Plastivo 180 WATERDICHTE, ELASTISCHE BEKLEDINGEN/SYSTEMEN. Het product. Toepassing TECHNISCHE FICHE 13 EH S /13 NL

Transcriptie

1 Plastivo 180 Het product is een waterdichte, thixotropische, elastische bekleding in gewijzigd bicomponent polymeer, samengesteld uit inerte stoffen, cementbindmiddelen en acrylpolymeren in emulsie. Geschikt voor contact met drinkbaar water. Toepassing Om gemetselde oppervlakken, die preventief werden effen gemaakt met geschikte VOLTECOmortels of met gewapend beton, onderhevig aan kleine zettingen en/of bewegingen, bij negatieve of positieve waterdruk, waterdicht te maken. Bijzonder aangewezen voor: kelders en bouwwerken die zijn blootgesteld aan contact met water; balkons; kroonlijsten, dakgoten in cement, bloembakken (breng een bescherming aan tegen wortels) en putten; kuipen, kanalen en structuren die bestemd zijn om zelfs drinkbaar watter te bevatten, funderingsmuren in gewapend beton, zwembaden, enz.; alle binnenoppervlakken, zoals keukens, badkamers, douches, zelfs uitgevoerd in gipsplaten; droge vloeren. WATERDICHTE, ELASTISCHE BEKLEDINGEN/SYSTEMEN 93

2 Voordelen Praktische en snelle toepassing; aan te brengen, met een kwast, verfrol en spatel; goede waterdichtheid; geschikt voor contact met drinkbaar water; bescherming van de oppervlakken tegen invloed van vorst; zeer elastisch; hechting op verschillende soorten dragers (cement, baksteen, metselwerk, gipsplaat, plastic, metaal, keramiek, polystyreen, hout... preventief te controleren op een proefmonster); elastisch tot -5 C VOLTECO S.p.a Via delle Industrie, Ponzano Veneto (I) CPR-2013/07/01 EN :2006 Systemen ter bescherming van betonoppervlakken: Bekleding om vocht onder controle te houden (MC) en de weerstand te verhogen (IR) Brandgedrag: Klasse B-s1,d0 Doorlaatbaarheid voor waterdamp: Klasse I Capillaire absorptie en waterdoorlaatbaarheid: < 0,1 kg*m -2 *h -0.5 Hechting: 0,8 N/mm 2 Hechting ten gevolge van thermische compatibiliteit: Deel 1: Cycli vorst en ontdooien: 0,8 N/mm 2 Deel 2: Onweerscycli (thermische schok): 0,8 N/mm 2 Deel 3: Thermische cycli zonder onderdompeling in dooizouten: 0,8 N/mm 2 Weerstand tegen scheurvorming (methode A): Klasse A2 Compartimentering na blootstelling aan inwerking van kunstmatige weersinvloeden: Test doorstaan Thermische veroudering 7 dagen bij 70 C: Niet relevant Lineaire krimp: Niet relevant Thermische expansiecoëffiiciënt: Niet relevant Hechting middels schuine snijproef: Niet relevant Weerstand tegen uitglijden: Niet relevant Antistatisch gedrag: Niet relevant Hechting op vochtig beton: Niet relevant Gevaarlijke stoffen: Zie SDS 94 Fysische en technische kenmerken Specificaties Aspect grijs poeder grijs poeder- witte latex Verwerkingstijd bij 20 Bedrijfstemperatuur - 5 C a + 50 C Waarden Specifiek gewicht >1,6 kg/l Mengverhouding vloeistof-poeder 1/3 Methode om te testen vereisten UNI EN verklaard (*) Hechting op de drager UNI EN ,8 MPa 0,8 MPa 0,89 MPa gecertificeerd (**) Weerstand tegen versnelde veroudering UNI EN geen blaasvorming - vereiste voldaan Capillaire absorptie UNI EN ,1 kg/m 2 x h -0,5 0,05 kg/m 2 x h -0,5 0,01 kg/m 2 x h -0,5 Doorlaatbaarheid voor waterdamp Crack Bridging Ability UNI EN (statische methode) Crack Bridging Ability (product + net Flexonet) UNI EN klasse 1 S D 5 m S D 5 m S D = 3,27 m UNI EN (statische methode) A2 > 0,25 mm A3 > 0,50 mm A4 > 1,25 mm A5 > 2,50 mm A2 > 0,25 mm A3 > 0,50 mm A4 > 1,25 mm A5 > 2,50 mm - - Klasse A2 0,37 mm Klasse A5 2,70 mm

3 Fysische en technische kenmerken Thermische compatibiliteit deel 1 (hechting na 50 cycli vorst en ontdooien) Thermische compatibiliteit deel 2 (hechting na 10 cycli onweersbuien) Thermische compatibiliteit deel 3 (hechting na 20 cycli thermisch droog) Methode om te testen vereisten UNI EN verklaard (*) UNI EN ,8 MPa - 1,10 MPa UNI EN ,8 MPa - 1,11 MPa UNI EN ,8 MPa - 1,11 MPa Brandgedrag UNI EN classificatie - B, s1-d0 Methode om te testen vereisten Treksterkte na 7 dagen bij +20 C en 60% R.V. na 28 dagen (7 dagen bij +20 C en 60% R.V dagen water) >25% >20% gecertificeerd (**) verklaard (*) WATERDICHTE, ELASTISCHE BEKLEDINGEN/SYSTEMEN Crack Bridging Ability (+20 C) UNI EN Meth. A.8.2 > 0,75 mm > 0,75 mm Crack Bridging Ability (+20 C) (product + net Flexonet) UNI EN Meth. A.8.2 > 0,75 mm 1,10 mm 95 Crack Bridging Ability (-5 C) UNI EN Meth. A.8.3 > 0,75 mm > 0,75 mm Crack Bridging Ability (-5 C) (product + net Flexonet) UNI EN Meth. A.8.3 > 0,75 mm 1,10 mm Hechting op de drager beginwaarde na onderdompeling in water Waterdichtheid bij barst van 0,4 mm Ondoorlaatbaarheid bij negatieve waterdruk Ondoorlaatbaarheid bij negatieve waterdruk met barst in drager van 0,25 mm UNI EN Meth. A.6.2 UNI EN Meth. A.6.3 UNI EN Meth. A.8.2 CESI CESI Instantie die certificeert > 0,5 N/mm 2 > 0,5 N/mm 2 > 0,5 N/mm 2 > 0,5 N/mm 2 Methode om te testen interne methode (passeert of passeer niet) interne methode (passeert of passeer niet) 30 KPa (geen waterdoorgang na 7 dagen) Waterdichheid UNI EN Meth. A KPa Geen penetratie na 7 dagen Geschiktheid bij contact met drinkbaar water Min.D. 174 van 6 april 2004: globale gunning Geschiktheid bij contact met drinkbaar water Min.D. 174 van 6 april 2004: specifieke gunning De vermelde gegevens zijn in een labo verkregen bij +20 C en 60% R.V. Certificatie ELLETIPI Srl Rapport n 19251/12 CHELAB Srl Rapport n 12/ gecertificeerd (**) 60 KPa 30 kpa * drempelwaarden door VOLTECO gegarandeerd ** waarden door erkende externe instanties

4 96 Voorbereiding en toepassing Voorbereiding van de oppervlakken Controleer of de structuur geschikt is voor de hydrostatische belastingen; wanneer die water moet bevatten, moet men een voorbelastingstest uitvoeren. Verwijder alle aanwezige vuil, olie, verfresten en in het algemeen alle materiaal of aanslag die de hechting van kan beïnvloeden door middel van waterstralen, zandstralen of lichtjes boucharderen. Het te behandelen oppervlak moet stevig zijn en perfect vrij van cementmelk. Wanneer de oppervlakken zeer onregelmatig zijn, of uit grindagglomeraat of metselwerk met gemengde materialen bestaat, moet men de drager met een geschikte VOLTECO mortel herstellen. In geval van oude of poederige oppervlakken, of wanneer de drager gedeeltelijk met water is doordrenkt, moet men de primer PROFIX 30 of PROFIX 60 met een verfrol, kwast of spuit aanbrengen (zie de betreffende technische fiches). Let daarbij goed op dat er geen product op het oppervlak stagneert. Stortnaden, afstandhouders, scheuren, naden (positieve waterdruk) Sluit de stortnaad tussen de vloer en verticale muur door een kapje van 3x3 cm aan te brengen met snelle mortel SPIDY 15. Verwijder de afstandhouders aan beide zijden van het metselwerk en stop met snelle mortel SPIDY 15. Bedek alle naden, duidelijk zichtbare scheuren en horizontale en verticale scherpe randen (ook waar het kapje aanwezig is) met afdekstrip GARVO. Stortnaden, afstandhouders, scheuren, naden (negatieve waterdruk) Dicht stortnaden en scheuren met mastiek P-201 en/of BI-FLEX systeem (zie de betreffende technische fiches). Dichte alle opwellende water met snelle mortel TAP 3 (zie de betreffende technische fiche). Dicht de afstandhouders, leiders en passerende elementen met mastiek P-201. Neem contact op met de technische dienst van VOLTECO wanneer men interventies ter hoogte van uitzetvoegen moet uitvoeren. Voorbereiding van het mengsel Schud de vloeibare component in zijn recipiënt en giet het vervolgens in een emmer. Voeg geleidelijk het poedercomponent toe onder voortdurend roeren. Ongeveer 3 5 minuten mixen met een boor met mengklopper. Het mengsel moet homogeen worden en mag geen klonters bevatten. Toepassing Wanneer er geen primer PROFIX is aangebracht, moet men de dragers nat maken, maar vermijd wel dat er water stagneert. moet met een verfrol, kwast of spatel in twee lagen worden aangebracht. Breng een eerste laag aan met een dikte van ongeveer 1 mm (gemiddeld verbruik 1,5 2 kg/m 2 ), zorg ervoor dat het product goed in de ondergrond penetreert, Als de verfrol/kwast neigt om het product mee te nemen, mag men geen water toevoegen maar moet men de drager wat meer bevochtigen. De tweede laag wordt minstens 6 uur later aangebracht, met een dikte van ongeveer 1 mm (gemiddeld verbruik 1,5 2 kg/m 2 ). Het is aanbevolen om de tweede laag pas aan te brengen wanneer de vorige laag droog is en goed hard is geworden. Voor toepassingen waar een grotere dikte dan de standaard 2 mm is vereist/voorzien, moet men een gemiddelde dikte van ongeveer 1 mm per laag respecteren volgens dezelfde werkwijzen en aanwijzingen als voor het aanbrengen van de vorige lagen.

5 Voorbereiding en toepassing Spuittoepassing Neem contact op met de technische dienst van Volteco voor meer informatie. Wapeningsnet FLEXONET Om het elastische gedrag te verbeteren in geval van haarscheurtjes met dynamisch gedrag, bij bovengrondse zwembaden en bij structuren die potentieel onderhevig zijn aan vorming van barsten, is het aanbevolen om een derde laag product aan te brengen (1,5 2 kg/m 2 ) en de net FLEXONET VERS OP VERS op de 2e laag aan te brengen. Op de verbindingspunten tussen de horizontale en verticale oppervlakken laat men het net FLEXONET op de horizontale rand van de voordien aangebrachte naadafdekstrip GARVO hechten. Het is belangrijk om het net FLEXONET nooit verticaal om te slaan, maar om die altijd aan te sluiten op de naadafdekstrip GARVO. Ter hoogte van de uitzetvoegen behandeld met GARVO moet het net FLEXONET in het midden van de GARVO onderbroken zijn. Drogen Laat de toepassing minstens 24 uur drogen. In geval van lage temperaturen, hoge vochtigheid of vroegtijdig contact met water, kan het langer duren vooraleer het product droog is. Bij het waterdicht maken van structuren bestemd om water te bevatten, moet men het product 5 dagen laten drogen na het aanbrengen van de tweede laag. In geval van gebruik in contact met drinkbaar water, moet men de oppervlakken eerst met stromend water afspoelen vooraleer definitief te vullen. Afwerking Bij toepassingen binnen is het aangeraden om de muren te bekleden met het macroporeuze CALIBRO-systeem als condenswerende laag. Men kan eveneens een afwerking met X-LIME aanbrengen. In functie van de gebruiksbestemming kan het product worden afgewerkt met verfstoffen zoals PAINT FLOOR of PAINT POOL (zie de betreffende technische fiches) of met keramiek. Het plaatsen van keramiek dient te gebeuren met brede voegen met lijm van het type C2 (bij voorkeur met vervormbaarheidsklasse S1 en S2). Het daarop volgende voegwerk dient te gebeuren met cementdichtingsmiddelen klasse CG2. WATERDICHTE, ELASTISCHE BEKLEDINGEN/SYSTEMEN 97

6 Waarschuwingen is geen dampbarrière. Het product binnen 20 minuten na het mixen gebruiken. niet aanbrengen op dragers die met water zijn verzadigd (zie applicatie). Geen water toevoegen aan of de mengverhouding veranderen. niet aanbrengen bij temperaturen van meer dan 40 C of lager dan +5 C of wanneer men voorziet dat die binnen 24 uur onder deze grenswaarde kan dalen. Wacht minstens 3 dagen vooraleer een beschermende laag of afwerking (keramiek bekleding, beschermende afdeklaag, enz...) aan te brengen. In lokalen waar weinig ventilatie is of waar een hoge vochtigheidsgraad is, kunnen er zich belangrijke condensfenomenen voordoen. Breng niet in lagen van meer dan 1,5 mm per laag aan. Bescherm tegen regen tijdens de eerste 24 uur na het aanbrengen. Afwerking met verf op basis van solventen kan de aantasten. Controleer op voorhand of het product compatibel is aan de hand van enkele testen. Verbruik en rendement 3 4 kg/m 2 in functie van de oneffenheid van de drager. 98 Verpakkingen en opslag wordt geleverd in verpakkingen van 20 kg (15 kg poeder + 5 kg vloeistof ). De opslag van het product dient te gebeuren in een droge omgeving, vermijd blootstelling aan vorst en aan warmte (maximumtemperatuur 40 C) en rechtstreekse blootstelling aan zonlicht vooraleer het product aan te brengen. Veiligheid is een alkalisch product dat niet giftig is. Het is aanbevolen om tijdens de werkzaamheden een masker en handschoenen te dragen. Bij toevallig contact met de ogen moet men overvloedig met water spoelen en een arts raadplegen.