ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEITEN BOUWEN, UITWEG EN AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN

Transcriptie

1 ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEITEN BOUWEN, UITWEG EN AFWIJKEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN Kenmerk: W Burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen de op 7 februari 2014 ingekomen aanvraag van de heer R. van Klink, BSNummer , Lisserweg 12, 2156 LB Weteringbrug, voor een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen, uitweg en afwijken van het bestemmingsplan, ten behoeve van het oprichten van een woning en het realiseren van een uitweg op het perceel Noorderhemweg 14 in Roelofarendsveen (toekomstige nummeraanduiding) (kadastraal bekend gemeente Alkemade sectie K nr. 3158); gelet op het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, sub a en sub c, artikel 2.10, artikel 2.12 eerste lid, sub a, sublid 3, artikel 3.9, eerste lid en artikel 3.10, eerste lid sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), in artikel 2, eerste lid, sub e juncto artikel 2.18 en artikel 2.12 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en in de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG); overwegende, dat aan het bouwplan kan worden meegewerkt omdat wordt voldaan aan de voorschriften van de Bouwverordening en het Bouwbesluit; dat op het bouwplan de regels van het bestemmingsplan Braassemerland van toepassing zijn en de grond hierin de bestemming Woongebied uit te werken 2 heeft; dat de aanvraag hiermee in strijd is, aangezien op deze gronden uitsluitend hoofdgebouwen mogen worden gebouwd overeenkomstig een uitwerking door burgemeester en wethouders, een verkavelingsplan of een ontwerpuitwerkingsplan, en geen van deze documenten aanwezig is; dat medewerking aan het verzoek mogelijk is op basis van een uitgebreide planologische procedure op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a sublid 3 van de Wabo; dat op grond van Beleidsregel 15 van het gemeentelijke Afwijkingenbeleid ruimtelijke ordening medewerking kan worden verleend aan het verzoek, aangezien wordt voldaan aan het kwalitatieve beoordelingskader uit hoofdstuk 3 van het Afwijkingenbeleid; Zaaknummer: W Pagina 1 van 9

2 dat het verzoek tevens voldoet aan de algemene voorwaarden uit hoofdstuk 3 van de Nota Inbreidingslocaties, aansluit bij het streefbeeld uit de kernbeschrijvingen uit hoofdstuk 4 van deze Nota en voldoet aan de gebiedspecifieke maatgevende voorwaarden uit hoofdstuk 4 van de Nota; voorts overwegende, dat ten behoeve van ontwikkelingen in het Braassemerland een procesdocument is vastgesteld en aangezien de locatie buiten het Centrumplan, Westend en Infra 1A valt dit document bij de beoordeling van de aanvraag gebruikt kan worden; dat het hier gaat om een ontwikkeling zoals beschreven onder C (toevoegen van woningen) en dat aangegeven wordt dat het toevoegen van woningen terughoudend moet plaatsvinden; dat het belangrijkste criterium het borgen van voldoende wegcapaciteit is en dat er aansluiting moet worden gezocht bij de Nota Inbreidingslocaties; dat wordt voldaan aan de Nota Inbreidingslocaties en dat de wegcapaciteit voldoende is, aangezien weinig extra verkeersbewegingen zullen optreden omdat het slechts de bouw van één woning betreft; dat in het verkeersstructuurplan van de gemeente de wegcapaciteit van de Langeweg en de Noorderhemweg wordt besproken en de conclusie van dit onderzoek is dat er na de geplande bouw van 75 woningen in het GEM gebied nog een restcapaciteit van voertuigen overblijft dat vergelijkbaar is met nog eens 25 woningen; dat het principeverzoek voorafgaand aan de aanvraag is voorgelegd aan het GEM en dat zij geen bedenkingen hebben tegen deze ontwikkeling, nu de langzaamverkeersverbinding tussen het centrumplan en de Noorderhemweg op een andere wijze wordt belegd; dat tevens wordt voldaan aan de doelstellingen uit de MRSV; dat voor het project waarvoor de omgevingsvergunning is aangevraagd een goede ruimtelijke onderbouwing is opgesteld, waaruit blijkt dat er geen ruimtelijke belemmeringen zijn tegen het afgeven van de gevraagde omgevingsvergunning; dat de ruimtelijke onderbouwing Nieuw woonhuis naast Noorderhemweg 12 te Roelofarendsveen als bijlage aan dit besluit is toegevoegd en als zodanig onderdeel uitmaakt van de motivering van dit besluit; Zaaknummer: W Pagina 2 van 9

3 dat het bouwplan past in het gemeentelijke afwijkingenbeleid en is niet strijdig met het overige gemeentelijke -, provinciale - en rijksbeleid; dat is voldaan aan het vooroverleg zoals bedoeld in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro); dat de resultaten van het overleg volgens artikel Bro zijn verwerkt in de eerdergenoemde ruimtelijke onderbouwing; dat ter voorbereiding van de omgevingsvergunning afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto artikel 3.10 van de Wabo is toegepast; dat de ontwerpbeschikking van 18 september t/m 29 oktober 2014 ter inzage heeft gelegen; dat binnen deze termijn geen OF wel zienswijzen naar voren zijn gebracht; dat hun college van mening is dat er geen beletsel is voor het verlenen van medewerking aan de aanvraag; dat artikel 6.12, tweede lid van de Wet ruimtelijke ordening ondermeer bepaalt dat bij het afgeven van een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12 eerste lid, sub a sublid 3 kan worden besloten om geen exploitatieplan vast te stellen wanneer het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in de omgevingsvergunning begrepen gronden anderszins verzekerd is; dat de gemeente met verzoeker een overeenkomst is aangegaan, waardoor het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins verzekerd is, zodat daarvoor geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld; dat op grond van de wet BAG objecten alle verblijfsobjecten moeten worden geregistreerd en worden voorzien van een adres; dat een verblijfsobject het kleinste gedeelte is dat zich bevindt binnen één of meerdere panden, die geschikt zijn voor woon-, bedrijfsmatige-, of recreatieve doeleinden; dat het verblijfsobject betreedbaar moet zijn via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte; dat er ook sprake moet zijn van een eenheid van gebruik die zelfstandig onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen, zoals koop of verkoop; dat het aangevraagde verblijfsobject voldoet aan alle bovenvermelde criteria en dat hun college daarom verplicht is aan het verblijfsobject een adres toe te kennen; Zaaknummer: W Pagina 3 van 9

4 ten slotte overwegende, dat de gevraagde uitweg dient voor de ontsluiting van het perceel; dat de bruikbaarheid van de weg, het veilig en doelmatig gebruik van de weg, de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving en de bescherming van groenvoorzieningen in de gemeente door de aanleg van de uitweg niet worden geschaad; B E S L U I T E N : 1. omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van het bovengenoemde project, behoudens rechten van derden, overeenkomstig de hierbij behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlagen, en met inachtneming van de algemene bepalingen van het Bouwbesluit; 2. aan de bovengenoemde woning de nummeraanduiding Noorderhemweg 14, 2371 EB Roelofarendsveen toe te kennen; 3. de volgende documenten als gewaarmerkte stukken met het besluit mee te sturen: met stempeldatum ontvangst d.d. 7 februari 2014: aanvraagformulier foto s tekening plattegrond constructie B-02 tekening principedetails B-03 tekeningen bouwbesluit en daglicht B-04 ventilatieberekening verkennend bodemonderzoek ( ) epg ( ) met stempeldatum ontvangst d.d. 21 maart 2014: tekening plattegrond, gevels, doorsneden en situatie B-01 met stempeldatum ontvangst d.d. 25 april 2014: akoestisch onderzoek ( ) met stempeldatum ontvangst d.d. 9 augustus 2014: ruimtelijke onderbouwing ( ); 4. aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden te verbinden: a. Voor aanvang van de bouwwerkzaamheden moeten de statische berekening(en) / constructieve bouwtekening(en) worden uitgevoerd of gecontroleerd door een door de gemeente als deskundig aangewezen constructiebureau. Zaaknummer: W Pagina 4 van 9

5 Er mag pas met de bouw gestart worden nadat één exemplaar van de constructieve gegevens (het andere exemplaar is voor de aanvrager zelf) en het formulier melding aanvang werkzaamheden bij de gemeente Kaag en Braassem tijdig zijn ingediend (minimaal twee werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden). Let op: de tekening(en) behorende bij de vergunning moet(en) ook de basis zijn voor de uitwerking van de constructie. Elke constructieve wijziging zal leiden tot een nieuwe aanvraag omgevingsvergunning aangezien dit altijd ingrijpende wijzigingen zijn. Indien de constructieve gegevens zijn opgesteld door een constructiebureau dat niet door de gemeente als deskundig constructiebureau is aangewezen, is het noodzakelijk om deze alsnog door een dergelijk bureau te laten controleren en goedkeuren. De kosten hiervoor zijn voor rekening van de aanvrager. b. Zoals bepaald in de MRSV is een bestemmingsreserve Sociale Woningbouw ingesteld. Dit betekent dat als bij een bouwplan geen 30% sociale woningbouw wordt gerealiseerd, een bijdrage verschuldigd is per niet-gebouwde sociale woning. In dit geval is derhalve een bijdrage verschuldigd, een en ander zoals vermeld in de tussen aanvrager en gemeente afgesloten anterieure overeenkomst. c. Er moet worden voldaan aan de parkeernorm van twee parkeerplaatsen op eigen terrein. d. Indien het te verwachten sloopafval meer dan 10m³ is en/of er asbest wordt aangetroffen, moet een sloopmelding worden ingediend volgens het gestelde in het Bouwbesluit. e. De vergunninghouder moet bij de aanvang en het gereed komen van de werkzaamheden het team Dienstverlening, toezicht en handhaving hiervan in kennis stellen. f. Er moet worden gebouwd volgens de voorschriften van het Bouwbesluit en de Bouwverordening. g. Het uitzetten moet geschieden in overleg met het team Dienstverlening, vergunningen, toezicht en handhaving. Dit moet minimaal drie werkdagen voor aanvang gemeld worden. h. De rechthebbende van de woning met uitweg moet binnen vier weken na realisatie de nummeringaanduiding(en) duidelijk zichtbaar aanbrengen. 5. de vergunninghouder te wijzen op het volgende: a. De werkzaamheden vinden plaats in het boezemwater en/of op gronden die als waterkering zijn aangemerkt. Het is dan ook mogelijk dat de werken pas uitgevoerd mogen worden nadat daarvoor tevens een vergunning is verleend door het Hoogheemraadschap van Rijnland. b. Op deze aanvraag is het bepaalde in het burenrecht van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Zaaknummer: W Pagina 5 van 9

6 Dit houdt o.a. in dat de buren op de hoogte gesteld behoren te worden van het voornemen tot het uitvoeren van werkzaamheden aan, op of over de erfgrens. Binnen een zone van 2m vanaf de erfgrens kan dit gevolgen hebben voor de uitvoering van het bouwwerk. c. De uitvoering van de werkzaamheden is mogelijk slechts toelaatbaar nadat daarvoor tevens vergunning is verkregen van andere publiekrechtelijke instanties, zoals bijvoorbeeld het Hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie Zuid- Holland. d. Deze vergunning laat onverlet de rechten en plichten van privaatrechtelijke aard naar derden, zoals deze bijvoorbeeld kunnen voortvloeien uit erfdienstbaarheden en eigendomsverhoudingen. e. Ingevolge het bepaalde in de eerste afdeling van hoofdstuk 4 van de Algemene Plaatselijke verordening van de gemeente Kaag en Braassem is het verboden toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Ter beoordeling van de vraag of er sprake is van overtreding van de betreffende regels, zullen wij aansluiten bij de richtlijnen uit artikel 8.4 van het Bouwbesluit f. Indien als gevolg van de werkzaamheden schade aan het trottoir en/of het wegdek wordt toegebracht, zal het herstellen daarvan door gemeente worden uitgevoerd, maar voor rekening van de vergunninghouder. g. De vergunninghouder moet er voor zorgen dat de vergunning te allen tijde op het werk aanwezig is en op eerste verzoek aan het bouwtoezicht ter inzage wordt gegeven. 6. aan de vergunning de volgende voorschriften te verbinden voor wat betreft de uitweg: a. De uitweg mag ter plaatse van de aansluiting op de rijbaan niet breder zijn dan 5m. b. Indien de uitweg wordt opgeheven, wordt door of in opdracht van de gemeente de uitweg verwijderd en de openbare ruimte zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat teruggebracht. c. Het is de vergunninghouder niet toegestaan nabij de uitweg bouwwerken, beplanting, bomen of voorwerpen te plaatsen die de zichtlijnen voor weg- en uitritgebruikers beperken. Als minimale eis moet de vergunninghouder op de erfgrens vanuit het hart van de uitweg naar links en naar rechts 5m vrije zichtruimte te hebben (obstakels lager dan 1m), waarbij het zichtpunt 2,5 m binnen de erfgrens staat. De vergunninghouder is verplicht deze zichtlijnen in stand te houden. Indien zichthoeken bij aanleg niet zijn te realiseren of in een later stadium niet meer te continueren, is dit een verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. Hij kan als gevolg daarvan geen aanspraak maken op maatregelen of voorzieningen in de openbare ruimte om dit te compenseren. Zaaknummer: W Pagina 6 van 9

7 De vergunninghouder is in relatie tot beplanting verplicht deze zichtlijnen waar mogelijk te realiseren en te onderhouden. d. De vergunninghouder is verplicht het noodzakelijke onderhoud uit te voeren om een zorgvuldige aansluiting van de uitweg op het eigen terrein te waarborgen. 7. de vergunninghouder voorts te attenderen op het volgende: a. De uitweg moet van een deugdelijke constructie zijn. Het beheer en onderhoud van deze constructie valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, voor zover de uitweg is gelegen op gemeentegrond. b. De uitweg vormt een onlosmakelijk onderdeel van de openbare ruimte, waarop de Wegenverkeerswet van toepassing is. c. De vergunninghouder moet bij het gebruik van de uitweg de nodige zorgvuldigheid betrachten teneinde de verkeersveiligheid niet in gevaar te brengen. d. Het is niet toegestaan om veranderingen of andere voorzieningen aan te brengen in de gerealiseerde uitweg in de openbare ruimte. e. Aangezien de openbare ruimte in eigendom is van de gemeente verkrijgt de vergunninghouder slechts een gebruiksrecht voor de betreffende uitweg. f. Het verstrekken van deze omgevingsvergunning voor de activiteit uitweg laat onverlet de verplichting om uit hoofde van andere regelgeving, inclusief die van ander overheden, te beschikking over toestemmingen e.d. die verband houden met de uitweg. g. Deze omgevingsvergunning voor de activiteit uitweg laat onverlet de rechten en plichten van derden, zoals deze bijvoorbeeld voortvloeien uit eigendomsrechten en zakelijke rechten (erfdienstbaarheden e.d.). h. Deze omgevingsvergunning voor de activiteit uitweg kan worden ingetrokken indien er geen gebruik meer wordt gemaakt van de uitweg. 8. de onder 1. bedoelde omgevingsvergunning als bijlage op te nemen bij het bestemmingsplan Braassemerland. Burgemeester en wethouders kunnen bij gegronde redenen besluiten deze vergunning in te trekken. Zaaknummer: W Pagina 7 van 9

8 De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het in indienen van een beroepschrift is verstreken. Roelofarendsveen, 26 augustus 2014 Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, namens hen, manager Ruimtelijke Ontwikkeling, Samenleving en Belastingen drs. J.J. Démoed Datum van verzending: Bouwkosten: ,00 Legeskosten: ,55 Zaaknummer: W Pagina 8 van 9

9 Beroep instellen tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders. Belanghebbenden worden gewezen op de mogelijkheden die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt om beroep in te stellen. Belanghebbenden kunnen hiertoe, binnen zes weken na de datum van ter inzagelegging, bij de administratieve rechter een gemotiveerd beroepschrift indienen (Rechtbank s-gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag). Het beroepschrift moet zijn ondertekend en ten minste bevatten: - naam en adres van de indiener; - de dagtekening; - een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en zo mogelijk de datum en het kenmerk van het besluit; - een motivering. Een beroepschrift schort de werking van dit besluit niet op. De Awb voorziet wel, bij een spoedeisend belang, in de mogelijkheid van schorsing of een andere soortgelijke voorziening. Hiertoe kunnen belanghebbenden een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter te Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Een kopie van het bij de administratieve rechter ingediende beroepschrift moet in ieder geval meegestuurd worden. Voor de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit betaald moet worden krijgt belanghebbende na indiening van het verzoek bericht van de griffier van de rechtbank. Zaaknummer: W Pagina 9 van 9