Statistiek rooms-katholieke theologische opleidingen 2005

Transcriptie

1 Statistiek rooms-katholieke theologische opleidingen 2005 De studentenaantallen in het studiejaar 2004/2005 Memorandum nr. 332 juli 2005 Jolanda Massaar-Remmerswaal Dr. Ton Bernts KASKI onderzoek en advies over religie en samenleving Toernooiveld ED Nijmegen Postbus GD Nijmegen tel. (024) fax: (024) info@kaski.ru.nl

2 2 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

3 Inhoudsopgave Inleiding...5 Samenvatting De priester- en diakenopleidingen De seminaries De convicten De diakenopleidingen De wetenschappelijke opleidingen theologie De Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht De Faculteit der Theologie van de Radboud Universiteit Nijmegen De Theologische Faculteit Tilburg Samenvattende overzichten De hogere beroepsopleidingen theologie...37 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

4 4 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

5 Inleiding Dit memorandum geeft een overzicht van het aantal studenten op de verschillende rooms-katholieke theologische opleidingen in het studiejaar 2004/2005. Als peildatum voor het studiejaar 2004/2005 is 1 december 2004 gehanteerd. Het memorandum is een vervolg in de reeks opleidingenstatistieken van het KASKI. In deze publicatie zijn vooral de ontwikkelingen in de laatste twee jaar beschreven. Sinds de laatste publicatie in deze reeks heeft zich de volgende wijziging betreffende de opleidingsinstituten voorgedaan. De priesterstudenten aan het convict Frenckenhuis te Breda zijn overgegaan naar de Dienst Opleiding en Vorming, convict Breda. De Fontys Hogescholen hebben de naam van de tweedegraads opleiding gewijzigd in bachelor opleiding. Verder is de naam van de Katholieke Universiteit Nijmegen gewijzigd in Radboud Universiteit Nijmegen. De drie katholieke theologische faculteiten in Nederland en de Nederlandse Bisschoppenconferentie hebben besloten tot versterking van de samenwerking en tot nadere profilering in de komende jaren. Zij doen dit met het oog op het belang van een kwalitatief hoogstaande theologiebeoefening voor Kerk en samenleving. Deze publicatie had zonder de medewerking van de verschillende instituten niet tot stand kunnen worden gebracht. We zijn hen daarvoor bijzonder erkentelijk. De waarde van de statistieken ligt vooral in het opeenvolgende karakter. De opleidingenstatistiek wordt eens in de twee jaar uitgebracht. De volgende statistiek zal betrekking hebben op de studentenaantallen in het studiejaar 2006/2007. De opbouw van dit memorandum is als volgt. Vooraf gaat een samenvatting van de belangrijkste resultaten. In het eerste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de priester- en diakenopleidingen. In het tweede hoofdstuk komen de wetenschappelijke theologische opleidingen aan de orde. De hogere beroepsopleidingen theologie worden ten slotte in het derde hoofdstuk besproken. Gezien de soms zeer geringe aantallen bij bepaalde categorieën gegevens, maken wij de lezer erop attent dat enige voorzichtigheid geboden is met de interpretatie van mogelijke verschillen met voorgaande jaren. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

6 6 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

7 Samenvatting In tabel A is een samenvattend overzicht opgenomen van de studentenaantallen van de priesteropleidingen, de wetenschappelijke opleidingen en de hogere beroepsopleidingen in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005. Deze cijfers kunnen niet bij elkaar worden opgeteld. Het grootste deel van de studenten van de convicten volgt één van de wetenschappelijke opleidingen, hogere beroepsopleidingen of de opleiding op het seminarie Bovendonk. Verder staan er vijf studenten van de diakenopleiding Rotterdam ingeschreven bij de diakenopleiding Bovendonk. tabel A Het aantal studenten (excl. extraneï en auditoren) incl. dubbeltellingen naar opleiding, opleidingsplaats en geslacht, in de studiejaren 2002/2003 en 2004/ / /2005 totaal man vrouw totaal man vrouw priesteropleidingen seminaries: Rolduc Kerkrade St. Janscentrum s-hertogenbosch Bovendonk Hoeven Het Willibrordhuis Vogelenzang convicten: Ariënsconvict Utrecht Vronesteyn Voorburg 11 8 DOV, convict Breda 4 3 diakenopleidingen Dijnselburg/Utrecht Arnhem Rotterdam Gouda 8 9 Rolduc Kerkrade St. Janscentrum s-hertogenbosch 5 7 Het Willibrordhuis Vogelenzang Bovendonk Hoeven 4 7 wetenschappelijke opleidingen KTU Utrecht RU Nijmegen UvT Tilburg hogere beroepsopleidingen Fontys Hogescholen * * exclusief lesplaats Sittard KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

8 In tabel B is een overzicht opgenomen, waaruit de dubbeltellingen zijn verwijderd. Over de Fontys Hogeschool te Sittard waren in 2002/2003 geen gegevens bekend. Laten we deze lesplaats in 2004/2005 buiten beschouwing, dan is het aantal studenten aan de theologische opleidingen tussen 2002/2003 en 2004/2005 gedaald van naar 1.263, een daling van 5,1%. tabel B Het aantal studenten (exclusief extraneï en auditoren) exclusief dubbeltellingen naar opleiding, opleidingsplaats en geslacht, in de studiejaren 2002/3003 en 2004/ / /2005 totaal man vrouw totaal man vrouw priesteropleidingen seminaries: Rolduc Kerkrade St. Janscentrum s-hertogenbosch Bovendonk Hoeven Het Willibrordhuis Vogelenzang convicten*: Ariënsconvict Utrecht 1 - Vronesteyn Voorburg 1 1 DOV, convict Breda - - subtotaal diakenopleidingen Dijnselburg/Utrecht Arnhem Rotterdam Gouda 5 4 Rolduc Kerkrade St. Janscentrum s-hertogenbosch 5 7 Het Willibrordhuis Vogelenzang Bovendonk Hoeven 4 7 subtotaal wetenschappelijke opleidingen KTU Utrecht RU Nijmegen UvT Tilburg subtotaal hogere beroepsopleidingen Fontys Hogescholen ** totaal ** * exclusief ingeschrevenen bij de wetenschappelijke opleidingen, het seminarie Bovendonk en de hogere beroepsopleidingen ** exclusief lesplaats Sittard 8 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

9 Het aandeel mannelijke studenten is nagenoeg gelijk gebleven (46%). Er zijn 691 vrouwelijke en 584 mannelijke studenten (inclusief 93 priesterstudenten) in het studiejaar 2004/2005. In tabel C zijn de totale aantallen studenten aan de diverse typen opleiding opgenomen voor de jaren 1994/1995 tot 2004/2005. tabel C Het aantal studenten (exclusief extraneï en auditoren) exclusief dubbeltellingen naar type opleiding, in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/ / / / / / / 2005 priesteropleidingen diakenopleidingen wetenschappelijke opleidingen hogere beroepsopleidingen* totaal * het studiejaar 2002/2003 exclusief lesplaats Sittard De grootste daling vanaf 1994/1995 heeft plaatsgevonden bij de priesteropleidingen. In tien jaar daalde het aantal studenten met 40%. Vooral de laatste zes jaar is het aantal studenten aan de priesteropleidingen sterk gedaald. Het aantal diakenstudenten is in de afgelopen jaren gestegen tot 63. Het aantal studenten aan de wetenschappelijke opleidingen is redelijk stabiel tussen de 700 en 800. Ook het aantal studenten aan de hogere beroepsopleidingen stabiliseerde zich rond de 450. Het aantal eerstejaars studenten aan de priesteropleidingen is stabiel gebleven, rond de 27. Het aantal eerstejaars studenten bij het wetenschappelijk onderwijs is de laatste jaren sterk gedaald. In 2000/2001 waren er 203 eerstejaars, in 2002/ en in 2004/ eerstejaars. Het aantal eerstejaars studenten aan de TFT en de RU daalde de afgelopen twee jaar met respectievelijk 60% en 22%. Aan de KTU bleef het aantal eerstejaars studenten gelijk. Vier jaar geleden was er aan de RU nog een grote stijging van het aantal eerstejaars van 197%. Tabel D geeft een overzicht van het aantal afgestudeerden met mogelijkheden in het basis- en categoriaal pastoraat en godsdienstonderwijs. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

10 tabel D Het aantal afgestudeerden met mogelijkheden in het basispastoraat, categoriaal pastoraat en godsdienstonderwijs, in het studiejaar 2003/2004 basis pastoraat uitsluitend categoriaal pastoraat godsdienstonderwijs overige afgestudeerden totaal KTU-Utrecht RU-Nijmegen TFT-Tilburg Fontyshogescholen totaal In het studiejaar 2003/2004 zijn er 142 studenten afgestudeerd aan de wetenschappelijke opleidingen en hogere beroepsopleidingen. Hiervan kunnen er 50 in het pastoraat gaan werken. De wetenschappelijke opleidingen maken geen onderscheid tussen basis- en categoriaal pastoraat: 25 afgestudeerden van deze opleidingen kunnen in een van beide vormen van pastoraat gaan werken. Deze zijn in de tabel toebedeeld aan basispastoraat. Op de Fontyshogescholen wordt wel onderscheid gemaakt tussen de opleidingen voor basispastoraat en categoriaal pastoraat. Van de 25 afgestudeerden voor het pastoraat kunnen er 12 gaan werken in het basispastoraat en 13 in het categoriaal pastoraat. De studenten die voor het basispastoraat zijn afgestudeerd, kunnen ook in het categoriaal pastoraat gaan werken. Verder waren er 29 afgestudeerden voor een functie als godsdienstleraar, 63 voor overige functies. 10 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

11 1 De priester- en diakenopleidingen Ieder bisdom heeft ten behoeve van de priesteropleiding ofwel een seminarie, ofwel een convict. De priesterstudenten van de convicten volgen hun opleiding geheel of grotendeels aan één van de katholieke theologische universiteiten. Nederland kent vier instituten die de opleiding tot priester geheel zelf verzorgen. Het gaat om het Groot-Seminarie Rolduc (priesteropleiding voor het bisdom Roermond), het St. Janscentrum (priesteropleiding voor het bisdom Den Bosch), het Groot-Seminarie Het Willibordhuis (priesteropleiding voor het bisdom Haarlem) en de priesteropleiding Bovendonk (een parttime opleiding voor late roepingen). De seminaries komen aan de orde in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk. In de tweede paragraaf besteden we aandacht aan de convicten. In de derde paragraaf ten slotte staan de diakenopleidingen centraal. 1.1 De seminaries Tabel 1.1 geeft een overzicht van het aantal priesterstudenten aan de seminaries. De gegevens hebben betrekking op de studiejaren 1994/1995 tot 2004/2005. De grootste daling in de afgelopen twee jaar doet zich voor op het St. Janscentrum. Het aantal seminaristen op het Willibrordhuis is licht gedaald. Momenteel zijn er op de seminaries in totaal 75 studenten. Dit is een daling van 13% in vergelijking met 2002/2003. tabel 1.1 Het aantal priesterstudenten aan seminaries, in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/ / / / / / / 2005 Rolduc St. Janscentrum Bovendonk Willibrordhuis* totaal * inclusief studenten van Redemptoris Mater, Huis voor priesterstudenten van het Neo-Katechumenaat te Nieuwe-Niedorp KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

12 Tabel 1.2 geeft een overzicht van het huidige aantal priesterstudenten aan de seminaries naar studiefase. Het aantal studenten in de beginfase van hun studie is op het Willibrordhuis het hoogst. tabel 1.2 Het aantal priesterstudenten aan de seminaries naar studiefase, in het studiejaar 2004/2005 Rolduc St. Janscentrum Bovendonk Willibrordhuis spiritualiteitsjaar leerjaar I leerjaar II * leerjaar III leerjaar IV leerjaar V leerjaar VI leerjaar VII bijzondere leerroute totaal * incl. V.P.O. (verkorte priesteropleiding voor oudere kandidaten) De leeftijdsverdeling van de priesterstudenten is weergegeven in tabel 1.3. Op het Willibrordhuis is bijna driekwart (71%) van de studenten jonger dan 30 jaar, op het St. Janscentrum 47% en op Rolduc 53%. Op Bovendonk zijn geen priesterstudenten jonger dan 30 jaar. tabel 1.3 Het aantal priesterstudenten aan de seminaries naar leeftijdsgroep, in het studiejaar 2004/2005 Rolduc St. Janscentrum Bovendonk Willibordhuis jonger dan 20 jaar tot 25 jaar tot 30 jaar tot 35 jaar tot 40 jaar tot 45 jaar tot 50 jaar tot 55 jaar jaar e.o totaal De priesteropleiding Bovendonk staat open voor kandidaten uit alle bisdommen, orden en congregaties. In tabel 1.4 geven wij een overzicht van de herkomst van de studenten. 17% van de priesterstudenten is afkomstig uit de thuishaven, het 12 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

13 bisdom Breda. Uit één van de andere bisdommen uitgezonderd Den Bosch en Roermond, komt 58% van de studenten. Opvallend is de terugloop van de studenten, in de afgelopen vier jaar, afkomstig van de diverse religieuze orden en congregaties. tabel 1.4 Het aantal priesterstudenten aan het seminarie Bovendonk naar herkomst, in het studiejaar 1994/1995 tot 2004/ / / / / / / 2005 bisdom Groningen aartsbisdom Utrecht bisdom Haarlem bisdom Rotterdam bisdom Breda bisdom Den Bosch bisdom Roermond diverse orden en congregaties bisdom Antwerpen onbekend 1) totaal ) Nog niet beslist voor een bisdom, orde of congregatie, maar met de steun van de bisschop van Breda begonnen. In tabel 1.5 is een overzicht opgenomen van de vooropleiding van de eerstejaars priesterstudenten aan de vier seminaries. tabel 1.5 Het aantal eerstejaars studenten naar hoogste vooropleiding in het studiejaar 2004/2005 Rolduc St. Janscentrum Bovendonk Willibrordhuis universiteit hoger beroepsonderwijs VWO/gymnasium/atheneum MBO HAVO overig totaal Meer dan 42% van de 19 eerstejaars studenten heeft VWO/gymnasium/atheneum als vooropleiding, de overigen hebben universiteit, HBO, MBO, HAVO of een andere opleiding gedaan voor men aan de priesteropleiding begon. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

14 In tabel 1.6 is een overzicht opgenomen van het aantal eerstejaars studenten aan de seminaries in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/2005. Het aantal eerstejaars studenten aan de seminaries is licht gedaald in vergelijking met het studiejaar 2002/2003. Het aantal eerstejaars studenten op het Grootseminarie Willibrordhuis is gestegen en op het Seminarie Bovendonk gelijk gebleven. tabel 1.6 Het aantal eerstejaars studenten aan de seminaries, in de studiejaren /1995 tot 2004/ / / / / / / 2005 Rolduc St. Janscentrum 10 5 * Bovendonk Willibrordhuis totaal * incl. één ouderejaars Het aantal afgestudeerden aan de seminaries is met 11 nagenoeg gelijk aan het studiejaar 2001/2002. tabel 1.7 Het aantal afgestudeerden aan de seminaries, in de studiejaren 1997/1998 tot 2003/ / / / / 2004 Rolduc St. Janscentrum Bovendonk Willibrordhuis totaal De convicten Tabel 1.8 geeft een overzicht van het aantal priesterstudenten van de convicten in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/2005. Het aantal priesterstudenten op de drie convicten is in de afgelopen twee jaar met 19% gedaald, van 32 naar 26. De priesterstudenten van het Frenckenhuis te Breda zijn overgegaan naar de Dienst Opleiding en Vorming (DOV), convict Breda. 14 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

15 tabel 1.8 Het aantal priesterstudenten van de convicten, in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/ / / / / / / 2005 Ariënsconvikt te Utrecht Convict Willibrordhuis te Vogelenzang** Convict Vronesteyn te Voorburg DOV, convict te Breda* totaal * voorheen convict Maria ter Engelen en Frenckenhuis ** voorheen te Amsterdam In tabel 1.9 is de leeftijdsverdeling van de priesterstudenten van de convicten weergegeven. Van de 26 priesterstudenten is 46% jonger dan 30 jaar. Er zijn drie studenten ouder dan 45 jaar. tabel 1.9 Het aantal priesterstudenten van de convicten naar leeftijdsgroep, in het studiejaar 2004/2005 Ariënskonvikt Vronesteyn DOV jonger dan 20 jaar tot 25 jaar tot 30 jaar tot 35 jaar tot 40 jaar tot 45 jaar tot 50 jaar tot 55 jaar jaar e.o totaal Van de huidige 15 priesterstudenten van het Ariënskonvikt staan er acht ingeschreven bij voltijd- en deeltijdopleidingen van de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht (KTU). Van hen volgen er drie de leerroute A (volledige opleiding), vijf de leerroute B (verkorte opleiding) en de overige vijf studenten volgen de GPO, de Geïntegreerde Priesteropleiding Ariënskonvikt. Dit is een eigen leerroute van het Ariënskonvikt. Bij de realisering van deze leerroute wordt nauw met de KTU samengewerkt. De twee studenten die niet bij de KTU staan ingeschreven, volgen de priesteropleiding van Bovendonk. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

16 Van de huidige acht priesterstudenten van Vronesteyn staan er drie ingeschreven bij de KTU. Eén student volgt er de leerroute A en twee de leerroute B. Van de vijf studenten die niet bij een universiteit staan ingeschreven, volgen drie de priesteropleiding van Bovendonk, één de Fontys Hogeschool Amsterdam en één de opleiding op Vronesteijn. Van de huidige drie priesterstudenten van de Dienst Opleiding en Vorming, convict Breda staat er één ingeschreven bij de Theologische Faculteit Tilburg (klassieke studierichting). De overige twee studenten volgen de priesteropleiding van Bovendonk. Een samenvattend overzicht van de huidige opleidingsplaatsen van de studenten van de convicten is opgenomen in tabel Van de in totaal 26 studenten van de convicten staan er 17 ingeschreven bij een katholieke theologische universitaire opleiding, waarvan vijf bij de geïntegreerde priesteropleiding aan de KTU. Van de studenten van de convicten volgen er zeven de priesteropleiding van seminarie Bovendonk. Eén student studeert aan de Fontys Hogeschool Amsterdam en één student volgt een aparte deeltijd opleiding op Vronestijn. In het studiejaar 2002/2003 stonden van de in totaal 32 studenten van de convicten, er 20 ingeschreven bij een katholieke theologische universiteit, waarvan negen bij de geïntegreerde priesteropleiding aan de KTU. tabel 1.10 Het aantal studenten van de convicten naar huidige opleidingsplaats, in het studiejaar 2004/2005 Ariënskonvikt Vronesteyn DOV universiteit (*) 13 (5) 3 (0) 1 (0) hogere beroepsopleiding (Fontys) seminarie Bovendonk Vronesteijn totaal * waarvan geïntegreerde priesteropleiding In tabel 1.11 is een overzicht opgenomen van het aantal eerstejaars studenten van de convicten in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/2005. Het totaal aantal eerstejaars studenten is in de laatste twee jaar gestegen met 75%, van 4 naar KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

17 tabel 1.11 Het aantal eerstejaars studenten van de convicten, in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/ / / / / / / 2005 Ariënskonvikt te Utrecht Convict Willibrordhuis te Vogelenzang* Convict Vronesteyn te Voorburg DOV,convict te Breda** totaal * voorheen te Amsterdam ** voorheen convict Maria ter Engelen en Frenckenhuis In tabel 1.12 is een overzicht opgenomen van de vooropleidingen van de eerstejaars studenten van de convicten in het studiejaar 2004/2005. In het studiejaar 2004/2005 zijn er op alle convicten in totaal zeven eerstejaars studenten. Van deze studenten zijn er drie op Vronesteijn en vier op het Ariënskonvict. Op de Dienst Opleiding en Vorming, convict Breda zijn geen eerstejaars priesterstudenten. Drie studenten hebben een universitaire opleiding. tabel 1.12 Het aantal eerstejaars studenten van de convicten naar vooropleiding, in het studiejaar 2004/2005 Ariënskonvict Vronesteyn DOV universiteit hoger beroepsonderwijs VWO/gymnasium/atheneum HAVO MBO overig totaal Aan de convicten is tenslotte de vraag gesteld hoeveel studenten aan het einde van het studiejaar 2003/2004 de studie met goed gevolg hebben beëindigd door het behalen van een diploma of certificaat. Het betreft in totaal één student van het Ariënskonvikt en één student van Vronesteyn. De Dienst Opleiding en Vorming, convict Breda had in dat studiejaar geen afstuderenden. Het aantal afgestudeerden aan de convicten is in de laatste acht jaar met driekwart gedaald tot twee afgestudeerden in het studiejaar 2003/2004. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

18 tabel 1.13 Het aantal afgestudeerden aan de convicten, in de studiejaren 1997/1998 tot 2003/ / / / / 2004 Ariënskonvikt te Utrecht Convict Vronesteyn te Voorburg DOV,convict te Breda* totaal * voorheen convict Maria ter Engelen en Frenckenhuis 1.3 De diakenopleidingen Voor het bezoldigd diaconaat is een volledige theologische opleiding vereist. Voor het onbezoldigd diaconaat is door een aantal bisdommen een deeltijdopleiding voorzien, die qua niveau vergelijkbaar is met de vierjarige deeltijdopleiding bachelor, voorheen tweedegraads, bij het HBO. Het gaat om de volgende diakenopleidingen voor bezoldigd en onbezoldigd diaconaat: 1. de diakenopleiding Dijnselburg van het aartsbisdom Utrecht; 2. de diakenopleiding Rotterdam van het bisdom Rotterdam; 3. de diakenopleiding Rolduc van het bisdom Roermond; 4. de diakenopleiding in het St. Janscentrum van het bisdom Den Bosch; 5. de diakenopleiding Het Willibrordhuis van het bisdom Haarlem; 6. de diakenopleiding Bovendonk van het bisdom Breda. In tabel 1.14 is een overzicht opgenomen van het aantal studenten aan de diakenopleidingen. tabel 1.14 Het aantal ingeschreven studenten aan de diakenopleidingen, in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/2005 incl. dubbeltellingen 1994/ / / / / / 2005 diakenopleiding Dijnselburg/Utrecht diakenopleiding Rotterdam diakenopleiding Rolduc diakenopleiding St. Janscentrum diakenopleiding Het Willibrordhuis - - * diakenopleiding Bovendonk totaal * onbekend 18 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

19 In het Willibrordhuis studeren het grootste aantal studenten, namelijk 17. In de diakenopleiding Bovendonk is het aantal studenten de afgelopen twee jaar met driekwart gestegen naar zeven studenten. Hiervan komen er vijf uit het bisdom Rotterdam. Het totaal aantal studenten op de diakenopleidingen, zonder dubbeltellingen, komt hiermee op 63 in plaats van 68. Verder staan van de diakenopleiding Rotterdam vier studenten ingeschreven bij de KTU, twee van deze studenten volgen een eigen route naar diakonaat voor pastoraal werkers. Tabel 1.15 geeft een overzicht van de studenten aan de diakenopleidingen naar leerjaar. Een kwart van de studenten zit in het eerste leerjaar. Vooral de diakenopleidingen Dijnselburg en Rolduc hebben veel eerstejaars studenten. De aparte leerroute op het Sint Janscentrum zijn pastoraal werkers die diaken willen worden. Zij stromen direct in leerjaar IV in. tabel 1.15 Het aantal studenten aan diakenopleid. naar studiefase, in studiejaar 2004/2005 Dijnselburg Rotterdam Rolduc Sint Janscentrum Willibrordhuis Bovendonk totaal leerjaar I leerjaar II leerjaar III leerjaar IV leerjaar V aparte leerroute totaal In tabel 1.16 is de leeftijdsverdeling van de studenten aan de diakenopleidingen weergegeven. Er zijn drie studenten jonger dan 35 jaar. 63% van de studenten is 45 jaar of ouder. tabel 1.16 Het aantal studenten aan diakenopl. naar leeftijdsgroep, in studiejaar 2004/2005 Dijnselburg Rotterdam Rolduc St.Janscentrum Willibrordhuis Bovendonk totaal jonger dan 30 jaar tot 35 jaar tot 40 jaar tot 45 jaar tot 50 jaar tot 55 jaar jaar e.o totaal KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

20 De vooropleiding van de eerstejaarsstudenten in weergegeven in tabel Bijna 65% van de 17 eerstejaars studenten heeft een hogere vooropleiding dan VWO. tabel 1.17 Het aantal eerstejaars studenten aan de diakenopleidingen naar vooropleiding, in het studiejaar 2004/2005 Dijnselburg Rotterdam Rolduc St.Janscentrum Willibrordhuis Bovendonk totaal universiteit HBO VWO/gymnasium HAVO/MMS MBO MAVO/MULO LBO anders totaal Aan de diakenopleidingen is de vraag gesteld hoeveel studenten aan het einde van het studiejaar 2003/2004 de studie met goed gevolg hebben beëindigd door het behalen van een diploma of certificaat. Het betreft in totaal 20 afgestudeerden, waarvan acht van de diakenopleiding Het Willibrordhuis, zeven van het St. Janscentrum, van Roduc en Dijnselburg elk twee en één van Rotterdam. Op de diakenopleiding Bovendonk waren geen afgestudeerden. In het studiejaar 2001/2002 waren er in totaal tien afgestudeerden. tabel 1.18 Het aantal afgestudeerden aan de diakenopleidingen, in de studiejaren 1997/1998 tot 2003/ / / / / 2004 diakenopleiding Dijnselburg/Utrecht diakenopleiding Rotterdam diakenopleiding Rolduc diakenopleiding St. Janscentrum diakenopleiding Het Willibrordhuis diakenopleiding Bovendonk totaal KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

21 2 De wetenschappelijke opleidingen theologie In dit hoofdstuk staan de katholieke wetenschappelijke opleidingen theologie centraal. Het gaat achtereenvolgens om: 1. de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht; 2. de Faculteit der Theologie van de Radboud Universiteit Nijmegen; 3. de Theologische Faculteit Tilburg. Naar de aard van de opleiding kon tot 2002 onderscheid gemaakt worden tussen de zesjarige klassieke opleiding, die bepaald werd door de omschrijving in het Academisch Statuut, en de vrije studierichting (VS) die daarvan afwijkt 1. Vanaf 2002 is bij de KTU, de RU en de TFT de opleidingenstructuur verandert in een bachelor- en masteropleiding. Alle wetenschappelijke opleidingen hebben op de peildatum bachelor- en masteropleidingen. Een bacheloropleiding duurt drie jaar. Het eerste jaar van de bacheloropleiding is de propedeusefase welke met een propedeusegetuigschrift wordt afgesloten. De bacheloropleiding wordt afgesloten met een bachelordiploma. Daarna kan men doorstromen naar de masteropleiding welke drie jaar duurt en wordt afgesloten met een masterdiploma. Aan de student wordt de graad Master of Arts (M.A.) verleend. Tenzij anders aangegeven zijn de studentenaantallen exclusief extraneï 2, auditoren 3 en toehoorders 4. 1 Voor een beschrijving van de diverse studieprogramma's en studie uitgangen met de betreffende vooropleidingseisen en inhoudelijke doelstellingen verwijzen wij naar de studiegidsen van de verschillende instellingen. 2 Extraneï: zij die zijn ingeschreven voor het uitsluitend afleggen van één of meer academische examens of onderdelen daarvan. 3 Auditoren: zij die zijn ingeschreven om geheel of gedeeltelijk deel te nemen aan het onderwijs van de eerste fase (tot aan het doctoraal examen), ter voorbereiding van één of meer academische examens of onderdelen daarvan. Het gaat hier om studenten die de maximale inschrijvingsduur voor de doctorale fase hebben overschreden en geen verlenging van inschrijvingsduur hebben verkregen. 4 Toehoorders: zij die zijn ingeschreven om geheel of gedeeltelijk deel te nemen aan het onderwijs, doch niet ter voorbereiding op een academisch examen. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

22 2.1 De Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht De Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht (KTU) komt voort uit een concentratie in 1992 van de Katholieke Theologische Universiteit Amsterdam (KTUA) en de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht (KTUU). De locatie Amsterdam is opgeheven, zodat alle studenten in Utrecht zijn gevestigd. De KTU verzorgt de volgende opleidingen: a. BA Volledige Route (bachelor); b. BA Verkorte Route (bachelor); c. MA Professional Volledige Route (master) ; d. MA Professional Verkorte Route (master) ; e. MA Interreligieuze dialoog (master); f. Route A (voorheen de doctoraal leerroute), een voltijdse opleiding die voorbereidt op het klassieke doctoraal examen theologie (vooropleiding VWO) duurt 6 6½ jaar; g. Route B, een opleiding die voorbereidt op het klassieke doctoraal examen theologie (vooropleiding HBO/Universiteit), zowel in een voltijdse (4-4½ jaar) als in een deeltijdse ( 7 8 jaar) variant. Door de hogere vooropleiding is dit een verkorte Route. De opleidingen Route A en B worden afgebouwd. Volledige theologieopleiding: vooropleiding vwo of propedeuse hbo. Als men geen Grieks en Latijn heeft, dan moeten de studenten in het propedeuse jaar deze talen alsnog volgen. Studieduur is 6½ i.p.v. 6 jaar. De studie is in voltijd te volgen. Verkorte theologieopleiding: vooropleiding hogere beroepsopleiding of een universitaire studie. Een verkort programma op grond van de voltooide studie. Deze is in deeltijd en in voltijd te volgen. Daarnaast verleent de KTU nog medewerking aan de Priesteropleidingen van het Ariënskonvikt en Vronesteyn. Voorts bestaan voor studenten, wier vooropleiding niet toereikend is om toegelaten te worden tot een academisch examen, individuele opleidingsmogelijkheden ter voorbereiding op het zogenaamde pastorexamen. 22 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

23 Tabel 2.1 geeft een overzicht van het aantal studenten, dat zich voorbereidt op een doctoraal examen. De studentenaantallen zijn uitgesplitst naar soort opleiding en studiefase. Aan de KTU studeren in totaal 202 studenten, 28 (12%) minder dan in het studiejaar 2002/2003. Meer dan éénderde van hen (38%) staat ingeschreven bij de Route B. Het aandeel deeltijdstudenten is in twee jaar gestegen van 55% naar 58%. Van alle studenten aan de doctoraalopleidingen bevindt 23% zich in de propedeutische fase, 15% in de bachelor fase en 11% in de master fase. tabel 2.1 Het aantal KTU-studenten doctoraal naar soort inschrijving en studiefase, in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005 voltijd deeltijd totaal studiejaar 2002/2003 propedeuse doctoraal-i route A doctoraal-i route B doctoraal-ii route A doctoraal-ii route B totaal studiejaar 2004/2005 propedeuse BA Volledige Route BA Verkorte Route MA Professional Volledige Route MA Professional Verkorte Route MA Interreligieuze dialoog Route A Route B totaal In tabel 2.2 is het bovenstaande overzicht van de KTU-studenten nader uitgesplitst naar geslacht. Het aandeel vrouwen is de laatste twee jaar iets gedaald van 51% naar 49%. De volledige route bachelor, master en route A wordt voor 60% door mannen en voor 40% door vrouwen gevolgd. De verkorte route bachelor, master, route B en Master Interreligieuze dialoog wordt door evenveel mannen als vrouwen gevolgd. Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in Route B. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

24 tabel 2.2 Het aantal KTU-studenten doctoraal naar opleiding, studiefase en geslacht, in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005 voltijd deeltijd totaal man vrouw man vrouw man vrouw studiejaar 2002/2003 propedeuse doctoraal-i route A doctoraal-i route B doctoraal-ii route A doctoraal-ii route B totaal studiejaar 2004/2005 propedeuse BA Volledige Route BA Verkorte Route MA Professional Volledige Route MA Professional Verkorte Route MA Interreligieuze dialoog Route A Route B totaal De leeftijdsverdeling van de studenten is weergegeven in tabel 2.3. tabel 2.3 Het aantal KTU-studenten doctoraal naar leeftijdsgroep en soort inschrijving, in het studiejaar 2004/2005 totaal propedeuse + bachelor master route A + B abs. in % abs. abs. in % in % abs. in % jonger dan 20 jaar tot 25 jaar tot 30 jaar tot 35 jaar tot 40 jaar tot 45 jaar tot 50 jaar tot 55 jaar jaar e.o totaal KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

25 Van alle studenten propedeuse, master en bachelor is 42% jonger dan 35 jaar. Door de afbouw van de opleiding route A en B is van alle studenten die deze opleidingen nog volgen, 17% jonger dan 35 jaar. In vergelijking met twee jaar geleden is het aandeel studenten van 40 jaar en ouder gedaald van 60% naar 56%. In tabel 2.4 is een overzicht opgenomen van het aantal mannelijke en vrouwelijke studenten dat in de loop van het studiejaar 2003/2004 de doctoraalstudie met goed gevolg heeft afgesloten naar specialisatie. In het studiejaar 2003/2004 betreft het in totaal 16 afgestudeerden. In het studiejaar 2001/2002 waren er 26 afgestudeerden aan de KTU. tabel 2.4 Het aantal afgestudeerden naar studierichting, specialisatie en geslacht, in het studiejaar 2003/2004 studierichting 2003/2004 en specialisme totaal man vrouw Volledige Route systematische theologie praktische theologie kerkgeschiedenis sociale wetenschappen wijsbegeerte bijbelwetenschappen Verkorte Route theologie en samenleving theologie en catechese theologie en pastoraat totaal Naast de reeds genoemde theologie-opleidingen kent de KTU nog een opleidings-mogelijkheid: de priesteropleiding (PO). De KTU verzorgt de priesteropleiding in samenwerking met de verschillende convicten. De priesteropleiding wordt gevolgd door vijf studenten. Het grootste deel van de studenten is afkomstig van het Ariënskonvikt. In tabel 2.5 is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de aantallen studenten aan de KTU tussen de studiejaren 1994/1995 en 2004/2005. Tussen 1994/1995 en 2004/2005 is het aantal studenten voortdurend gedaald, in totaal met 44%. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

26 tabel 2.5 Het aantal KTU-studenten in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/ / / / / / / 2005 totaal In tabel 2.6 is een overzicht opgenomen van het aantal nieuwe inschrijvingen aan de KTU. Het totale aantal nieuwe inschrijvingen is in deze periode eveneens geleidelijk gedaald van 62 naar 40. Ten opzichte van twee jaar geleden is het aantal eerstejaars studenten in 2004/2005 constant gebleven. tabel 2.6 Het aantal eerstejaars KTU-studenten in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/ / / / / / / 2005 totaal De Faculteit der Theologie van de Radboud Universiteit Nijmegen In de Faculteit der Theologie van de Radboud Universiteit Nijmegen (RU) worden de opleidingen bachelor- en master theologie, bachelor- en master religiestudies, interreligieuze spiritualiteitstudies en intercultural theology aangeboden. Aan de RU studeren in het studiejaar 2004/2005 in totaal 283 studenten voor de bachelor en master theologie c.q. religiestudies. Tabel 2.7 geeft een overzicht van de studenten naar studiefase. In het studiejaar 2004/2005 zijn de doctoraalopleidingen I en II vervangen door de bachelor- en masteropleidingen.de verdeling doctoraal I en II is niet te vergelijken met de verdeling bachelor en master. Voorheen was er een propedeuse jaar, daarna een doctoraal-i opleiding van twee jaar en vervolgens een doctoraal- II opleiding van twee jaar. In dit studiejaar is er een bacheloropleiding van drie jaar (inclusief een propedeusejaar) en een masteropleiding van drie jaar. Van alle studenten aan de opleiding van de RU bevindt 36% zich in de propedeutische fase, 45% in de bachelor fase en 19% in de master fase. De studierichting theologie heeft minder studenten in de propedeutische fase (27%) dan religiestudies (41%). 26 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

27 tabel 2.7 Het aantal RU-studenten naar opleiding en studiefase, in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005 studiejaar 2002/2003 propedeuse doctoraal-i doctoraal-ii totaal theologie religiestudies totaal studiejaar 2004/2005 propedeuse bachelor master totaal theologie religiestudies totaal In tabel 2.8 is een overzicht opgenomen van de mannelijke en vrouwelijke studenten naar studiefase. Op het totaal aantal studenten is 52% vrouw. Twee jaar geleden was dit aandeel 48%. Er is echter een duidelijk verschil tussen de studierichtingen. Bij theologie is 41% vrouw, bij religiestudies 58%. tabel 2.8 Het aantal RU-studenten naar opleiding, studiefase en geslacht, in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005 studiejaar 2002/2003 propedeuse doctoraal-i doctoraal-ii totaal man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw theologie religiestudies totaal studiejaar 2004/2005 propedeuse bachelor master totaal man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw theologie religiestudies totaal De leeftijdsverdeling van de studenten bij theologie en bij religiestudies is weergegeven in tabel 2.9. Het aandeel studenten jonger dan 30 jaar is bij de opleidingen theologie kleiner dan bij religiestudies, resp. 26% en 31%. Anderzijds is bij de theologiestudenten 43% 40 jaar en ouder, terwijl dit bij religiestudies 56% is. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

28 tabel 2.9 Het aantal RU-studenten naar opleiding en leeftijd, in het studiejaar 2004/2005 totaal theologie religiestudies abs. in % abs. in % abs. in % jonger dan 20 jaar tot 25 jaar tot 30 jaar tot 35 jaar tot 40 jaar tot 45 jaar tot 50 jaar tot 55 jaar jaar e.o totaal In tabel 2.10 is een overzicht opgenomen van het aantal studenten dat in de loop van het studiejaar 2003/2004 de doctoraal- en masterstudie met goed gevolg heeft afgesloten. tabel 2.10 Het aantal afgestudeerde doctoraal- en masterstudenten naar geslacht en afstudeerrichting, in het studiejaar 2003/2004 totaal man vrouw theologie pastoraaltheologie oosters christendom kerkgeschiedenis en patrologie spiritualiteit systematische theologie algemeen nog niet bekend theologische ethiek exegese OT/NT dogmatische theologie missiologie godsdienstwetenschappen liturgie subtotaal religiestudies filosofisch/systematisch-theologische variant literair-historische variant praktisch-theologische variant subtotaal totaal KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

29 Het betreft in totaal 29 afgestudeerden. Onder de afgestudeerden zijn 7 vrouwen. Twee jaar eerder, in het studiejaar 2001/2002, waren er in totaal 32 afgestudeerden. De afstudeerrichtingen pastoraaltheologie en oosters christendom zijn de grootste afstudeerrichtingen. Bij religiestudies is het aantal afgestudeerden voor de filosofisch/systematisch-theologische variant en literair-historische variant even groot. Er bestaan twee beroepsvoorbereidende opleidingen: de pastorale opleiding (PO) die opleidt tot pastor in het basispastoraat en in de categoriale pastorale zorg, en de lerarenopleiding die opleidt tot leraar Godsdienst/Levensbeschouwing met eerste graadsbevoegdheid (LO). Tabel 2.11 geeft een overzicht van de studentenaantallen op deze beroepsvoorbereidende opleidingen in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005. In de tabel is tevens het aantal studenten weergegeven, dat in de studiejaren 2001/2002 en 2003/2004 deze opleidingen met goed gevolg heeft afgesloten. tabel 2.11 Het aantal studenten in beroepsvoorbereidende opleidingen naar geslacht, in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005 en het aantal afgestudeerden in het daaraan voorgaande studiejaar studenten afgestudeerden totaal man vrouw totaal man vrouw studiejaar 2002/2003 beroepsvorming pastoraat beroepsvorming godsdienstleraar totaal studiejaar 2004/2005 beroepsvorming pastoraat beroepsvorming godsdienstleraar totaal In tabel 2.12 is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de aantallen studenten aan de theologie-opleidingen in Nijmegen. Sinds 1994/1995 is het aantal studenten aan de theologische faculteit van de RU gestegen met 21%. Het aantal studenten aan de opleiding theologie is de afgelopen twee jaar flink gedaald en weer op het peil van 4-6 jaar geleden. De opleiding religiestudies laat een voortdurende sterke stijging zien. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

30 tabel 2.12 Het aantal RU-studenten naar opleiding, in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/ / 1996/ 1998/ 2000/ 2002/ 2004/ opleiding theologie religiestudies totaal In tabel 2.13 is een overzicht opgenomen van het aantal nieuwe inschrijvingen aan de RU. Het aantal eerstejaars is in vergelijking met twee jaar geleden flink gedaald, met 20%. tabel 2.13 Het aantal eerstejaars RU-studenten naar opleiding, in de studiejaren 1994/1995 tot 2004/2005 opleiding 1994/ / / / / / 2005 theologie religiestudies totaal De Theologische Faculteit Tilburg De Theologische Faculteit Tilburg (TFT) is door het Rijk aangewezen als bijzondere theologische universiteit. De TFT biedt voltijd- en deeltijdstudenten een bacheloropleiding theologie aan, met de varianten BA Theologie (inclusief Latijn en Grieks) en BA Religie en Cultuur (inclusief vakken op gebied van Religie en Cultuur). Na de Bacheloropleiding kunnen de studenten kiezen tussen de masteropleiding Theologie, Zorg, ethiek en beleid, Christendom en Cultuur en Christendom en Islam. De Klassieke en Vrije Studierichting Theologie worden afgebouwd. Aan de TFT studeren in totaal 260 studenten theologie, praktisch evenveel als twee jaar geleden. In tabel 2.14 is een overzicht opgenomen van de mannelijke en vrouwelijke studenten naar studierichting en soort inschrijving. 30 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

31 Van de 260 studenten is drievijfde (61%) vrouw. Bij de voltijdse opleidingen zijn mannen (53%) in de meerderheid, bij de deeltijdse opleidingen vrouwen (65%). Meer dan 80% van de studenten staat ingeschreven voor een deeltijdse opleiding. Het aandeel deeltijders ligt hoger bij vrouwen (85%) dan bij mannen (73%). tabel 2.14 Het aantal TFT-studenten naar studierichting, soort inschrijving en geslacht, in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005 voltijd deeltijd totaal studiejaar 2002/2003 bachelor klassieke studierichting vrije studierichting master Christendom en Islam universitaire pastorale opleiding (unipa) universitaire pastorale opleidingfontys universitaire lerarenopleiding (unilo) bijvak totaal waarvan mannen waarvan vrouwen studiejaar 2004/2005 bachelor master Theologie master Zorg Ethiek en Beleid master Christendom en Cultuur master Christendom en Islam klassieke studierichting vrije studierichting universitaire pastorale opleiding (unipa) universitaire lerarenopleiding (unilo) individueel bijvak totaal waarvan mannen waarvan vrouwen De leeftijdsverdeling van de voltijd- en deeltijdstudenten is weergegeven in tabel Er bestaat een groot verschil in leeftijdsopbouw tussen voltijd- en deeltijd- KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

32 studenten. Van alle voltijdstudenten is 93% jonger dan 35 jaar, terwijl dit bij de deeltijdstudenten is slechts 19% is. tabel 2.15 Het aantal TFT-studenten naar leeftijd en inschrijving, in het studiejaar 2004/2005 totaal voltijd deeltijd abs. in % abs. in % abs. in % jonger dan 20 jaar 4 20 tot 25 jaar tot 30 jaar tot 35 jaar tot 40 jaar jaart e.o totaal Tabel 2.16 geeft een overzicht van het aantal afgestudeerden in het studiejaar 2003/2004 naar specialisatie. Het betreft in totaal drie geslaagden voor het klassiek doctoraal theologie, 12 geslaagden voor de vrije studierichting en 5 geslaagden voor de master christendom en islam. In het studiejaar 2001/2002 bracht de Theologische Faculteit Tilburg in totaal 17 afgestudeerden voort. tabel 2.16 Het aantal afgestudeerden aan de TFT in het studiejaar 2003/2004 naar specialisatie en geslacht totaal man vrouw klassieke studierichting dogmatische theologie Nieuwe Testament Oude Testament geschiedenis van kerk en theologie moraaltheologie liturgie en sacramententheologie pastoraaltheologie/praktische theologie godsdienstwijsbegeerte vrije studierichting zingeving en hulpverlening sociale en politieke ethiek master master christendom en islam totaal KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

33 Binnen de klassieke doctoraalopleiding (en ook post-doctoraal) bestaan er mogelijkheden tot het volgen van een praktische vorming: Universitaire pastorale opleiding (unipa) voorheen praktische vorming pastoraat (PVP), een algemene beroepsvoorbereiding op functies in het pastoraat en de Universitaire lerarenopleiding (unilo) voorheen, de praktische vorming onderwijs eerstegraads godsdienstleraar. Tabel 2.17 geeft een overzicht van de afgestudeerden bij deze praktische vorming. Het aantal geslaagden van de praktische vorming is gestegen tot 13 geslaagden. Daarentegen is het aantal studenten flink afgenomen met 61% tot negen studenten in het studiejaar 2004/2005. tabel 2.17 Het aantal studenten van de praktische vorming naar geslacht, in de studiejaren 2002/2003 en 2004/2005 en het aantal afgestudeerden in het voorgaande studiejaar studenten afgestudeerden totaal man vrouw totaal man vrouw studiejaar 2002/2003 unipa/praktische vormingpastoraat unipa/praktische vorming pastoraat in kader HBOfontys unilo/praktische vorming eerstegraads godsdienstleraar totaal studiejaar 2004/2005 unipa/praktische vormingpastoraat unipa/praktische vorming pastoraat in kader HBOfontys unilo/praktische vorming eerstegraads godsdienstleraar totaal In tabel 2.18 is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de aantallen studenten. De laatste jaren blijft het aantal studenten constant rond de 260. tabel 2.18 Het aantal TFT-studenten in de studiejaren 1994/1995 t/m 2004/ / 1996/ 1998/ 2000/ 2002/ 2004/ totaal aantal studenten KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen

34 In tabel 2.19 is een overzicht opgenomen van het aantal nieuwe inschrijvingen aan de TFT. In het afgelopen decennium is het aantal eerstejaarsstudenten geleidelijk gedaald van 75 naar 45. De afgelopen twee jaar laten echter een scherpe daling zien, naar slechts 18 eerstejaars. tabel 2.19 Het aantal eerstejaars TFT-studenten naar opleiding in de studiejaren 1994/1995 t/m 2004/2005 opleiding 1994/ / / / / / 2005 voltijd *21 *6 deeltijd *24 *12 totaal * schatting 2.4 Samenvattende overzichten In deze paragraaf geven we enkele samenvattende overzichten van de universitaire instellingen voor theologisch onderwijs. We besteden achtereenvolgens aandacht aan de studentenaantallen, de eerstejaars studenten en het aantal afgestudeerden. Studentenaantallen In tabel 2.20 is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van de aantallen theologiestudenten aan de katholieke universitaire instellingen tussen het studiejaar 1994/1995 en het studiejaar 2004/2005. Het betreft hier de doctorale opleidingen theologie, vrije studierichtingen en religiestudies plus de niet-doctorale vrije studierichting en vanaf 2002/2003 bachelor- en masteropleidingen. Het totaal aantal studenten exclusief extraneï en auditoren is de afgelopen jaren redelijk constant tussen de 700 en 800 gebleven. Aan de KTU is sprake van een zich voortzettende daling, terwijl in Nijmegen sprake is van een stijging, door religiestudies. 34 KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen 2005

35 tabel 2.20 Het aantal studenten aan de katholieke universitaire instellingen, in de studiejaren 1994/1995 t/m 2004/ / 1996/ 1998/ 2000/ 2002/ 2004/ KTU Utrecht TFT Tilburg RU Nijmegen totaal Eerstejaars studenten Tabel 2.21 geeft een overzicht van het aantal eerstejaars studenten in de laatste tien jaar uitgesplitst naar instelling. Het aantal eerstejaars studenten is na een stijging tot 2002/2003 met 203 eerstejaars, in de afgelopen vier jaar gedaald naar 138. tabel 2.21 Het aantal eerstejaars studenten aan de katholieke universitaire instellingen, in de studiejaren 1994/1995 t/m 2004/ / 1996/ 1998/ 2000/ 2002/ 2004/ KTU Utrecht TFT Tilburg RU Nijmegen totaal Afgestudeerden Tabel 2.22 geeft een overzicht van de aantallen afgestudeerden van de doctoraalopleidingen theologie aan de katholieke universitaire instellingen in de studiejaren 1993/1994 t/m 2003/2004. Het aantal afgestudeerden is in deze periode gedaald van 80 naar 65. Het aandeel mannen is in het laatste decennium gestegen van 50% in het studiejaar 1993/1994 naar 58% in het studiejaar 2003/2004. KASKI memorandum 332 Theologische opleidingen