International Business & Languages

Transcriptie

1 Opleidingsstatuut Deel 1: Studiegids voor de bacheloropleiding International Business & Languages van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen studiejaar Versie 6 juli 2017

2 Opleidingstatuut Opleiding International Business & Languages Opleidingstatuut Opleiding International Business & Languages Inleiding... 3 Deel 1: Studiegids... 5 Voorwoord Visie op het onderwijs De doelen van de opleiding Curriculum van de opleiding Toetsing binnen de opleiding Studieloopbaanbegeleiding Interne Organisatie Roosters en jaarplanning Kwaliteitszorg Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau Bijlagen

3 Inleiding In dit opleidingsstatuut geven wij je informatie over de gang van zaken tijdens je studie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Je treft ook informatie aan over bijvoorbeeld de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en de procedures met betrekking tot jouw rechtsbescherming. Volgens de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een hbo-instelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken. Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (dus: de HAN) en het opleidingsspecifieke deel (dus: de opleiding), zie figuur 1. Het instellingsspecifieke deel - we noemen dat het studentenstatuut - bevat een beschrijving van jouw rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die jouw rechten beschermen: - een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling, - een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke - regelingen, en; - een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van jouw rechten. Dit instellingsspecifieke deel kun je terugvinden op HAN Insite. Het opleidingsspecifieke deel we noemen dat verder het opleidingsstatuut (OS) bestaat uit drie delen: 1. Studiegids In de studiegids vind je informatie over de opbouw van de opleiding en over de beroepstaken en competenties die in je opleiding centraal staan. Verder krijg je informatie over de organisatie van de opleiding, de invulling van studieloopbaanbegeleiding en de faciliteiten die er binnen de opleiding, het instituut of de HAN voor jou zijn. Ook krijg je de algemene informatie die voor alle HAN-studenten geldt, zoals de jaarplanning, de vakanties en de tentamen- en herkansingsperiodes. 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens Hier vind je met name de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens. 3. Beschrijving van het onderwijs In deel 3 vind je onder andere informatie over het curriculum van jouw opleiding, de onderwijseenheden en tentaminering, de integrale toetsen en de minoren van jouw opleiding. De informatie in dit deel hoort bij de Onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van het opleidingsstatuut is gepresenteerd. 3

4 Figuur 1 Studentenstatuut en Opleidingsstatuut Algemene bepalingen Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de opleiding International Business & Languages, hierna te noemen de opleiding, in het studiejaar In dit opleidingsstatuut zijn jouw rechten en plichten enerzijds en van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die je door de instelling worden aangeboden, de vastgestelde onderwijs- examenregeling en de procedures voor je rechtsbescherming in aanvulling op die van de instelling. Dit opleidingsstatuut is vastgesteld bij besluit van de faculteitsdirectie van de faculteit Economie en Management (FEM) op 6 juli De faculteitsraad heeft op 6 juli 2017 ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut. Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op Insite HAN en op de website van de HAN. 4

5 Deel 1: Studiegids 5

6 Studiegids International Business and Languages Faculteit Economie en Management

7 Inhoud Voorwoord Visie op het onderwijs De doelen van de opleiding Domein, instituut, opleiding De beroepen waarvoor wordt opgeleid Beroepstaken en competenties Domeincompetenties en Dublin Descriptoren Vervolgstudies Curriculum van de opleiding Indeling van de opleiding Het onderwijsaanbod Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar Toetsing binnen de opleiding Algemeen Toetsing Toetsprogramma IBL Tentamenrooster, inschrijving, bekendmaking uitslag Plagiaat en Ephorus Behalen van het diploma van de propedeuse Behalen van het diploma van de opleiding Resultatenoverzicht, bewijsstukken, getuigschriften en verklaringen Studieloopbaanbegeleiding Studieadvies en studievoortgang Studiebegeleiding Interne Organisatie Faculteiten, domeinen en instituten Management en organisatie op faculteits-, instituuts- en opleidingsniveau Examencommisie(leden) Medezeggenschap van studenten en medewerkers op HAN-, faculteits- en instituutsniveau Opleidingscommissie (OPC) Faculteitsraad (FR) Medezeggenschapsraad (MR) Belangrijkste informatiekanalen van de opleiding Wie, Wat, Waar Roosters en jaarplaning Lestijden en openingstijden Rooster en codes

8 7.3 Jaarplanning HAN Kwaliteitszorg Systeem van kwaliteitszorg van de opleiding Accreditatie Externe toezichthouder Studentenvoorzieningen op faculteits- en instituutsniveau Studentenondersteuning Studenteninformatievoorziening Overige voorzieningen Bijlagen Domeincompetenties IBL Toelichting competentie 7 en CEFR-niveaus Overzicht samenhang domeincompetenties en clusters/onderwijseenheden IBL Gedragsregels tijdens tentamens en tijdens inzages Plagiaat en fraude Bijlagen

9 Voorwoord Dit is de studiegids voor de opleiding International Business and Languages (IBL). De opleiding IBL wordt geheel in Arnhem en voor het eerste en tweede jaar ook in Nijmegen aangeboden. Deze studiegids geeft informatie over de inhoud, opbouw en organisatie van de opleiding. De studiegids maakt deel uit van het Opleidingsstatuut (OS). Het OS bestaat uit drie delen, waarvan de studiegids deel 1 vormt. In het Opleidingsstatuut (OS) is tevens de Onderwijs- en examenregeling (OER) opgenomen (deel 2). Hierin zijn de formele regelingen opgenomen over het onderwijs en de toetsing. Denk bijvoorbeeld aan de termijn waarbinnen de uitslag van een toets bekend moet zijn, inzage in toetsen, de studielast en de onderwijseenheden van de opleiding. Het gehele Opleidingsstatuut is te vinden op Insite, subpagina International Business and Languages. Naast dit OS is ook een aantal andere documenten belangrijk voor jou als student. In de studiehandleidingen is informatie opgenomen over de diverse onderwijseenheden. Studiehandleidingen worden bij de start van een onderwijseenheid verstrekt aan studenten en staan op Scholar. Ook op Insite staat het Studentenstatuut van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) dat voor alle studenten en opleidingen van de HAN geldt. Het Studentstatuut meldt wat studenten mogen verwachten van de HAN en wat de HAN van hen verwacht. Het is een verzameling van alle rechten en plichten van studenten en geeft ook aan welke voorzieningen er voor studenten zijn. Bovendien bevat het een overzicht van de rechtsbescherming van studenten. In de HAN-agenda tenslotte vind je verdere informatie over de organisatie en belangrijke data. Deze kun je ophalen bij t Vraagpunt. Aangezien deze studiegids wordt gedrukt voor de start van het studiejaar, worden actuele wijzigingen en aanvullingen op de studiegids gepubliceerd op Insite en Scholar. De meest recente versie van deze studiegids staat dan ook op Insite, Scholar en (bij jouw opleiding). Actuele informatie over inschrijven tentamens, inzage, sluitingstermijnen, etc. vind je op Insite en wordt tevens op de informatieschermen in de gebouwen gepubliceerd. Zoek je een docent van je opleiding, kijk dan op Insite bij jouw opleiding onder tab Over Ons. Meer praktische informatie over bij wie je met vragen terecht kunt en welke informatiekanalen er zijn, vind je in deze studiegids. Wij wensen je veel succes met je studie. Arnhem, augustus 2017 Hetty Vonk, opleidingscoördinator International Business and Languages 9

10 1. Visie op het onderwijs Het instituut IB&C wil zijn studenten breed opleiden tot internationaal georiënteerde, zelfstandig functionerende HBO-professionals, die competent zijn in het uitoefenen van hun beroep in een internationale, commerciële setting. Zij zijn in hun beroepsuitoefening gericht op het in samenwerking met anderen en over disciplines heen signaleren en oplossen van concrete problemen, alsmede het signaleren en benutten van reële kansen. De HAN-IBL leidt studenten op tot professionals die op hbo-niveau aan de slag kunnen in een internationale, commerciële omgeving, dankzij hun stevige kennisbasis, talige en culturele bagage en hun praktische oriëntatie. Missie De missie van de HAN-IBL is door het team in als volgt geformuleerd: De opleiding IBL aan de HAN biedt de ambitieuze en onderzoekende student een passende leeromgeving, waarin een onderwijsprogramma op HBO-niveau wordt aangeboden dat ethisch en maatschappelijk verantwoord en actueel is. De opleiding inspireert de student om zich te ontwikkelen in een richting met een internationaal economisch/commerciële focus op een zodanige manier dat de student in een veilige leeromgeving door het gehele IBL team wordt gestimuleerd en geïnspireerd om het beste uit zichzelf te halen en hierdoor een meerwaarde heeft voor het beroepenveld. Export is de centrale context binnen de opleiding. In de opleiding verwerf je de competenties die hiervoor nodig zijn. De opleiding IBL hanteert drie centrale uitgangspunten voor de inrichting en vormgeving van haar onderwijs, te weten: beroepsgerichtheid, zelfsturing en flexibilisering. Beroepsgerichtheid De beroepspraktijk - het werkveld waar IBL ers werkzaam zijn - staat centraal in het opleidingsprogramma van de opleiding IBL. Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. In elke onderwijseenheid staan één of meerdere beroepstaken centraal. De beroepstaken onderling hangen met elkaar samen: samen vormen ze het beroep van de IBL er. Daarnaast wordt door de docenten zoveel mogelijk gebruikgemaakt van actuele literatuur en voorbeelden en opdrachten uit de beroepspraktijk. Om beroepstaken te kunnen uitvoeren heb je kennis, vaardigheden en (beroeps-)houding nodig. Deze zijn vastgelegd in de zogenoemde competenties van de opleiding (ook wel eindkwalificaties genoemd). Je laat gedurende je opleiding zien dat je over de competenties beschikt door toetsen te maken die aan de beroepstaak zijn gekoppeld (zie uitgebreid hoofdstuk 4). Zelfsturing Met ons onderwijs willen wij je leren om zelfstandig relevante beroepstaken uit te voeren in bekende en nieuwe (beroeps-)situaties. Ook moet jij je als HBO-professional na afronding van je studie kunnen blijven ontwikkelen gedurende je loopbaan. Tijdens de opleiding zul je daarom leren om in toenemende mate (zelf)sturing te geven aan je leerproces en zul je meer verantwoordelijkheid voor je leerproces krijgen en nemen. Hiertoe onderscheidt de opleiding drie studiefasen ofwel niveaus: - propedeuse, niveau 1; - hoofdfase, niveau 2; - afstudeerfase, niveau 3. Met deze fasen neemt, hand in hand met het niveau, ook de zelfsturing en verantwoordelijkheid van studenten toe en neemt de sturing van docenten af. Ook zal de complexiteit van de beroepstaken en de opdrachten toenemen naarmate je verder in de opleiding zit. Tenslotte sluiten ook de (studie)begeleiding en de werkvormen aan bij de fase/het niveau. Flexibilisering In het onderwijs wordt waar mogelijk aangesloten bij de ambities, wensen en behoeften van studenten. Het onderwijsprogramma is daarom op behaalde momenten flexibel. Op deze punten kun je zelf keuzes maken over de invulling van je opleiding of over het tijdspad en planning. Het feit dat de meeste onderwijseenheden twee keer per jaar worden aangeboden, maakt een flexibeler leerroute mogelijk (geen onbeperkte flexibiliteit: er zit wel een volgtijdelijkheid in het programma). Verder heb je 30 studiepunten vrije keuzeruimte (minor) in je opleiding om je te verbreden of te verdiepen. 10

11 Door middel van deze minor kun je je specialiseren of verder profileren. Dit is ook mogelijk door de ruimte die je hebt bij de invulling van de stage en het afstuderen. Vaak is het mogelijk om samen met de studieloopbaanbegeleider de volgorde van de stage (E-cluster) en de minor (F-cluster) na het tweede jaar zodanig te plannen dat studie en het opdoen van praktijkervaring nog beter op elkaar aansluit. 11

12 2. De doelen van de opleiding 2.1 Domein, instituut, opleiding De opleiding International Business and Languages (IBL) is een brede opleiding. Afgestudeerde IBL ers zijn in diverse vakgebieden werkzaam: Export, Marketing, Sales, Inkoop of Marketingcommunicatie. Hierbij zal de IBL er op internationaal vakgebied werkzaam zijn. Binnen de HAN zijn inhoudelijk verwante opleidingen gegroepeerd in domeinen. De competenties die studenten ontwikkelen binnen de opleidingen van een domein, zijn vergelijkbaar en kunnen zelfs deels gelijk zijn. De opleiding IBL is een van de opleidingen van het instituut International Business & Communication (IB&C) en kenmerkt zich door de focus op international business en international communication. Het instituut IB&C kent drie domeinen: - Commerce; - Communication; - Business Administration. De opleiding IBL behoort tot het domein Commerce. Dit geldt ook voor drie andere opleidingen van het instituut IB&C: Commerciële Economie (CE), Food & Business (F&B) en Small Business & Retail Management (SB&RM). Activiteiten die typerend zijn voor opleidingen binnen het domein Commerce zijn onder andere het organiseren en beheren van verkoop, inkoop en marketing, onderhandelen, dienstverlenende communicatie over producten en diensten en het werken in een internationale context. Afgestudeerde IBL ers ontvangen de graad bachelor of Commerce. De IBL onderscheidt drie hoofdcompetentiegebieden die in onze opleiding centraal staan. - International Business: de IBL er is in staat om op professionele wijze de bedrijfsmatige processen rondom internationaal zaken doen te ontwikkelen, uit te voeren en aan te sturen. - International Communication: de IBL er is in staat om internationale zakelijke communicatie op professionele wijze in drie moderne vreemde talen vorm te geven. - Intercultural Awareness: de IBL er heeft inzicht en kennis van het belang van interculturele verschillen op de diverse fases van het proces van internationaal zaken doen en kan zich inleven in verschillende culturen ter ondersteuning van de bedrijfsmatige processen rondom internationaal zaken doen. Voor de opleiding IBL is landelijk een set van elf domeincompetenties geformuleerd die door het werkveld zijn gevalideerd. Deze competenties zijn de eindkwalificaties waaraan elke afgestudeerde IBL er moet voldoen. De elf IBL-competenties sluiten aan op het specifieke beroep/vakgebied van International Business and Languages. Het betreft competenties die aansluiten bij de onderstaande vakgebieden. - Ondernemendheid. - Marktonderzoek. - Internationale Marktanalyse en concurrentieanalyse. - Strategie en beleidsontwikkeling. - Planning en uitvoering. - Relatie en management. - Communicatie. - Leiderschap en management. - Sociale en communicatieve competentie. - Zelfsturende competentie. - Intercultural awareness. Voor elke competentie is het eindniveau waarop de competenties beheerst moeten worden, vastgesteld. 12

13 Profilering De opleiding IBL aan de HAN onderscheidt zich ten opzichte van andere IBL-opleidingen en de commerciële opleidingen binnen het instituut door zich met name te richten op de export. Het economische lot van Nederland is onlosmakelijk verbonden met de wereldeconomie in het algemeen en met Europa in het bijzonder. Dit open karakter van de Nederlandse economie verklaart de sterke behoefte aan hoog opgeleide professionals met een brede kennis op het gebied van export. De internationale handel is vergemakkelijkt door nieuwe technologische ontwikkelingen en het samengaan van de Europese markt. Hierdoor houden steeds meer bedrijven bij het kiezen van een vestigingsplaats niet zozeer rekening met het land, maar met de strategische voordelen van een locatie. Dat is meestal een plek dichtbij de markt. Voor het midden- en kleinbedrijf is internationalisering een manier om groei te realiseren nu daar op de Nederlandse markt weinig ruimte voor is. Met de toename van internationale handel hebben bedrijven behoefte aan werknemers die de talen van hun buitenlandse handelspartners beheersen. Uit het alumni- en werkveldonderzoek komt duidelijk naar voren dat een groot gedeelte van de afgestudeerde IBL-studenten terecht komt in (internationale) functies die te maken hebben met export. Om studenten succesvol voor te bereiden op de beroepspraktijk bevat het onderwijsprogramma door alle leerjaren (en pijlers) heen onderwijseenheden in oplopende moeilijkheidsgraad in de context van export. 2.2 De beroepen waarvoor wordt opgeleid De ambitie van de opleiding is de student opleiden tot een professional die de schakel is tussen zijn bedrijf/organisatie en de internationale omgeving. Een IBL er kan de belangen van zijn bedrijf/organisatie in kaart brengen, doelen stellen en deze vertalen in plannen. Hij legt en onderhoudt contacten met internationale relaties, vooral op de volgende drie gebieden: - internationaal exportmanagement; - internationaal inkoop-, verkoop- en accountmanagement; - internationaal communicatiemanagement. Binnen deze gebieden leidt de opleiding op voor internationale commerciële functies op het gebied van export waarbij kennis van taal en cultuur erg belangrijk is. Het onderwijsprogramma is dan ook voornamelijk toegespitst op deze twee kerngebieden (business en taal). Binnen de internationale context waarin een IBL er werkzaam is, stelt de opleiding de student in staat de competenties te verwerven en draagt de opleiding er zorg voor dat de pas afgestudeerde in staat is door te groeien naar een leidinggevende functie. Internationaal zaken doen en export vormen de rode draad voor een IBL er. Belangrijke kenmerken daarbij zijn: internationaal georiënteerd zijn, een trendwatcher zijn, veranderingen aanvoelen en vertalen voor het bedrijf, het snel eigen maken van complexiteiten van de markt, het implementeren van (vernieuwend) beleid en daarbij rekening kunnen houden met verschillende belangen, weerstanden en onvoorziene omstandigheden. Vandaar dat de IBL er internationaal communicatief bekwaam is, schriftelijk, mondeling, gerelateerd aan realisatie van commerciële zakelijke doelstellingen van het bedrijf, uiteenlopende van (interne en externe) communicatie, sales, inkoop, concreet relatiebeheer en relatieontwikkeling. Daarbij is hij goed bekend met een breed spectrum aan (moderne) communicatiemiddelen en zet deze middelen in ten behoeve van de realisatie van de doelstellingen. Hiertoe beheerst de IBL er minstens drie moderne vreemde talen, waarbij Engels verplicht is. Daarnaast is de IBL er in staat bedrijfsresultaten te verbeteren door het bouwen van een netwerk van internationale relaties met personen in organisaties van verschillende culturele achtergronden. De IBL er signaleert en initieert activiteiten op strategisch, tactisch en operationeel niveau onder andere op basis van deze relaties en contacten. Pas afgestudeerde IBL ers krijgen over het algemeen functies op uitvoerend niveau op het terrein van internationaal inkoop-, verkoop- en accountmanagement, internationaal communicatiemanagement en exportmanagement. Voorbeelden van startfuncties zijn: - exportmedewerker; - Internationaal marketing medewerker; - medewerker international sales; - channel marketeer; 13

14 - internationaal inkoper; - medewerker marketingcommunicatie; - assistent internationaal inkoper; - medewerker direct marketing; - medewerker externe zaken. Na zo n drie jaar ervaring vindt er doorgroei plaats, om na ongeveer vijf jaar door te groeien naar functies op strategisch niveau. Voorbeelden hiervan zijn functies als exportmanager, productmanager, business development manager, internationaal marketing- & salesmanager, accountmanager, hoofd inkoper, area manager en exportmanager. Als manager is de IBL er bovendien volwaardig gesprekspartner op alle gebieden, maatschappelijk, politiek, cultureel en uiteraard zakelijk. 2.3 Beroepstaken en competenties De beroepspraktijk staat centraal in het onderwijsprogramma van de opleiding IBL. Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. De onderwijseenheden zijn opgebouwd rond beroepstaken en beroepsproducten. De beroepstaken onderling hangen met elkaar samen: samen vormen ze het beroep van de IBL er. Een student moet laten zien dat hij een beroepstaak met de daarbij behorende competenties beheerst. Dat doet hij door de beroepsproducten op te leveren en toetsen te maken die aan de beroepstaak zijn gekoppeld. De beroepstaken zijn: - het voeren van overleg over en het creëren van draagvlak voor initiatieven op internationaal terrein (beginnend beroepsbeoefenaar); - het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten en communicatie voor het bedrijf of de organisatie (beginnend beroepsbeoefenaar); - het ontwikkelen van realistische doelstellingen voor de internationale activiteiten van het bedrijf en de organisatie, op basis van marktonderzoek (waarvan cultuuronderzoek altijd een onderdeel is) en interne afstemming in de organisatie (gevorderd beroepsbeoefenaar); - het kunnen inschatten van investeringsrisico s op het gebied van geld, tijd en inspanning die verbonden zijn aan de ontwikkeling van specifieke internationale activiteiten (gevorderd beroepsbeoefenaar); - het aansturen van buitenlandse partners die zich (op projectbasis) bezig houden met de internationale activiteiten van het bedrijf of de organisatie (gevorderd beroepsbeoefenaar); - het financieel kunnen onderbouwen en verdedigen van de beroepsproducten (gevorderd beroepsbeoefenaar); - het maken van afgewogen en gemotiveerde keuzes voor zijn eigen ontwikkeling in zijn (toekomstige) beroep en functie (gevorderd beroepsbeoefenaar). Om de beroepstaken uit te kunnen voeren moet de IBL er tijdens zijn opleiding een aantal competenties verwerven. Per competentie is vastgesteld wat een student moet kennen en kunnen op verschillende niveaus. De competenties waarover de afgestudeerde IBL er moet beschikken zijn hieronder beschreven. Een uitgebreide beschrijving van de competenties is bijgevoegd in bijlage 1 van deze studiegids. IBL-competenties / Eindkwalificaties Pijler 1 International Business 1 Initiëren en creëren van (hedendaagse) producten en diensten ten behoeve van een grotere of kleinere internationale markt. 2 Uitvoeren, interpreteren, toetsen en evalueren van (internationaal) marktonderzoek. 3 Vaststellen voor een onderneming van enerzijds de sterktes en zwaktes op basis van een analyse van de interne bedrijfsprocessen en -cultuur, als onderdeel van de waardeketen, en anderzijds van de kansen en bedreigingen op de internationale markten op basis van relevante nationale en internationale trends. 14

15 4 Ontwikkelen van marketingbeleid voor een nationaal of internationaal opererende onderneming en het kunnen onderbouwen en beargumenteren van gemaakte keuzes. 5 Opstellen, uitvoeren en bijstellen van diverse plannen met betrekking tot internationalisering op basis van het beleid internationale marketing. 6 Ontwikkelen, onderhouden en verbeteren van internationale zakelijke relaties ten behoeve van inkoop, verkoop en dienstverlening en het verkopen van producten en/of diensten mede met behulp van moderne media (zoals CRM, customer relationship management). Pijler 2 International Communication 7 Communiceren in drie moderne vreemde talen en rekening houdend met culturele verschillen, intern en extern, nationaal en internationaal. 8 Leiding geven aan een internationaal bedrijf, een internationaal bedrijfsonderdeel, bedrijfsprocessen of een internationaal project op het gebied van internationale in- en verkoop en internationale communicatie. 9 Interpersoonlijke, sociale en communicatieve vermogens. Pijler 3 Intercultural Awareness 10 Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional). 11 Persoonlijke professionele Internationale vermogens. De matrix waarin beroepstaken en competenties aan elkaar zijn gekoppeld, is opgenomen in het opleidingsplan IBL. In de volgende matrix in te zien hoe beroepstaken en competenties samenhangen. Beroepstaak Competentie A- en B-cluster (beroepstaken in het gemeenschappelijke deel van de propedeuse) 1. De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de marketing/marketingcommunicatieactiviteiten in de uitvoerende sfeer. 2. De beroepsbeoefenaar ondersteunt bij het opzetten, de uitvoering en evaluatie van eenvoudig marktonderzoek. 3. De beroepsbeoefenaar werkt vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en houdt rekening met actuele zaken gerelateerd aan de externe omgeving van een organisatie 4. De beroepsbeoefenaar geeft zijn eigen competentieontwikkeling vorm en stippelt zijn eigen (studie)loopbaan uit wat betreft keuzes in te volgen programmaonderdelen (stage, minor, afstuderen, opleiding) 5. De beroepsbeoefenaar ondersteunt en evalueert binnen de gestelde doelstellingen de (online) marketingcommunicatie activiteiten in de uitvoerende sfeer. 6. De beroepsbeoefenaar stemt zijn communicatie af op de taal en cultuur van zijn in- en externe relaties en reflecteert daarop. v v v v v v v v v v v B-cluster (opleidingsspecifieke deel) en hoofdfase 1. Het voeren van overleg over - en het creëren van draagvlak voor initiatieven op internationaal terrein v v v v v v 15

16 2. Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten en communicatie voor het bedrijf of de organisatie 3. Het ontwikkelen van realistische doelstellingen voor de internationale activiteiten van het bedrijf en de organisatie, op basis van marktonderzoek (waarvan cultuuronderzoek altijd een onderdeel is) en interne afstemming in de organisatie; 4. Het kunnen inschatten van investeringsrisico s op het gebied van geld, tijd en inspanning die verbonden zijn aan de ontwikkeling van specifieke internationale activiteiten; 5. Het aansturen van buitenlandse partners die zich (op projectbasis) bezig houden met de internationale activiteiten van het bedrijf of de organisatie; 6. Het financieel kunnen onderbouwen en verdedigen van de beroepsproducten; 7. Het maken van afgewogen en gemotiveerde keuzes voor zijn eigen ontwikkeling in zijn (toekomstige) beroep en functie. v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v v Een uitgebreider overzicht is te vinden in het opleidingsplan IBL. 2.4 Domeincompetenties en Dublin Descriptoren De opleiding IBL hanteert bij het verantwoorden van het niveau van de opleiding de Dublin Descriptoren als ijkpunt. Per Dublin descriptor zijn de eindkwalificaties van de opleiding die bij de desbetreffende descriptor aansluiten, in het onderstaande schema weergegeven. Uit deze analyse blijkt dat alle Dublin Descriptoren terugkomen in de eindkwalificaties van de opleiding. Omschrijving niveau bachelors ( Dublin descriptoren ) Bron vertaling: NVAO Kader (Toepassen) Kennis en Inzicht Competentie: 1 t/m 8. Oordeelsvorming Competentie: 2, 3, 7, 11 Door de Opleiding IBL nagestreefde eindkwalificaties die bij deze eisen aansluiten Communicatie Competentie: 2, 5, 6, 7, 8, 9, 11 Leervaardigheden Competentie: 10, 11 In de opleiding zijn deze descriptoren verwerkt in de beoordelingscriteria van de verschillende competenties. 2.5 Vervolgstudies Een aanzienlijk deel (ruim 25%) van de IBL-afgestudeerden vervolgt zijn studie aan een Nederlandse universiteit. De universiteiten hebben in veel gevallen masterprogramma's ontwikkeld waarbij soms vrijstellingen worden verleend op grond van de IBL-opleiding. Meestal volg je dan eerst een instroomprogramma waarmee je toegang krijgt tot een eenjarige of tweejarige masterfase. Het spreekt vanzelf dat hoe meer de universitaire studie aansluit bij de vooropleiding, hoe meer vrijstellingen worden verleend. Universitaire masterprogramma's die voor afgestudeerde IBL ers in aanmerking komen, zijn: 16

17 - Communicatiewetenschappen aan de RU Nijmegen of UvA Amsterdam. - International Business aan de Rijksuniversiteit Maastricht. - Managementwetenschappen aan de RU Nijmegen. - Bedrijfscommunicatie aan de RU Nijmegen. In bepaalde gevallen kun je tijdens je minor van de IBL-opleiding al een deel van je instroomprogramma volgen, waardoor je je uiteindelijke studietijd aan de universiteit verkort. Je kunt via internet diverse masterprogramma s van universiteiten bekijken. Het is ook mogelijk om aan de HAN de tweejarige Master of International Business te gaan volgen. Heb je specifieke vragen, dan kun je altijd terecht bij de senior studieloopbaanbegeleider of de opleidingscoördinator. 17

18 3. Curriculum van de opleiding 3.1 Indeling van de opleiding Studiejaar, semesters, cluster, groepen Iedere opleiding bestaat uit vier studiejaren. Het eerste studiejaar is de propedeuse. Daarna volgt de hoofdfase. Elk studiejaar is verdeeld in twee semesters, clusters genaamd. Een cluster bestaat uit één of meer onderwijseenheden en duurt dus een half jaar. Elk cluster wordt aangeduid met een letter. De clusters zijn: 1 e studiejaar A- en B-cluster De propedeuse 2 e studiejaar C- en D-cluster 3 e studiejaar E- en F-cluster De hoofdfase 4 e studiejaar G- en H-cluster Alle studenten starten met cluster A. De propedeuse IBL start alleen in september. Omdat de IBL deelneemt aan de gemeenschappelijke propedeuse van IB&C, is het voor aantal modules mogelijk om deze nog een keer te volgen vanaf februari. In het derde en vierde jaar start elk cluster elk halfjaar, in september en in februari. Hierdoor is het mogelijk voor de student om: - tentamens elk semester te doen; - eventuele studievertraging te beperken tot één semester. Elk cluster bestaat uit een of meerdere onderwijseenheden (OWE); een onderwijseenheid kan uit meerdere modulen bestaan. Ieder cluster is onderverdeeld in twee perioden van zeven lesweken (OW) en één of twee toetsweken. Tijdens de eerste zeven weken volg je (hoor- en werk-)colleges, trainingen en werk je met medestudenten aan opdrachten of beroepsproducten. Na deze zeven weken volgen één of twee weken waarin tentamens worden afgenomen. Tussen semester 1 en 2 worden o.a. de taalreizen georganiseerd. Schematisch ziet een periode er als volgt uit: OW 1 t/m 7 (Hoor- en werk-)colleges Trainingen Opdrachten Voorbereiding toetsen/tentamens OW 8 en 9 Toetsen/tentamens Aan het begin van het studiejaar ontvang je een agenda van de FEM. In deze agenda vind je de complete jaarplanning met daarin alle onderwijsweken en vakanties. De onderwijsweken worden als volgt weergegeven: <periode> - <onderwijsweek>, bijvoorbeeld: (periode 1 - onderwijsweek 1); (periode 2 - onderwijsweek 4). De jaarplanning is te vinden op HAN-insite. Major en Minor Elke opleiding kent over de vier studiejaren heen een basisindeling die bestaat uit een major en een minor. De major is de hoofdrichting van de opleiding waarin je de beroepscompetenties ontwikkelt. De major omvat 210 studiepunten 1. De minor is een door eigen keuze in te vullen deel van de studie waarin je de beroepscompetenties verbreedt of verdiept. De minor duurt een half jaar (één semester) en omvat 30 studiepunten. Meer informatie over invulling van de minor vind je verderop in dit hoofdstuk. Indeling van de Major Minor Totaal opleiding Propedeuse Hoofdfase Totaal Studiepunten geven de studiebelasting aan. Eén studiepunt staat voor 28 studiebelastinguren. 18

19 Studenten worden ingedeeld in lesgroepen. De groepen worden aangeduid met een code waarin de opleiding, de plaats en het cluster zijn opgenomen. Groep BLA-C01 is een groep uit de IBL-opleiding uit Arnhem die de onderwijseenheden uit cluster C volgt. De groep zit in klas 01. BLN-B01 is een groep uit de IBL-opleiding uit Nijmegen die de onderwijseenheden uit cluster B volgt. Semester Periode Studiejaar Cluster 1 1 en 2 1 A 2 3 en 4 1 B 3 1 en 2 2 C 4 3 en 4 2 D 5 1 en 2 3 E (stage) 6 3 en 4 3 F (minor/studie buitenland) 7 1 en 2 4 G 8 3 en 4 4 H (afstuderen) 3.2 Het onderwijsaanbod Het eerste semester van de propedeuse is een gemeenschappelijk cluster met twee andere opleidingen van het instituut International Business & Communication (IB&C): Small Business & Retail Management (SBRM) en Commerciële Economie (CE). Het doel van dit (gemeenschappelijke) semester in de propedeuse is: - een goede economische basis ontwikkelen voor de verdere studie; - een goed beeld krijgen van de opleiding en het beroep waarvoor wordt opgeleid; - verschillen in kennisniveau als gevolg van verschillen in vakkenpakketten en vooropleidingen, zoveel als nodig, opheffen; - adviseren over het vervolg van de studie; - stimuleren van zowel sociale binding als binding met de opleiding. Het tweede, derde en vierde jaar vormen samen de hoofdfase van de opleiding (ook wel postpropedeutische fase genoemd). Hierin word je verder voorbereid op het beroep waarvoor de IBLopleiding opleidt: een professional op het gebied van export, internationale marketing en internationaal zakendoen. 19

20 Onderwijseenheden (OWE) Elk studiejaar bestaat uit twee clusters. Elk cluster is opgebouwd uit één of meer onderwijseenheden. Binnen een onderwijseenheid worden modulen gegeven die aansluiten bij één of meerdere beroepstaken en werk je aan relevante opdrachten die bij de beroepstaken horen. In de tabel hieronder zijn de onderwijseenheden per cluster opgenomen. Samen vormen de onderwijseenheden het studieprogramma (curriculum). Voltijd A-cluster B-cluster Propedeuse AMM1 Marketing 1 en 2 BMO1 Marketing 3 en 4 Niveau 1 5 studiepunten 5 studiepunten AMM2a Marketingcommunicatie 2,5 studiepunten AMM2b Online Business 1 2,5 studiepunten BMO2 Marketingcommunicatie 2 2,5 studiepunten BAB Business Abroad en Onderzoek 2 7,5 studiepunten ABO1 Business & Onderzoek 1: Bedrijfseconomie 2,5 studiepunten ABO2 Business & Onderzoek 2: Onderzoek 1 2,5 studiepunten AAE Algemene Economie 5 studiepunten ATC1 Taal en Cultuur Nederlands 1 en 2 2,5 studiepunten ATC2 Taal en Cultuur Engels 1 en 2 2,5 studiepunten ATC3 Taal en Cultuur Duits 1 en 2 * 2,5 studiepunten BTC1 Taal en Cultuur Nederlands 3 en 4 2,5 studiepunten BITC Internationaal Taal en Cultuur Engels 5 studiepunten BTC3 Taal en Cultuur Duits 3 en 4 * 2,5 studiepunten BTC4 Taal en Cultuur Frans 3 en 4 * 2,5 studiepunten BTC5 Taal en Cultuur Spaans 3 en 4 * 2,5 studiepunten IT1 Integrale Toets Proeve van Bekwaamheid ATC4 Taal en Cultuur Frans 1 en 2 * 2,5 studiepunten ATC5 Taal en Cultuur Spaans 1 en 2 * ** 2,5 studiepunten STB1 Studentbegeleiding 2,5 studiepunten * De student kiest twee talen uit de talen Duits, Frans en Spaans. ** De studiepunten voor ATC5 worden in het B-cluster toegekend, echter de student volgt de onderwijseenheid in het A-cluster. 20

21 Voltijd stp Jaar 2 C-cluster D-cluster 60 Niveau 2 CIO - Internationale Marktverkenning 7,5 studiepunten DEX Export Project 5 studiepunten COB - Omgeving en Bedrijf 5 studiepunten DIE - Introductie Export 7,5 studiepunten TBN3 - Taal en Cultuur Nederlands 3 2,5 studiepunten TBN4 - Taal en Cultuur Nederlands 4 2,5 studiepunten TBB3 - Taal en Cultuur Basis 3 7,5 studiepunten TBB4 - Taal en Cultuur Basis 4 7,5 studiepunten TBK3 - Taal en Cultuur Keus 3 7,5 studiepunten TBK4 - Taal en Cultuur Keus 4 7,5 studiepunten Jaar 3 E-cluster F-cluster 60 Niveau 2/3 ESB - Stage Buitenland / EST - Stage Nederland 30 studiepunten STB - Studie Buitenland / MIN - Minor 30 studiepunten Jaar 4 G-cluster H-cluster 60 Niveau 3 Internationale Communicatie, keuze uit: - GID1- Duits 9 - GIF1 - Frans 9 - GIS1 - Spaans 9 5 studiepunten Internationale Communicatie, keuze uit: - GID2 Duits 10 - GIF2 - Frans 10 - GIS2 - Spaans 10 2,5 studiepunten GCC - Professional Communication 7,5 studiepunten GEX - Exportmanagement 15 studiepunten HAO - Afstudeeropdracht 27,5 studiepunten Keuze uit: - GID2 Duits 10 - GIF2 - Frans 10 - GIS2 - Spaans 10 2,5 studiepunten Deze opbouw in clusters is gevisualiseerd in het huis IBL. Het is gebouwd op het fundament van de propedeuse (A- en B-cluster), daarop vervolgens de clusters C t/m G en als dak het afstuderen (Hcluster). 21

22 22

23 In de volgende paragrafen wordt per studiejaar een uitgebreide beschrijving van alle clusters gegeven. De beschrijvingen van alle onderwijseenheden van het 1e, 2e, 3e en 4e studiejaar zijn opgenomen in deel 3 van het OS (ingangsniveau, studiepunten, beroepstaak, beroepsproducten, omschrijving, organisatie/werkvormen en toetsing). 3.3 Eerste jaar A-cluster De beroepspraktijk staat centraal in het onderwijsprogramma van de opleiding IBL. In het A-cluster worden een aantal onderwijseenheden aangeboden. Deze zijn opgebouwd rond beroepstaken en in elke onderwijseenheid staan één of twee van de beroepstaken centraal. In het A-cluster volg je als IBL-student hetzelfde programma als studenten van de opleidingen Small Business & Retail Management en Commerciële Economie. Er is echter één verschil: in de opleiding IBL start je in het A-cluster ook al met je derde vreemde taal. De onderwijseenheden zijn: Marketing 1 en 2, Marketingcommunicatie, Online Business 1, Business & Onderzoek 1 en 2, Algemene Economie, Studentbegeleiding en Taal & Cultuur 1 t/m B-cluster In het B-cluster volg je een onderwijsprogramma dat specifiek is voor de opleiding IBL. De volgende onderwijseenheden worden dan aangeboden: Marketing 3 en 4 en Marketingcommunicatie 2 Deze onderwijseenheden zijn een vervolg op Marketing 1en 2 en Marketingcommunicatie 1 uit het A- cluster. Taal & Cultuur 1 en 3 t/m 5 (twee moderne vreemde talen en Nederlands) Deze onderwijseenheden zijn een vervolg op Taal & Cultuur 1 en 3 t/m 5 uit het A-cluster. Internationaal Taal en Cultuur - Engels (Engels en Intercultural Awareness) Deze onderwijseenheid is deels een vervolg op Taal & Cultuur 2 uit het A-cluster. Business Abroad & Onderzoek 2 Binnen deze onderwijseenheid komen de modulen Business Abroad, Studentbegeleiding en Onderzoek 2 aan bod. Doel van deze onderwijseenheid is studenten te laten kennismaken met hun toekomstige rol als international relationship manager. De IBL er wordt immers opgeleid voor een rol als schakel tussen het bedrijf en de internationale bedrijfsomgeving. Hierbij maken de studenten zowel kennis met internationale inkoop (supplier analysis and selection en supplier management) als met internationale verkoop (sales channel analysis and selection). Naast het verwerven van kennis op deze beide vakgebieden wordt tijdens de onderwijseenheid ook een basis gelegd voor het ontwikkelen van een aantal vaardigheden die voor een international relationship manager essentieel zijn, te weten het schrijven van een management briefing, het doen van een presentatie en het voorbereiden en uitvoeren van een onderhandeling. In het B-cluster leg je de Proeve van Bekwaamheid af. Dit is een integrale toets welke in periode 4 wordt georganiseerd. 3.4 Tweede jaar Algemeen Het tweede jaar van de IBL-opleiding kent twee clusters: het C-cluster en het D-cluster. In het C-cluster worden de volgende onderwijseenheden aangeboden: Internationale Marktverkenning (CIO) Omgeving en Bedrijf (COB) Nederlands 3 (TBN3) Taal & Cultuur Basis 3 (TBB3) Taal & Cultuur Keus 3 (TBK3). In het D-cluster zijn dat: Introductie Export (DIE) Project Export (DEX) Nederlands 4 (TBN4) Taal & Cultuur Basis 4 (TBB4) Taal & Cultuur 4 (TBK4). Onder de onderwijseenheden TBB3 en TBB4 valt Engels, Intercultural Awareness, Your Business Abroad en Studentbegeleiding. 23

24 TBK3 en TBK4 bevat de modules van vreemde talen Duits, Frans en Spaans. Voor de studenten bestaat er de mogelijkheid een aantal internationaal erkende certificaten te behalen zoals: - Engels: het Cambridge-diploma (beginners, Advanced, Proficiency); - Frans: Delf (Diplome d Etudes en Lange Française - A1-B2); - Frans: Dalf (Diplome d Etudes Approfondies du Française - C1-C2); - Spaans: DELE (Diplomas de Español como Lengua Extranjera A1-C1); - Duits: Goethe Zertifikat (B2). Voor een aantal certificaten zijn er extra trainingsmogelijkheden. E-business en e-marketing mogen meer nadruk krijgen in het curriculum. Zo wordt komend schooljaar het G-cluster opnieuw ontwikkeld waar e-business een belangrijk onderdeel van wordt. Het komend schooljaar zal als aanvulling op het curriculum uit het D- en G-cluster met betrekking tot de leerlijn business onderwijs worden aangeboden met betrekking tot E-business en e-marketing C-cluster: Onderzoek Internationale Marktverkenning (CIO) Centraal in dit cluster staat internationale marktverkenning. Op welke nieuwe markt kan ons product geïntroduceerd worden? Is er vraag naar ons product in het buitenland? Welke mogelijkheden zijn er voor ons product op de buitenlandse markt? Dit zijn veel voorkomende vragen in de beroepspraktijk van een afgestudeerde IBL er. Om antwoord op deze vragen te krijgen zijn er regelmatig klein- of grootschalige onderzoeken die uitgevoerd of aangestuurd moeten worden. Tevens is het belangrijk dat het resultaat van het onderzoek op een zodanige manier wordt verwoord en gepresenteerd dat het ook aankomt bij de opdrachtgever. Het is daarom belangrijk dat je leert hoe het onderzoeksproces verloopt, hoe je onderzoeksresultaten (van anderen) moet analyseren, hoe je een verslag schrijft en hoe je een adviesgesprek moet houden naar aanleiding van onderzoeksresultaten. In dit cluster ga je een onderzoek doen voor een externe opdrachtgever. Deze opdracht ga je zelf uitvoeren en presenteren aan je opdrachtgever. De opdracht wordt geacquireerd bij een Nederlands bedrijf dat op de Belgische, Duitse of Franse markt actief is. Er worden verschillende ondersteunende modules aangeboden waarin de benodigde kennis en vaardigheden aan bod komen. Beroepstaak Het voeren van overleg over en het creëren van draagvlak voor initiatieven op internationaal terrein. Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten en communicatie voor het bedrijf of de organisatie. Het ontwikkelen van realistische doelstellingen voor de internationale activiteiten van het bedrijf en de organisatie, op basis van marktonderzoek (waarvan cultuuronderzoek altijd een onderdeel is) en interne afstemming in de organisatie. Omgeving en Bedrijf (COB) In deze onderwijseenheid leer je hoe je zowel de interne als de externe situatie van een bedrijf kunt analyseren. Het verwerven van inzicht in onder andere de organisatiestructuur van een bedrijf, de heersende cultuur, het type en de vorm van de organisatie, de samenwerking binnen teams en tussen mensen, is essentieel bij het analyseren van een organisatie. Daarnaast draagt inzicht in onder andere de visie, doelstellingen, externe situatie, bedrijfsethiek ertoe bij dat het beeld van de organisatie duidelijk wordt. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een belangrijk aandachtspunt bij de moderne bedrijfsvoering. Vandaar dat er ook aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden om de bedrijfsactiviteiten een meer maatschappelijk verantwoord karakter te geven. De resultaten van je analyses zullen vaak resulteren in een rapport dat soms ook gepresenteerd wordt. Het is dus heel belangrijk dat een helder verslag geschreven en een goede presentatie gehouden kan worden, zodat de boodschap overkomt. Beroepstaak Het ontwikkelen van realistische doelstellingen voor de internationale activiteiten van het bedrijf en de organisatie, op basis van marktonderzoek (waarvan cultuuronderzoek altijd een onderdeel is) en interne afstemming in de organisatie. 24

25 Nederlands 3 (TBN3) In deze modulen leer je de taal gebruiken voor communicatiedoeleinden die te maken hebben met je opleiding in het (internationale) zakenleven. In de Nederlandse taal kun je diverse mondelinge en schriftelijke communicatiemiddelen in correct Nederlands samenstellen en presenteren. Beroepstaak Het voeren van overleg over en het creëren van draagvlak voor initiatieven op internationaal terrein D-cluster: Export Introductie Export Het business deel van het D-cluster bouwt voort op de opgedane kennis in het B-cluster (Business Abroad) en probeert een goede basis te leggen voor de stage, het G-cluster en de afstudeeropdracht. Tijdens het D-cluster staat het maken van een exportplan centraal. Daarnaast moeten studenten zich bekwamen in een aantal praktische activiteiten die samenhangen met exporteren. Ter ondersteuning hiervan zal in een aantal flankerende modules aandacht worden besteed aan de volgende vakgebieden: internationale marketing, internationale economie, internationaal recht en financiële aspecten van de export. De IBL er leert vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en met behulp van de analyse van de organisatie een export business/marketing plan voor een bestaande Nederlandse onderneming uit het midden- en kleinbedrijf schrijven. De student leert op een gestructureerde manier het internationaliseringbeleid van een onderneming (mede) vorm te geven. Beroepstaak Het voeren van overleg over en het creëren van draagvlak voor initiatieven op internationaal terrein. Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten en communicatie voor het bedrijf of de organisatie. Het ontwikkelen van realistische doelstellingen voor de internationale activiteiten van het bedrijf en de organisatie, op basis van marktonderzoek (waarvan cultuuronderzoek altijd een onderdeel is) en interne afstemming in de organisatie. Het kunnen inschatten van investeringsrisico s op het gebied van geld, tijd en inspanning die verbonden zijn aan de ontwikkeling van specifieke internationale activiteiten. Export Project De IBL er leert vanuit een bedrijfseconomisch verantwoord kader en met behulp van de analyse van de organisatie een export business/marketing plan voor een bestaande Nederlandse onderneming uit het midden- en kleinbedrijf schrijven. De student leert op een gestructureerde manier het internationaliseringbeleid van een onderneming (mede) vorm te geven. Studenten werken in groepen van ongeveer vier studenten gedurende een semester, stapsgewijs, aan het schrijven van een export business/marketing plan voor een bestaande Nederlandse onderneming uit het midden- en kleinbedrijf. Doel is studenten te leren hoe zij op een gestructureerde manier het internationaliseringbeleid van een onderneming (mede) vorm kunnen geven. Tijdens een tweede project, aangeboden tijdens de tweede periode van het semester, maken studenten in de vorm van het werken aan korte opdrachten kennis met een aantal activiteiten welke samenhangen met het exporteren. Het thema van dit project is van eerste contact tot en met afronding van het (verkoop)contract. Hoe schrijf ik een introduction letter nadat ik een potentiële klant heb ontmoet op een beurs? Hoe kom ik tot een correcte kostprijscalculatie voor een eventuele order? Tot hoever kan ik gaan in de onderhandeling over de uiteindelijke prijs? Wat dient er in het verkoopcontract te worden opgenomen? Hoe voorkom ik dat de klant uiteindelijk niet betaalt? Deze activiteiten vinden bij internationaal actieve ondernemingen dagelijks plaats. Beroepstaak Het voeren van overleg over en het creëren van draagvlak voor initiatieven op internationaal terrein. Het acquireren en bedienen van klanten op internationale markten en daarbij het verrichten van de hiervoor noodzakelijke internationale activiteiten en communicatie voor het bedrijf of de organisatie. Het ontwikkelen van realistische doelstellingen voor de internationale activiteiten van het bedrijf en de organisatie, op basis van marktonderzoek (waarvan cultuuronderzoek altijd een onderdeel is) en interne afstemming in de organisatie. Het kunnen inschatten van investeringsrisico s op het gebied van geld, tijd en inspanning die verbonden zijn aan de ontwikkeling van specifieke internationale activiteiten. 25