Naar aanleiding van het bezwaar is bezwaarde op 11 maart 2014 gehoord (zie bijlage).

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naar aanleiding van het bezwaar is bezwaarde op 11 maart 2014 gehoord (zie bijlage)."

Transcriptie

1 BESLISSING OP BEZWAAR Bij brief van 14 januari 2014, die is ingekomen bij de NZa op 15 januari 2014, is door de stafmaatschap van het (voormalige) Ruwaard van Putten Ziekenhuis (hierna ook: bezwaarde) bezwaar gemaakt tegen de brief van de NZa van 5 december 2013 met kenmerk / van 16 In deze brief heeft de NZa bericht aan de gemachtigde van het (voormalige) Ruwaard van Putten ziekenhuis dat naar aanleiding van het faillissement per 24 juni 2013 dit ziekenhuis ten aanzien van het jaar 2014 geen beschikking meer zal ontvangen op grond waarvan voor dit ziekenhuis het zogenaamde honorariumomzetplafond 2014 ambtshalve wordt vastgesteld. Naar aanleiding van het bezwaar is bezwaarde op 11 maart 2014 gehoord (zie bijlage). Na de hoorzitting is tussen bezwaarde en de NZa contact geweest over de voortgang van de besluitvorming op het bezwaar. Bij brief van 7 augustus 2014 heeft bezwaarde de NZa in gebreke gesteld. In haar vergadering van 19 augustus 2014 heeft de NZa de hierboven vermelde beslissing in heroverweging genomen en heeft besloten dat niet tegemoet kan worden gekomen aan het bezwaar. Het bezwaar wordt dan ook ongegrond verklaard. Hieronder volgt de motivering daarvan. DE AANGEVOERDE BEZWAREN De beslissing van de NZa om het Ruwaard van Putten ziekenhuis geen plafondruimte meer toe te kennen per 2014 is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het verbod op détournement de pouvoir, het evenredigheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het verbod op vooringenomenheid. Hiertoe heeft bezwaarde het volgende naar voren gebracht: Proces van overleg Het proces van overleg tussen de NZa, de oude staf, de curatoren van het Ruwaard van Putten ziekenhuis (RvP) en de advocaten van het nieuwe (doorstartende) Spijkenisse Medisch Centrum (SMC) is uiteengezet door bezwaarde. Bezwaarde is het niet eens met de wijze van overleg tussen betrokkenen en de NZa en met het ingebrachte voorstel van SMC d.d. 11 oktober 2013 aan de NZa, waarin is voorgesteld om het honorariumomzetplafond 2014 van het RvP om niet over te dragen aan de doorstartende partij, SMC (en de achterliggende ziekenhuizen). Bezwaarde is in dit voorstel niet gekend en heeft dit opgevraagd maar nimmer ontvangen. Bezwaarde is van mening dat zij recht heeft op deze plafondruimte dan wel een vergoeding daarvoor, indien dit wordt overgedragen.

2 Ernstig nadelige gevolgen De vrijgevestigde artsen van de oude staf zijn ernstig gedupeerd door het faillissement van het RvP. De artsen zijn verbonden aan diverse maatschappen die niet failliet zijn. De artsen zijn qua inkomen en vermogen geheel afhandelijk van hun praktijk en het kunnen voortzetten daarvan. 2 van 16 De constructie van de doorstart van het RvP door het SMC, de achterliggende ziekenhuizen (het Ikazia ziekenhuis, het Maasstad ziekenhuis en het Van Weel Bethesda ziekenhuis) en de daaraan verbonden maatschappen heeft tot gevolg dat de praktijken (en patiënten) van bezwaarde in feite worden overgenomen, zonder dat bezwaarde daarmee instemt en zonder dat daar ook maar enige vergoeding tegenover staat. Dit vindt bezwaarde niet acceptabel en niet passen bij een behoorlijke marktontwikkeling en -ordening in de zorg, waarop de NZa op grond van de Wmg mede behoort toe te zien. Strijd beleid en Convenant In de beleidsregels en het Convenant is geen rekening gehouden met een faillissement van een ziekenhuis. Strikte toepassing van het beleid leidt tot een onevenredig nadeel van de vrijgevestigde artsen van de oude staf. De artsen zijn al benadeeld door het faillissement en worden nu nog extra benadeeld door het om niet overhevelen van het plafond aan het SMC en de achterliggende ziekenhuizen. Er is geen sprake van toestemming van de oude staf tot overheveling van het plafond. Ook de patiënten van de staf zijn zonder toestemming en om niet overgedragen. Dit strookt niet met artikel 9 van de beleidsregel BR/CU Algemene beginselen van behoorlijk bestuur De NZa mag zich bij de toekenning van het plafond 2014 niet mengen in de wijze van overheveling van de plafondruimte. Zo had de NZa niet als voorwaarde mogen stellen dat het plafond moest worden samengevoegd en dat overheveling van het plafond 2014 aan de omliggende ziekenhuizen om niet moest plaatsvinden. Dit gaat de taak en de bevoegdheid van de NZa te buiten. Er is sprake van détournement de pouvoir (artikel 3:4 Awb). Een passende compensatie was bovendien juist op zijn plaats. Bezwaarde verzoekt de NZa om een compensatieregeling omdat zij onevenredig veel schade lijdt. Hierover is geen enkele vorm van overleg geweest. De oplossing van de NZa is niet constructief en doet geen recht aan de belangen van bezwaarde. Er is juist vertrouwen gewekt dat er in overleg met partijen een oplossing voor partijen zou worden gezocht. Er heeft een onvoldoende belangenafweging plaatsgevonden waarbij rekening werd gehouden met de belangen van bezwaarde en de NZa heeft daardoor met haar beslissing het evenredigheidsbeginsel geschonden (artikel 3:4 Awb).

3 De hiervoor beschreven handelwijze van de NZa is tot slot onzorgvuldig (artikel 3:2 Awb) en vooringenomen (artikel 2:4 Awb) geweest. Awb besluit 3 van 16 Tot slot wordt opgemerkt dat de door bezwaarde bestreden brief van de NZa d.d. 5 december 2013 als een appellabel besluit in de zin van de Awb moet worden aangemerkt. Indien de NZa deze brief niet opvat als een Awb besluit dan verzoekt bezwaarde om een beschikking te nemen tot vaststelling van het honorariumomzetplafond op grond van artikel 4.1. van de toepasselijke beleidsregel. OORDEEL NZa Alvorens de NZa in zal gaan op de naar voren gebracht bezwaargronden, zal eerst de feitelijke achtergrond van de procedure worden geschetst en vervolgens een toelichting worden gegeven op de achtergrond van het beleid van de NZa ter vaststelling van de honorariumomzetplafonds. Achtergrond onderhavige procedure Bezwaarde is een instelling toegelaten voor medisch specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi. De NZa heeft aan de instelling over de jaren 2012 en 2013 honorariumomzetplafondbeschikkingen afgegeven. De plafonds zijn gesplitst in zogenaamde aan- en via-plafonds. Aan bezwaarde zijn over de jaren 2012 en 2013 zogenaamde via-plafonds toegekend. Op 24 juni 2013 is bezwaarde door de rechter failliet verklaard. Op 25 september 2013 heeft de NZa overleg gevoerd met de gemachtigde van de staf van het RvP, de curatoren van het failliete ziekenhuis RvP, de gemachtigde van het SMC en een afgevaardigde van de Orde van Medisch specialisten. Het overleg had betrekking op de toekenning en herverdeling van het honorariumomzetplafond 2014 van het failliete RvP. De NZa heeft de betrokken partijen (per bericht d.d. 26 september 2013) een tweetal mogelijkheden aangedragen waarover zij met elkaar in overleg dienden te treden. Partijen dienden uiterlijk 1 november 2013 de uitkomsten van het overleg aan de NZa door te geven. Op 11 oktober 2013 ontving de NZa van de gemachtigde van de doorstartende partij (SMC) en een vertegenwoordiger van het Ikazia ziekenhuis een gezamenlijk voorstel voor de aanwending van de plafondruimte van het (failliete) RvP in 2014 ten gunste van de doorstartende partij, het SMC, en de drie overige, bij de doorstart betrokken ziekenhuizen, te weten het Maasstad ziekenhuis, het Ikazia ziekenhuis en het Van Weel-Bethesda ziekenhuis.

4 Op 21 oktober 2013 is namens de NZa een bericht aan voornoemde partijen gezonden, waarin de NZa het voorstel van 11 oktober 2013 samenvatte en aangaf hiermee in te kunnen stemmen op voorwaarde dat alle betrokken partijen zouden bevestigen met dit voorstel in te stemmen. De termijn voor die instemming bleef in dit stadium gehandhaafd op 1 november van 16 Uit correspondentie tussen de NZa en de betrokken partijen, die in de periode 21 oktober tot en met 5 november 2013 heeft plaatsgevonden, blijkt dat de gemachtigde van de staf van het RvP zich vooralsnog niet in het gepresenteerde voorstel kan vinden. Ook de overige partijen geven aan meer tijd nodig te hebben om tot een definitieve oplossing te komen. Op 6 november 2013 is namens de NZa een bericht aan voornoemde partijen toegezonden, waarin nogmaals het voorstel werd uitgeschreven, dat ook al in de mail van 21 oktober 2013 was opgenomen. In aanvulling op de mail van 21 oktober 2013 werd opgemerkt dat nu de oorspronkelijke termijn van 1 november inmiddels was verstreken partijen tot uiterlijk 15 november 2013 in de gelegenheid werden gesteld om overeenstemming te bereiken over dit voorstel, dan wel met een ander, door alle partijen gedragen vcorstel te komen. Indien de NZa op 15 november 2013 geen reactie zou ontvangen, waaruit blijkt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een oplossing, zou de NZa ambtshalve een beslissing nemen over de vrijgevallen plafondruimte van het RvP. Op 15 november 2013 heeft de NZa geen door alle partijen (waaronder bezwaarde) gedragen oplossingsvoorstel ontvangen. Met de brief van 5 december 2013, gericht aan de gemachtigde van de curator van het RvP en in kopie verzonden aan alle andere betrokken partijen, heeft de NZa ambtshalve een besluit genomen. Dit besluit hield in dat er per 2014 geen honorariumomzetplafondbeschikking aan het voormalige RvP ziekenhuis zal worden afgegeven. Het SMC, ondersteund door de zorgverzekeraar, heeft begin december 2013 een aanvraag bij de NZa ingediend om uit het Mutatiekader 2014 aanvullende honorariumomzetplafondruimte te verkrijgen. Aangezien het totaal aantal (landelijke) aanvragen om extra honorariumomzetplafondruimte het totaalbedrag van het voor 2014 beschikbare Mutatiekader ( 95,2 mln.) onderschreed, heeft de NZa alle ingediende aanvragen ten laste van het Mutatiekader 2014, waaronder eveneens de aanvraag van het SMC, medio januari 2014 gehonoreerd. Deze beschikking heeft bezwaarde niet bestreden.

5 Achtergrond beleid NZa Tariefregulering ziekenhuizen 5 van 16 De Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: Wmg) is van toepassing op medisch specialistische zorg zoals bezwaarde die verleend. 1 De NZa voert deze wet uit. Zij is bevoegd tarieven vast te stellen voor prestaties van zorgaanbieders. 2 Het is zorgaanbieders verboden een tarief in rekening te brengen voor een prestatie waarvoor geen prestatiebeschrijving is vastgesteld. Het is zorgaanbieders voorts verboden een tarief in rekening te brengen dat niet overeenkomt met het tarief dat voor de betrokken prestatie is vastgesteld. 3 Sinds 1 januari 2012 is de NZa bovendien bevoegd een grens vast te stellen voor de som van de tarieven voor de betrokken prestaties. 4 Dit kan een vaste grens zijn, een ondergrens, een bovengrens of een bandbreedtegrens. Deze bevoegdheid is ingevoerd om de kosten van de gezondheidszorg beter beheersbaar te maken. 5 Het is zorgaanbieders verboden van een door de NZa vastgestelde grens af te wijken. 6 Wanneer een zorgaanbieder de grens desalniettemin overschrijdt, kan de NZa die zorgaanbieder er door middel van een aanwijzing toe verplichten een bedrag van ten hoogste de overschrijding af te dragen aan het Zorgverzekeringsfonds of het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten. 7 Ook kan de NZa algemene regels stellen over het verrekenen van overschrijdingen. 8 Als de overschrijding van de grens verwijtbaar is, kan de NZa bovendien een boete opleggen. 9 De vaststelling van een grens door de NZa geschiedt ambtshalve, 10 op grond van door haar vastgestelde beleidsregels. 11 De NZa mag die beleidsregels pas vaststellen als de minister van VWS een daartoe strekkende aanwijzing heeft gegeven. 12 De minister mag een dergelijke aanwijzing pas geven nadat hij of zij de zakelijke inhoud van de aanwijzing schriftelijk heeft medegedeeld aan de Eerste en Tweede Kamer en nadien dertig dagen zijn verstreken Artikel 1 aanhef en onder b Wmg. 2 Artikel 50 Wmg. 3 Artikel 35 lid 1 aanhef en onder a en c Wmg. 4 Artikel 50 lid 2 Wmg. 5 Kamerstukken II 2009/10, , nr Artikel 35 lid 7 aanhef en onder a Wmg. 7 Artikel 76 lid 2 Wmg. 8 Artikel 37 lid 1 aanhef en onder b Wmg. Zie ook Kamerstukken II 2009/10, , nr. 3, p. 26, 27 en Artikel 85 lid 1 Wmg. Zie ook Kamerstukken II 2009/10, , nr. 3, p Artikel 52 aanhef en onder f Wmg. 11 Artikel 57 lid 1 aanhef en onder d Wmg. 12 Artikel 59 aanhef en onder c Wmg. 13 Artikel 8 Wmg.

6 Beheersmodel vrijgevestigd medisch specialisten Invoering beheersmodel vrijgevestigd medisch specialisten Bij brief van 26 april 2010 heeft de toenmalige minister van VWS zijn voornemen bekendgemaakt om een beheersmodel voor de medisch specialistische zorg in te voeren. 14 De minister is voornemens om de NZa de bevoegdheid te geven om per instelling een grens vast te stellen voor de honorariumomzet van de vrijgevestigd medisch specialisten. 6 van 16 Op verzoek van de minister heeft de NZa in juni 2010 over dit onderwerp de Uitvoeringstoets budgettering honoraria medisch specialisten uitgebracht. 15 Voor de totstandkoming van deze uitvoeringstoets heeft de NZa verschillende veldpartijen geconsulteerd. 16 De minister heeft de NZa vervolgens verzocht gegevens over de honorariumomzet van medisch specialisten te verzamelen. Bij brief van 14 september 2010 heeft de NZa een gegevensuitvraag aangekondigd aan de instellingen. 17 Bij brief van 10 november 2010 heeft de NZa de instellingen geïnformeerd over het van start gaan van de gegevensuitvraag. 18 KPMG heeft de gegevensuitvraag vervolgens uitgevoerd voor de NZa. Met een brief van 15 december 2010 heeft de nieuwe minister van VWS bekendgemaakt dat zij afspraken met de Orde van Medisch Specialisten en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen heeft gemaakt over onder meer kostenbeheersing. 19 Afgesproken is dat het ministerie van VWS ieder jaar een totaalbudget voor vrijgevestigd medisch specialisten vaststelt en dat de NZa dit totaalbudget door middel van een omzetplafond per ziekenhuis over de ziekenhuizen verdeelt. 20 In een brief van 16 maart 2011 heeft de minister de nadere uitwerking van het beheersmodel aan de Tweede Kamer geschetst en tevens haar voornemen bekendgemaakt om de NZa op te dragen om het model daadwerkelijk in te voeren. 21 Met de aanwijzing van 25 juli heeft de minister dit voornemen uitgevoerd en de NZa opdracht gegeven: - per 2012 een aan en via beheersmodel in te voeren voor de honoraria van vrijgevestigd medisch specialisten; - op basis van een macrobudget van 1825,9 miljoen jaarlijks per instelling voor medisch specialistische zorg een omzetplafond voor de honoraria van vrijgevestigd medisch specialisten vast te stellen; 14 Voorhangbrief van 26 april Uitvoeringstoets budgettering honoraria medisch specialisten van juni Zie bijlage 1 van de Uitvoeringstoets 17 Brief van de NZa van 14 september Brief van de NZa van 10 november Brief van de minister van VWS van 15 december Het convenant is op 31 mei 2011 door alle partijen ondertekend. 21 Voorhangbrief van 16 maart Aanwijzing van 25 juli 2011

7 - daarbij een door de minister per brief aan te geven bedrag te bestemmen voor mutatieruimte voor toetredende instellingen en voor verschuiving van productie tussen instellingen. 7 van 16 Uit de toelichting bij de aanwijzing volgt verder dat: - de NZa de honorariumomzetplafonds per instelling voor 2012 voor zover mogelijk dient te bepalen op basis van de omzetgegevens over 2009; - instellingen die zijn toegetreden in 2010 en 2011 een omzetplafond zullen krijgen uit hetzelfde kader als de eerder bestaande instellingen; - de minister per brief zal aangeven welk deel van het kader beschikbaar zal moeten zijn voor een mutatiesystematiek, waarop zorgaanbieders die zijn toegetreden voor 2012 aanspraak kunnen maken als zij boven het initieel toegewezen plafond productieafspraken maken met zorgverzekeraars. Macrokader 2012 Bij aanwijzing van 15 september 2011 heeft de minister het macrobudget voor 2012 voor de honoraria van de vrijgevestigd medisch specialisten verhoogd naar 2029,7 miljoen. 23 Ook heeft de minister de NZa in deze aanwijzing de opdracht gegeven om 3,2% van dit bedrag te reserveren voor mutatieruimte. 24 Na overleg met de veldpartijen is de minister tot het oordeel gekomen dat dit percentage voldoende moet zijn om verschuivingen van productie en toetreders te faciliteren. 25 Er zal derhalve een bedrag van 65 miljoen beschikbaar zijn om verschuiving van productie tussen aanbieders en toetreding te faciliteren. 26 Macrokader 2013 Bij brieven van 4 oktober en 21 november heeft de minister de hoogte van het macrokader 2013 kenbaar gemaakt. Het macrobudget 2013 is vastgesteld op 2103 miljoen (prijspeil en volume 2013). Het macrokader is voor 2013 op grond van de brief onderverdeeld in een bedrag voor ambtshalve toekenning van honorariumomzetplafonds te weten 2008,4 en een mutatiekader van 94,6 miljoen. 23 Aanwijzing van 15 september 2011, artikel 4 lid 2 24 Aanwijzing van 15 september 2011, artikel 4 lid 4 25 Aanwijzing van 15 september 2011, toelichting 26 0,032 x = Brief van 4 oktober 2012 kenmerk CZ Brief van 21 november 2012 kenmerk CZ

8 Macrokader 2014 Bij brief van 19 juli heeft de minister de hoogte van het macrokader 2014 kenbaar gemaakt. Het macrobudget 2014 is vastgesteld op 2214 miljoen (prijspeil en volume 2014). Het macrokader is voor 2014 op grond van de brief onderverdeeld in een bedrag voor ambtshalve toekenning van honorariumomzetplafonds te weten 2118,8 miljoen en een mutatiekader van 95,2 miljoen. 8 van 16 Beleidsregel Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten Naar aanleiding van de aanwijzingen van de minister van VWS heeft de NZa de Beleidsregel Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten (hierna: de beleidsregel) opgesteld. 30 Deze beleidsregel beschrijft onder meer de wijze waarop voor ziekenhuizen het honorariumplafond wordt berekend en op welke manier het mutatiekader wordt verdeeld. De beleidsregel bepaalt dat de NZa voor iedere instelling voor de jaren 2012, 2013 en 2014 ambtshalve een honorariumomzetplafond vaststelt voor de gezamenlijke honorariumomzet van alle ten behoeve van die instelling werkzame vrijgevestigd medisch specialisten. 31 De NZa berekent het honorariumomzetplafond van een instelling voor het jaar 2012 aan de hand van de honorariumomzet in een basisjaar. 32 Voor ziekenhuizen is het basisjaar De NZa berekent het honorariumomzetplafond van een instelling voor het jaar 2012 door de honorariumomzet van vrijgevestigd medisch specialisten in het basisjaar te delen door het totaal van de honorariumomzet van vrijgevestigd medisch specialisten binnen de categorie ziekenhuizen in dat jaar. 34 De uitkomst van deze deling vermenigvuldigt de NZa vervolgens met het beschikbare budget. Voor 2012 is voor ziekenhuizen een bedrag van beschikbaar. honorariumomzetplafond 2012 honorariumomzet basisjaar = x budget 2012 totaal honorariumomzet basisjaar Voor mutaties in het honorariumomzetplafond van instellingen voorziet de beleidsregel in een mutatiekader. 29 Brief van 19 juli 2013 kenmerk CZ 30 Beleidsregel BR/CU-2064 Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten. Deze beleidsregel is inmiddels opgevolgd door beleidsregel BR/CU-2070, beleidsregel BR/CU-2084, beleidsregel BR/CU-2100 en beleidsregel BR/CU De Regeling NR/CU-214 Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten geeft voorschriften over de uitvoering van het beheersmodel. 31 Artikel 4.1 van de beleidsregel. 32 Artikel van de beleidsregel. 33 Artikel van de beleidsregel. 34 Artikel van de beleidsregel.

9 Instellingen en collectieven van vrijgevestigd medisch specialisten kunnen jaarlijks voor 1 april een aanvraag doen voor mutatieruimte. 35 Een dergelijke aanvraag moet worden ondersteund door één of meer verzekeraars van 16 Indien de som van de aanvragen groter is dan het beschikbare mutatiekader vindt toewijzing plaats naar rato van het aandeel van het in de aanvraag opgenomen bedrag in het totaal van de in alle aanvragen opgenomen bedragen. 37 Alle aanvragen die voldoen aan de voorwaarden komen daarbij in gelijke mate voor toewijzing in aanmerking. De beleidsregel neemt het zogenoemde aan-declareren als uitgangspunt. De medisch specialist declareert in die situatie zijn honorarium aan de instelling. 38 Onder voorwaarden is echter ook via-declareren toegestaan. De medisch specialist declareert in die situatie zijn honorarium via de instelling aan de consument of diens zorgverzekeraar. 39 Een instelling en een collectief van vrijgevestigd medisch specialisten kunnen de NZa gezamenlijk verzoeken het voor de instelling geldende honorariumomzetplafond te splitsen in een honorariumomzetplafond voor de instelling (aan-honorariumomzetplafond) en een honorariumomzetplafond ten behoeve van het collectief (viahonorariumomzetplafond). 40 Als grondslag voor de bepaling van het honorariumomzetplafond van een instelling in 2013 en 2014 hanteert de NZa de hoogte van het honorariumomzetplafond zoals vastgelegd in de beschikking van het voorafgaande jaar. Voor het jaar 2013 is dat de beschikking die van toepassing is op/vanaf 15 november Voor 2014 gaat het om de beschikking die van toepassing is op/vanaf 1 september Op een honorariumomzetplafond van een collectief van vrijgevestigd medisch specialisten, tot stand gekomen door een splitsing als bedoeld in artikel 7.1, is de grondslagbepaling van artikel van overeenkomstige toepassing. De NZa berekent het honorariumomzetplafond van een instelling voor het jaar 2013 en 2014 door de grondslag zoals beschreven in artikel 6.3 te delen door het totaal van de in t-1 toegekende honorariumomzetplafonds en de uitkomst van deze deling te vermenigvuldigen met het in artikel genoemde deel van het macrokader voor de desbetreffende categorie. 35 Artikel 8.1 van de beleidsregel. 36 Artikel 8.4 van de beleidsregel. 37 Artikel 8.2 van de beleidsregel. 38 Artikel 3.10 van de beleidsregel. 39 Artikel 3.11 van de beleidsregel. 40 Artikel 7.1 van de beleidsregel.

10 Ten aanzien van de bezwaargronden Inleiding De onderhavige bezwaarprocedure ziet op de brief van de NZa d.d. 5 december 2013 waarin zij ambtshalve heeft besloten om per 2014 geen honorariumomzetplafond meer toe te kennen aan het voormalige RvP. 10 van 16 Hierna zal de NZa allereerst ingaan op de ontvankelijkheid van het bezwaar en vervolgens een oordeel geven op de bezwaargronden. I. Ontvankelijkheid Op grond van artikel 8:1 Awb jo. 7:1 Awb kan uitsluitend bezwaar en beroep worden ingediend door een belanghebbende in de zin van artikel 1:2 Awb tegen besluiten, zoals bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, Awb. Onder besluit in de zin van artikel 1:3 Awb wordt verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. De vraag is in casu primair of de brief van 5 december 2013 van de NZa kan worden aangemerkt als een appellabel besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. De NZa is van oordeel dat de brief kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. De brief is gericht op rechtsgevolg. De NZa heeft geoordeeld dat het vigerende beleid inzake honorariumomzetplafonds niet meer van toepassing is op het voormalige RvP. De NZa heeft besloten dat zij geen beschikkingen ten behoeve van het RvP meer zal afgeven per Voor zover de brief van de NZa niet als een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb zou kunnen worden aangemerkt, geldt artikel 6:2 Awb. Voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep worden met een besluit gelijkgesteld de schriftelijke weigering om een besluit te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit. In casu weigert de NZa per 2014 om alsnog een ambtshalve beschikking vast te stellen voor het voormalige RvP (weigering een AAN-beschikking vast te stellen). Vervolgens dient bekeken te worden of in casu bezwaarde kan worden aangemerkt als een belanghebbende in de zin van artikel 1:2 Awb bij het voornoemde besluit. Onder belanghebbende wordt conform artikel 1:2 Awb verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Blijkens vaste jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven geeft het begrip 'rechtstreeks' in deze definitie aan, dat een direct en onlosmakelijk verband moet bestaan tussen het belang waarin de betrokken rechtspersoon zich getroffen acht en het desbetreffende besluit. 41 Er moet sprake zijn van een eigen, persoonlijk, objectief bepaalbaar, actueel en voldoende zeker en direct geraakt belang. 41 Zie bijvoorbeeld CBb 7 juni 2001, LJN AB2132 en CBb 14 oktober 2009, LJN BK1196.

11 De brief raakt het voormalige RvP rechtstreeks in haar belang omdat zij geen zogenaamde AAN-beschikking per 2014 meer zal ontvangen van de NZa. Bezwaarde wordt hierdoor eveneens rechtstreeks in haar belangen geraakt aangezien de staf geen (ambtshalve) gesplitst VIAhonorariumomzetplafond meer kan ontvangen door de NZa per van 16 Gelet op het voorgaande is de NZa van oordeel dat het onderhavige bezwaar tegen de brief van 5 december 2013 ontvankelijk is. De NZa zal daarom hierna materieel ingaan op de naar voren gebrachte bezwaargronden. II. Reactie op het bezwaar De NZa is primair van oordeel dat zij conform haar hiervoor geschetste beleid heeft gehandeld door per 2014 geen ambtshalve honorariumomzetplafondbeschikkingen vast te stellen voor het RvP en in het verlengde daarvan voor bezwaarde. Het RvP en bezwaarde vallen niet meer onder het toepassingsbereik van de beleidsregel BR/CU Artikel 1.1 van de beleidsregel gaat uit van de levering van medisch specialistische zorg door of onder verantwoordelijkheid van vrijgevestigde medisch specialisten in een instelling van medisch specialistische zorg. Daarvan is geen sprake meer. Een AAN-plafond afgeven aan het RvP op grond van artikel 1.1. jo 4.1 van de vigerende beleidsregel is niet meer mogelijk. Het afgeven van een VIA-plafond op grond van artikel 7 van de beleidsregel is derhalve ook niet meer mogelijk omdat dit verdeelafspraken over de plafondruimte per 2014 tussen instelling en collectief van vrijgevestigde medisch specialisten vergt. Het RvP heeft haar bedrijfsactiviteiten sinds de faillissementsdatum beëeindigd. Vanaf de faillissementsdatum van het RvP is geen sprake meer geweest van de levering van medisch specialistische zorg door of namens het RvP, dan wel door of namens de staf van het RvP ten behoeve van het RvP. Bezwaarde geeft aan dat zij zelf niet failliet is. Wat hier ook van zij, de NZa stelt vast dat bezwaarde geen zorg meer heeft verleend in de hoedanigheid van staf van het voormalige RvP. Er heeft een doorstart plaatsgevonden en het SMC heeft als doorstartende partij per faillissementsdatum voor haar rekening en risico het ziekenhuis gedreven (zie faillissementsverslag van de curatoren van het RvP, nr. 3 d.d. 8 januari 2014). Bezwaarde heeft bovendien aangegeven dat een deel van de medisch specialisten, die in de stafmaatschap van het voormalige RvP zaten, na de faillissementsdatum in loondienst zijn getreden van het SMC en in die hoedanigheid medisch specialistische zorg ten behoeve van het SMC hebben verleend. Ad. Proces van overleg Bezwaarde stelt dat het proces van overleg tussen betrokkenen en de NZa niet zorgvuldig is geweest. Zij is niet afdoende gekend in het overleg en haar belangen zijn niet afdoende hierin meegenomen. Deze argumenten kunnen naar het oordeel van de NZa niet leiden tot een gegrondverklaring van het bezwaar.

12 De NZa merkt in dit verband op dat zij aanvankelijk bewust slechts een faciliterende rol heeft gespeeld richting betrokken partijen om hen zelf de gelegenheid te bieden om tot een oplossing te komen ten aanzien van de ontstane, gewijzigde situatie na het faillissement van het RvP en de gevolgen die dit heeft voor het honorariumomzetplafond van 16 Tot uiterlijk 15 november 2013 heeft de NZa betrokken partijen de gelegenheid geboden om een gezamenlijk gedragen oplossingsvoorstel bij de NZa in te dienen. Nadat de NZa heeft geconstateerd dat partijen niet tot een gezamenlijk gedragen oplossing konden komen heeft de NZa vervolgens ambtshalve de beslissing genomen om het RvP geen honorariumomzetplafond voor 2014 meer toe te kennen, een en ander op de wijze zoals verwoord in haar brief van 5 december Deze beslissing is naar het oordeel van de NZa in overeenstemming met haar beleid inzake het beheersmodel voor de honoraria van vrijgevestigd medisch specialisten. Bezwaarde voert voorts aan dat haar belangen niet afdoende zijn onderkend in het overleg. De NZa deelt die mening niet. Bezwaarde is door de NZa van meet af aan betrokken bij de gevoerde correspondentie in deze zaak en bij de overige ontwikkelingen. Bezwaarde is tweemaal ten kantore van de NZa geweest en tijdens die overleggen in de gelegenheid gesteld om haar standpunten nader toe te lichten. Hoewel de NZa het belang dat bezwaarde hecht aan haar positie in het overleg begrijpt, acht zij het niet haar verantwoordelijkheid en ook niet haar rol om bezwaarde ten opzichte van de overige betrokken partijen een volwaardige positie in het onderhandelingsproces te bezorgen. Dat is een eigen verantwoordelijkheid van bezwaarde. Ad. Ernstig nadelige gevolgen Bezwaarde geeft aan dat zij zich bevindt in een ernstig financieel nadelige positie door het faillissement en dubbel wordt getroffen door de beslissing van de NZa. De NZa begrijpt dat de staf zich thans in een nadelige financiele positie bevindt vanwege het faillissement van het RvP. De nadelige positie van bezwaarde heeft echter naar het oordeel van de NZa geen causaal verband met de besluitvorming van de NZa. Dat de nadelen die bezwaarde ondervindt door het faillissement zouden worden verdubbeld door de besluitvorming van de NZa, volgt de NZa derhalve niet. Ad. Strijd met beleid en Convenant Bezwaarde stelt dat het beleid en het Convenant geen rekening houdt met een faillissement van een ziekenhuis. Strikt toepassen van het beleid is onevenredig nadelig voor bezwaarde. Bezwaarde stelt dat de NZa in strijd met artikel 9 van de BR/CU-2041 (thans CU-2106) heeft gehandeld door haar VIA-plafond en patiëntenstroom om niet over te hevelen naar de doorstartende onderneming.

13 Met de beslissing om het honorariumomzetplafond per 2014 niet meer toe te kennen aan het RvP, en in het verlengde daarvan aan bezwaarde, heeft de NZa conform haar hiervoor toegelichte beleid gehandeld. Uit de reikwijdte en de doelstelling van de beleidsregel volgt dat een failliete instelling niet onder de reikwijdte valt en alleen al om die reden geen aanspraak heeft, of kan maken, op een honorariumomzetplafond als bedoeld in die beleidsregel. In zoverre kan het bezwaar ook niet opgevat worden als een bijzondere omstandigheid in de zin van artikel 4:84 Awb op grond waarvan de NZa zou moeten afwijken van haar beleid. Immers, inherent aan haar beleid is dat daadwerkelijk sprake moet zijn van zorgverlening in een instelling en dat daar de plafondruimte beschikbaar moet worden gesteld. 13 van 16 Wat betreft het Convenant 42 merkt de NZa op dat dit afspraken betreffen tussen de Orde van Medisch Specialisten, De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en het Ministerie van VWS. De NZa is geen partij geweest bij dit Convenant. Het beleid van de NZa is ook niet gestoeld op dit Convenant. Om die reden kan in de voorliggende bezwaarprocedure aan het Convenant niet de betekenis worden toegekend die bezwaarde eraan geeft. Daarnaast volgt de NZa de stelling van bezwaarde niet, dat de NZa in strijd met artikel 9 van de BR/CU-2041 (thans CU-2106) heeft gehandeld door haar VIA-plafond en patiëntenstroom om niet over te hevelen naar de doorstartende onderneming. In de eerste plaats kan de NZa geen patiëntenstromen overhevelen. Het wijzigen of overhevelen van patiëntenstromen zou hooguit een indirect gevolg kunnen zijn van een afgegeven beschikking inzake een honorariumomzetplafond. In de tweede plaats is van essentieel belang dat de NZa in de onderhavige casus helemaal geen plafond heeft overgeheveld. Een van de essenties van de beslissing om het RvP geen honorariumomzetplafond voor 2014 toe te kennen, zoals neergelegd in de brief van 5 december 2013, is juist dat hierdoor geen sprake is, en ook niet (meer) kan zijn, van overheveling van een honorariumomzetplafond, of een deel van zo n plafond. Van overheveling kan immers pas sprake zijn, nadat een initieel plafond door de NZa is toegekend. Ten aanzien van dit bezwaaronderdeel ontbreekt derhalve een correcte feitelijke grondslag. Wat betreft de overheveling van bestaande plafondruimte, zoals neergelegd in het eerder genoemde artikel 9, merkt de NZa nog het volgende op. Overheveling van bestaande plafondruimte kan op grond van artikel 9 plaatsvinden op verzoek van één instelling en een daar gevestigd collectief, op verzoek van de instelling en het collectief, dan wel op verzoek van twee of meer instellingen en/of collectieven. Vereist is hoe dan ook een gezamenlijk verzoek dat rechtsgeldig is ondertekend door alle betrokken partijen. 42 De NZa gaat er vanuit dat bezwaarde doelt op het Convenant inzake de bekostiging vrij gevestigd medisch specialisten transitie d.d. 31 mei 2011.

14 Vóórdat de NZa is overgegaan tot haar besluit zoals neergelegd in de brief van 5 dcember 2013, waren partijen (tot 15 november 2013) in de gelegenheid om zo n gezamenlijk ondertekend verzoek voor de overdracht van het honorariumomzetplafond van het failliete RvP bij de NZa in te dienen. Zoals hierboven reeds opgemerkt, is het nooit tot zo n gezamenlijk gedragen - en door alle partijen ondertekend - voorstel c.q. verzoek gekomen. 14 van 16 De vereiste instemming van alle betrokkenen en de voorwaarden waaraan een gezamenlijk verzoek moet voldoen, is neergelegd in artikel 9. De NZa heeft geen verdere voorwaarden gesteld in haar beleid. De verantwoordelijkheid voor de wijze waarop de plafondruimte wordt overgeheveld, is aan betrokken partijen overgelaten. Zie in dit verband voorts nog hierna. Ad. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur Tot slot is bezwaarde van mening dat de NZa heeft gehandeld in strijd met diverse algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Detournement de pouvoir De stelling van bezwaarde dat de NZa als voorwaarde zou hebben gesteld dat overheveling van plafondruimte om niet dient plaats te vinden, hetgeen in in strijd zou zijn met het beginsel van détournement de pouvoir (misbruik van bevoegdheid), kan evenmin leiden tot gegrondverklaring van het bezwaar. Een dergelijke voorwaarde heeft de NZa niet gesteld. Een honorariumomzetplafond biedt een zorgaanbieder declaratieruimte tot het vastgestelde plafond. Het plafond is overdraagbaar aan een andere zorgaanbieder met in achtneming van de door de NZa in haar beleidsregel opgenomen voorwaarden. De vraag of een zorgaanbieder bereid is te betalen voor de overheveling van plafondruimte is daarbij niet relevant en niet als voorwaarde in het beleid van de NZa opgenomen. Het plafond is immers een instrument om te voorkomen dat er macrobudgettair kostenoverschrijdingen plaatsvinden. Het bericht van 6 november 2013 waarin door de NZa werd gesproken van een overheveling om niet van plafondruimte van het SMC naar de drie andere betrokken ziekenhuizen (Maasstad, Van Weel- Bethesda en Ikazia) nadat de curator van het RvP het initiële plafond van het RvP zou hebben overgeheveld aan het SMC, betrof een verkenning van de mogelijkheden om snel de in de regio noodzakelijke beschikbaarheid van zorg te waarborgen. Van een door de NZa gestelde voorwaarden om aan een overheveling van plafondruimte mee te werken is geen sprake.

15 Evenredige en zorgvuldige belangenafweging Zoals hiervoor toegelicht, heeft de NZa partijen in de gelegenheid gesteld zelf in onderling overleg met een oplossingsvoorstel te komen richting de NZa. De gelegenheid daartoe is geboden tot 15 november van 16 Aangezien partijen geen gezamenlijk gedragen voorstel hebben ingediend binnen de gestelde termijn is de NZa uiteindelijk ambtshalve tot besluitvorming overgegaan. Het faillissement van het RvP heeft tot gevolg gehad dat de NZa haar beschikking inzake het honorariumomzetplafond niet meer kon continueren. Vooringenomenheid De NZa heeft geen vooringenomen standpunt ingenomen. De gemachtigde van de doorstartende partij (SMC) heeft tijdens het voortraject, samen met een vertegenwoordiger van het Ikazia ziekenhuis, een oplossingsvoorstel bij de NZa ingediend. Dit heeft de NZa gedeeld met de andere betrokkenen, waaronder bezwaarde. De NZa is gebleken dat er geen overeenstemming tot stand is gekomen over een mogelijke oplossing en heeft vervolgens ambtshalve een besluit op grond van haar vigerende beleid genomen en daarbij haar eigen afwegingen geformuleerd. In dit besluit wordt verder niet ingegaan op de wijze waarop bestaande plafondruimte zou moeten of kunnen worden overgeheveld, aangezien dit niet, althans niet langer, aan de orde was. CONCLUSIE Gezien het voorgaande wordt het bezwaar ongegrond verklaard. Ingebrekestelling Dwangsom Bij brief van 7 augustus 2014 is de NZa namens bezwaarde in gebreke gesteld wegens het overschrijden van de wettelijke beslistermijn. De periode waarover de dwangsom wordt berekend begint op de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop de termijn voor het geven van de beschikking is verstreken en het bestuursorgaan van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling heeft ontvangen (artikel 4:17, derde lid, Awb) In het onderhavige geval is binnen de voornoemde termijn van twee weken door de NZa een besluit op uw bezwaar genomen. De NZa is derhalve geen dwangsom aan bezwaarde verschuldigd.

16 Ingevolge artikel 8:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) juncto 8:6 Awb juncto hoofdstuk 2, artikel 4 van Bijlage 2 Awb (Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak) kan een belanghebbende binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA 's-gravenhage. Het beroep dient conform artikel 6:5 lid 1 Awb schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en moet tenminste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van de indiener, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep zich richt en de gronden van het beroep. Indien beschikbaar dient een afschrift van het besluit te worden meegezonden. 16 van 16 Hoogachtend, De Nederlandse Zorgautoriteit drs. M.A. Ruys voorzitter Raad van Bestuur a.i.

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 112222-167609 Bij brief van 18 december 2014, die is ingekomen bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op 19 december 2014, is door de gezamenlijke zorgverzekeraars (bezwaarden) bezwaar

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 76153-130574 83345-139322 Geachte heer Kuit, Bij brief van 4 maart 2014, is namens de heer [vertrouwelijk ] tijdig bezwaar ingediend tegen de last onder dwangsom die de Nederlandse

Nadere informatie

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten REGELING Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37, 38, derde lid, 39, tweede lid en 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815

BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815 BESLISSING OP BEZWAAR 120194-180815 Bij brief van 30 maart 2015 die is ingekomen bij de NZa op dezelfde dag, is door de heer [vertrouwelijk ] (hierna: belanghebbende) bezwaar gemaakt tegen het besluit

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 76537-111131 Bij brief van 3 maart 2014 die is ingekomen bij de NZa op 10 maart 2014 is bezwaar gemaakt tegen de beslissing d.d. 24 februari 2014 met kenmerk 70783/104577. Deze beslissing

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR 58706-98773

BESLISSING OP BEZWAAR 58706-98773 BESLISSING OP BEZWAAR 58706-98773 Bij brief van 25 oktober 2013 die is ingekomen bij de NZa op 27 oktober 2013, is door Medisch Centrum Rhijnauwen (hierna ook: belanghebbende) bezwaar gemaakt tegen de

Nadere informatie

2. Bezwaarde heeft haar bezwaar aangevuld bij brief van 23 januari 2014.

2. Bezwaarde heeft haar bezwaar aangevuld bij brief van 23 januari 2014. BESLISSING OP BEZWAAR 58696-224147 1. Bij faxbericht van 25 oktober 2013 is namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie door de Directie Forensische Zorg van het ministerie van Veiligheid en

Nadere informatie

Invoering beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten 29 september 2011

Invoering beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten 29 september 2011 Aan de besturen van: algemene ziekenhuizen oogziekenhuis st. Maartenskliniek UMC s dialysecentra radiotherapeutische centra ZBC s de zorgverzekeraars productiesamenwerkingsverbanden Brancheorganisaties:

Nadere informatie

[Aanvrager A] heeft ter onderbouwing van het handhavingsverzoek van 3 augustus 2016 een aantal documenten aan de NZa overlegd.

[Aanvrager A] heeft ter onderbouwing van het handhavingsverzoek van 3 augustus 2016 een aantal documenten aan de NZa overlegd. Besluit Aanleiding Op 3 augustus 2016 ontving de NZa een handhavingsverzoek van [Aanvrager A]. [Aanvrager A] is een samenwerkingsverband van zeven aanbieders van orthopedisch schoeisel. 1 In haar schrijven

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 122678-223162 Bij brief van 24 april 2015 is door de Directie Forensische Zorg van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: bezwaarde) bezwaar gemaakt tegen, onder meer

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk 76519-HHSc/132.09. Aanwijzing publicatie sterftecijfers 9 mei 2014

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk 76519-HHSc/132.09. Aanwijzing publicatie sterftecijfers 9 mei 2014 Aangetekend Amphia Ziekenhuis Raad van Bestuur [ ] Postbus 90158 4800 RK BREDA Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting

Nadere informatie

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 48726-80833 Bij brief van 8 juli 2013, die is ingekomen bij de NZa op 10 juli 2013, is door Stichting Laurentius Ziekenhuis, (hierna: bezwaarde) bezwaar gemaakt tegen het besluit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Stichting Humanitas DMH onderdeel van Zorg Stichting Vivence Melding 1. Op 7 november 2016 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

Door de zorgaanbieder is bij e-mail van 31 mei 2012 een eenzijdig nacalculatieformulier 2011 ingediend.

Door de zorgaanbieder is bij e-mail van 31 mei 2012 een eenzijdig nacalculatieformulier 2011 ingediend. BESLISSING OP BEZWAAR Bij brief van 1 november 2012 die is ingekomen bij de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) op 5 november 2012, is door Achmea Divisie Zorg & Gezondheid (hierna: bezwaarde) bezwaar

Nadere informatie

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Stichting Cruciaal christelijke GGZ en de activiteiten van Stichting In de Bres Zorggroep, Stichting In de Bres tweedelijns specialistische

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk 12D0013050. AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 25 april 2012

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk 12D0013050. AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 25 april 2012 AANGETEKEND Stichting Saffier De Residentie Groep T.a.v. het bestuur Postbus 52150 2505 CD DEN HAAG Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING DOT Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking 1 januari 2015 22 juli 2014 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2016 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg REGELING Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg Gelet op artikel 36, derde lid en de artikelen 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

BELEIDSREGEL BR/CU-5060 BELEIDSREGEL Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 393 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk 12D AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 3 mei 2012

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk 12D AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 3 mei 2012 M. Fathi h.o.d.n. Tandartsenpraktijk Floriande Doeverenplein 9 2134 DN HOOFDDORP Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl

Nadere informatie

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. REGELING Regeling macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 en 76 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Regeling bezwaarschriftprocedure Verispect B.V. Indiening bezwaarschrift. Gelegenheid tot horen

Regeling bezwaarschriftprocedure Verispect B.V. Indiening bezwaarschrift. Gelegenheid tot horen Artikel 1 Begripsbepalingen Besluit: Besluit, zoals bedoeld in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Belanghebbende: Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit van Verispect B.V. is betrokken.

Nadere informatie

Wetsverwijzingen Wet marktordening gezondheidszorg, geldigheid:

Wetsverwijzingen Wet marktordening gezondheidszorg, geldigheid: ECLI:NL:CBB:2014:494 Instantie Datum uitspraak 24-12-2014 Datum publicatie 21-01-2015 Zaaknummer AWB 14/139 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Parnassia Groep B.V. Stichting Riagg Rijnmond 1 van 7 Verzoek 1. Op 11 december 2014 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag

Nadere informatie

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Reglement bezwaarprocedure SVWN Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103078_4/20 Betreft zaak: Beslissing op bezwaar tegen het besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit van 29 augustus 2008,

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 10142-228856 Bij brief van 10 april 2012 is namens Zorgcentrum De Posten (hierna: bezwaarde) pro forma bezwaar gemaakt tegen het besluit van 29 februari 2012 (kenmerk: Care/AWBZ/12/009/12D0007775).

Nadere informatie

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets In deze openbare versie van dit besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/CU-5047 BELEIDSREGEL DBC-TARIFERING BEHANDELING EN VERBLIJF IN DE CURATIEVE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Zorg van de Zaak Netwerk B.V. Stichting Christelijke GGZ - Stichting voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg van de Nederlandse Gereformeerde

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING DOT Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking 1 januari 2016 18 november 2015 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2017 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 115020-248844 Met excuses voor de late reactie, berichten wij u als volgt. Bij brief van 29 januari 2015, die door de NZa op 3 februari 2015 is ontvangen, is door de Stichting Het

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26212/2011016210 Betreft: verzoek om bestuursrechtelijke handhaving op grond van artikel 6.13, tweede lid, aanhef en onder a, van de Mediawet 2008 Beslissing op bezwaar inzake

Nadere informatie

29982/ AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 5 februari 2013

29982/ AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 5 februari 2013 AANGETEKEND Stichting Groenhuysen T.a.v. het bestuur Postbus 1596 4700 BN ROOSENDAAL Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/888870 Besluitnummer: 21 6.4 Onderwerp: Beslissing op bezwaar Advies: Gelet op het gestelde in de uitspraak van de Rechtbank

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t.

categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2004 RA04.0108 A 11 04/696 Onderwerp: Bezwaarschrift Sluyter Advocaten tegen besluit raad m.b.t. gebied Zijtak Portefeuillehouder: J.

Nadere informatie

Nederlandse Zorgautoriteit

Nederlandse Zorgautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Aan het bestuur van ActiZ T.a.v. de heer F. Bluiminck; de heer J. de Vries Postbus 8258 3503 RG UTRECHT Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296

Nadere informatie

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Betreft: MOB Maatschappelijk Ondersteuningsbureau B.V. Stichting Thuiszorgnet Melding 1. Op 2 januari 2017 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

Nederlandse Zorgautoriteit

Nederlandse Zorgautoriteit Nederlandse Zorgautoriteit Aangetekend Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Maxima Medisch Centrum t.a.v. [...] Postbus 7777 5500 MB VELDHOVEN Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 e

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 17 JUNI 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets

Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Besluit ontheffing zorgspecifieke concentratietoets Betreft: MOB Drechtssteden B.V. Internos Katholieke Stichting Thuiszorg Melding 1. Op 14 maart 2016 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 685195/688505 Betreft: bezwaar tegen besluit op Wob-verzoek Beslissing van het Commissariaat voor de Media op het bezwaar van xxx en xxx tegen het besluit op het verzoek

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren. REGELING Informatieverstrekking geriatrische revalidatiezorg Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37 lid 1 onder d, 39 lid 2 en de artikelen 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

BELEIDSREGEL BR/CU-5094 BELEIDSREGEL Dyslexiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Beleidsregel Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012. BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) TARIEFBESCHIKKING Tandheelkundige zorg AWBZ 1 Nummer Datum ingang Datum beschikking Datum verzending TB/CU-7106-02 1 januari 2015 5 november 2014 7 november 2014 Volgnr. Geldig tot Behandeld door 4 directie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

heeft krachtens de paragrafen 2 en 4 van hoofdstuk 4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) PRESTATIEBESCHRIJVINGBESCHIKKING Nummer Datum ingang Datum beschikking Datum verzending TB/REG-17605-01 1 januari 2017 22 juni 2016 24 juni 2016 Volgnr. Geldig tot Behandeld door 1 directie Regulering

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel

Nadere informatie

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot

Nadere informatie

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Rapport. Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048

Rapport. Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048 Rapport Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048 2 Klacht Op 26 september 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Utrecht, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

Hoor- en adviescommissie

Hoor- en adviescommissie A D V I E S AAN GEDEPUTEERDE STATEN naar aanleiding van de behandeling van de bezwaarschriften ingevolge artikel 7:1 van de Awb van Gemeente Zijpe te Schagerbrug (bezwaarde) en B. Schuijt te Sint Maartensbrug

Nadere informatie

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk /170020

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk /170020 Besluit zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Stichting BrabantZorg een onderdeel van Arjajuni B.V. een onderdeel van Imli B.V. Melding 1. Op 20 november 2014 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 10826 Kenmerk: 12517 / 01.038.932 Openbaar gemaakt onder kenmerk Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november 2011. Rapportnummer: 2011/346

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november 2011. Rapportnummer: 2011/346 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november 2011 Rapportnummer: 2011/346 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Belastingdienst/Toeslagen volhardt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332

ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332 ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 17-01-2012 Datum publicatie 19-01-2012 Zaaknummer AWB 11/3732 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure OPENBAAR Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3309 / 347 Betreft zaak: NIP, LVE, NVVP Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot gegrondverklaring van de

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 Rapport Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 2 Klacht Op 12 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Altforst, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

BELEIDSREGEL TH/BR-002

BELEIDSREGEL TH/BR-002 BELEIDSREGEL TH/BR-002 Beleidsregel bestuurlijk rechtsoordeel modelovereenkomsten Ingevolge artikel 25 Zorgverzekeringswet (Zvw) moet een verzekeraar die voornemens is zorgverzekeringen aan te bieden en

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk 12D AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 3 mei 2012

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk 12D AANWIJZING EX ARTIKEL 76, EERSTE LID, WMG 3 mei 2012 AANGETEKEND F. Fathi Doeverenplein 9 2134 DN HOOFDDORP Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl AANWIJZING Behandeld door

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 juli 2005 Rapportnummer: 2005/209

Rapport. Datum: 21 juli 2005 Rapportnummer: 2005/209 Rapport Datum: 21 juli 2005 Rapportnummer: 2005/209 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn verzoek om vergoeding van de door hem omstreeks oktober

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16992 23 juni 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juni 2015, kenmerk 776212-137548-MC,

Nadere informatie

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per  laten weten af te willen zien van de hoorzitting. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/205722_OV Zaaknummer: 14.0492.51.1.01 Datum: Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van de heer [VERTROUWELIJK] van 22 juli 2014,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

ECLI:NL:RBMNE:2016:707 ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk 112895/188247

Besluit zorgspecifieke concentratietoets Kenmerk 112895/188247 Besluit zorgspecifieke concentratietoets Betreft: Holland Venture Ondernemers Fonds II B.V. RDW Holding B.V. Melding 1. Op 11 januari 2015 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

BELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017 NADERE REGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017 Gelet op de artikelen 36, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

BELEIDSREGEL BR/CU-5039 BELEIDSREGEL BR/CU-5039 Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Bij besluit van 30 september 2002 heeft de d-g NMa de klacht van Broadcast afgewezen (hierna: het bestreden besluit).

BESLUIT. 4. Bij besluit van 30 september 2002 heeft de d-g NMa de klacht van Broadcast afgewezen (hierna: het bestreden besluit). Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot ongegrond verklaring van het tegen zijn besluit van 30 september 2002, nummer

Nadere informatie

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013 BELEIDSREGEL Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), maakt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013 BELEIDSREGEL BR/CU-5098 Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 641581/644645 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Radio Unique en Jazz Radio Het Commissariaat voor de Media, gezien de volgende besluiten: het besluit van 20 januari 2015,

Nadere informatie

Besluit tot goedkeuring concentratie Kenmerk

Besluit tot goedkeuring concentratie Kenmerk Besluit tot goedkeuring concentratie In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

BELEIDSREGEL AL/BR-0021 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 24055/2010018942 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Wob besluit naar aanleiding van verzoek om openbaarmaking door de VARA Het Commissariaat voor de Media, gezien het

Nadere informatie

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten BELEIDSREGEL Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Op grond van artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 197901-289595 Bij brief van 4 augustus 2016, die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft ontvangen op 8 augustus 2016, is door ActiZ te Utrecht (bezwaarde) pro forma bezwaar gemaakt

Nadere informatie

Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van het Samenwerkingsverband PasVOrm

Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van het Samenwerkingsverband PasVOrm Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van het Samenwerkingsverband PasVOrm Reglement Reglement van de bezwaarcommissie Samenwerkingsverband PasVOrm, vastgesteld door het toezichthoudend bestuur van

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw BELEIDSREGEL Ketenzorg dementie Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie