Onderzoek naar monumentenbeheer in Suriname

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek naar monumentenbeheer in Suriname"

Transcriptie

1 Anton de Kom Universiteit van Suriname Faculteit der Technologische Wetenschappen Onderzoek naar monumentenbeheer in Suriname Door: Rellum Veronique (Stud.nr.: 05IS1001) Faculteitsbegeleider: Ir. H. Martinus Praktijkbegeleider: Ir. P. Dikland Mede begeleider: Prof. D. Laporte

2 Inhoud: Inhoud:... 2 Voorwoord:... 5 Inleiding:... 6 Hoofdstuk 1: Opzet van het onderzoek Probleem omschrijving: Uitwerking doelstelling: Randvoorwaarden:... 8 Hoofdstuk 2: Monumentenzorg in Suriname Doel Ontstaan Monumentenzorg Wereld erfgoed site Wet- en regelgeving Procedure Officiële benoeming van historische bouwwerken tot monumenten Wereld erfgoedsite Instellingen Commissie Monumentenzorg (Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling) Bouwcommissie (Ministerie van Openbare Werken) World Heritage Site manager Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname Stichting Monumentenzorg Suriname Stichting ter behoud van oudheden in Suriname (STIBOSUR) S.W.O.T. analyse van de Monumentenzorg in Suriname:

3 Hoofdstuk 3: Voorbereidingswerkzaamheden uitbreiding Monumentenbestand Inleiding Kenmerken Indeling van de gebouwen Praktijk ervaring bij aanvulling van het monumentenbestand Wijze van beschrijving dertig gekozen gebouwen Geografisch Hoofdstuk 4: Sint Elisabeth 1 school De case studies binnen dit onderzoek Oprichting Historisch overzicht Sint Elisabeth 1 school: Constructie techniek: Restauratie Inleiding Toepassing van de monumentenwet 2002 (No.72): Beschermde elementen Herbestemming: Gunstige en ongunstige aspecten Uitwerking Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen Bronvermelding:

4 - Bijlage 1: Momentenwet 2002 no.72 - Bijlage 2: Fiches - Bijlage 3: Schade opname - Bijlage 4: Tekeningen 4

5 Voorwoord: In het kader van het verkrijgen van de graad van Bachelor of Science in de Bouwkunde moet er aan het eind van de studie een afstudeeronderzoek worden uitgevoerd. Het onderzoek dat hier wordt uitgewerkt valt binnen een academische samenwerking tussen (ARTESIS hogeschool) Antwerpen en (Anton de Kom universiteit) Paramaribo. Bij dit onderzoek is samen met twee Belgische studenten (Joke Berghmans en Laura Joosten) gewerkt aan de bewustwording, van de betrokkene, ten aanzien van het monumentenbeheer, en de aanvulling van het monumentenbestand. Mijn dank gaat allereerst uit naar mijn begeleiders: Dhr. Martinus, Dhr. P. Dickland en D. Laporte. Verder wil ik hierbij ook bedanken: De Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname Mvr. D. Babel (schoolhoofd Sint Elisabeth 1 school) Het Bisdom Mijn Partners (Joke Berghmans en Laura Joosten) Sigriet en Bram voor het samenwerkingsverband 5

6 Inleiding: Suriname staat sinds 2002 op de World heritage lijst van de UNESCO. Heritage is onze erfenis van het verleden, waarmee we vandaag leven en wat we overdragen aan onze toekomstige generatie. Onze cultuur en natuurlijke erfenissen zijn beiden onvervangbare bronnen van leven en inspiratie. Het originele en hoog karakteristieke straten plan van het historisch centrum van Paramaribo is voor een gedeelte intact gebleven. De historische gebouwen illustreren de vermenging van Nederlandse architectuur invloeden met traditionele locale bouwtechnieken en materialen. Sommige van de gebouwen dateren zelfs uit de achttiende eeuw. Deze gebouwen geven ons een zicht op het verleden, op de leefwijze van de mensen toender tijd. Het is daarom van belang dat we deze vorm van historie zo lang mogelijk in ons midden houden. Zo kunnen ook de generaties na ons genieten van deze vorm van architectuur. Op dit moment zijn er nog steeds heel veel gebouwen die niet op de monumentenlijst staan, maar zelf wel van historische waarde zijn. Het jammerlijke hiervan is, dat veel mensen de historische waarde van deze gebouwen niet kennen, waardoor er steeds meer van deze gebouwen uit de binnenstad verdwijnen. In de plaats hiervan komt er vaak een ander gebouw dat niet of nauwelijks aansluit op de rest van zijn omgeving. Zelf is het, voor de instanties die zich bezig houden met de beschermig van monumenten, ook niet altijd makkelijk om particuliere monumenteigenaren te overtuigen van het unieke van hun monument. De voordelen van de monumentenstatus van een gebouw worden in de samenleving onvoldoende benadrukt. Steeds weer zien we dat sommige eigenaren hun monument meer als een soort hindernis beschouwen. Het komt dan ook voor dat deze eigenaren bewust hun monument gaan verwaarlozen totdat het als het ware vanzelf in elkaar stort. Voor de verbetering van deze situatie is dringend actie nodig. Het up-to-date stellen van de monumentenlijst is erg van belang voor de bescherming van onze historische bouwwerken. Deze gebouwen moeten goed onderhouden worden. Hierbij is het van belang dat deze panden vooral niet leeg komen te staan, want hierdoor is de kans op achteruitgang veel groter en sneller. Vanwege hun historische waarde kunnen deze gebouwen als een bezienswaardigheid worden beschouwd voor zowel de toerist als het Surinaamse volk. Als we nu van dit punt uitgaan, de architectuur en vakmanschap zoveel als mogelijk proberen te behouden, de gebouwen goed onderhouden, en ze een functie toekennen die bij het gebouw en zijn omgeving past, kunnen we zo een meerwaarde aan het gebouw toevoegen. Op deze manier kan er beter in het onderhoud worden voorzien en kunnen de voordelen van de monumenten status beter worden benut. 6

7 Hoofdstuk 1: Opzet van het onderzoek 1.1 Probleem omschrijving: Sinds 2002 is Suriname opgenomen op de wereld erfgoed lijst van de UNESCO. Volgens Christina Iamandi, een Roemeense restauratie architect die als consultant voor de UNESCO heeft gewerkt, is in tien jaar tijd 20% van de historische gebouwen uit de binnenstad verdwenen. Zelfs van de twee honderd zeven en veertig officiële monumenten zijn er twee en twintig verbrand, gesloopt, ingestort of gemoderniseerd. Dit komt voor een groot deel voort uit het feit dat men zich in Suriname niet of onvoldoende bewust is van de voordelen van de monumentenstatus. Los hiervan laat het onderhoud van sommige monumenten veel te wensen over. Volgens de monumentopname 2009 verkeerde bijna de helft (48%) van de officieel verklaarde monumenten in goede (score 10) tot redelijke (score 7) staat, 9% verkeerde in zeer slechte staat (score 0) en 41% is matig (score 5). 1 Overzicht : Grafiek 1. Conditie van alle monumentale objecten Bij veel van deze objecten zien wij dat de eigenaren uit eigen overweging en bij gebrek aan kennis van de historische waarde veranderingen aan het gebouw aanbrengen, waardoor het historisch karakter van het gebouw vrijwel verloren gaat. 1 Monumentopname 2009 CMZ / Samensteller: M. Amsterdam Van de resterende twee honderd en vijf en twintig monumenten bevatten sommige monumenten meer dan één object (bv. Fort Nieuw Amsterdam). De twee honderd en vijf en twintig monumenten bestaan in totaal uit twee honderd en zeven en veertig objecten. 7

8 1.2 Uitwerking doelstelling: De doelstelling van dit onderzoek is tweeledig. Ten eerste: Ter aanvulling van het monumentenbestand werden van dertig historische bouwwerken, tien per student, fiches (gebouw omschrijvingen) gemaakt voor aanvulling van de monumentenlijst Ten tweede: Het creёren van een vorm van bewustwording in verband met de historische waarde van het erfgoed in Paramaribo en het aanreiken van methoden om met dit erfgoed om te gaan. Hierbij is er per student één historisch bouwwerk onderzocht en uitgewerkt met daarbij de historische beschrijving, de gebruikte constructie techniek, een opname van de staat van onderhoud en een visie voor de verdere toekomst betreffende dit pand. Alvorens hiertoe wordt overgegaan is het noodzakelijk dat er eerst een literatuur studie wordt verricht voor het verkrijgen van een overzicht van de situatie van het monumentenbeheer in Suriname in zijn geheel. De bedoeling hiervan is om inzicht te verkrijgen in de organisatorische problemen waarmee de monumentenzorg dagelijks te maken heeft. 1.3 Randvoorwaarden: De randvoorwaarden zijn: Voor wat betreft de visie/ het ontwerp/ de herbestemming van het uit te werken gebouw gelden de diverse voorschriften van de Monumentenwet De outline van het management plan van Cristina Iamandi zal daarbij als richtlijn voor dit onderzoek dienen. Dit management plan is een rapport voor adviezen voor het voorbereiden van het management van het heritage gebied. Het belicht de belangrijkste zaken die nu en in de toekomst op de site van effect zullen zijn. Voor verdere richtlijnen zal ook gebruik worden gemaakt van de richtlijnen van historisch onderzoek, een samenwerking van: Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Vrom/Rijksgebouwendienst (Rgd), Stichting Bouwhistorie Nederland (SBN), Stichting Historische Boerderij Onderzoek (SHBO). 8

9 Hoofdstuk 2: Monumentenzorg in Suriname 2.1 Doel Elk werelddeel, land of stad heeft zijn eigen identiteit. De identiteit wordt voor een groot deel bepaald door de verschillende gebeurtenissen die zich in het verleden hebben voltrokken. Aan de hand van de vele gebeurtenissen zijn er bepaalde perioden merkbaar. Deze perioden uiten zich in nieuwe culturele gebeurtenissen zoals nieuwe gewoonten en nieuwe vormen van architectuur. Het doel van de monumentenzorg is het beschermen van visuele cultuurhistorische objecten die van belang zijn voor de identiteit van het land. 2.2 Ontstaan Monumentenzorg De monumentenzorg in Suriname bestaat al bijna vijftig jaar. In het jaar 1961 kwam een monumentenlijst van de Utrechtse hoogleraar M.D. Ozinga tot stand genaamd proeve van een monumentenlijst in Suriname. Deze lijst kwam destijds tot stand op verzoek van de toenmalige regering. De lijst moest dienen als advies voor gebouwen die op de monumentenlijst dienden te worden geplaatst. De uitbreiding en afronding van de proeve (de monumentenlijst) geschiedde in 1962 door Ir. C.L. Temminck Groll. De gebouwen op de monumentenlijst 1962 werden onderverdeeld in A-monumenten, dat zijn de monumenten die voor onvoorwaardelijke bescherming in aanmerking dienen te komen en B- monumenten, dit zijn de monumenten die nog aanvulling behoefden. Temminck Groll raakte zo gefascineerd door de Surinaamse bouwkunst dat hij begon aan een geïllustreerde monumentenbeschrijving voor Suriname genaamd de Architectuur van Suriname Dit boek werd in 1973 uitgebracht. In 1963 de eerste monumentenwet tot stand, Verordening Historische Monumenten no.23. Echter werd nog lange tijd nagelaten om de juridische procedures in gang te zetten om de objecten op de monumentenlijst daadwerkelijk tot wettelijk beschermd monument te verklaren. De wet bleef dus een dode letter. De eerste aanzet tot het zorgen voor een juridische grondslag van de monumentenlijst was in het jaar Hierbij werden de gebouwen die op de monumentenlijst voorkwamen door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling aangewezen als voorwerp van de monumentenzorg. Hoewel deze beschikking ook in het staatsblad van het Republiek Suriname werd gepubliceerd, kon er aan deze beschikking geen rechtskracht worden ontleend. De reden 9

10 hiertoe waren: 1. de aanwijzing van het onroerend goed als voorwerp van de monumentenzorg was niet volgens de wettelijke voorgeschreven procedure was verlopen en 2. geen publicatie van monumentenlijst in het advertentieblad van de Republiek Suriname had plaats gevonden. Op 13 februari 1995 werd door de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, Gerard Hiwat, een gemengde Commissie Monumentenzorg benoemd, bestaande uit vertegenwoordigers van onder meer de Commissie Monumentenzorg en de Stichting Monumentenzorg Suriname. De minister gaf de gemengde commissie als opdracht de bestaande monumentenlijst te bestuderen en een nieuwe monumentenlijst op te stellen. Dit was van belang gezien het feit dat de bestaande monumentenlijst al erg verouderd was. Intussen was er in 1997 een andere stichting opgericht genaamd Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (S.G.E.S). Deze stichting had zelf ook een monumentenlijst opgesteld. Uit de drie verschillende monumentenlijsten, de monumentenlijst van Temminck Groll, de lijst van de Commissie Monumentenzorg en de lijst van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname, werd er één monumentenlijst samengesteld bestaande uit tweehonderdvier en veertig objecten. In het jaar 1999 werden vervolgens de eerste officiële monumenten aangewezen. Hierbij werd een algemene kennisgeving geplaatst in het advertentieblad van de Republiek Suriname. Het aanwijzen van een gebouw tot monument gebeurt echter niet zo maar. Voordat een gebouw als monument wordt aangewezen moet eerst gekeken worden of het wel onder de monumentstatus geplaatst kan worden. Het is daarom belangrijk om te weten aan welke criteria s een object moet voldoen voordat het tot monument kan worden aangewezen. In de MONUMENTENWET 2002 no.72 wordt het begrip monument als volgt omschreven: 1. Alle, onroerende goederen of delen daarvan, die minstens vijftig jaar oud zijn en van algemeen belang worden geacht wegens hun schoonheid, hun kunstwaarde, hun betekenis voor de wetenschap, voor de oudheidkunde, de geschiedenis van het land, hun volkenkundige waarde of architectuur; 2. Terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige objecten zoals bedoeld onder 1; 3. Terreinen, anders dan in lid 2 genoemd, bouwwerken en standbeelden, die ter herdenking van een bepaalde gebeurtenis of een persoon zijn opgezet en der halve historische of kunstzinnige waarde hebben, welke ingeschreven zijn in de in gevolge deze wet vastgestelde registers; voor de monumentenwet 2002 no.72 was er een andere wetgeving. De gebouwen die in 1999 officieel tot monument werden benoemd werden aan de hand van deze oudere wetgeving tot monument verklaard (zie 2.1.3) 10

11 Aan de hand van deze voorwaarden zijn er intussen al tweehonderd vijftig monumenten op de monumentenlijst geplaatst. De meeste van deze bouwwerken zijn gelegen te Paramaribo. Van 1999 tot 2004 waren zelfs alle officiële monumenten in Paramaribo gelegen. De eerste plek buiten Paramaribo waar er een monument werd aangewezen was in Commewijne. Deze aanwijzing betrof een aantal historische objecten gelegen op de plantage te Frederiksdorp. Deze aanwijzing werd in 2005 gevolgd door de aanwijzing van het Fort Nieuw Amsterdam en in 2009 door de Jodensavanna in het district Para. Ook in de andere districten wordt er gewerkt aan de bescherming van historische objecten. Zo worden er voorbereidingen getroffen voor de bescherming van monumenten in de districten Nickerie, Coronie. Een ander hoogtepunt in de monumentenzorg is de benoeming van de historische binnenstad van Paramaribo Wereld erfgoed site (zie 2.2.2). Hierbij wordt in plaats van alleen individuele monumenten een geheel stadsbeeld beschermd Wereld erfgoed site Vanaf eind 1950 was er een groeiende interesse merkbaar voor, eerst alleen, religieuze monumenten en daarna voor alle historische monumenten binnen Paramaribo. Aan het eind van de jaren zeventig was er interesse voor geheel Paramaribo met daarbij ook voor de innerlijke kwaliteiten zoals de stedelijke vorm, stedelijke patronen en stedelijke composities. Om het stedelijke karakter van de historische binnenstad te waarborgen werd in 1998 een nominatiedossier aan de UNESCO voorgelegd ter plaatsing op de Wereld Erfgoed Site. Een plaats op de Wereld erfgoed site van de UNESCO is van grote betekenis. Ten eerste zorgt het voor een universele, in dit geval, internationale erkenning van het eigen erfgoed als Werelderfgoed. Daarnaast kan ook aanspraak worden gemaakt op technische bijstand en financiering uit het Werelderfgoedfonds voor de bescherming van de site. 2 Het nominatiedossier is een dossier met alle specifieke informatie betreffende het gebied dat als heritage gebied wordt genomineerd. Onder specifieke informatie wordt verstaan, informatie over de volgende punten 3 : 1. De ligging van het gebied; 2. De grenzen van het gebied; 2 SB 2001 aanwijzing historische binnenstad no Google search: World Heritage Site Operationale Guidelines for the Implementation of the World Heritage Convention (blz 110) 11

12 3. De bufferzones; 4. Een verklaring van voortreffelijke universele waarde (een omschrijving van het geen wat als opmerkelijke Universele waarden beschouwd moeten worden); 5. Criteria s van het Wereld erfgoed verdrag, waaraan de nominatie moet voldoen. Bij het Wereld erfgoed verdrag zijn er tien criteria s opgesteld waaraan een Wereld erfgoed site moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor nominatie. De UNESCO comité beschouwt een onroerend goed als voortreffelijke en universeel waardevolle als het onroerend goed aan één of meerdere van de criteria voldoet. De International Council on Monuments and Sites (ICOMOS) die het nominatiedossier beoordeelde, erkende in 1998 de cultuur historische waarde en de universele significatie van de historische binnenstad van Paramaribo. Echter werd er wel aanbevolen om eerst verdere maatregelen te treffen voor protectie en management van de historische binnenstad voor de erkenning van de registratie onder de World Heritage Convention. Vanwege het vele werk dat er tussen 1999 en 2001 aan de hand van de aanbevelingen van de ICOMOS voor toetreding van de Wereld erfgoedlijst was verzet, is er in november 2001 opnieuw een aanvraag voor nominatie voor historisch Paramaribo ingediend. De inschrijving van de historische binnenstad van Paramaribo op de wereld erfgoedlijst vond plaats op 29 juni De historische binnenstad werd aan de hand van de cultuurcriteria s (ii) en (iv) op de wereld erfgoedlijst geplaatst. Deze criteria s behelzen het volgende: Criteria (ii): Paramaribo is een buitengewoon voorbeeld van de geleidelijke samensmelting van de Europese architectuur en constructie technieken met lokaal te verkrijgen materialen en ambacht om zo een nieuwe vorm van architectuur te creëren. Criteria (iv): Paramaribo is een uniek voorbeeld van het contrast tussen de Europese cultuur van Nederland en de lokale culturen en omgeving van Zuid Amerika in de zestiende en zeventiende eeuw, jaren van intensieve kolonisatie van deze regio in de zestiende en zeventiende eeuw. Het gebied dat op de wereld erfgoedlijst is opgenomen, ook wel bekend als het historisch hart van Paramaribo, is afgebakend door de volgende delen van de binnenstad: de noordelijke gevelwand van de van Rooseveltkade, de Sommelsdijckse kreek, de as van de Tourtonnelaan, de as van de Klipstenenstraat, de westelijke gevelwand van de Heiligenweg, de oever van de Suriname rivier langs de Waterkant. Hierbij zijn als bufferzones aangewezen het gebied van de 18 e eeuwse stadsuitbreiding en de wijk Combé. 12

13 De begrenzing van de historische binnenstad en de bufferzones, zoals hierboven zijn aangeduid, vloeit voort uit een door het Werelderfgoed Centrum voorgestelde aanpassing van de genomineerde historische stadsdeel Wet- en regelgeving Voor een goede gang van zaken in de monumentenzorg zijn er in de loop der jaren een aantal wetten opgesteld. Er zijn aparte wetten voor zowel de historische monumenten als voor het Wereld erfgoed site (heritage gebied), omdat het bij de historische monumenten meer gaat om individuele bouwwerken, terwijl bij de Wereld erfgoed site het een groter geheel betreft. De wetten die voor het beheer van monumenten zijn opgesteld zijn: 1. De wet Verordening historische monumenten no.23 ; 2. Wet historische monumenten no.45 ; 3. Monumentenwet 2002 no.72; 4. Besluit monumentregistratie. Onder leiding van oud-minister van Onderwijs en Volksontwikkeling A.J. Morpurgo werd omstreeks 1960 een eerste begin gemaakt voor een wetgeving voor de monumentenzorg genaamd Verordening historische monumenten no.23. Deze wetgeving werd echter pas in

14 goedgekeurd. Omdat er tot 1999 geen historische bouwwerken op de juiste manier tot monument waren verklaard, waren er geen monumenten en had deze wet geen daadkracht. Na de onafhankelijkheid werd in 1977 deze wet gewijzigd tot Wet historische Monumenten no.45. In 2002 werd deze wet vervangen door de Monumentenwet 2002 no.72. De Monumentenwet 2002 is niet alleen een vernieuwde versie van de oude wetgeving, maar het biedt daarnaast ook de mogelijkheid aan de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling om op verzoek van eigenaren, zijn of haar bezitting of delen daarvan tot monument aan te wijzen. Een ander belangrijk verschil is ook dat er bij de nieuwe wetgeving beschermde stads- en dorpsgezichten kunnen worden aangewezen. Ter uitvoering van artikel 5 lid 1 van Wet historische Monumenten werd op 7 april 2000 een belangrijk staatsbesluit genaamd, Besluit Monumentenregistratie no. 41 opgesteld. In dit besluit werd er aangegeven dat de aangewezen onroerende goederen in een openbaar register dienden te worden opgenomen. Dit register staat, volgens het in artikel 2 van deze wet vermelde, onder beheer van de Commissie Monumentenzorg. Naast deze wetgevingen zijn er ook wetten die op het heritage gebied alleen van toepassing zijn. Deze wetten zijn namelijk: 1. Wet Aanwijzing historische binnenstad no.74; 2. Wet Bijzondere eisen bouwplannen historische binnenstad no.34. Het besluit SB Besluit monumentregistratie no.74 beschrijft het gebied dat als heritage gebied is aangewezen en SB.2003 Bijzonder eisen bouwplannen historische binnenstad no.34 geeft een beschrijving van de eisen die worden gesteld aan de nieuwbouw en aanbouw binnen het heritage gebied. 2.3 Procedure Een historisch bouwwerk wordt niet zomaar officieel tot monument verklaard. Het zelfde geldt voor de aanwijzing van een heritage gebied (Wereld erfgoed site). In beide gevallen moet er eerst een bepaald proces worden doorlopen. De verschillende stappen van deze processen zijn als volgt: 14

15 2.3.1 Officiële benoeming van historische bouwwerken tot monumenten Om een historisch bouwwerk tot monument te kunnen verklaren moeten er eerst een aantal stappen worden doorlopen. Een besluit om monumenten als zodanig aan te merken, wordt met redenen omkleed, met inbegrip van de algemene karakteristiek van dat monument, zoals het materiaal waarvan het is vervaardigd, de bouwperiode, de stijlkenmerken, de gevelopbouw, de ornamentiek, de situering. Een monument kan ook op verzoek van een zakelijk gerechtigde door de Minister worden aangewezen als monument. Alvorens de Minister een besluit neemt betreffende deze kwestie vraagt hij eerst advies aan de Commissie Monumentenzorg. Mocht het om archeologische monumenten gaan dan vraagt hij advies van de Archeologische dienst. De Commissie en de Archeologische dienst dienen hun adviezen binnen zestig dagen aan de minister uit te brengen. De Minister dient zijn besluit ter zake binnen negentig dagen aan de zakelijk gerechtigde te hebben medegedeeld. Het besluit tot aanwijzing wordt ter algemene kennis gebracht door plaatsing hiervan in het Advertentieblad van de Republiek Suriname. Mocht de zakelijk gerechtigde bezwaren hebben dan kan hij binnen dertig dagen na aanwijzing of wijziging bezwaar aantekenen bij de Minister. De Minister beslist na advies te hebben ingewonnen van de Commissie, of waar nodig van de Archeologische dienst, binnen zestig dagen. Mocht de Minister afwijzend beslissen op het ingediende bezwaarschrift dan heeft de indiener alsnog de mogelijkheid om binnen veertien dagen in beroep te gaan bij de President van de Republiek Suriname. De President beslist binnen negentig dagen na ontvangst van het bezwaarschrift. Indien de President binnen deze periode niet reageert op dit bezwaarschrift, wordt dit geacht te zijn aanvaard. 15

16 2.3.2 Wereld erfgoedsite 4 Het proces dat een land moet doorlopen om op de wereld erfgoedlijst te worden geplaatst loopt langs de volgende stappen en factoren: 1. Staats partijen 2. Nominatie dossier 3. Evaluatie nominatie dossier 4. Inschrijving 5. Monitoring 1. Een land wordt een Staats partij door 1. het ondertekenen van de Wereld erfgoed overeenkomst en 2. door plechtig te beloven dat het haar culturele en natuurlijk erfgoed zal beschermen. De Staats partij bereidt een tentatieve lijst (dit is een inventarisatie van sites binnen de grenzen, gelet op het feit dat deze van een buitengewone universele waarde zijn) voor, van waar zij sites kan selecteren voor inscriptie op de Wereld erfgoed lijst. De Staats partij legt de nominatie voor aan het UNESCO Wereld erfgoed centert samen met een plan van details over hoe de site wordt beheerd en beschermd. 2. De UNESCO Wereld erfgoed center biedt assistentie aan de Staatse partijen bij het voorbereiden van de nominaties. Zij geeft adviezen over de gewenste vorm en over de nodige mappen en documentatie. Wanneer de complete nominatie dossiers ontvangen zijn, controleert de instelling deze files om te zien of ze compleet zijn en daarna worden ze overgeleverd aan de juiste adviesinstanties voor evaluatie. 3. Technische input van de nominaties komt van drie Adviserende instanties. Twee daarvan zijn niet gouvernementele organisaties, namelijk de International Council on Monuments and Sites (ICOMOS) en de World Conservation Union (IUCN). Zij voorzien de Wereld erfgoed commissie van evaluaties van de culturele en natuurlijke sites genomineerd voor inschrijving op de Wereld erfgoed lijst. Het derde advies lichaam is de International Centre for the Study of the Preservation and Restoration of Cultural Property (ICCROM), een intergouvernementele organisatie welke het comité voorziet van expert advies op het gebied van natuur bescherming of culturele sites, als ook training activiteiten. 4. Een keer per jaar besluit het intergovernmental Wereld erfgoed comité welke sites ingeschreven worden op de Wereld erfgoedlijst of worden de staatse patijen aanvullende informatie gevraagd. Het comité bestudeert ook berichten van de staat van conservatie van de ingeschreven sites en neemt alle andere beslissingen die nodig zijn om de besluiten van het congres tot uitvoering te brengen. 4 Google search: World Heritage Site Activity (pdf) 16

17 5. Inscriptie op de wereld erfgoedlijst is een katalysator om bewustwording over de staat van het erfgoed bij de regering en zijn bevolking te verhogen. Verhoogde bewustwording in korte tijd leidt tot een betere overweging en een algemene verhoging in niveau van bescherming en conservatie van het erfgoed site. Reguliere rapportage van de staat van conservatie van ingeschreven sites en technische missies, wanneer nodig, verzekert de verhoging van hun voortreffelijke kwaliteiten. 2.4 Instellingen Om de monumentenzorg in stand te houden zijn er instellingen nodig om: 1. erop toe te zien dat vastgestelde wetten worden nageleefd, 2. de monumentenzorg meer bekendheid te geven en 3. het werkgebied van de monumentenzorg te vergroten. Iedere instelling heeft zijn eigen specialiteit binnen de monumentenzorg. De instellingen die van belang zijn voor de monumentenzorg in Suriname zijn: Commissie Monumentenzorg (Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling) 5 De commissie monumentenzorg werd in 1989 opgericht als een onderdeel van de afdeling Cultuur van het Ministerie van Onderwijs en Volkshuisvestiging. De commissie heeft vier taken namelijk: 1. De Minister desgevraagd of uit eigen beweging van advies te dienen op het gebied van de toepassing van de monumentenwet 2002; 2. Zich geregeld op de hoogte te houden van de toestand waarin de monumenten zich bevinden en daaromtrent minstens eenmaal per jaar rapport aan de Minister uit te brengen; i 3. Het beheren van het openbare Monumentenregister, waarin alle bij wet vastgestelde monumenten worden geregistreerd 6 ; 4. De dagelijkse werkzaamheden, zoals: het beoordelen van sloopverzoeken, verbouwingsverzoeken, aanmaningen tot het verrichten van achterstallig onderhoud, etc 7 De commissie bestaat uit minstens vijf leden (de voorzitter, de ondervoorzitter en drie leden) en wordt gekozen voor een periode van vijf jaar. Voor toelating tot de commissie komen uitsluitend personen in aanmerking die geacht worden deskundig te zijn op de volgende gebieden: 5 Info Partners (Belgische studenten) 6 SB 2000 besluit monumentenregistratie no Monumentenopname 2009 CMZ / Samensteller: M. Amsterdam 17

18 bouwkunde, stedenbouwkunde, oudheidkunde, bodemonderzoek, architectuur geschiedenis van Suriname alsook de juridische aspecten van de monumentenzorg. De Minister geeft voor zo ver nodig invulling aan de commissie en voegt er verder een secretaris aan toe. De samenstelling van de huidige Commissie Monumentenzorg anno 2010 is als volgt: F. Harryson (voorzitter), A.B. Walcott (secretaris), J. Pinas, R. Lala, R. Cumberbatch, P. Dikland, D. Emanuels (leden). Evaluatie: De Commissie Monumentenzorg is sinds 2006 weer actief. De commissie komt één keer per maand bij elkaar om invulling te geven aan zijn taken. Vanwege het vele werk en de hoeveelheid historische bouwwerken die nog officieel tot monument moet worden verklaard is deze tijd onvoldoende. Het ontbreken van een monumentregister, zoals aangegeven in artikel 2 SB 2000 no.41, maakt het werk voor de commissie er niet makkelijker op Bouwcommissie (Ministerie van Openbare Werken) De bouwcommissie is een onderdeel van het Ministerie van Openbare Werken en maakt deel uit van de afdeling Bouwkundige werken en dienstverlening. De Bouwcommissie heeft tot taak 8 : 1. Het adviseren van de Directeur inzake bijzondere eisen die gesteld worden aan bouwplannen binnen stads- en dorpsgedeelte met een eigen esthetisch karakter; 2. Het toetsen van bouwplannen aan de bijzonder eisen. Commissie Monumentenzorg houdt zich uitsluitend bezig met monumenten en geeft advies aan de minister van Onderwijs en Volksontwikkeling. De Bouwcommissie houdt zich, in tegenstelling tot de Commissie Monumentenzorg, bezig met nieuwbouw in de beschermde gebieden en geeft adviezen aan de directeur Bouwkundige werken van het Ministerie van Openbare Werken. Verder gebruikt de bouwcommissie de Bijzondere eisen bouwplannen historische binnenstad no. 34 als leidraad voor het verstrekken van zijn adviezen, terwijl de Commissie Monumentenzorg gebruik maakt van de Monumentenwet 2002 no.72. Zowel bij de Bouwcommissie als bij de Commissie Monumentenzorg is F. Harryson voorzitter. De huidige minister van Openbare Werken 2010 is Ganeshkoemar Kandhai. Onderdirecteur voor Bouw- en Woningtoezicht is Vidjai Chotkan. 8 SB 2003 no.74: Aanwijzing historische binnenstad 18

19 Evaluatie: Ofschoon de wetgeving duidelijk is, zien wij toch in de historische binnenstad steeds meer nieuwe bouwwerken die helemaal niet voldoen aan de gestelde wetgeving. De reden hiervan is dat de adviezen die door de commissie worden verstrekt niet bindend zijn met het gevolg dat ze niet altijd worden nageleefd. Er zijn geen vaste dagelijkse medewerkers, geen controle mogelijkheden en te weinig wettelijke sancties bij overtreding World Heritage Site manager De World site manager wordt door de regering in dienst genomen. Dit is de instantie die belast is met het beheer van de Wereld Erfgoed Site. De taken van de Wereld erfgoed manager worden als volgt omschreven: 1. Het plannen van en het tot uitvoering brengen van het actieplan; 2. Het initiëren en managen van projecten die zijn aanbevolen in het plan; 3. Het onderhouden van contacten met belangrijke stakeholders en lokale gemeenschap; 4. Het op zoek gaan naar fondsen; 5. Het promoten van de Wereld erfgoed site; 6. Het voorbereiden van de jaarlijkse State of Conservation rapportering voor de UNESCO en het samenstellen en het updaten van jaarlijkse actie programma s opgesteld voor het actie plan. Evaluatie: Het beheer van de site is tijdelijk in handen van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname uitgevoerd. Dit omdat de site nog niet over een eigen manager beschikt. Hoewel er voor het beheer van de site een site manager aanwezig is (moet zijn), staat hij helemaal buiten de ambtelijke beheersstructuren en heeft hij dus geen tot nauwelijks invloed. 9 Zo is er nergens vastgelegd wat de relatie is en de hiërarchische verhouding tussen de Wereld Erfgoed Site manager en de ministers / directeuren van de ministeries van OW en MINOV, en de Commissie Monumentenzorg en bouwcommissie Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname 10 Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) werd op 1 augustus 1997 opgericht. Deze stichting heeft als doel: 9 Info: Outline expertmeeting binnenstad vernieuwing Paramaribo / Samensteller: P. Dickland 10 Info Partners (Belgische studenten) 19

20 1. Het leveren van een bijdrage aan de monumentenzorg in Suriname; 2. Het scheppen van organisatorische structuren evenals goede condities ter optimalisering van het monumentenbeheer; 3. De stichting heeft tegenwoordig ook (tijdelijk) als functie het beheren van de wereld erfgoed site. SGES heeft enerzijds een adviserende taak ten behoeve van het MINOV en anderzijds een dienstverlenende taak op het gebied van wet- en regelgeving. SGES is direct betrokken bij de revitalisering van de historische binnenstad en het behoud van het gebouwd erfgoed. Financieel is deze stichting gedeeltelijk afhankelijk van het MINOV en de eigen verworven middelen, die voornamelijk bestaan uit giften verkregen uit binnen- en buitenland. SGES functioneert grotendeels vanuit de overheid. Zij verwerft fondsen en vormen van assistentie bij de International Development Bank (IDB), de Nederlandse Overheid en UNESCO. Er kan een beroep op deze fondsen worden gedaan als er door SGES projecten worden ingediend. De historische binnenstad van Paramaribo werd in 2002 op de UNESCO-Werelderfgoedlijst geplaatst. Binnen het beleid van het UNESCO World Heritage Centre is voorlichting en bewustwording één van de strategische doelstellingen. Als sitemanager van de werelderfgoedsite Paramaribo heeft SGES hierin een cruciale taak. De huidige medewerkers van Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname zijn: Stephen Fokké (directeur), Arthy Lamur (stafmedewerker projectmanagment), Ingrid Schipper (secretaresse) en mevrouw Ine Tirtoikromo (secretaresse). Het bestuur van SGES 2010, dat door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling is benoemd bestaat uit: Stanley Sidoel (voorzitter, Directeur Cultuur), Satya Lie Tjauw-Singh (secretaris, Unie van Architecten in Suriname), Dick Wesenhagen (penningmeester, Stichting Monumentenzorg Suriname), Gerard Vervuurt (lid, monumenteigenaar), Merildo Sanrochman (lid, Vereniging van Notarissen in Suriname), Rita Tjien Fooh-Hardjomohamad (lid, historica/nationaal archief Suriname). Evaluatie: Hoewel de stichting erg actief is (één van de werkzaamste instanties binnen de monumentenzorg in Suriname) heeft zij nog geen officiële taak binnen het geheel. De adviezen die door de stichting worden verstrekt zijn niet bindend, met als gevolg dat ze niet altijd worden nageleefd. 20

21 2.4.5 Stichting Monumentenzorg Suriname Om de toekomst van de historische bouwwerken veilig te stellen werd in1963 een wet opgesteld, getiteld: Verordening historische monumenten no.23. Dit was echter niet voldoende voor de bescherming van de monumenten daarom werd in 1967 de Stichting Monumentzorg Suriname opgericht. 11 De stichting is de oudste instantie in Suriname die zich bezig houdt met de monumentenzorg. De doelen die de stichting hierbij nastreeft zijn 12 : 1. Het wekken van awareness rond de monumentenzorg; 2. Het bevorderen van het monumentenbeheer; 3. Het bevorderen van het monumenten behoud. De Stichting Monumentenzorg Suriname heeft, net als de SGES, een adviseerde taak ten behoeve van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Evaluatie: Hoewel de Stichting in het verleden veel activiteiten heeft georganiseerd, voor het na streven van zijn doelen, zijn er de laatste jaren geen of weinig activiteiten ontplooid Stichting ter behoud van oudheden in Suriname (STIBOSUR) De stichting werd op 15 augustus 2000 opgericht en houdt zich enige bezig met het beheer en awareness van gebouwd erfgoed op oude plantages. 13 De Stichting heeft ten doel 14 : Het leveren van een bijdrage aan het behoud van en aan het tot stand brengen van documentatiemateriaal met betrekking tot het historische erfgoed in Suriname in het algemeen en op de voormalige plantages en de fortificaties in Suriname in het bijzonder, alles in de ruimste zin des woords. De Stichting stelt zich in het kader van haar doelstelling onder meer tot taak: 11 Kranten artikel Monumentenzorg in Suriname (1992) / Samensteller: Gloria Leurs Advertentie blad is onbekend 12 Informatie werkzaamheden van Dhr. Wesenhagen (Secretaris Stichting Monumentenzorg Suriname) 13 STIBOSUR overzicht werkzaamheden 14 Statuten STIBOSUR / Samensteller: Mr. Merildo Ricardi Sanrochman (Notaris) 21

22 1. Het in kaart brengen van het historisch erfgoed op de voormalige plantages en fortificaties in Suriname; 2. Het verkrijgen van inzicht in de productieprocessen op de voormalige plantages; 3. Het (laten) repareren en conserveren van het erfgoed; 4. Het vervoeren en in depot opslaan van gevonden oudheden; De stichting wordt bestuurd door minimaal drie en maximaal vijf meerderjarige personen. De samenstelling van de huidige commissie van de stichting STIBOSUR 2010 is als volgt: Dhr. Stephen Fokké (voorzitter), Dhr. Philip Dikland (secretaris) en Dhr. Antonie Hagemeijer. Evaluatie: Ondanks haar jonge levensjaren heeft de stichting al veel activiteiten verzet (vb. het digitaliseren van het oude archief van de dienst der domeinen). 2.5 S.W.O.T. analyse van de Monumentenzorg in Suriname: De monumentenzorg raakt dagelijks geconfronteerd met bepaalde problemen. Deze problemen herhalen zich wel eens vaker wat natuurlijk niet goed is voor de bescherming van ons erfgoed. Gelukkig zijn er naast deze zwakte punten ook heel wat sterkte punten die onze monumenten zorg naar een hoger niveau kunnen brengen. Om na te gaan hoe wij de monumentenzorg het best tot hoger hoogtes kunnen brengen, is een analyse van deze punten stikt noodzakelijk. Deze punten zijn: Strengths (sterktes): - Redelijke wetgeving met mogelijkheid tot bescherming van stads- en dorpsgezichten. - Een bestaande monumentenlijst met tweehonderd zeven en veertig officieel verklaarde monumenten. Weaknesses (zwaktes): - De aanwezigheid van onvoldoende bekwame krachten om de monumentenzorg op een langdurige basis op een hoger niveau te brengen. - Weinig middelen om de monumenteigenaren te stimuleren hun monument op de juiste manier te onderhouden. 22

23 - Het niet bindend zijn van de adviezen van de Bouwcommissie, de Commissie Monumentenzorg en de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname. - Het ontbreken van een monumentregister. Opportunities (kansen): - Ontwikkeling van toerisme binnen ons land. - Een opkomende bewustwording betreffende de waarde van historische gebouwen en de monumentenzorg binnen de studierichting bouwkunde van het Faculteit der Technologische Wetenschappen. - Een beginnende groei van samenwerkingsverbanden tussen de verschillende lokale instanties en instanties vanuit het buitenland op het gebied van de monumentenzorg in Suriname. Threats (bedreigingen): - Geen of onvoldoende awareness bij de monumenteigenaren en het publiek over de waarde van onze historische gebouwen. - Hoge kosten ten aanzien van het onderhoud van historische panden. - Geen of onvoldoende sancties tegen monumenteigenaren die hun gebouw opzettelijk verwaarlozen. - Hoge grondwaarde van de gronden in de binnenstad. Als gevolg hiervan gebeurt het dat er meer belangstelling wordt getoond voor de gronden en er niet of nauwelijks belangstelling bestaat voor het historisch pand dat op de grond staat. - Hokjes bestuur van de stad, zonder visie. Er is geen stadsdirigent. 23

24 Hoofdstuk 3: Voorbereidingswerkzaamheden uitbreiding Monumentenbestand 3.1 Inleiding Eén van de belangrijke aspecten binnen het monumentenbeheer is de aanvulling van het monumentenbestand. Dit is van groot belang omdat er nog veel historische bouwwerken zijn die officieel nog niet tot monument zijn verklaard en daardoor de beschermde status missen. Door middel van deze status kan de cultuurhistorische waarde van de gebouwen zoveel als mogelijk behouden worden. Het officieel verklaren van monumenten loopt volgens een vastgestelde procedure (2.3.1). 3.2 Kenmerken 15 Bij de beschrijving van de dertig gebouwen worden alleen oude monumenten beschreven. Deze monumenten staan bekend om hun koloniale architectuur invloeden. De historische architectuur van Suriname bestaat overwegend uit houtbouw. Vanwege de snelle groei van de stad in de koloniale tijd werden veel gebouwen uit hout vervaardigd. Het bouwen in baksteen was niet alleen langzamer maar ook duurder. Verder was de productiecapaciteit van de steen bakkerijen ook niet zo groot. Voor de fundering van de gebouwen werden er wel bakstenen gebruikt. Hierbij werd de fundering tot op vloerhoogte in bakstenen opgetrokken. De meeste van de gebouwen hebben aan de voorzijde ook een bakstenenstoep met aanlopende- en/of zijtreden. De dakbedekking van de gebouwen bestond overwegend uit: pinablad, houten singels, leien, en diverse soorten tiggels. Bij deze vormen van dakbedekking was het gebruik van een steil dak strikt vereist. Pas bij de intreding van gegalvaniseerde zinkplaten rond 1870 werd het gebruik van plattere dakconstructies mogelijk. Dit zorgde voor een aparte dakconstructie. De constructie was aan de voorzijde nauwelijks zichtbaar en maakte naar de achterzijde toe een schuine afloop onder een kleine helling. Een veel voorkomend onderdeel van de kapconstructie is de aanwezigheid van dakhuizen of dakkapellen. Deze onderdelen kwamen alleen voor bij steile dakconstructies Bij deze bebouwingen waren steeds dezelfde soorten ramen zichtbaar. Tot de gebruikte type ramen behoren: 1. houten vensterramen met zijn (houten)shutters; 15 Ontwikkeling in Paramaribo (pdf) 24

25 2. de glazen schuiframen. Bij de invoer van glaswerk in het begin fase, werd dit type raamwerk alleen bij duurdere huizen ingevoerd. Het glaswerk was in de beginfase alleen in kleine afmetingen verkrijgbaar, maar in de loop der tijd werden de afmetingen steeds groter en werd het gebruik aan glaswerk ook minder als vorm van status beschouwd. Bij een aantal van de gebouwen zijn de oorspronkelijke ramen in de loop der jaren vervangen door ramen met nieuw glaswerk. De deuren die gebruikt werden waren vaak dubbele paneeldeuren met een dikte van vijfendertig tot veertig millimeter. Zowel bij de ramen als de deuren was de aanwezigheid van een bovenlicht haast niet weg te denken. Hierbij werd het bovenlicht vaak in twee of drie vakken ingedeeld. Voor verfraaiing van de gebouwen en hun gevels werd er veel gebruik gemaakt van sierwerk. Deze vorm van verfraaiing aan de gevels werd heel vroeger ook gezien als een manier om de status van de eigenaar van te benadrukken. Ook met het kleurgebruik van de bebouwingen werd er rekening gehouden. De gevels werden wit beschilderd, de luiken en deuren werden donker groen beschilderd en voor de fundering en de stoep gebruikte men de kleur terra. De bovengenoemde punten zijn slechts enkele kenmerken van de koloniale stijl. Bij de beschrijving van de gebouwen zijn zij dan ook van groot belang. In de loop der jaren zijn een aantal van deze elementen verdwenen en hebben originele bouwtechnieken plaats gemaakt voor nieuwere methoden. Gelukkig zijn er nog veel originele elementen aanwezig. 3.3 Indeling van de gebouwen Overzicht van de dertig monumenten : Adres wijk perceel # Burenstraat 24 D 113 Burenstraat 46 D 109 Burenstraat 48 D 108 Burenstraat 54 D 107 Costerstraat 6 A 18a7 Costerstraat 8 A 18a8 De informatie betreffende de wijk en perceelnummer van de gekozen gebouwen komt in paragraaf 5.3 (praktijk ervaring bij aanvulling van de monumentenbestand) aan de orde. 25

26 Costerstraat 59 A 18b43 Costerstraat 69 A 18b49 Dr. J.F. Nassylaan 11 B 176b Dr. J.F. Nassylaan 21 B 168 Dr. J.F. Nassylaan 39 B 166a Dr. J.F. Nassylaan 41a B 165 Dr. J.F. Nassylaan 42 B 122a1 Dr. J.F. Nassylaan 43 B Dr. J.F. Nassylaan 44 B 122b Heerenstraat 19 A 75a1 Heerenstraat 30 B 81a Heerenstraat 36 B 42 Heerenstraat 38 B 83 Jodenbreestraat 28 C 23a Jodenbreestraat 36 C 27 Keizerstraat 27 (31) A 155 Keizerstraat 197 C 41 Keizerstraat 199 C Keizerstraat verl. 92 BW Knuffelgracht 10 A 233 Korte Kerkstraat 16 A 150a plantage Peperpot (2 objecten) plantage Spieringshoek plantage Zorgvliet De dertig gebouwen kunnen in drie groepen worden verdeeld, namelijk: 1. Een groep waarvan de gevels dringend bescherming behoeven; 2. Een groep die weinig elementen of speciale elementen bevat; 3. Een groep die veel unieke elementen bevat. Ad 1. Deze gebouwen liggen vaak in een omgeving waar de kans op verandering aan het bouwwerk groot is bijvoorbeeld het winkelcentrum. In de loop der jaren hebben deze gebouwen dan ook enige veranderingen ondergaan. Hoewel de gebouwen nog originele details bevatten moeten de gevels dringend beschermd worden om grote of nog meer van deze ingrepen aan het bouwwerk te voorkomen. Tot deze groep behoren: 26

27 Figure 1: Jodenbreestraat 28 Figure2: Jodenbreestraat 36 Figure 1: Korte kerkstraat 16 Figure 4: Keizerstraat 27 (31) Figure 5: Knuffelgracht 10 Ad 2. Hoewel deze groep weinig waardevolle historische elementen bevat, is hij voor zijn omgeving in andere opzichten erg waardevol. Dit, vaak, in samenspraak met andere historische bouwwerken in zijn omgeving. Het bouwwerk wordt hier in een breder context geplaatst. Het voegt hierbij een extra waarde toe aan zijn omgeving. Tot deze groep behoren: Figure 6: Burenstraat 24 Figure 7: Burenstraat 46 en 48 Figure 8: Nassylaan 11 Figure 9: Nassylaan 21 Figure 10: Nassylaan 39 Figure 11: Nassylaan 41a Figure 12: Nassylaan 44 Figure 13: Heerenstraat 19 27

28 Figure 14: Keizerstraat 197 Ad 3. Deze groep heeft veel waardevolle elementen. Zij is niet gekozen omdat ze dringend bescherming behoeven, maar gewoon vanwege het feit dat ze heel waardevol zijn. Tot deze groep behoren: Figure 15: Burenstraat 54 Figure 16: Costerstraat 6 Figure 17: Costerstraat 8 Figure 18: Costerstraat 59 Figure 19: Costerstraat 69 Figure 20: Nassylaan 42 Figure 21: Nassylaan 43 Figure 22: Heerenstraat 30 Figure 23: Heerenstraat 36 en 38 Figure 24: Keizerstraat 199 Figure 25: Keizerstraat verlengde 92 28

29 Plantages Figure 26: Peperpot (Directiewoning) Figure 27: Peperpot (koffieloods) Figure 28: Spieringshoek Figure 29: Zorgvliet Bij de keuze van de dertig gebouwen is er ook op gelet dat de gekozen gebouwen niet te ver uit elkaar liggen. Als de gebouwen dicht bij elkaar liggen staan ze samen sterker dan als ze op zich zelf staan. Samen met de al officiële verklaarde monumenten vormen zij dan een sterk aandachtspunt in de binnenstad. Een voorbeeld hiervan zijn de gebouwen aan de Dr.J.F. Nassylaan. Tot de officiële monumenten behoren: Figure 30: Nassylaan 02 Figure 31: Nassylaan 08 (18e eeuwse begraafplaats) 29

30 Figure 32: Nassylaan 17 Figure 33: Nassylaan 23 Figure 34: Nassylaan 27 Een ander cultuur historisch tijdperk: Figure 35: Nassylaan Figure 36: Nassylaan Figure 37: Een globaal overzicht van de Nassylaan Samen met de zeven gekozen gebouwen zou dit gebied ook in de toekomst, met de bescherming van de monumentenstatus, een sterk straatbeeld kunnen vormen. Vooral met het oog op toerisme zou dit een heel aantrekkelijk toeristisch trekpleister kunnen vormen in Paramaribo. In zo n omgeving komt de bescherming van stads- en dorpsgezichten (artikel 1e Monumentenwet 2002 no.72, bijlage 1) goed van pas. Hierbij worden niet alleen de gebouwen, maar ook het geheel stadsbeeld beschermd tegen aanpassingen die de onderlinge ruimtelijke- of structurele samenhang, danwel de wetenschappelijke of cultuur-historische waarde van het beschermd gebied kunnen aantasten (artikel 15, 1b). 30

31 Als een gebouw het enige monument is in zijn omgeving staat hij niet alleen zwakker maar, trekt het ook minder aandacht. Als een monument alleen staat is het daarom belangrijk dat het een unieke vorm van architectuur bezit of een belangrijk cultuur historisch waarde met zich mee draagt (vb. het woonhuis van Anton de Kom). Een voorbeeld van zo een uniek bouwwerk is het Plantagehuis te Spieringshoek. Dit gebouw werd rond 1870 opgericht. Als enig plantagehuis met een constructie van gietijzer is hij zeker apart. In een periode waar hout als belangrijkste bouwmateriaal werd gebruikt, ook voor constructie, was dit helemaal niet gebruikelijk. Hoewel er in de loop der tijd wat aanpassingen zijn geweest is zijn stalen constructie nog steeds intact. Als gevelbekleding is er wel voor hout als traditioneel bouwmateriaal gekozen. Figure 38: Plantagehuis Spieringshoek Figure 39: Constructie element Figure 40: Gietijzeren trap 3.4 Praktijk ervaring bij aanvulling van het monumentenbestand Voor de verdere procedure voor het officieel verklaren tot monument moeten de kadastrale gegevens van desbetreffende gebouwen worden nagegaan. De kadastrale gegevens zijn gegevens als: de wijk waarin het gebouw ligt, het perceel nummer waarop het gebouw is gesitueerd en de zakelijk gerechtigde van het pand. Deze gegevens moeten bij het hypotheek kantoor worden nagetrokken. Indien men niet over de (juiste) gegevens beschikt kan het gebouw niet tot monument worden aangeschreven. Vanwege de te volgen procedure van het verkrijgen van (kadastrale) informatie bij het hypotheek kantoor is het moeilijk om meerdere gebouwen tegelijkertijd tot monument aan te schrijven. Bij het verkrijgen van informatie kan per keer maar van een paar gebouwen informatie worden verkregen. De kadastrale gegevens zijn bij de beschrijving van de dertig gebouwen aangegeven. 31

32 3.5 Wijze van beschrijving dertig gekozen gebouwen De gebouwen worden op twee manieren beschreven. De eerste beschrijving is meer een beschrijving van het gebouw in zijn huidige toestand. Hier wordt er een algemene beschrijving gegeven van de omgeving van het bouwwerk, verder is er een algemene beschrijving van het gebouw en de verschillende onderdelen hiervan met aan het eind een oordeel ten aanzien van de staat van het gebouw. De tweede beschrijving is bedoeld voor de verdere procedure voor verklaring tot officieel monument De eerste beschrijving van de dertig gebouwen, verliep als volgt: - Allereerst wordt er aan de hand van voorbeelden van de Commissie Monumentenzorg de volgende onderdelen aangegeven: Deel A lijst van monumenten alfabetisch op straatnaam Deel B lijst van monumenten alfabetisch op perceelnummer Deel C inschrijvingsdossier alfabetisch op straatnaam. - Vervolgens wordt het gebouw vastgelegd door middel van het plaatsen een foto met daaronder het adres. - Hierna volgen er een paar tabellen ten aanzien van de inhoud van het dossier, waaronder een tabel voor de basisgegevens, één met een overzicht van de inhoud van het dossier en een tabel voor een overzicht van bijwerkingen van het dossier. - De volgende tabellen geven een overzicht van de verkregen informatie van het bouwwerk. Zo is er een tabel voor vergunningen en verboden, één voor opname van de verschillende zakelijk gerechten in de loop der jaren, één de geschreven geschiedenis van het gebouw en één voor technische documentatie. De tweede beschrijving geeft aan de hand van criteria s aan waarom het monument van algemeen belang is en dus waarom het beschermd dient te worden. (Zie bijlage 4) 32

33 3.5 Geografisch Figure 41: Overzicht van de officiële en toekomstige monumenten in onze binnenstad 33

34 Hoofdstuk 4: Sint Elisabeth 1 school 4.1 De case studies binnen dit onderzoek Binnen het onderzoek wordt er per student één case studie uitgewerkt. De gebouwen die bij dit onderzoek worden uitgewerkt zijn ouder dan vijftig jaar en beschikken elk over een cultuur historische waarde. Hoewel ze elk in aanmerking komen voor de monumenten status is één van hen officieel tot monument verklaard (sint Elisabeth 2 school). Van de overige twee wordt binnen dit onderzoek (hoofdstuk 3) van één van de gebouwen een omschrijving gemaakt voor het officieel verklaren tot monument (woonhuis Brakke, Keizerstraat 27). Bij het laatste gebouw moet nog een begin worden gemaakt aan de procedure voor het officieel verklaren tot monument (gebouw 2, Sint Elisabeth 1 school). De case studie die bij deze thesis verder wordt belicht is: de Sint Elisabeth 1 school Woonhuis Brakke Sint Elisabeth 2 school Case studie: Sint Elisabeth 1 school Om een inzicht te krijgen in de cultuur historische waarde van dit bouwwerk, wordt het gebouw als volgt omschreven: 1. oprichting van de school, 2. historisch overzicht van het schoolgebouw, 3. de gebruikte constructie techniek met daarbij de uitwerking van de waardevolle elementen, 4. restauratie plan en 5. plan van herbestemming. Bij de twee laatste punten worden er methoden aangereikt over hoe met dit erfgoed moet worden omgegaan. 34

35 4.2 Oprichting 16 De grondleggers voor het katholiek onderwijs in Suriname voor de vrije slaven, indianen en de melaatsen waren de priesters Rev. Paulus Antonius Wennekers (werkperiode ) en de Rev. Ludovicus van der Horst. Zij hielden zich bezig met het gehele schoolgebeuren, maakten een schoolreglement en gaven godsdienstonderwijs aan de al genoemde groepen. Bij het uitdragen van het onderwijs met hierbij de nadruk op godsdienstig onderwijs, beperkte men zich niet alleen tot Paramaribo. Ook op de plantages zette de missie en het zendingswerk zich voort. Naast het onderwijs werd er ook aandacht geschonken aan de opvang van de wezen. Door de vele activiteiten en door de toename van het aantal katholieke gelovigen was men genoodzaakt om meer hulp, vanuit Nederland, te laten halen. Op 19 november 1856 arriveerden er een zestal zusters Franciscanessen vanuit Roosendaal Nederland onder leiding van Mere Louise. Een deel van de zorg van de jeugd van de groep wezen werd aan hen overgedragen. Het was door de machthebbers in Nederland verboden onderwijs te verzorgen onder de vrijen negers en slaven. In werd er wel toestemming verleend aan de EBG scholen om slavenkinderen van onderwijs te voorzien, maar dit gold niet voor de Rooms katholieke scholen. Het verzorgen van onderwijs in het Nederlands was toen nog verboden. In 1856 werd het verbod op het schrijf onderwijs aan slavenkinderen opgeheven. In dit zelfde jaar kregen enkele rooms katholieke scholen de toestemming onderwijs te verzorgen aan deze groep. Op 19 januari 1857 werd de Sint Louiseschool door de Zusters van Roosendaal opgericht op het complex grenzend aan de Gravenstraat/ Wulfinghstraat. In 1876 werd de leerplicht ingevoerd voor kinderen van zeven tot twaalf jaar. Het Nederlands werd het zelfde jaar als schooltaal ingevoerd. In het jaar 1886 heeft de school waarschijnlijk de functie van school van kinderen van welgestelde ouders gekregen. Na aanleg van de Mgr. Wulfinghstraat in 1920 werd de St. Louiseschool in het nieuwe gebouw van Gravenstraat 18 ondergebracht. Op 2 november 1948 werd de St. Louiseschool opgesplitst in een Mulo bovenbouw en een onderbouw, die toen de St. Elisabeth 1 School werd genoemd. Deze scholen werd bezocht door kinderen van welgestelde ouders. 16 Info Sint Louiseschool Artikel: de ontstaansgeschiedenis van het RKBO van de Missie Samensteller: Hr. A.A.Cooman 17 Encyclopedie van Suriname (1978) / Samensteller: Drs. W.Gordijn Tijdtafel van het onderwijs (blz 448) 35

36 4.3 Historisch overzicht Sint Elisabeth 1 school: De St. Elisabeth 1 school bestaat uit twee gebouwen. Het eerste gebouw, een traditioneel houtbouw van één verdieping, is één de oudste schoolgebouwen in deze omgeving. Het gebouw dateert uit het jaar ii Van het tweede gebouw is niet bekend wanneer dit werd gebouwd. Aan de hand van oude foto s is wel vast te stellen dat dit gebouw er in 1885 al stond (zie foto 1). In de beginfase was het een traditionele houtbouw van één bouwlaag. Tussen 1923 en 1965 is de school twee keer verbouwd. Figure 1: Schoolgebouw met binnenplaats omstreeks 1885 Fotoarchief: K.I.T Fotograaf: onbekend Figure 2: Situatie begin gravenstraat omstreeks 1900 Fotograaf: S.S.M. Fotograaf: onbekend Figure 3: Omstreeks 1923 Fotoarchief: S.S.M. Fotograaf: E. Klein Figure 4: Omstreeks 1965 (fase één, twee en drie zijn zichtbaar) Fotoarchief: onbekend Fotograaf: C.B.N 36

37 Dit valt te concluderen aan de hand van oude foto s en aan de hand van de bouwsporen op het bouwwerk. In de tweede fase is het schoolgebouw met een verdieping uitgebreid en in derde fase is het gebouw in lengterichting uitgebreid (begane grond en verdieping). Dit was echter niet de laatste fase. Na 1965 kwam er een kleine uitbouw op de begane grond en een overstek tegen de achtergevel. Eind resultaat: Fase 1 Fase 3 Fase 2 Fase 4 In de loop der jaren hebben er, los van de verschillende uitbreidingen, een aantal aanpassingen aan het gebouw plaatsgevonden. Zowel op de begane grond als op de eerste verdieping is er een raam tot deur omgebouwd. Dit is ten eerste te zien aan de aanwezigheid van sporen van de onder- en bovendorpel en ten tweede aan de raam vastzetters die aan weerszijde van de ramen voorkomen. Deze raam vastzetters zijn bedoeld om de ramen in een vaste stand te zetten, zodat ze niet zo maar dicht klappen. Figure 5: Raam vastzetter Figure 6: Onderdorpel Een mogelijke verandering aan het gebouw is de vervanging van de achtergevel tijdens de derde fase op de begane grond. Wat opvalt, is dat de gevel aan de voorzijde bij de derde fase veel gelijkenissen vertoont met die van de eerste en tweede fase. De aanwezigheid van traveeën is dan 37

38 ook duidelijk zichtbaar. Bij de achterzijde van de begane grond fase drie komt het framewerk echter helemaal niet meer overeen met de rest van het gebouw. Ook niet met de het framewerk van de eerste verdieping van de zelfde fase. (zie tekening frameplan achtergevel bijlage 3) 4.4 Constructie techniek: Zoals aangegeven is het schoolgebouw in meerdere fasen gebouwd. Aan de hand van de twee onderstaande foto s en tekeningen is de uitbreiding van het gebouw van fase één naar fase twee zichtbaar. Het gebouw werd met een verdieping uitgebreid en er was dus een galerij nodig. De balken die de nieuwe galerij ondersteunen hebben een andere afmeting dan de balken in het gebouw. Omdat ze in de tweede fase erbij zijn gekomen zijn ze tegen het bestaande bouwwerk geplaatst en worden ze ondersteund door een dwarse balk die tegen het gebouw is bevestigd. (zie figuur 7 en 9) De ringbalk van het oorspronkelijk gebouw steekt een paar centimeters uit boven de vloer van de eerste verdieping. Om deze balk zo sierlijk en onopvallend mogelijk te maken, heeft men er sierwerk aan toegevoegd. (zie figuur 8 en 10) Figure 7: Fase 1 Figure 8: Fase 2 Figure 9: Aangebouwde galerij Figure 10:Voormalige dakaanzet Figure 11: Bouwnaad 38

39 Bij de uitbreiding van het schoolgebouw van fase twee naar fase drie heeft men waarschijnlijk getracht om deze fase in zelfde stijl voort te zetten. Hoewel deze fase veel gelijkenissen vertoont met de twee voorgaande fases, zijn er toch een aantal verschillen merkbaar. Zo is er niet alleen een verschil in detaillering, maar ook een verschil in de toegepaste constructie techniek. De stijl van construeren was in de loop der tijd gewijzigd, zodat achter de identieke verschijningsvorm een andere constructie schuil gaat. De aanwezigheid van een bouwnaad aan de voor- en achtergevel bevestigt dat het hier om een aanbouw gaat. (zie figuur 11) Bij fase één en twee staan de vloerbalken loodrecht op de kolommen en liggen de balken op een onbepaalde afstand van elkaar (dwarsframe). Dit in tegenstelling tot fase drie. Bij fase drie zijn de balken op een vast hart op hart afstand van elkaar geplaatst. Ook zijn de balken hier niet op de kolommen, maar op de moederbalk opgelegd (langsframe). Figure 12:Eerste en tweede fase (dwarsframe) Figure 13: Derde fase (langsframe) De afstanden tussen de balken van de eerste fase zijn groter dan de hart op hart afstand van de balken van fase drie. Bij fase één heeft men om extra doorbuigingen te voorkomen een onderspannen ligger toegepast. Deze ligger verdeelt de opgenomen trekkrachten over zijn constructie, waardoor de doorbuiging van de vloer ook minder is. Bij de derde fase heeft men deze constructie niet toegepast dus is het mogelijk dat men hier voor een kleinere afstand heeft gekozen om zo de doorbuiging van de vloer te verkleinen. Figure 14: Onderspannen ligger Figure 15: Fase 4 De uitbouw op de begane grond, in fase vier, vertoont net als fase drie ook enige verschillen met de voorgaande fasen. Men heeft hier naast bakstenen sokkels ook gebruik gemaakt van betonnen 39

40 sokkels. Verder verschillen de ramen en deuren van dit gedeelte in hoogte met de ramen en deuren van de rest van het gebouw. Ook zijn de deuren die men hier gebruikt heeft allemaal enkele deuren zonder bovenlicht. De originele verbindingen in het gebouw zijn de gat en pen verbindingen. Hier werden de kolommen en de balken zodanig ingekeept dat ze als één gehele opstelling in elkaar geschoven konden worden. Door de verbinding werd er een houten pen in geschoven. Dit is een uitstekend systeem voor een constructie die alleen op druk wordt belast. Deze verbinding is bij fase één en twee en een deel van fase drie duidelijk zichtbaar. Figure 16:Gat en pen verbinding op zolder Figure 17: Verbinding met schroefbouten Figure 18: Gat en pen verbinding Een type verbinding die in het gebouw voorkomt is de verbinding met schroefbouten (fase drie en vier). Deze verbinding doet moderner aan en is vermoedelijk geplaatst tijdens reparaties aan het gebouw. 40

41 Andere verbindingen: Ook bij de balkconstructie is er gebruik gemaakt van een paar constructieverbindingen (zie figuur 19 en 20). De meest voorkomende balkverbinding is in figuur 19 weergegeven. De verbinding van figuur 20 is slechts op een paar plaatsen zichtbaar. Het is mogelijk dat de eerste verbinding de originele verbinding is en dat de tweede verbinding pas later bij vervanging van enkele balken is toegepast. Figure 19: Verbinding (één) galerij Figure 20: Verbinding (twee) galerij Voor het hang- en sluitwerk heeft men gebruik gemaakt van twee soorten scharnieren. Bij de fasen één en twee heeft men gebruik gemaakt van één soort scharnierverbinding en bij de fasen drie en vier heeft men weer gebruik gemaakt van een ander soort verbinding. Figure 21: Geheng Figure 22: Paumelle Het rabat dat rond de 19de eeuw werd gebruikt was breder en vertoonde een ander systeem dan het hedendaagse rabat. Dit rabat werd met behulp van een platte schaaf gemaakt. Het hedendaagse rabat wordt vervaardigd middels machinale houtbewerking. De rabatplanken die men bij het gebouw gebruikt heeft hebben niet de zelfde breedte. De breedte van het rabat van de eerste en de tweede fase ligt tussen zevenentwintig en drieëntwintig centimeter terwijl het rabat van de derde en vierde fase zestien centimeter breed is. Dit komt omdat de breedte van de rabatplanken in de loop der jaar smaller is geworden. 41

42 Figure 23:Oud systeem rabatplanken Figure 24: Nieuw systeem rabatplanken De historische binnenstad staat bekend om zijn traditionele houtbouw. De meeste van de historische bouwwerken zijn uit hout gebouwd zo ook de Sint Elisabeth 1 school. De gebruikelijke maten voor een normale constructie in de 19de eeuw waren 5 5 voor constructiehout en 1 ¼ en 1 ½ voor vloerplanken. De vloerplanken waren van Surinaams Copiehout of Amerikaans Pitch-Pine hout en voor het frame werden er wat duurzamere houtsoorten gebruikt zoals: bruinhart, groenhart en bolletrie. De binnen beplanking was van Copie en de binnenbeschotten van Wana. 18 Bij de opmeting van de constructie valt op te merken dat de maten vaak afwijken van de gestelde maatgeving (5 5 ). Het gebruikte constructie hout was vaak of iets smaller of iets breder. De vloerplanken van de tweede en derde fase van het tweede schoolgebouw zijn van Amerikaans Pitch-Pine hout. De kapconstructie is van bruinhart. De rest van het gebruikte hout is, vanwege de aangebrachte verflaag, moeilijk te herkennen. 4.5 Restauratie Inleiding De case studie is een heel indrukwekkend bouwwerk dat zeker behouden moet blijven. Vanwege achterstallig onderhoud komt het gebouw niet helemaal tot zijn recht. Om het gebouw weer de plaats te geven die het verdient moet het weer in goede staat worden gebracht. Hierbij is het belangrijk dat er niet zo maar reparaties aan het bouwwerk worden verricht, omdat deze de waardevolle aspecten van het gebouw kunnnen schaden. Voor het correct repareren en restaureren van het bouwwerk is het nodig om te eerst na te gaan hoe er met zo een bouwwerk moet worden omgegaan (Monumentenwet 2002 no.72) en welke elementen van het gebouw zo 18 Dictaat (poly technisch college afdeling infrastructuur): Bouwmaterialen in Suriname in de 17e 19e eeuw / Samensteller: P. Dikland 42

43 veel als nodig bewaard moeten blijven. Vervolgens wordt er een opname gemaakt voor restauratie met daarbij de bestekopname voor onderdelen die iets meer aandacht behoeven. Hierbij wordt de nadruk gelegd op het correct behandelen van het historisch bouwwerk Toepassing van de monumentenwet 2002 (No.72): Hoewel de Sint Elisabeth 1 school officieel niet als monument staat ingeschreven beschikt de gebouwen wel over een grote mate aan historische en architectonische waarde. Vanwege deze waarde behoort het gebouw beschermd te worden tegen aanpassingen die deze waarde in gevaar kunnen brengen. Volgens het lid 1 artikel 7 hoofdstuk 3 is het verboden om een monument te slopen of veranderingen aan te brengen. Het plegen van veranderingen aan het bouwwerk ga je niet helemaal kunnen voorkomen. Vooral bij de restauratie van het bouwwerk kunnen zich soms gevallen voordoen waarbij aanpassingen aan het bouwwerk vereist zijn voor verlenging van de levensduur. Deze aanpassingen zijn echter alleen om het bouwwerk voor langere duur te beschermen. Met het oog op lid 2a artikel 7 moet op gelet worden dat het uiterlijk of de structuur niet verstoord of gewijzigd wordt. Voor het herstel en de instandhouding van het monument zijn de zakelijk gerechtigden verplicht tijdig zelf de werkzaamheden tot onderhoud te verrichten of te doen verrichten (lid 1 artikel 9 hoofdstuk 4). Met dit bovenstaande wordt aangegeven dat de eigenaar van het monument zelf in het onderhoud moet voorzien. De kosten voor restauratie van een historisch object kunnen hoog oplopen en het is daarom dan ook nodig dat men het gebouw tijdig onderhoudt. Op deze wijze kan meer schade aan het bouwwerk voorkomen worden. Het is voor de monumenteigenaar belangrijk om het onderhoud van zijn of haar monument goed bij te houden. Hoewel onder lid 1 van artikel 10 is aangegeven dat de Minister op verzoek van de zakelijke gerechtigde een uitkering uit de Staatskast kan doen ten aanzien van het herstel of instandhouding van een monument, heeft dit zich tot op heden nog niet voorgedaan. Bij herbestemming van een historisch bouwwerk is het dus goed als er met het bovenstaande in artikel 9 en 10 terdege rekening wordt gehouden (zie paragraaf 4.6) Beschermde elementen Alvorens gestart wordt met de opname voor restauratie, moet er eerst nauwgezet de te beschermen architectonische kenmerken worden omschreven. 43

44 Omschrijving: Gevel: Traditionele houtbouw in de breedte, twee lagen, negentien traveeën. Bakstenen onderbouw en zadeldak met geprofileerde dakplaten en dakkapel. Galerij over de gehele breedte van de eerste verdieping. Toegang tot de eerste verdieping geschiedt via twee trappen, één uiterst rechts van het gebouw en de andere halverwege de voorgevel. Houten kolommen met inkepingen, bakstenen kolomvoet en sierwerk aan de bovenzijde van de kolommen. Hutten shutter ramen en deuren allemaal met bovenlicht. Sokkel: Bakstenen onderbouw, dichtgezet aan de voorzijde van het gebouw. Bastenen kolomvoet, trap gewijs opgebouwd. Begane grond: De toegang tot de ruimtes vindt plaats middels een half ronde stoep met omlopende tree. Dubbele paneeldeuren met bovenlicht. Houten shutter ramen met bovenlicht Eerste verdieping: Galerij over de gehele verdieping. Dubbele paneeldeuren met bovenlicht. Houten shutter ramen met bovenlicht Zolder: Een sporenkap met pen en gat verbindingen. Cirkelvormig figuurwerk aan de linkerzijde van de gevel. Interieur en constructie Bestaande constructie technieken (dwars- en langsverbindingen) Gat en pen verbindingen Balk verbindingen Het bestaande figuurwerk binnen de verschillende ruimtes 44

45 4.6 Herbestemming: Wanneer een (historisch) gebouw wordt herbestemd worden er soms bepaalde ingrepen gepleegd op het bestaande bouwwerk. Vooral bij historische bouwwerken moet er op gelet worden dat, mochten er ingrepen op het gebouw worden gepleegd, deze ingrepen niet van negatieve invloed zijn op het bestaande gebouw. Met negatief wordt hierbij bedoeld dat de ingrepen die gepleegd worden voor het herbestemmen van het gebouw de historische waarde van het monument niet mogen schaden, ze moeten reversable zijn Gunstige en ongunstige aspecten Bij het zoeken naar een herbestemming is het belangrijk dat er eerst gekeken wordt naar de verschillende beperkingen en benutting mogelijkheden van het bouwwerk. Deze zijn: Gunstige aspecten: Het bouwwerk beschikt over een cultuurhistorische waarde Het gebouw is omringd door andere historische bouwwerken Het gebouw beschikt over een X-aantal ruimtes, allemaal met eigen ingang Het gebouw beschikt over een ruime zolder met eigen ingang De aanwezigheid van open ruimte aan de achterzijde van het gebouw Veel ondernemerschap in de binnenstad Ongunstige aspecten: Beide gebouwen zijn opgedeeld in een X-aantal ruimtes, allemaal met eigen ingang Het bouwwerk beschikt niet over toiletten Hoge mate van brandbaarheid Slechte geluidisolatie Weinig activiteit in de binnenstad na werkuren 45

46 Belangrijk bij de toekomstige functies is dat deze kleinschalig moeten zijn en binnen de bestaande ruimten moeten passen. Functies die in aanmerking kunnen komen voor de herbestemming van het gebouw zijn: Scholingsfunctie Kantoorfunctie Crèche Culturele functies Restaurant Conferentieruimten Winkel units Woonfunctie Voor de herbestemming van het gebouw is gekozen voor de woonfunctie, met name de inrichting van appartementen. Er is voor de woonfunctie gekozen, omdat dat één van de meest ingrijpende functies is binnen een historisch bouwwerk. In het kader van monumentenbeheer wordt er gekeken naar de ingrepen die van invloed kunnen zijn op het bouwwerk. Aan de hand hiervan worden er oplossingen aangeboden, waarbij het bouwwerk zoveel als mogelijk in zijn oorspronkelijke staat behouden kan worden. Voor de zolder is gekozen voor een meer publieke functie, namelijk de functie van kunst atelier Uitwerking Uitgangspunten: Het gebouw moet met de herbestemmingsfunctie in zijn onderhoud kunnen voorzien (dit ten aan zien van het gestelde in lid 1 artikel 9 van de monumentenwet 2002 No.72) Hedendaagse herbestemming met respect voor de cultuurhistorische waarde van het gebouw. 46

47 Ruimte voor mogelijke uit- of aanbouw: Figure 22: Openruimte aan de achterzijde van het bouwwerk Het gebouw wordt opgedeeld in acht appartementen (woonvakken). De indeling van het gebouw, zoals in de plattegronden aangegeven, blijft gehandhaafd. Ieder woonvak beschikt over twee ruimtes, één op de begane grond en één op de verdieping. De ruimtes lopen evenredig met elkaar. Indeling van de woonvakken vindt als volgt plaats: Figure 23: Appartementen indeling. 47

48 Schets tekeningen oplossingsmodel: Figure 27: Plattegrond beganegrond Figure 28: Plattegrond verdieping 48

49 Figure 29: Bestaande bouwwerk met aanbouw (achtergevel) Figure 30: Bestaande bouwwerk met aanbouw (achtergevel) 49

50 Figure 31: Interieur Situatie woonfunctie Gevels bestaande bouwwerk: De gevels van het bestaande bouwwerk blijven gehandhaafd. Aan de achterzijde van het gebouw komen wel een paar aanbouwsels, maar hierbij wordt de aanbouw gewoon tegen het bestaande bouwwerk aan geplaatst. De aanbouw is uit beton- en glaswerk vervaardigd. Het glaswerk wordt tegen het gevel van het historisch pand geplaatst. Vervolgens sluit het aan op de rest van de aanbouw die uit beton is vervaardigd. Aan de achterzijde van ieder woonvak worden twee ramen tot deur omgebouwd. Dit voor de toetreding van de bad- en toiletruimte en de keuken (aanbouw). Interieur bestaande bouwwerk: Op de begane grond is er een ruime woonkamer en kleine bar en op de verdieping zijn er slaapruimtes (twee slaapkamers). De twee bouwlagen zijn door middel van een rechte trap met bordes, met elkaar verbonden. Een extra toevoeging binnen het bestaande bouwwerk is het entresol. 50

51 Aanbouwsel: Kapconstructie: de kapconstructie is een overstek van het bestaande bouwwerk. Gevels: De gevels van de aanbouw vertonen overeenkomsten met het originele bouwwerk (grote ramen, een galerij op de verdieping en een stoep voor toetreding van het gebouw. De gebruikte kleuren voor de gevels is wit. De gebruikte materialen zijn glas en beton. Interieur: De functies van bad/ toilet en keuken zijn buiten het origineel bouwwerk geplaatst. Op de begane grond van het aanbouwsel is een keuken en een toilet gesitueerd en op de verdieping is de bad- en toiletruimte. De binnenwanden en de vloeren zijn van beton. Situatie kunstatelier: De bestaande kapconstructie (sporenkap) met zijn verbindingen is bij de tweede fase van het gebouw in zicht. Enkele technische ingrepen die hierbij wel verwerkt moeten worden zijn: 1. hitte isolatie, 2. het plaatsen van kunstlicht. Beoordeling: Aanpassingen binnen het bestaande bouwwerk: Trap met bordes: De trap is tussen het bestaande vloerbalkenplan gesitueerd, waardoor deze intact wordt gehouden. De moederbalk wordt echter wel onderbroken, waardoor er een extra kolom aan de constructie moet worden toegevoegd voor ondersteuning van de balk. Op de verdieping moet ook een extra balk worden geplaatst voor de ondersteuning van de constructie. Ter ondersteuning van het bordes moeten er extra kolommen (vier, één per hoekpunt) worden aangebracht. Voor de ondersteuning van deze kolommen gaan er extra balken aan het bestaande balkenplan van de begane grond moeten worden toegevoegd. Conclusie: Deze handelingen zijn wel reversible. Omdat er voor de toevoeging van het bordes wat meer aanpassingen moeten worden gepleegd, moet er goed worden nagegaan als het wel echt van belang is. 51

52 Figure 32: Trap (1) Entresol als extra toevoeging: De toevoeging van een entresol aan de bestaande constructie is meer vanuit architectonisch oogpunt. Deze constructie kan de belevenis waarde binnen de ruimte vergroten. Er moet echter wel worden gekeken naar de aanpassingen die hierbij aan het bouwwerk moeten worden aangebracht. De toetreding van het entresol kan via het bordes van de trap die de begane grond en de verdieping met elkaar verbindt, waardoor er geen extra aanpassingen dienen te worden aangebracht. Een entresol bestaat uit drie basiscomponenten namelijk 19 : 1. de kolommen, 2. het horizontale hoofd en kinderbalken en 3. de vloer. Voor de toevoeging van het entresol gaan er dus extra kolommen moeten worden aangebracht. Als ondersteuning voor de vloer kan er een balk aan de binnenkant van het gevel worden aangebracht (zie toevoeging galerij fase 2 paragraaf 4.3). bij de toevoeving van het entresol moet er op gelet worden dat: 1. de toegevoegde kolommen het bestaande bouwwerk niet ontsieren en 2. de belasting van het entresol geen schade richt aan de bestaande constructie. Conclusie: Mochten de twee bovenstaande punten een negatieve uitkomst hebben dan moet het entresol dan gewoon weg worden gelaten. Figure 4: Entresol 19 Google search: entresol 52

53 Kamer indeling verdiepingsvloer: Voor de indeling van de kamers moeten er wanden worden aangebracht die zo min mogelijk aanpassingen vergen van het bestaande bouwwerk. Als oplossing zouden er lichte houten wanden kunnen worden aangebracht 20. Deze wanden kunnen zonder verdere voorzieningen op de houten balken of op de houten vloer worden geplaatst. Een onderregel wordt aangebracht, waarop de wand verder wordt opgebouwd. Conclusie: Voor weinig aanpassingen aan het pand kunnen er lichte houten wanden worden aangebracht. Het originele balkenplan blijft hierbij intact. Figure 5: Licht houten wanden Twee ramen tot deuren ombouwen: Voor toetreding van de aanbouw moet zowel op de begane grond als op de verdieping een raam tot deur worden omgebouwd. Hoewel er hierbij wel aanpassingen aan het bestaande bouwwerk moeten worden aangebracht zijn deze echter miniem vergeleken met de aanpassingen die gepleegd moeten worden bij de situering van de bad, toilet en keuken binnen het bestaande bouwwerk. De deuren kunnen in de toekomst wel weer tot raam worden omgebouwd. Conclusie: Redelijke aanpassing met een groot resultaat. Situering van de keuken en bad- / toiletruimtes buiten het gebouw: Bij de herbestemming van het gebouw tot appartementen complex zijn de bovenstaande functies niet weg te denken. Deze functies kunnen dan ook in het bouwwerk geplaatst worden, maar om het bouwwerk zoveel als mogelijk in zijn oorspronkelijke staat te houden is het beter om deze functies buiten het gebouw te plaatsen. Zo kan de bestaande constructie beter worden ervaren. 20 Dictaat detailleren 2 / Samensteller: Ir. J. Martinus 53

Student: Rellum Veronique Richting: Infrastructuur (Bouwkunde) Studenten nr.: 05IS1001

Student: Rellum Veronique Richting: Infrastructuur (Bouwkunde) Studenten nr.: 05IS1001 Student: Rellum Veronique Richting: Infrastructuur (Bouwkunde) Studenten nr.: 05IS1001 19 augustus 2010 Inleiding : Inleiding Probleemstelling Doelstelling Indeling onderzoek: Monumentenzorg in Suriname

Nadere informatie

2001 NO.74 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME

2001 NO.74 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME 2001 NO.74 STAATSBLAD VAN DE REPUBLIEK SURINAME STAATSBESLUIT van 31 oktober 2001 ter uitvoering van artikel 4 lid 2 van de Bouwwet 1956 (G.B. 1956 no. 30, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 1980 no.

Nadere informatie

Algemene Monumenten informatie

Algemene Monumenten informatie Informatiemap deel A Algemene Monumenten informatie In dit deel A van de informatiemap wordt kort ingegaan op de volgende algemene onderwerpen betreffende monumenten en het eilandelijke monumentenbeleid.

Nadere informatie

WET van 5 september 2002, houdende bepalingen inzake het behoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten (MONUMENTENWET 2002) (S.B. 2002 no. 72).

WET van 5 september 2002, houdende bepalingen inzake het behoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten (MONUMENTENWET 2002) (S.B. 2002 no. 72). WET van 5 september 2002, houdende bepalingen inzake het behoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten (MONUMENTENWET 2002) (S.B. 2002 no. 72). HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze wet

Nadere informatie

9 ta. Mlc. Gemeente Delft. Geachte leden van de raad,

9 ta. Mlc. Gemeente Delft. Geachte leden van de raad, Veiligheid Mlc Gemeente Delft Advies Phoenlxsiraat 16 261 1 AL DeIR Bankrekening BNG 28.50.01.787 t.n.v. gemeente Delff Retouradres :Advies, Postbus 78. 2600 ME Delfl Leden van de gemeenteraad Behandeld

Nadere informatie

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht Inhoud Inleiding 3 Bovengrondse monumenten en beschermde stads- of dorpsgezichten

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs,

De Staatssecretaris van Onderwijs, R.J.Schimmelpennincklaan3 90'''0361243 2506 AE Den Haag reler...3,

Nadere informatie

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedverordening Boxtel 2010 Pagina 1 van 5 Erfgoedverordening Boxtel 2010 gezien het voorstel van het college van 18 mei 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM082 (trafohuisje) Rijksweg Noord 96 a 6162 AM Geleen Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en

Nadere informatie

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat?

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat? Het duurt niet lang meer of Gelselaar krijgt de status van beschermd dorpsgezicht. Het zal het tweede beschermde gezicht zijn in de gemeente Berkelland.

Nadere informatie

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. Nr. 18715 3 april 2014 Erfgoedverordening Stadsdeel Zuidoost 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat

Nadere informatie

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria 13 juni 2017 Monumenten: Aanwijzingscriteria Monumenten: Aanwijzingscriteria Inhoudsopgave 1. Aanwijzingsbeleid voor gemeentelijke monumenten in Oldenzaal... 3 1.1 Algemeen... 3 2. Aanwijzingscriteria...

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM106 (schuur) Kloosterstraat 13 a 6123 AM Holtum Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op grond

Nadere informatie

Erfgoedverordening Amsterdam

Erfgoedverordening Amsterdam Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. archeologisch monument: monument, als bedoeld in onderdeel r, onder 2; b. archeologisch onderzoek: werkzaamheden

Nadere informatie

Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat?

Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar Beschermd Dorpsgezicht Wat betekent dat? Gelselaar is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Het is het tweede beschermde gezicht in de gemeente Berkelland. In 1972 is de Mallumse molen en de

Nadere informatie

LANDBESLUIT inrichting en werkwijze Monumentenraad

LANDBESLUIT inrichting en werkwijze Monumentenraad LANDBESLUIT inrichting en werkwijze Monumentenraad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Sint Maarten Officiële naam regeling LANDBESLUIT inrichting en werkwijze Monumentenraad

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM141 (brug over de molenbeek) Kastanjelaan bij 10 en 12 6131 LB Sittard Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk

Nadere informatie

: AKU-fontein : Arnhem : Arnhem. : Gele Rijdersplein to 41 :

: AKU-fontein : Arnhem : Arnhem. : Gele Rijdersplein to 41 : BESLUITMOTIVERING - maakt deel uit van het besluit betreffende naam gemeente plaats straat en huisnummer nummer : Fontein inclusief bassin, kunstwerk en de bijbehorende pleininrichting : AKU-fontein :

Nadere informatie

Inventarisatieformulier Stads- en dorpsgezichten gemeente Weert Gebied XI Kroonstraat e.o.

Inventarisatieformulier Stads- en dorpsgezichten gemeente Weert Gebied XI Kroonstraat e.o. Bijlage 3 bij regels Inventarisatie Stads- en dorpsgezicht Inventarisatieformulier Stads- en dorpsgezichten gemeente Weert Gebied XI Kroonstraat e.o. Omvang gebied Wilhelminastraat, Kroonstraat, Julianastraat

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 RB 2004/11-A MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1 monument: a zaak die van algemeen belang is

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM060 Markt 114 a en 114b 6161 GN Geleen Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op grond van de

Nadere informatie

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017 Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017 Provinciale Staten van Noord-Holland; Overwegende dat het in verband met

Nadere informatie

Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur

Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Etten-Leur; gelet op de Erfgoedverordening Etten-Leur; gelet op de

Nadere informatie

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Brielle Nr. 103010 19 juni 2017 Erfgoedverordening 2017 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 03-01-2017,

Nadere informatie

Informatiebrochure provinciale monumentenlijst Drenthe voor eigenaren gebouwde monumenten voor Monumenten vertellen het verhaal van Drenthe

Informatiebrochure provinciale monumentenlijst Drenthe voor eigenaren gebouwde monumenten voor Monumenten vertellen het verhaal van Drenthe Informatiebrochure provinciale monumentenlijst Drenthe voor eigenaren gebouwde monumenten voor 1940 Monumenten vertellen het verhaal van Drenthe Monumenten vertellen het verhaal van Drenthe De provincie

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM035 (kazemat) Biesenweg 5 6164 RB Geleen Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op grond van

Nadere informatie

Raad voor Cultuur. mon /3

Raad voor Cultuur. mon /3 Aan De Staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap p/a Rijksdienst voor de Monumentenzorg Postbus 1001 3700 BA Zeist Onderwerp A.J. Schimmelpennincklaan 3 Adviesaanvragen MSP-Venlo postaus 61243

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING 2006

MONUMENTENVERORDENING 2006 MONUMENTENVERORDENING 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 De raad van de gemeente Houten, gezien het voorstel van het college van 1 november 2005, gelet op

Nadere informatie

Boxtel ontleent van oudsher een specifieke rol aan zijn ligging. Op een kruispunt van wegen tussen drie steden, op een verhoogde

Boxtel ontleent van oudsher een specifieke rol aan zijn ligging. Op een kruispunt van wegen tussen drie steden, op een verhoogde Boxtel ontleent van oudsher een specifieke rol aan zijn ligging. Op een kruispunt van wegen tussen drie steden, op een verhoogde plek langs de Dommel, is Boxtel ontstaan. De eerste vermelding van Boxtel

Nadere informatie

LANDSBESLUIT monumentenregister

LANDSBESLUIT monumentenregister LANDSBESLUIT monumentenregister Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Sint Maarten Officiële naam regeling LANDSBESLUIT monumentenregister Citeertitel Landsbesluit monumentenregister

Nadere informatie

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

Erfgoedverordening Roosendaal 2017 Erfgoedverordening Roosendaal 2017 De raad van de gemeente Roosendaal; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van.; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ; De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr. 2004-04-16; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM068 (Barbaramonument) Mijnweg bij 3 6167 AC Geleen Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG) Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201706425 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het gewijzigd uitvoeren van de verleende vergunning 201614952/6257905 dd. 21-02-2017 betreffende

Nadere informatie

TE KOOP Kapel Nieuw Vredenhof Van Oldenbarneveltlaan 15, Haarlem

TE KOOP Kapel Nieuw Vredenhof Van Oldenbarneveltlaan 15, Haarlem TE KOOP Kapel Nieuw Vredenhof Van Oldenbarneveltlaan 15, Haarlem Kerkgebouw + dienstwoning met ruime bestemming herontwikkeling tot woningbouw mogelijk Omschrijving Het object betreft een vrijstaand voormalige

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM037 (voetbalmonument) Geenstraat bij 19 6162 XV Geleen Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en

Nadere informatie

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

HOOFDSTUK I.- Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: Koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor de toekenning van de toelage tot ondersteuning van acties die betrekking hebben op de bevordering

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM189 Oudeweg 22 6136 VZ Sittard Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op grond van de Monumentenwet

Nadere informatie

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken. Raad VOORBLAD Onderwerp Beschermd Dorpsgezicht Gelselaar Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch Domein

Nadere informatie

ROMA-bijeenkomst 23 maart 2017 CULTUURHISTORIE IN DE OMGEVINGSVISIE. Martin van Bleek adviseur cultuurhistorie

ROMA-bijeenkomst 23 maart 2017 CULTUURHISTORIE IN DE OMGEVINGSVISIE. Martin van Bleek adviseur cultuurhistorie ROMA-bijeenkomst 23 maart 2017 CULTUURHISTORIE IN DE OMGEVINGSVISIE Martin van Bleek adviseur cultuurhistorie Cultureel erfgoed cultureel erfgoed: zich in de fysieke leefomgeving bevindend erfgoed bestaande

Nadere informatie

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is

Nadere informatie

Artikel 1 1. Artikel 2

Artikel 1 1. Artikel 2 WET van 6 april 1956 strekkende tot vaststelling van bouwvoorschriften (G.B. 1956 no. 30), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij G.B. 1957 no. 67, G.B. 1972 no. 96, S.B. 1980 no. 116,

Nadere informatie

Beleidsplan Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten

Beleidsplan Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten Beleidsplan Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten Pagina 1 van 9 Inhoud Inleiding... 4 Aanleiding... 4 Betrokkenen... 4 Geldigheidsduur... 4 Publicatie... 4 Organisatie... 4 Rechtspersoonlijkheid....

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM091 Strensstraat 5 6162 AW Geleen Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op grond van de Monumentenwet

Nadere informatie

Bijlage 1 bij regels: Inventarisatie Stads- en dorpsgezichten Gebied VII Hushoven

Bijlage 1 bij regels: Inventarisatie Stads- en dorpsgezichten Gebied VII Hushoven Bijlage 1 bij regels: Inventarisatie Stads- en dorpsgezichten Gebied VII Hushoven Omvang gebied Hushoverweg, Daemenstraat, Sint Donatuskapelstraat, Maasenweg (zoals op kaart aangegeven) Plaats Weert Datum

Nadere informatie

Onderhoud en vergunningplicht

Onderhoud en vergunningplicht Onderhoud en vergunningplicht MONUMENTENRECHT 1. Wat wordt er beschermd? 2. Door wie wordt er beschermd? 3. Hoe wordt er beschermd? a) Aanwijzing b) Reikwijdte bescherming c) Vergunningplicht d) Vergunningvrij

Nadere informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening gemeente Houten Erfgoedverordening gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 december 2017 met nummer BWV17.0228; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van

Nadere informatie

Kaart met bescherming

Kaart met bescherming Kaart met bescherming Gemeentelijke Monumentenlijst monumentnr. GM229 Pagina 4 van 4 - 2 - gelet op: de verordening Cultuurhistorie Sittard-Geleen 2008 ; besluit: Het object Veestraat 72 te Sittard op

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG) Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201706209 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het veranderen van de voorgevel van de woning Nassauplein 34 door het vervangen van ramen van enkel

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM108 Kloosterstraat 19 6123 AM Holtum Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op grond van de

Nadere informatie

BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA. Monumenten op Aruba

BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA. Monumenten op Aruba BIBLIOTECA NACIONAL ARUBA Monumenten op Aruba 1 Wat is een monument en wanneer wordt een gebouw een monument? Een monument is een onroerend goed, bijvoorbeeld een oud gebouw, dat belangrijk is door de

Nadere informatie

Toelichting op de bouwhistorische verwachtingenkaart Verborgen geschiedenis achter de gevels van Dordrecht

Toelichting op de bouwhistorische verwachtingenkaart Verborgen geschiedenis achter de gevels van Dordrecht Toelichting op de bouwhistorische verwachtingenkaart Verborgen geschiedenis achter de gevels van Dordrecht Lange Breestraat 44-46 Gravenstraat 9-11 (stucplafond uit begin 20 e eeuw) Gravenstraat 9-11 (balken

Nadere informatie

Reglement museumregistratie

Reglement museumregistratie Reglement museumregistratie Stichting Het Nederlands Museumregister 1. Inleiding 'Een museum is een permanente instelling ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek,

Nadere informatie

Datum 3 maart 2014 Kamervragen van de leden Lucas, Aukje de Vries, Jacobi en De Rouwe over het behoud van de monumentenstatus molen "Windlust"

Datum 3 maart 2014 Kamervragen van de leden Lucas, Aukje de Vries, Jacobi en De Rouwe over het behoud van de monumentenstatus molen Windlust >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Cultureel Erfgoed IPC Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

Erfgoed en de Omgevingswet

Erfgoed en de Omgevingswet Erfgoed en de Omgevingswet TILBURG, 7 JUNI 2018 DRS. ANNÉLIEN VAN KUILENBURG Omgevingswet: de zorg voor het cultureel erfgoed biedt kader voor behoud van cultureel erfgoed breed begrip van cultureel erfgoed

Nadere informatie

Beleidsplan

Beleidsplan Beleidsplan 2015-2017 Inhoud Inleiding Doel Algemeen beleid Actueel beleid Nieuw beleid Fondsen Geplande werkzaamheden 2015-2017 Inleiding De Stichting Bescherming Wederopbouwerfgoed Eindhoven is opgericht

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. Gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikel 12, 14 en 15 van de Monumentenwet

Nadere informatie

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen. Omgevingsvergunning Zaaknummer 485964 1. Inleiding Op 28 mei 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een dakkapel op de woning op het perceel Sandtlaan 6

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1979 Nr. 6

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1979 Nr. 6 29 (1978) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1979 Nr. 6 A. TITEL Vriendschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname;

Nadere informatie

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object Warmoezierskade 1

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object Warmoezierskade 1 II besluit van burgemeester en wethouders iz-nummer onderwerp 2005.24231 aanwijzing tot lijk monument van het object Warmoezierskade 1 burgemeester en wethouders van gouda Gelezen het advies d.d. 26 september

Nadere informatie

weigering van de gevraagde omgevingsvergunning voor Nieuwe Uitleg 12

weigering van de gevraagde omgevingsvergunning voor Nieuwe Uitleg 12 Retouradres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag Uw brief van Onderwerp Ons kenmerk 201606907/6009798 Behandeld door Doorkiesnummer E-mail Aantal bijlagen 1 Datum zie documentenlijst weigering van de gevraagde

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken 5.4.8. Deelgebied Naoorlogse woonwijken Algemene kenmerken Het beeld van de naoorlogse woonwijken wordt hoofdzakelijk bepaald door woonblokken onder één kap met voortuin. De hoofdvorm bestaat uit woningen

Nadere informatie

gemeente monumenten gouda --commissie

gemeente monumenten gouda --commissie I Voor Aenÿ lidend afs(:hdÿ I I Datuÿ:1JUN 20ÿÿ I bezoekadres: gebouw buyteneff klein amerika 20 gouda --l.ÿs--:ÿ,t gemeente monumenten gouda --commissie correspondentie-adres: postbus 1086 2800 bb gouda

Nadere informatie

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME Wet van... houdende nadere wijzigingen van de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B. 1987 No.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1992 No.38) ONTWERP DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME In overweging

Nadere informatie

In afwachting van uw reactie. namens de voorzitter van de Monumentencommissie, met vriendelijke groet,

In afwachting van uw reactie. namens de voorzitter van de Monumentencommissie, met vriendelijke groet, Monumentencommissie Hcngelo. College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hengelo t.a.v. Hr. J. Bron Postbus 18 7550 AA Hengelo Advies badhuis/ariensschool 2012-001 25 januari 2012 Geacht college,

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten Gemeente Moerdijk Monumentenwijzer Informatie over gemeentelijke monumenten Inhoudsopgave Woord van de Wethouder... 3 Hoe wordt een object een gemeentelijk monument?... 5 Moet ik een vergunning aanvragen?...

Nadere informatie

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN Onderzoek naar cultuurhistorische structuren, landschappen en panden Aansluitend op Belvedere- (Behoud door ontwikkeling) en het MoMo-beleid (Modernisering

Nadere informatie

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Erfgoedverordening Nissewaard 2016 Raadscasenr. Erfgoedverordening Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2016; gelet op de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet,

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5269 Inboeknummer 13bst00467 Beslisdatum B&W 15 januari 2013 Dossiernummer 13.02.451 RaadsvoorstelWijziging Erfgoedverordening Inleiding Op 10 april jl. heeft de Raad

Nadere informatie

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005 Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005 Artikel 1 - Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen 1. Monument: a. Alle vóór tenminste vijftig

Nadere informatie

Jaarverslag Monumentencommissie Gemeente Drimmelen

Jaarverslag Monumentencommissie Gemeente Drimmelen Jaarverslag 2009 Monumentencommissie Gemeente Drimmelen 1 Voorwoord: Graag maak ik gebruik van de gelegenheid om als voorzitter van de monumentencommissie van de gemeente Drimmelen dit voorword te schrijven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 580 Beschikking van de Minister van Justitie van 21 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Monumentenwet BES, zoals

Nadere informatie

Inventarisatie, beschrijving, waardering en beleidsrichting - bouwkundige objecten 2017

Inventarisatie, beschrijving, waardering en beleidsrichting - bouwkundige objecten 2017 Beleidsnota Cultuurhistorie Inventarisatie, beschrijving, waardering en beleidsrichting - bouwkundige objecten 2017 Gemeente Bodegraven-Reeuwijk 1 Toelichting op de werkwijze bouwkundige objecten 1.1 Kader

Nadere informatie

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018 Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018 Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd 1. Gemeentewet 2. Algemene wet bestuursrecht 3. Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

meldings- en vergunningsplicht

meldings- en vergunningsplicht meldings- en vergunningsplicht gemeentelijke stedenbouwkundige verordening de panne juni 2014 definitief ontwerp 2 Verwijderd: maart Inhoud Doel van deze verordening... - 3 - Leeswijzer... - 4 - DEEL I

Nadere informatie

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Organisatie Leiderdorp Organisatietype Gemeente Officiële naam regeling Citeertitel Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Vastgesteld door college

Nadere informatie

straat en nummer : Stuurmanspad 2 Objectgegevens straat en nummer : Stuurmanspad 2 postcode en plaats : 1506 EP Zaandam bouwdatum : 1894

straat en nummer : Stuurmanspad 2 Objectgegevens straat en nummer : Stuurmanspad 2 postcode en plaats : 1506 EP Zaandam bouwdatum : 1894 Objectgegevens object postcode en : 1506 EP Zaandam gemeente : Zaanstad bescherming : gemeentelijk monument oorspronkelijke functie huidige functie : woonhuis architect : onbekend bouwdatum : 1894 datum

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving.

Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving. Beeldkwaliteitsplan Voormalige Eurobioscoop en omgeving. Inleiding De tender voor de voormalige Eurobioscoop heeft als doel de kwaliteiten van het bijzondere gebouw weer een rol te laten spelen in de nieuwe

Nadere informatie

WONING BROCHURE. Gasthuisstraat 1a. Doesburg

WONING BROCHURE. Gasthuisstraat 1a. Doesburg WONING BROCHURE Gasthuisstraat 1a Doesburg Zeer geachte belangstellende Allereerst danken wij u, mede namens de eigenaar van de woning aan de Gasthuisstraat 1a te Doesburg, voor de door u getoonde interesse

Nadere informatie

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant?

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant? Veelgestelde vragen Uw pand is voorgedragen als gemeentelijk monument. Wat betekent dit voor u? De gemeente Venlo heeft de meest gestelde vragen en antwoorden op een rij gezet. Staat uw vraag er niet bij,

Nadere informatie

co z Bouwhistorisch onderzoek

co z Bouwhistorisch onderzoek co z Bouwhistorisch onderzoek Boerderij aan de Graafdijk oost 24b te Molenaarsgraaf nummer: 2507 datum : 26-05 -2015 opdrachtgever Fam. K. de Jong IJsselstein 26-05- 2015 Wout van Vliet Bouwkundige Prins

Nadere informatie

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE Zaaknr. : 2015EAR0009 Zaakomschrijving : CPO Lindevoort Rekken Specialisme : Cultuurhistorie (excl. Archeologie) Behandeld door : Roy Oostendorp Datum : 7 oktober 2015

Nadere informatie

Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK)

Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK) Memo Aan : Gemeente Venray Van : BMC Datum : 17 juli 2013 Betreft : Welstand in Venray Werkwijze welstandscommissie (ARK) Inleiding In het kader van nieuw welstandsbeleid is onderzocht welke mogelijkheden

Nadere informatie

besluit van burgemeester en wethouders

besluit van burgemeester en wethouders I besluit van burgemeester en wethouders iz-nummer onderwerp 2003.22320 aanwijzing tot lijk monument van de objecten hooiberg en varkensstal bij Bloemendaalseweg 5658 Voor eensluidend afschrift Datum:

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Wijzigingsprotocol tot modernisering van het Verdrag

Nadere informatie

Beschermd stadsgezicht Noordwestelijk Villagebied

Beschermd stadsgezicht Noordwestelijk Villagebied Beschermd stadsgezicht Noordwestelijk Villagebied Ons cultureel erfgoed is de moeite waard om zuinig op te zijn Wethouder Erik Boog Het Noordwestelijk villagebied is van algemeen belang vanwege de bijzondere

Nadere informatie

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ;

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ; E gemeente gouda stadhuis markt 1 2801 jg gouda telefoon 0182-588211 telefax 0182-588464 Sector Stadsontwikkeling Afd.: S.V.M. Nr.: 97.8648 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ; idend afschriÿ /.ÿ//

Nadere informatie

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie

Regionale betrokkenheid bij de voorbereiding van de nominatie Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZN. 2007/4545 13 december 2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen; PPS Decreet 18 JULI 2003. - Decreet betreffende Publiek-Private Samenwerking. Publicatie : 19-09-2003 Inwerkingtreding : 29-09-2003 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1-2 HOOFDSTUK II.

Nadere informatie

l U c. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A;

l U c. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A; l U c. 'o gemeente gouda stadhuis markt 1 2801jg gouda telefoon 0182-588211 telefax 0182-588464 Sector Stadsontwikkeling Afd.: S.V.M. Nr.: 98.2546 Voor eensluidend afschrift BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Nadere informatie

Bijlage 5: Onderbouwing cultuurhistorische waarden woonboerderij Esp 9/9a te Bakel en de omgeving

Bijlage 5: Onderbouwing cultuurhistorische waarden woonboerderij Esp 9/9a te Bakel en de omgeving Bijlage 5: Onderbouwing cultuurhistorische waarden woonboerderij Esp 9/9a te Bakel en de omgeving De woonboerderij op de locatie Esp 9/9a te Bakel welke volgens de site Bagviewer is gebouwd in 1832 is

Nadere informatie

Typering van het monument: Karakteristiek woonhuis voorzien van een pleisterlaag op L-vormige plattegrond daterende uit circa 1910.

Typering van het monument: Karakteristiek woonhuis voorzien van een pleisterlaag op L-vormige plattegrond daterende uit circa 1910. Kerngegevens gemeentelijk monument: Monumentnummer : GM052 Naam monument : n.v.t. Adres : Napoleonsweg 33 Postcode en plaats : 6081 AA Haelen Kadastrale aanduiding : HLN02 sectie B nr(s) 1000 Coördinaten

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gelezen het voorstel van het college van 22 oktober 2010 (2010-14369); gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Nieuwsbrief Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp Recente wijzigingen in de erfgoedwetgeving Datum 2 december 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Nr. 2005/116 5 januari 2006 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Nr. 2005/116 5 januari 2006 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Provinciaal Blad Nr. 2005/116 5 januari 2006 ISSN: 0920-069X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Verordening Cultuurhistorie Gelderland HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Nadere informatie

IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN

IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN Gemeenteblad 579 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN INHOUD pagina 1. Inleiding...2 2. Toegenomen belangstelling voor geschiedenis en erfgoed... 2 3. Juridisch kader...2 4.

Nadere informatie

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND SNELTOETS- CRITERIA DAKKAPELLEN DEEL 4. VERSNELLING: DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAKKAPELLEN 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDINGEN ROND DAKTERRASSEN 3. DAKRAMEN EN ANDERE

Nadere informatie