordening 2012 gemeente Dalfsen De raad van de gemeente Dalfsen; gezien het voorstel van het college van 3 december 2012; gelet

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

A. ALGEMENE TOELICHTING ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

A. ALGEMENE TOELICHTING ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK A. ALGEMENE TOELICHTING ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Gelet op het project Deregulering VNG-modelverordeningen en de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet op de archeologische monumentenzorg

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING voor: Plaatsen schutting activiteiten: bouwen van een bouwwerk gebruik in strijd met het bestemmingsplan verleend aan: De heer A.A. van der Griend locatie: Aurorastraat 6, 9635

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR442273_1. Coördinatieverordening Rotterdam 2017

CVDR. Nr. CVDR442273_1. Coördinatieverordening Rotterdam 2017 CVDR Officiële uitgave van Rotterdam. Nr. CVDR442273_1 3 juli 2018 Coördinatieverordening Rotterdam 2017 De Raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 december

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Presentatie raad 8 juni 2010 Wettelijk kader Informatie en hulp Aanvraag Procedure Rechtsbescherming Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Een korte

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven; De raad van de gemeente Etten-Leur; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven; Gelet op titel Va van de Wet op de kansspelen (Stb.

Nadere informatie

Erfgoedverordening Montferland 2012

Erfgoedverordening Montferland 2012 Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); Besluit: Besluit vast te stellen

Nadere informatie

Erfgoedverordening. gemeente Maarssen

Erfgoedverordening. gemeente Maarssen fgoedverordening gemeente Maarssen 2009 Vaststelling raad: Publicatiedatum: Inwerkingtreding: 9 februari 2009 19 februari 2009 16 februari 2009 Raadsbesluit Nummer 4.2 De raad van de gemeente Maarssen;

Nadere informatie