Bestuurs(proces)recht AAK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestuurs(proces)recht AAK"

Transcriptie

1 6144 Katern 109 staats- en bestuursrecht Bestuurs(proces)recht AAK A.T. Marseille Wetgeving Bestuurlijke lus Het initiatief-wetsvoorstel ter invoering van een bestuurlijke lus in de Awb is weer een stapje dichter het Staatsblad genaderd. In reactie op het advies van de Raad van State hebben de kamerleden Vermeij, Koopmans en Népperus een gewijzigd wetsvoorstel het licht doen zien, compleet met aangepaste memorie van toelichting (zie Kamerstukken II 2007/08, , de nummers 4, 5 en 6). De meest in het oog springende verandering is de wijziging van de benaming van het wetsvoorstel. In plaats van Wet Vermeij, Koopmans en Népperus bestuurlijke lus Awb is kort en krachtig gekozen voor Wet bestuurlijke lus Awb. Waar ging het ook al weer over? Met het begrip bestuurlijke lus wordt gedoeld op de bevoegdheid van de bestuursrechter om, als hij bij de toetsing van het bestreden besluit tot de conclusie komt dat dit vernietigd moet worden, de regie te nemen over het herstel door het bestuursorgaan van de gebreken die aan het te vernietigen besluit kleven. De procedure van de bestuurlijke lus werkt als volgt. Als de rechter een gebrek in het bestreden besluit constateert, kan hij het bestuursorgaan bij tussenuitspraak in de gelegenheid stellen het gebrek te herstellen. Als het bestuursorgaan op het verzoek van de rechtbank ingaat, wordt de herstelpoging van het bestuur, nadat de andere partijen van het geschil zich daarover hebben uitgelaten, door de rechter betrokken bij zijn oordeel over het beroep. De achtergrond van het initiatiefwetsvoorstel is het ongenoegen over het feit dat bestuurlijke besluitvorming, als die tot een procedure bij de bestuursrechter leidt, nogal eens in een proces van trial and error uitmondt: nadat het beroep heeft geleid tot de vernietiging van het bestreden besluit, moet het bestuursorgaan opnieuw een poging doen een rechtmatig besluit te nemen. Het nieuwe besluit kan echter evenzeer voorwerp van een beroepsprocedure worden en het is niet uitgesloten dat ook dit besluit wordt vernietigd, waarna de besluitvorming van voor af aan kan beginnen. De bestuurlijke lus beoogt een dergelijke gang van zaken te voorkomen, door de rechter de bevoegdheid te geven om zich in de procedure tegen het oorspronkelijke (onrechtmatig gebleken) besluit ook uit te laten over de rechtmatigheid van het vervangende besluit dat het bestuur op uitnodiging van de rechter heeft genomen, en zo te voorkomen dat over het vervangende besluit mochten de betrokken belanghebbenden zich daar niet in kunnen vinden in een afzonderlijke procedure moet worden geoordeeld. Alles ten bate van de finale beslechting van bestuursrechtelijke geschillen. Het advies van de Raad van State en de reactie daarop van Vermeij, Koopmans en Népperus laten zien dat niet elk simpel uit te leggen probleem ook gemakkelijk is op te lossen. De Raad van State stelt de initiatiefnemers vele vragen, maar de hamvraag (vrij weergegeven) is de volgende: Wat is de meerwaarde van jullie voorstel ten opzichte van het instrumentarium dat de bestuursrechter nu al ten dienste staat? Immers, zo vervolgt de Raad van State, de rechtbank kan het bestuur nu toch ook al uitnodigen gebreken in diens besluit te herstellen door hangende de beroepsprocedure gebruik te maken van diens bevoegdheid tot wijziging van het besluit, om vervolgens het gewijzigde besluit bij zijn beoordeling te betrekken? Het antwoord van Vermeij, Koopmans en Népperus overtuigt maar matig. Zij erkennen dat hun voorstel de rechter niet de bevoegdheid verschaft het bestuur te verplichten een gebrekkig besluit te repareren, maar stellen dat het bestuur een dergelijk verzoek van de rechter eigenlijk niet kan weigeren. Ze verwijzen daartoe naar artikel 8:45 Awb, dat evenzeer naar de letter een verzoek om informatie zou inhouden, maar naar de geest een verplichting. De vergelijking met artikel 8:45 gaat echter mank. Die bepaling behelst weldegelijk een verplichting voor degene tot wie de rechtbank zich richt, wat niet geldt voor een verzoek van de rechtbank aan een bestuursorgaan om gebreken in diens besluit te herstellen. Een bestuursorgaan dat vindt dat de rechter het in zijn oordeel over de gebrekkigheid van het bestreden besluit niet bij het rechte eind heeft, zal het aanbod van de rechter zeker afslaan. Bij lezing van de nieuwe memorie van toelichting bij het initiatiefwetsvoorstel komt de vraag op of er voor Verme ij, Koopmans en Népperus niet een beter weerwoord voorhanden was. Als één van de mogelijke toepassingen van de bestuurlijke lus noemen zij de situatie dat de rechtbank constateert dat aan een in beroep bestreden bouwvergunning een gebrek kleeft, bijvoorbeeld strijd met het bestemmingsplan (zie Kamerstukken II 2007/08, , nr. 6, p. 12). In het gegeven voorbeeld herstellen burgemeester en wethouders het gebrek, door de bouwvergunning alsnog te weigeren. In het licht van dat voorbeeld hadden Vermeij, Koopmans en Népperus in reactie op de vraag van de Raad van State kunnen zeggen: Kijk, dat is nou de meerwaarde van ons voorstel ten opzichte van de huidige situatie. Op dit moment heeft de rechtbank nog niet de bevoegdheid het bestuur in de gelegenheid te stellen alle mogelijke gebreken in alle mogelijke besluiten te herstellen, maar als ons voorstel wet wordt, wel! Maar is dat wel zo? Het klopt dat de bestuursrechter die mogelijkheid op dit moment niet heeft, omdat iedere uitnodiging van de rechter aan het bestuurorgaan om hangende de procedure een gebrekkig besluit te wijzigen, begrensd wordt door de bevoegdheid van het bestuursorgaan. Met betrekking tot sommige besluiten heeft het bestuur verstrekkende wijzigingsbevoegdheden, ter zake van andere besluiten (zoals bouwvergunningen) zijn die bevoegdheden zeer beperkt. Zal, zoals de memorie van toelichting suggereert, onder de Wet bestuurlijke lus Awb de rechter burgemeester en wethouders kunnen verzoeken een gebrekkige bouwvergunning waar beroep tegen is ingesteld te wijzigen, in die zin dat de verleende vergunning alsnog wordt geweigerd? Ik zou denken: alleen als burgemeester en wet-

2 staats- en bestuursrecht Katern houders daartoe ingevolge artikel 59 Woningwet (waarin de bevoegdheid tot het intrekken van de bouwvergunning is geregeld) bevoegd zijn, maar niet reeds omdat de rechtbank heeft geconstateerd dat de vergunning niet verleend had mogen worden. Pas een vernietiging door de rechtbank verschaft burgemeester en wethouders de kans een bouwvergunning op andere dan de in artikel 59 Woningwet genoemde gronden te wijzigen. En op het moment dat de rechtbank gebruik maakt van de mogelijkheid het bestuur uit te nodigen een gebrek in een besluit te herstellen, is er (nu niet en evenmin in het voorstel van Vermeij, Koopmans en Neppérus) geen sprake van een situatie waarin dat gebrekkige besluit is vernietigd. De mogelijkheden van het bestuur tot herstel zijn en blijven zo lang het bestreden besluit niet is vernietigd begrensd door de wijzigingsbevoegdheid die het bestuur met betrekking tot het besluit heeft. De conclusie moet dan ook luiden dat het de vraag blijft waar in het initiatiefvoorstel precies de ruimere mogelijkheden van de bestuursrechter liggen om tot finale geschilbeslechting te komen. Jurisprudentie Verruiming en beperking van het belanghebbendebegrip In iedere beroepsprocedure moet de bestuursrechter de vraag beantwoorden of appellant belanghebbende is bij het door hem bestreden besluit. Zo ja, dan is de rechter bereid de rechtmatigheid van het bestreden besluit te beoordelen, zo nee, dan blijft een rechterlijke beoordeling van het besluit achterwege. De jurisprudentie over het belanghebbendebegrip is voortdurend in beweging. Twee bewegingen vallen op. De rechter wordt soepeler als sprake is van een afgeleid belang, en strenger als een appellant belanghebbendheid claimt op grond van artikel 1:2 lid 3 Awb. Voor wat betreft het afgeleide belang lijkt inmiddels te gelden dat als een persoon niet direct door een besluit in zijn belang wordt getroffen, maar via de band van een ander (bijvoorbeeld de huurder van een woning die in zijn belang wordt geraakt door een besluit dat is gericht tot de verhuurder), dat niet in de weg hoeft te staan aan het aannemen van belanghebbendheid, als het indirect geraakte belang maar zwaar genoeg is (zie ABRvS 28 mei 2008, LJN: BD2641). Bij de belanghebbendheid op grond van artikel 1:2 lid 3 Awb valt een omgekeerde beweging te zien. Zoals bekend kunnen rechtspersonen die blijkens hun statuten en feitelijke werkzaamheden een algemeen of collectief belang in het bijzonder behartigen, worden aangemerkt als belanghebbenden bij een besluit dat die belangen raakt. Uit verschillende uitspraken die de Afdeling bestuursrechtspraak de afgelopen tijd heeft gedaan, komt naar voren dat de twee centrale criteria van artikel 1:2 lid 3 ( blijkens hun feitelijke werkzaamheden en in het bijzonder ) restrictiever worden geïnterpreteerd. Uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van 28 mei 2008 (AB 2008, 238 m.nt. Nijmeijer) en van 1 oktober 2008 (LJN: BF3911, LJN: BF3912 en LJN: BF3913) laten dat zien. Omdat de uitspraken van 1 oktober het uitvoerigst zijn gemotiveerd, beperk ik me daartoe. Aan de orde was het beroep van de Stichting Openbare Ruimte, gericht tegen een door het college van gedeputeerde staten van Gelderland verleende vergunning voor het uitbreiden van de veestapel van een veehouderij ergens in Gelderland. De Afdeling vindt dat de Stichting om twee redenen geen belanghebbende is bij het besluit. In de eerste plaats is de statutaire omschrijving van het doel van de stichting dusdanig ruim ( een kwalitatief duurzame leefomgeving voor alle levende wezens, omvattende zowel de lokale, nationale als mondiale leefomgeving ), dat zij niet kan volhouden dat met de vergunning een belang wordt geraakt dat de stichting in het bijzonder behartigt. Daarmee is het lot van het beroep van de stichting bezegeld: dat zal niet-ontvankelijk worden verklaard. Desondanks meldt de Afdeling ook nog problemen te hebben met de feitelijke werkzaamheden van de Stichting. De werkzaamheden beperken zich in hoofdzaak tot het voeren van juridische procedures. De Afdeling zegt daarover dat het louter in rechte opkomen tegen besluiten als regel niet kan worden aangemerkt als feitelijke werkzaamheden. Met andere woorden: als een rechtspersoon zich beperkt tot het voeren van procedures bij de rechter ter realisering van de in haar statuten omschreven doeleinden, is dat onvoldoende om te kunnen spreken van feitelijke werkzaamheden ter behartiging van die doeleinden. In de onderbouwing van het oordelen over de feitelijke werkzaamheden gaat de Afdeling niet al te subtiel te werk. Zo wordt gesteld dat als het louter voeren van procedures voldoende zou zijn om van feitelijke werkzaamheden te spreken, het beroepsrecht in feite voor iedereen open staat en we dus weer terug zijn bij de (tot voor enkele jaren in het milieurecht geldende) actio popularis. Dat lijkt me onjuist. Want ook een ruime uitleg van het begrip feitelijke werkzaamheden doet niet af aan de eis van rechtspersoonlijkheid en de eis van een statutaire doelomschrijving die overeenstemt met het belang dat door het bestreden besluit wordt geraakt. Anders gezegd: tussen een royale toegang voor ideële organisaties en een actio popularis zit een veel grotere ruimte dan de Afdeling ons in deze uitspraak wil doen geloven. Verbazend is ook de overweging dat verzoeken tot handhavend optreden en het indienen van zienswijzen niet als feitelijke werkzaamheden kunnen worden aangemerkt, omdat die dienen ter voorbereiding van het in rechte opkomen tegen besluiten. Ook dat is te kort door de bocht. Handhavingsverzoeken en zienswijzen zijn weliswaar een noodzakelijke voorwaarde voor het kunnen voeren van procedures bij de bestuursrechter, maar daarmee is niet gezegd dat ze per definitie de opstap naar een rechterlijke procedure zijn. Doordat elke activiteit waarvan achteraf kan blijken dat het een voorschot is geweest op een procedure bij de rechter, wordt beschouwd als activiteit in het kader van die procedure, is de nieuwe norm nog beperkter dan de omschrijving (de feitelijke werkzaamheden moeten meer omvatten dan het voeren van procedures) suggereert.

3 6146 Katern 109 staats- en bestuursrecht Schade door trage rechterlijke besluitvorming Zo terughoudend als de Afdeling in de uitspraak van 1 oktober 2008 is, zo royaal is ze in de uitspraak van 4 juni 2008 (AB 2008, 229 m.nt. Widdershoven, JB 2008/146 m.nt. A.M.L. Jansen; zie ook T. Barkhuysen & M.L. van Emmerik, Schadevergoeding bij schending van de redelijke termijn: op weg naar een effectief rechtsmiddel, NJB 2008, 1266, p ). Die uitspraak betreft schade als gevolg van schending van de in artikel 6 EVRM neergelegde verplichting dat rechterlijke procedures binnen een redelijke termijn moeten zijn afgerond. Bij overschrijding van de redelijke termijn gaat het meestal om vertraging in de bestuurlijke fase. De bestuursrechter is onder omstandigheden bereid het bestuur te veroordelen tot vergoeding van de daardoor veroorzaakte schade (zie CRvB 8 december 2004, AB 2005, 73 m.nt. Bröring, ABRvS 6 juni 2007, AB 2007, 220 m.nt. A.M.L. Jansen). Maar overschrijding van de redelijke termijn kan ook gelegen zijn in de lengte van de procedure bij de rechter zelf. Dat was hier het geval. De procedure bij de rechtbank had meer dan drie jaar geduurd. Ter zitting van de procedure van hoger beroep tegen de rechtbankuitspraak bracht de appellant naar voren dat de lange duur van de procedure voor hem en zijn gezin emotioneel zwaar was geweest. Voor de Afdeling is die verzuchting aanleiding voor twee even daadkrachtige als verstrekkende beslissingen, met als doel te bewerkstelligen dat zij een oordeel kan geven over schadevergoeding als gevolg van de schending van de redelijke termijn door de rechter. De eerste beslissing houdt in dat de Afdeling de verzuchting, met toepassing van artikel 8:69 lid 2 Awb (dat de bestuursrechter verplicht de rechtsgronden aan te vullen), als verzoek om schadevergoeding kwalificeert. De tweede beslissing is dat de Afdeling artikel 8:73 Awb (dat de rechter de mogelijkheid biedt om bij gegrondverklaring van het beroep op verzoek van een partij het bestuur tot schadevergoeding te veroordelen) van toepassing verklaart op het verzoek, daarmee het toepassingsbereik van die bepaling uitbreidend tot schade die is veroorzaakt door rechterlijk handelen. Ter rechtvaardiging wordt gesproken over een verdragsconforme uitleg van artikel 8:73. Oftewel: artikel 6 EVRM vereist dat artikel 8:73 onder omstandigheden ook van toepassing is op door rechterlijk handelen veroorzaakte schade. Het resultaat van beide acties is dat de Afdeling uitspreekt dat voor zover het de schadeclaim betreft de behandeling van de zaak wordt hervat ter voorbereiding van een uitspraak over de vergoeding van de door het trage rechterlijke handelen veroorzaakte schade. In de literatuur is op de uitspraak met een mengeling van bewondering en verbazing gereageerd. Positief is dat een burger die schade lijdt door traag rechterlijk handelen, relatief snel aan een rechterlijk oordeel kan komen over de vergoeding daarvan. Tot aan de uitspraak van de Afdeling was een gelaedeerde aangewezen op de burgerlijke rechter voor een oordeel over de hoogte van de schadevergoeding vanwege schending van de redelijke termijn door de bestuursrechter (CRvB 8 december 2004, AB 2005, 73 m.nt. Bröring), met als gevolg dat het bovenmatige inspanning en veel tijd vergde om dergelijke claims te verzilveren. Het is echter niet onopgemerkt gebleven dat de Afdeling, om dit resultaat te bereiken, bijzonder creatief met de ten dienste staande Awb-bepalingen om diende te springen. Daarnaast is de vraag opgekomen hoe de Afdeling zal reageren als het schadeverzoek de lange duur van de procedure bij de Afdeling zelf betreft. Barkhuysen & Van Emmerik suggereren om een aparte kamer in te stellen voor dergelijke schadeverzoeken, zodat wordt voorkomen dat rechters die verantwoordelijk zijn voor de schending van de redelijke termijn, tevens oordelen over de daarop gebaseerde schadeclaim. Tot slot dient te worden vermeld dat vlak na de uitspraak van de Afdeling de Centrale Raad van Beroep in een vergelijkbare zaak tot precies hetzelfde oordeel is gekomen (CRvB 11 juli 2008, AB 2008, 241 m.nt. Widdershoven, JB 2008/172 m.nt. A.M.L. Jansen). Dat wijst op voorafgaand overleg tussen beide colleges over hun respectievelijke uitspraken. De heroverweging in bezwaar tegen het buiten behandeling laten van een aanvraag Een derde uitspraak van de Afdeling die aandacht verdient betreft de heroverweging van besluiten waarbij een aanvraag met toepassing van artikel 4:5 Awb buiten behandeling is gelaten (ABRvS 16 juli 2008, JB 2008/196 m.nt. Albers; zie ook J.C.A. de Poorter, Kroniek Bestuursprocesrecht, NTB 2008, 32, p ). artikel 4:5 Awb bepaalt dat het bestuur een aanvraag buiten behandeling kan laten als de aanvrager ook nadat hij op zijn nalaten is gewezen en hem een termijn is gesteld om dat goed te maken het bestuur niet heeft voorzien van gegevens die van belang zijn voor de beoordeling van de aanvraag en waarover hij wel beschikt en het bestuur niet. Tegen een besluit tot het buiten behandeling laten van een aanvraag is uiteraard bezwaar mogelijk. Als dat wordt ingesteld, komt het nogal eens voor dat in bezwaar alsnog de gegevens worden overgelegd waar het bestuur om had gevraagd. Welke consequentie dient dat te hebben voor het besluit dat het bestuur op het bezwaar moet nemen? Uit de uitspraak van de Afdeling blijkt dat de beoordeling van het bezwaar in zo n geval in twee stappen moet plaatsvinden. In de eerste plaats moet het bestuur naar aanleiding van het bezwaar nagaan of het bij nader inzien nog steeds vindt dat het terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gelaten. Is de uitkomst van die heroverweging dat het bestuur blijft bij zijn oorspronkelijke beslissing, dan heeft het de keuze. Het kan in de beslissing op bezwaar stellen dat het artikel 4:5 terecht heeft toegepast en dat het dus niets kan met de in bezwaar alsnog overgelegde gegevens. Maar het kan er ook voor kiezen om met gebruikmaking van de in bezwaar overgelegde gegevens alsnog een inhoudelijk besluit nemen. Dat besluit is dan een besluit op bezwaar, waar beroep bij de bestuursrechter tegen openstaat. Is de uitkomst van de bestuurlijke heroverweging dat de aanvraag ten onrechte niet in behandeling is genomen, dan moet het bestuur, met gebruikmaking van de in bezwaar overgelegde gegevens, alsnog een beslissing op de

4 staats- en bestuursrecht Katern aanvraag nemen. Ook die beslissing is een besluit op bezwaar en niet, zoals de jurisprudentie van de Afdeling tot nu toe (zie ABRvS 20 november 2006, AB 2007, 133 m.nt. Sewandono) bepaalde, een nieuw primair besluit. Ten minste twee opmerkingen kunnen bij de uitspraak worden gemaakt. De eerste is dat door de jurisprudentiewijziging het vaker voor zal komen dat de degene die bezwaar maakt tegen het buiten behandeling laten van de aanvraag en het bestuur bereid vindt om op basis van de in bezwaar door hem overgelegde gegevens alsnog tot een inhoudelijke behandeling over te gaan, een instantie verliest. Dat is te billijken, omdat hij daar zelf verantwoordelijk voor kan worden gehouden. De tweede opmerking betreft de aanvrager die in bezwaar alsnog met de gevraagde gegevens komt, maar wiens bezwaar toch ongegrond wordt verklaard, omdat het bestuur vindt dat het de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gelaten. Kan die bezwaarmaker op een of andere manier bewerkstelligen dat zijn aanvraag alsnog inhoudelijk wordt behandeld? Beroep heeft in de meeste gevallen weinig zin, want de rechtbank zal zich in zijn oordeel beperken tot de vraag of het bestuursorgaan het bezwaar tegen het buiten toepassing laten van de aanvraag terecht ongegrond heeft verklaard. Het alternatief is: opnieuw een aanvraag indienen. Maar dreigt dan niet de toepassing van artikel 4:6 Awb, dat het bestuur de mogelijkheid biedt een nieuwe aanvraag die identiek is aan een eerder afgewezen aanvraag, zonder omwegen af te wijzen? De Poorter beredeneert overtuigend dat dit niet het geval is. Niet alleen omdat het eerdere besluit niet de afwijzing van een aanvraag betreft, maar het buiten behandeling laten daarvan, maar ook omdat het bestuur bij het onvolledig aanleveren van gegevens kan kiezen voor het afwijzen van de aanvraag in plaats van voor het buiten behandeling laten daarvan. Kiest het bestuur voor afwijzen, dan heeft de aanvrager in bezwaar een herkansing. In dat licht zou het onacceptabel zijn als de aanvrager, als gevolg van de keuze van het bestuur voor buiten behandeling laten, vervolgens niet meer kan bewerkstelligen dat zijn aanvraag alsnog inhoudelijk wordt behandeld. Ook voor deze uitspraak geldt dat er een pendant is van de Centrale Raad van Beroep, in de vorm van CRvB 24 juni 2008, JB 2008/203 m.nt. Albers. Literatuur Beleidsregels in de gemeentelijke praktijk Op 5 juni dit jaar promoveerde Albertjan Tollenaar in Groningen op een proefschrift met als titel: Gemeentelijk beleid en beleidsregels (Den Haag: BJu). De vraag die in het proefschrift centraal staat, betreft de invloed van beleidsregels op de kwaliteit van de gemeentelijke beschikkingverlening. Zoals bekend zijn er in het bestuursrecht meer regels dan alleen wetten in materiële zin. De verplichting van het bestuur om consistent te handelen, leidt ertoe dat steeds wanneer het bestuur discretionaire bevoegdheden uitoefent en/of feiten moet vaststellen, regels ontstaan die moeten zorgen voor een consistente bevoegdheidsuitoefening door het bestuur. Aanvankelijk werden deze regels in de literatuur aangeduid als beleidsregels: door het bestuur zelf opgestelde regels, niet gebaseerd op enige wettelijke bevoegdheid, waarin is vastgelegd op welke wijze het bestuur gebruik maakt van zijn bevoegdheden. Sinds de Awb zich met beleidsregels is gaan bemoeien, is de term beleidsregel gereserveerd voor bij besluit door het bestuur vastgestelde regels, niet gebaseerd op enige wettelijke bevoegdheid, waarin is vastgelegd op welke wijze het bestuur gebruik maakt van zijn bevoegdheden (art. 1:3 lid 4 Awb). Tollenaar onderscheidt in zijn proefschrift het genus besluitvormingsregels (alle soorten regels die het bestuurshandelen normeren die niet op een specifieke wettelijke grondslag zijn gebaseerd), en de species beleidsregels (de door het bestuursorgaan zelf bij besluit vastgestelde regels over de invulling van de eigen bevoegdheid), niet-geaccordeerde werkvoorschriften (op de werkvloer ontstane, niet bij besluit vastgestelde regels ter normering van bestuursbevoegdheden) en richtlijnen (besluitvormingsregels die gaan over bevoegdheden van een ander bestuursorgaan dan het bestuursorgaan dat ze heeft opgesteld). De regeling van beleidsregels in de Awb had als doel de kwaliteit van de bestuurlijke besluitvorming te vergroten. Is dat gelukt? Ter beantwoording van die vraag heeft Tolle naar bij acht gemeenten uitgebreid case study-onderzoek gedaan naar besluitvorming over bijzondere bijstand, bouwvergunningen onder vrijstelling, evenementen en handhaving. Een eerste bevinding is dat er in de gemeentelijke praktijk een overmaat aan regels is ten bate van een consistente bevoegdheidsuitoefening. Ambtenaren die betrokken zijn bij de uitvoering van discretionaire bevoegdheden, genieten niet van hun vrijheid, maar hebben juist behoefte aan de zekerheid van regels. Zo zijn regels ter invulling van de discretionaire bevoegdheden ten opzichte van de burgers op wie besluiten betrekking hebben, een middel ter verantwoording van de genomen besluiten. Ten opzichte van toezichthouders hebben regels ter invulling van discretie een vergelijkbare functie. Voorts vindt sturing door de politiek-ambtelijke top veelvuldig plaats in de vorm van algemene regels. Ten slotte vergemakkelijken regels de besluitvorming: ambtenaren hoeven niet per geval te beslissen maar kunnen er mee volstaan uit te zoeken onder welke van de in de regels onderscheiden categorieën een bepaalde casuspositie valt; de te nemen beslissing vloeit daar dan als automatisme uit voort. De keerzijde hiervan is dat er in de praktijk weinig aandacht is voor de noodzaak om in bijzondere gevallen af te wijken van de gehanteerde besluitvormingsregel. Uniformiteit prevaleert boven besluitvorming op maat. Een tweede bevinding is dat de regeling van de beleidsregel in de Awb tot minder kwaliteitsverbetering leidt dan had gekund. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de wetgever ook al is een beleidsregel een bij besluit vastgestelde regel er van heeft afgezien bij de bestuursrechter beroep open te stellen tegen beleidsregels (zie art. 8:2 Awb) en dat het bestuursorgaan niet verplicht is om een vaste

5 6148 Katern 109 staats- en bestuursrecht gedragslijn ter uitoefening van een bevoegdheid op schrift te stellen en bekend te maken. Dat geen beroep kan worden ingesteld tegen beleidsregels heeft als consequentie dat correctie van onrechtmatige beleidsregels in de praktijk alleen mogelijk is door middel van een procedure tegen een op die beleidsregel gebaseerde beschikking. De correctie beperkt zich dan tot de toepassing van de algemene regel in één concreet geval. De afwezigheid van een verplichting voor het bestuur om op schrift gestelde regels die het als vaste gedragslijn hanteert, bij besluit vast te stellen en bekend te maken, zorgt ervoor dat het inzicht in de door het bestuur gehanteerde regels enorm kan variëren. Het verbaast dan ook niet dat Tollenaar voorstelt beroep bij de bestuursrechter mogelijk te maken tegen beleidsregels en het bestuur te verplichten vaste gedragslijnen bij besluit vast te stellen en bekend te maken. Een derde bevinding heeft te maken met de dualisering van het gemeentebestuur in Als gevolg daarvan kan de gemeenteraad niet langer beleidsregels vaststellen over de uitoefening van bevoegdheden door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders. In de gemeentelijke praktijk wordt echter veelvuldig gehandeld alsof de gemeenteraad die bevoegdheid nog steeds bezit, met name vanwege het gezag dat aan de gemeenteraad als hoogste orgaan van de gemeente toekomt. Derhalve stellen gemeenteraden nog steeds regels vast over bevoegdheden van de andere gemeentelijke bestuursorganen, wellicht in de veronderstelling dat dit beleidsregels zijn. Ze zijn dat echter niet. Omdat de regels de bevoegdheden van andere gemeentelijke bestuursorganen betreffen, zijn het niet meer dan richtlijnen. Tollenaar stelt voor de wet (weer) in overeenstemming met de gemeentelijke praktijk te brengen door de gemeenteraad opnieuw de bevoegdheid te geven beleidsregels vast te stellen over door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders uit te oefenen bevoegdheden. De gemeenteraad doet dan weer wat hij nu wellicht denkt dat hij nog steeds doet, maar feitelijk niet meer (of: nog niet) doet. Europees Recht AAK Europa Instituut Leiden Jurisprudentie Sociale politiek HvJ EG 17 juli 2008, zaak C 303/06 S. Coleman t Attridge Law and Steve Law De zaak heeft betrekking op de uitleg van Richtlijn 2000/78/EG (PbEU L 303,16). Volgens deze richtlijn is discriminatie op grond van onder meer handicap verboden. De Britse mevrouw Coleman heeft drie jaar nadat zij een gehandicapt kind heeft gekregen vrijwillig ontslag genomen bij haar werkgever. Later eist ze echter schadevergoeding van haar werkgever op grond van de stelling dat zij tot ontslagname was gedwongen omdat haar werkgever haar ongelijk behandelde ten opzichte van werknemers met gezonde kinderen. Zij stelt dat haar juist allerlei faciliteiten om zorg en arbeid te kunnen combineren (zoals flexibel werktijden) werden onthouden. De prejudiciële vraag aan het Hof luidde of het beginsel van gelijke behandeling en het verbod van directe discriminatie tevens van toepassing zijn op een werknemer die niet zelf gehandicapt is, maar die ongunstig wordt behandeld of wordt geïntimideerd wegens de handicap van een kind waarvan zij de hoofdverzorgster is. Het Hof beantwoordt deze vraag bevestigend. Daarvoor doet het een beroep op doel en strekking van de richtlijn. Het beginsel van gelijke behandeling is niet van toepassing op een bepaalde categorie personen, maar heeft betrekking op discriminatie op basis van een van de in artikel 1 van de richtlijn genoemde gronden. Door aldus de discriminatiegrond voorop te stellen geeft het Hof een zeer ruime uitleg aan de personele werkingssfeer van deze richtlijn. Na het arrest Chacón Navas (zaak C 13/05 van 11 juli 2006) waarin het leek dat het Hof neigde naar een restrictieve uitleg van het begrip handicap, kwam de uitspraak in de zaak Coleman voor velen als een verassing. Burgerschap, Ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid HvJ EG 25 juli 2008, zaak C-127/08 Metock (ea.) t. Minister for Justice, Equality and Law Reform Centraal in deze zaak staat de vraag of een richtlijn 2004/38/EG (PbEU L 158,77) in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling die aan een derdelander, getrouwd met een Unieburger die verblijft in een andere lidstaat dan waarvan deze de nationaliteit bezit, de eis stelt dat hij vóór zijn komst naar de gastlidstaat legaal verblijf heeft gehouden in de andere lidstaat. Twee punten zijn opmerkelijk. Ten eerste herziet het Hof de eigen rechtspraak op het punt van legaal verblijf, voorafgaand aan het vertrek naar een andere lidstaat, van derdelanders als familielid (zie zaak C-109/01 Akrich van 23 september 2003). Het genot van de rechten van de Unieburger mag niet van een dergelijke voorwaarde afhankelijk zijn. Ten tweede beroept het Hof zich expliciet op de bevoegdheidsverdeling tussen Gemeenschap en lidstaten. Aangezien de Gemeenschap maatregelen kan nemen die nodig zijn voor de totstandkoming van het vrij verkeer van burgers van de Unie op basis van de artikelen 18, en 52 EG alsmede Richtlijn 2004/38, heeft de EG daarmee ook de bevoegdheid de voorwaarden te regelen voor binnenkomst en verblijf van de familieleden van Unieburgers. Wanneer lidstaten de binnenkomst en het verblijf van derdelanders die een familielid zijn van Unieburgers op hun grondgebied zouden mogen reguleren zou dit volgens het Hof tot gevolg hebben dat de vrijheid van verkeer van burgers van de Unie in een lidstaat waarvan zij niet de nationaliteit bezitten, van lidstaat tot lidstaat zou verschillen. Een dergelijk resultaat valt niet te rijmen met de doel-

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal. Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Sector bestuursrecht zaaknummer: AWB 11/2308 WWB uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen [eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres, gemachtigde mr. W.G. Fischer,

Nadere informatie

De bestuursrechter en de bestuurlijke lus

De bestuursrechter en de bestuurlijke lus De bestuursrechter en de bestuurlijke lus Prof. dr. A.J.C. de Moor-van Vugt 3-4-2014 pag. 1 Einde Afdeling bestuursrechtspraak? Regeerakkoord : De Raad van State wordt gesplitst in een rechtsprekend deel

Nadere informatie

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 09 februari 2018 Onderwerp Evaluatie van de bestuurlijke lus

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 09 februari 2018 Onderwerp Evaluatie van de bestuurlijke lus 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011 VNG Juridische 2-daagse Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer Liesbeth.berkouwer@kvdl.nl 11 oktober 2011 Programma Finale geschilbeslechting - toepassing 8:72 - bestuurlijke lus - zaaksdifferentiatie Wetsvoorstel

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 17 JUNI 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 31 352 Voorstel van wet van de leden Vermeij, Koopmans en Neppérus tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling voor herstel

Nadere informatie

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014 AKD Gemeentedag 2014 15 maanden Wet aanpassing bestuursprocesrecht Prof. mr. G.A. van der Veen Advocaat bestuursrecht/omgevingsrecht AKD Advocaten en notarissen Rotterdam Bijzonder hoogleraar milieurecht

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Actualiteiten bestuurs(proces)recht

Actualiteiten bestuurs(proces)recht 1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2017 Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf 2 Onderwerpen Organisatie hoogste bestuursrechtspraak Einde ne bis in idem-rechtspraak (art. 4:6 Awb) Inherente

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting

Nadere informatie

Een onderzoek naar de manier waarop de burgemeester van Valkenswaard is omgegaan met de klachten van een belanghebbende over een besluit.

Een onderzoek naar de manier waarop de burgemeester van Valkenswaard is omgegaan met de klachten van een belanghebbende over een besluit. Rapport Bezwaar of klacht? Een onderzoek naar de manier waarop de burgemeester van Valkenswaard is omgegaan met de klachten van een belanghebbende over een besluit. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter & de wijzigingen in de Awb Introductie Dit document is een bijlage bij de presentatie over Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. Hierin bespreek ik

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505 JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,

Nadere informatie

VMR Actualiteiten. Actualiteiten bestuurs(proces)recht. Kars de Graaf faculteit rechtsgeleerdheid

VMR Actualiteiten. Actualiteiten bestuurs(proces)recht. Kars de Graaf faculteit rechtsgeleerdheid Datum 29-03-2012 1 VMR Actualiteiten Actualiteiten bestuurs(proces)recht Kars de Graaf k.j.de.graaf@rug.nl 050 363 5787 Algemeen belanghebbende Datum 29-03-2012 2 Herinnert u zich deze nog? Vz. ABRvS 31

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155 M en R 2016 afl. 5 Eventuele toekomstige gaswinning hoeft niet te worden betrokken bij de beoordeling of in verband met de exploratieboring een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Instantie Afdeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014.

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 2 Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 Instantie Datum uitspraak 27-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 11/18267 & 11/18269 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om: Bijlage 2. Juridische uiteenzetting De onderbouwing van dit raadsbesluit is juridisch complex door de chronologie van besluitvorming (in de procedures voor aanlegvergunning en vaststelling bestemmingsplan)

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 ECLI:NL:RBAMS:2017:2972 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 04-05-2017 Zaaknummer AMS 15/5918 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:1069

ECLI:NL:CRVB:2015:1069 ECLI:NL:CRVB:2015:1069 Instantie Datum uitspraak 31-03-2015 Datum publicatie 09-04-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-4572 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:894

ECLI:NL:CRVB:2017:894 ECLI:NL:CRVB:2017:894 Instantie Datum uitspraak 03-03-2017 Datum publicatie 09-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/3293 WAJONG Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave

Uitgebreide inhoudsopgave Uitgebreide inhoudsopgave Woord vooraf 5 Verkorte inhoudsopgave 7 Uitgebreide inhoudsopgave 9 Lijst van afkortingen 17 1 Plaatsbepaling rechtsbescherming 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Bestuursrechtelijke geschillen

Nadere informatie

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang Inhoud Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang 2. Grondslag aanvraag omgevingsvergunning voor artikel 2.1 lid 1 onder e- activiteiten (milieu) 3. OBM en milieuneutrale verandering 4. Overig

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

HC 5, 14 mei 2019, Uitspraak. Tijdige en finale geschilbeslechting.

HC 5, 14 mei 2019, Uitspraak. Tijdige en finale geschilbeslechting. HC 5, 14 mei 2019, Uitspraak. Tijdige en finale geschilbeslechting. In dit hoorcollege wordt de uitspraak van de bestuursrechter besproken, de instrumenten die de bestuursrechter tot zijn beschikking heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655 ECLI:NL:CBB:2016:168 Instantie Datum uitspraak 06-06-2016 Datum publicatie 24-06-2016 Zaaknummer 15/655 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

ECLI:NL:CRVB:2013:2879 ECLI:NL:CRVB:2013:2879 Instantie Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-211 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW Datum uitspraak: 23-09-2010 Datum publicatie: 13-12-2010 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BD3530

ECLI:NL:CRVB:2008:BD3530 ECLI:NL:CRVB:2008:BD3530 Instantie Datum uitspraak 14-05-2008 Datum publicatie 10-06-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 06-4655 AWBZ Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1283

ECLI:NL:CRVB:2017:1283 ECLI:NL:CRVB:2017:1283 Instantie Datum uitspraak 23-03-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4862 ANW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2011:BP8635

ECLI:NL:CRVB:2011:BP8635 ECLI:NL:CRVB:2011:BP8635 Instantie Datum uitspraak 22-03-2011 Datum publicatie 23-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 08-7181 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige

Nadere informatie

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om NOTENKRAKER Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om CBb 14 oktober 2011, nr. AWB 10/85 en 10/86 E.J. Daalder 1 Inleiding Uit het in, onder meer, artikel 6 EVRM neergelegde

Nadere informatie

b e z w a a r m a k e n

b e z w a a r m a k e n bezwaar maken In de gemeente Westland worden voortdurend besluiten genomen. Deze besluiten kunnen gevolgen hebben voor uw woon- en leefsituatie. Daarom is het in de wet geregeld dat u bezwaar kunt maken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Zaaknummer 15/22319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Bodemzaak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ6410

ECLI:NL:RVS:2007:AZ6410 ECLI:NL:RVS:2007:AZ6410 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-01-2007 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 200603242/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. gebied Zijtak Portefeuillehouder: J.

Nadere informatie

Behandeling bezwaarschrift Gemeente Zaanstad, Dienst Stadsbedrijven

Behandeling bezwaarschrift Gemeente Zaanstad, Dienst Stadsbedrijven Rapport Gemeentelijke Ombudsman Behandeling bezwaarschrift Gemeente Zaanstad, Dienst Stadsbedrijven 17 juli 2003 RA0307953 Samenvatting Verzoekers dienen in mei 2001 een bezwaarschrift in tegen twee door

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en

Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : EU/EER nationaliteit gelijkheidsbeginsel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110961/1/V1. Datum uitspraak: 13 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 202059/1 /V4. Datum uitspraak: 17 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:13446

ECLI:NL:RBDHA:2015:13446 ECLI:NL:RBDHA:2015:13446 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-10-2015 Datum publicatie 26-11-2015 Zaaknummer AWB 14/22398 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Bestuurs(proces)recht AAK20106410

Bestuurs(proces)recht AAK20106410 6410 Katern 114 staats- en bestuursrecht Bestuurs(proces)recht AAK20106410 A.T. Marseille Wetgeving 1 Januari 2010 als datum van de inwerkingtreding van de Crisis- en Herstelwet is niet gehaald, maar op

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3143

ECLI:NL:CRVB:2016:3143 ECLI:NL:CRVB:2016:3143 Instantie Datum uitspraak 23-08-2016 Datum publicatie 29-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/2337 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

» Uitspraak. » Samenvatting. I. Procesverloop. 11. Overwegingen

» Uitspraak. » Samenvatting. I. Procesverloop. 11. Overwegingen USZ 2008/299 Centrale Raad van Beroep 29 juli 2008,07/482 WWB; LJN BD8843. (Mr. Van den Hurk Mr. Van Sloten Mr. Van der Ham) Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo (hierna: appellant),

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Datum: 18 april 2017 Rapportnummer: 2017/053

Rapport. Oordeel. Datum: 18 april 2017 Rapportnummer: 2017/053 Rapport Een onderzoek naar de handelwijze van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld in verband met de (informele) afhandeling van een bezwaarschrift. Oordeel Op basis van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 30-06-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer AWB - 15 _ 7758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag Bestuurs(proces)recht

VMR Actualiteitendag Bestuurs(proces)recht Datum 20-03-2014 1 VMR Actualiteitendag 2014 Bestuurs(proces)recht Mr. Kars J. de Graaf k.j.de.graaf@rug.nl / 050 363 5787 Datum 20-03-2014 2 Incidenteel hoger beroep: regeling Ter bevordering van een

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt.

De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt. Raadsvoorstel Inleiding:Ons college heeft op 15 december 2006 op bezwaar besloten een besluit tot bouwvergunning- en vrijstellingverlening te handhaven, voor een carport en veranda op het perceel Laagstraat

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BX3521

ECLI:NL:CRVB:2012:BX3521 ECLI:NL:CRVB:2012:BX3521 Instantie Datum uitspraak 02-08-2012 Datum publicatie 03-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-294 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK1730

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK1730 ECLI:NL:RBAMS:2009:BK1730 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-09-2009 Datum publicatie 02-11-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 08-2006 WAZ Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:730

ECLI:NL:RBAMS:2015:730 ECLI:NL:RBAMS:2015:730 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11-02-2015 Datum publicatie 03-03-2015 Zaaknummer awb 14/8225 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie