Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk"

Transcriptie

1 Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer Bacheloropleiding Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 4 mei 2017 Instemming verleend door de medezeggenschapsraad van de School of Education d.d. 3 juli 2017 Vastgesteld door het Head of School of Education d.d. 3 juli 2017 Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) 1. Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassing zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven als n.v.t. en is de tekst van het betreffende artikel(lid) lichtgrijs gemaakt. Voorgenomen Wet invoering associate degree-opleiding 1. Met de voorgenomen inwerkingtreding op 1 januari 2018 van de wet invoering associate degree-opleiding wordt de associate degree een zelfstandige opleiding, los van de bachelor-opleiding. Hierbij worden bestaande Ad-programma s omgezet naar zelfstandige associate degree-opleidingen. Dit heeft tot gevolg dat, ingeval van inwerkingtreding van voornoemde Wet, de associate degree-opleiding een separate OER krijgt die de huidige regelgeving aangaande het Ad-programma in deze OER van de bachelor-opleiding, vervangt. Crohonummer Pagina 1 van 166

2 Crohonummer

3 Inhoud 1 Algemeen... 7 Artikel 1 Begripsbepalingen... 7 Artikel 2 Inhoud van de OER... 9 Artikel 3 Reikwijdte van de OER... 9 Artikel 4 Vaststelling en looptijd van de OER Toelating tot de opleiding Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen Artikel 3 Artikel 4 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs [indien niet van toepassing, dan n.v.t. invullen] Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs Artikel 5 Aanvullend onderzoek ex. art lid 5 WHW Artikel 6 Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING Artikel 7 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING Artikel 8 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW Artikel 9 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) Artikel 10 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen Artikel 11 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING Artikel 12 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma s ex. art WHW Artikel 13 Aanvullend onderzoek ex. art lid 3 en 4 WHW Artikel 14 Toelating tot de post-propedeutische fase Artikel 15 Doorstroom Associate degree naar bachelor opleiding Crohonummer Pagina 2 van 166

4 Artikel 16 Rechtsbescherming Onderwijsprogramma Artikel 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling Artikel 2 Doelstelling van de opleiding Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding Artikel 4 Voertaal in het onderwijs Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING Artikel 9 Minor Artikel 10 Studeren in het buitenland Examens en getuigschriften Artikel 1 De examens van de opleiding Artikel 2 Toekenning graden Artikel 3 Getuigschriften Artikel 4 Toekenning getuigschriften Artikel 5 Ondertekening getuigschriften Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften Artikel 7 Cum laude Artikel 8 Verklaringen Artikel 9 Rechtsbescherming Tentaminering en beoordeling Artikel 1 Examen Artikel 2 Onderwijseenheid Artikel 3 Tentamen Crohonummer Pagina 3 van 166

5 Artikel 4 Vrijstelling algemeen Artikel 6 Fraude en plagiaat Artikel 7 Onderwijscontract Artikel 8 Intellectueel eigendom Artikel 9 Gestelde eisen tentamens Artikel 10 Vorm van de tentamens Artikel 11 Volgtijdelijkheid tentamens Artikel 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens Artikel 13 Procedure inschrijven voor een mondeling tentamen en tentamen ter afsluiting van een praktische oefening Artikel 14 Deelname aan schriftelijke tentamens Artikel 15 deelname aan digitale tentamens Artikel 16 Landelijke digitale tentamens Opleiding Leraar Basisonderwijs Artikel 17 Schriftelijk tentamen Artikel 18 Mondeling tentamen Artikel 19 Toezicht bij tentamens Artikel 20 Vaststelling van de beoordelingen Artikel 21 Normering van de beoordelingen Artikel 22 Toekenning van studiepunten Artikel 23 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen Artikel 24 Geldigheidsduur van studieresultaten Artikel 25 Bewaring van afgelegde tentamens Artikel 26 Rechtsbescherming A Landelijke kennisbasistoetsen PABO Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies Artikel 1 Studieloopbaanbegeleiding Artikel 2 Studieadvies Propedeutische fase Crohonummer Pagina 4 van 166

6 Artikel 3 Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) Artikel 4 Persoonlijke omstandigheden Artikel 5 Gevolgen Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) Artikel 6 Procedurele voorwaarden studieadvies Propedeutische fase Artikel 7 Vorm Studieadvies Propedeutische fase Artikel 8 Tijdstip verstrekken Studieadvies Artikel 9 Rechtsbescherming Examencommissie Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie Slot- en invoeringsbepalingen Artikel 1 Hardheidsclausule Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden Artikel 3 Bekendmaking van de regeling Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding Bijlage A Competenties van de opleiding Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische fase Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase, inclusief beschrijving verkorte trajecten Bijlage D Speciaal traject Academische Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Speciaal traject International Teacher Education for Primairy Schools Bijlage E Opleidingsspecifieke regels/schema Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) Regeling Toetsing Bijzondere Nadere vooropleidingseisen Crohonummer Pagina 5 van 166

7 Doorstroomschema Afstudeerfase Crohonummer Pagina 6 van 166

8 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze OER wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; School Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel WHW. college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; EC: european credit, zie studiepunt; EVC: eerder verworven competenties; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 augustus 2014; instelling: Stenden Hogeschool; IND: Immigratie- en Naturalisatiedienst (Engels: Immigration and Naturalisation Service) centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel WHW; OER: onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 WHW; Crohonummer Pagina 7 van 166

9 onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progress: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; Crohonummer Pagina 8 van 166

10 tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Artikel 2 Inhoud van de OER 1. In deze OER wordt per opleiding de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd met betrekking tot het onderwijs en het propedeutisch examen en het post-propedeutisch examen. 2. De OER is opgesteld conform het Format Basistekst Onderwijs- en Examenregeling 2017/2018 en is vastgesteld door het College van Bestuur 9 mei 2017, met instemming van de CMR. Artikel 3 Reikwijdte van de OER 1. Deze OER is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Opleiding tot Leraar basisonderwijs, CROHO-nummer 34808, verder te noemen: de opleiding. 2. Het College van Bestuur kan in de bacheloropleiding als bedoeld in lid 1 een Associate-degreeprogramma instellen. Indien aan de orde is deze OER op dit Associate-degreeprogramma van toepassing. 3. Een OER is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 4. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze OER onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 5. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze OER onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en) anders is bepaald. Voor de speciale trajecten Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs (AOLB) en International Teacher Education for Primary Schools (ITEPS) geldt aanvullende informatie. Deze is terug te vinden in Bijlage D. 6. Inschrijving is beperkt tot één studiejaar. Bij de jaarlijkse (her)inschrijving is telkens de op de voor het desbetreffende studiejaar geldende OER van toepassing, inclusief eventueel daarbij geldende overgangsregelingen ten opzichte van OER en van voorgaande studiejaren. Indien een overgangsregeling aan de orde is, wordt dit per hoofdstuk aangegeven in de subtitel van het hoofdstuk en/of in één van de bijlagen van de OER. Artikel 4 Vaststelling en looptijd van de OER 1. Deze OER wordt, gehoord de School Medezeggenschapsraad (SMR) School of Education conform artikel WHW, namens het College van Bestuur Crohonummer Pagina 9 van 166

11 vastgesteld door de Head of School. 2. De opleidingscommissie in functie gedurende studiejaar heeft de OER beoordeeld en daarover advies uitgebracht aan de Head of School. De opleidingscommissie heeft een afschrift van dit advies aan de School medezeggenschapsraad (SMR) School of Education verzonden De OER geldt voor de duur van het studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de OER niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head of School. 1 Op basis van de Wet Versterking Bestuurskracht handelt de opleidingscommissie per 1 september 2017 conform de bevoegdheden die bij die wet aan de Opleidingscommissie zijn toegekend. Crohonummer Pagina 10 van 166

12 2 Toelating tot de opleiding WHW: 7.9, 7.9a, 7.9b, 7.8a, 7.24, 7.25, 7.25a, 7.25b, 7.26, 7.27, 7.28, Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mboniveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Naast de in artikel 1 genoemde vooropleidingseisen gelden de volgende nadere vooropleidingseisen voor rechtstreekse toelating tot de opleiding. a. Met diploma mbo-niveau 4 MBO-domein HBO-sector Opleiding Economie Gedrag en maatschappij Gezondheidzorg Landbouw en natuurllijke omgeving Onderwijs Opleiding tot leraar Basisonderwijs Taal en cultuur Techniek Bouw en infra * * * * * * * Afbouw, hout en * * * * * * * onderhoud Techniek en * * * * * * procesindustrie Ambacht, * * * * * * * laboratorium en gezondheidstechniek Media en * * * * * * * vormgeving Informatie en * * * * * * * communicatietechnologie Mobiliteit en * * * * * * * voertuigen Transport, * * * * * * * scheepvaart en logistiek Handel en * * * * * ondernemerschap Economie en administratie * * * * * Crohonummer Pagina 11 van 166

13 Veiligheid en sport * * * * * * * Uiterlijke verzorging * * * * * * * Horeca en bakkerij * * * * * * * Toerisme en * * * * * * * recreatie Zorg en welzijn * * * * * * Voedsel, natuur en leefomgeving * * * * * * MBO-domein HBO-sector Economie Gedrag en maatschappij Gezondheidzorg Landbouw en natuurllijke omgeving Onderwijs Taal en cultuur Techniek Opleiding Opleiding tot Leraar Basisonderwijs Bouw en infra * * * * * * * Afbouw, hout en onderhoud Techniek en procesindustrie Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek Media en vormgeving Informatie en communicatietechnologie Mobiliteit en voertuigen Transport, scheepvaart en logistiek Handel en ondernemerschap Economie en administratie * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * Crohonummer Pagina 12 van 166

14 Veiligheid en sport * * * * * * * Uiterlijke verzorging * * * * * * * Horeca en bakkerij * * * * * * * Toerisme en recreatie * * * * * * * Zorg en welzijn * * * * * * Voedsel, natuur en leefomgeving * * * * * * * = geeft directe toelating = hier gelden bijzondere nadere vooropleidingseisen, zie artikel 3 b. Met diploma havo: havo profiel NT NG EM CM Bedrijfseconomie * Econ of m&o * (econ of m&o) + (wisa of wisb) Opleiding tot Leraar Basisonderwijs * * * * * = dit profiel geeft toegang tot de betreffende opleiding # = dit profiel geeft geen toegang tot de betreffende opleiding = hier gelden bijzondere nadere vooropleidingseisen, zie artikel 3 c. Met diploma vwo: vwo profiel NT NG EM CM Bedrijfseconomie * * * * Opleiding tot Leraar Basisonderwijs * * * * * = dit profiel geeft toegang tot de betreffende opleiding # = dit profiel geeft geen toegang tot de betreffende opleiding = voor vwo-instroom gelden geen bijzondere nadere vooropleidingseisen, zie artikel 3 lid 2 Crohonummer Pagina 13 van 166

15 Artikel 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs [indien niet van toepassing, dan n.v.t. invullen] 1. Voor de opleiding tot leraar basisonderwijs gelden als voorwaarde voor de inschrijving tot die opleiding voor aankomende studenten met een havo en/of mbo-niveau 4 diploma als vooropleiding, bijzondere nadere vooropleidingseisen. 2. Op basis van de in lid 1 genoemde eisen toont de aankomende student voor de inschrijving bij de opleiding tot leraar basisonderwijs aan, te beschikken over voldoende kennis om te kunnen deelnemen aan die opleiding. 3. De bijzondere nadere vooropleidingseisen hebben betrekking op de kennisgebieden aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek, waaronder biologie. 4. Een aankomend student met een vwo-diploma, afgeronde hbo- of wo-opleiding als vooropleiding zijn van de bijzondere nadere vooropleidingseisen vrijgesteld. Artikel 4 Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs 1. De aankomend student als bedoeld in artikel 3 kan aantonen over de gevraagde kennis te beschikken door middel van: a. het overleggen van een havo en/of mbo-niveau 4 diploma en wat betreft de vakken die deel hebben uitgemaakt van het examen ter verkrijging van dat diploma, de bij het diploma behorende cijferlijst of resultatenlijst waaruit blijkt dat hij over de desbetreffende kennis beschikt, of b. in voorkomende gevallen, al dan niet in aanvulling op het overleggen van een diploma als bedoeld in onderdeel a, het overleggen van een of meer certificaten als bedoeld in artikel , vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs waaruit blijkt dat hij over de desbetreffende kennis beschikt. 2. Indien de aankomend student niet voldoet aan het eerste lid, kan hij aantonen over de kennis, bedoeld in artikel 3, te beschikken door het met goed gevolg afleggen van een toets. 3. Een aankomend student in het bezit van een buitenlands diploma dat aantoonbaar tenminste gelijkwaardig is aan de diploma s genoemd in art. 3 lid 1 dient aan het einde van het eerste studiejaar aangetoond te hebben te beschikken over de vereiste kennis als bedoeld in artikel 3 lid 4. Indien hier niet aan wordt voldaan wordt de inschrijving per eerst mogelijke datum beëindigd. 4. Het College van Bestuur stelt de aankomende student in de gelegenheid de in lid 2 bedoelde toets af te leggen conform de Regeling Toetsing Bijzondere Nadere vooropleidingseisen OLB Stenden Hogeschool Crohonummer Pagina 14 van 166

16 Artikel 5 Aanvullend onderzoek ex. art lid 5 WHW 1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 6 Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING 1. Gelet op de organisatie en inrichting van het onderwijs van de opleiding Hoger Hotelonderwijs gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure: [nader in te vullen door opleiding] 2. Gelet op de benodigde kennis en vaardigheden voor de opleiding Creatieve Therapie gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure:[nader in te vullen door opleiding] Artikel 7 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING 1. Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor studenten met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a of b dan wel een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als ten minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. Een student die aan de in de eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt. 2. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene, bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject. Crohonummer Pagina 15 van 166

17 3. In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor een versneld traject 180 studiepunten. Artikel 8 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW 1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan selectie worden toegepast. 2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in het eerste lid. Het betreft de volgende regels: * AOLB: Voor toelating tot de AOLB is een diploma VWO verplicht. * In een intakegesprek op basis van een motivatiebrief wordt de geschiktheid van de studente besproken en vastgesteld Artikel 9 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) 1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek als bedoeld in lid 1 te stellen eisen van de opleiding zijn: a. De kandidaat beheerst op minimaal groep 8+ niveau de vakken (getoetst door middel van multiple-choice toetsen): - Nederlands - Rekenen b. De kandidaat beheerst op minimaal havo 3 niveau de vakken (getoetst door middel van deelname aan de landelijke toelatingstoetsen) - Aardrijkskunde - Geschiedenis - Natuur & Techniek c. De kandidaat heeft zich georiënteerd op het beroep van leraar door middel van een oriënterende stage, geeft blijk van een reëel beeld van de opleiding en is voldoende gemotiveerd voor de opleiding. Dit wordt getoetst door middel van een interview op basis van een motivatiebrief en een verslag van de stage. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. 4. Op het onderzoek als bedoeld in dit artikel zijn de Algemene Bepalingen Colloquium Doctum Stenden Hogeschool van toepassing. Crohonummer Pagina 16 van 166

18 Artikel 10 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING 1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. [Indien van toepassing de desbetreffende werkzaamheden opnemen, anders nvt.] 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden. [Indien van toepassing deze eisen opnemen, anders nvt.] Artikel 11 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING 1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 12 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma s ex. art WHW 1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger Crohonummer Pagina 17 van 166

19 onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Toelatingscommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art. 13. Crohonummer Pagina 18 van 166

20 Artikel 13 Aanvullend onderzoek ex. art lid 3 en 4 WHW 1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80: d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE C. Artikel 14 Toelating tot de post-propedeutische fase Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de postpropedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3 De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. De gevolgde opleiding moet vergelijkbaar zijn met de opleiding tot leraar basisonderwijs; Crohonummer Pagina 19 van 166

21 Voorwaarde voor toelating tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen, voordat het propedeutisch examen met goed gevolg is afgelegd, is een intakegesprek met de opleidingscoördinator of een daarvoor aangewezen functionaris waarin de student aannemelijk kan maken dat hij/zij een redelijke kans van slagen heeft. Gestelde eisen zijn: a. De kandidaat heeft tenminste 51 EC in zijn vorige opleiding behaald. Er wordt een studieplan uitgewerkt waarin wordt vastgesteld hoe de ontbrekende EC s van het propedeutisch examen worden behaald en binnen welke termijn de ontbrekende EC s worden behaald; b. De kandidaat kan een voldoende recente stage-ervaring aantonen; c. De kandidaat beschikt over aantoonbare voldoendes voor de entreetoets ( rekenen). d. De kandidaat beschikt over voldoende aantoonbare kennis voor de aardrijkskunde, geschiedenis en natuur zoals bedoeld in WHW art. 7.25b lid 2. Article 14a 60 EC programme IBC-students from cohort 2016 and up at SUAS DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING 1. Students studying at one of the IBCs (site(s)) of Stenden University to obtain the Dutch degree, will take a substantial part of the third-year-course of the programme at the institution in the Netherlands. Hereafter: 60 EC programme IBC-students at SUAS. 2. The period as set in paragraph 1 covers a programme year, which means a period that starts on 1 September and ends on 31 August of the next calendar year, and for those who register as of 1 February, the period that starts on 1 February and ends on the last day of February of the next calendar year. 3. A substantial part means a study load of 60 EC of which minimal 30 EC has to be obtained during the period as set in paragraph The study programme as set in paragraph 1 is worked out in the relevant appendix of the applicable TER. 5. The WHW is fully applicable for following the 60 EC programme IBC-students at SUAS as referred to in paragraph 1. Within this framework the SUAS Students Charter as referred to in article 7.59 WHW is also applicable. 6. The Code of Conduct for International Students applies during the relevant 60 EC programme IBC-students at SUAS. Article 14b Admissions to the 60 EC programme IBC-students from cohort 2016 and up at SUAS. DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING 1. Students are obliged to The Graduation Requirements for IBC-students procedure and corresponding exemption policy of the programme's Examination Committee, which is included as an appendix to the Students' Charter (Chapter 0). Crohonummer Pagina 20 van 166

22 2. The Code of Conduct for International Students applies during the relevant 60 EC programme IBC-students at SUAS. 3. The minimum entrance requirements to the 60 EC programme IBC-students at SUAS are: a. to obtain the entire propedeutic year (= 60 EC) of the studyprogramme at the IBC; and b. to obtain 30 EC of the second year of the studyprogramme at the IBC. c. maximum of 2 outstanding resits on top of the 90 EC s are allowed. For IBMS: [indien niet van toepassing, dan n.v.t. invullen] d. The student has obtained all 60 credits from the first year[1]; e. The student has passed at least 30 out of 60 credits of year 2 (M5 M8, incl. second language, PDP, etc.), and of this, passed at least 4 out of the following 7 items as a qualitative criteria: IPM exam IPM module assignment EML exam EML module assignment Managing Innovation Indiv. Research project Project Management f. In case the students has not passed at least 4 out of 7 subjects above, (s)he can only continue to the third year courses if at least 45 credits of the second year have been passed. 4. Every individual IBC-student who applies to enroll in the 60 EC programme IBCstudents at SUAS has to: a. fulfill the requested enrollment procedure as monitored by IRC-SUAS; b. sign a learning agreement with regard to the 60 EC programme IBCstudents at SUAS. Article 14c Learning agreement as part of 60 EC programme IBC-students of from cohort 2016 and up at SUAS. DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING By signing the Learning Agreement the IBC-student agrees with the following: 1. to be able to obtain the Dutch degree the IBC-student has to obtain minimal 30 EC during the period as set in article 1 paragraph 1. If the IBC-student doesn t obtain this 30 EC, he or she has to leave immediately the 60 EC programme IBCstudents at SUAS and isn t able to obtain the Dutch degree as set in art. 14a paragraph For students who have obtained 30 EC but still have outstanding credits which are part of the 60 EC programme IBC-students at SUAS, an additional individual learning agreement for finalizing the 60 EC credits is drawn up and signed by the Examination Committee SUAS and the student. 60 EC programme IBC-students at SUAS may not progress tot (components of) the 4 th year unitil the conditions for entering the (components of) the fourth year as set by the programme (IHM, ITM, IABA of IBMS) have been achieved, as defined in this TER. Crohonummer Pagina 21 van 166

23 3. All resits which will take place at the IBC belonging to 60 EC programme IBCstudents at SUAS are assessed by an examiner appointed by the Examination Committee at SUAS. Condition for (a) resit(s) at the IBC is that for the particular course(s) at least one exam opportunity was used during the 60 EC year at SUAS. 4. All IBC students graduation assignments (theses) are assessed by an external examiner. 5. After the end of each academic year, SUAS will determine the study progress of each international student. Sufficient study progress is considered to be: 50% (or more) of the proportional nominal study load for the (part of the) academic year. If there is no question of sufficient study progress, SUAS must determine the cause of this, partly by way of a study progress interview. 6. In case the international student does not study at all, does not study enough or cannot handle the level, the IND is notified of the lack of progress of the thirdcountry national within one month after establishing the fact. In case of personal circumstances as referred to in Article 7.51 WHW as well as in Article 2.1 of the WHW Implementation Decree, which can be regarded as valid reasons for unsatisfactory student progress, binding agreements are made with the international student so that the study can be completed in time. In such cases the IND will not be notified of the lack of progress of the third-country national. 7. As soon as Stenden University discovers that a third-country national has terminated enrolment at the university, it will report this to the IND. 8. Stenden University will request an admissible third-country national when he/she enrols to state in writing that he/she agrees to the procedure by which Stenden University signs the third-country national out at the IND - with prior notice or not, in case of termination of enrolment or the conclusion that there has not been sufficient study progress as referred to in the preceding paragraphs. Artikel 15 Doorstroom Associate degree naar bachelor opleiding 1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 16 Rechtsbescherming 1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via Elf@stenden.com bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. Crohonummer Pagina 22 van 166

24 3 Onderwijsprogramma WHW: 6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, 7.14 Artikel 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2 Doelstelling van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van [Vakgebied invullen] zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding 1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. De opleiding is voltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Education. Binnen deze voltijds opleiding worden twee varianten aangeboden, te weten een 4-jarig traject (240 EC) en 2 verkorte traject met vrijstellingen (240 EC (Vondst en Pabo Verkort). Daarnaast kent de opleiding twee speciale trajecten te weten de Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs (AOLB) en de Opleiding Leraar Basisonderwijs-Internationaal (International Teacher Education for Primary Schools ITEPS). Deze speciale trajecten kennen een studielast van 240 studiepunten De voltijds en of deeltijdsopleiding(en) kent of kennen geen afstudeerrichting(en). De voltijds en of deeltijdsopleiding(en) kent of kennen geen Associatedegreeprogramma. 4. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 5. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 2 DezeOERisookleidendvoordespecialetrajecten.InbijlageDisspecifieke,aanvullendeinformatie opgenomenvoordespecialetrajectenaolbeniteps Crohonummer Pagina 23 van 166

25 6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. In geval van maatwerk dient de student hierover in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie. 7. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in maanden of weken invullen]; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt [omvang in studiepunten invullen] c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen. Artikel 4 Voertaal in het onderwijs 1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands en/of Engels tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur. Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene. Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase 1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. Crohonummer Pagina 24 van 166

26 De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten). In bijlage D is aanvullende informatie opgenomen over het speciaal traject zoals genoemd in artikel 3 lid 2. Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). In bijlage D is aanvullende informatie opgenomen over het speciaal traject zoals genoemd in artikel 3 lid 2. Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING Artikel 9 Minor 1. Een minor is een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30 studiepunten (of 2 x15), dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. 4. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. 5. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste 60 studiepunten (in totaal 120 ec) zijn behaald. 6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Crohonummer Pagina 25 van 166

27 Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen bij de Examencommissie. 7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is. Artikel 10 Studeren in het buitenland 1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60 studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan. 2. Een student behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van de Examencommissie van de opleiding om in het buitenland te mogen studeren. Crohonummer Pagina 26 van 166

28 4 Examens en getuigschriften WHW: 7.3, 7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33 Artikel 1 De examens van de opleiding 1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. 6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard, conform de Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen, Artikel 2 Toekenning graden 1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Bachelor of [correcte toevoeging aan de graad invullen], indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is afgelegd. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland van de Minister van OCW van toepassing. 3. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Associate Degree aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Associate-degreeprogramma. Crohonummer Pagina 27 van 166

29 Artikel 3 Getuigschriften 1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel De toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan. 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 21 van hoofdstuk De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: Artikel 4 a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft; c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding; d. de studielast van de opleiding; e. de Grading Table van de opleiding. Toekenning getuigschriften 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, moet daartoe een verzoek indienen bij de Examencommissie. De Examencommissie kan hier regels voor opstellen. 3. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR Information & Crohonummer Pagina 28 van 166

30 Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding op het moment van toekenning. Artikel 5 Ondertekening getuigschriften 1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen van de tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften 1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tenminste tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden. Artikel 7 Cum laude 1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift van de bacheloropleiding of het daaraan verbonden associate degreeprogramma. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het associate-degreeprogrammagetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent Crohonummer Pagina 29 van 166

31 aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 3. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 4. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie. 5. Indien van toepassing verklaard in lid 1 van dit artikel geeft de Examencommissie het predicaat cum laude bij het behalen van het propedeusegetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle studie-onderdelen van de propedeutische fase en post-propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan; c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens 80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald. e. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde; f. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde. 6. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het associate-degreeprogrammagetuigschrift en/of het bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle studie-onderdelen van de propedeutische EN postpropedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan; c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens 80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald. e. De student heeft minimaal een 8,0 behaald voor de afstudeerscriptie. f. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde; g. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde. Crohonummer Pagina 30 van 166

32 Artikel 8 Verklaringen 1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 9 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. Crohonummer Pagina 31 van 166

33 5 Tentaminering en beoordeling WHW: 7.3, 7.10, 7.12b, 7.13 Specifieke aanvullende informatie over het speciale trajecten AOLB en ITEPS is beschreven in bijlage D ALGEMEEN Artikel 1 Examen 1. Aan elke opleiding is een examen verbonden. 2. Aan de propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden. 3. Aan de post-propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden. Artikel 2 Onderwijseenheid 1. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. 2. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van een het instellingsbestuur plaatsvinden. Artikel 3 Tentamen 1. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden. 2. Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 3. Indien de tentamens van een tot de opleiding of propedeutische fase van een bacheloropleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek als bedoeld in het tweede lid. 4. De examencommissie kan onder door haar te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg afgelegd hoeft te zijn om vast te stellen dat het examen met goed gevolg is afgelegd. Crohonummer Pagina 32 van 166

34 Artikel 4 Vrijstelling algemeen 1. De examencommissie heeft de bevoegdheid voor het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van één of meerdere tentamens. 2. De OER bevat de gronden waarop de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen het afleggen van één of meerdere tentamens. 3. Een vrijstelling wordt door de Examencommissie altijd individueel verleend op basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen van dit artikel. 4. Studenten met een afgerond HBO- of WO-diploma kunnen in aanmerking komen voor vrijstellingen om daarmee deel te kunnen nemen aan een verkort programma. De vrijstelling omvat in ieder geval de propedeutische fase. De vrijstelling wordt door de Examencommissie altijd individueel verleend. 5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op EVC. Degene die op basis van een EVC meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVCrapportage. 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving vrijstelling. Een tentamen waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen is betrokken. Artikel 5 Transition rules for 60 EC programme IBC-students cohort 2014 and 2015 at SUAS DITARTIKELISNIETVANTOEPASSING 1. Students studying at one of the IBCs (site(s)) of Stenden University to obtain the Dutch degree, will take a substantial part of the third-year-course of the programme at the institution in the Netherlands. Hereafter: 60 EC programme Crohonummer Pagina 33 van 166

35 IBC-students at SUAS. 2. The period as set in paragraph 1 covers a programme year, which means a period that starts on 1 September and ends on 31 August of the next calendar year, and for those who register as of 1 February, the period that starts on 1 February and ends on the last day of February of the next calendar year. 3. A substantial part means a study load of 60 EC. 4. The study programme as set in paragraph 1 is worked out in the relevant appendix of the applicable TER. 5. The WHW is fully applicable for following the 60 EC programme IBC-students at SUAS as referred to in paragraph 1. Within this framework the SUAS Students Charter as referred to in article 7.59 WHW is also applicable. 6. The Code of Conduct for International Students applies during the relevant 60 EC programme IBC-students at SUAS. 7. The following exam regulations are applicable for students who didn t obtain the full 60 EC during their year at SUAS a. All resits taking place at the IBC belonging to 60 EC programme IBC-students at SUAS are assessed by an examiner appointed by the Dutch Examination Committee. Condition for (a) resit(s) at the IBC is that for the particular course(s) at least one exam opportunity was used during the 60 EC year at SUAS. b. If the Dutch Examination Committee deems necessary that practical components and resits has to be retaken at SUAS until the required conditions set in the tailormade plan have been met. c. All IBC students graduation assignments (theses) are assessed by an external examiner. Artikel 6 Fraude en plagiaat 1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. 2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of extraneus definitief beëindigen. 3. Ten aanzien van fraude en of plagiaat geldt het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. Artikel 7 Onderwijscontract 1. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de tentamens op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Crohonummer Pagina 34 van 166

36 Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. 2. Een student die voldoet aan de criteria van de Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de tentamens, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. 3. Afspraken als resultaat van de in lid 1 en 2 genoemde verzoeken worden vastgelegd in een individueel onderwijscontract. Artikel 8 Intellectueel eigendom 1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt. Artikel 9 Gestelde eisen tentamens 1. De Examencommissie ziet er op toe dat voor elk tentamen afzonderlijk tijdig bekend wordt gemaakt welke eisen, waaronder beoordelingsnormen en toegestane hulpmiddelen, worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. Dit gebeurt middels modulegidsen en jaartoetsrooster via Blackboard. 2. Van een tentamen dat bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen in die onderwijseenheid wil afleggen, ten aanzien van de navolgende cohorten gelden de eisen van het lopende opleidingsjaar. Artikel 10 Vorm van de tentamens 1. De onderwijseenheden van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze en in de vorm zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Van een tentamen dat bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. Crohonummer Pagina 35 van 166

37 3. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel voldoen aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel Van de bepaling in lid 2 kan om organisatorische en/of onderwijskundige redenen worden afgeweken indien het niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar. Artikel 11 Volgtijdelijkheid tentamens 1. De OER bevat het overzicht van het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden. 2. De OER bevat de informatie over, waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens. 3. De tentamens van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd. 4. Aan de tentamens van de hierna genoemde onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij aangegeven onderwijseenheden zijn behaald: Toetsing van de kennisbasis Nederlandse taal na het behalen van de propedeutische fase; a. Toetsing van de kennisbasis Rekenen-Wiskunde na het behalen van de propedeutische fase; b. Deelname aan het peer review aan het eind van de hoofdfase na het behalen van voldoende afgeronde stages in module 2.1 t/m 3.1; c. Solliciteren voor de eindstage na het behalen van alle themaopdrachten van module 2.1 t/m 3.1, het behalen van voldoende afgeronde stages in module 2.1 t/m 3.2, minimaal 135 EC s en een goedgekeurd ontwikkelplan opgesteld op basis van het peer review (hoofdfase); d. De eindstage na het behalen van alle stages uit jaar 2 en 3, de landelijke kennisbasistoetsen voor Nederlandse taal en Rekenen-wiskunde èn minimaal 165 EC s; (Zie ook bijlage E Doorstroomschema Afstudeerfase); e. Afronden van het praktijkonderzoek in de eindstage na goedkeuring van het onderzoeksplan. 5. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3. Artikel 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. Crohonummer Pagina 36 van 166

38 3. Afwijkend van het bepaalde in het tweede lid is de tentamengelegenheid voor de kennisbasistoetsen Nederlandse Taal en Rekenen-Wiskunde. a. Studenten kunnen in het tweede studiejaar slechts 1 gelegenheid benutten in het daarvoor landelijk geboden vierde toetsvenster, mits is voldaan aan het bepaalde in artikel 11 lid 4. b. In derde studiejaar en verder wordt de tentamengelegenheid aangeboden binnen de landelijk vastgestelde toetsvensters. 4. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamengelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 5. Indien een onderwijseenheid uit een voorgaande OER niet meer wordt aangeboden in deze OER, wordt in afwijking van lid 1 en 2, gedurende slechts nog één opleidingsjaar de gelegenheid gegeven om het betreffende tentamen af te leggen, gerekend vanaf het laatste opleidingsjaar dat de betreffende onderwijseenheid werd aangeboden. Het totaal aantal toetskansen voor dit tentamen wordt bepaald door de Examencommissie van de opleiding en betreft [aantal kansen invullen]. Na de laatste aangeboden toetskans bestaat er geen mogelijkheid meer om het betreffende tentamen af te leggen. 6. De tijdvakken waarin de tentamengelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 7. Een student die verhinderd is van een tentamengelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende tentamengelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel. VOORAFGAAND AAN TENTAMINERING Artikel 13 Procedure inschrijven voor een mondeling tentamen en tentamen ter afsluiting van een praktische oefening 1. Voor deelname aan mondelinge tentamens en tentamens ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven conform de daarvoor binnen de opleiding geldende procedure. Artikel 14 Deelname aan schriftelijke tentamens 1. Voor deelname aan schriftelijke tentamens is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijfprocedure en inschrijfbepalingen: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamenkans in te schrijven. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. b. Indien een student niet kan intekenen voor een tentamen dan neemt de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het ESR- Crohonummer Pagina 37 van 166

39 Toetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESR-Toetsservicebureau. c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan het tentamen én een tentamenkans gebruiken, overmachtsituaties uitgezonderd. d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESR-Toetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamengelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende tentamen geblokkeerd. e. Het ESR-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartentamenrooster per opleiding. Het definitieve rooster wordt uiterlijk één schoolweek voor een tentamenperiode gepubliceerd. f. Verzoek tot wijziging van intekening of na-inschrijving voor een tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tot twee werkdagen voor aanvang van de tentamenperiode tot uur de toegestane wijzigingen door ESR- Toetsservicebureau worden verwerkt. g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie. Artikel 15 deelname aan digitale tentamens 1. Bij het afleggen van digitale tentamens stelt de Examencommissie de volgende eisen: a. Jassen, tassen en telefoons worden buiten, of vóór in het lokaal geplaatst. b. Er mogen geen spullen op het bureau, anders dan de toegestane hulpmiddelen. c. Studenten mogen het lokaal niet verlaten, ook niet om naar de wc te gaan. Artikel 16 Landelijke digitale tentamens Opleiding Leraar Basisonderwijs 1. Voor de landelijke digitale tentamens Opleiding Leraar Basisonderwijs gelden afzonderlijke regels. Deze regels zijn opgenomen in hoofdstuk 5a. Crohonummer Pagina 38 van 166

40 TIJDENS TENTAMINERING Artikel 17 Schriftelijk tentamen Bij het afleggen van een tentamen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: 1. Verplichte legitimatie met de Multifunctionele Kaart (MFK) bij één van de surveillanten geeft de enige toegang tot de tentamenruimte. Iedere andere vorm van legitimatie geeft geen toegang. Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 2. In geval een student vanwege overmacht niet kan voldoen aan de in lid 1 genoemde verplichte vorm van legitimatie, kan deze een verzoek indienen bij de Examencommissie om deze onvoorziene omstandigheid te kwalificeren als overmacht. In geval van overmacht wordt, conform artikel 14 lid 1(c), de gebruikte toetskans ongedaan gemaakt. 3. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de surveillanten aangewezen plaats. 4. Aan de student die meer dan 30 minuten te laat arriveert, wordt de toegang geweigerd door de betrokken surveillant. De student kan een verzoek indienen bij de Examencommissie om deze onvoorziene omstandigheid te kwalificeren als overmacht. In geval van overmacht wordt, conform artikel 14 lid 1(c), de gebruikte toetskans ongedaan gemaakt. 5. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten na aanvang van het tentamen, de tentamenruimte te verlaten. 6. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten door de student worden opgevolgd. 7. De aangegeven tijd voor een tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 8. De student dient bij ontvangst van de tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. Is dit niet het geval dan dient hij/zij dit kenbaar te maken aan de betrokken surveillant. 9. Het is niet toegestaan om het tentamen te maken op ander dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 10. De student dient -indien van toepassing- op tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. naam b. studentnummer / relatienummer c. tentamen Crohonummer Pagina 39 van 166

41 d. aantal antwoordformulier, -bladen dat wordt ingeleverd e. datum waarop aan het tentamen is deelgenomen f. handtekening van de student 11. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven bij de tentamenopgaven. 12. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet én te worden weggeborgen in een afgesloten tas. Bij twijfel is de examinator en/of surveillant bevoegd om het apparaat tijdelijk in te nemen. Na afloop van het tentamen kan het apparaat bij de examinator en/of surveillant worden opgehaald. 13. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 14. Ter bewaking van de examencondities zijn de aanwezige examinator en/of de surveillantbevoegd passende maatregelen te nemen. 15. De tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten met een functiebeperking de tentamenvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende het afgenomen tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van het tentamen. Daarnaast schrijft de student binnen twee werkdagen een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie. Artikel 18 Mondeling tentamen 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald op verzoek van de student. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd. Crohonummer Pagina 40 van 166

42 Artikel 19 Toezicht bij tentamens 1. De Examencommissie ziet er op toe dat er (een) examinator/-en wordt/worden/zijn aangewezen die aanwezig is bij in ieder geval de aanvang en het einde van de afname van de betreffende tentamen(s) en tijdens het/de betreffende tentamen(s) terstond beschikbaar. 2. De Examencommissie ziet er op toe dat er door het ESR - Toetsservicebureau surveillanten zijn aangesteld die belast zijn met de handhaving van de orde tijdens de afname van het tentamen. De surveillanten dienen aanwijzingen van de examinator op te volgen. 3. De surveillanten dienen 15 minuten voor aanvang van het tentamen in de tentamenruimte aanwezig te zijn om de vereiste voorbereidingen te treffen. De hoofdsurveillant dient 30 minuten voor aanvang in de tentamenruimte aanwezig te zijn. 4. Bij schriftelijke tentamens is per ruimte tenminste één surveillant aanwezig. 5. Bij mondelinge tentamens kan worden volstaan met één examinator, tenzij bepaald is dat meer examinatoren noodzakelijk zijn. NA TENTAMINERING Artikel 20 Vaststelling van de beoordelingen 1. De beoordeling van een tentamen door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk, of in geval van een groepsopdracht tot een voor elke betrokken student herleidbaar individuele beoordeling. 2. De examinator publiceert, onder vermelding van de publicatiedatum, binnen een periode van vijftien werkdagen nadat het schriftelijk tentamen is gemaakt, de voorlopige beoordelingen. Indien deze termijn wordt overschreden wordt dit met redenen omkleed gemeld aan de student. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 3. Gedurende vijf werkdagen volgend op de publicatiedatum als bedoeld in lid 2 kan een student het door hem gemaakte en het voorlopig beoordeelde schriftelijk tentamen inzien in het bijzijn van de betrokken examinator of diens plaatsvervanger. 4. De eerst volgende werkdag volgend op de inzagetermijn als bedoeld in lid 3 stelt de examinator de beoordelingen van het schriftelijk tentamen vast. 5. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, kan de Examencommissie, nadat de betrokken examinatoren door de Examencommissie zijn gehoord, een derde examinator inschakelen om de definitieve uitslag te laten vaststellen. Crohonummer Pagina 41 van 166

43 6. De datum waarop een student een tentamen heeft behaald is de datum waarop de beoordeling van het afgelegde tentamen is vastgesteld. Antedatering is niet toegestaan. 7. De examinator stelt de beoordeling van een mondeling tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van dat tentamen en verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag. 8. De Examencommissie bekrachtigt in de vergadering van de Examencommissie de vastgestelde beoordeling van de Examinator voor een tentamen, conform de gestelde eisen voor het betreffende tentamen. Artikel 21 Normering van de beoordelingen 1. De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend /goed/ voldoende/ onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie voldoende geldt het cijfer 5,5 (zie ook programmabeschrijving in bijlagen B en C. Uitzondeingen op dit lid zijn de kennisbasistoetsen Nederlandse Taal en Rekenen waarvoor een 6 als laagste kwalificatie voldoende geldt). 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal. b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamenuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien de student een reeds eerder afgelegd tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Artikel 22 Toekenning van studiepunten 1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)tentamens, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende Crohonummer Pagina 42 van 166

44 resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)tentamens en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit het minorprogramma is samengesteld. 5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum waarop het afgelegde tentamen, c.q. de laatste deeltoets] is beoordeeld inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk. 6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Artikel 23 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk twintig werkdagen na het maken van het tentamen en of toets, opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.NET). Op het gebruik van dit systeem is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.www. 3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 4. Indien er een tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. 5. Bij het ontbreken van een tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en tentamenopgaven door de afdeling ESR-Toetsservicebureau gecontroleerd. 6. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie. Artikel 24 Geldigheidsduur van studieresultaten 1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. Crohonummer Pagina 43 van 166

45 2. In afwijking van het eerste lid kan Examencommissie de geldigheidsduur van een met goed gevolg afgelegd tentamen beperken, indien de getentamineerde kennis of het getentamineerde inzicht aantoonbaar verouderd is, of indien de getentamineerde vaardigheden aantoonbaar verouderd zijn. De Examencommissie stelt nadere regels vast omtrent de uitvoering van dit lid en over de wijze waarop bij het beperken van de geldigheidsduur in redelijkheid rekening wordt gehouden met bijzondere omstandigheden in de zin van art lid 2 WHW. 3. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de examinator en bekrachtigd door de Examencommissie. Artikel 25 Bewaring van afgelegde tentamens 1. De Examencommissie borgt in het Huishoudelijke Reglement Examencommissie de wijze waarop de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamenwerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie borgt in het Huishoudelijk Reglement Examencommissie de wijze waarop van elke student de tijdens het (post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen, Wanneer een student na afloop van een schriftelijk tentamen de tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. De Examencommissie borgt in het Huishoudelijke Reglement Examencommissie de wijze waarop de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze worden bewaard dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 6. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering van hetgeen onder examencondities is vervaardigd en beoordeeld door de examinator en bekrachtigd door de Examencommissie, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten. 7. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende vijftig jaren in het archief bewaard. Crohonummer Pagina 44 van 166

46 Artikel 26 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. Crohonummer Pagina 45 van 166

47 5A Landelijke kennisbasistoetsen PABO Onderwijs- en examenregeling landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar Onderdeel 1 Inleiding landelijke kennisbases en kennistoets lerarenopleidingen In 2008 hebben de lerarenopleidingen van de hogescholen met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Meerjarenafspraak Krachtig Meesterschap afgesloten. In die overeenkomst staat het verhogen van de kwaliteit van de lerarenopleidingen centraal. Zoals afgesproken in de meerjarenafspraak heeft elke lerarenopleiding een kennisbasis opgesteld die in een landelijk examen wordt getoetst. Aan iedere landelijke kennistoets is tenminste één studiepunt verbonden. Onder het gebruik van de term kennistoets wordt verstaan tentamen zoals bedoeld in de WHW. Elke student van een lerarenopleiding, tweedegraads of pabo, moet geslaagd zijn voor de landelijke kennistoets (tweedegraads) of landelijke kennistoetsen (pabo) voordat hij of zij gediplomeerd de opleiding kan verlaten. De hogescholen ontwikkelen kennisbases en kennistoetsen gezamenlijk in eigen beheer. Er is per lerarenopleiding een landelijke kennisbasis samengesteld. De vragen van de kennistoets gaan over die kennisbasis. Tijdens de opleiding wordt deze kennisbasis behandeld. De opleiding bereidt de student voor op de kennistoets(en). Meer informatie over de landelijke kennisbasis en de landelijke kennistoets lerarenopleidingen is te vinden op Daar zijn ook de landelijke kennisbasis en een oefentoets te vinden, evenals een toetsgids per vak dat een landelijke toets kent. De organisatie 10voordeleraar De organisatie 10voordeleraar is door de lerarenopleidingen belast met de organisatie van de ontwikkeling van kennisbases, toetsvragen, de digitale toets en de totstandkoming van de uitslag. De digitale toetsen worden op de hogescholen afgenomen. De hogescholen met lerarenopleidingen en de organisatie 10voordeleraar zorgen er samen voor dat de landelijke kennistoetsen objectief en betrouwbaar zijn. Om te zorgen dat studenten, bij welke hogeschool zij hun opleiding ook volgen, dezelfde kansen hebben, hanteren alle hogescholen dezelfde regels: de Onderwijs- en examenregeling landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen. Hierin staan de relevante regels voor studenten. Voor de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen gaan de bepalingen van deze Onderwijs- en examenregeling landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen boven de regels die gelden voor de overige toetsen van de opleiding. Met betrekking tot deze Onderwijs- en examenregeling landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen is een bindingsbesluit genomen in de Algemene Vergadering Vereniging Hogescholen van 31 maart Om het landelijke, uniforme karakter van de landelijke kennistoets te waarborgen, volgen hogescholen de landelijke afspraken met betrekking tot deelname, de aanmelding voor de toets, de toetsafname en bekendmaking van de resultaten. Dat houdt onder andere in dat hogescholen verplicht zijn om de toetsen te plannen in de overeengekomen tijdsloten. Toetsafnames buiten de overeengekomen tijdsloten zijn niet mogelijk. Crohonummer Pagina 46 van 166

48 Vanwege het landelijke karakter van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen kunnen er specifieke maatregelen getroffen worden. Het gaat hierbij om de volgende maatregelen (niet limitatief): 1. Er kan, op initiatief van de betrokken hogeschool of 10voordeleraar, besloten worden dat de betrokken hogeschool niet kan deelnemen aan een toetsafname. Een dergelijke maatregel kan bijvoorbeeld genomen worden als de betrokken hogeschool niet een veilige toetsafname kan garanderen. Hierover worden de studenten door de betrokken hogeschool voorafgaand aan de toetsafname geïnformeerd. Deze hogeschool kan deelnemen aan de eerstvolgende toetsafname. Studenten dienen zich hiervoor opnieuw in te schrijven; 2. Als de toetsafname op het overeengekomen tijdstip is verstoord, zal door 10voordeleraar een nieuwe datum voor deze toetsafname worden bepaald. Deze nieuwe toetsafname vindt vervolgens idealiter plaats binnen de toetsweek of toetsweken van de eerder geplande toetsafnamedatum doch uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafnamedatum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; 3. In het geval van fraude* met de landelijke kennistoetsen kunnen er maatregelen op landelijk niveau genomen worden. Zo kan bijvoorbeeld de toetsafname uitgesteld worden. Er wordt in dat geval een nieuw toetsmoment gepland, uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafnamedatum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; * In het kader van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen wordt onder fraude in ieder geval verstaan: a. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student gebruik maakt, of gebruik heeft gemaakt van hulpmiddelen waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; b. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student kijkt of gekeken heeft naar/op/in het werk van (een) andere student(en); c. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student aanleiding/mogelijkheden heeft gegeven aan andere studenten zijn of haar werk in te zien; d. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname informatie geeft of heeft gegeven aan andere studenten over de inhoud en uitwerking van de landelijke kennistoets; e. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname onjuiste of valse informatie geeft of heeft gegeven over zijn of haar identiteit; f. wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student zich door iemand anders heeft laten vertegenwoordigen; g. het zich voor de datum of het tijdstip waarop de toetsafname zal plaatsvinden, in het bezit stellen van de vragen of opgaven van de desbetreffende kennistoets. 4. Er kan besloten worden dat, bijvoorbeeld bij identiteitsfraude (een student heeft deelgenomen onder een andere naam dan die van de student zelf) de uitslag van de landelijke kennistoets niet Crohonummer Pagina 47 van 166

49 wordt verstrekt. Het besluit daartoe wordt uiterlijk 5 werkweken na de datum van de toetsafname genomen. De betrokken hogeschool informeert de student(en) hierover; 5. Indien er bij studenten fraude wordt geconstateerd, is de examencommissie van de lerarenopleiding in kwestie bevoegd maatregelen te nemen jegens de betrokken student. Regels voor aanmelding, deelname en uitslag 1. Een student meldt zich bij de eigen opleiding digitaal aan voor deelname aan de kennistoets en ontvangt daarvan een bevestiging. 2. In het geval een aangemelde student niet deelneemt aan de toets dan geldt de aanmelding als een toetsdeelname. 3. De landelijke kennistoetsen worden op de hogeschool en alleen in digitale vorm afgenomen. Voor studenten met een handicap of chronische ziekte waardoor het afleggen van de toets onder de standaardafnamecondities duidelijk negatief wordt beïnvloed, kan de examencommissie verzoeken de tijdsduur van de toetsafname te verlengen. De lettergrootte en het contrast van het beeldscherm kunnen vergroot worden. Het verzoek tot tijdsduurverlenging moet door de examencommissie gelijktijdig met de aanmelding ingediend worden. 4. De geldigheidsduur van de uitslag van de digitale landelijke kennistoetsen is bepaald op vijf jaar nadat de uitslag is opgenomen in de studentenadministratie van de hogeschool. Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij overstap ook op een andere hogeschool. 5. De opleiding ontvangt van 10voordeleraar 21 werkdagen na afloop van de toetsperiode een overzicht van de resultaten (inclusief een cijferlijst) van de studenten die hebben deelgenomen aan de toets. De opleiding deelt de student het behaalde cijfer mee uiterlijk drie werkdagen nadat de hogeschool het overzicht van de resultaten van 10voordeleraar heeft ontvangen. 10voordeleraar hanteert voor het bepalen van wat werkdagen en vakantieweken zijn het schoolvakantieoverzicht, zoals dat jaarlijks wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid: 6. Nadat de uitslag van een landelijke kennistoets bekend is gemaakt, kunnen studenten die hun toets willen inzien zich aanmelden op de website De inzage vindt plaats op een locatie die door 10voordeleraar wordt vastgesteld. Bij de inzage is er geen inhoudelijke toelichting. De reiskosten voor de inzage komen voor rekening van de student. 7. Beroep: Studenten kunnen tegen de uitslag van de toets beroep aantekenen. Dat moet binnen 6 weken na datum publicatie uitslag aan de student en wel bij de toegankelijke faciliteit (ook wel Loket of Klachtenloket genoemd) van de eigen hogeschool conform de procedures en reglementen van de eigen opleiding. Regels voor de toetsafname Bij de afname van de landelijke kennistoets gelden de volgende regels: 1. Studenten moeten zich legitimeren door middel van een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart. Jassen, tassen, horloges, telefoons en andere middelen waarmee elektronische informatieoverdracht mogelijk is, moeten buiten het toetslokaal blijven, of vóór in de toetsruimte. 2. De surveillanten delen nadat de student achter de computer is gaan zitten aan elke student zijn of haar inlogbrief uit. Deze inlogbrief bevat een unieke inlognaam (deelnemer ID), een uniek wachtwoord en de URL voor de toets. Deelnemen onder een andere identiteit / inlognaam is niet toegestaan. 3. Studenten moeten minimaal 30 minuten blijven zitten alvorens ze de toetsruimte mogen verlaten. De toets moet in alle gevallen afgerond worden vóór het voor de toets vastgestelde eindtijdstip. Studenten mogen geen andere dan de toegestane hulpmiddelen Crohonummer Pagina 48 van 166

50 gebruiken. De toegestane hulpmiddelen staan vermeld in de toetsgids van de landelijke kennistoets. 4. Bij het afsluiten van de toets moet de student de toets daadwerkelijk afsluiten (knop toets beëindigen ) en uitloggen. De inlogcode, het kladpapier en eventueel andere uitgereikte hulpmiddelen moeten weer ingeleverd worden. 5. Studenten mogen niets meenemen waarop informatie over de vragen staat. 6. Alle gangbare regels van het tentamenreglement van de hogeschool zijn van toepassing voor zover ze niet in strijd zijn met deze regels voor de landelijke kennistoetsen. Crohonummer Pagina 49 van 166

51 Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar Onderdeel 1a (Specifiek: geldt voor de bacheloropleidingen tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad, hierna ook te noemen tweedegraads lerarenopleidingen) (NIET VAN TOEPASSING) Vooraf: 1. Voor de tweedegraads lerarenopleidingen Nederlands, Engels, Duits, Frans, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Algemene economie, Bedrijfseconomie, Maatschappijleer, Gezondheidszorg en welzijn, Omgangskunde, Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde en Biologie geldt het volgende: de vakdidactische en vakinhoudelijke kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken, is vastgelegd in de kennisbases die landelijk zijn overeengekomen. 2. Per studiejaar zijn er twee toetsrondes. Hogescholen die de desbetreffende lerarenopleiding aanbieden, zijn verplicht deze twee toetsrondes in een studiejaar te faciliteren. Toetsdata worden voor aanvang van het studiejaar gepubliceerd. Artikel 1 Voor de tweedegraads lerarenopleiding Nederlands, Engels, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Algemene economie, Bedrijfseconomie, Wiskunde en Natuurkunde geldt dat een digitale kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan deze kennistoets is tenminste één studiepunt verbonden. 2 2 Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid of eenheid van leeruitkomsten. In deze gevallen is de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid of eenheid van leeruitkomsten. a. Aan deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar ingestroomd zijn. Alleen studenten vermeld in artikel 1 sub b zijn uitgesloten van deelname. b. Studenten van een kopopleiding met een vooropleiding die vermeld staat in de verwantschapstabel (zie artikel 6a.1 van de Regeling Studiefinanciering 2000) zijn uitgesloten van deelname aan de landelijke kennistoets. c. Voor studenten die voor zijn gestart met de betreffende opleiding, maar hun inschrijving bij een opleiding hebben onderbroken door uitschrijving, geldt de datum van hernieuwde inschrijving als datum van instroom. Crohonummer Pagina 50 van 166

52 Artikel 2 Voor de tweedegraads lerarenopleiding Duits, Frans, Maatschappijleer, Omgangskunde, Gezondheidszorg en welzijn, Biologie en Scheikunde geldt dat een digitale kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan deze kennistoets is tenminste één studiepunt verbonden.3 3 Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid of eenheid van leeruitkomsten. In deze gevallen is de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid of eenheid van leeruitkomsten. 4 Een aantal hogescholen heeft gekozen de internationale taaltoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid of eenheid van leeruitkomsten. In deze gevallen is de internationale taaltoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid of eenheid van leeruitkomsten. a. Aan deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar ingestroomd zijn. Alleen studenten vermeld in artikel 2 sub b zijn uitgesloten van deelname. b. Studenten van een kopopleiding met een vooropleiding die vermeld staat in de verwantschapstabel (zie artikel 6a.1 van de Regeling Studiefinanciering 2000) zijn uitgesloten van deelname aan de landelijke kennistoets. c. Voor studenten die voor zijn gestart met de betreffende opleiding, maar hun inschrijving bij een opleiding hebben onderbroken door uitschrijving, geldt de datum van hernieuwde inschrijving als datum van instroom. Artikel 3 Er kan pas deelgenomen worden aan de digitale landelijke kennistoets als de student: a. het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd en b. tenminste 65% van de studiepunten heeft behaald behorende bij de onderwijseenheden van de kennisbasis en c. deze studieresultaten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt. d. Wanneer de opleiding geen propedeutisch examen kent, geldt lid a van dit artikel niet. Artikel 4 Een student mag, mits voldaan is aan de voorwaarden voor deelname, elk studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan een digitale landelijke kennistoets. Artikel 5 Vanaf het studiejaar geldt voor de tweedegraads lerarenopleiding Engels dat het behalen van het Certificate of Proficiency in English (CPE) onderdeel is van de toetsing in het kader van 10voordeleraar. Vanaf het studiejaar geldt voor de tweedegraads lerarenopleiding Duits, Frans en Spaans dat een landelijk overeengekomen internationale toets onderdeel is van de toetsing in het kader van 10voordeleraar. Het betreft achtereenvolgens het Goethe-Zertifikat, de Test de Connaissance du Français (TCF) en het Diploma de Español como Lengua Extranjera (DELE). Aan elke internationale toets is tenminste één studiepunt verbonden. 4 Artikel 6 De geldigheidsduur van behaalde studieresultaten voor het Certificate of Proficiency in English (Engels), Goethe-Zertifikat (Duits), Test de Connaissance du Français (Frans) en Diploma de Español como Lengua Extranjera (Spaans) is bepaald op vijf jaar. Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij een eventuele overstap naar een andere hogeschool ook op deze andere hogeschool. Crohonummer Pagina 51 van 166

53 Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar Onderdeel 1b (Specifiek: geldt voor de opleiding tot leraar basisonderwijs, hierna ook te noemen pabo) Vooraf: 1. Voor Rekenen-wiskunde en Nederlandse taal geldt het volgende: de vakdidactische en vakinhoudelijke kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbases die landelijk zijn overeengekomen. 2. Per studiejaar zijn er vier toetsrondes. De hogescholen die de opleiding tot leraar basisonderwijs aanbieden, zijn verplicht voor studenten deelname aan minimaal twee toetsrondes in een studiejaar te faciliteren. Toetsdata worden voor aanvang van het studiejaar gepubliceerd. Artikel 1 Voor Rekenen-wiskunde en Nederlandse taal geldt dat een landelijke kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan iedere kennistoets is tenminste één studiepunt verbonden. Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid of eenheid van leeruitkomsten. In deze gevallen is de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid of eenheid van leeruitkomsten Artikel 2 Aan deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar ingestroomd zijn. Voor studenten die voor zijn gestart met de betreffende opleiding, maar hun inschrijving bij een opleiding hebben onderbroken door uitschrijving, geldt de datum van hernieuwde inschrijving als datum van instroom. Artikel 3 Er kan pas deelgenomen worden aan de digitale landelijke kennistoets als de student: 1a. het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd en; 1b.alle onderdelen uit de kennisbasis beheerst en zich (voor nominale voltijd- en deeltijdstudenten) in het derde studiejaar bevindt. 2a.Opleidingen kunnen van artikel 3 lid 1 b) afwijken, indien kan worden aangetoond dat nominale voltijd- en deeltijdstudenten alle studiepunten die betrekking hebben op de kennisbasis, met uitzondering van het studiepunt voor de landelijke kennistoets, hebben behaald, en deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt. 2b.Nominale voltijd- en deeltijdstudenten die door de opleiding overeenkomstig artikel 3 lid 2 a) in het tweede studiejaar worden aangemeld, kunnen eenmalig deelnemen aan de toetsperiode in juni. Voor hen wordt geen tweede toetsdeelname voor deze landelijke kennistoets aangeboden in de periode juni-september. De eerstvolgende landelijke kennistoets van het volgende studiejaar waar de student aan deelneemt, geldt als eerste toetsdeelname van dat studiejaar en niet als tweede toetsdeelname van de landelijke kennistoets van het tweede studiejaar. 3. Wanneer de opleiding geen propedeutisch examen kent, geldt lid 1a van dit artikel niet. Artikel 4 De studenten vermeld in artikel 2 mogen vanaf het derde studiejaar, mits voldaan is aan de voorwaarden voor deelname zoals gesteld in artikel 3, per studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan de landelijke kennistoets. Crohonummer Pagina 52 van 166

54 6 Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies Artikel 1 Studieloopbaanbegeleiding 1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studiebegeleider voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie. Artikel 2 Studieadvies Propedeutische fase 1. Namens het College van Bestuur verstrekt de Examencommissie van één of een aantal bacheloropleiding(en) van Stenden Hogeschool aan iedere ingeschreven student van de betreffende bacheloropleiding, uiterlijk aan het einde van zijn eerste jaar van inschrijving voor de opleiding aan Stenden Hogeschool, het Studieadvies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding (hierna: Studieadvies Propedeutische fase). 2. De Associate-Degree is een programma binnen de bacheloropleiding. Het Studieadvies Propedeutische fase is onverkort van toepassing op Associate-Degree studenten. 3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 ontvangt een student die aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een Studieadvies Propedeutische fase heeft ontvangen waaraan, vanwege persoonlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 4, door de Examencommissie geen bindende afwijzing is verbonden, uiterlijk aan het einde van het tweede jaar van inschrijving opnieuw een Studieadvies Propedeutische fase. 4. Een student die zich binnen een studiejaar inschrijft voor twee of meer opleidingen binnen Stenden Hogeschool, ontvangt voor elke opleiding een Studieadvies Propedeutische fase. Artikel 3 Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Aan het Studieadvies Propedeutische fase als bedoeld in artikel 2 lid 1 of lid 3 kan door de Examencommissie namens het College van Bestuur een bindende Crohonummer Pagina 53 van 166

55 afwijzing worden verbonden (hierna: Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA)). 2. Een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) kan door de Examencommissie worden verstrekt, indien de student, met in achtneming van diens persoonlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 4, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat diens studieresultaten niet voldoen aan de in het navolgende lid opgenomen kwantitatieve en eventueel kwalitatieve voorwaarden. 3. Kwantitatieve en kwalitatieve voorwaarden van de opleiding zijn: Artikel 4 a. Kwantitatieve voorwaarde: tenminste 51 studiepunten behaald van het Propedeutisch Examen waarbij resultaten behaald door vrijstelling(en) [wel/niet] mee tellen bij de vaststelling of het minimum van 51 studiepunten is behaald. b. Kwalitatieve voorwaarde(n) van de opleiding: I. De entreetoets rekenen met een voldoende afgelegd; II. Een voldoende stagebeoordeling Pabo 1. Een student kan één van de stages in module 1 t/m 3 onvoldoende scoren zondergevolgen voor de studievoortgang. Wel wordt bij een onvoldoende altijd een extra evaluatiegesprek met de SLB ingelast. In dit gesprek wordt: door de SLB een advies gegeven over de kans op succesvol voortzetten van de opleiding; door de student op basis van de beoordeling POP-leerdoelen geformuleerd; een eventueel herkansingstraject vastgesteld. De summatieve beoordeling in module 4 moet voldoende zijn om te kunnen doorstromen naar het tweede jaar. Persoonlijke omstandigheden 1. Als persoonlijke omstandigheden als genoemd in artikel 2 en 3 worden uitsluitend aangemerkt: a. ziekte van de student; b. zwangerschap van de student; c. bijzondere familieomstandigheden; d. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student e. lidmaatschap, daaronder begrepen het voorzitterschap, met daaruit voortvloeiende bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschapsraad, deelraad, studentenraad of opleidingscommissie van Stenden verricht. Er moet daarbij sprake zijn van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur. 2. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. In geval van de situatie genoemd onder e dient de student aan te kunnen tonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als persoonlijke omstandigheid moet worden aangemerkt. 3. Een student meldt persoonlijke omstandigheden tijdig bij de decaan en de studiebegeleider en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in het Crohonummer Pagina 54 van 166

56 Studieadvies Propedeutische fase. 4. Een melding van een persoonlijke omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 5. Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken decaan en studiebegeleider om nader advies vragen ten aanzien van het verzoek van de student als bedoeld in lid 3 van dit artikel. Artikel 5 Gevolgen Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Indien een student een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd dan wel de reeds hernieuwde inschrijving door het College van Bestuur conform de geldende uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 2. De student die een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één studiejaar, gerekend vanaf de datum van verstrekt BSA, niet meer aan Stenden Hogeschool voor dezelfde opleiding als student of extraneus inschrijven. Artikel 6 Procedurele voorwaarden studieadvies Propedeutische fase 1. Ten aanzien van het verstrekken van een Studieadvies Propedeutische fase zijn procedurele voorwaarden verbonden. 2. Een Studieadvies Propedeutische fase dient voorafgegaan te zijn door: Artikel 7 a. Informatie De Examencommissie informeert iedere ingeschreven student in de propedeutische fase over de wettelijke verplichting voor het verstrekken van een Studieadvies Propedeutische fase. b. Waarschuwing en horen in geval van het voornemen BSA De Examencommissie waarschuwt de student over het voornemen van de Examencommissie om aan de student een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) te verstrekken. Dit onder vermelding van de termijn waarbinnen de studieresultaten ten genoegen van de Examencommissie moeten zijn verbeterd. De student wordt gewezen op de mogelijkheid om gebruik te maken van de hoorzitting van de Examencommissie alvorens de Examencommissie over gaat tot het verstrekken van een Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA). Vorm Studieadvies Propedeutische fase 1. De student ontvangt van de Examencommissie het Studieadvies Propedeutische fase in de vorm van een brief met daarin het door de voorzitter en/of secretaris van de Examencommissie ondertekend Studieadvies Propedeutische fase. De Examencommissie draagt zorg voor een zorgvuldige verzending van het Studieadvies Propedeutische fase naar de individuele student. Crohonummer Pagina 55 van 166

57 2. De Examencommissie draagt zorg voor archivering van de brief, als bedoeld in lid 1, in het studentdossier van de student. Artikel 8 Tijdstip verstrekken Studieadvies 1. Het Studieadvies Propedeutische fase als bedoeld in artikel 2 en met in achtneming de procedurele voorwaarden zoals bepaald in artikel 6, wordt: Artikel 9 a. in geval van de voltijdse en duale studenten uit de september-instroom uiterlijk in de laatste week voorafgaand aan 1 september door de Examencommissie aan de individuele student verstrekt. b. in geval van de voltijdse en duale studenten uit de februari-instroom om organisatorische redenen uiterlijk in de laatste week van februari door de Examencommissie aan de individuele student verstrekt. c. alleen in geval van deeltijdse studenten uit de september- en/of februari instroom, door de Examencommissie zelf het tijdstip van het verstrekken van een Studieadvies Propedeutische fase vastgesteld en opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de opleiding. Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met het verstrekte Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen binnen 6 weken na dagtekening beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na dagtekening tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) in Den Haag. 3. Het instellen van beroep bij het COBEX of het CBHO heeft geen schorsende werking, in die zin dat het verstrekte Bindend Studieadvies met afwijzing (BSA) in stand blijft totdat in het beroep een andersluidende onherroepelijke uitspraak is gedaan. Crohonummer Pagina 56 van 166

58 7 Examencommissie WHW: 7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61 Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van deze OER. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissies van de Stenden Hogeschool behorende bij het Studentenstatuut. Crohonummer Pagina 57 van 166

59 8 Slot- en invoeringsbepalingen WHW: Artikel 1 Hardheidsclausule 1. De examencommissie is bevoegd in voorkomende gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van deze OER mochten voordoen. Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden 1. In gevallen waarin deze OER niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid. Artikel 3 Bekendmaking van de regeling 1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze onderwijs- en examenregeling. Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding 1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de School medezeggenschapsraad (SMR) School of Education conform artikel WHW, vastgesteld namens het College van Bestuur door de Head of School, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, chrohonummer en treedt in werking op 1 september Crohonummer Pagina 58 van 166

60 Bijlage A Competenties van de opleiding De inhoud en het niveau van de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs worden bepaald door landelijke kaders. Dat zijn de Dublin-descriptoren voor het bachelorniveau, de competenties zoals bepaald door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SLB), de vakcompetenties van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) en de kennisbases voor de Opleiding tot Leraar Basisonderwijs. Dublin-descriptoren De Dublin-descriptoren zijn de eindtermen voor de bachelors en master studies aan hogescholen universiteiten in Europa. De Dublin-descriptoren zijn genoemd naar de plaats waar ze voor het eerst werden opgeschreven. Er zijn vijf generieke onderdelen beschreven om het niveau van bacheloropleiding (hboopleiding) vast te leggen: kennis en inzicht, toepassen kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. Het niveau dat je moet hebben bereikt aan het eind van je opleiding (bachelorniveau) zie je hieronder. Dublin descriptoren Kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Leervaardigheden Kwalificaties bachelor Je hebt aantoonbare kennis van en inzicht in een vakgebied, waarbij je voortbouwt op het niveau dat je hebt bereikt in het voortgezet onderwijs en dit overtreft; je functioneert doorgaans op een niveau waarop, met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is. Je bent in staat om je kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van je werk of beroep laat zien; je beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Je bent in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Je kunt informatie, ideeën en oplossingen overbrengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Je bezit de leervaardigheden voor het aangaan van een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt. SBL-competenties De Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) heeft de bekwaamheidseisen voor alle leraren po en vo/bve beschreven. Deze eisen zijn vastgelegd in de Wet Beroepen in het Onderwijs Crohonummer Pagina 59 van 166

61 (Wet BIO), die per 1 augustus 2006 in werking is getreden. Iedere leraar moet op zeven onderdelen competent zijn: 1. Interpersoonlijk competent Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding. Zo n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. 2. Pedagogisch competent Een leraar basisonderwijs die pedagogisch competent is, creëert een veilige leeromgeving in zijn groep en in zijn lessen. 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn groep en in zijn lessen. 4. Organisatorisch competent Een leraar die organisatorisch competent is, zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in zijn klas en in zijn lessen. 5. Competent in het samenwerken met collega s Een leraar die competent is in het samenwerken met collega s, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch, vakinhoudelijke en didactisch klimaat op school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. 6. Competent in het samenwerken met de omgeving Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving, levert in het belang van de kinderen zijn bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instellingen in de omgeving van de school. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Vakspecifieke competenties SLO De Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) heeft vakspecifieke competenties geformuleerd, die een uitwerking zijn van en aansluiten bij de derde SBL-competentie Vakinhoudelijk en didactisch competent. In de modulegidsen is de beschrijving van de vakken en de vakcompetenties terug te vinden. Kennisbases Onder andere het vermogen om kennis in de praktijk over te dragen maakt iemand tot een goede leraar. Daarom heeft de HBO-raad kennisbases geformuleerd als fundament voor lerarenopleidingen. Hierin wordt het minimumniveau van kennis beschreven waarover de leraar moet beschikken om professioneel bekwaam en zelfstandig aan het werk te kunnen in het onderwijs. Eind 2009 zijn de kennisbasis Rekenen-Wiskunde en de kennisbasis Nederlandse Taal formeel door de HBO-raad vastgesteld. Begin 2011 zijn nog 13 kennisbases voor de andere vakken opgeleverd en een veertiende kennisbasis Generiek met een afbakening van de noodzakelijk pedagogisch-didactische kennis. Het volgende kennisprofiel voor de beginnende leraar is gedefinieerd (commissie Meijerink, 2012): Crohonummer Pagina 60 van 166

62 E E E E gedegen kennis van de ontwikkeling van kinderen, indien gewenst met een verdieping in de richting van het jongere of het oudere kind; gedegen kennis van leerprocessen bij taal en rekenen, is zelf professioneel geletterd en gecijferd; tenminste één ander vak diepgaand bestudeerd en in staat voor dat vak een doorlopende leerlijn te maken en praktijkgericht onderzoek te doen; beheerst de basics van de overige vakken. Opleidingsniveaus De SBL-competenties en de Dublin Descriptoren (hbo-kwalificaties) definiëren het eindniveau van de opleiding. Dit is het niveau waaraan de beginnende leraar moet voldoen. Vanuit dit niveau continueren de studenten die wij opleiden, een leven lang leren. De competenties en kwalificaties staan centraal gedurende de hele opleiding. Het onderwijsprogramma is zodanig opgebouwd dat de student geleidelijk naar het eindniveau toe werkt. We onderscheiden daarbij drie opleidingsniveaus: Opleidingsbekwaam, Basisbekwaam, Startbekwaam (=eindniveau). De drie niveaus verschillen wat betreft: - Beheersingsniveau (diepgang) o Van oriënteren op taken, via het uitvoeren van taken en het kunnen evalueren en aanpassen van processen, naar het maken van keuzes en visieontwikkeling. - Verantwoordelijkheid o Geleidelijk toename van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de student en vermindering van de begeleiding. - Complexiteit o Van gerichtheid op de eigen taak en de gang van zaken binnen de groep, via samenwerking binnen de school, naar de het functioneren in de volle breedte van de schoolomgeving. De niveaus zijn richtinggevend voor de opleidingsinhoud (aanbod vanuit de opleiding en keuzeruimte van de student) en bepalen tevens de criteria voor (zelf)beoordeling in de verschillende fasen van de opleiding. Opleidingsbekwaam De student is opleidingsbekwaam wanneer hij voldoende beeld heeft van de beroepspraktijk om gemotiveerd te kunnen kiezen voor het beroep en hij het niveau van de opleiding aan kan. Beheersingsniveau: eenvoudig = oriënterend, observerend, assisterend, actief meewerkend. Verantwoordelijkheid: de student functioneert onder directe begeleiding van de mentor(stage) en wordt intensief begeleid door de studieloopbaanbegeleider van de opleiding. Crohonummer Pagina 61 van 166

63 Complexiteit: de student voert deeltaken en lessen uit in een eenvoudige situatie en oriënteert zich op de gang van zaken binnen de groep. Basisbekwaam De student is basisbekwaam wanneer hij over voldoende vakkennis en vaardigheden beschikt om verantwoord les te kunnen geven en zelfstandig kan analyseren met behulp van theoretische concepten Beheersingsniveau: zelfstandig en verdiepend = uitvoerend, flexibel, inventief, initiatiefrijk en analyserend, professioneel plannend, zelfevaluerend handelen. Verantwoordelijkheid: de student functioneert onder begeleiding van de mentor(stage) en wordt begeleid door de studieloopbaanbegeleider van de opleiding. De studieloopbaanbegeleiding vanuit de opleiding wordt geleidelijk verminderd en maakt plaats voor zelfstandig functionerende intervisiegroepen. Complexiteit: de student voert onderwijstaken uit binnen de groep, tegemoetkomend aan verschillende niveaus binnen die groep en gedurende meerdere aaneengesloten dagdelen. De student oriënteert zich op het functioneren binnen de schoolorganisatie. Het handelen in de groep is ingebed in de leerlijnen en het schoolconcept. Startbekwaam De student is startbekwaam wanneer hij een visie op het beroep kan formuleren op grond waarvan hij verantwoorde en kritische keuzes maakt en uitvoert mede gebaseerd op wetenschappelijke informatie, ook internationaal. Beheersingsniveau: professioneel = standpuntbepalend, alternatieven overwegend, zowel individueel als in overleg met anderen handelend, specialiserend. Verantwoordelijkheid: de student functioneert met een toenemende eigen verantwoordelijkheid in de school wat resulteert in een zelfstandige eindstage. Toezicht vindt op dat moment plaats op afstand door de opleidingsschool. Begeleiding vindt plaats op eigen initiatief. Complexiteit: De student voert met begeleiding, op basis van methodologische kennis, een praktijkgericht onderzoek uit en zet gespecialiseerde vaardigheden in voor de school. De student onderhoudt voor het functioneren in de stagegroep contacten met actoren in de schoolomgeving (ouders, externe instanties). Crohonummer Pagina 62 van 166

64 Overzicht competenties en deelcompetenties Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau: Overzicht competenties + Deelcompetenties Stenden Pabo curriculum Interpersoonlijk competent 1 1 Ik beschik over goede communicatieve vaardigheden OB BB Ik communiceer en handel op basis van kennis van de specifieke kenmerken in de ontwikkeling van het kind in de onder- of bovenbouw 1 2 Ik heb goed contact met kinderen, waarbij ik culturele verschillen signaleer en hier respectvol mee omga 1 3 Ik kan mijn handelen baseren op kennis van communicatiepatronen, communicatieaspecten gerelateerd aan culturele verschillen en sociale verhoudingen binnen mijn groep 2 Pedagogisch competent 2 1 Ik begeleid de leerlingen van afhankelijkheid naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid OB BB Ik creëer een veilige omgeving waarin op basis van de ontwikkelingsfase een (vast) dagritme houvast biedt en respondeer pedagogisch sensitief op de basisbehoeften en gedragingen van de kinderen in de onder-of bovenbouw 2 2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uitdagende leeromgeving waarbij ik heb oog voor verschillende culturele en sociaaleconomische achtergronden van leerlingen 2 3 Ik kan mijn pedagogische opvattingen en handelen verantwoorden op basis van relevante theoretische en methodische inzichten. Ik heb kennis van basale cultuurverschillen en de effecten daarvan op opvoeding en onderwijs OB BB Ik heb kennis van en inzicht in de holistische visie op ontwikkeling en (concrete) denkstrategieën van het kind in de onder- of bovenbouw 3a 3a 1 3a 2 3a 3 Didactisch competent Ik weet mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgeving Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten Crohonummer Pagina 63 van 166

65 OB BB Ik kan een beredeneerd en gedifferentieerd onderwijsaanbod ontwerpen aan de hand van gevarieerde spel- of werkvormen voor de brede ontwikkeling van kinderen in de onder- of bovenbouw 3a 4 Ik pas verschillende gesprekstechnieken toe 3a 5 3a 6 3a 7 Ik pas verschillende differentiatievormen toe binnen kaders van adaptief onderwijs Ik kan mijn handelen en de leerresultaten van mijn leerlingen evalueren en daaruit consequenties voor mijn verder handelen trekken Ik kan op basis van evaluatie groei en/of stagnatie waarnemen en daar naar handelen voor het kind in de onder- of bovenbouw Ik kan kinderen met leerproblemen betrokken en stimulerend begeleiden binnen de kaders van passend onderwijs. 3a 8 3b 3b 1 3b 2 3b 3 3b 4 Ik verdiep mij op onderwijskundig gebied en pas die kennis toe bij reflectie op mijn eigen onderwijs en op onderwijs in het algemeen Competent in de vak-en vormingsgebieden Ik gebruik zowel de kerndoelen van de vak(gebieden) als de vakoverstijgende kerndoelen als basis voor mijn onderwijs en weet hier interculturele competenties aan te koppelen Ik kan de verschillende vakmethodieken toepassen bij het ontwerpen en uitvoeren van onderwijsleersituaties en koppel hieraan regionale, Europese en/of mondiale ontwikkelingen Ik beschik over een duidelijke visie op de wijze waarop het vak(gebied) didactisch gestalte krijgt (vakconcept, ontwikkelingspsychologie en leertheorie) Ik kan omgaan met specifieke leerproblemen in het vak(gebied) 4 Organisatorisch competent 4 1 Ik kan goed leiding geven 4 2 Ik kan het lokaal, een hoek, de schoolomgeving gebruiken en eventueel inrichten als een stimulerende en rijke speel- /leeromgeving 4 3 Ik ben bekend met die aspecten van klassenmanagement die voor mijn onderwijs relevant zijn OB BB Ik hanteer adequaat klassenmanagement en kan verantwoording afleggen over het eigen aanbod in relatie tot de ontwikkelingsvariabiliteit van het kind in de onder- of bovenbouw 5 Competent in het samenwerken met collega's 5 1 Ik ben in staat collegiale relaties op te bouwen en te onderhouden Crohonummer Pagina 64 van 166

66 5 2 Ik ben in staat tot constructief collegiaal overleg en neem initiatieven om met collega's (interculturele) projecten op te zetten OB BB Ik kan met collega's uit de onder- of bovenbouw samenwerken aan de doorgaande ontwikkeling en het onderwijsaanbod van het kind in de onder- of bovenbouw 5 3 Ik kan in teamverband werken 5 4 Ik heb kennis van relevante informatie, technieken, ICTvaardigheden en methodieken die nodig zijn voor het functioneren in de schoolorganisatie en bijbehorende overlegsituaties. Daarnaast kan ik samenwerken in internationale context met buitenlandse collega's en leerlingen 6 Competent in het samenwerken met de omgeving 6 1 Ik onderhoud goede contacten met de ouders of verzorgers van de kinderen OB BB Ik onderhoud goede contacten met ouders/verzorgers en kan hen informeren passend bij de ontwikkelingsvoortgang van het kind in de onder- of bovenbouw 6 2 Ik onderhoud goede contacten met andere mensen en instellingen die ook te maken hebben met de zorg voor de kinderen OB BB Ik kan constructief participeren in bestaande overlegstructuren van de onderwijsinstelling en ondersteun en verantwoord de eigenheid van de didactiek en methodiek van het onderwijs in de onder- of bovenbouw 7 Competent in het ontwikkelen van een eigen professionele deskundigheid d.m.v. reflectie, ontwikkeling en onderzoek 7 1 Ik kan reflecteren op mijn eigen handelen. Ik ontwikkel bewust eigen interculturele competenties en pas deze toe 7 2 Ik laat zien behoefte te hebben aan feedback en weet wat ik ermee ga doen 7 3 Ik functioneer in systematische intervisie en collegiale consultatie 7 4 Ik werk planmatig aan de ontwikkeling van mijn bekwaamheid, op basis van een goede analyse van mijn competenties OB BB Ik ben in staat om op basis van ervaring en theoretische kennis een eigen visie te formuleren t.a.v. het onderwijs aan kinderen in de onder- of bovenbouw 7 5 Ik stem de ontwikkeling van mijn bekwaamheid af op het beleid van de school Crohonummer Pagina 65 van 166

67 7 6 Ik heb een onderzoekende houding en kan op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden verkrijgen op vragen die ontstaan in de eigen onderwijspraktijk en de uitkomsten gebruiken ter verbetering van deze praktijk. Ik gebruik hierbij van een breed arsenaal aan vakliteratuur, al dan niet in het Engels Crohonummer Pagina 66 van 166

68 Bijlage B Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de propedeutische fase Geldt voor: alle cohorten Overgangsbepaling van toepassing voor eerdere cohorten: nee Programmaoverzicht van het aantal studiebelastinguren (sbu s), competenties en toetsing (NB: kleine aanpassingen in de programmaoverzichten zijn mogelijk) Algemeen De tijd die je aan een vak besteedt, drukken we uit in studiebelastinguren (sbu). Studiebelastinguren zijn opgebouwd uit contacttijd (colleges) en studietijd (inclusief toetsing). Elke studiepunt (European Credit: EC) staat voor 28 studiebelastinguren. Parameters studielast Per EC wordt uitgegaan van 28 uur studielast voor de student. Ten behoeve van de studeerbaarheid is elke EC geëxpliciteerd naar ingeschatte studielast. Bij de berekening van de studielast tellen mee: - Contacturen - Literatuur - Stageopdrachten - Toetsing - Zelfstudie Hieronder wordt aangegeven welke parameters per onderdeel gehanteerd worden. Contacturen De uren die gemoeid zijn met werk- en hoorcolleges, begeleiding, presentaties, excursies en projecten worden in de EC-studielast meegeteld. Literatuur Als vuistregel hanteert de opleiding: 12 pagina s Nederlandstalige literatuur te bestuderen per uur 8 pagina s Engelstalige literatuur te bestuderen per uur Stageopdrachten Voor een uit te voeren les van 30 minuten in de stage wordt 60 minuten voor/nawerk gerekend, samen 90 minuten. Per les zijn 45 minuten in de EC-studielast van het vak opgenomen. De andere 45 minuten zitten in de stage-uren. Maximaal 2 stageopdrachten per EC per module Toetsing Te bestuderen literatuur Tijd voor het daadwerkelijke toetsmoment Crohonummer Pagina 67 van 166

69 - schrijftijd werkstuk/verslag en/of - tijd voor maken van een product en/of - tijd voor geven presentatie en/of - tijd voor afname mondelinge of schriftelijke toets Overzichtstabel Contacturen 1 e jaar bachelor-voltijdopleiding Opleiding: Studiejaar: Contactuur (in minuten): Aantal klokuren per jaar: Aantal onderwijsweken per jaar: Opleiding tot leraar Basisonderwijs ,8 28 Contacturen 1e jaar voltijd bacheloropleiding Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Hoorcolleges PGO Werkcolleges/practica Werkveldbezoek/excursies Stagebegeleiding Studiebegeleiding Tentamens Totalen 137,0 138,0 128,0 146,0 549,0 Aantal dagen stage (indien van toepassing) 8,0 12,0 11,0 12,0 Aantal onderwijsweken per periode: 7,0 7,0 7,0 7,0 Definitie contacturen: Een contactuur is een onderwijsuur, waarbij een docent fysiek aanwezig is. Een docent is een persoon die onderwijs verzorgt in dienst van de onderwijsinstelling(inclusief studentassistenten en tutoren). Onder contacturen vallen onder meer hoor- en werkcolleges, studie(loopbaan)begeleiding, stagebegeleiding en tentamens voor zover de instelling die voor alle studenten heeft geprogrammeerd. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd behoort niet tot de contacturen, ook al is dit wel tijd die de student aan zijn opleiding besteedt. Contacturen worden beschouwd als deel van de totale onderwijstijd. Crohonummer Pagina 68 van 166

70 1.1 Kijken naar jezelf en kijken naar kinderen Programmaoverzicht 1.1 module 1.1 sbu EC Thema Introductie op het modulethema en PBL 56 2 Themagebonden vakken Nederlandse taal en schriftelijke communicatie 42 1,5 Pedagogiek / onderwijskunde 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming 28 1 Themaondersteunende vakken Kunstvakken* beeldende vorming - dramatische vorming - muzikale vorming Trainingen ICT / media 28 1 Onderzoek 14 0,5 Totaal thema 224 sbu 8 Vakken Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 56 2 Schrijven 28 1 Bewegingsonderwijs ** Totaal vakken 112 sbu 4 Stage Stage 56 2 SLB Studieloopbaanbegeleiding 28 1 Totaal stage 84 sbu 3 Totaal module sbu 15 * De onderdelen van de kunstvakken (beeldende vorming, dramatische vorming en muzikale vorming) worden aangeboden gedurende drie modulen. Voor ieder onderdeel is 1 EC te behalen. De drie studiepunten worden bijgeschreven in module 1.3. ** Het instituutspracticum bewegingsonderwijs kunnen gedurende het hele eerste studiejaar worden aangeboden. De studiepunten worden bijgeschreven in module 1.4. Competenties 1.1 Doelstelling en inhoud: Om goed te kunnen lesgeven, zijn er enkele randvoorwaarden. Een van de belangrijkste is dat de student contact kan maken met zijn leerlingen. Hiervoor is nodig dat de student een beeld ontwikkelt van de doelgroep: wat boeit kinderen op de basisschool. Ook is het belangrijk dat de student zichzelf goed kent. De student leert zich in kinderen te verplaatsten, is gericht op contact maken met kinderen, op enthousiasme tonen en op zelfreflectie Competenties: 1.1 Ik beschik over goed communicatieve vaardigheden. 1.2 Ik heb goed contact met kinderen, waarbij ik culturele verschillen signaleer en hier respectvol mee omga. 3.2 Ik kan mijn onderwijsactiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgeving. 7.1 Ik kan reflecteren op mijn eigen handelen. Ik ontwikkel bewust eigen interculturele competenties en pas deze toe. Crohonummer Pagina 69 van 166

71 Toetsing 1.1 De verschillende toetsonderdelen van module 1.1 en de daaraan gekoppelde studiepunten zijn weergegeven in het volgende schema: Module- SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelings- Norm EC onderdeel instrument Thema 224 Introductie op modulethema &PBL Peda & owk Nederlandse taal Levensbes/godsd vrm Ict / media Onderzoek Kunstvakken Participatie Themaopdracht Zie moduletekst Rubrics % 2 1 1, ,5 1 - Beeld - Drama - Muziek Vakken 28 Nederlandse taal Toets in module 1.2 Zie module Rekenen-wiskunde & Schriftelijke Criteria via 55% 2 didactiek opdracht docent 28 Schrijven Praktijktoets beoordelingsformulier 55% 1 Stage 56 Stage Praktijk Beoordelingsformulier 5, SLB Actieve participatie 80% 1 Totaal 15 NB - De themaopdracht moet in week worden 1.9 ingeleverd. - Toetsdata, inleverdata (en herkansingen) staan in het jaartoetsrooster op ELO. - Voor alle toetsen moet de student zich inschrijven. Crohonummer Pagina 70 van 166

72 1.2 Spelen(d) leren en lesgeven Programmaoverzicht 1.2 module 1.2 sbu EC Thema Introductie op modulethema en pbl 56 2 Themagebonden vakken Nederlandse taal 28 1 Pedagogiek / onderwijskunde 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Themaondersteunende vakken Kunstvakken*: 28 1 Beeldende vorming Dramatische vorming Muzikale vorming Totaal thema 168 sbu 6 Vakkenlijn Aardrijkskunde 28 1 Geschiedenis 28 1 Natuur & techniek 28 1 Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Bewegingsonderwijs** * Totaal vakkenlijn 140 sbu 5 Stage Stage 84 3 SLB Studieloopbaanbegeleiding 28 1 Totaal stage/slb 112 sbu 4 Totaal module 420 sbu 15 * De onderdelen van de kunstvakken (beeldende vorming, dramatische vorming en muzikale vorming) worden aangeboden gedurende drie modulen. Voor ieder onderdeel is 1 EC te behalen. De drie studiepunten worden bijgeschreven in module 1.3. ** Aan het vak bewegingsonderwijs wordt het hele studiejaar gewerkt, onder andere tijdens instituutspractica. De studiepunten worden bijgeschreven in module 1.4. Competenties 1.2 Doelstelling en inhoud: De student maakt kennis met de grondbeginselen van goed lesgeven, wat meer is dan kennisoverdracht. Ze krijgen zicht op de benodigde kennis, vaardigheden en attitudes. De ideale les staat centraal. De student gaat aan de gang met spelend leren, lerend spelen. Voor kinderen is spelen één van de belangrijkste manieren om tot ontwikkeling te komen en te leren. De student richt zich op: kiezen, voorbereiden en uitvoeren van onderwijsleer-activiteiten, communicatieve vaardigheden, contact met kinderen en samenwerken met collega s. Competenties: 1.1 Ik beschik over goed communicatieve vaardigheden 1.2 Ik heb goed contact met kinderen, waarbij ik culturele verschillen signaleer en hier respectvol mee omga. 3.1 Ik weet mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleer activiteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgeving. 3.3 Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten. 7.1 Ik kan reflecteren op mijn eigen handelen. Ik ontwikkel bewust eigen interculturele competenties en pas deze toe. 7.2 Ik laat zien behoefte te hebben aan feedback en weet wat ik ermee moet doen. Crohonummer Pagina 71 van 166

73 Toetsing 1.2 De verschillende toetsonderdelen van module 1.2 en de daaraan gekoppelde studiepunten zijn weergegeven in het volgende schema: Moduleonderdeel SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Norm EC Thema 168 Introductie op modulethema & PBL Nederlandse taal Pedagogiek & onderwijskunde Rekenen-wiskunde & didactiek Kunstvakken - Beeld - Drama - Muziek Themaopdracht Leiden van een kringgesprek Ingevulde lesbeschrijving Rekenles Actieve participatie Actieve participatie Actieve participatie Beoordelingsformulier Participatie aan en criteria bij het leiden van een kringgesprek. Criteria bij Lesbeschrijvingsformulier Criteria Lesbeschrijvingsformulier 5,5 Deelname aan de presentatie 80% 80% 80% Vakken 28 Ned. Taal Schriftelijke toets Toetssleutel 75% 1* 28 RW&D Toets met 20 Meerkeuze-vragen en 5 open vragen Toetssleutel 28 van de 40 punten 1 Stage Aardrijkskunde Lessenserie van 3 lessen 28 Geschiedenis Lessenserie van 3 lessen 28 Natuur & techniek Verslag onderzoek 2 lessen (1 techniek, 1 natuur) Proefjesboek Presentatie Ontwerp van vragen Stage Praktijk Toepassing theorie Evaluatie van de opbrengst Ingevuld lesbeschrijvingsformulier Reflectie Toepassing theorie Evaluatie van de opbrengst Ingevuld lesbeschrijvingsformulier Reflectie Toepassing theorie Evaluatie van de opbrengst Ingevuld lesbeschrijvingsformulier Reflectie Beoordelingsformulier 28 SLB Actieve participatie 80% 1 Totaal * In Progress worden 2 EC toegekend voor het behalen van deze toets. Dit zijn de studiepunten uit module 1.1 en 1.2 voor dit onderdeel. NB - De toetsen worden afgenomen in week Toetsdata, inleverdata (en herkansingen) staan in het jaartoetsrooster en op ELO. - Voor alle toetsen (ook voor de entreetoetsen) moet de student zich inschrijven. 5, Crohonummer Pagina 72 van 166

74 1.3 Leiding, communicatie en klassenmanagement Programmaoverzicht 1.3 module 1.3 sbu EC Thema Introductie op het modulethema, PBL en 56 2 onderzoek Themagebonden vakken Nederlandse taal 28 1 Pedagogiek / onderwijskunde 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Themaondersteunende vakken Kunstvakken*: 28 1 Beeldende vorming Dramatische vorming Muzikale vorming Totaal thema 168 sbu 6 Vakken Engels** 28 1 Locatiespecifiek*** 28 1 Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Keuze**** 28 1 Totaal vakkenlijn 140 sbu 5 Stage Stage 84 3 SLB Studieloopbaanbegeleiding 28 1 Totaal stage 112 sbu 4 Totaal module * De onderdelen van de kunstvakken (beeldende vorming, dramatische vorming en muzikale vorming) worden aangeboden gedurende drie modulen. Voor ieder onderdeel is 1 EC te behalen. De drie studiepunten worden bijgeschreven in module 1.3 ** Engels wordt aangeboden in module 1.3 of 1.4. *** De invulling voor dit onderdeel verschilt per locatie: Assen: Vernieuwingsonderwijs Emmen: Wetenschap en Techniek Groningen: Speciale onderwijs ondersteuning Leeuwarden: Meertaligheid Meppel: Internationalisering en cultuureducatie **** De invulling van het keuzepunt gebeurt in overleg met de studieloopbaanbegeleider. In het formulier dat je op Blackboard kunt vinden verantwoord je een activiteit buiten de opleiding waarmee je opleidingscompetenties kunt aantonen (bijv. begeleiding kinderclub/scouting, trainer bij een sportvereniging, leiden van kindernevendienst). Competenties 1.3 Doelstelling en inhoud: Dit gaat over leiden, begeleiden en loslaten. Leiding geven heeft te maken met vertrouwen, communicatie, interactie, controle, gezag en overwicht. Studenten worden zich bewust van hun eigen leiderschapsstijl en communicatiestijl, in verschillenden groepen en situaties. Ook maken zij een start met het inzetten en uitbreiden van het arsenaal aan vaardigheden om effectief leiding te kunnen geven. De student richt zich op: communicatieve vaardigheden, contact met kinderen, leiding geven en leiding accepteren. En doelmatig klassenmanagement ondersteunt daarbij. Crohonummer Pagina 73 van 166

75 Competenties: 2.2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uitdagende leeromgeving, waarbij ik oog heb voor verschillende culturele en sociaal-economische achtergronden van leerlingen. 3.1 Ik weet mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgeving. 3.3 Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten. 3.4 Ik pas verschillende gesprekstechnieken toe. 4.1 Ik kan goed leiding geven. 4.3 Ik ben bekend met die aspecten van klassenmanagement die voor mijn onderwijs relevant zijn. 5.1 Ik ben in staat collegiale relaties op te bouwen en te onderhouden. 5.2 Ik ben in staat tot constructief collegiaal overleg en neem initiatieven om met collega s (interculturele) projecten op te zetten. 7.4 Ik werk planmatig aan de ontwikkeling van mijn bekwaamheid, op basis van een goede analyse van mijn competenties. Toetsing 1.3 De verschillende toetsonderdelen van module 1.3 en de daaraan gekoppelde studiepunten zijn weergegeven in het volgende schema: Moduleonderdeel SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Norm EC Thema 168 PBL Onderzoek Nederlandse taal Themaopdracht Deelname vertelprijs Beoordelingsformulier themaopdracht 1.3 Uitwerking in vakdossier 5,5 2 1 Peda & owk Maken instructiefilm Criteria in Presentatie 5,5 1 RW&D Kunstzinnige vorming 2. Beeld 3. Drama 4. Muziek Peerassessment Actieve participatie Actieve participatie Workshop muziek, Toets Uitwerking in vakdossier Beoordelingsformu lier workshop Schriftelijke toets over kennis en inzicht 80% 80% 5,5 5,5 Vakken 28 Nederlandse taal Toets in module RW&D Toets 20 Meerkeuzevragen 28 van de 1 en 5 open 40 vragen punten: 5,5 28 Engels Toets Meerkeuzevragen 5, Locatiespecifiek 1 28 Keuze Keuzeformulier Ingevuld formulier 1 Stage 112 Stage Stagebeoordeling Beoordelingsformulier 5,5 3 SLB Actieve participatie 80% 1 Totaal NB - De toetsen worden afgenomen in week Toetsdata staan in het jaartoetsrooster op ELO. - Voor alle toetsen (ook de entreetoetsen) moet de student zich inschrijven. 1 1 Crohonummer Pagina 74 van 166

76 1.4 De wereld als speelveld Programmaoverzicht 1.4 module 1.4 sbu EC Thema Introductie op het modulethema, PBL en 56 2 onderzoek Themagebonden vakken Aardrijkskunde 14 0,5 Geschiedenis 14 0,5 Natuur & techniek 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Totaal thema 140 sbu 5 Vakkenlijn Nederlandse taal 56 2 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming 28 1 Bewegingsonderwijs* 28 1 Locatiespecifiek** 28 1 Totaal vakkenlijn 168 sbu 6 Stage Stage 84 3 Slb Studieloopbaanbegeleiding 28 1 Totaal stage 112 sbu 4 Totaal module sbu 15 * Voor het vak bewegingsonderwijs geldt het volgende: gedurende het hele eerste studiejaar kunnen instituutspractica bewegingsonderwijs worden ingeroosterd. De studiepunten worden bijgeschreven in deze module. ** De invulling voor dit onderdeel verschilt per locatie: Assen: Vernieuwingsonderwijs Emmen: Wetenschap en Technologie Groningen: Speciale onderwijs ondersteuning Leeuwarden: Meertaligheid Meppel: Internationalisering en cultuureducatie Competenties 1.4 Doelstelling en inhoud: De omgeving biedt tal van aangrijpingspunten voor de lessen. De student bekijkt in dit thema de directe omgeving vanuit diverse invalshoeken en vakken. De wereldoriënterende vakken staan centraal. Niet alleen vanuit de methode, maar juist de om de wereld in de school te brengen en met de school de wereld in te gaan. Dit thema wordt gelet op: didactische kwaliteiten, samenwerken, organiseren en reflecteren. Competenties: 2.2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uitdagende leeromgeving, waarbij ik oog heb voor verschillende culturele en sociaal-economische achtergronden van leerlingen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgeving. 4.1 Ik kan goed leiding geven. 5.1 Ik ben in staat collegiale relaties op te bouwen en te onderhouden. 5.2 Ik ben in staat tot constructief collegiaal overleg en neem initiatieven om met collega s (interculturele) projecten op te zetten. 5.3 Ik kan in teamverband werken. 7.4 Ik werk planmatig aan de ontwikkeling van mijn bekwaamheid, op basis van een goede analyse van mijn competenties. Crohonummer Pagina 75 van 166

77 Toetsing 1.4 De verschillende toetsonderdelen van module 1.4 en de daaraan gekoppelde studiepunten zijn weergegeven in het volgende schema): Module- SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelings- Norm EC onderdeel instrument Thema 140 Introdcutie op het Themaopdracht Formulier met 5,5 5 modulethema PBL Onderzoek Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur & techniek RW&D rubrics Vakken 56 Nederlandse taal Semestertoets: 30 Meerkeuzevragen toetssleutel 66% 2 28 RW&D Toets met 20 Meerkeuzevragen en 5 open vragen toetssleutel 28 van de 40 punten: 5,5 28 Le/Govo 1 28 Bewegingsonderwijs Actieve participatie 80% 1 Verslag schoolpleinactiviteit Beoordelingsformulier 5,5 28 Locatiespecifiek 1 Stage Stage SLB Eindbeoordeling Portfoliogesprek Beoordelingsformulier Competentieontwikkeling op niveau opleidingsbekwaam 5,5 3 1 Ondersteuning 0 Rekenen Digitale entreetoets Rekenen (Wiscat) Toetssleutel Landelijk vast te stellen norm Totaal NB - De toetsen worden afgenomen in week De moduleopdracht moet ingeleverd worden in week Toetsdata, inleverdata (en herkansingen) staan vermeld in het jaartoetsrooster op ELO. - Voor alle toetsen (ook voor de entreetoetsen) moet de student zich inschrijven. 1 0 Crohonummer Pagina 76 van 166

78 Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de postpropedeutische fase, inclusief beschrijving verkorte trajecten Programmaoverzicht van het aantal studiebelastinguren (sbu s), competenties en toetsing (NB: kleine aanpassingen in de programmaoverzichten zijn mogelijk) Algemeen De tijd die je aan een vak besteedt, drukken we uit in studiebelastinguren (sbu). Studiebelastinguren zijn opgebouwd uit contacttijd (colleges) en studietijd (inclusief toetsing). Elke studiepunt (European Credit: EC) staat voor 28 studiebelastinguren. Parameters studielast Per EC wordt uitgegaan van 28 uur studielast voor de student. Ten behoeve van de studeerbaarheid is elke EC geëxpliciteerd naar ingeschatte studielast. Bij de berekening van de studielast tellen mee: - Contacturen - Literatuur - Stageopdrachten - Toetsing - Zelfstudie Hieronder wordt aangegeven welke parameters per onderdeel gehanteerd worden. Contacturen De uren die gemoeid zijn met werk- en hoorcolleges, begeleiding, presentaties, excursies en projecten worden in de EC-studielast meegeteld. Literatuur Als vuistregel hanteert de opleiding: 12 pagina s Nederlandstalige literatuur te bestuderen per uur 8 pagina s Engelstalige literatuur te bestuderen per uur Stageopdrachten Voor een uit te voeren les van 30 minuten in de stage wordt 60 minuten voor/nawerk gerekend, samen 90 minuten. Per stageopdracht zijn 45 minuten in de EC-studielast van het vak opgenomen. De andere 45 minuten zitten in de stage-uren. Maximaal 2 stageopdrachten per EC per module Toetsing Te bestuderen literatuur Tijd voor het daadwerkelijke toetsmoment - schrijftijd werkstuk/verslag en/of - tijd voor maken van een product en/of - tijd voor geven presentatie en/of - tijd voor afname mondelinge of schriftelijke toets Crohonummer Pagina 77 van 166

79 Overzichtstabel contacturen 2 e jaar bachelor voltijdsopleiding Opleiding: Opleiding tot leraar Basisonderwijs Studiejaar: Contactuur (in minuten): 45 Aantal klokuren per jaar: 342,0 Aantal onderwijsweken per jaar: 28 Contacturen2ejaarvoltijdbacheloropleiding Periode1 Periode2 Periode3 Periode4 Hoorcolleges PGO Werkcolleges/practica Werkveldbezoek/excursies 0 Stagebegeleiding Studiebegeleiding Tentamens Totalen 114,0 118,0 124,0 100,0 456,0 Aantaldagenstage(indienvantoepassing) 17,0 18,0 18,0 18,0 Aantalonderwijswekenper periode: 7,0 7,0 7,0 7,0 Definitie contacturen: Een contactuur is een onderwijsuur, waarbij een docent fysiek aanwezig is. Een docent is een persoon die onderwijs verzorgt in dienst van de onderwijsinstelling(inclusief studentassistenten en tutoren). Onder contacturen vallen onder meer hoor- en werkcolleges, studie(loopbaan)begeleiding, stagebegeleiding en tentamens voor zover de instelling die voor alle studenten heeft geprogrammeerd. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd behoort niet tot de contacturen, ook al is dit wel tijd die de student aan zijn opleiding besteedt. Contacturen worden beschouwd als deel van de totale onderwijstijd. Crohonummer Pagina 78 van 166

80 2.1. Onderwijs voor iedereen Programmaoverzicht 2.1 module 2.1 sbu EC Thema Introductie op modulethema, onderzoeksweek, toets, 56 2 PBL en onderzoek Themagebonden vakken Pedagogiek / Onderwijskunde 28 1 Nederlandse taal 28 1 Themaondersteunende vakken Kunstvakken beeldende vorming - dramatische vorming - muzikale vorming Totaal thema 140 sbu 5 Vakken Aardrijkskunde 28 1 Geschiedenis 28 1 Natuur & techniek 56 2 Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didaktiek 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming 28 1 Bewegingsonderwijs * Totaal vakken 196 sbu 7 Stage Stage 84 3 SLB Studieloopbaanbegeleiding* Totaal stage 84 sbu 3 Totaal module sbu 15 * Voor het vak bewegingsonderwijs en studieloopbaanbegeleiding (SLB) worden colleges aangeboden gedurende het hele studiejaar; de studiepunten worden bijgeschreven aan het eind van module 2.2 en/of module 2.4. Competenties 2.1 Doelstelling en inhoud: In dit thema staat het omgaan met verschillen en het verzorgen van adaptief onderwijs centraal. Het gaat om verschillen in de brede zin van het woord (sociaal-emotioneel, niveau, tempo, organisatie). Studenten leren de verschillen signaleren, zowel in pedagogisch als in didactisch opzicht. Zij leren hier adequaat mee om te gaan en adaptief onderwijs te verzorgen volgens de uitgangspunten: relatie competentie autonomie. De student leert zijn activiteiten op de verschillen af te stemmen en vervolgens te verantwoorden. Competenties: 1.3 Ik kan mijn handelen baseren op kennis van communicatiepatronen, communicatieaspecten gerelateerd aan culturele verschillen en sociale verhoudingen binnen mijn groep. 2.1 Ik begeleid de leerlingen van afhankelijkheid naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. 3.5 Ik pas verschillende differentiatievormen toe binnen kaders van adaptief onderwijs. 3.6 Ik kan mijn handelen en de leerresultaten van mijn leerlingen evalueren en daaruit consequenties voor mijn verder handelen trekken. 3.7 Ik kan kinderen met leerproblemen betrokken en stimulerend begeleiden binnen de kaders van passend onderwijs. Crohonummer Pagina 79 van 166

81 Toetsing 2.1 In dit schema vind je de verschillende toetsonderdelen van module 2.1 met de bijbehorende studiepunten. Moduleonderdeel SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Thema 140 Introductie op Moduleopdracht Beoordelingsformulier modulethema en met onderzoeksweek PBL rubrics Nederlandse taal Lessen in het Pedagogiek & vakdossier, onderwijskunde actieve participatie Kunstzinnige vorming - Beeldend Criteria bij - Drama Portfolio - Muziek Vakken 28 Nederlandse taal Schriftlijke toets Toetssleutel (afname in module 2.2) 28 Rekenen-Wiskunde & Didactiek Schriftelijke toets met 20 Meerkeuze-vragen en 5 open vragen 28 Aardrijkskunde Lessenserie van 3 lessen 28 Geschiedenis Lessenserie van 3 lessen 56 Natuur en techniek Lessenserie van 3 lessen Toetssleutel Toepassing theorie Evaluatie van de opbrengst Ingevulde lesbeschrijvingsformulieren Reflectie Toepassing theorie Evaluatie van de opbrengst Ingevulde lesbeschrijvingsformulieren Reflectie Toepassing theorie Evaluatie van de opbrengst Ingevulde lesbeschrijvingsformulieren Reflectie Norm 5,5 Voldoende 80% 28 van de 40 punten: 5,5 15 van de 20 punten: 5,5 28 Levensbeschouwing / Toets verschilt per godsdienstige vorming locatie (14) Bewegingsonderwijs Actieve participatie 80% EC Stage 84 Stage Praktijktoets Beoordelingsformulier 5,5 3 (14) SLB Actieve participatie 80% Totaal * De EC-punten voor de kunstvakken beeldende vorming, dramatische vorming en muzikale vorming worden na periode 4 bijgeschreven. - Toetsdata, inleverdata (en herkansingen) staan in het jaartoetsrooster op ELO. Crohonummer Pagina 80 van 166

82 2.2. Kennis in onderwijs Programmaoverzicht 2.2 module 2.2 sbu EC Thema Introductie op modulethema+ PBL/onderzoek 56 2 Themavakken Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Pedagogiek / onderwijskunde 28 1 Themaondersteunende vakken Kunstvakken beeldende vorming - dramatische vorming - muzikale vorming Totaal thema 168 sbu 6 Vakken Rekenen/wiskunde & didactiek 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming 28 1 Media-educatie 28 1 Schrijven 28 1 Locatiespecifiek ** 28 1 Totaal vakken 140 sbu 5 Stage Stage 84 3 SLB Studieloopbaanbegeleiding* (14) 1 Totaal stage/slb 112 sbu 4 Totaal module sbu 15 * Voor de stage en studieloopbaanbegeleiding worden er gedurende elke module uren ingeroosterd. ** Deze module bevat ook een locatiespecifiek deel. Meer informatie hierover staat op Blackboard. De invulling voor dit onderdeel verschilt per locatie: Assen: Vernieuwingsonderwijs Emmen: Wetenschap en Techniek Groningen: Speciale onderwijsondersteuning Leeuwarden: Meertaligheid Meppel: Internationalisering en cultuureducatie Competenties 2.2 Doelstelling en inhoud: In dit thema staat de kennis in het onderwijs centraal. Wat zijn de kerndoelen, de leerlijnen en de tussendoelen? Welke didactieken horen bij de vakken. Hoe zit de kennisbasis in elkaar en wat betekent Nederland kennisland in dit geval. Opbrengstgericht werken, evidence based en data-driven zijn begrippen die bekend worden verondersteld. Competenties: 3.1 Ik weet mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgeving. 3.3 Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten. 3.5 Ik pas verschillende differentiatievormen toe binnen de kaders van adaptief onderwijs. 5.4 Ik heb kennis van relevante informatie, technieken en methodieken die nodig zijn voor het functioneren in de schoolorganisatie en bijbehorende overlegsituaties. Daarnaast kan ik samenwerken in internationale context met buitenlandse collega s en leerlingen. Crohonummer Pagina 81 van 166

83 Toetsing 2.2 In dit schema vind je de verschillende toetsonderdelen van module 2.2 met de bijbehorende studiepunten. Moduleonderdeel SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Norm Thema 168 Themadag en PBL Moduleopdracht Beoordelingsformulier 5,5 EC 2 Pedagogiek & onderwijskunde Nederlandse taal Rekenen-wiskunde & didactiek Adimlessen ontwerpen Adimlessen ontwerpen Adimlessen ontwerpen Beoordelingsformulier per vak Idem Idem 5,5 5,5 5, Kunstzinnige vorming - Drama - Beeld - Muziek Actieve participatie Lessen Groepswerk 3 lessen Toets Criteria bij Presentatie aan elkaar Criteria bij Reclamefilm 80% 5,5 1* Vakken 28 Rekenen-wiskunde & didactiek Schriftelijke toets met20 Meerkeuzevragen en 5 open vragen 28 Media-educatie Groepsopdrachten: Digitaal educatief ontwerp 2 lessen Onderzoek 28 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming Toetsvorm verschilt per locatie Toetssleutel Beoordelingsf ormulier 28 Schrijven Opdrachten Criteria bij Portfolio: beschrijven schrijfontwikkeling Stage/SLB 84 Stage Praktijk Beoordelingsformulier 28 van de 40 punten: 5,5 1 5, ,5 1 5, Studieloopbaanbegeleiding Actieve participatie 80% 1 Locatiespecifiek 28 Locatieafhankelijk 1 Totaal * De EC-punten voor de kunstvakken beeldende vorming, dramatische vorming en muzikale vorming worden na periode 4 bijgeschreven. - Toetsdata, inleverdata (en herkansingen) staan in het jaartoetsrooster op ELO. - Voor alle toetsen moet de student zich inschrijven. Crohonummer Pagina 82 van 166

84 2.3/2.4 Onderwijs ontwerpen Programmaoverzicht 2.3 en 2.4 module 2.3 sbu EC Thema Introductie op modulethema, toets, PBL en onderzoek 28 1 Themavakken Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Pedagogiek / onderwijskunde 28 1 Wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur 28 1 en techniek) Themaondersteunende vakken Kunstvakken beeldende vorming - dramatische vorming - muzikale vorming Totaal thema 168 sbu 6 Vakken Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming 28 1 Engels* 28 1 Locatiespecifiek** 28 1 Totaal vakken 140 sbu 5 Stage Stage 84 3 SLB Studieloopbaanbegeleiding*** (28) (1) Totaal stage/slb 112 sbu 4 Totaal module sbu 15 module 2.4 sbu EC Thema Introductie op modulethema toets, PBL en onderzoek 56 2 uitvoeringsweek Themavakken Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur 28 1 en techniek), begeleidingsuren Themaondersteunende vakken Kunstvakken - beeldende vorming dramatische vorming - muzikale vorming Totaal thema 168 sbu 6 Vakken Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming praktijk 28 1 gerelateerd Bewegingsonderwijs*** 28 1 Totaal vakken 140 sbu 4 Stage Stage 84 4 SLB Studieloopbaanbegeleiding*** 28 1 Totaal stage/slb 112 sbu 5 Totaal module sbu 15 * Engels wordt op de locaties in verschillende modules aangeboden. ** De invulling voor dit onderdeel verschilt per locatie: Assen: Vernieuwingsonderwijs Emmen: Wetenschap en Techniek Groningen: Speciale onderwijs ondersteuning Leeuwarden: Meertaligheid Meppel: Internationalisering en cultuureducatie *** Voor bewegingsonderwijs en studieloopbaanbegeleiding worden in elke module uren ingeroosterd. De studiepunten worden bijgeschreven aan het eind van module 2.4. Crohonummer Pagina 83 van 166

85 Competenties 2.3/2.4 Doelstelling en inhoud: Centraal staat de vraag hoe een leerkracht een leeromgeving krachtig en uitdagend maakt voor kinderen. De leerkrachten leren zelf een lesomgeving bouwen, binnen en buiten de school. Ze gaan zich verdiepen in verschillende visies, werkvormen en vormen van klassenmanagement. Kinderen veranderen, de samenleving verandert: vergt dit een aangepaste didactiek? Nieuwe media is daarbij vanzelfsprekend. Competenties: 2.2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uitdagende leeromgeving, waarbij ik oog heb voor verschillende culturele en sociaal-economische achtergronden van leerlingen. 3.1 Ik weet mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgving. 3.3 Ik kan lesmaterialen op de juiste manier inzetten. 4.2 Ik kan het lokaal, een hoek, de schoolomgeving gebruiken en eventueel inrichten als een stimulerende en rijke speel/leeromgeving. 4.3 Ik ben bekend met die aspecten van klassenmanagement die voor mijn onderwijs relevant zijn. Toetsing 2.3 In dit schema vind je de verschillende toetsonderdelen van module 2.3 met de bijbehorende studiepunten. Onderwijsarrangement Module- Onderdeel SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Thema 168 Introductie op Moduleopdracht Beoordelingsformulier modulethema onderzoek en PBL bijeenkomsten Nederlandse taal Rekenen-wiskunde & didactiek Pedagogiek & onderwijskunde Wereldoriëntatie: aardrijkskunde, geschiedenis en natuur Kunstzinnige vorming - Beeld - Drama - Muziek Verslag didactisch model Vakdossier w.o. Rekenochtend Actieve participatie Actieve participatie Beoordelings criteria bij vakdossier Beoordelings criteria bij vakdossier Beoordelings criteria bij Portfolio Norm 5,5 5,5 5,5 5,5 80% 80% EC * Crohonummer Pagina 84 van 166

86 Vakken 28 Rekenen-wiskunde & didactiek Schriftelijke toets met 20 Meerkeuze-vragen en 5 open vragen Toetssleutel 28 van de 40 punten: 5,5 28 Engels Schriftelijke toets Toetssleutel 5, Levensbeschouwing / godsdienstige vorming Toetsvorm verschilt per locatie 1 28 Nederlandse taal: leesdossier Tentoonstelling en leeskring Criteria bij Peerbeoordeling 1 5, Locatiespecifiek 1 Zie module Praktijk 5, Participatie, voortgang portfolio en POP Totaal % (1) * De EC-punten voor de kunstvakken worden na periode 4 bijgeschreven. ** Voor het vak bewegingsonderwijs en voor studieloopbaanbegeleiding geldt: in module 2.3 en 2.4 zijn er uren ingeroosterd, de studiepunten worden bijgeschreven aan het eind van module 2.4. Toetsing 2.4 In dit schema vind je de verschillende toetsonderdelen van module 2.4 met de bijbehorende studiepunten. 28 Bewegingsonderwijs** Stage/SLB 84 Stage Studieloopbaanbegeleiding** Beoordelingsformulier Module- Onderdeel SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Thema 168 PBL, onderzoek en Moduleopdracht Beoordelingsformulier uitwerkingsweek Norm 5,5 EC 2 Nederlandse taal Rekenen-wiskunde & didactiek Wereldoriëntatie: aardrijkskunde, geschiedenis en natuur Kunstzinnige vorming: Ontwerp van een serie lessen Ontwerp van een (serie) les(sen) Didactisch ontwerp Diagnostische toets Groen licht peiling Groen licht peiling Criteria bij vakdossier 5,5 5,5 5, beeldend - drama - muziek Actieve participatie Kunstproject Les Studietaken 3 lessen Per locatie vastgelegd Observatieformulier mentor Formulier Lesbeschrijving sformulieren 80% 5,5 5,5 1* Crohonummer Pagina 85 van 166

87 Vakken 28 Rekenen-wiskunde & didactiek Stage/SLB 84 Kennisbasistoets Conform landelijke richtlijnen 28 Nederlandse taal Kennisbasistoets Conform landelijke richtlijnen 28 Bewegingsonderwijs** (14 in module in module 2.4) 28 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming Stage Instituutspraticum Opdracht: evenement organiseren Toetsvorm verschilt per locatie Beoordeling Actieve participatie Criteria bij draaiboek Stagebeoordelingsformulier 80% 5,5 5, Studieloopbaanbegeleiding** Participatie, voortgang portfolio en POP Voldoende 2 (1+1) Totaal * De EC-punten voor de kunstvakken worden na periode 4 bijgeschreven. ** Voor het vak bewegingsonderwijs en studieloopbaanbegeleiding (slb) geldt: gedurende module 2.3 en 2.4 zijn er uren ingeroosterd, de studiepunten worden bijgeschreven aan het eind van module 2.4 Module 3.1/3.2 Passend onderwijs Programma-overzicht 3.1 en 3.2 module 3.1 sbu EC Thema Introductie op het modulethema en Onderzoek Themagebonden vakken Pedagogiek en Onderwijskunde Rekenen-wiskunde & didactiek Nederlandse taal Totaal thema Vakkenlijn Nederlandse taal 28 1 Rekenen-Wiskunde & didactiek 28 1 Muziek 28 1 Drama 28 1 Beeldend 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming 28 1 Totaal vakkenlijn Stage Stage & Studieloopbaanbegeleiding SLB Totaal stage/slb Totaal module Crohonummer Pagina 86 van 166

88 module 3.2 sbu EC Thema onderzoek 28 1 Themagebonden vakken Pedagogiek en Onderwijskunde 28 1 Nederlandse taal 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Totaal thema Vakkenlijn Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Nederlandse taal 28 1 Aardrijkskunde 28 1 Geschiedenis 28 1 Natuur en techniek 28 1 Bewegingsonderwijs 28 1 Totaal vakkenlijn Stage Stage en Studieloopbaanbegeleiding SLB inclusief praktijkgerelateerde EC LGV Totaal stage/slb Totaal module Competenties 3.1/3.2 Doelstelling en inhoud: In dit thema leren studenten onderwijsbegeleidingsbehoeften van kinderen herkennen en benoemen. Ze kunnen dit uitwerken in een gedifferentieerd groepsplan per vakgebied en ook op sociaal-emotioneel gebied. Ook verdiepen ze zich in het zorgsysteem van het primair onderwijs en het handelingsgericht werken. Ze leren een ontwikkelingsperspectief te hanteren en kunnen dit vertalen in een individuele leerlijn. Studenten kunnen dit binnen hun eigen gekozen leeftijdspecialisatie op een goed niveau, maar hebben ook transfer naar alle kinderen in de basisschool. Competenties: 2.1 Ik begeleid de leerlingen van afhankelijkheid naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. 2.3 Ik kan mijn pedagogische opvattingen en handelen verantwoorden op basis van relevante theoretische en methodische inzichten. Ik heb kennis van basale cultuurverschillen en de effecten daarvan op opvoeding en onderwijs. 3.5 Ik pas verschillende differentiatievormen toe binnen de kaders van adaptief onderwijs. 3.6 Ik kan mijn handelen en de leerresultaten van mijn leerlingen evalueren en daaruit consequenties voor mijn verder handelen trekken. 3.7 Ik kan kinderen met leerproblemen betrokken en stimulerend begeleiden binnen de kaders van passend onderwijs. 4.3 Ik ben bekend met die aspecten van klassenmanagement die voor mijn onderwijs relevant zijn. Crohonummer Pagina 87 van 166

89 Toetsing 3.1 en 3.2 Module 3.1 SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Norm EC Thema 112 Themaopdracht Nederlandse taal Rekenen-wiskunde & didactiek pedagogiek & onderwijskunde Onderzoek Groepsproduct Beoordelingsformulier 5,5 4 Vakken 28 Rekenen-wiskunde & didactiek Opdracht: Groepsoverzicht opstellen, groepsplan maken Peerbeoordeling en beoordelingsformulier 5, Nederlandse taal Diagnose en plan Beoordelingsformulier 5, Levensbeschouwing / godsdienstige vorming Toetsvorm verschilt per locatie 5, Muziek Presentatie Criteria bij vakdossier 5, Beeldend Presentatie Criteria bij vakdossier 5, Drama Actieve participatie Lessen Criteria bij lesbeschrijvingsformulier 80% 1 10 Aardrijkskunde Zie Geschiedenis Zie Natuur & Techniek Zie Bewegingsonderwijs Zie 3.2 Stage 140 Stage Praktijk Beoordelingsformulier 5,5 5 SLB Actieve participatie 80% Totaal NB: - Alle toetsdata, inleverdata (en herkansingen) staan in het jaartoetsrooster. - Voor alle toetsen moet de student zich inschrijven. Crohonummer Pagina 88 van 166

90 Module 3.2 SBU Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Norm EC Thema 112 Themaopdracht: - Pedagogiek & onderwijskunde - Nederlandse taal - Rekenenwiskunde & didactiek - Onderzoek Individueel product Beoordelingsformulier 5, Vakken 28 Rekenen-wiskunde & didactiek Groepsplan en commentaar medestudent 5, Nederlandse taal Diagnose en plan 5, Bewegingsonderwijs Actieve participatie Instituuspraticum en/of stagelessen Portfolio 80% 1 18 Aardrijkskunde Schriftelijke toets Lessen 18 Geschiedenis Schriftelijke toets Lessen 18 Natuur en Techniek Schriftelijke toets Lessen Toetssleutel Vakdossier Toetsleutel Vakdossier Toetssleutel Vakdossier 5,5 1 5,5 1 5,5 1 Stage 140 Stage Praktijk Beoordelingsformulier 5,5 5 (inclusief praktijk gerelateerd LGV) SLB Actieve participatie 80% 1* Totaal * NB: - Alle toetsdata, inleverdata (en herkansingen) staan in het jaartoetsrooster. - Voor alle toetsen moet de student zich inschrijven. Crohonummer Pagina 89 van 166

91 3.3/3.4 Profileren en specialiseren Programma-overzicht 3.3/3.4 Thema Programma module 3.3 Sbu EC Teamonderzoek onderzoek profielvak (locatiespecifiek) Totaal thema Vakspecialisatie Keuze afhankelijk 84 3 Vakken onderbouw/bovenbouw Pedagogiek en onderwijskunde 28 1 Nederlandse taal 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming 28 1 Totaal vakken Stage Stage 5 SLB Totaal stage/slb Totaal module Programma module 3.4 Sbu EC Thema Teamonderzoek 84 3 onderzoek profielvak (locatiespecifiek) Totaal thema 84 3 Vakspecialisatie Afhankelijke van je keuze 84 3 Vakken onderbouw/bovenbouw Pedagogiek en onderwijskunde 28 1 Rekenen-wiskunde & didactiek 28 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming 28 1 Totaal vakken Stage Stage en SLB inclusief praktijkgerelateerd EC Levensbeschouwing / godsdienstige vorming Totaal stage/slb Totaal module * * Normaal telt een module 15 EC. In module 3.2 is 1 extra EC uitgekeerd, module 3.4 telt daarom 1 EC minder Competenties 3.3/3.4 Doelstelling en inhoud: In het eerste half jaar van de afstudeerfase specialiseert de student zich in één vak binnen de kennisbasis. De student profileert zich in één van de vijf profielen van de Stenden Pabo s. De student heeft een keuze gemaakt voor onderbouw of bovenbouw van de basisschool. Competenties: 1.1 Ik beschik over goede communicatieve vaardigheden. 1.3 Ik kan mijn handelen baseren op kennis van communicatiepatronen en communicatie-aspecten gerelateerd aan culturele verschillen en sociale verhoudingen binnen mijn groep. 2.2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uitdagende leeromgeving, waarbij ik oog heb voor verschillende culturele en sociaal-economische achtergronden van leerlingen. 2.3 Ik kan mijn pedagogische opvattingen en handelen verantwoorden op basis van relevante theoretische en methodische inzichten. Ik heb kennis van basale cultuurverschillen en de effecten daarvan op opvoeding en onderwijs. Crohonummer Pagina 90 van 166

92 3.1 Ik weet mijn onderwijsleer activiteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgeving. 3.6 Ik kan mijn handelen en de leerresultaten van mijn leerlingen evalueren en daaruit consequenties voor mijn verder handelen trekken. 3.7 Ik kan kinderen met leerproblemen betrokken en stimulerend begeleiden binnen de kaders van passend onderwijs. 3.8 Ik verdiep mij op onderwijskundig gebied en pas die kennis toe bij reflectie op mijn eigen onderwijs en op onderwijs in het algemeen. 4.2 Ik kan het lokaal, een hoek, de schoolomgeving gebruiken en eventueel inrichten als een stimulerende en rijke speel/leeromgeving. 5.1 Ik ben in staat collegiale relaties op te bouwen en te onderhouden. 5.3 Ik kan in teamverband werken. 6.1 Ik onderhoud goede contacten met de ouders of verzorgers van de kinderen. 6.2 Ik onderhoud goede contacten met andere mensen en instellingen die ook te maken hebben met de zorg voor de kinderen. 7.4 Ik werk planmatig aan de ontwikkeling van mijn bekwaamheden, op basis van een goede analyse van mijn competenties. 7.5 Ik stem de ontwikkeling van mijn bekwaamheid af op het beleid van de school. 7.6 Ik heb een onderzoekende houding en kan op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden verkrijgen op vragen die ontstaan in de eigen onderwijspraktijk en de uitkomsten gebruiken ter verbetering van de praktijk. Ik gebruik hierbij een breed arsenaal aan vakliteratuur, al dan niet in het Engels. Toetsing 3.3/3.4 In dit schema vind je de verschillende toetsonderdelen van modules 3.3 en 3.4 met de bijbehorende studiepunten. Module 3.3 sbu Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Thema 112 Teamonderzoek Groepsproduct Beoordelings-formulier onderzoek Norm 5,5 4 EC Vakken 28 Pedagogiek onderwijskunde onderbouw of bovenbouw 28 Nederlandse taal onderbouw of bovenbouw 28 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming Presentatie Criteria bij portfolio 2 deelcompetenties (Dublin descriptoren) Presentatie/taala ssessment Toetsvorm verschilt per locatie 5,5 1 Criteria bij vakdossier 5, Vakspecialisatie Vakspecifiek Zie modulegids 3 Stage & 140 Stage Praktijk Beoordelings-formulier 5,5 5 Slb SLB Actieve participatie 80% Totaal Crohonummer Pagina 91 van 166

93 Module 3.4 sbu Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Norm EC Thema 84 Teamonderzoek Groepsproduct Beoordelings-formulier onderzoek 5,5 3 Vakken 28 Pedagogiek onderwijskunde onderbouw of bovenbouw 28 Rekenen-wiskunde & didactiek onderbouw of bovenbouw Presentatie Criteria bij portfolio 2 deelcompetenties (Dublin descriptoren) Presentatie Beoordelingsformulier ekenarrangement 5,5 1 5, Vakspecialisatie Vakspecifiek Zie modulegids 3 Stage en 140 Stage Praktijk stage-beoordelingsformulier 5,5 5 Slb SLB Actieve 80% participatie 28 Praktijkgerelateerd Praktijk Verschilt per locatie 5,5 1 Levensbeschouwing / godsdienstige vorming Totaal * * In module 3.2 is een extra EC uitgekeerd. Nb: Alle toetsdata, inleverdata (en herkansingen) staan in het toetsrooster op BlackBoard/ELO. 4.1/4.2/4.3/4.4 Minoren & Eindstage module 4.1 EC Module 4.2 EC Module 4.3 EC Module 4.4 EC Keuzeminor 15 Schoolminor 12 Eindstage 10 Eindstage 10 L/GV(aan stage gerelateerd) 1 L/GV (aan stage gerelateerd) 1 Afronden schoolminor 3 Vakspecialisatie* 2 Taal* 2 RW&D* 2 LGV* 2 Totaal module *contacturen-extensief en toetsing binnen eindstage en afrondend gesprek. Crohonummer Pagina 92 van 166

94 Competenties 4.1/4.2/4.3/4.4 Doelstelling en inhoud: Alle studenten volgen de verplichte schoolminor waarin onderzoek een belangrijke plaats heeft. Daarnaast kiezen de studenten een keuzeminor. Middels een langdurige eindstage bereidt de student zich voor op het beroep. En de student rondt zijn onderzoek en vakspecialisatie af. De afronding van onderdeel levensbeschouwelijke vorming vindt hier ook plaats. Dit alles komt samen in het eindverslag van de eindstage. Competenties: 1.1 Ik beschik over goede communicatieve vaardigheden. 1.3 Ik kan mijn handelen baseren op kennis van communicatiepatronen en communicatie-aspecten gerelateerd aan culturele verschillen en sociale verhoudingen binnen mijn groep. 2.2 Ik zorg voor een veilige, vertrouwde en uitdagende leeromgeving, waarbij ik oog heb voor verschillende culturele en sociaal-economische achtergronden van leerlingen. 2.3 Ik kan mijn pedagogische opvattingen en handelen verantwoorden op basis van relevante theoretische en methodische inzichten. Ik heb kennis van basale cultuurverschillen en de effecten daarvan op opvoeding en onderwijs. 3.1 Ik weet mijn onderwijsleer activiteiten en spelactiviteiten adequaat te kiezen, voor te bereiden en te plannen. 3.2 Ik kan mijn onderwijsleeractiviteiten en spelactiviteiten adequaat uitvoeren en gebruik culturele diversiteit als verrijking van de leeromgeving. 3.6 Ik kan mijn handelen en de leerresultaten van mijn leerlingen evalueren en daaruit consequenties voor mijn verder handelen trekken. 3.7 Ik kan kinderen met leerproblemen betrokken en stimulerend begeleiden binnen de kaders van passend onderwijs. 3.8 Ik verdiep mij op onderwijskundig gebied en pas die kennis toe bij reflectie op mijn eigen onderwijs en op onderwijs in het algemeen. 4.2 Ik kan het lokaal, een hoek, de schoolomgeving gebruiken en eventueel inrichten als een stimulerende en rijke speel/leeromgeving. 5.1 Ik ben in staat collegiale relaties op te bouwen en te onderhouden. 5.3 Ik kan in teamverband werken. 6.1 Ik onderhoud goede contacten met de ouders of verzorgers van de kinderen. 6.2 Ik onderhoud goede contacten met andere mensen en instellingen die ook te maken hebben met de zorg voor de kinderen. 7.4 Ik werk planmatig aan de ontwikkeling van mijn bekwaamheden, op basis van een goede analyse van mijn competenties. 7.5 Ik stem de ontwikkeling van mijn bekwaamheid af op het beleid van de school. 7.6 Ik heb een onderzoekende houding en kan op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden verkrijgen op vragen die ontstaan in de eigen onderwijspraktijk en de uitkomsten gebruiken ter verbetering van de praktijk. Ik gebruik hierbij een breed arsenaal aan vakliteratuur, al dan niet in het Engels. Crohonummer Pagina 93 van 166

95 Toetsing 4.1/4.2/4.3/4.4 module 4.1 toetsing Module 4.2 Keuzeminor Afhankelijk Schoolmi van nor gekozen minor toetsing Module 4.3 Module 4.4 toetsing Beoordelings formulier Onderzoeksplan Eindstage Eindstage Eindverslag + -gesprek L/GV (praktijkgerelateerd) L/GV (praktijkgerelateerd) Criteria bij afrondende opdracht Afronden Schoolminor Beoordelingsfo rmulier Eindscriptie + Beoordeling op Conferentiebijdrage Vakspecialisatie Nederlandse taal RW&D Levensbeschouwing / godsdienstige vorming Verschilt per vak Beoordelingsformulier uitgewerkte competentie Beoordelingsformulier uitgewerkte competentie Verslag en eindgesprek Regeling voor studenten die gestart zijn met de opleiding voor studiejaar Vanaf studiejaar is gestart met een nieuw curriculum. Dit heeft consequenties voor studenten die in de cohorten daarvoor gestart zijn. Tot en met studiejaar gold een overgangsregeling (zie daarvoor de OER ). Vanaf studiejaar geldt voor alle studenten de voor het OER OLB van het lopende studiejaar. Nb. Voor studenten die ingestroomd zijn in een verkorte traject geldt een overgangsregeling die afgestemd is op de instroom in andere cohorten. Deze overgangsregeling is geplaatst achter de informatie over de verkorte trajecten. Crohonummer Pagina 94 van 166

96 Verkorte trajecten DeOLBwordtopdrielocatiesinverkortevariantenaangeboden:inAssen(TOP),Leeuwarden(Pabo verkort)enmeppel(vondst).dezeprogramma szijnalledriegebaseerdophetcurriculumvande regulierevierjarigebachelor.zekennenalledriedezelfdeeindkwalificaties(sblecompetentiesende DublinDescriptoren). In2014isheteerstejaarvanstartgegaanmethethuidigecurriculumbinnendeverkorteopleiding. Voorafgaandheefteenuitgebreideinventarisatieplaatsgevondent.a.vdeverplichtingsonderdelenen devrijstellingsonderdelen.immers,alleenstudentenmeteenafgerondehboeofwoebachelor wordentoegelatentotdeverkorteopleiding.datbetekentdatvanuitdedublindescriptorengekeken isnaardiedescriptorendiespecifiekgaanoverdebacheloronderwijs.generiekehbokwalificaties mogenalsverworvenwordenbeschouwd.ditzorgtvooreengedecimeerdprogrammavan120ec. ErvindtaltijdeenintakeEassessmentplaatswaarnadeOECbepaaltofroegangwordtverleendtotde verkorteopleiding.eenvastonderdeelvandeverkorteopleidingisnaastdeeindstage,een praktijkonderzoekendetoetsingvandekennisbasistaalenrekenen. Detweejarigopleidingisverdeeldindriefasen:hoofdfase1en2endeafstudeerfase.Hoofdfase1 bestaatuitdriemodulenvantienwekenenheeftalsthemaonderwijsontwerpen.hoofdfase2 bestaatwederomuitdriemodulenvantienwekenenkenthetthemapassendonderwijs.de AfstudeerfasekenttweemodulenvantienwekenenheeftalsthemaOnderzoekenAfstuderen.In dezelaatstefasekunnenstudentenzichookspecialiserenineenkunstvakeneenvakuitdeojw vakken.vondstwerktmeteenflexibelstudieroosteralsgevolgvanhetindividueelgerichte studietrajectopbasisvantussentijdseinstroom. Crohonummer Pagina 95 van 166

97 Pabo Verkort/TOP 1.1. Onderwijs en onderwijs ontwerpen Programmaoverzicht module 1.1 propedeutische fase module 1.1 sbu EC Vakken Pedagogiek/onderwijskunde 56 2 Nederlandse Taal 56 2 Rekenen en Wiskundedidactiek 56 2 Wereldoriëntatie 28 1 Kunstzinnige vorming 28 1 Levensbeschouwelijke vorming 28 1 Schrijven 28 1 Stage en SLB Stage en slb Totaal module Doelstelling en inhoud: Jufofmeesterwordeninhetbasisonderwijsbetekentinzichtkrijgenophetbasisonderwijseninzicht indeleefeenbelevingswereldvankinderen.omzichttekrijgenopkinderen,zuljeeerstzichtmoeten krijgenopjezelfinrelatiemetkinderen.wathoudtkinderenvanverschillendeleeftijdenbezig?hoe denkenkinderen?watgebeurterallemaalineengroep? Inzichtinhetbasisonderwijskrijgjeviajestage. Competenties: 1.1 Ikbeschikovergoedecommunicatievevaardigheden. 1.2 ikhebgoedcontactmetkinderen,waarbijikcultureleverschillensignaleerenhierrespectvol meeomga. 2.2 Ikzorgvooreenveilige,vertrouwdeenuitdagendeleeromgevingwaarbijikheboogvoor verschillendecultureleensociaaleeconomischeachtergrondenvanleerlingen. 2.3 Ikkanmijnpedagogischeopvattingenenhandelenverantwoordenopbasisvanrelevante theoretischeenmethodischeinzichten.ikhebkennisvanbasalecultuurverschillenendeeffecten daarvanopopvoedingenonderwijs. 3.1 Ikweetmijnonderwijsleeractiviteitenenspelactiviteitenadequaattekiezen,voortebereiden enteplannen. 3.3 Ikkanlesmaterialenopdejuistemanierinzetten. 3.4 Ikpasverschillendedifferentiatievormentoebinnenkadersvanadaptiefonderwijs. 3.5 Ikverdiepmijoponderwijskundiggebiedenpasdiekennistoebijreflectieopmijneigen onderwijsenoponderwijsinhetalgemeen. 4.1Ikkangoedleidinggeven 4.3Ikbenbekendmetdieaspectenvanklassenmanagementdievoormijnonderwijs relevantzijn Crohonummer Pagina 96 van 166

98 Toetsing module 1.1 Moduleonderdeel Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Norm Prop.fase Toets taal Schriftelijke toets Criteria vakgroep 80% Toets rekenen Idem idem 80% WO toets AK Idem idem Cesuur WO toets GS Idem Idem Cesuur WO toets N&T idem idem Cesuur pedagogiek 3 opdrachten idem Vold. taal Opdracht taalhoek idem Vold. rekenen Opdracht les Idem Vold. meten/meetkunde WO N&T Onderzoek natuurorganisaties idem Vold. WO AK kaartpracticum idem Vold. Kuv beeldende Schriftelijke toets idem Vold. vorming KUV dramatische vorming Observatie en subj. concept Idem Vold Onderwijs en onderwijs ontwerpen Programmaoverzicht module 1.2 hoofdfase 1 module 1.2 sbu EC Vakken Pedagogiek/onderwijskunde 28 1 Nederlandse Taal 56 2 Rekenen en Wiskundedidactiek 56 2 Wereldoriëntatie 28 1 Kunstzinnige vorming 28 1 Engels 28 1 Onderzoek 28 1 Bewegingsonderwijs 28 1 Stage en SLB Stage en slb Totaal module Doelstelling en inhoud: Jufofmeesterwordeninhetbasisonderwijsbetekentinzichtkrijgenophetbasisonderwijseninzicht indeleefeenbelevingswereldvankinderen.omzichttekrijgenopkinderen,zuljeeerstzichtmoeten krijgenopjezelfinrelatiemetkinderen.wathoudtkinderenvanverschillendeleeftijdenbezig?hoe denkenkinderen?watgebeurterallemaalineengroep? Inzichtinhetbasisonderwijskrijgjeviajestage. Competenties: 1.3 Ikbeschikovergoedecommunicatievevaardigheden. 1.4 ikhebgoedcontactmetkinderen,waarbijikcultureleverschillensignaleerenhierrespectvol meeomga. Crohonummer Pagina 97 van 166

99 2.4 Ikzorgvooreenveilige,vertrouwdeenuitdagendeleeromgevingwaarbijikheboogvoor verschillendecultureleensociaaleeconomischeachtergrondenvanleerlingen. 2.5 Ikkanmijnpedagogischeopvattingenenhandelenverantwoordenopbasisvanrelevante theoretischeenmethodischeinzichten.ikhebkennisvanbasalecultuurverschillenendeeffecten daarvanopopvoedingenonderwijs. 3.2 Ikweetmijnonderwijsleeractiviteitenenspelactiviteitenadequaattekiezen,voortebereiden enteplannen. 3.6 Ikkanlesmaterialenopdejuistemanierinzetten. 3.7 Ikpasverschillendedifferentiatievormentoebinnenkadersvanadaptiefonderwijs. 3.8 Ikverdiepmijoponderwijskundiggebiedenpasdiekennistoebijreflectieopmijneigen onderwijsenoponderwijsinhetalgemeen. 4.1Ikkangoedleidinggeven 4.3Ikbenbekendmetdieaspectenvanklassenmanagementdievoormijnonderwijs relevantzijn Toetsing module 1.2 Moduleonderdeel Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Norm Hoofdfase 1 pedagogiek 3 opdrachten Criteria vakgroep Vold. taal Schriftelijke toets idem Cesuur rekenen Opdracht proefpeiling Spelactiviteit idem Vold. WO N&T Ontdekdoos Idem Vold. WO AK 3 lessen stage idem Vold. Kuv beeldende Schriftelijke toets idem Vold. vorming Lesontwerp Dramatische vorming Twee dramaspelen aanleren Spellenboek idem vold Muzikale vorming liedpresentaties Idem Vold. Bewegingsonderwijs Observaties IP idem Vold Onderwijs en onderwijs ontwerpen Programmaoverzicht module 1.3 hoofdfase 1 module 1.3 sbu EC Vakken Pedagogiek/onderwijskunde 28 1 Nederlandse Taal 56 2 Rekenen en Wiskundedidactiek 56 2 Wereldoriëntatie 28 1 Kunstzinnige vorming 28 1 Levensbeschouwelijke vorming 28 1 Onderzoek 28 1 Mediaeducatie 28 1 Stage en SLB Stage en slb Totaal module Crohonummer Pagina 98 van 166

100 Doelstelling en inhoud: Jufofmeesterwordeninhetbasisonderwijsbetekentinzichtkrijgenophetbasisonderwijseninzicht indeleefeenbelevingswereldvankinderen.omzichttekrijgenopkinderen,zuljeeerstzichtmoeten krijgenopjezelfinrelatiemetkinderen.wathoudtkinderenvanverschillendeleeftijdenbezig?hoe denkenkinderen?watgebeurterallemaalineengroep?inzichtinhetbasisonderwijskrijgjeviaje stage. Competenties: 1.5 Ikbeschikovergoedecommunicatievevaardigheden. 1.6 ikhebgoedcontactmetkinderen,waarbijikcultureleverschillensignaleerenhierrespectvol meeomga. 2.6 Ikzorgvooreenveilige,vertrouwdeenuitdagendeleeromgevingwaarbijikheboogvoor verschillendecultureleensociaaleeconomischeachtergrondenvanleerlingen. 2.7 Ikkanmijnpedagogischeopvattingenenhandelenverantwoordenopbasisvanrelevante theoretischeenmethodischeinzichten.ikhebkennisvanbasalecultuurverschillenendeeffecten daarvanopopvoedingenonderwijs. 3.3 Ikweetmijnonderwijsleeractiviteitenenspelactiviteitenadequaattekiezen,voortebereiden enteplannen. 3.9 Ikkanlesmaterialenopdejuistemanierinzetten Ikpasverschillendedifferentiatievormentoebinnenkadersvanadaptiefonderwijs Ikverdiepmijoponderwijskundiggebiedenpasdiekennistoebijreflectieopmijneigen onderwijsenoponderwijsinhetalgemeen. 4.1Ikkangoedleidinggeven 4.3Ikbenbekendmetdieaspectenvanklassenmanagementdievoormijnonderwijs relevantzijn Toetsing module 1.3 Moduleonderdeel Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Hoofdfase 1 pedagogiek 3 opdrachten Criteria vakgroep Vold. taal rekenen WO N&T Werken met teksten Leesdossier Vertellen verhaal Opdrachten portfolio Schriftelijke toets Automatiseringsop-dracht vakdossier Ecologische voetafdruk Openboektoets Les ecologie idem idem Idem Norm Vold. Vold. Vold. WO AK 3 lessen stage idem Vold. Kuv beeldende Werkstuk idem Vold. vorming Dramatische vorming Twee dramalessen idem vold Muzikale vorming 3 muzieklessen Idem Vold. Mediaeducatie Educatief ontwerp 2 lessen idem Vold. Crohonummer Pagina 99 van 166

101 Levensbeschouwelijke vorming Ontwikkelingsverslag mediawijsheid Opdrachten praktijk Idem Vold Passend Onderwijs Programmaoverzicht module 1.4 hoofdfase 2 module 1.4 sbu EC Vakken Pedagogiek/onderwijskunde 28 1 Nederlandse Taal 56 2 Rekenen en Wiskundedidactiek 56 2 Wereldoriëntatie 28 1 Kunstzinnige vorming 28 1 Bewegingsonderwijs 28 1 Onderzoek - RWD 56 2 Stage en SLB Stage en slb Totaal module Doelstelling en inhoud: Inhoofdfase2wordendemodulesgevuldmetcollegesenopdrachtendiegerichtzijnenzichtgeven oppassendonderwijs. Indezemodulesstaateigenlijkéénvraagcentraal.Hoekanikmetmijnonderwijshetbeste aansluitenbijdeonderwijsbehoeftenvanmijnleerlingen. Competenties: 1.7 Ikbeschikovergoedecommunicatievevaardigheden. 1.8 Ikhebgoedcontactmetkinderen 2.1Ikbegeleidleerlingenvanafhankelijkheidnaarzelfstandigheidenverantwoordelijkheid 2.8 Ikzorgvooreenveilige,vertrouwdeenuitdagendeleeromgevingwaarbijikheboogvoor verschillendecultureleensociaaleeconomischeachtergrondenvanleerlingen. 2.9 Ikkanmijnpedagogischeopvattingenenhandelenverantwoordenopbasisvanrelevante theoretischeenmethodischeinzichten.ikhebkennisvanbasalecultuurverschillenendeeffecten daarvanopopvoedingenonderwijs. 3.5 Ikpasverschillendedifferentiatievormentoebinnenkadersvanadaptiefonderwijs. 3.7Ikkankinderenmetleerproblemenbetrokkenenstimulerendbegeleiden 5.4Ikhebkennisvanrelevanteinformatie,techniekenenmethodendienodigzijnvoorhet functionerenindeschoolorganisatieendebijbehorendeoverlegsituaties. 6.1.Ikonderhoudgoedecontactenmetoudersofverzorgersvandekinderen 6.2.Ikonderhoudgoedecontactenmetanderemenseneninstellingendieooktemakenhebben metdezorgvoorkinderen. 7.4Ikneeminitiatievenomvananderenbinnenenbuitendeschoolteleren. Crohonummer Pagina 100 van 166

102 Toetsing module 1.4 Moduleonderdeel Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Hoofdfase 2 pedagogiek Opdracht passend onderwijs taal rekenen Schriftelijke toets Taalalbum Jeugdliteratuur praktijkopdrachten Stage opdrachten Opdrachten collegelijn Criteria vakgroep idem idem Norm Vold. Cesuur Vold. WO N&T Educatieve route Idem Vold. WO AK Actieve deelname idem Vold. WO GS Stagelessen idem Vold. Kuv beeldende vorming Dramatische vorming Leiderschapsportret idem Vold. Stageopdrachten Idem vold Muzikale vorming 5 muzieklessen idem Vold. Bewegingsonderwijs Lessen bewegen op Idem Vold. muziek Onderzoek-RWD 2.1 Passend Onderwijs Foutenanalyse en registratie Opzet groepsplan Programmaoverzicht module 2.1 hoofdfase 2 module 2.1 sbu EC Vakken Pedagogiek/onderwijskunde 28 1 idem Vold. Nederlandse Taal 28 1 Rekenen en Wiskundedidactiek 28 1 Wereldoriëntatie 28 1 Kunstzinnige vorming 28 1 Vrij EC - vernieuwingsonderwijs 28 1 Onderzoek - Taal 56 2 Taal - KB 28 1 Rekenen - KB 28 1 Stage en SLB Stage en slb Totaal module Doelstelling en inhoud: Inhoofdfase2wordendemodulesgevuldmetcollegesenopdrachtendiegerichtzijnenzichtgeven oppassendonderwijs.indezemodulesstaateigenlijkéénvraagcentraal.hoekanikmetmijn onderwijshetbesteaansluitenbijdeonderwijsbehoeftenvanmijnleerlingen. Crohonummer Pagina 101 van 166

103 Competenties: 1.9 Ikbeschikovergoedecommunicatievevaardigheden Ikhebgoedcontactmetkinderen 2.1Ikbegeleidleerlingenvanafhankelijkheidnaarzelfstandigheidenverantwoordelijkheid 2.10 Ikzorgvooreenveilige,vertrouwdeenuitdagendeleeromgevingwaarbijikheboogvoor verschillendecultureleensociaaleeconomischeachtergrondenvanleerlingen Ikkanmijnpedagogischeopvattingenenhandelenverantwoordenopbasisvanrelevante theoretischeenmethodischeinzichten.ikhebkennisvanbasalecultuurverschillenendeeffecten daarvanopopvoedingenonderwijs. 3.6 Ikpasverschillendedifferentiatievormentoebinnenkadersvanadaptiefonderwijs. 3.7Ikkankinderenmetleerproblemenbetrokkenenstimulerendbegeleiden 5.4Ikhebkennisvanrelevanteinformatie,techniekenenmethodendienodigzijnvoorhet functionerenindeschoolorganisatieendebijbehorendeoverlegsituaties. 6.1.Ikonderhoudgoedecontactenmetoudersofverzorgersvandekinderen 6.2.Ikonderhoudgoedecontactenmetanderemenseneninstellingendieooktemakenhebben metdezorgvoorkinderen. 7.4Ikneeminitiatievenomvananderenbinnenenbuitendeschoolteleren. Toetsing module 2.1 Moduleonderdeel Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Hoofdfase 2 pedagogiek Practicum oudergesprekken Criteria vakgroep taal Kennisbasistoets idem Taalalbum Opzet praktijkonderzoek rekenen Kennisbasistoets idem Schriftelijke toets Norm Vold. Cesuur KB Vold. Cesuur KB Vold. WO N&T Actieve deelname Idem Vold. WO AK Actieve deelname idem Vold. WO GS Actieve deelname idem Vold. Kuv beeldende vorming Dramatische vorming Les praktijk interessewereld kind idem Vold. Stageopdrachten Idem vold Muzikale vorming 5 muzieklessen idem Vold. Op dracht Verniewingsonderwijs Onderzoek-Taal Posterpresentatie idem Vold. Foutenanalyse en registratie Opzet groepsplan idem Vold. Crohonummer Pagina 102 van 166

104 2.2 Passend Onderwijs Programmaoverzicht module 2.2 hoofdfase 2 module 2.1 sbu EC Vakken Pedagogiek/onderwijskunde 28 1 Nederlandse Taal 56 2 Rekenen en Wiskundedidactiek 56 2 Wereldoriëntatie 28 1 Kunstzinnige vorming 28 1 Vrij EC Levensbeschouwelijke vorming 28 1 Onderzoek Pedagogiek/onderwijskunde 28 1 Onderzoek 28 1 Stage en SLB Stage en slb Totaal module Doelstelling en inhoud: Inhoofdfase2wordendemodulesgevuldmetcollegesenopdrachtendiegerichtzijnenzichtgeven oppassendonderwijs. Indezemodulesstaateigenlijkéénvraagcentraal.Hoekanikmetmijnonderwijshetbeste aansluitenbijdeonderwijsbehoeftenvanmijnleerlingen. Competenties: 1.11 Ikbeschikovergoedecommunicatievevaardigheden Ikhebgoedcontactmetkinderen 2.1Ikbegeleidleerlingenvanafhankelijkheidnaarzelfstandigheidenverantwoordelijkheid 2.12 Ikzorgvooreenveilige,vertrouwdeenuitdagendeleeromgevingwaarbijikheboogvoor verschillendecultureleensociaaleeconomischeachtergrondenvanleerlingen Ikkanmijnpedagogischeopvattingenenhandelenverantwoordenopbasisvanrelevante theoretischeenmethodischeinzichten.ikhebkennisvanbasalecultuurverschillenendeeffecten daarvanopopvoedingenonderwijs. 3.7 Ikpasverschillendedifferentiatievormentoebinnenkadersvanadaptiefonderwijs. 3.7Ikkankinderenmetleerproblemenbetrokkenenstimulerendbegeleiden 5.4Ikhebkennisvanrelevanteinformatie,techniekenenmethodendienodigzijnvoorhet functionerenindeschoolorganisatieendebijbehorendeoverlegsituaties. 6.1.Ikonderhoudgoedecontactenmetoudersofverzorgersvandekinderen 6.2.Ikonderhoudgoedecontactenmetanderemenseneninstellingendieooktemakenhebben metdezorgvoorkinderen. 7.4Ikneeminitiatievenomvananderenbinnenenbuitendeschoolteleren. Crohonummer Pagina 103 van 166

105 Toetsing module 2.2 Moduleonderdeel Onderdelen Toetsvorm Beoordelingsinstrument Hoofdfase 2 pedagogiek Groepsopdracht speciale kinderen taal rekenen WO N&T Schriftelijke toets Jeugdliteratuur Talig onderzoek Opdracht van theorie naar praktijk vv Peerreview vakdossier Schriftelijke toets Methodehoofdstuk ontwerpen Criteria vakgroep idem idem Idem Norm Vold. Cesuur Vold. Cesuur Vold. Vold. WO AK idem idem Vold. WO GS idem idem Vold. Kuv beeldende vorming Stopmotion movie Eigen digitaal product in een lesontwerp idem Vold. Dramatische vorming Theaterpresentatie Idem vold Muzikale vorming 5 muzieklessen idem Vold. Vrij EC levensbeschouwelij ke vorming/dcbo/rk/ Frysk/Cambridge English/beweging/v rije keuze Afhankelijk van de keuze Idem Vold. Onderzoek-peda Literatuuronderzoek idem Vold. 2.3 Afstudeerfase Programmaoverzicht module 2.3 afstudeerfase module 2.1 sbu EC Vakken Onderzoeksplan Nederlandse Taal 28 1 Rekenen en Wiskundedidactiek 28 1 Wereldoriëntatie - specialisatie 28 1 Kunstzinnige vorming - specialisatie 28 1 Assessment - proef 28 1 Stage en SLB Stage en slb Totaal module Crohonummer Pagina 104 van 166

106 Doelstelling en inhoud: Indeafstudeerfasestaathetdoenvaneenpraktijkonderzoekenjeeindstagecentraal.Voordatjeje eindstageinmagmoetjeeenproevevanbekwaamheidafleggen.naastdevakkentaalenrekenen kiesjeookvooreenspecialisatiebinnendekunstvakkenenbinnendewovakken. Toetsing module 2.3 Moduleonderdeeinstrument Onderdelen Toetsvorm Beoordelings- Norm afstudeerfase taal Persoonlijk Criteria vakgroep Vold. leesdossier rekenen Vakdossier idem Vold. Visiestuk WO-specialisatie lessenserie idem Vold. KUV -specialisatie lessenserie Idem Vold. Onderzoeksplan Rubrics idem Vold. 2.4 Afstudeerfase Programmaoverzicht module 2.4 afstudeerfase module 2.1 sbu EC Vakken Onderzoek Wereldoriëntatie - specialisatie 28 1 Kunstzinnige vorming - specialisatie 28 1 Stage en SLB Eindstage en slb Totaal module Doelstelling en inhoud: Indeafstudeerfasestaathetdoenvaneenpraktijkonderzoekenjeeindstagecentraal.Voordatjeje eindstageinmagmoetjeeenproevevanbekwaamheidafleggen.naastdevakkentaalenrekenen kiesjeookvooreenspecialisatiebinnendekunstvakkenenbinnendewovakken. Toetsing module 2.4 Moduleonderdeeinstrument Onderdelen Toetsvorm Beoordelings- Norm afstudeerfase WO-specialisatie lessenserie Criteria vakgroep Vold. KUV -specialisatie lessenserie idem Vold. Onderzoek Rubrics Beoordelingsformu lier Onderzoek Eindstage en slb stage Beoordelingsformu lieren Vold. Crohonummer Pagina 105 van 166

107 Studiepuntenverdeling over vak- en vormingsgebieden fase 1 fase 2. Het verkorte traject VONDST is wat betreft de opbouw van het curriculum een afspiegeling van het curriculum van de reguliere OLB ( opleiding leraar basisonderwijs) van Stenden Hogeschool. Het reguliere curriculum bestaat uit 3 fases met tezamen een studielast van EC 240: propedeutische fase EC 60, hoofdfase EC 90, afstudeerfase EC 90. De EC verdeling over de vak- en vormingsgebieden binnen VONDST komt overeen met de reguliere bachelor. Een verkorte opleiding kent een hoofdfase en een afstudeerfase. Bij de intake ontvangt een student een generieke vrijstelling van EC 120. De propedeutische fase binnen een verkorte opleiding komt daarmee dus te vervallen. De studielast voor een verkorte opleiding is EC 120. Vak-vormingsgebied Studieonderdeel EC EC 1 Onderwijskunde 2 Taal 3 RW 4 WO 5 KO 6 Onderzoek starttoets 2 2 zelfstudies 3 vakafstudeeropdracht 1 3 verdiepingen 4,5 10,5 Kennisbasistoets 1 2 zelfstudies 3 vakafstudeeropdracht 3 3 verdiepingen 4,5 11,5 Kennisbasistoets 1 2 zelfstudies 3 vakafstudeeropdracht 3 3 verdiepingen 4,5 11,5 3 zelfstudies Ak- Gesch - Na 4,5 vakafstudeeropdracht 3 zelfstudie gezond en redzaam gedrag praktijkdossier KO 7 1 8,5 vakafstudeeropdracht KO 2 9 eindonderzoek 8 4 verdiepingen (incl. Leraar worden) stage 8 stageperiodes (incl. assessment) studieloopbaanbegeleiding logboek + leervragen 8 POP 1 portfolio + eindgesprek 1 bijeenkomsten / intervisie Engels, ict en media, via leervragen en stageopdrachten - - Crohonummer Pagina 106 van 166

108 10 levensbeschouwelijke vorming 1 zelfstudie via leervragen en stageopdrachten Programmaoverzicht en toetsplan Vondst fase 1 Onderwijse enhei Te toetsen gebied/ competenti es nlevering Onderdelen Functie (Formatief/ Summatief) EC Toetsvorm Beoordelin g (cijfer/v/o ) MV114ONT Did+ ped + org comp. starttoets ON: - theorie summatief 2 casus toets cijfer MV114ST1 MV114LB1 Competenties niv P Refl/did/org niv P Periode 1 ontwikkelingspsychologie - theorie bao-praktijk MV114VER1 Alle 7 comp. verdieping 1: - theorie klassenmanagement MV114ZSRW1 Competenties basisniv stage p1 summatief 5,5 practicum O,V, G logboek + leervragen formatief 1 reflectie/ openvrtoets Zelfstudie RW 1: summatief - kerndoelen en leerlijnen - oefenen en memoriseren - rekenstrategieën - artikelen rekenonderwijs jonge kind - voorbereiding KB RW formatief 1,5 presentatie V 1,5 Opdracht/ reflectie/ practicum V cijfer MV114ST2 MV114LB2 MV114VER2 Competenties niv P Refl/did/org niv P Totaal periode 1 10,5 Periode 2 Alle 7 comp verdieping 2 : - lesvoorbereiding stage p2 formatief 5,5 practicum O,V, G logboek + leervragen formatief 1 reflectie/ openvrtoets formatief 1,5 project V V Crohonummer Pagina 107 van 166

109 - instructiemodellen MV114ZSON1 Did/ped/psych zelfstudie ON 1 : -theorie ped. Jonge kind - theorie did. jonge kind - observatieopdrachten - praktijk: speelwerkles - praktijk: vraagstelling MV114ZSTA1 5 vakdomeinen summatief 1,5 Practicum/ vaardigh.toets cijfer Zelfstudie NE 1 : jonge kind: - praktijk: jeugdliteratuur - theorie: technisch lezen - theorie + praktijk: spelling - theorie + praktijk: stellen - theorie taalbeschouwing en woordenschat - theorie en praktijk: mond. taalvaardigheid summatief 1,5 opdracht cijfer Totaal periode 2 11,5 MV114ST3 Competenties niv H stage p3 summatief 5,5 practicum O,V,G MV114LB3 Refl/did/org niv H logboek + leervragen formatief 0,7 reflectie/ openvrtoets V MV114VER3 Comp. i.o.m. begel. verdieping 3 formatief 1,5 project cijfer MV114ZSGS Ped/did/ Kb GS/visie Zelfstudie GS: - basiskennis geschiedenis - kernconcepten - leerlijn geschiedenis - hist. denken en redeneren - beeldvormers - tijdvakken en schoolomgeving - vakintegratie WO summatief 1,5 opdracht cijfer MV114ZSAK Ped/did/ Kb AK/visie Periode 3 Zelfstudie AK: - basiskennis aardrijkskunde - ontwikkeling ruimtelijk besef - leerlijn aardrijkskunde summatief 1,5 opdracht cijfer Crohonummer Pagina 108 van 166

110 - thema s Kennisbasis - thema s en schoolomgeving - vakintegratie WO MV114ZSNA Ped/did/ Kb Na/visie Zelfstudie Na: - basiskennis natuur - kerndoelen - didactiek natuuronderwijs - educatief arrangement - ICT en schoolomgeving - aanbod multimedia summatief 1,5 opdracht cijfer MV114ZSGRG Ped/did/ Kb/visie Zelfstudie GRG; - startbekwaamheidseisen - rouwprotocol - verkeerseducatie - pestprotocol - milieu en schoolomgeving summatief 1 opdracht cijfer MV114SCRV EV gr. 8+ screening RW summatief 0,1 Openantw.toets O,V MV114SCTA EV gr 8+ screening NE summatief 0,1 openvrtoets cijfer MV114WOE-A MV114WOE-B MV114WOE-C MV114ST4 MV114LB4 MV114VER4 MV114VER5 MV114ASS Eigen basiskennis gr 8+ Competenties niv. H Refl/did/org niv H Comp. begel. Comp. begel. i.o.m. i.o.m. Competenties niv H Periode 4 WO kennistoets summatief 0,1 MC toets cijfer Totaal periode 3 13,5 stage p4 summatief 4,5 practicum O,V,G logboek + leervragen formatief 1 reflectie/ openvrtoets verdieping 4 formatief 1,5 project cijfer verdieping 5 formatief 1,5 project cijfer praktijkassessment summatief 1 assessment cijfer MV114ZSON2 Ped/psych/did Zelfstudie ON 2: - theorie ped. oudere kind - theorie did. oudere kind - overgang bao vo - observatieopdrachten Summatief MV114ZSRW2 Competenties basisniv. Zelfstudie RW 2: - voorbereiding KB RW - vakspecifieke Summatief 1,5 Practicum/ beroepsproduct 1,5 Opdracht/ practicum/ reflectie V cijfer O,V Crohonummer Pagina 109 van 166

111 competenties - rekenstrategieën - praktijk: hoofdrekenen - vertaalcirkel C-M-F MV114ZSTA2 Zelfstudie NE 2: - praktijk: spreken en luisteren - stellen: taalronde - spelling; foutenanalyse - praktijk: begrijpend lezen - woordenschat, NT2 - voorbereiding KB NE MV114LGV Did/Kb GS Zelfstudie LVE: - theorie 6 levensbeschouwingen - competenties KB geestelijke stromingen - opvoedingsdoelen - observatieopdrachten stageschool Totaal periode 4 15 Afronding fase 1 Praktijkdossier KO: MV114PRBV Did/org/kb Beeldende vorming: - praktijk: beeldaspecten, vorm en betekenis, materiaal - techniek - samenstellen beeldmao MV114PRDR MV114PRMV MV114PRSCH MV114PRBO Did/org/kb Did/org/kb Did/org/kb Did/org/kb Dr. Expressie - praktijk: spelelement en spelvorm Muziek: - praktijk: 5 muziekdomeinen Schrijven: - praktijk: voorbereidend, aanvankelijk, voortgezet en creatief schrijven Bewegingsonderwijs: - praktijk: bewegings- en Summatief 1,5 opdracht cijfer summatief 1 opdracht cijfer Summatief 1,5 practicum v Summatief 1,5 practicum v Summatief 1,5 practicum v Summatief 1 practicum v summatief 1,5 practicum v Crohonummer Pagina 110 van 166

112 spelvormen voor gr. 1-4 MV114BE1 Coll.visitatie/ samenw met collega s Bijeenkomsten fs 1 summatief 2 Refl/ participatie - Input POP 360 gr feedback formatief 0 reflectie - Totaal fase 1 60 Niv P/H = niveau Propedeuse/ Hoofdfase; EV = Eigen vaardigheid;comp = competetntie; refl = reflectie; did = didactiek; ped = pedagogiek; begel = begeleider;org = organisatie; psych = psychologisch; Kb = kennisbasis; ON = Onderwijskunde; GS = geschiedenis; AK = aardrijkskunde; GRG= Gezond en redzaam gedrag; RW = Rekenen en wiskunde; NE = taal; LVE = levensbeschouwelijke vorming en educatie; Na = natuurkunde; openvrtoets = openvragen toets; openantwtoets= open antwoorden toets; gr 8+ = je moet de stof aan de slimste lln van groep 8 uit kunnen leggen MC toets= multple choice toets v Crohonummer Pagina 111 van 166

113 Programmaoverzicht + toetsplan Vondst fase 2 Onderwijse enhei Te toetsen gebied/ competenti es inlevering Onderdelen Functie (Formatief/ Summatief) EC Toetsvorm Beoordeling (cijfer/v/o) MV214POP Alle 7 comp POP, 360 gr fb, periode studieplannen formatief 1 reflectie v MV214ST5 MV214LB5 Comp niv H+A Refl/did/org niv H/A stage p5 summatief 4,5 practicum O,V logboek 5 formatief 1 reflectie V Periode 5 MV214VER6 Alle 7 comp verdieping 6 formatief 1,5 project Cijfer MV214VER7 Alle 7 comp Verdieping 7 formatief 1,5 project Cijfer MV214VER8 Alle 7 comp Verdieping 8 formatief 1,5 project Cijfer Totaal periode 5 10 MV214ST6 MV214LB6 Comp niv H/A Refl/did/org niv H/A stage p6 formatief 4,5 practicum O,V,G logboek 6 formatief 1 reflectie V MV214VER9 Alle 7 comp verdieping 9 formatief 1,5 project Cijfer MV214VER10 Alle 7 comp Verdieping 10 formatief 1,5 Project Cijfer MV214VER11 Alle 7 comp Verdieping 11 formatief 1,5 project Cijfer MV214KBRW MV214KBTA Did/EV EV Kennisbasistoets RW summatief 1 Gesloten vragen + MC toets Periode 6 Kennisbasistoets Taal Cijfer summatief 1 MC toets Cijfer Totaal periode 6 12 MV214ST7 Comp niv H/A Perio de 7 Stage periode 7 summatief 4,5 practicum O,V,G Crohonummer Pagina 112 van 166

114 MV214LB7 Refl/did/org niv H/A Logboek 7 formatief 1 reflectie V MV214VER12 Alle 7 comp Verdieping 12 formatief 1,5 project Cijfer MV214VER13 Alle 7 comp Verdieping 13 formatief 1,5 Project Cijfer Totaal periode 7 8,5 MV214ST8 Comp niv H/A stage p7 summatief 4,5 practicum O,V,G MV214LB8 Refl/did/org niv H/A P 8 logboek 7 formatief 1 reflectie V MV214AFNE Vakspec/visie Totaal periode 8 5,5 Afst Opdr NE: did. speciaalstudie van 1 taaldomein: - literatuuronderzoek Summatief 3 project O,V,G - methodeonderzoek - inventarisatie leerlijn stageschool MV214AFRW Vakspec/visie Afst Opdr RW: - praktijk: signaleren, diagnosticeren, remediëren - literatuuronderzoek - praktijkvoorbeelden bij vertaalcirkel Summatief 3 project O,V,G MV214AFON Vakspec/visie Afstudeerfase Afst Opdr ON: - schoolgids en infogids - overlegstructuur - MR en OR - bestuursvormen - taak-en functiebeleid - lumpsum Summatief 1 project O,V,G Crohonummer Pagina 113 van 166

115 - vakliteratuur - rechtspositie - sollicitatie en identiteit Vakspec/visie Afst Opdr WO: keuze voor AK of GS of Na/techniek - literatuuronderzoek: Summatief 3 project O,V,G MV214AFWO vakvisies - vakspecifieke competenties en vakliteratuur - methodeonderzoek - praktijk: lessencyclus MV214AFKO Vakspec/visie Afst Opdr KO; - reflectie op eigen kunstzinnig verleden - ontwerp projectweek summatief 2 project O,V,G MV214EIND Vakspec/visie Eindonderzoek summatief 8 project cijfer Totaal afstudeerfase 20 MV214BE2 Alle 7 comp Bijeenk fase 2+ afst.fase formatief 2 Refl/ participatie v MV214PFE Alle 7 comp Portfolio en Eindgesprek: - verantwoording basisbekwaamheid a.h.v. competenties en Dublindescriptoren Summatief 1 Presentatie/Refl O,V,G Totaal fase 2 60 Niv H/A = niveau Hoofdfase/Afstudeerfase; EV = Eigen vaardigheid; comp = competentie; refl = reflectie; did = didactiek; ped = pedagogiek; org = organisatie; ON = Onderwijskunde; RW = Rekenen en wiskunde; NE = taal; KO = Kunstzinnige oriëntatie; WO = wereldoriëntatie ; openvrtoets = openvragen toets; openantwtoets= open Crohonummer Pagina 114 van 166

116 antwoorden toets; gr 8+ = je moet de stof aan de slimste lln van groep 8 uit kunnen leggen MC toets= multiple choice toets; Afst Opdr = Afstudeeropdracht; Bijeenk = Bijeenkomsten; Vakspec = Vakspecifieke competenties Crohonummer Pagina 115 van 166

117 Bijlage D Speciaal traject Academische Opleiding tot Leraar Basisonderwijs De opleiding tot leraar Basisonderwijs participeert in een samenwerkingsverband (Stenden Hogeschool, Hanzehogeschool, NHL Hogeschool en Rijksuniversiteit Groningen) dat de AOLB aanbiedt. Studenten behalen twee bachelors: Opleiding tot leraar Basisonderwijs (HBO) en Pedagogische Wetenschappen (WO). De opleiding is alleen toegankelijk voor VWO ers. Overzichtstabel Contacturen 1 e jaar bachelor-voltijdopleiding Opleiding: AOLB Studiejaar: 2016*2017 Contactuur(inminuten) 45 Aantalklokurenperjaar 294,8 Aantalonderwijswekenper 30 jaar: Contacturen1ejaarvoltijdbacheloropleiding Periode1 Periode2 Periode3 Periode4 Hoorcolleges PGO Werkcolleges/practica Werkveldbezoek/excursies 0 Stagebegeleiding Studiebegeleiding Tentamens Totalen 85,0 111,0 84,0 113,0 393,0 Aantaldagenstage(indienvan toepassing) 7,0 9,0 9,0 9,0 Aantalonderwijswekenperperiode: 8,0 8,0 7,0 7,0 Definitie contacturen: Een contactuur is een onderwijsuur, waarbij een docent fysiek aanwezig is. Een docent is een persoon die onderwijs verzorgt in dienst van de onderwijsinstelling(inclusief studentassistenten en tutoren). Onder contacturen vallen onder meer hoor- en werkcolleges, studie(loopbaan)begeleiding, stagebegeleiding en tentamens voor zover de instelling die voor alle studenten heeft geprogrammeerd. Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd behoort niet tot de contacturen, ook al is dit Crohonummer Pagina 116 van 166

118 wel tijd die de student aan zijn opleiding besteedt. Contacturen worden beschouwd als deel van de totale onderwijstijd. Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Toelichting: De beoogde eindkwalificaties passen wat betreft niveau en oriëntatie (bachelor of master; hbo of wo) binnen het Nederlandse kwalificatieraamwerk. Ze sluiten bovendien aan bij de actuele eisen die in internationaal perspectief vanuit het beroepenveld en het vakgebied worden gesteld aan de inhoud van de opleiding. SBL-competenties, Academische vaardigheden, Dublin Descriptoren Als richtsnoer in de opleiding worden de AOLB-competenties gehanteerd. Deze zijn samengesteld uit de zeven SBL-competenties van een leraar basisonderwijs (gebaseerd op de Wet Beroepen In het Onderwijs, BIO) en de tien academische vaardigheden die een afgestudeerde academicus moet beheersen (geformuleerd door de UU, met toestemming overgenomen). Aan het einde van de opleiding moet de student zich op voldoende niveau hebben ontwikkeld in deze competenties. Zij geven een samenhangend beeld van de eisen die aan een academisch gevormde leraar basisonderwijs worden gesteld. De doorgaande lijnen worden hiermee helder, zowel voor studenten als voor docenten, stage- en studieloopbaanbegeleiders, mentoren en ontwikkelaars. In de opleiding wordt per periode en cursus aangegeven aan welke competenties wordt gewerkt. In elk studiejaar komen alle competenties aan de orde, maar per studiejaar kan het accent op een competentie verschillen. Het niveau waarop wordt uiteraard elk studiejaar hoger. Het programma is mede gebaseerd op de internationale richtlijn van de Dublin descriptoren. Er is een koppeling gemaakt van Dublin Descriptoren naar eindtermen en SBL-competenties. Bron: Kritische Reflectie AOLB Zie bijlage Standaard 1 Onderwijsleeromgeving Standaard 2: Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Toelichting: De inhoud en vormgeving van het programma stellen de toegelaten studenten in staat de beoogde eindkwalificaties te bereiken. De kwaliteit van het personeel en van de opleidingsspecifieke voorzieningen is daarbij essentieel. Programma, Crohonummer Pagina 117 van 166

119 personeel en voorzieningen vormen een voor studenten samenhangende onderwijsleeromgeving. Toelatingseisen Voor toelating tot de AOLB is een diploma VWO verplicht. Daarnaast wordt op basis van een motivatiebrief een intakegesprek gevoerd. BSA Omdat de AOLB toe leidt naar 2 bachelordiploma s kent de opleiding een dubbel BSA (Bindend Studieadvies): een BSA vanuit de RUG en een BSA vanuit de HBO-instelling van inschrijving (Stenden of Hanze). Er zijn voor verschillende cohorten verschillende regelingen. Zie bijlage Standaard 2 Overstappen van AOLB naar OLB Er is geen vaste beleidsregel voor overstappen van AOLB naar OLB. Individuele verzoeken worden door de OEC van de ontvangende opleiding en de samengestelde OEC van de AOLB behandeld. De Stuurgroep AOLB heeft de samengestelde OEC verzocht om casuïstiek te archiveren en te analyseren en op basis daarvan de Stuurgroep in 2014 (gehele programma AOLB heeft dan tenminste één keer gedraaid) te adviseren over de formulering van een eventuele beleidsregel. Programma Het AOLB-programma is geënt op het programma van de bachelor OLB en de bachelor PW. De programma s AOLB-OLB zijn vergelijkbaar ten aanzien van Eindkwalificaties, Vakgebieden (inclusief Kennisbasis), Stage en SLB. Ten opzichte van de reguliere OLB is het verschil dat in het AOLB-programma (nog) niet themagericht gewerkt wordt en het onderwijs niet aangeboden wordt in de vorm van PBL. Voor de opbouw van het samengestelde opleidingsprogramma is prioritair gekozen voor de borging van eindkwalificaties en afstemming van de body of knowledge van de beide bachelorcurricula. De didactische keuzes ten aanzien van themagericht werken en PBL zijn hieraan ondergeschikt gemaakt omdat dit de opleiding qua studeerbaarheid en complexiteit niet ten goede gekomen zou zijn. Zie bijlage standaard 2 Bronnen:Programmaoverzicht, OER-regeling samengestelde OEC, Studiegids Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Crohonummer Pagina 118 van 166

120 Standaard 3: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Toelichting: Het gerealiseerde niveau blijkt uit de tussentijdse en afsluitende toetsen, de afstudeerwerken en de wijze waarop afgestudeerden in de praktijk of in een vervolgopleiding functioneren. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk. Voor de AOLB is specifiek toetsbeleid beschreven. De docent bepaalt welke toetsvorm(en) er voor het vak gehanteerd wordt/worden, passend bij de vakinhoud. In de studiegids staat bij de vakbeschrijvingen vermeld welke toetsvorm(en) gehanteerd wordt/worden. Bij aanvang van het vak worden de criteria aan de studenten bekend gemaakt en in geval van meerdere toetsvormen de weging van elk van de toetsvormen om tot een eindcijfer te komen. Er zijn twee toetsmogelijkheden per vak per jaar, studenten hebben dus recht op 1 herkansing per vak per jaar. Herkansingen worden gepland aan het eind van blok 2 (vakken van blok 1 en 2) en aan het eind van blok 4 (vakken van blok 3 en 4). Er is een hardheidsclausule voor gevallen van overmacht. Er zijn geen bepalingen aangaande participatie; dat is de eigen verantwoordelijkheid van de student. Zie bijlage standaard 3 Bronnen: toetsbeleid AOLB, Anvullende afspraken OER, Studiegids Afronding In 2012 is door de Colleges van Bestuur van de partnerinstellingen AOLB (Stenden Hogeschool, Hanzehogeschool, NHL, RU Groningen) een Advies nieuw traject aangevraagd bij de NVAO. Dit accreditatietraject is met een positieve waardering door VIB en NVAO afgerond. Bronnen: Paneladvies en NVAO-oordeel juli 12 Stenden APN AOLB april 2013 Crohonummer Pagina 119 van 166

121 BIJLAGEN standaard 1 De AOLB-competenties: 1. Interpersoonlijke en pedagogische competenties voor werken met kinderen Gebaseerd op de SBL-competenties 1 en 2, aangevuld tot academisch niveau. E E E E Basiscommunicatie met kinderen en leidinggeven aan kinderen. Kennis van theoretische pedagogische kennis en de toepassing hiervan in de praktijk. Inzicht in eigen communicatief handelen en in pedagogisch en communicatief handelen ten aanzien van kinderen en in de effecten daarvan. Kennis van en inzicht in de invloed van sociaal, cultureel, economisch en emotioneel kapitaal op de ontwikkeling en het leren van kinderen. 2. Vakinhoudelijke en vakdidactische competenties en hun wetenschappelijke onderbouwing Gebaseerd op SBL- competentie 3, aangevuld tot academisch niveau. E Eigen kennis, vaardigheden en houdingen ten aanzien van schoolvakken en vormingsgebieden. E Idem mbt de bijbehorende vakdidactiek en haar wetenschappelijke onderbouwing; E Kennis van ontwikkelings- en leerprocessen bij kinderen en verschillen tussen kinderen. E Kennis en vaardigheden voor analyse en gebruik van lesmethoden, lesmaterialen en media en ict. E Kennis en vaardigheden voor diagnose en remediëring. 3. Didactische en onderwijskundige competenties voor het ontwikkelen, uitvoeren, evalueren en verbeteren van het onderwijs en het beoordelen van leerresultaten Gebaseerd op SBL-competentie 3, aangevuld tot academisch niveau. E Open staan voor vernieuwing van onderwijs en deze op schoolniveau kunnen initiëren. E Kennis van leerproblemen, signaleren en werken aan oplossing van leerproblemen; E Aansluiten bij de beginsituatie. E Inhouden en werkvormen kiezen bij leerdoelen. E Toetsen en beoordelen. E Evalueren van onderwijs en benutten van onderwijsevaluaties. 4. Organisatorische competentie Crohonummer Pagina 120 van 166

122 Gebaseerd op SBL-competentie 4, aangevuld tot academisch niveau. E Klassenmanagement. E Onderwijs plannen en organiseren. E Methoden en materialen in het eigen onderwijs functioneel inzetten. 5. Samenwerkingcompetenties Gebaseerd op SBL-competentie 5 en 6, aangevuld tot academisch niveau. E E E E E E Samenwerking met collega s en betrokkenen buiten de school, met aandacht voor taakinhoudelijke, communicatieve en sociale aspecten. Afstemming van werk. Bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Bijdragen aan een goed pedagogisch en vakinhoudelijk en didactisch klimaat op de school. Contacten onderhouden met de ouders / verzorgers. Afstemmen van eigen professioneel handelen en dat van anderen buiten de school. 6. Competenties voor kennisontwikkeling en professionele groei en een brede onderwijskundige kennisbasis Gebaseerd op SBL-competentie 7, aangevuld tot academisch niveau. E E E E Reflecteren, ontwikkelen en professionaliseren, zelfsturing. Begrijpen, analyseren en waar nodig bijstellen van het werkconcept en de eigen professionele bekwaamheid op basis van ervaring, inzicht, actuele ontwikkelingen in praktijk en relevant onderzoek. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen kunnen vertalen naar de eigen schoolsituatie. Reflecteren op het proces binnen de school en de eigen rol daarin. 7. (Overige) academische competenties Gebaseerd op academische vaardigheden, voor zover niet verwerkt in bovengenoemde competenties. E E E Academische informatievaardigheden (informatie zoeken & selecteren, kritisch analyseren, synthetiseren). Onderzoeksvaardigheden. Communicatieve en argumentatieve vaardigheden (schrijven, mondeling presenteren, discussiëren en argumenteren). Crohonummer Pagina 121 van 166

123 VersimpeldeweergavekoppelingDublinDescriptoren,EindtermenPW,AOLBFcompetentiesencurriculumonderdelen DublinDescriptoren EindtermenPW(bachelor) AOLBFcompetenties Curriculumonderdeel Kenniseninzicht Vakinhoud 1. Interpersoonlijkeenpedagogische Bijvoorbeeld: Heeftaantoonbare Destudentheeftkennis competentiesvoorwerkenmet E Rekenen kenniseninzichtvan vaneninzichtin kinderen E Taal eenvakgebied,waarbij fundamentelebegrippen E Theoretischepedagogischekennis. E Onderwijssociologie wordtvoortgebouwd ophetniveaubereiktin hetvoortgezet onderwijsenditwordt entheorieënuitde pedagogieken ondersteunende wetenschapsgebieden. E Inzichtineigencommunicatiefen pedagogischcommunicatief handelentenaanzienvankinderen enindeeffectendaarvan. E Onderwijspsychologi e overtroffen; functioneertdoorgaans opeenniveauwaarop metondersteuningvan gespecialiseerde handboeken,enige E Kennisvaneninzichtindeinvloed vansociaal,cultureel,economisch enemotioneelkapitaalopde ontwikkelingenhetlerenvan kinderen. aspectenvoorkomen waarvoorkennisvande laatsteontwikkelingen 2. Vakinhoudelijkeenvakdidactische competentiesenhun wetenschappelijkeonderbouwing inhetvakgebiedvereist is. E Eigenkennis,vaardighedenen houdingentenaanzienvan schoolvakkenen vormingsgebieden E Idemmbtdebijbehorende vakdidactiekenhun wetenschappelijkeonderbouwing; E KennisvanontwikkelingsEen verwervingsprocessenbijkinderen enverschillentussenkinderen; E Kennisenvaardighedenvoor analyseengebruikvan lesmethoden,lesmaterialenen mediaenict; E Kennisenvaardighedenvoor diagnoseenremediëring. Toepassenkennis& inzicht Isinstaatomzijn/haar kenniseninzichtop dusdanigewijzetoete passen,datditeen professionele benaderingvan zijn/haarwerkof beroeplaatzien,en beschiktverderover competentiesvoorhet opstellenenverdiepen vanargumentatiesen voorhetoplossenvan problemenophet vakgebied. Vakinhoud Destudentheeftkennis vaneninzichtin fundamentelebegrippen entheorieënuitde pedagogieken ondersteunende wetenschapsgebiedenenis instaatvanuitdezekennis eninzichttereflecterenop pedagogischeen onderwijskundige praktijken. Methoden&statistiek Destudentheeftkennis vaneninzichtinhetbrede spectrumvangangbare techniekenenmethodenin hetsociaal wetenschappelijk onderzoekenkandeze toepassenopeenofenkele fasesvanonderzoek. 1. Interpersoonlijkeenpedagogische competentiesvoorwerkenmet kinderen E Detoepassingvantheoretische pedagogischekennisindepraktijk. 2. Vakinhoudelijkeenvakdidactische competentiesenhun wetenschappelijkeonderbouwing E Eigenkennis,vaardighedenen houdingentenaanzienvan schoolvakkenen vormingsgebieden E Idemmbtdebijbehorende vakdidactiekenhun wetenschappelijkeonderbouwing; E KennisvanontwikkelingsEen verwervingsprocessenbijkinderen enverschillentussenkinderen; E Kennisenvaardighedenvoor analyseengebruikvan lesmethoden,lesmaterialenen mediaenict; E Kennisenvaardighedenvoor Bijvoorbeeld: E Pedagogischetaken vanhetonderwijs E Leren&reflecteren E Methodologie E Stage Crohonummer Pagina 122 van 166

124 Oordeelsvorming Isinstaatomrelevante gegevensteverzamelen eninterpreteren (meestalophet vakgebied)methet doeleenoordeelte vormendatmede gebaseerdisophet afwegenvanrelevante sociaalmaatschappelijk e, wetenschappelijkeof ethische aspecten. Communicatie Isinstaatom informatie,ideeënen oplossingenoverte brengenoppubliek, bestaandeuit diagnoseenremediëring. 3. Didactischeenonderwijskundige competentiesvoorhetontwikkelen, uitvoeren,evaluerenenverbeterenvan hetonderwijsenhetbeoordelenvan leerresultaten E Openstaanvoorvernieuwingvan onderwijsenopschoolniveau kunneninitiëren; E Kennisvanleerproblemen, signalerenenwerkenaan oplossingvanleerproblemen; E Aansluitenbijdebeginsituatie; E Inhoudenenwerkvormenkiezen bijleerdoelen; E Toetsenenbeoordelen; E Evaluerenvanonderwijsen benuttenvanonderwijsevaluaties. 4. Organisatorischecompetentie E Klassenmanagement E Onderwijsplannenenorganiseren E Methodenenmaterialeninhet eigenonderwijsfunctioneel inzetten. Academischevaardigheden Destudentkanvanuiteen academischehouding gegevensvan wetenschappelijk onderzoekbinnenhet pedagogischdomein analyserenenderesultaten daarvanzowelschriftelijk alsmondelingrapporteren. Beroepsvaardigheden Destudentisinstaatom alseenindepraktijk werkzame pedagoog/onderwijskundig ewetenschappelijkekennis tebenutten Academischevaardigheden Destudentkanvanuiteen academischehouding gegevensvan wetenschappelijk onderzoekbinnenhet 5. Didactischeenonderwijskundige competentiesvoorhetontwikkelen, uitvoeren,evaluerenenverbeterenvan hetonderwijsenhetbeoordelenvan leerresultaten E Openstaanvoorvernieuwingvan onderwijsenopschoolniveau kunneninitiëren; E Kennisvanleerproblemen, signalerenenwerkenaan oplossingvanleerproblemen; E Aansluitenbijdebeginsituatie; E Inhoudenenwerkvormenkiezen bijleerdoelen; E Toetsenenbeoordelen; E Evaluerenvanonderwijsen benuttenvanonderwijsevaluaties. 7.Academischecompetenties E Academische informatievaardigheden (informatiezoeken&selecteren, kritischanalyseren,synthetiseren) E Onderzoeksvaardigheden E Communicatieveen argumentatievevaardigheden (schrijven,mondelingpresenteren endiscussiërenenargumenteren) 1. Interpersoonlijkeenpedagogische competentiesvoorwerkenmet kinderen E Basiscommunicatiemetkinderen enleidinggevenaankinderen Bijvoorbeeld: E Pedagogischetaken vanhetonderwijs E Leren&reflecteren Bijvoorbeeld: E Klassenmanagement E Onderwijskundeen referaat Crohonummer Pagina 123 van 166

125 specialistenofniet specialisten. Leervaardigheden Bezitde leervaardighedendie noodzakelijkzijnom eenvervolgstudiedie eenhoogniveauvan autonomie verondersteltaante gaan. pedagogischdomein analyserenenderesultaten daarvanzowelschriftelijk alsmondelingrapporteren. Academischevaardigheden Destudentkanvanuiteen academischehouding gegevensvan wetenschappelijk onderzoekbinnenhet pedagogischdomein analyserenenderesultaten daarvanzowelschriftelijk alsmondelingrapporteren. 5. Samenwerkingcompetenties E Samenwerkingmetcollega sen betrokkenenbuitenschool,met aandachtvoortaakinhoudelijke, communicatieveensociale aspecten; E Afstemmingvanwerk; E Bijdragenaanhetgoed functionerenvande schoolorganisatie E Bijdragenaaneengoed pedagogischenvakinhoudelijk& didactischklimaatopdeschool. E Contactenonderhoudenmetde ouders/verzorgers, E Afstemmenvaneigen professionelehandelenendatvan anderenbuitendeschool. 7.Academischecompetenties E Communicatieveen argumentatievevaardigheden (schrijven,mondelingpresenteren endiscussiërenenargumenteren) 6. Competentiesvoorkennisontwikkeling enprofessionelegroeieneenbrede onderwijskundigekennisbasis E Reflecteren,ontwikkelenen professionaliseren,zelfsturing. E Begrijpen,analyserenenwaar nodigbijstellenvanhet werkconceptendeeigen professionelebekwaamheidop basisvanervaring,inzicht,actuele ontwikkelingeninpraktijken relevantonderzoek. E Maatschappelijkeen onderwijskundigeontwikkelingen kunnenvertalennaardeeigen schoolsituatie; E Reflecterenophetprocesbinnen deschoolendeeigenroldaarin. Bijvoorbeeld: E SSLB E Stage Crohonummer Pagina 124 van 166

126 BIJLAGEN Standaard 2 BSA-regeling samengestelde OEC AOLB Voor de cohorten van de studiejaren en gold voor RUG en HBOinstellingen dat een reguliere student 40 van de 60 EC van het eerste jaar behaald moest hebben. Voor de AOLB gold dat de student: - voor het RUG-BSA 40/60 van de RUG-EC gehaald moest hebben, dat betekent dus 20 van de 30 RUG-EC, - voor het HBO-BSA 40/60 van de PABO-EC gehaald moest hebben, dat betekent dus 20 van de 30 HBO-EC. Voor het cohort geldt dat de studenten in het eerste jaar de taal-, reken en WO-toets gehaald moeten hebben. Voor het cohort geldt dat de studenten in het eerste jaar de WO-toets gehaald moeten hebben, de taal- en rekentoets behoorden toen tot de criteria voor toelating. Voor deze cohorten geldt dat zij de RUG-propedeuse (zie artikel 10b) en de Pabopropedeuse (zie artikel 10a) binnen 3 jaar gehaald moeten hebben. Voor het AOLB-cohort van het studiejaar gelden de volgende regels: - voor het RUG-BSA blijft, vanwege het feit dat de RUG de AOLB als deeltijdstudie beschouwt, gelden dat de student 20 van de 30 RUG-EC moet behalen, - voor het HBO-BSA moeten 45 van de 60 EC uit het eerste jaar zijn behaald. Binnen de 45 behaalde EC moeten alle EC in de praktijklijn (de stages) behaald zijn. In het eerste jaar moet de student ook de taal-, reken- en WO-toets gehaald hebben. Voor dit cohort geldt dat zij de RUG-propedeuse (zie artikel 10b) binnen 3 jaar en de Pabo-propedeuse (zie artikel 10a) binnen 2 jaar gehaald moeten hebben. De student moet beide BSA s halen om door te mogen studeren aan de AOLB. Als een student een van beide of beide BSA s niet haalt dan gelden de volgende regels: - De student haalt wel het Pabo-BSA maar niet het RUG-BSA: in overleg met de examencommissie van de eigen Pabo kan de student de opleiding voortzetten op de reguliere Pabo. De student mag zich de eerste twee jaar niet inschrijven bij de opleiding PW. - De student haalt wel het RUG-BSA, maar niet het Pabo-BSA: hoewel de student formeel niet voldoet aan het BSA voor de PW-opleiding (de student heeft immers maximaal 30 RUG-EC behaald in plaats van de vereiste 45 mag de student zich wel inschrijven voor de opleiding PW maar moet in het eerste jaar beginnen. De student mag zich de eerste twee jaar niet bij de eigen reguliere Pabo inschrijven. - De student haalt beide BSA s niet: de student mag zich de eerste twee jaar niet inschrijven bij de eigen reguliere Pabo of bij PW. Crohonummer Pagina 125 van 166

127 Programma-overzicht Curriculum 17F 18AOLB (ingevoerdin14/15) JAAR1 Periode 1.1a 15EC 1.1b 15EC Workshops 1.2a 15EC 1.2b 15EC TheorieFlijn Ped/didFlijn PraktijkFlijn: Stage/studiebegeleiding/vaardigheden OntwikkelingsFen onderwijspsychologie 1a 1 PABAFA108,3EC OntwikkelingsFen onderwijspsychologie1b PABAFA108,2EC Pedagogischetakenvan hetonderwijs,pabaf A109,5EC Taal1(gr4F8),PABAFH112,4EC Lerenlesgeven&reflecteren1, PABAFH113,3EC Schrijfvaardigheidop bord/papier/digibord, PABAFH104,1EC Rekenen1(gr4F8),PABAFH114,4EC Levensbeschouwing,PABAFH106,1EC DeelnameisvoorwaardeomstudiepuntentekrijgenvoorStage/SSLB Onderwijssociologie, PABAFA103,5EC InleidingOnderzoek, PABAFA110,5EC Inleiding Onderwijskunde, Lerenlesgeven&reflecteren2, PABAFH107,2EC Wereldoriëntatie1,PABAFH109,3EC Stageingroep5of6 Ca.10lossedagenstageen2x5 opeenvolgendedagdelen 5ECPABAFH101E 1 +2ECPABAFA111E 1 Stageingroep7of8 Ca.12lossedagenstageen2x5 opeenvolgendedagdelen 5ECPABAFH101F 2 +2ECPABAFA111F 2 Crohonummer Pagina 126 van 166

128 PABAFA112,5EC Kunstzinnigeoriëntatie1,PABAFH108, 2EC Godsdienst1,PABAFH111/Geestelijke stromingen1,pabafh110,1ec 60EC Totaal25EC(25ECAca) Totaal21EC(5ECHBO,16ECAca) Totaal14EC(10ECHBO,4ECAca) OnderstreepteECinPed/didElijnenPraktijkElijnhebbenacademischeoriëntatieentellenmeevoorbachelorPW 1 EC swordenverstrektnaperiode1.1b, 2 EC swordenverstrektnaperiode1.2b Crohonummer Pagina 127 van 166

129 (ingevoerdin15/16) JAAR2 Periode 2.1a 15,5EC 2.1b 15,5EC Worksho ps 2.2a 14EC 2.2b 15EC TheorieFlijn Ped/didFlijn PraktijkFlijn:Stage& studiebegeleiding OntwikkelingsFen onderwijspsychologie2a 1 (PWF prop),pabafa210,3ec Methodenentechniekenvan onderzoek1(pwfprop),pabaf A212 5EC OntwikkelingsFen onderwijspsychologie2b(pwf prop),pabafa210,2ec Statistischemodellen1(PWF prop),pabafa213,5ec Rekenen2(gr1F3),PABAFH210,2,5EC Spelenontwikkelingingroep1F2a 1, PABAFH203,1EC Bewegingsonderwijsjongekinderen a 1,PABAFH205,1EC Taal2(gr1F3),PABAFH211,3,5EC Spelenontwikkelingingroep1F2b, PABAFH203,1EC Bewegingsonderwijsjongekinderenb, PABAFH205,1EC DeelnameisvoorwaardeomstudiepuntentekrijgenvoorStage/SSLB Orthopedagogischediagnostiek eninterventieinhetonderwijs, PABAFA214,5EC GespreksF& interviewpracticum 2,PABAFA215, 2EC Testtheorie,PABAFA216,5EC GespreksF&interviewpracticum, PABAFA215,3EC Wereldoriëntatie2,PABAFH206,4EC Kunstzinnigeoriëntatie2,PABAFH207, 2EC Godsdienst2,PABAFH209/Geestelijke stromingen2,pabafh208,1ec Eindjaar2kunnenstudenten(diehunPaboEpropedeusehebbengehaald)voorheteerstmeedoenaande kennisbasistoetsen(pabaf2rek,0,5echbo,pabaf2taal,0,5echbo) Stageingroep1of2 Ca.10lossedagenstageen2x5 opeenvolgendedagdelen 4ECPABAFH201F 1 + 2ECPABAFA211F 1 Stageingroep3of4 Ca.12lossedagenstageen2x5 opeenvolgendedagdelen 3ECPABAFH201G 2 + 3ECPABAFA211G 2 Tot60EC Totaal30EC(30ECAca) Totaal18EC(6ECHBO,12ECAca) Totaal12EC(7ECHBO,5EC Aca) OnderstreepteECinPed/didElijnenPraktijkElijnhebbenacademischeoriëntatieentellenmeevoorbachelorPW 1 EC swordenverstrektnaperiode2.1b, 2 EC swordenverstrektnaperiode2.2b Crohonummer Pagina 128 van 166

130 (ingevoerdin16/17) JAAR3 Periode 3.1a 15EC 3.1b 15EC Worksho ps 3.2a 15EC 3.2b 15EC TheorieFlijn Ped/didFlijn PraktijkFlijn:Stage& studiebegeleiding Zorgvoorleren,PABAFA307A,B&C,3x5EC Gedragindeklas,PABAFA308A&B,2x5EC DeelnameisvoorwaardeomstudiepuntentekrijgenvoorStage/SSLB OntwikkelingsFen onderwijspsychologie3a 2, PABAFA309,3EC Methodenentechniekenvan onderzoek2,a310 2,2EC OntwikkelingsFen onderwijspsychologie3b, PABAFA305,2EC Methodenentechniekenvan onderzoek2,pabafa310,3ec CapitaSelecta(JK&OK),PABAFH312, 3EC Godsdienst3,PABAFH308/Geestelijke stromingen3,pabafh309,1ec Meertaligheid(TT/NT2/Engels),PABAF H310,3EC Kunstzinnigeoriëntatie3 Muziek,PABAFH306A Beeldend,PABAFH306B,3EC Wereldoriëntatie3:Science(natuur& techniek),pabafh307,3ec Stageingroepnaarkeuzewaar studentnognietisgeweest Ca.10lossedagenstageen 1x10opeenvolgendedagdelen 5ECPABAFA311G 1 Stageindebouwvandeeigen specialisatie Ca.12lossedagenstageen 1x10opeenvolgendedagdelen 4ECPABAFH301E 2 + 3ECPABAFA311H 2 60EC Totaal35EC(35ECAca) Totaal13EC(4ECHBO,9ECAca) Totaal12EC(4ECHBO,8EC Aca) OnderstreepteECinPed/didElijnenPraktijkElijnhebbenacademischeoriëntatieentellenmeevoorbachelorPW 1 EC swordenverstrektnaperiode3.1b, 2 EC swordenverstrektnaperiode3.2b Crohonummer Pagina 129 van 166

131 (ingevoerdin17/18) JAAR4 Periode 4.1a 15EC 4.1b 15EC 4.2a 15EC 4.2b 15EC TheorieFlijn Ped/didFlijn PraktijkFlijn Stage&stageFen studiebegeleiding LIOEstage 24ECPABAFH401A 1 +6EC PABAFA411A 1 Statistischemodellen2,PABA2058,5EC (aanschuif) Effectiviteitvanonderwijs,PABA3304,5EC (aanschuif) Bachelorwerkstuka 2,PABAFA410,5EC(aanschuif) Onderwijs,organisatiesenonderwijsverandering, PABAFA402,5EC Onderwijsontwerpen,PABAFA403,5EC Bachelorwerkstukb,PABAFA410,5EC(aanschuif) 3 60EC Totaal30EC(30ECAca) Totaal30EC(24ECHBO,6EC Aca) OnderstreepteECinPed/didElijnenPraktijkElijnhebbenacademischeoriëntatieentellenmeevoorbachelorPW 1 EC swordenverstrektnaperiode4.1b, 2 EC swordenverstrektnaperiode4.2b 3 Studentenvanhetcohort2014E2015ofeerdermoetenookdestempelkaartvoordeactualiteitencollegesnog inleveren BIJLAGEN Standaard 3 Toetsing in de AOLB Versie 24 september 2012 Voor wat betreft het toetsen van vorderingen en het vaststellen van het niveau van studenten hebben alle instellingen die met elkaar de AOLB vormen beleid en regelgeving ontwikkeld. Voor de docenten en de studenten kan dit tot verschillende praktijken leiden al naar gelang wie hun werkgever is of waar zij ingeschreven staan. Om voor alle AOLBdocenten en -studenten dezelfde regels te laten gelden hebben de examencommissies van de 4 instellingen afspraken vastgelegd in het document Aanvullende afspraken Onderwijs- en Examenreglement ten behoeve van de Academische opleiding leraar basisonderwijs. Het gaat dan bijvoorbeeld om de aanwezigheidsplicht, het aantal herkansingen en vaststelling en bekendmaking van tentamenuitslagen. Naast deze Crohonummer Pagina 130 van 166

132 afspraken bevat onderliggend document de richtlijnen voor kwaliteitszorg van de toetsing zoals die gelden voor de AOLB. Ook voor deze richtlijnen geldt dat zij samengesteld zijn uit de richtlijnen van de examencommissies van de 4 instellingen om zodoende ongelijkheid te voorkomen, transparantie, betrouwbaarheid, validiteit en een constant niveau te waarborgen. Binnen de AOLB worden 180 van de 240 EC op WO-bachelorniveau afgesloten en 60 EC op HBO-bachelorniveau. Van de 180 WO-EC worden er 120 EC behaald via vakken uit de WO-bachelor Pedagogische Wetenschappen, 60 EC wordt behaald via verzwaarde vakken uit de PABO-opleiding. Voor gevallen waarin deze richtlijnen niet voorzien, geldt de regelgeving van de eigen instelling. Onderliggende documenten: - Nota Toetsbeleid GMW, versie januari Notitie Toetsbeleid van de Pedagogische Academie Hanzehogeschool Groningen, per september 2011, versie 1.2, datum 28 juni Onderwijs- en Examenreglementen van RUG, Hanze en Stenden - Aanvullende afspraken Onderwijs- en Examenreglement ten behoeve van de Academische opleiding leraar basisonderwijs - Regels & Richtlijnen van de examencommissies - Docentengids Pedagogische Wetenschappen & Onderwijskunde, 17 maart 2011 Niet aan de orde komt de vakevaluatie die tegelijk met de toetsing wordt uitgevoerd en de bespreking daarvan in de verschillende gremia. 1 Algemeen 1.1 Uit de examencommissies van de 4 instellingen (1 vertegenwoordiger per examencommissie) is een samengestelde examencommissie gevormd. Deze samengestelde examencommissie heeft geen formele bevoegdheden. Zij sorteert beslissingen van de formele examencommissies voor en brengt casuïstiek in kaart. Formeel zien de examencommissies van de instellingen van inschrijving (Hanzehogeschool Groningen, Stenden Hogeschool en Rijksuniversiteit Groningen) erop toe dat de vastgestelde procedures uit de OER-en worden nageleefd. Elke instelling heeft zijn eigen OER aangevuld met de Aanvullende afspraken Onderwijs- en Examenreglement ten behoeve van de Academische opleiding leraar basisonderwijs. Deze documenten zijn te vinden op Nestor. 1.2 De docent bepaalt welke toetsvorm(en) er voor het vak gehanteerd wordt/worden, passend bij de vakinhoud. In de studiegids staat vermeld welke toetsvorm(en) gehanteerd wordt/worden. Bij aanvang van het vak worden de criteria aan de studenten Crohonummer Pagina 131 van 166

133 bekend gemaakt en in geval van meerdere toetsvormen de weging van elk van de toetsvormen om tot een eindcijfer te komen. Er zijn twee toetsmogelijkheden per vak per jaar, studenten hebben dus recht op 1 herkansing per vak per jaar. Herkansingen worden gepland aan het eind van blok 2 (vakken van blok 1 en 2) en aan het eind van blok 4 (vakken van blok 3 en 4). Er is een hardheidsclausule voor gevallen van overmacht. 1.3 Er zijn geen bepalingen aangaande participatie; het is de eigen verantwoordelijkheid van de student. 1.4 Studenten zijn verplicht zich voor de toetsen in te schrijven in Progress (RUG). Als ze daarvoor te laat zijn kan dit ook nog bij de onderwijsbalie van de RUG (A3O). Studenten die zich niet hebben ingeschreven kunnen op eigen risico meedoen en moeten zich achteraf melden bij de examencommissie als zij toch willen dat hun resultaat geldig is. 1.5 Studenten die gebruik willen maken van een extra voorziening moeten hiervoor van de eigen examencommissie toestemming hebben en ze moeten dat minstens 10 werkdagen voor een tentamen via het daarvoor bestemde formulier (zie Nestor) aan het tentamenbureau kenbaar gemaakt hebben. 1.6 Studenten zijn verplicht een geldig legitimatiebewijs te tonen voor afname van de toets. 2 Ontwikkeling van toetsen en kwaliteitsbewaking 2.1 De verantwoordelijk docent van een vak (in geval van meerdere docenten is één docent de verantwoordelijk docent) is tevens examinator. Jaarlijks worden docenten als examinator benoemd door de examencommissie van de eigen instelling. De examencommissies van de andere instellingen tekenen voor akkoord. 2.2 De docent ontwikkelt de toets(en) waarmee het vak wordt afgesloten, de sleutel of de beoordelingscriteria en de weging (bij gebruik van meerdere toetsen) en laat deze door een andere docent (zie hieronder) accorderen. Daartoe tekenen beiden het aanbiedingsformulier. De toets, de sleutel/beoordelingscriteria, de weging en het formulier worden minstens drie weken voor het tentamen ingeleverd bij het secretariaat van de eigen examencommissie (in een afgesloten postvak) en bij de samengestelde examencommissie (opsturen naar RUG, Pedok, Grote Rozenstraat 38, 9712 TJ Groningen, t.a.v. Marja Kroeze) Een andere docent is een inhoudsdeskundige van een van de betrokken instellingen, bij voorkeur iemand die niet van de eigen instelling van de docent is. De AOLB-coördinatie maakt het uitwisselingsrooster aan het begin van het collegejaar bekend. Crohonummer Pagina 132 van 166

134 Voor RUG-docenten geldt dat zij zoveel mogelijk gebruik maken van dezelfde toetsen en criteria als zij gebruiken voor de reguliere bacheloropleiding. PABO-docenten die een verzwaard PABO-vak geven dienen duidelijk te maken waarin die verzwaring tot uitdrukking komt (bv. extra literatuur, complexere vragen, criteria op een hoger niveau, meer leerstof in een hoger tempo). 2.3 Na afloop van de toets geeft de docent ten behoeve van controle door de toetscommissie de volgende gegevens door aan de eigen toetscommissie (en voor de PABO-vakken die academische EC leveren ook aan de RUG-toetscommissie (opsturen naar RUG, Pedok, Grote Rozenstraat 38, 9712 TJ Groningen, t.a.v. Marja Kroeze) - Slaag/zak percentages en, indien van toepassing, analyse van multiple choice vragen - Spreiding van de eindcijfers (bv. 2,7 9,2) - Beknopte toelichting over de beslissingen van de docent (bv. schrappen van items/vragen, herformulering van antwoordalternatieven, bijstellen van de normering). 3 Planning en uitvoering van de (schriftelijke) toetsen 3.1 Alle organisatie van de toetsen is in handen van het tentamenbureau van de Hanzehogeschool. 3.2 De roosteraar van de RUG (Edwin Kiers) plant de dag/tijd van de toetsen en geeft die door aan het Hanze-tentamenbureau. 3.3 De toetsen vinden plaats op het Zernike gebouw. Een actueel toetsschema is op te vragen via Nestor > Algemene Informatie AOLB > Informatie Algemeen > Roosters > Tentamenrooster AOLB 20xx-20xx. Er is soms sprake van meerdere lokalen; studenten worden dan ingedeeld naar eerste letter van de achternaam 3.4 Het tentamenbureau regelt voldoende surveillance, de docent hoeft niet aanwezig te zijn. Wil de docent wel aanwezig zijn dan meldt hij/zij zich bij de hoofdsurveillant. De hoofdsurveillant blijft verantwoordelijk voor de afname van de toets. 3.5 De docent levert een origineel van de toets aan bij het tentamenbureau van de Hanzehogeschool. De toets (.doc,.docx of.pdf) moet uiterlijk tien werkdagen van te voren binnen zijn bij tentamenbureau.hg@org.hanze.nl, inclusief een algemeen voorblad. Het voorblad maakt deel uit van de toets (één document). De toetsen worden in zwart/wit en tweezijdig vermenigvuldigd. De docent vermeldt ook een retouradres waar het gemaakte werk naar toe moet. 3.6 Als de docent gebruik wil maken van het inlezen van een multiple choice tentamen door het UOCG dan moet op het voorblad vermeld worden dat er gebruik gemaakt moet worden van RUG-scoreformulieren (die zijn bij het tentamenbureau aanwezig). De docent Crohonummer Pagina 133 van 166

135 stuurt dan - naast de digitale versie van de toets met daarop voor elke vraag het aantal antwoordalternatieven ook een ingevuld scoreformulier (te verkrijgen bij het secretariaat van onderwijskunde, Sonja Abels) en een papieren versie van de toets per post op naar het tentamenbureau (Hanzehogeschool Groningen, Tentamenbureau Kamer B2.32, Zernikeplein 7, 9747 AS Groningen). Het tentamenbureau stuurt dat samen met de ingevulde toetsen op naar het UOCG. De docent krijgt de resultaten rechtstreeks van het UOCG, mits op de papieren versie ook duidelijk een retouradres is vermeld. 3.7 Voor tentamens die niet tijdig naar het tentamenbureau zijn gestuurd, geldt dat deze in de juiste aantallen bij het tentamenbureau ingeleverd mogen worden. Uiterlijk 2 werkdagen voorafgaand aan het tentamen. Hierbij geldt voor interne locaties; het volledig aangegeven aantal + 10 stuks extra, voor externe locaties; het volledig aangegeven aantal + 20 stuks extra. 3.8 Het gemaakte werk wordt direct na afname van de toets per post verzonden naar het aangegeven retouradres. Een presentielijst is in de envelop bijgevoegd. Als een docent bij de toets aanwezig is kan hij/zij het gemaakte werk ook meenemen; dit moet afgestemd worden met de hoofdsurveillant die dat met het tentamenbureau afstemt. 3.9 De vakdocent ontvangt een kleine week voor de toets van A3O via de mail een intekenlijst van studenten, hier kunnen (later) de cijfers op ingevuld worden. Studenten kunnen zich tot een dag van te voren aan de balie na-aanmelden, A3O stuurt dan een nieuwe, bijgewerkte lijst Op de intekenlijst vermeldt de docent de eindcijfers 3 (geen eigen formats, geen onderliggende berekeningen of voorbehouden, maar alleen het eindcijfer zoals dat in Progress moet worden opgenomen); de intekenlijst is nu een resultatenlijst geworden. Cijfers die kunnen worden verwerkt zijn: cijfers met maximaal één decimaal, V en O voor voldoende/onvoldoende, VR voor vrijstelling. Nemen studenten aan een herkansing deel, dan is het hoogste resultaat geldig Een digitale versie van de resultatenlijst moet naar owbalie.gmw@rug.nl worden gestuurd, een uitgeprinte en ondertekende lijst per post naar: Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen t.a.v. Onderwijsbalie GMW Grote Kruisstraat 2/ TS Groningen. De digitale versie wordt gebruikt om in te lezen in Progress. De papieren versie is nodig omdat er voor dossiervorming van ieder cijfer een handtekening van een docent nodig is. De resultatenlijst alleen gebruiken voor het vermelden van resultaten van schriftelijke toetsen. 3 Hieroverwordtnogoverlegd,mogelijkwordenindetoekomstookdeelcijfersinProgressopgenomen. Crohonummer Pagina 134 van 166

136 3.12 Resultaten van toetsen moeten binnen tien 4 werkdagen gepubliceerd zijn. Als na zeven werkdagen er nog geen resultaten binnen zijn krijgt de verantwoordelijke docent een herinnering van A3O. Als na tien werkdagen nog geen resultaten binnen zijn krijgt de verantwoordelijk docent een herinnering van de programmacoördinator. Publicatie van de cijfers vindt plaats via Progress A3O verwerkt alle resultaten in Progress van de RUG. De examencommissies van RUG, Hanzehogeschool, Stenden, de studie-adviseur van de RUG, de AOLB-coördinatie en de SSLB-ers hebben inzagerecht in de resultaten van alle studenten. Gegevens worden online, digitaal uitgewisseld. 4 Planning en uitvoering van andere toetsvormen 4.1 Regels mbt ontwikkeling van toetsen en kwaliteitsbewaking (zie onderdeel 2) zijn eveneens van toepassing op andere toetsvormen dan het tentamen. 4.2 Andere toetsvormen betreffen bijvoorbeeld het portfolio (voor het afsluiten van de stage), een verslag van een onderzoek, een (bachelor)werkstuk of een lessenserie. Voorwaarde is dat de toetsvorm wordt gebruikt voor het bepalen van het eindcijfer van een studieonderdeel. 4.3 Voor het inleveren van een dergelijke toetsvorm is een centrale deadline vastgesteld: de vrijdag in de laatste onderwijsweek van een blok om 12:00 s middags. De locatie waar het werk moet worden ingeleverd wordt vastgesteld door de docent en zal in de regel op de eigen instelling van de docent zijn, behalve voor docenten van de NHL. 4.4 De docent kijkt het werk na en is verantwoordelijk voor de beoordeling. Alleen voor het bachelorwerkstuk is er standaard een tweede beoordelaar betrokken. 4.5 Voor andere toetsvormen geldt een nakijktermijn van 15 werkdagen. Bij mondelinge toetsen wordt het resultaat direct na het afnemen van de toets meegedeeld. 4.6 De beoordeling van de stage is gebaseerd op het portfolio van de student en een bezoek aan de stageschool door een onafhankelijke beoordelaar aan het eind van blok 2 voor wat betreft de eerste stageperiode en aan het eind van blok 4 voor wat betreft de tweede stageperiode. Deze beoordelaar bekijkt minimaal een les 5 van de student en betrekt de scores van de mentor bij de beoordeling. Bij de beoordeling maakt de beoordelaar en de mentor gebruik van de gedragscriteria (geconcretiseerde SBLcompetenties). Deze beoordelingslijst is opgenomen in de SSLB-handleiding die aan het begin van de stageperiode is besproken met de student en overhandigd is aan de mentor. 4 Alseentoetsgecombineerdwordtmeteenopdrachtwaarvoordetermijn15werkdagenis,isdetermijnvoorhetpublicerenvanhet eindcijferook15werkdagen.daarwaardestudentenindezelfdeperiodeeenherkansinghebbendientdedocenthiermeerekeningte houden. 5 Eenlesiseenaaneengeslotentijdwaarindestudenteeninstructiegeeftendeleerlingendestofverwerkenineenvandebasisvakken (rekenen,talofwereldoriëntatie). Crohonummer Pagina 135 van 166

137 Ook de SSLB-er die in blok 1 en 3 de student op de stageschool komt bezoeken maakt daarbij gebruik van deze lijst, dit bezoek is bedoeld voor formatieve feedback en kent geen summatief karakter. 5 Inzage en beroep 5.1 Studenten hebben recht om het beoordeelde werk in te zien tot 6 weken na de uitslag. Voor de inzage wordt in de verroostering al per vak een moment ingepland vlak na het verstrijken van de nakijktermijn. Het cijfer in Progress is na 30 dagen definitief. 5.2 De tentamens van de pabo-vakken worden 12 weken bewaard, die van de RUG vijf jaar. De studenten moeten van elk ingeleverd werk een kopie bewaren. 5.3 Wanneer een student het niet eens is met de examinator, overlegt hij dit eerst met de examinator zelf. Komt hij er niet uit, dan wendt hij zich tot de studieadviseur en overlegt hij eventuele bezwaren. De student kan via de studieadviseur tegen een beslissing van de examinator binnen vier weken na deze beslissing bezwaar maken bij de examencommissie van de instelling waar de student staat ingeschreven. Als de student het niet eens is met het besluit van de examencommissie kan hij zich wenden tot het College van Beroep. 6 Vrijstelling 6.1 De examencommissie waar de student staat ingeschreven kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid. Crohonummer Pagina 136 van 166

138 AanvullendeafsprakenOnderwijsFenExamenreglementt.b.v.AcademischeOpleidingLeraar Basisonderwijs2017F2018 Vastgesteld in AOLB-stuurgroep van 24 april 2014 Het betreft hier afspraken die de Examencommissies van Rijksuniversiteit Groningen, NHL Hogeschool, Hanzehogeschool Groningen en Stenden hogeschool hebben gemaakt met als doel voor alle AOLB-studenten dezelfde regels te laten gelden. Voor onderwerpen die niet genoemd staan in deze afspraken, wordt verwezen naar het Onderwijs- en Examenreglement (OER) van de instelling van inschrijving. Waar in onderstaande afspraken gesproken wordt over de Examencommissie, dan wordt bedoeld de Examencommissie van de instelling die verantwoordelijk is voor het betreffende studieonderdeel. De betreffende Examencommissie brengt het verzoek zo nodig in ter bespreking in de Samengestelde Examencommissie en/of stelt de andere betrokken Examencommissies op de hoogte van haar besluit. De volgende afspraken gelden voor alle studenten AOLB: 1. Participatie, aanwezigheidsplicht en voorbereid aanwezig zijn Er zijn geen bepalingen aangaande participatie. 2. Aantal herkansingen/toetsgelegenheden Er zijn voor elk studieonderdeel twee toetsgelegenheden per studiejaar. In gevallen van overmacht kan de student een verzoek indienen bij de Examencommissie. 3. Legitimatie tijdens een tentamen De examinandus is verplicht op verzoek van of vanwege de Examencommissie, de examinator en/of surveillant te legitimeren door middel van zijn collegekaart of een wettelijk geldig identiteitsbewijs. 4. Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag a) De examinator(en) stel(en)t terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reik(en)t de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. b) De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, waarna het bekend gemaakt wordt aan de student. c) Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen, bijvoorbeeld een paper of werkstuk, ontvangt de student binnen 15 dagen de uitslag. 5. Inzage in toetsen De student heeft recht op inzage tot 6 weken na de uitslag. 30 dagen na de uitslag is deze definitief. Crohonummer Pagina 137 van 166

139 6. Bewaartermijnen De tentamens van de pabo-studieonderdelen worden 12 weken bewaard, die van de RUG vijf jaar. De studenten moeten van elk ingeleverd werk een kopie bewaren. 7. Bezwarenprocedures en termijnen Wanneer een student het niet eens is met de examinator, overlegt hij dit eerst met de examinator zelf. Komt hij er niet uit, dan wendt hij zich tot de studieadviseur en overlegt hij eventuele bezwaren. De student kan via de studieadviseur tegen een beslissing van de examinator binnen vier weken na deze beslissing (= dag dat de uitslag bekend is gemaakt) bezwaar maken bij de Examencommissie. Als de student het niet eens is met het besluit van de Examencommissie kan hij zich wenden tot het College van Beroep voor de examens. 8. Vrijstelling De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen voor een studieonderdeel, indien de student een qua inhoud en niveau gelijkwaardig studieonderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid. 9. Dubbel Bindend Studieadvies Omdat de AOLB toe leidt naar 2 bachelordiploma s kent de opleiding een dubbele BSA (Bindend Studieadvies): een BSA vanuit de RUG en een BSA vanuit de HBO-instelling van inschrijving (Stenden of Hanze). Voor het AOLB-cohort van het studiejaar gelden de volgende regels: E E voor het RUG-BSA blijft, vanwege het feit dat de RUG de AOLB als deeltijdstudie beschouwt, gelden dat de student in het eerste jaar 20 van de 30 RUG-EC 6 moet behalen, voor het HBO-BSA moeten 45 van de 60 EC uit het eerste jaar zijn behaald. Binnen de 45 behaalde EC moeten alle EC in de praktijklijn (de stages) behaald zijn. In het eerste jaar moet de student ook de entreetoetsen taal, rekenen en wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur) gehaald hebben. Voor het AOLB-cohort van het studiejaar , , en gelden de volgende regels: E E voor het RUG-BSA blijft, vanwege het feit dat de RUG de AOLB als deeltijdstudie beschouwt, gelden dat de student 20 van de 30 RUG-EC1 moet behalen, voor het HBO-BSA moeten 48 van de 60 EC uit het eerste jaar zijn behaald. Binnen de 48 behaalde EC moeten alle EC in de praktijklijn (de stages) behaald zijn. In het eerste jaar moet de student ook de entreetoetsen taal, rekenen en wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur) gehaald hebben. 6 HetbetrefthierdusalleendeECvandestudieonderdelendiegegevenwordendoorRUGEdocenten,nietde verzwaardepaboestudieonderdelen. Crohonummer Pagina 138 van 166

140 Voor alle cohorten geldt dat zij de RUG-propedeuse (zie artikel 10b) binnen 3 jaar en de Pabo-propedeuse (zie artikel 10a) binnen 2 jaar gehaald moeten hebben. De student moet beide BSA s halen om door te mogen studeren aan de AOLB. Als een student een van beide of beide BSA s niet haalt dan gelden de volgende regels: E E E De student haalt wel het Pabo-BSA maar niet het RUG-BSA: in overleg met de examencommissie van de eigen Pabo kan de student de opleiding voortzetten op de reguliere Pabo. De student mag zich de eerste twee jaar niet inschrijven bij de opleiding PW. De student haalt wel het RUG-BSA, maar niet het Pabo-BSA: hoewel de student formeel niet voldoet aan het BSA voor de PW-opleiding (de student heeft immers maximaal 30 RUG-EC behaald in plaats van de vereiste xx (in ) mag de student zich wel inschrijven voor de opleiding PW maar moet in het eerste jaar beginnen. De student mag zich de eerste twee jaar niet bij de eigen reguliere Pabo inschrijven. De student haalt beide BSA s niet: de student mag zich de eerste twee jaar niet inschrijven bij de eigen reguliere Pabo of bij PW. 10. Propedeuse Omdat de AOLB toe leidt naar 2 bachelordiploma s kent de opleiding ook 2 propedeuses: een propedeuse voor Pedagogische Wetenschappen (PW) van de RUG en een Pabopropedeuse van Stenden of Hanze. 10a. Propedeuse Pabo Vanaf het cohort van het studiejaar geldt dat zij de 60 EC gehaald moeten hebben uit het 1e jaar (dwz alle EC van de Pabo-studieonderdelen en de RUGstudieonderdelen uit het 1e jaar) evenals de entreetoets rekenen. De studenten mogen maximaal 2 jaar doen over het behalen van de Pabo-propedeuse. 10b. Propedeuse RUG-PW Om in aanmerking te komen voor de PW-propedeuse van de RUG moet de student 60 academische EC behaald hebben. De student kan op z n vroegst na 1,5 jaar de PWpropedeuse halen en heeft maximaal 3 jaar de tijd om de PW-propedeuse te halen. In de cohorten , kan de student in het 1e jaar 47 academische EC halen uit de RUG-studieonderdelen en de verzwaarde Pabo-studieonderdelen. In het 2e jaar moeten dan nog 13 academische EC behaald worden uit de volgende studieonderdelen: E Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 2 6 EC E Inleiding Orthopedagogiek 3 EC E M&T: gespreks- en interviewpracticum 4 EC Vanaf cohort kan de student in het 1e jaar 45 academische EC halen uit de Crohonummer Pagina 139 van 166

141 RUG-studieonderdelen en de verzwaarde Pabo-studieonderdelen. In het 2e jaar moeten dan nog 15 academische EC behaald worden uit de volgende studieonderdelen: E Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 2 5 EC E Methoden en technieken van Onderzoek 1 5 EC E Statistische modellen 1 5 EC Crohonummer Pagina 140 van 166

142 Speciaal traject International Teacher Education for Primairy Schools The International Teacher Education for Primary Schools (ITEps) is a four-year Bachelor of Education degree program offered jointly by Stenden University of Applied Sciences and HSN University College of Southeast Norway. This program trains pre-service teachers to work in international schools. The core values of ITEps - which are integrated into the programme s competencies, objectives, content, assessments, evaluation and reflection - are international mindedness, democratic values, active & global citizenship and intercultural understanding. The ITEps programme integrates theory, practice and research. The underlining design principle is 'less is more': student-teachers study several subjects in depth and then apply and adapt their teaching skills and knowledge in other subject areas. ITEps student-teachers learn in international contexts that include on campus contact with international students and lectures in both the Netherlands and abroad, and in primary schools contact with international teachers, children and communities. A variety of primary school curriculums (the Dutch and British, and international IPC and IB-PYP curricula) and inclusive education are included. Each year, ITEps student-teachers have teaching experiences in Dutch, bilingual and International Schools in the Netherlands and abroad. Research is integrated throughout the ITEps programme and the four-year degree concludes with a research project and thesis completed at an international primary school. ITEps student-teachers learn to learn and are empowered to engage in continual professional development throughout their careers. Entry criteria From the academic year on the Speciaal traject International Teacher Education for primary schools is no longer offered for new students. The further information only applies to students that already started this study. Overview contact hours Year 2 and Year 3 Bachelor fulltime programme Course: ITEps Year: 2015*2016 Contacthours(inminutes) 620x45minutes Numberofclockhoursperyear 465,0 Numberofteachingweeksperyeear 40 Crohonummer Pagina 141 van 166

143 HoursofeffectiveteachingYear2fulltimeBachelorcourse Periode1 Periode2 Periode3 Periode4 Lecture PBL Tutorial Excursions 0 Coachinginpractice 1 1* Coachingforstudy Assessments Total 217,0 217,0 120,0 66,0 620,0 Numberofdaysofteachingpractice(ifapplicable) 0,0 0,0 10,0 30,0 Numberofteachingweeksperperiod: 10,0 10,0 10,0 10,0 *In year 2 and year 3 the students go for their teaching practice in one of these years to a Dutch or bi-lingual school (with a Dutch curriculum) and in the other year to an international school. When in visiting distance a staff member will visit the school, if not the coaching in practice takes place via Skype and the use of digital materials. Definition of contact hours: A contact hour is an hour when the teacher is physically present to support students learning. A teacher is a person who hired by the university to manage students learning (including student-assistants and tutors). Contact hours include lectures, tutorials, coaching for teaching experience and study support, and assessments. Self-study and teaching experience in schools is not included within the specified contact hours, even though the student is using time to develop programme competencies. Contact hours are regarded as part of the total learning time. Nuffic provide information about how international diplomas are compared to Dutch diplomas, see Intended learning outcomes Standard 1: The intended learning outcomes of the program have been made concrete with regard to content, level and orientation; they meet international requirements. Explanation: As for level and orientation (bachelor s or master s; professional or academic), the intended learning outcomes fit into the Dutch qualifications framework. In addition, they tie in with the international perspective of the requirements currently set by the professional field and the discipline with regard to the contents of the program. Crohonummer Pagina 142 van 166

144 During the ITEPS program, in addition to intercultural competence, the student is to obtain competencies (in accordance with the SBL competencies and the Stenden 'OLB' competencies) 1. Intercultural competency: The teacher possesses a critical awareness of the dimensions of his/her own cultural identity. He/She also knows and understands central international and global issues, political processes, and mechanisms of inclusion and exclusion in local, national and global perspectives (including androcentrism, nationalism, eurocentrism etc.). He/she is able to communicate with others, listen and enter into a dialogue. The inter-culturally competent teacher is globally and internationally minded. Therfore he/she is aware of different representations of diversity, and of cultural and minority issues (including home/family issues, gender, ethnicity, language, sexuality, disability and social class) in education. He/she is able to employ a range of teaching approaches, methods and materials in response to diversity. The interculturally competent teacher initiates and sustains positive communication with pupils, parents and colleagues from different national, cultural and religious backgrounds. 2. Interpersonal competency: an interpersonally competent teacher displays good leadership. He/she is able to communicate accurately. The teacher is aware of social and group processes, and aspect of teacher/child and child/child relations. He/she creates a friendly, cooperative and empowering atmosphere for students of different national, cultural and religious backgrounds. He/She is able to create a classroom situation marked by participation, inclusion, and mutual tolerance and understanding of each other s values and norms. 3. Pedagogical competency, methodology and evaluation: A pedagogically competent teacher offers the students a safe, participatory, inclusive and sustainable learning environment where they find their basis and a structure for social, emotional and moral development. He/she is able to facilitate a learning environment that meets the needs of students learning (in) English as an additional language, at different levels of fluency, and understands the importance of developing mother-tongue literacy. He/She is able to critically evaluate diversity within teaching materials, e.g. textbooks, videos and media. 4. Subject knowledge and didactics: Methodological competency: A methodologically competent teacher with thorough knowledge of the subject matter helps his/her students to acquire the necessary cultural knowledge, which every citizen needs in order to function as a (full) valid member of our society. Motivating and stimulating all students to engage in learning individually and in co-operation with others. 5. Organisational competency: An organisationally competent teacher makes sure that his/her students can work in an orderly and task-oriented environment. Is able to manage the classroom in an effective way. 6. Collaborating competency: A teacher who is competent in collaborating with his/her colleagues contributes towards a sound and pedagogical learning climate in the school. Crohonummer Pagina 143 van 166

145 7. Communicating competency: A teacher who is competent in cooperating with people in his/her working environment ensures good communication that involves parents as well as institutions, by making effective use of the school s professional network. 8. Reflection and development competency: A competent teacher is a reflective teacher who continuously and systematically develops new ways of improving the other competencies. The competencies 2-8 are based on the SBL competencies formulated by the Dutch organisation for the Professional Quality of Teachers and on the Stenden OLB competencies. In the further development of ITEPS knowledge about the IB and IPC curriculum and those national curricula which are broadly used also outside the specific country will be integrated in the competencies. From: Application ITEPS, august 29, 2013 See Annex 1: Competency Guide ITEPS Teaching-learning environment Standard 2: The curriculum, staff and program-specific services and facilities enable incoming students to achieve the intended learning outcomes. Explanation: The contents and structure of the curriculum enable the students admitted to achieve the intended learning outcomes. The quality of the staff and of the programspecific services and facilities are essential to that end. Curriculum, staff, services and facilities constitute a coherent teaching-learning environment for the students. Programme The the Universities participating in ITEps jointly developed a programme based on the objectives above. The students enrol officially in one of the institutions. Further, through the four-year program, students take compulsory subjects at the institution where they initially enrolled in the ITEPS program, travel to partner institutions for optional subjects (electives) and Dutch, bilingual and international primary schools for teaching practice according to the principles described in the scheme below. This organisational principle will secure from the students perspective a coherence in the program. The students learning will be generally supervised and followed by the university where the student is enrolled. The common staff development program will also support and secure the development of the whole program and the professional development of the student. Crohonummer Pagina 144 van 166

146 Year1 Compulsorysubjects:English,Educationalstudies,Democratic Citizenship,TeachingPratice,Coaching,DutchBasicKnowledge Year2 Optionalcourse: Atapartnerinstitutionor Stenden AtStenden:Compulsory subjects:educational studies,researchand Teachingexperience. Year3 Year4 Optionalcourse: Atapartnerinstitutionor Stenden DutchKnowledgebase Compulsorysubjects: Educationalstudies, Research,Teaching experience. Educationalstudies, Teachingexperience, Research&Thesis. All students must select math as one of their optional subjects. In Year 2, Year 3 and Year 4 two optional subjects are completed at Stenden University of Applied Sciences and one is completed at a partnership university. Standards and educational programs for primary school teachers vary in different national systems. As a Teacher Education program intended to suit international education across borders, ITEps lays the accent on depth rather than on width in the study of teaching subjects. The compulsory subjects Educational Studies, Democratic Citizenship, English as an International language, Research and Teaching Practice prepare students for the professional competencies necessary for teaching in international settings with intercultural competence. The study progression helps students meet the learning outcomes and aims of the entire program. While all subjects are taught jointly, the main responsibility of Educational Studies is with the institution where the student group initially enrols. Thus, the compulsory subjects function as an educational continuum throughout the program and secures that the intended goals of the program are met. From: Application ITEps, august 29, 2013 See Annex 2 Program overview Assessment and achieved learning outcomes Crohonummer Pagina 145 van 166

147 Standard 3: The program has an adequate assessment system in place. Explanation: The level achieved is demonstrated by interim and final tests. The tests and assessments are valid, reliable and transparent to the students. Testing is an integral component of the educational program and ITEps integrated vision of testing is derived from competence-oriented education. In ITEps testing is not only used as an instrument to test the student s level (summative testing), but also the variety of test forms stimulates learning and reflection on the student s experience and development (formative testing). Thus, testing is used as an instrument to stimulate interest and give the student the perspective to develop in the long term and in the framework of the competences that the starting professional should have mastered. The giving and receiving of feedback is essential to steering towards the intended end level of knowledge, skills and attitude. The assessment criteria are included in the ITEps study guide. This means that the students will be familiar with the criteria in advance. ITEps distinguishes between formative and summative tests. The study guide indicates the status of all the different tests. All oral tests are in principle assessed by two assessors. In principle, all summative papers and reports are assessed by two lecturers. All final tests from a subject are preferably assessed by two lecturers from two partner institutions. ITEps makes use of the following table for the transfer of grades: ECTSgrade Denmark Norway TheNetherlands A 12 A 8E10 B 10 B 7.5E7.9 C 7 C 7.0E7.4 D 4 D 6.5E6.9 E 2 E 5.5E6.4 F 0andE3 F 1E5.4 Assessment sequence 1. Assessments that are a part of the Year 1 and Year 4 educational programme can be assessed in any sequence during those specific parts of the educational programme except for those stipulated in the following clause of this article. 2. Before commencing the following assessments, specific prerequisite criteria must be met: a. Before participating in the Netherlands national Dutch Language Knowledge Bases Test (Kennisbasis Nederlandse taal), students must have obtained 60 ECTS points from Year 1 and have participated in the Dutch language lessons in Semester 1 of Year 4 of the educational programme; Crohonummer Pagina 146 van 166

148 b. Before participating in the Netherlands national Mathematics Knowledge Base Test (Kennisbasis Rekenen-Wiskunde), students must have obtained 60 ECTS points from Year 1 and obtained 30 ECTS points from the Year 2 or 3 mathematics course; c. Before applying for a final teaching experience placement, students must have obtained a minimum of 145 ECTS points, of which at least 18 credits for research, and have had their development plan approved by a lecturer during Year 3 of the educational programme; d. Before commencing a final teaching experience placement at a primary school, students must have passed the Netherlands national Mathematics Knowledge Base Test (Kennisbasis Rekenen-Wiskunde) and have obtained a minimum of 175 ECTS points from the educational programme. e. Before commencing a final teaching experience placement at a primary school outside the Netherlands, students must have obtained 175 ECTS points before the 1 st of November or have specific approval from the programme coordinator. f. Before commencing a final research project in a primary school, students must have had their research proposal approved by a lecturer. From: Application ITEps, august 29, 2013 See Annex 3 Testing of the learning outcomes Crohonummer Pagina 147 van 166

149 Annex standard 1 Competency Guide ITEPS 1 Intercultural competency The international primary school teacher works in a multicultural and diverse setting, enables pupils to recognise and respect different perspectives, and offers equal opportunities for education and development for all pupils. To achieve this, the international primary school teacher must have intercultural competence. Intercultural competence in the teaching profession includes the acceptance, recognition and enhancing of diversity in the classroom, and eliminating mechanisms of prejudices and discrimination. Intercultural competence starts with the teacher him/herself, and his or her ability to reflect on and explore identity and diversity in relation to him or herself. The international primary school teacher helps in (together with self-reflection, knowledge and understanding of diversity in society, education and the individual) - communication and relationship with pupils, colleagues and parents of diverse backgrounds, in - employing inclusive educational strategies, and in - creating intercultural learning situations. Competency requirement The intercultural & international primary school teacher endorses his/her intercultural responsibility. The international & intercultural primary school teacher possesses a critical awareness of the dimensions of his/ her own cultural identity. S/he is aware of different representations of diversity and of cultural and minority issues (including home/ family issues, gender, ethnicity, language, sexuality, disability and social class) in education. S/he values diversity in language and culture as a rich asset, and promotes equal opportunities for all pupils. S/he fosters cultural exchanges between pupils. S/he should be seeking skilfully to explore opportunities to extend learning, particularly if a greater awareness of local issues can be achieved. S/he has sufficient knowledge and skills to handle group processes and intercultural and international communication, in order to achieve respect and good collaboration with and among the pupils. In order to fulfil this requirement, the international teacher in pre-higher education must act as follows: S/he is able to communicate with others, listen and enter into a dialogue. S/he is able to employ a range of teaching approaches, methods and materials in response to diversity. Crohonummer Pagina 148 van 166

150 S/he adopts methodology and strategies for the learning needs of pupils, and which enables all pupils to participate fully in learning, and enhance diversity in the classroom. S/he initiates and sustains positive communication with pupils, parents and colleagues from different socio-cultural backgrounds. S/he is able to critically evaluate diversity within teaching materials, e.g. textbooks, videos and media. S/he is able to deal with conflicts and violence to prevent marginalization and school failure. S/he is able to develop mutual understanding between pupils from different backgrounds by drawing upon activities and events which have been conducted outside the classroom and utilise positive elements of internationalism and intercultural awareness to enhance interaction and respect among the pupils. In order to fulfil this requirement, the teacher in pre-higher education must have the following knowledge: S/he knows and understands the political, legal and structural context of sociocultural diversity. S/he is aware of international frameworks and understanding of the key principles that relate to socio-cultural diversity education. S/he is aware different dimensions of diversity, e.g. ethnicity, gender, special needs and understanding of their implications in school settings. S/he seeks to utilise knowledge of local and national culture to improve experience of the pupils. At a practical level s/he is informed about intercultural communication theories, group dynamics, intercultural and international diversities. In particular s/he knows about the implications of these on own conduct. 2 Interpersonal competency The international primary school teacher must create a pleasant living- and working climate in a group. That is the international primary school teacher s responsibility, and in order to take this responsibility the international primary school teacher must be interpersonally competent. An interpersonally competent international primary school teacher shows good leadership. S/he creates a friendly and cooperative atmosphere and stimulates and achieves open intercultural and international communication. S/he encourages the pupils autonomy, and in his/her interaction seeks the right balance between guidance and counselling steering and following confrontation and reconciliation corrective measures and stimulation Crohonummer Pagina 149 van 166

151 3 Pedagogical competency The international teacher in primary education must stimulate the children s socioemotional and moral development. S/he must help them to become independent and responsible individuals. That is the international primary school teacher s responsibility. In order to be able to fully take this responsibility the international primary school teacher must be pedagogically competent. A pedagogically competent international primary school teacher creates a safe learning environment in his/her groups and classes. Such a teacher makes sure that the children know that they belong and that they are welcome know that they are appreciated treat each other with respect are challenged to take responsibility for each other are able to take initiatives and to work autonomously 4 Subject knowledge & methodological competency The international primary school teacher must help children to acquire the necessary cultural and international baggage, which each citizen in the international society needs to be a full member of that society. That is the international primary school teacher s responsibility. In order to be able to fully take this responsibility the international primary school teacher must have sufficient knowledge of subject matter and teaching methods (or is able to learn it quickly). An international primary school teacher who is competent with respect to subject knowledge and teaching methods creates a powerful learning environment in his/her group and classes. Such an international primary school teacher gears his/her behaviour and way of acting to the children and takes individual differences into account motivates the children to engage in their learning tasks, challenges them to do their best, and helps them accomplish the tasks successfully teaches the children to learn from and with each other, also to enhance their independence. provides an international learning environment in which children can discuss their personal involvement as part of becoming active local and global citizens. 5 Organizational competency The international primary school teacher takes care of all aspects of classroom management for his/her group. That is the international primary school teacher s responsibility, and in order to take this responsibility the international primary school teacher must have organizational competency. Crohonummer Pagina 150 van 166

152 An international primary school teacher with organizational competency creates a wellorganized, neat and task-oriented international and intercultural atmosphere in his/her classes and in the classroom. S/he makes sure that the children know where they stand and how much room they have for initiatives of their own know what they must do and how and with what aim in mind they must do it. 6 Competency of collaboration with colleagues The international primary school teacher must make sure that his/her work tunes in with that of his/her colleagues. S/he must also contribute to a well-functioning school organization. That is the international primary school teacher s responsibility. In order to take this responsibility, the international primary teacher must be competent in collaborating with his/her colleagues. An international primary school teacher who is competent in collaborating with his/her colleagues makes a contribution to a good pedagogical learning climate in the school, to good mutual cooperation and to a good school organization, which means that s/he communicates and cooperates effectively with his/her colleagues makes constructive contributions to meetings and other types of consultations within the school, as well as to activities that have to be performed to run the school well makes a contribution to the development and improvement of his/her school In addition the international primary school teacher develops / initiates the development of a transcultural classroom and school policy and sets up international or transnational projects. 7 Competency for collaboration with the working environment The international primary school teacher must keep in touch with the children s parents or guardians. S/he must make sure that his/her professional activities are in line with those of others outside the school. This is the responsibility of the international primary school teacher, and to take this responsibility the international primary school teacher must be competent in collaborating with the school s working environment (which is also based upon the international policy of the school). An international primary school teacher with a competency for collaboration with his/her working environment makes his/her contribution to a good collaboration with people and institutions in the school s working environment, whenever this is to the children's advantage. Such a teacher keeps in touch with the children s parents and guardians keeps in touch with other people and institutions that are also involved in child welfare. Crohonummer Pagina 151 van 166

153 8 Competency for reflection and development The international primary school teacher must permanently work on his/her personal and professional development. This is his/her responsibility, and in order to take this responsibility the international primary school teacher must have competency for reflection and development. An international primary school teacher who is competent in terms of reflection and development gives regular thought to his/her professional views and competency. S/he keeps his/her professional practice up to date and improves it. S/he knows what is important in his/her professional practice and what the underlying standards, values and educational views are. has a fairly good idea of his/her own competences, strengths and weaknesses. works on his/her professional development in a systematic way. gears his/her personal development to the school policy and uses the opportunities the school offers for his/her personal development. develop new ways in improving his/her competences taking into account intercultural and international contextual changes. is be able to do (practical) research. Crohonummer Pagina 152 van 166

154 Annex Standard 2 The four year ITEPS program consists of the following subjects: Table 1: four-year overview Teachingsubjects Year1 English EducationalStudies TeachingExperience DemocraticCitizenship Coaching BasicKnowledgeTests(inDutch) Year2 EducationalStudies TeachingExperience Research Coaching Optionalsubject Year3 EducationalStudies TeachingExperience Research Coaching Optionalsubject Year4 DutchKnowledgeBases(inDutch) TeachingExperience ES/ResearchandBachelorThesis 20 OptionalSubjects AccordingtoITEPSregulations,studentscompleteoneofthethreeoptionalsubjectsabroad.Ifitis notpossibleforstudentstocomplywiththisregulationbecauseonlyalimitedselectionofoptional subjectsisofferedinthecurrentandpreviousacademicyears,studentsmaybegrantedan exemption.studentsalwayshavetherighttoapplytotheschoolofeducationexaminationboardfor anexemptiontothisregulationforpersonalreasons. Teachingexperience InYear2andYear3oftheITEPSprogramme,studentscompleteateachingexperienceplacementof nineweeks(includinguptooneweekholiday).oneoftheteachingexperiencesisataninternational SchoolinsideoroutsidetheNetherlands.Theotherteachingexperienceplacementisataschool wheredutchisthemainlanguageofinstruction.thedutchschoolcanbeinsideoroutsidethe Netherlands,andcanusemultiplelanguagesaslongasthemainlanguageofinstructionisDutch. Crohonummer Pagina 153 van 166

155 Table 2: Year 2 and Year 3 Optional Subjects Subject (Optionalsubjectsarescheduledin theautumnsemestersinnorwayand thenetherlandsandinspringin DenmarkandSweden) Stenden Universityof Applied Sciences Netherlands University College Zealand (UCSJ) Denmark Buskerudand VestfoldUniv ersitycollege (HBV) Norway Linnaeus University Sweden ArtsandCulture X X Mathematics * X X InclusiveEducation X X HistoryandGeography X Interculturalunderstandingandreligion X X ScienceandTechnology X X PhysicalEducationandHealth X X *Studentsmustcompletemathematicsasoneoftheoptionalsubjects Table 3: Year 2 and Year 3 Optional Subjects locations 2017F18Sem2 2018F19Sem2 2019F20Sem2 Stenden Netherlands HSN Norway Math,PhysicalEducation& Health,Arts&Culture, InclusiveEducation, Interculturalunderstanding &religion Interculturalunderstanding &religion,history& Geography,Science& Technology Math,Arts&Culture, InclusiveEducation, Interculturalunderstanding &religion Interculturalunderstanding &religion,math,physical Education&Health,History &Geography,Science& Technology Math,Arts&Culture, InclusiveEducation, Interculturalunderstanding &religion Interculturalunderstanding &religion,math,physical Education&Health,History &Geography,Science& Technology 2017F18Sem2 2018F19Sem2 2019F20Sem2 UCSJ Denmark Linnaeus Sweden Notknownyet Notknownyet Notknownyet Math Math Math Crohonummer Pagina 154 van 166

156 Table 4: ITEPS curriculum structure including teaching practice Annex Standard 3 Assessment of learning outcomes ITEPS Year 2 Subject Module 1 Module 2 Module 3 Module 4 ECTS Educational 9 Studies Written report of observation, & written report justifying cooperative learning plan Written report about schools learning visions, & written learning plans of various ways of learning Research Teaching experience Coaching Written research report Written literature review and peer feedback Digital portfolio, including lesson plans & reflections PDP, Blog portfolio Optional description in Crohonummer Pagina 155 van 166

Onderwijs- en examenregeling studiejaar Cohort Bacheloropleiding

Onderwijs- en examenregeling studiejaar Cohort Bacheloropleiding Onderwijs- en examenregeling studiejaar 2017-2018 Cohort 2017 Inclusief overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding - Logistiek en Economie voltijd, Crohonummer 34401,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Experiment 'flexibel hoger onderwijs onderdeel "leeruitkomsten" studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Experiment 'flexibel hoger onderwijs onderdeel leeruitkomsten studiejaar Onderwijs- en examenregeling Experiment 'flexibel hoger onderwijs onderdeel "leeruitkomsten" studiejaar 2017-2018 Logistiek en Economie, Associate Degree duaal, crohonummer 80115, Flexibilisering, concept

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475 [Advies

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling cohort 2017 2018 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441363 Onderwijs-

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief overgangsregelingen voor eerdere OER en

Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief overgangsregelingen voor eerdere OER en Onderwijs- en examenregeling studiejaar 2017-2018 inclusief overgangsregelingen voor eerdere OER en Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, CROHOnummer 34952 Advies afgegeven door

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Chemie voltijd, crohonummer 34396 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie,

Nadere informatie

Inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d.

Inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Reglement cohort 2017 2018 Inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd Crohonummer

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort Logistiek en Economie voltijd, crohonummer Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436

Onderwijs- en examenregeling cohort Logistiek en Economie voltijd, crohonummer Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436 Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 2017 Inclusief overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk. Bacheloropleiding - Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436 - Logistiek en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling cohort inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling cohort 2017-2018 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475 [Advies

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 2017 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441363 Onderwijs-

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling studiejaar Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde duaal crohonummer 81021

Onderwijs- en examenregeling studiejaar Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde duaal crohonummer 81021 Onderwijs- en examenregeling studiejaar 2017-2018 Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde duaal crohonummer 81021 in het kader van het Experiment Vraagfinanciering hoger onderwijs en tevens en gelijktijdig

Nadere informatie

Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 10 juni 2015

Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 10 juni 2015 Onderwijs- en examenregeling Cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 10 juni 2015 Instemming verleend conform

Nadere informatie

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Regeling cohort Inclusief Eventuele overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Regeling cohort Inclusief Eventuele overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Regeling cohort 2016 Inclusief Eventuele overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd Crohonummer 34644

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling studiejaar 2017-2018 inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek voltijd,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 Bacheloropleiding. Chemie voltijd, crohonummer 34396

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 Bacheloropleiding. Chemie voltijd, crohonummer 34396 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 Bacheloropleiding Chemie voltijd, crohonummer 34396 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 27-05-2015 Instemming verleend conform art. 10.20 WHW door

Nadere informatie

Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808

Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 13 juni 2014] [Instemming verleend door Centrale

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, chrohonummer 34808 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 17 juni 2013] [Instemming verleend door Centrale

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2015 2016. Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280

Onderwijs- en examenregeling 2015 2016. Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280 Onderwijs- en examenregeling 2015 2016 Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 11.06.2015 Instemming verleend conform art. 10.20

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 6-6-2014] [Instemming verleend door Centrale

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, Crohonummer 34401

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, Crohonummer 34401 Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 2017 Inclusief overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, Crohonummer 34401 Advies afgegeven door

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Chemie voltijd, crohonummer 34396

Onderwijs- en examenregeling Chemie voltijd, crohonummer 34396 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Chemie voltijd, crohonummer 34396 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 05-06-2014] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436 Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436 Advies afgegeven door Opleidingscommissie,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling studiejaar inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling studiejaar 2017-2018 inclusief (eventuele) overgangsregelingen voor eerdere OER en bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Commerciële Economie, voltijd, crohonummer 34402 Associate

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441253 Onderwijs-

Nadere informatie

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement. Cohort

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement. Cohort Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Reglement Cohort 2015 2016 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad, Vastgesteld door het College van Bestuur,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement voltijd, crohonummer 34438 en Vrijetijdsmanagement duaal, crohonummer 34438 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, [Instemming

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Informatica voltijd, crohonummer 34479 Associate Degree-opleiding ICT-Beheer voltijd, crohonummer 80071 Advies afgegeven door Opleidingscommissie,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436 Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, 9 juni 2015 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd /duaal, crohonummer 34280 [Advies

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, 5 6-2015 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad,

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling 2013 2014. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling 2013 2014. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441253 1 Onderwijs-

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 - voltijd Advies

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 16-06-2015 Instemming verleend

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Commerciële Economie voltijd, crohonummer 34402 Associate

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014. Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014. Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 19 juni 2013 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd, crohonummer 34280. Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. mei 2012 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441363 1 Onderwijs-

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Commerciële Economie voltijd, crohonummer 34402 Associate Degree Opleiding Commerciële Economie voltijd, crohonummer 80103 Advies afgegeven door

Nadere informatie

Commerciële Economie

Commerciële Economie Commerciële Economie Bachelor Commerciële Economie voltijds Associate degree Commerciële Economie voltijds Onderwijs- en Examenregeling cohort 2015-2016 Stenden Hogeschool Van Schaikweg 94 Postbus 2080

Nadere informatie

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement 2013-2014. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 13-06-2013]

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement 2013-2014. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 13-06-2013] Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Reglement 2013-2014 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 13-06-2013] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 03-07-2013] [Vastgesteld

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 16 mei 2012 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Personeel en Arbeid voltijd, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 31 mei 2012 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Onderwijs- en Examen Reglement cohort 2016 2017 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, [d.d. 19-05-2016] Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad, [d.d.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding Informatica voltijd, crohonummer 34479 Associate Degree-opleiding ICT-Beheer voltijd, crohonummer 80071 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie,

Nadere informatie

Small Business en Retail Management

Small Business en Retail Management Small Business en Retail Management Bachelor SBRM voltijds en duaal Associate degree SBRM voltijds en duaal Onderwijs- en Examenregeling cohort 2016 Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG

Nadere informatie

Creatieve Therapie. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 2014]

Creatieve Therapie. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 2014] Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Reglement 2014-2015 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 2014] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 9 juli 2014] [Vastgesteld

Nadere informatie

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Onderwijs- en Examen Reglement 203-204 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 3-06-203] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 03-07-203]

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 16 mei 2014 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Onderwijs en examenregeling 2013 2014

Onderwijs en examenregeling 2013 2014 Onderwijs en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding o o Small Business en Retail Management voltijd, crohonummer 34422 Small Business en Retail Management duaal, crohonummer 34422 Associate degree

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Toelating tot de opleiding

Toelating tot de opleiding DEEL 3: Toelating tot de opleiding Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende opleiding

Nadere informatie

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Onderwijs- en Examen Reglement cohort 2015 2016 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 12-06-2015 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad, d.d.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd, crohonummer 34644. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 31 mei 2012] [Instemming verleend door Centrale

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Datum: 23.04.2014 Ingevuld door: Yvonne Smeets Faculteit: BÈTA Betreft opleiding(en): Built Environment DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen

Nadere informatie

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Onderwijs- en Examen Reglement 204-205 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 204] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 9 juli 204]

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 19 mei 2014 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel van het opleidingsspecifieke

Nadere informatie

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2012-2013 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel van het opleidingsspecifieke

Nadere informatie

De onderwijs- en examenregeling

De onderwijs- en examenregeling De onderwijs- en examenregeling Algemeen In de onderwijs- en examenregeling (OER) wordt informatie gegeven over het onderwijs van een opleiding of een groep van opleidingen. Heeft de OER betrekking op

Nadere informatie

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten Procedure aangaande de Onderwijs- en examenregeling van Fontys Dit is een uitgave van het Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten. Het CBA ondersteunt de medezeggenschap en inspraak binnen Fontys Hogescholen

Nadere informatie

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen: OER Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde 1 Het bestuur van de faculteit

Nadere informatie

De OER voor de bacheloropleiding(en). is door het College van Bestuur vastgesteld op

De OER voor de bacheloropleiding(en). is door het College van Bestuur vastgesteld op Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel van het opleidingsspecifieke

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding 2014-2015 Eigenaar O2 Instemming van de CMR d.d. 17 december 2013 Vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 17 december 2013 2013, Hogeschool van Amsterdam

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding OPLEIDING LOGISTIEK EN ECONOMIE voltijd CROHO-nummer 446 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot Fysiotherapie. CROHO-nummer: 34570

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot Fysiotherapie. CROHO-nummer: 34570 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot Fysiotherapie CROHO-nummer: 34570 Graad: Bachelor of Physiotherapy De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut. CROHO-nummer: 34570

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut. CROHO-nummer: 34570 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut CROHO-nummer: 34570 Graad: Bachelor of Physiotherapy De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Commerciële Economie. CROHO-nummer 34405

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Commerciële Economie. CROHO-nummer 34405 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Commerciële Economie CROHO-nummer 34405 Graad: Bachelor of Business Administration De Onderwijs- en examenregeling (OER) van

Nadere informatie

Small Business en Retail Management

Small Business en Retail Management Small Business en Retail Management Bachelor SBRM voltijds en duaal Associate degree SBRM voltijds en duaal Onderwijs- en Examenregeling 2014-2015 Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: 34402. Graad: Bachelor of Communication

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: 34402. Graad: Bachelor of Communication Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Communicatie CROHO-nummer: 34402 Graad: Bachelor of Communication De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van de voltijd Bacheloropleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening CROHO-nummer: 34 616 Graad: Bachelor of Social Work De Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot verpleegkundige. CROHO-nummer: 34560. Graad: Bachelor of Nursing

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot verpleegkundige. CROHO-nummer: 34560. Graad: Bachelor of Nursing Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot verpleegkundige CROHO-nummer: 34560 Graad: Bachelor of Nursing De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 0 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer 34538 CROHO-nummer 800011(Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer 34538 CROHO-nummer 800011(Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Management in de Zorg inclusief Associate degree (Operationeel Management) CROHO-nummer 34538 CROHO-nummer 800011(Associate

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer(s) 35288 en 35421. Graad: Bachelor of Education

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer(s) 35288 en 35421. Graad: Bachelor of Education Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Tweedegraads Lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn en Tweedegraads Lerarenopleiding Omgangskunde CROHO-nummer(s) 35288

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding OPLEIDING LOGISTIEK EN TECHNISCHE VERVOERSKUNDE voltijd en deeltijd CROHO-nummer 34390 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer CROHO-nummer (Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer CROHO-nummer (Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding Management in de Zorg inclusief Associate degree (Operationeel Management) CROHO-nummer 34538 CROHO-nummer 800011(Associate

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Communication

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Communication Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding Communicatie CROHO-nummer: 34402 Graad: Bachelor of Communication De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie voltijd. CROHO-nummer: 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie voltijd. CROHO-nummer: 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie voltijd CROHO-nummer: 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Algemene informatie

Algemene informatie Algemene informatie 2016-2017 BSA-regeling UITVOERINGSREGELING STUDIEADVIES BSA - TUA juni 2016 Aan de TUA geldt een bindend studieadvies. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie CROHO-nummer 34507 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van Amsterdam

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Biologie en medisch laboratoriumonderzoek

Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Biologie en medisch laboratoriumonderzoek Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding: Biologie en medisch laboratoriumonderzoek CROHO-nummer 34397 Graad: Bachelor of Applied Science De Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd. CROHO-nummer 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd. CROHO-nummer 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd CROHO-nummer 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling (OER)

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie duaal. CROHO-nummer 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie duaal. CROHO-nummer 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie CROHO-nummer 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling (OER) van

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding CROHO-nummer: 34609 Graad: Bachelor of Human Resource De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Verpleegkundige. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Nursing

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Verpleegkundige. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Nursing Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding tot Verpleegkundige CROHO-nummer: 34560 Graad: Bachelor of Nursing De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of.

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. 150305 BA Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Informatica. CROHO-nummer: 34479. Graad: Bachelor of ICT

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Informatica. CROHO-nummer: 34479. Graad: Bachelor of ICT Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Informatica CROHO-nummer: 34479 Graad: Bachelor of ICT De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische Dienstverlening (SJD) CROHO-nummer: 34641

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische Dienstverlening (SJD) CROHO-nummer: 34641 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische Dienstverlening (SJD) CROHO-nummer: 34641 Graad: Bachelor of Laws De Onderwijs- en examenregeling (OER)

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding : HBO-Rechten. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Laws

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding : HBO-Rechten. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Laws Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding : HBO-Rechten CROHO-nummer: 39205 Graad: Bachelor of Laws De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd. CROHO-nummer 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd. CROHO-nummer 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd CROHO-nummer 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling (OER)

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie. CROHO-nummer: 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie. CROHO-nummer: 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van de voltijd Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie CROHO-nummer: 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische Dienstverlening. CROHO-nummer: 39205

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische Dienstverlening. CROHO-nummer: 39205 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische CROHO-nummer: 39205 Graad: Bachelor of Laws De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 204-205 Bacheloropleiding BOUWKUNDE CROHO-nummer 34263 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van Amsterdam en is gebaseerd

Nadere informatie