Inhoudsindicatie Gegevens. Uitspraak. ECLI:NL:GHARN:2012:BV9729, Gerechtshof Arnhem, ,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsindicatie Gegevens. Uitspraak. ECLI:NL:GHARN:2012:BV9729, Gerechtshof Arnhem, ,"

Transcriptie

1 ECLI:NL:GHARN:2012:BV9729, Gerechtshof Arnhem, , Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak Datum Publicatie Zaaknummer Bijzondere kenmerken Hoger beroep Rechtsgebied Belastingrecht Inhoudsindicatie <div class="parablock">inkomstenbelasting.voorwaardelijk recht tot koop bouwpercelen. Toepassing foutenleer. Geen redelijke tegemoetkoming.</div> Vindplaats rechtspraak-nl Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummer 11/00523 uitspraakdatum: 6 maart 2012 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst te P (hierna: de Inspecteur) tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 7 juni 2011, nummer AWB 10/1060, in het geding tussen de Inspecteur en X te Z (hierna: belanghebbende) 1. Ontstaan en loop van het geding 1.1 Aan belanghebbende is voor het jaar 2003 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van Daarbij is de heffingsrente verminderd tot een bedrag van Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van Daarbij is de Inspecteur opdracht gegeven de heffingsrente dienovereenkomstig te verminderen. 1.4 De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft in hoger beroep een verweerschrift ingediend. 1.5 Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft, alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd. 1.6 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 december 2011 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende, alsmede de Inspecteur. 1.7 Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht. 2. De vaststaande feiten 2.1 Belanghebbende, geboren in 1934, exploiteerde tot 1 mei 2000 een gemengd landbouwbedrijf. Tot zijn ondernemingsvermogen behoorde een perceel landbouwgrond van 2.14 hectare (hierna: het perceel), gelegen nabij de a-straat 1 te Q, kadastraal bekend als gemeente R A 01(gedeeltelijk). Het perceel werd in het landbouwbedrijf van belanghebbende gebruikt. Op het perceel rust een agrarische bestemming. 2.2 In november 1999 heeft belanghebbende het perceel, uitgaande van een prijs van ƒ 47,50 per vierkante meter, voor ƒ verkocht aan B B.V., een projectontwikkelaar. Daarbij heeft belanghebbende tevens het recht verkregen om, onder de in artikel 21 van de koopovereenkomst genoemde voorwaarden, twee bouwkavels uit te kiezen (hierna: het voorwaardelijk recht). Daarenboven heeft belanghebbende van B B.V. als vergoeding voor belastingschade een bedrag van ƒ ( ,21) ontvangen. 2.3 In de koopovereenkomst van november 1999 is onder meer het volgende opgenomen: Aanvullende bepalingen Artikel ( ) 2. De op het verkochte rustende productierechten blijven bij verkoper (o.a. mestquotum, melkquotum en ammoniakrechten). 3. Verkoper of zijn rechtsopvolger(s) hebben het recht van koop om op het moment dat het registergoed bouwrijp is en er een begin wordt gemaakt met de uitgifte van bouwkavels, twee bouwkavels, elk groot ± 700 m2, uit te kiezen uit alle bij koper beschikbare kavels in de gemeente R om niet. De kosten van overdracht en bouw- en woonrijpmaken zijn voor rekening van koper. Indien koper of diens rechtsopvolger(s), na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen in gebreke blijft, zijn uit dit artikel voortkomende verplichtingen na te komen, verbeurt hij of diens rechtsopvolger(s) ten behoeve van verkoper of diens rechtsopvolger(s) een onmiddellijk opeisbare boete van éénhonderd duizend gulden (ƒ ,--) en verdere kosten. 4. Indien de bestemming van het verkochte wordt gewijzigd in een andere, dan die welke hiervoor in artikel 5, lid 4, namelijk woningbouw, zullen partijen in nader overleg treden over de dan ontstane situatie met betrekking tot de levering van een tweetal bouwkavels zoals genoemd in lid 3 van dit artikel. (...).

2 Voortgezet gebruik Artikel Koper verplicht zich jegen verkoper en garandeert verkoper het recht om het verkochte te blijven gebruiken, middels een door partijen af te sluiten pachtovereenkomst om niet op dezelfde wijze als thans geschiedt, binnen het kader van de uitoefening van het landbouwbedrijf van verkoper, zoals bedoeld in artikel 8 lid 3 van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964, tot gedurende een periode van minimaal drie en zeventig (73) maanden te rekenen vanaf de juridische levering. 2. Indien als gevolg van een voortijdige beëindiging van de pacht op initiatief van koper de verkoper geconfronteerd wordt met de heffing van inkomstenbelasting over de fiscale boekwinst op het verkochte, zal koper deze belasting aan verkoper vergoeden, doch slechts voor zover deze heffing verband houdt met het feit dat de inspecteur van de belastingdienst op deze boekwinst niet de vrijstelling als bedoeld in artikel 8, lid 1, onderdeel b juncto lid 3 van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964 (de zogenaamde landbouwvrijstelling ) van toepassing acht, omdat sprake zou zijn van bestemmingswijzigingswinst in de zin van genoemde wetsbepaling, welke winst is uitgezonderd van de vrijstelling. 3. Indien over de in het vorige lid bedoelde vergoeding eveneens heffing van inkomstenbelasting plaatsvindt, zal ook deze belasting door koper aan verkoper worden vergoed, één en ander net zo vaak en op zodanige wijze dat de verkoper voor de belasting volledig schadeloos wordt gesteld. (...). 2.4 In april 2000 is het perceel door belanghebbende aan B B.V geleverd. Van de koopsom van ƒ ( ,20) is bij de levering aan belanghebbende een bedrag van ƒ ( ,04) betaald. Het resterende deel van de koopsom ad ƒ ( ,16) is B B.V. schuldig gebleven. Volgens de akte van levering is in verband daarmee overeengekomen dat de hoofdsom aan verkoper dient te worden voldaan in twintig kwartaaltermijnen van elk groot ƒ ,00 ( ,76) en dat daarover geen rente is verschuldigd. 2.5 Belanghebbende en de Inspecteur hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten inzake de heffing van inkomstenbelasting over de boekwinst die is ontstaan door de verkoop van het perceel grond. De vaststellingsovereenkomst is door belanghebbende ondertekend op 27 mei 2000, door zijn gemachtigde op 31 mei 2000 en door de Inspecteur op 13 juni In de vaststellingsovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen: Uitgaande van de voor dit compromis tussen adviseur en inspecteur overeengekomen navolgende uitgangspunten: - het tijdstip van winstneming is april 2000, wat eveneens het tijdstip is waarop de passage binnenkort in artikel 8 lid 1 onderdeel b van de Wet is ingegaan; - de belastingplichtigen en de koper de verwachting hebben dat het verkochte nog tot 73 maanden na de juridische overdracht voor agrarische doeleinden in gebruik kan blijven; - er bij alle partijen onzekerheid bestaat over de definitieve fiscale gevolgen van deze transactie omtrent de toepassing van de landbouwvrijstelling; - de interpretatie van de Wet hieromtrent niet eensluidend is; - gezien de hoge mate van onzekerheid over tijdsduur en de uitkomst van de fiscale procedure, en de wens van de belastingplichtigen en de koper om zekerheid omtrent de fiscale gevolgen van deze transactie te verkrijgen, aanleiding zijn de inspecteur om medewerking te verzoeken; - partijen, na overleg en onderhandeling, gezien bovenstaande en de bijzondere complexiteit van de besluitvorming hebben besloten bij wijze van compromis zekerheid te krijgen over de fiscale rechtsgevolgen van de transactie; - ( ) Verklaren ondergetekenden dat met betrekking tot de fiscale gevolgen van de hiervoor genoemde transactie is overeengekomen dat: 1. de boekwinst bij verkoop van de hiervoor omschreven grond in beginsel tot de fiscale winst uit onderneming van de belastingplichtige, (...), behoort; 2. het verschil tussen de prijs en de waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming vanaf de jaarrekening 2000 zal worden gepassiveerd, als uitstelpost, waardoor directe heffing hierover wordt voorkomen. De prijs wordt daarbij gesteld op het bedrag van de eerste betalingstermijn ad ƒ vermeerderd met de naar het CBS-rendement berekende contante waarde van de in de jaren 2001 tot en met 2005 te ontvangen termijnen van ƒ ; 3. ( ) 4. indien ( ) gehele of gedeeltelijke beëindiging van de feitelijke agrarische exploitatie zich voordoet, de gepassiveerde winst alsnog aan de belaste winst zal worden toegevoegd in het jaar waarin die uitoefening wordt beëindigd, tenzij belastingplichtige aantoont dat de grond in gebruik blijft in het kader van de uitoefening van een landbouwbedrijf, niet door hemzelf, maar door een derde. ( ) 5. voor zover op 1 april 2006 de feitelijke uitoefening van een landbouwbedrijf, in de zin van de Wet, op het vermelde perceel nog niet is beëindigd, de dan nog gereserveerde boekwinst onbelast aan het vermogen wordt toegevoegd; ( ). 2.6 Over de belastbaarheid van de vergoeding voor belastingschade ad ƒ ( ,21) is tussen partijen in het kader van de aanslag inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) 2000 een geschil ontstaan dat door belanghebbende aan de belastingrechter is voorgelegd. De Hoge Raad heeft in die zaak op 5 maart 2010 (nr. 08/03683, LJN: BL6446, BNB 2010/150) arrest gewezen en daarin geoordeeld dat het betreffende voordeel onder de landbouwvrijstelling valt. 2.7 Belanghebbende heeft het perceel vanaf de staking van de onderneming op 30 april 2000 tot 1 april 2006 verpacht aan zijn buurman, een landbouwer. Het perceel is steeds voor agrarische doeleinden gebruikt. Belanghebbende heeft het bij de verkoop van het perceel verkregen voorwaardelijke recht, vanaf de verkrijging daarvan tot zijn ondernemingsvermogen gerekend. 2.8 In juli 2003 heeft belanghebbende de vordering tot levering van de percelen grond geschonken aan zijn dochter C onder de verplichting voor die dochter om op eerste vordering van belanghebbende, aan hem te voldoen. In verband met de schenking is een akte opgemaakt met het opschrift schenking vordering, gedagtekend juli Volgens die akte bedroeg volgens partijen de waarde van het voorwaardelijke recht op dat moment Belanghebbende heeft voor het belastingjaar 2003 voor de IB/PVV aangifte gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van Daarin is geen winst uit onderneming begrepen. In een specificatie bij de aangifte heeft belanghebbende vermeld dat hij in verband met de overdracht van de aanspraak op bouwkavels als fiscale winst uit onderneming een bedrag heeft genoten van en dat daarop de landbouwvrijstelling van toepassing is Bij het opleggen van de aanslag heeft de Inspecteur de toepassing van de landbouwvrijstelling niet aanvaard en het aangegeven inkomen uit werk en woning, uitgaande van een waarde in het economische verkeer van het voorwaardelijke recht van , verhoogd met tot Bij de uitspraak op het bezwaar heeft de Inspecteur, nader uitgaande van een waarde in het economische verkeer van het voorwaardelijke recht van , het belastbare inkomen uit werk en woning verlaagd met tot en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen gehandhaafd op De Rechtbank heeft bij uitspraak van 7 juni 2011, het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, en het belastbare inkomen van belanghebbende uit werk en woning verminderd tot Daarbij heeft de Rechtbank op grond van het beroep van de Inspecteur op interne compensatie, het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van belanghebbende vastgesteld op Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen 3.1 In geschil is het antwoord op de volgende vragen: a. Stond het belanghebbende vrij het voorwaardelijk recht, bij staking van zijn onderneming op 30 april 2000, tot zijn ondernemingsvermogen te blijven rekenen, of diende dit recht bij de staking verplicht naar het privé-vermogen van belanghebbende te worden overgebracht; b. Indien het antwoord op de vraag onder a. is dat het belanghebbende vrij stond het voorwaardelijk recht ook na de staking van zijn onderneming tot zijn ondernemingsvermogen te blijven rekenen, is vervolgens in geschil of op de boekwinst die is gerealiseerd bij vervreemding (schenking) van dat recht in 2003, de landbouwvrijstelling van toepassing is;

3 c. Indien het antwoord op de vraag onder a. is dat het voorwaardelijk recht bij staking van de onderneming van belanghebbende verplicht naar diens privé-vermogen diende over te gaan, is vervolgens in geschil of toepassing van de foutenleer met zich brengt, dat de gerealiseerde boekwinst alsnog in 2003 in de belastingheffing kan worden betrokken en zo ja, of daarbij de landbouwvrijstelling van toepassing is. 3.2 Belanghebbende beantwoordt die vragen aldus, dat het voorwaardelijk recht, bij staking van zijn onderneming op 30 april 2000, verplicht naar het privé-vermogen diende over te gaan, en dat met toepassing van de foutenleer het herstel in 2003 dient plaats te vinden met inachtneming van de landbouwvrijstelling zoals deze luidde tot 27 juni De Inspecteur beantwoordt die vragen aldus, dat het belanghebbende vrij stond het voorwaardelijk recht ook na de staking van zijn onderneming tot zijn ondernemingsvermogen te blijven rekenen, en dat op de boekwinst bij realisatie van de waarde van dat recht in 2003, de landbouwvrijstelling geen toepassing kan vinden. 3.4 Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting. 3.5 De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, en primair en subsidiair tot bevestiging van de uitspraak op bezwaar, en meer subsidiair tot vaststelling van het inkomen uit sparen en beleggen van belanghebbende met inachtneming van de waarde van het voorwaardelijk recht in de jaren 2001 tot en met 2003 van Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. 4. Beoordeling van het geschil 4.1 Partijen zijn eensluidend van mening dat het door belanghebbende ter zake van de verkoop van de landbouwgronden verkregen recht tot koop van twee bouwpercelen, is aan te merken als een recht dat kan worden uitgeoefend onder de opschortende voorwaarde dat op de verkochte gronden een bestemmingswijziging kan worden gerealiseerd (voorwaardelijk recht). Tevens is tussen partijen niet in geschil dat de verkoop van de landbouwgronden heeft plaatsgevonden in de periode waarin belanghebbende nog een onderneming exploiteerde, en niet ten gevolge van de staking van die onderneming. Nu het Hof niet is gebleken dat partijen daarbij van onjuist juridische standpunten zijn uitgegaan, zal het Hof partijen daarin volgen. 4.2 Ook is tussen partijen niet (meer) in geschil dat belanghebbende na de staking van zijn onderneming op 30 april 2000, het hiervoor bedoelde voorwaardelijk recht tot zijn ondernemingsvermogen is blijven rekenen. In het kader van de onderhavige procedure zijn partijen bovendien gezamenlijk nader overeengekomen dat de waarde van het voorwaardelijke recht, zowel ten tijde van de staking van de onderneming van belanghebbende, als ten tijde van de vervreemding (schenking) bedraagt. 4.3 Naar het oordeel van het Hof volgt uit het voorgaande dat belanghebbende het verkregen voorwaardelijk recht tot zijn ondernemingsvermogen mocht rekenen, nu het hem vanwege de aan het recht klevende onzekerheden met name ten aanzien van de vraag of de opschortende voorwaarde op enig moment in vervulling zou gaan op grond van het voorzichtigheidsbeginsel, was toegestaan om niet uiterlijk op het moment van levering van de landbouwgronden namelijk in april 2000 tot winstneming over te gaan. Dat belanghebbende in het kader van diezelfde (ver)koopovereenkomst tevens rechten heeft verkregen (op financiële prestaties) waarover hij wel uiterlijk ten tijde van de levering winst diende verantwoorden, maakt dat naar het oordeel van het Hof niet anders. 4.4 Vervolgens rijst de vraag of belanghebbende het voorwaardelijk recht bij staking van zijn onderneming per 30 april 2000, verplicht naar zijn privé-vermogen had dienen over te brengen. Voor de beantwoording van die vraag stelt het Hof voorop dat naar belanghebbende terecht stelt in het algemeen bij staking van een onderneming een tot het ondernemingsvermogen behorend activum naar het privé-vermogen dient te worden overgebracht (zie bijvoorbeeld Hoge Raad 14 maart 2003, nr , LJN: BI8179, BNB 2003/195). Nu het de Inspecteur is die stelt dat in het onderhavige geval van deze hoofdregel moet worden afgeweken, rust naar het oordeel van het Hof op hem de last daarvoor de feiten en omstandigheden te stellen en bij betwisting aannemelijk te maken, die zulks rechtvaardigen. 4.5 De Inspecteur verwijst voor de situaties waarin van de in 4.4. vermelde hoofdregel dient te worden afgeweken met name naar de door de A-G Van Soest in zijn conclusie bij het arrest van de Hoge Raad van 25 oktober 1978, nr , BNB 1979/56 genoemde gevallen. Deze door A-G Van Soest vermelde gevallen waarin in afwijking van de hoofdregel een activum ook na de stakingsdatum tot het ondernemingsvermogen blijft behoren, zijn: a) dat het uit zijn aard tot de onderneming behoort; b) dat het bestaan en/of beloop ervan geheel onzeker is; c) dat het slechts wordt aangehouden in afwachting van een geschikte gelegenheid tot vervreemding; d) dat bij overbrenging naar het privé-vermogen de kwade kansen ten laste van de winst uit onderneming zouden komen en de goede kansen niet ten bate van het belastbare inkomen. Met de Inspecteur is het Hof van oordeel dat uit het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad van 14 maart 2003, niet valt af te leiden dat de Hoge Raad, in afwijking van zijn eerdere rechtspraak, sedertdien nog slechts één uitzondering op de hiervoor in 4.4. bedoelde hoofdregel zou aanvaarden. In het laatstgenoemde arrest wordt slechts een nadere invulling gegeven aan één van de eerder door de Hoge Raad geformuleerde uitzonderingen. 4.6 De Inspecteur stelt dat het voorwaardelijk recht ook na de staking tot het ondernemingsvermogen van belanghebbende is blijven behoren omdat: a) het voorwaardelijk recht is voortgekomen uit de verkoop van een bedrijfsmiddel; b) zowel het bestaan als ook het beloop van dat recht ten tijde van de staking geheel onzeker is; c) in het jaar 2003 het recht door belanghebbende is vervreemd; d) de kansen op een waardestijging van het voorwaardelijk recht na stakingsdatum aanzienlijk waren, zodat bij overbrenging naar privé bij de staking, alle goede kansen ten gunste van het privé-vermogen van belanghebbende komen. Belanghebbende heeft een en ander gemotiveerd weersproken. 4.7 Het Hof begrijpt de stelling van de Inspecteur dat de vordering uit hoofde van het voorwaardelijk recht is ontstaan uit de verkoop van een bedrijfsmiddel te weten de landbouwgronden aldus, dat de Inspecteur stelt dat die vordering als gevolg daarvan, naar zijn aard tot de onderneming van belanghebbende behoort. Naar het oordeel van het Hof is deze stelling van de Inspecteur niet juist. Een vordering uit hoofde van een voorwaardelijk recht op koop van twee landbouwpercelen, is immers niet een vordering die rechtstreeks voortvloeit uit de uitoefening van een onderneming zoals bijvoorbeeld een handelsvordering of een omzetbelastingvordering. 4.8 Ten aanzien van de stelling van de Inspecteur met betrekking tot de onzekerheid over zowel het bestaan als ook het beloop van de vordering uit hoofde van het voorwaardelijk recht, overweegt het Hof dat de onzekerheid omtrent de afwikkeling van deze vordering naar zijn oordeel niet voortvloeit uit vanuit de ondernemingssfeer stammende onzekerheden, maar uit de omstandigheid dat het ten tijde van de staking van de onderneming van belanghebbende onzeker was of op de verkochte landbouwgronden ter zake waarvan de vordering is verkregen, op enig moment een bestemmingswijziging kon worden verkregen zodat daarop woningbouw zou kunnen worden gerealiseerd, welke omstandigheid immers de opschortende voorwaarde vormde. Dit rechtvaardigt naar het oordeel van het Hof echter niet een inbreuk op de onder 4.4 opgenomen hoofdregel (zie onder andere het in 4.4. vermelde arrest van de Hoge Raad van 14 maart 2003). 4.9 Het Hof begrijpt de stelling van de Inspecteur met betrekking tot de vervreemding van het voorwaardelijk recht in 2003 aldus, dat de Inspecteur stelt dat belanghebbende het betreffende recht heeft aangehouden in afwachting van een geschikte gelegenheid tot vervreemding welke vervreemding in 2003 daadwerkelijk heeft plaatsgevonden weshalve dat recht ook na de staking van de onderneming van belanghebbende tot diens ondernemingsvermogen is blijven behoren. Het Hof volgt de Inspecteur hierin niet, en overweegt hierover als volgt. De Inspecteur, op wie, zoals overwogen in 4.4, te dezen de bewijslast rust, heeft tegenover de gemotiveerde betwisting door belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende het recht bij staking van zijn onderneming heeft aangehouden in afwachting van een geschikte gelegenheid tot vervreemding. Uit het enkele feit dat in 2003 de vervreemding van het recht heeft plaatsgevonden, kan naar het oordeel van het Hof niet worden afgeleid dat belanghebbende ook reeds ten tijde van de staking van zijn onderneming voornemens was bij een geschikte gelegenheid tot vervreemding van het recht over te gaan, en het recht vooralsnog met dat oogmerk heeft aangehouden. Ter zitting van het Hof heeft de Inspecteur desgevraagd nog verklaard dat er geen aanwijzingen zijn die er op duiden dat belanghebbende reeds ten tijde van de staking het voornemen had om het recht op enig moment te schenken aan zijn dochter Dat bij overbrenging van de vordering naar het privé-vermogen alle goede kansen ten gunste van belanghebbendes privé-vermogen zouden komen, zoals door de Inspecteur gesteld, acht het Hof door de Inspecteur niet aannemelijk gemaakt. Met name valt niet in te zien waarom, zoals ook belanghebbende heeft betoogd, bij de waardering op de stakingsbalans niet schattenderwijs rekening had kunnen worden gehouden met de mogelijkheid dat de bedoelde bestemmingswijziging al dan niet zou kunnen worden gerealiseerd, waarbij zowel de goede als de kwade kansen hadden kunnen worden verdisconteerd. In dit verband merkt het Hof op dat de Inspecteur ook bij de aanslagregeling van belanghebbende over het jaar 2003 rekening heeft gehouden met een schattenderwijs door hem bepaalde waarde van dat recht.

4 4.11 Op grond van hetgeen is overwogen onder 4.4 tot en met 4.10 komt het Hof tot het oordeel dat de vordering uit hoofde van het voorwaardelijk recht, bij staking van de onderneming van belanghebbende naar zijn privé-vermogen had dienen te worden overgebracht, zodat de waarde van dat recht in beginsel afgezien van de eventuele toepasselijkheid van de in artikel 8.1.b Wet op de inkomstenbelasting 1964 opgenomen landbouwvrijstelling in zijn stakingswinst had moeten worden opgenomen. Tussen partijen is niet meer in geschil dat belanghebbende zulks niet heeft gedaan. Daarom dient de vordering uit hoofde van het voorwaardelijk recht voorshands als ondernemingsvermogen te worden behandeld, maar staat het zowel aan de Inspecteur als aan belanghebbende vrij de onjuistheid te herstellen. Onder omstandigheden dient daarbij aan belanghebbende een redelijke tegemoetkoming te worden geboden (zie Hoge Raad, 29 juni 1988, nr , BNB 1989/1) Niet in geschil is dat het hiervoor bedoelde herstel dient plaats te vinden in Evenmin is in geschil dat de waarde van de vordering uit hoofde van het voorwaardelijk recht zowel op stakingsdatum, als ook ten tijde van de schenking van dat recht, bedraagt. Partijen verschillen echter van mening over het antwoord op de vraag of op de aldus in 2003 in aanmerking te nemen winst de landbouwvrijstelling kan worden toegepast. Belanghebbende is van mening dat op het in 2003 in aanmerking te nemen voordeel, de landbouwvrijstelling van artikel 8.1.b Wet op de inkomstenbelasting 1964 kan worden toegepast zoals die luidde tot 27 juni 2000, op grond waarvan het gehele voordeel onder de vrijstelling zou vallen. De Inspecteur is daarentegen van mening dat alleen de vrijstelling als bedoeld in artikel 3.12 Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2003) kan worden toegepast, en dat nu sprake is van zogenoemde bestemmingswijzigingswinst dit niet leidt tot enig vrij te stellen deel van de winst. Bovendien, zo stelt de Inspecteur, hangt het gerealiseerde voordeel niet samen met een waardeverandering van de landbouwgrond, zodat ook de landbouwvrijstelling van artikel 8.1.b Wet op de inkomstenbelasting 1964, zoals die luidde tot 27 juni 2000, belanghebbende niet kan baten Naar het oordeel van het Hof dient de koopovereenkomst zo te worden verstaan, dat ook het door koper aan belanghebbende als verkoper verleende voorwaardelijk recht, tot de tegenprestatie van de koper voor de koop van de landbouwgronden dienen te worden gerekend. Alsdan dient de waarde van dat recht mede tot de waarde in het economische verkeer van de landbouwgrond te worden gerekend (zie Hoge Raad, 5 maart 2010, nr. 08/03683, LJN: BL6446, BNB 2010/150). Derhalve is sprake van een ter zake van een waardeverandering van de landbouwgrond gerealiseerd voordeel De koopovereenkomst is gesloten in november 1999, en blijkens de tussen belanghebbende en de Inspecteur gesloten vaststellingsovereenkomst is het moment van winstneming april 2000, wat tussen partijen tevens als tijdstip wordt aangewezen waarop de passage binnenkort in artikel 8.1.b van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (tekst zoals deze luidde tot 27 juni 2000) is ingegaan, en op welke datum ook de termijn van 73 maanden ingaat. Bij artikel XII van de Wet van 14 december 2000, Stb. 567 (hierna: de Wijzigingswet) is de regeling van de landbouwvrijstelling gewijzigd. Artikel XII werkt ingevolge artikel XV, lid 6, van de Wijzigingswet terug tot 27 juni Naar het oordeel van het Hof dient in een geval als het onderhavige, waarin de grond reeds vóór 27 juni 2000 is verkocht en het tijdstip van winstneming eveneens vóór 27 juni 2000 is gelegen, en waar bij die verkoop door de koper een voorwaardelijk recht is verworven waarvan de waarde ten onrechte niet in de vóór 27 juni 2000 gerealiseerde (stakings-) winst is opgenomen, een redelijke toepassing van de Wijzigingswet met zich te brengen dat de landbouwvrijstelling zoals die gold tot 27 juni 2000 ook van toepassing is voorzover de waarde van dat recht, met toepassing van de foutenleer, alsnog op een ná 26 juni 2000 gelegen tijdstip in aanmerking wordt genomen (vergelijk Hoge Raad, 7 september 2007, nr , LJN: BB3077, V-N 2008/15.11). Derhalve kan naar het oordeel van het Hof in de onderhavige situatie, op het gehele in 2003 in de winst te betrekken voordeel van , de landbouwvrijstelling zoals deze luidde tot 27 juni 2000 worden toegepast, zodat dat voordeel in het geheel is vrijgesteld Nu het herstel van de fout in 2003 niet tot een fiscaal nadeel leidt voor belanghebbende is het aanbieden van een redelijke tegemoetkoming niet meer aan de orde. De stelling van de Inspecteur dat de hoogte van deze redelijke tegemoetkoming zou dienen te worden verminderd met de verschuldigde belasting over de door belanghebbende achteraf bezien ten onrechte in 2001 en 2002 niet als vermogensbestanddeel van de rendementsgrondslag opgenomen waarde van het voorwaardelijk recht, behoeft daarmee dan ook geen behandeling meer Het beroep van de Inspecteur op interne compensatie voor wat betreft het jaar 2003, werd reeds door de Rechtbank in haar uitspraak terecht en op goede gronden gehonoreerd. Het Hof maakt haar motivering tot het zijne. slotsom Op grond van het vorenstaande is het hoger beroep ongegrond. 5. Kosten Het Hof stelt de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het hoger beroep heeft moeten maken overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op 874 (1 punt voor het indien van een verweerschrift in hoger beroep en een punt voor het bijwonen van de behandeling ter zitting, met een waarde van 437 per punt). 6. Beslissing Het Gerechtshof: - bevestigt de uitspraak van de Rechtbank, - veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van 874, en - bepaalt dat van de Staat op het moment dat deze uitspraak onherroepelijk is komen vast te staan een griffierecht zal worden geheven van 454. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.G.J.M. van Kempen, voorzitter, mr. A.J. Kromhout en mr. G.W.J.M. Kampschöer, in tegenwoordigheid van mr. C.E. te Brake als griffier. De beslissing is op 6 maart 2012 in het openbaar uitgesproken. De griffier, De voorzitter, (C.E. te Brake) (M.G.J.M. van Kempen) Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 7 maart 2012 Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer) Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd; 2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten. Bron: Datum: :35:35 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFR mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

5 All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent.

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:2681

ECLI:NL:GHARL:2014:2681 ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:9611

ECLI:NL:GHARL:2017:9611 ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:GHARL:2013:8624 ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:8884

ECLI:NL:GHARL:2016:8884 ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

ECLI:NL:GHARL:2017:4777 ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:6759

ECLI:NL:GHARL:2014:6759 ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064

ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:613

ECLI:NL:GHARL:2017:613 ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024 ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 16/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712

ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712 ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/00631 uitspraakdatum: 18 maart 2014 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van

Nadere informatie

BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten.

BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten. ECLI:NL:GHARL:2017:4578, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, 15/00942 Inhoudsindicatie BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding.

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 14/000542 uitspraakdatum: 27 januari 2015 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:634

ECLI:NL:GHARL:2017:634 ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 19-01-2007 Zaaknummer 06-00066 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559

ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559 ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:5327

ECLI:NL:GHARL:2017:5327 ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:3296

ECLI:NL:GHARL:2015:3296 ECLI:NL:GHARL:2015:3296 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-05-2015 Datum publicatie 22-05-2015 Zaaknummer 14/00675 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2014:5014, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Gerechtshof 's-hertogenbosch Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ8214

Gerechtshof 's-hertogenbosch Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ8214 Gerechtshof 's-hertogenbosch, 25-08-2006, 05/00487 Inhoudsindicatie Ingevolge artikel 3.20, lid 5, van de Wet IB 2001is de bijtelling privé-gebruik auto, als bedoeld in dat artikel, niet van toepassing

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388

ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393

ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393 ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 01-03-2011 Datum publicatie 21-03-2011 Zaaknummer 10/00433, 10/00439 en 10/00440 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2015, nummer LEE 13/1129, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2015, nummer LEE 13/1129, in het geding tussen belanghebbende en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-04-2016, 15/00291 Inhoudsindicatie Heffingsambtenaar maakt de waarde van een in de commerciële sfeer geëxploiteerde onroerende zaak niet aannemelijk. Hof stelt de waarde

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:1563

ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00505

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3701

ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 02-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13_1439

Nadere informatie

Woning in aanbouw vormt geen eigen woning omdat deze belanghebbende niet als hoofdverblijf ter beschikking stond.

Woning in aanbouw vormt geen eigen woning omdat deze belanghebbende niet als hoofdverblijf ter beschikking stond. ECLI:NL:GHARN:2010:BL6459, Gerechtshof Arnhem, 16-02-2010, 09-00138 Inhoudsindicatie Inkomstenbelasting. Woning in aanbouw vormt geen eigen woning omdat deze belanghebbende niet als hoofdverblijf ter beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 98/4659

ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 98/4659 ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-12-1999 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 98/4659 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:10274, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:10274, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:GHDHA:2016:1491, Gerechtshof Den Haag, 06-04-2016, BK-15/01012 en BK-15/01013 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-04-2016 Datum Publicatie 26-05-2016 Formele

Nadere informatie

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015

Nadere informatie

<p>geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor onroerende zaak die naar haar aard niet bestemd is voor bewoning.</p>

<p>geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor onroerende zaak die naar haar aard niet bestemd is voor bewoning.</p> ECLI:NL:GHARL:2017:638, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-01-2017, 16/01041 Inhoudsindicatie geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor onroerende zaak die naar haar aard niet bestemd is voor bewoning.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:814

ECLI:NL:GHARL:2015:814 ECLI:NL:GHARL:2015:814 Instantie Datum uitspraak 10-02-2015 Datum publicatie 20-02-2015 Zaaknummer 13/00946 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

Geen recht op stakingslijfrente-aftrek ter gelegenheid van overdracht melkveebedrijf

Geen recht op stakingslijfrente-aftrek ter gelegenheid van overdracht melkveebedrijf Geen recht op stakingslijfrente-aftrek ter gelegenheid van overdracht melkveebedrijf ECLI:NL:GHARL:2013:4448 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-07-2013 Datum publicatie 12-07-2013

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:8053, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2353

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:8053, Bekrachtiging/bevestiging Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2353 ECLI:NL:GHDHA:2017:1565, Gerechtshof Den Haag, 19-04-2017, BK-16/00361 Inhoudsindicatie Partijen hebben desgevraagd verklaard dat tussen hen enkel in geschil is of de Inspecteur terecht het door belanghebbende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098

ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:1064

ECLI:NL:GHARL:2017:1064 ECLI:NL:GHARL:2017:1064 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 1600162 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2016:175, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur) Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Leeuwarden nummer: 12/00201 uitspraakdatum: 15 oktober 2013 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00218

ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00218 ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer 16/00218 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BV7053, Gerechtshof Arnhem, 11/00315 Datum uitspraak:14-02-2012 Datum 28-02-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268 ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-09-2006 Datum publicatie 13-10-2006 Zaaknummer AWB 06/2133 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429

ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429 ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-07-2008 Datum publicatie 23-07-2008 Zaaknummer 07/00429 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 april 2016, nummer Awb 15/2747, in het geding tussen belanghebbende en

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 april 2016, nummer Awb 15/2747, in het geding tussen belanghebbende en ECLI:NL:GHARL:2017:1775 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer 16/00600 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2016:1287, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,

de voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur, uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 Instantie Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 11-00672 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477

ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 14-06-2010 Zaaknummer 09/00106 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende

Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-10-2004 Datum publicatie 28-10-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK 1978/02 Inkomstenbelasting

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826

ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-05-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 11-00572 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546

ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546 ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 16/00546 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:3180

ECLI:NL:GHDHA:2013:3180 ECLI:NL:GHDHA:2013:3180 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24072013 Datum publicatie 21082013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK12/00764 Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:20

ECLI:NL:GHARL:2015:20 ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BP5815

ECLI:NL:GHSGR:2011:BP5815 ECLI:NL:GHSGR:2011:BP5815 Instantie Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 25-02-2011 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage BK-10/00091

Nadere informatie

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis ECLI:NL:GHARL:2014:2897 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 08-04-2014 Datum publicatie 18-04-2014 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800 ECLI:NL:RBDHA:2015:7800 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 02-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 15_57 IBPVV Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/01104

ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/01104 ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-02-2010 Datum publicatie 17-02-2010 Zaaknummer 08/01104 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747 ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3747 Instantie Datum uitspraak 19-05-2010 Datum publicatie 11-08-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 09/6595 SUCCR Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:13019

ECLI:NL:RBDHA:2013:13019 ECLI:NL:RBDHA:2013:13019 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02072013 Datum publicatie 15102013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB12_9829 Belastingrecht Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231 ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231 Instantie Datum uitspraak 28-06-2007 Datum publicatie 24-08-2007 Zaaknummer 06/00183 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. io~oo6zz hop uitspraak GERECHTSHOF 's-gravenhage Sector belasting Nummer BK-08/00456 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. S januari 2010 op het hoger beroep van de Inspecteur, de voorzitter

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00638

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00638 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO4752 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer 09/00638 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser

uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser Uitspraak Rechtbank DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 13/7254 uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser (gemachtigde: mr. drs.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:4441

ECLI:NL:RBZWB:2015:4441 ECLI:NL:RBZWB:2015:4441 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 4046 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:708

ECLI:NL:GHARL:2015:708 ECLI:NL:GHARL:2015:708 Instantie Datum uitspraak 03022015 Datum publicatie 06022015 Zaaknummer 13/01089 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof ArnhemLeeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:1535

ECLI:NL:GHARL:2016:1535 ECLI:NL:GHARL:2016:1535 Instantie Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 15/00020 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887

ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887 ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 12-05-2005 Datum publicatie 21-06-2005 Zaaknummer 04-01163 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-01-2009 Datum publicatie 12-05-2009 Zaaknummer AWB 07/1900 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8747

ECLI:NL:GHARL:2013:8747 pagina 1 van 7 ECLI:NL:GHARL:2013:8747 Instantie Datum uitspraak 19-11-2013 Datum publicatie 22-11-2013 Zaaknummer BK 13/00192 Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Uitspraak van 26 maart 2014 [X] te [Z], belanghebbende, de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond,

Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Uitspraak van 26 maart 2014 [X] te [Z], belanghebbende, de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond, Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/01258 Uitspraak van 26 maart 2014 in het geding tussen: [X] te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AW2040

ECLI:NL:GHARN:2006:AW2040 ECLI:NL:GHARN:2006:AW2040 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 27-03-2006 Datum publicatie 14-04-2006 Zaaknummer 03-01483 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep

11-09-2015 21-09-2015 14/00330. Belastingrecht. Hoger beroep ECLI:NL:GHSHE:2015:3523 http://deeplink. Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 11-09-2015 21-09-2015

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2733

ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00008 tot en met 15/00010 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI1981 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/00054

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI1981 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/00054 ECLI:NL:GHAMS:2009:BI1981 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-04-2009 Datum publicatie 29-04-2009 Zaaknummer 08/00054 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:22148, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:22148, Bekrachtiging/bevestiging Gerechtshof Den Haag, 08-11-2013, BK 12-00864 Inhoudsindicatie BPM. In geschil is of voor de hoogte van de BPM de vermelding van energie-efficiëntieklasse E in het kentekenregister beslissend is, dat wil

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850

ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 ECLI:NL:RBZWB:2016:4850 Instantie Datum uitspraak 19-07-2016 Datum publicatie 01-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 15 _ 5497 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 7 ECLI:NL:GHARL:2013:6083 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 06-08-2013 Datum publicatie 23-08-2013 Zaaknummer 13/00207 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBARN:2012:2728,

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2012:BV0713 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHLEE:2012:BV0713 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHLEE:2012:BV0713 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 12-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK 10/00331 Inkomstenbelasting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:8725

ECLI:NL:RBZWB:2015:8725 ECLI:NL:RBZWB:2015:8725 Instantie Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 12-04-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 3746 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2216

ECLI:NL:GHARL:2015:2216 ECLI:NL:GHARL:2015:2216 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 03-04-2015 Zaaknummer 14/00437 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2014:1424, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490 ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/00338 Uitspraak van 3 januari 2014 in het geding tussen: [X], wonende te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:8876

ECLI:NL:GHARL:2015:8876 ECLI:NL:GHARL:2015:8876 Instantie Datum uitspraak 24-11-2015 Datum publicatie 04-12-2015 Zaaknummer 14/01081 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie