U I T S P R A A K

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "U I T S P R A A K"

Transcriptie

1 U I T S P R A A K van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie GLTC, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij brief van 4 oktober ontvangen op 5 oktober heeft appellant pro forma beroep ingesteld tegen het besluit van 7 september 2010 van verweerder, waarbij de scriptie van appellant wegens fraude ongeldig is verklaard. Bij brief van 26 oktober 2010 ontvangen op 27 oktober 2010 heeft appellant de grond van het beroep ingediend. Appellant wijst kort weergegeven - ter onderbouwing van zijn beroep op het navolgende. Appellant is in 1996 begonnen met de studie Griekse en Latijnse taal en Cultuur. Na enkele jaren heeft hij deze studie onderbroken om te gaan werken. In 2008 heeft hij besloten de studie weer op te pakken. Om nog te kunnen afstuderen in het oude systeem diende hij voor 31 augustus 2010 zijn doctoraalexamen te behalen. Zijn studieresultaten waren goed. Gezien zijn reguliere werk heeft hij pas een begin met de scriptie kunnen maken in juli De scriptie is ingeleverd op 16 augustus Op 17 augustus 2010 heeft de begeleidende docente laten weten dat de scriptie in eerste instantie aan de normen voldeed. Op 23 augustus 2010 heeft zij zonder voorbehoud laten weten dat de scriptie met een zeven werd beoordeeld. Appellant is per op de hoogte gesteld van het vermoeden dat zijn scriptie overeenkomsten vertoonde met een eerder door hem geschreven paper en uitgenodigd om te worden gehoord. Deze uitnodiging werd op de dag van de afspraak, 30 augustus 2010, telefonisch ingetrokken. Op de vraag of dit betekende dat de scriptie was goedgekeurd, luidde het antwoord bevestigend. Geheel tegen de verwachtingen hoorde hij een dag later dat hij alsnog voor de examencommissie moest verschijnen op 6 september Op 7 september 2010 is zijn scriptie alsnog ongeldig verklaard. Appellant is voor wat de omvang van de scriptie betreft verwezen naar de website. Uit de Secretariaat: Rapenburg 70 Postbus RA Leiden Telefoon / Fax

2 Blad 2/8 toelichting aldaar blijkt dat de kwantitatieve eisen die aan een scriptie worden gesteld aan een masterscriptie maximaal woorden zijn. Appellant heeft op 29 augustus 2010 alsnog een versie van de scriptie ingediend die voldoet aan deze eisen, zonder delen uit de eerder geschreven paper. De examencommissie meent echter dat een scriptie oude stijl 75 pagina s dient te omvatten. Appellant was hiermee niet bekend. De examencommissie verwijst naar een studiegids van 1999/2000 die niet is te achterhalen. Appellant betwist dat er sprake is van plagiaat, dan wel fraude. Plagiaat ziet op het overnemen van teksten of formuleringen van andere auteurs. In de Regeling Plagiaat staat onder andere dat er sprake kan zijn van zelfplagiaat wanneer een student een eerder werkstuk voor een groot deel kopieert zonder vermelding daarvan. Indien daar al sprake van was, dan is appellant zich dit niet bewust geweest en is dit niet opzettelijk gebeurd. De meest voorkomende sanctie is dat de scriptie dient te worden herschreven. Appellant heeft direct een andere versie van zijn scriptie aangeboden. De examencommissie had conform de Regeling Plagiaat appellant in de gelegenheid moeten stellen zijn scriptie te herschrijven dan wel aan te passen. Er is zeer onzorgvuldig omgegaan met de belangen van appellant. In de wetenschap dat dit de laatste mogelijkheid was om binnen het oude systeem af te studeren is appellant eerst blij gemaakt met een zeven waarna zijn scriptie alsnog is afgekeurd. Ook de gang van zaken rond de uitnodiging om gehoord te worden, welke uitnodiging kort daarop weer werd ingetrokken met een positief antwoord op de vraag of de scriptie nu was goedgekeurd getuigt van onzorgvuldigheid. Er is geen sprake van plagiaat en de scriptie voldoet aan de kwantitatieve eisen. Daarnaast is er geen rekening gehouden met de grote belangen van appellant in de oude stijl af te stuurden, wat het besluit onevenredig maakt. Het besluit dient dan ook vernietigd te worden. Verweerder heeft naar voren gebracht dat appellant het zijn docenten onmogelijk heeft gemaakt om zich een juist oordeel te vormen over zijn scriptie door grote delen van een eerder werkcollegepaper stilzwijgend en zonder vooroverleg in zijn scriptie over te nemen. Hij heeft pas in juli een aanvang gemaakt met de scriptie en daarmee willens en wetens de uiterste deadline opgezocht waarbinnen hij nog het oude doctoraaldiploma kon behalen. De scriptie is beoordeeld door XXX in de veronderstelling dat appellant bonafide te werk was gegaan. Voor uitstel van de beoordeling was gezien de deadline nauwelijks ruimte. Nadat later duidelijk werd dat in de scriptie nagenoeg letterlijk uit een eerdere paper werd geciteerd, is de examencommissie ingeschakeld. Die heeft appellant om een reactie gevraagd. Appellant heeft het uitvoerige zelfcitaat toegegeven, en is daarop uitgenodigd voor wederhoor op 30 augustus De examencommissie heeft op die dag, op basis van de onjuiste informatie dat de examencommissie niet bevoegd was het gegeven cijfer te herroepen, het gesprek afgezegd. Eén dag later bleek dat de commissie die bevoegdheid wel had en is appellant, gezien de ernst van de zaak, opnieuw opgeroepen.

3 Blad 3/8 Tijdens het gesprek, dat plaatsvond op 6 september 2010, heeft appellant opnieuw toegegeven dat de scriptie oud werk bevatte, heeft de examencommissie geconstateerd dat er sprake was van fraude en is de scriptie vervolgens ongeldig verklaard. Anders dan appellant omschrijft de examencommissie de handelwijze niet als plagiaat, maar als fraude in de zin van de Regels en richtlijnen van de examencommissies. De opgelegde sanctie is overeenstemming met de Regels. Dat appellant geen nieuwe doctoraalscriptie kan inleveren is geen onderdeel van de sanctie, maar een gevolg van het feit dat appellant zijn scriptie vlak voor de definitieve deadline heeft ingeleverd. De stelling van appellant dat hij niet op de hoogte was gebracht van de kwantitatieve eisen die worden gesteld aan een eindscriptie, en dat de scriptie ook zonder de gewraakte passage een voldoende zou hebben opgeleverd, deelt de examencommissie niet. De scriptie is in haar geheel afgekeurd. Daarnaast zijn kwantiteit en kwaliteit met elkaar verbonden. Appellant had op de hoogte kunnen of moeten zijn van de bepalingen over de omvang van de scriptie die onder een regime vielen waar hij zelf voor heeft gekozen. Tenslotte heeft de examencommissie appellant een schikkingsvoorstel gedaan: de nieuwe gedeelten van de ingeleverde scriptie zouden als BA-eindwerkstuk worden beschouwd en de door heem behaalde punten die niet nodig zijn voor het BA-examen zouden meetellen voor het MA- examen. Dit betekende dat hij alleen nog een nieuwe MA-scriptie had moeten schrijven om af te kunnen studeren. Met dit voorstel kon enerzijds de examencommissie de kwaliteit van het afgegeven diploma waarborgen en appellant zich alsnog kwalificeren voor een diploma. Dit voorstel is door appellant om hem moverende redenen afgewezen. De opleiding GLTC heeft zijn uiterste best gedaan studenten in de gelegenheid te stellen af te studeren binnen het oude systeem. Appellant heeft met zijn fraudeleuze handelen daarvan misbruik gemaakt. Er was voor de examencommissie geen reden af te zien van de gebruikelijk sanctie. Het beroep is behandeld op 19 januari 2011 tijdens een openbare zitting van een kamer uit het College. Appellant is in persoon verschenen, met zijn gemachtigde XXX. Namens verweerder zijn XXX verschenen. Ter zitting wijst de gemachtigde van appellant in aanvulling op het beroepschrift erop dat ook de examencommissie verantwoordelijk is voor het feit dat appellant op een laat moment aan zijn scriptie is begonnen. Appellant heeft pas in de zomer van 2008 bij toeval ontdekt dat de deadline voor afstuderen oude stijl in augustus 2010 lag. Verder is de opvatting van de examencommissie dat appellant de kwantitatieve eisen uit de studiegids 1999/2000 had moet kennen ridicuul. De eisen hadden hem moeten worden uitgereikt. Het besluit is voor appellant onredelijk benadelend nu het voor het volgen van een lerarenopleiding noodzakelijk is dat hij is afgestudeerd. Voor het volgen van een masteropleiding zou hij daarnaast opnieuw collegegeld moet betalen, wat één van de redenen is waarom het schikkingsvoorstel niet is geaccepteerd. Een andere reden is de

4 Blad 4/8 onzekerheid dat zijn MA-scriptie zal worden goedgekeurd. Appellant is het vertrouwen in de universiteit kwijtgeraakt. Hij verzoekt het besluit van de examencommissie te vernietigen. Verweerder geeft aan dat appellant een aantal malen heeft toegegeven dat een groot deel van zijn doctoraalscriptie bestaat uit eerder ingeleverd werk zonder enige bronvermelding. Dat is een vorm van fraude. De sanctie die daarop is gevolgd, het ongeldig verklaren van de scriptie, is naar het oordeel van de examencommissie niet bijzonder zwaar. Verweerder werpt de stelling van appellant dat er bij de totstandkoming van het besluit een aantal malen onzorgvuldig gehandeld is verre van zich.. Weliswaar is op 30 augustus 2010 bij appellant de indruk gewekt dat de wederhoorprocedure niet zou doorgaan, en dat hij dus was afgestudeerd. Deze fout is echter binnen één dag hersteld. Wat de omvang van de scriptie betreft: appellant heef welbewust het voor hem meest voordelige programma uitgezocht. Dat was een oud programma. Hij had zelf naar de examencommissie kunnen gaan en de studiegids kunnen opvragen wanneer er bij hem onduidelijkheid bestond over de eisen. De website vermeldt alleen de eisen die aan een masterscriptie worden gesteld. In het besluit is ingegaan op de eisen die aan de omvang van de scriptie worden gesteld, omdat appellant dit punt zelf naar voren heeft gebracht tijdens de wederhoorprocedure. Het vormt niet de kern van het geschil. De oude vuistregel van 75 pagina s was overigens niet in steen gebeiteld. Kwaliteit en kwantiteit worden altijd in samenhang bezien. Het herschrijven van een scriptie is iets anders dan twee dagen voor de deadline zonder overleg een uitgeklede versie van de eerdere scriptie inleveren. Het schikkingsvoorstel was alleszins redelijk Het schrijven van een MA- scriptie is een kleinere exercitie dan het maken van een doctoraalscriptie. Op de vraag van het College aan appellant waarom hij niet heeft gereageerd op de van mw. Van Raalte waarin zij de vraag stelt of er een relatie bestond tussen de scriptie en de waarschijnlijk eerder geschreven paper, antwoordt appellant dat hij de vraag heeft opgevat als een punt van commentaar zoals er meer punten van commentaar waren. Op de vraag of appellant betwist dat er fraude is gepleegd, los van de vraag naar de intentie, antwoordt appellant dat er naar zijn oordeel geen sprake is van fraude. Appellant heeft uiteindelijk, nadat de examencommissie de scriptie had onderzocht, eind augustus 2010 vier verschillende versies ingediend, in een oplopende graad van wegneming van de betwiste delen. Op de vraag of het de bedoeling was dat de examencommissie daaruit de versie zou kiezen die haar het beste beviel, antwoordt appellant dat hij zich kon voorstellen dat de examencommissie zou aangeven wat acceptabel was. De laatste versie was de versie waarin geen enkel betwist deel meer voorkwam.

5 Blad 5/8 Het College informeert naar de gang van zaken in 2008 toen appellant zich meldde met zijn wens om af te studeren. XXX heeft toen het studieprogramma met appellant bekeken aan de hand van oude studiegidsen. Daarbij bleek dat het programma van 1998 het meest gunstige was. Op dat moment stond appellant niet ingeschreven. Appellant heeft zich pas in de zomer van 2010 ingeschreven. 2. De overwegingen ten aanzien van de ontvankelijkheid Met de op 5 oktober 2010 door het College ontvangen brief heeft appellant tijdig beroep ingesteld tegen het besluit van 7 september Het beroepschrift voldoet ook overigens aan de daaraan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht ( Awb ) en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek ( WHW ) gestelde eisen, zodat het administratief beroep ontvankelijk is. 3. De overwegingen ten aanzien van het geschil Het beroep richt zich tegen het besluit van de examencommissie GLTC de door appellant ingediende doctoraalscriptie ongeldig te verklaren. Het College dient overeenkomstig artikel 7.61, tweede lid, van de WHW te beoordelen of de bestreden beslissing al dan niet in strijd is met het recht. Ingevolge artikel 7.12, eerste lid, van de WHW stelt het instellingsbestuur ten behoeve van elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in. Ingevolge het tweede lid van dat artikel is de examencommissie het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden. Ingevolge artikel van de onderwijs- en examenregeling van de Faculteit der Geesteswetenschappen stelt de examencommissie conform artikel 7.12b, derde lid, van de WHW regels vast over de uitvoering van haar taken en bevoegdheden en over de maatregelen die zij kan nemen. Daartoe behoren de maatregelen die worden genomen in geval van fraude, waaronder begrepen het plegen van plagiaat. Artikel 7 van de Regels en richtlijnen van de examencommissies van de Faculteit der Geesteswetenschappen luidt:

6 Blad 6/8 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. In het geval dat de examencommissie fraude door een student vaststelt kan zij sancties opleggen. Deze sancties staan in verhouding tot de aard en zwaarte van de gepleegde fraude. Deze kunnen variëren van het ongeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk of schriftelijk tentamen tot volledige uitsluiting van deelname aan tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van één jaar. Het College stelt vast dat niet ter discussie staat dat appellant grote delen van een eerder voor een ander doel geschreven werkstuk zonder bronvermelding heeft ingevoegd in zijn doctoraalscriptie. Het eerder ingeleverde werk vormt ongeveer een derde van de totale scriptie. Appellant noemt een aantal redenen waarom deze constatering niet tot ongeldigverklaring van de scriptie had moeten leiden. De opvatting van appellant dat, nu de docente op 23 augustus 2010 de scriptie reeds met een zeven had beoordeeld, de examencommissie niet meer tot ongeldigverklaring van de scriptie kon overgaan, deelt het College niet. Niet alleen is het de exclusieve bevoegdheid van de examencommissie om vast te stellen of de student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden en om in geval van fraude maatregelen te treffen, bovendien is het evident dat bij een scriptie onregelmatigheden ook naderhand aan het licht kunnen komen. Tussen de waarin het cijfer is meegedeeld en de mededeling van de voorzitter van de examencommissie aan appellant dat er een vermoeden bestond van mogelijk zelfplagiaat, zijn overigens niet meer dan drie dagen verstreken. Daarbij komt dat de opleiding zo veel mogelijk heeft willen meewerken aan het afstuderen van oude stijl studenten, waaronder appellant. Appellant was in elk geval in het najaar 2008 bekend met het bestaan van een deadline. Hij heeft ervoor gekozen zich pas in 2010 in te schrijven als student om de scriptie zeer kort voor de deadline van 31 augustus 2010 in te leveren. Verder heeft hij met het niet beantwoorden van de vraag van de docente over de eventuele samenhang met eerder ingeleverd werk het vormen van een oordeel over zijn kennis en kunde niet goed mogelijk gemaakt, hetgeen noch de docente noch de examencommissie is aan te rekenen. Aan het feit dat appellant op 30 augustus 2010 op grond van telefonische informatie van de examencommissie gedurende één dag in de veronderstelling heeft verkeerd dat aan de geconstateerde fraude geen gevolgen zouden worden verbonden, kent het College niet de betekenis toe die appellant eraan geeft. De vergissing is binnen een zeer korte tijdsverloop

7 Blad 7/8 hersteld. Er kan niet worden gezegd dat uitsluitend door deze vergissing appellant onevenredig is benadeeld. Appellant geeft aan niet juist te zijn geïnformeerd over de kwantitatieve eisen die aan een doctoraalscriptie worden gesteld. Dat, na aftrek van de eerder geschreven delen, nog slechts 29 pagina s overbleven, leverde naar het oordeel van de examencommissie in samenhang met de kwaliteit van het stuk een te geringe prestatie op om als volwaardige doctoraalscriptie beschouwd te worden, zoals appellant wenst. Dit is echter niet de kern van de zaak: ter zitting en uit de stukken is duidelijk geworden dat bij de ongeldigverklaring het nogmaals aanbieden van eerder ingeleverd werk de belangrijkste rol heeft gespeeld. De examencommissie is overigens, anders dan appellant blijkbaar meent, naar het oordeel van het College niet onzorgvuldig geweest door, nadat was komen vast te staan dat het ingeleverde werk grote delen van een eerdere paper bevatte, een aantal andere, kortere versies van de scriptie die appellant vervolgens voorlegde niet alsnog (positief) te beoordelen. Met zijn handelwijze heeft appellant het de examencommissie geheel of gedeeltelijk onmogelijk gemaakt zich een oordeel te vormen over zijn kennis, inzicht en vaardigheden. Nu er sprake is van fraude zoals omschreven in artikel 7 van de Regels en richtlijnen van de examencommissies, komt de door de examencommissie gekozen sanctie, het ongeldig verklaren van de doctoraalscriptie het College niet onredelijk voor. Daarnaast heeft de examencommissie, nu afstuderen oude stijl niet meer mogelijk was appellant de mogelijkheid geboden om een nieuwe MA-scriptie te schrijven om op deze wijze het equivalent van het doctoraaldiploma te behalen. Dat hij daarvoor opnieuw collegegeld zou moeten betalen is juist, maar dit zou ook het geval zijn geweest indien het oude doctoraalsysteem was blijven bestaan. Met het voorstel is naar het oordeel van het College voldoende met de belangen van appellant rekening gehouden. Nu het College ook overigens niet is gebleken van andere feiten of omstandigheden die tot een andersluidend oordeel zouden moeten leiden, dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

8 Blad 8/8 4. De beslissing Het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden, gezien artikel 7.61 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, verklaart het beroep ONGEGROND. Aldus vastgesteld op 19 juli 2011 door een kamer uit het College van beroep voor de examens, bestaande uit de mr. H.J.G. Bruens, voorzitter, dr. H.W. Sneller, dr. R. Stein (leden) en mw. H.M. Bartelds (studentlid) in tegenwoordigheid van de secretaris van het College, D.L. van der Lecq. mr. H. Bruens voorzitter D.L. van der Lecq secretaris Voor eensluidend afschrift, Verzonden op:

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-2 1 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie MA International

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 37 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie Bachelor Rechtsgeleerdheid, verweerder 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 0 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 1-0 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van xxx, appellante tegen de Examencommissie Instituut Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K 10 136

U I T S P R A A K 10 136 U I T S P R A A K 10 136 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Bachelor Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9

U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 U I T S P R A A K 1 4 0 4 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bachelor Fiscaal Recht, verweerder 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4-1 0 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats], appellante tegen [naam], verweerder 1. Ontstaan en loop van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 6 7 van (de voorzitter van) het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 8 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [naam], in haar hoedanigheid als examinator

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats appellant], appellant tegen [naam verweerder], namens verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 1-0 6 9

U I T S P R A A K 1 1-0 6 9 U I T S P R A A K 1 1-0 6 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Masterexamencommissie Criminologie, verweerder en van de

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 69 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Pedagogische Wetenschappen, verweerster 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 7 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 14-2 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de deelexamencommissie bachelor- en masteropleiding Criminologie,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4-3 0 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Ma Linguistics, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Met de op 5

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 3 0 2 van (de voorzitter van) het van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5

U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 U I T S P R A A K 1 5 1 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bestuursraad van het ICLON, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 1 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Deelexamencommissie Notarieel Recht,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 5 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bachelor Kunstgeschiedenis, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 3 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de examencommissie Pedagogische Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 5 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bacheloropleiding Fiscaal Recht, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-1 8 1 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-1 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie

Nadere informatie

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-0 9 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Den Haag, appellante tegen de Facultaire Examencommissie Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 4 8 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 1 3 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 07 73

U I T S P R A A K 07 73 U I T S P R A A K 07 73 van het College van Beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 1 0 0

U I T S P R A A K 1 3 1 0 0 U I T S P R A A K 1 3 1 0 0 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam appellant], appellant tegen de Examencommissie Master Political Sciences, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 6 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen [naam], verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 7 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 4 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [namen], in hun hoedanigheid als examinatoren,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 5 9 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 1 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9 1 0 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie propedeuse Rechtsgeleerdheid, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 3 0 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X, appellant en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 3 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX te Schiedam, appellant tegen de Examencommissie Bachelor Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Toelatingscommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 0 8 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 1 1 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3

U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 8 1 van (de voorzitter van) het van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van [naam], appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4

U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8 0 2 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Boskoop, appellant tegen [namen], in hun hoedanigheid

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 3 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Appellant is

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 3 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats apellant], appellant tegen examinator Politiek en Politieke Wetenschap,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 1 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 6 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 1 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2

U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 U I T S P R A A K 1 3 2 1 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie Propedeuse van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 2 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6 2 8 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 7 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 4 4 van (de voorzitter van) het van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van [naam], appellant tegen de Raad van

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6

U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 U I T S P R A A K 1 4 0 6 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3-0 87

U I T S P R A A K 1 3-0 87 U I T S P R A A K 1 3-0 87 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 1 1 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 5 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellante tegen de examencommissie Chinastudies,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 0 9 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen 1. Ontstaan

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K Vervangend exemplaar U I T S P R A A K 1 2-0 78 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 7 0 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 0 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij besluit van 27 augustus

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-0 9 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Examencommissie Talen en Culturen Japan, verweerster 1. Ontstaan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-147 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de [naam], appellant tegen het Bestuur der

Nadere informatie

U I T S P R A A K en

U I T S P R A A K en U I T S P R A A K 0 9-0 3 3 en 0 9-0 4 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake de beroepen van de heer XXX te Breda, appellant tegen de Centrale Examencommissie Geneeskunde,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 4 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer mr. XXXLL.M te Leiden, appellant tegen mevrouw mr. XXX, in de hoedanigheid

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4 0 9 4

U I T S P R A A K 1 4 0 9 4 U I T S P R A A K 1 4 0 9 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie Aziëstudies, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

Trefwoorden : fraude, onregelmatigheid, strafverzwaring Datum uitspraak : 12 april 2006

Trefwoorden : fraude, onregelmatigheid, strafverzwaring Datum uitspraak : 12 april 2006 Trefwoorden : fraude, onregelmatigheid, strafverzwaring Datum uitspraak : 12 april 2006 Hoofdoverwegingen : Het College is dan ook van oordeel dat het voor studenten duidelijk moet zijn geweest dat het

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 0 3 9 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [naam], verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam appellant], appellant tegen de Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 1 7 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2 1 0 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van

Nadere informatie