ECLI:NL:PHR:2015:1937 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/04603
|
|
- Johan Jonker
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:PHR:2015:1937 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/04603 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:3247, Gevolgd Strafrecht Belediging die een ander bij afbeelding is aangedaan door het versturen van een privé-filmpje via de whatsapp. Art Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2009:BJ9796. Verdachte heeft een neutrale, van haar facebookpagina afkomstige, foto van aangeefster toegevoegd aan een filmpje waarop seksuele gedragingen van een andere vrouw te zien zijn. s Hofs kennelijke oordeel dat de afbeelding in de door het Hof vastgestelde context een beledigend karakter heeft a.b.i. art. 266 Sr is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk, nu het Hof m.b.t. de context waarin de afbeelding is geplaatst i.h.b. niets heeft vastgesteld omtrent het verband dat in het filmpje wordt gelegd of gesuggereerd tussen de getoonde foto van aangeefster en het tonen van de door een andere vrouw verrichte seksuele gedragingen. Aan de enkele omstandigheid dat de foto van aangeefster in dit filmpje is opgenomen kan nog niet worden ontleend dat het tonen van die afbeelding de strekking heeft aangeefster in een ongunstig daglicht te plaatsen en haar aan te randen in haar eer en goede naam. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Conclusie Nr. 14/04603 Zitting: 1 september 2015 Mr. Bleichrodt Conclusie inzake: [verdachte] 1. De enkelvoudige kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 15 juli 2014 de verdachte wegens subsidiair eenvoudige belediging veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis. 2. Namens de verdachte is beroep in cassatie ingesteld en heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld Het middel behelst de klacht dat het hof ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd, heeft geoordeeld dat het bewezen verklaarde handelen van de verdachte belediging in de zin van art. 266
2 Sr oplevert. 4. Het gaat in deze zaak - kort gezegd - om het volgende. De verdachte heeft met zijn mobiele telefoon een filmpje gemonteerd, waarin te zien is dat twee mensen geslachtsgemeenschap hebben. In dat filmpje heeft de verdachte onder meer een (van haar Facebookpagina afkomstige) foto van de aangeefster [aangeefster 2] verwerkt. Vervolgens heeft de verdachte dit filmpje via WhatsApp doorgestuurd naar een vriend van hem, [betrokkene 1]. Die vriend heeft het filmpje via een zogenoemde groepsapp verder verspreid, waarna het uiteindelijk via de vader van [aangeefster 2] ter kennis is gekomen van [aangeefster 2]. Ook haar werkgever heeft [aangeefster 2] met dit filmpje geconfronteerd. De politierechter heeft de verdachte voor het primair ten laste gelegde smaadschrift veroordeeld. In hoger beroep heeft het hof de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde en hem ter zake van de subsidiair ten laste gelegde eenvoudige belediging veroordeeld. 5. Aan de verdachte is subsidiair ten laste gelegd dat: hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 20 januari 2013, in de gemeente [plaats], althans in Nederland, opzettelijk een persoon genaamd [aangeefster 1] en/of [aangeefster 2], in het openbaar bij afbeelding heeft/hebben beledigd, - door een privé-filmpje waarop die [aangeefster 1] naakt te zien is en/of waarop seksuele gedragingen van voornoemde [aangeefster 1] zichtbaar zijn en/of/althans - door een privé-filmpje, waarop seksuele gedragingen van [aangeefster 1] zichtbaar zijn gereproduceerd en/of gemonteerd en/of veranderd, (waarbij o.a. een afbeelding/foto van [aangeefster 2] is toegevoegd en/of in is verwerkt), via de "whatsapp", althans via de "social media" naar derden te versturen en/of te verspreiden. 6. Daarvan is bewezen verklaard dat: hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 20 januari 2013, in de gemeente [plaats] opzettelijk een persoon genaamd [aangeefster 2] bij afbeelding heeft beledigd, door een privé-filmpje, waarop seksuele gedragingen van [aangeefster 1] zichtbaar zijn gereproduceerd en gemonteerd, waarbij o.a. een afbeelding/foto van [aangeefster 2] is toegevoegd en is verwerkt, via de "whatsapp" te versturen. 7. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen: (i) De op de terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring van de verdachte, voor zover inhoudende: Ik heb in de periode 1 januari 2013 tot en met 20 januari 2013 in de gemeente [plaats] op mijn iphone een filmpje samengesteld. Het gaat om een filmpje met seksuele gedragingen van een vrouw, [aangeefster 1]. Ik heb aan dat filmpje teksten en onder andere een foto van [aangeefster 2] toegevoegd. Ik heb dat gemonteerde filmpje via WhatsApp aan een vriend, [betrokkene 1],verstuurd. [betrokkene 1] heeft dit filmpje vervolgens via een groepsgesprek van WhatsApp verstuurd aan anderen.
3 (ii) Een op 17 januari 2013 bij de politie afgelegde verklaring van [aangeefster 2], voor zover inhoudende: Op 13 januari 2013 kreeg mijn vader een telefoontje van een bekende. Deze man wees mijn vader op een filmpje dat via Whats-app was verspreid. Er zouden pornografische beelden in het filmpje staan en tevens zou er een aantal foto's in het filmpje zijn verwerkt. Op één van deze foto's zou ik staan afgebeeld. Op verzoek is dit filmpje aan mijn vader gestuurd. Ik heb dit filmpje vervolgens via de telefoon bekeken en zag dat er een soort studiofilmpje te zien was. Ik zag dat het filmpje begon met de tekst: "Studio Carnavalsvereniging [A] ". Nadat de naam van deze carnavalsvereniging werd getoond zag ik dat in het filmpje de tekst "2 termeiers" verscheen, gevolgd door de tekst: "op zoek naar het zwarte gat". Vervolgens is op dat filmpje te zien dat twee mensen geslachtsgemeenschap met elkaar hebben. Tussen de naaktscènes zag ik meerdere foto's van personen. Daarna zag ik dat er een aantal foto's van mensen, gekleed in carnavalskleding te zien is. Ook wordt er een foto van mij in het filmpje getoond. Ik voel mij in mijn eer en goede naam aangetast en voel mij diep beledigd. Ik wil op geen enkele wijze in verband worden gebracht met dit pornografische materiaal. Op 15 januari 2013 was ik op mijn werk in [plaats]. Ik werd door mijn werkgever gevraagd om bij hem te komen voor een gesprek, in dit gesprek vertelde mijn werkgever mij, dat hij had gezien dat er via de Whatsapp een filmpje was verspreid waarop ik ook te zien was. Ik voelde mij op dat moment ontzettend beroerd en kwaad en heb mijn werkgever gezegd, dat de politie reeds op de hoogte was van het bestaan van het filmpje. Ook heb ik mijn werkgever verteld dat ik aangifte heb gedaan tegen de makers/verspreiders van dit filmpje. Ik voel mij diep beledigd en gekrenkt door de makers van dit filmpje. De foto die de maker of makers van het filmpje hebben gebruikt, is een foto die men van mijn Facebookpagina heeft geplukt. Zonder mijn toestemming is deze foto in dit pornofilmpje verwerkt. Ik ben zelf lid van een carnavalsvereniging in [plaats]. Leden van bevriende verenigingen uit omliggende plaatsen zijn begin januari 2013 bij onze vereniging op bezoek geweest in [plaats]. Ik herken op dit filmpje een aantal leden van de carnavalsvereniging in [plaats]. Ik heb gezien dat het gemaakte filmpje wordt afgesloten met de tekst: " [aangeefster 1] Goes Wild met [aangeefster 1] en [...] ". (iii) Een op 23 januari 2013 bij de politie afgelegde verklaring van [betrokkene 1], voor zover inhoudende: Ik was begin januari 2013 bij de carnavalsloods gevestigd op de [...] in [plaats]. Ik was daar met [verdachte]. [verdachte] was druk bezig met zijn telefoon. Hij had een appje om filmpjes samen te stellen. Toen [verdachte] er klaar mee was, heeft hij het gemaakte filmpje aan mij gestuurd. Ik heb het filmpje doorgestuurd in een groepsapp. Ik weet dat er twintig personen in zaten. In het begin zie je in het filmpje de naam van de carnavalsvereniging [A]. Hierna zie je stukjes uit een seksfilmpje van [aangeefster 1]. Er komt een foto voorbij van een meisje uit [plaats]. 8. Zoals blijkt uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep, heeft de raadsman van de verdachte onder verwijzing naar een vonnis van de politierechter in een vergelijkbare zaak (Rechtbank Overijssel 25 april 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ8542) betoogd dat de verdachte van de subsidiair ten laste gelegde belediging dient te worden vrijgesproken, aangezien die belediging niet in het openbaar is gedaan en het de verdachte niet te verwijten is dat het filmpje nadien is verspreid. Voorts heeft de verdachte op die terechtzitting onder overlegging van een verklaring van [betrokkene 1] verklaard dat hij, toen hij het filmpje aan [betrokkene 1] had verstuurd, tegen hem had gezegd dat hij dat filmpje niet verder mocht verspreiden.
4 9. Het hof heeft in reactie op dit verweer onder overweging met betrekking tot het bewijs het volgende overwogen: Het hof verwerpt het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het subsidiair tenlastegelegde. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat verdachte het door hem gemonteerde filmpje waarin hij een afbeelding van het slachtoffer had opgenomen, hoewel hij wist dat zij niets uitstaande had met de in dat filmpje voorkomende seksuele gedragingen van een andere vrouw, via WhatsApp aan een vriend heeft toegezonden en dat dit filmpje - via die vriend - verspreid is geraakt en uiteindelijk onder de ogen van het slachtoffer is gekomen. Het hof ziet dit als een middellijke belediging. Daarbij neemt het hof in aanmerking als feit van algemene bekendheid dat dit soort filmpjes nadat ze eenmaal via sociale media zijn verstuurd, een eigen leven plegen te gaan leiden en dat deze daardoor op enig moment ter kennis kunnen komen van het slachtoffer. Verdachte heeft zich in dat licht door het versturen van het filmpje via WhatsApp, willens en wetens aan de aanmerkelijke kans blootgesteld dat het filmpje het slachtoffer zou bereiken (en dat zij zich door het filmpje beledigd zou voelen). Indien verdachte aan zijn vriend heeft gevraagd om het filmpje niet verder te verspreiden, hetgeen het hof niet als vaststaand aanneemt, nu de vriend daarover tegen over de politie niets heeft verklaard en verdachte pas ter terechtzitting in hoger beroep een verklaring van die vriend van die strekking heeft overgelegd, brengt dat geen verandering in de verwijtbaarheid van verdachte omdat hij er - in het licht van het hiervoor genoemde feit van algemene bekendheid - niet op mag rekenen dat dit soort filmpjes niet toch op sociale media een eigen leven gaan leiden. 10. De tenlastelegging is wat betreft het bewezen verklaarde subsidiaire feit toegesneden op art. 266, eerste lid, Sr. Daarom moet de in de tenlastelegging voorkomende term "beledigd" geacht worden aldaar te zijn gebezigd in dezelfde betekenis als toekomt aan de in die bepaling voorkomende uitdrukking "belediging". 11. Art. 266, eerste lid, Sr luidt als volgt: Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, hetzij in het openbaar mondeling of bij geschrift of afbeelding, hetzij iemand, in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding, aangedaan, wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. 12. Zoals blijkt uit de toelichting, bevat het middel in de eerste plaats de klacht dat er geen sprake is van een belediging in de zin van art. 266 Sr. 13. De tenlastelegging en de bewezenverklaring zien op een belediging die een ander bij afbeelding is aangedaan. In een dergelijk geval kan een afbeelding als beledigend worden aangemerkt wanneer zij de strekking heeft die ander bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en hem aan te randen in zijn eer en goede naam. Het oordeel dat daarvan sprake is zal bij een afbeelding waarvan het
5 gebruik op zichzelf in het algemeen niet beledigend is, afhangen van de context waarin de afbeelding is geplaatst In de bestreden uitspraak ligt als het oordeel van het hof besloten dat de verdachte [aangeefster 2] bij afbeelding heeft beledigd door een foto van [aangeefster 2] toe te voegen aan een filmpje met seksuele gedragingen. De afbeelding als zodanig ontbeert een beledigende strekking. Deze is afkomstig van de Facebookpagina van de aangeefster en neutraal van aard. Beslissend is dan ook of de context waarin de afbeelding is gebruikt daaraan een beledigende strekking geeft. Deze vraag dient onderscheiden te worden van de vraag of de verdachte door op deze wijze en kennelijk zonder toestemming van de aangeefster gebruik te maken van haar foto in strijd met het portretrecht dan wel anderszins onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. De enkele omstandigheid dat misbruik is gemaakt van de foto van de aangeefster betekent immers nog niet dat de afbeelding daarmee de strekking heeft haar bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en haar aan te randen in haar eer en goede naam. Bij de beoordeling van de context waarin de afbeelding is gebruikt, werkt complicerend dat zich bij de stukken van het geding geen kopie van het desbetreffende filmpje bevindt. Evenmin bevat het dossier een adequate beschrijving van de filmbeelden. Door een verbalisant zijn enkele screenshots van het bewuste filmpje gemaakt. Daartoe behoren enkele afbeeldingen van personen, die in geen relatie lijken te staan tot de kennelijk eerder vertoonde seksuele gedragingen. Voorts blijkt niet dat het filmpje op de terechtzitting in hoger beroep dan wel op de terechtzitting in eerste aanleg is afgespeeld. De bewijsvoering van het hof steunt in dit verband op de verklaring van de aangeefster. Daaruit volgt dat in het filmpje te zien is dat twee mensen geslachtsgemeenschap hebben. Tussen de naaktscènes zijn meerdere foto s van personen te zien. Daarna wordt een aantal foto s van mensen, gekleed in carnavalskleding, zichtbaar. Ook wordt er een foto van de aangeefster getoond. 15. Uit de bewijsvoering wordt de exacte context niet duidelijk, zoals de lengte van het filmpje, het aantal personen dat wordt vertoond en de wijze waarop afbeeldingen van anderen dan de aangeefster in het filmpje zijn verwerkt. Evenmin wordt duidelijk hoeveel tijd er zit tussen de getoonde seksuele gedragingen en het tonen van de afbeelding van de aangeefster. Van een situatie als in HR 3 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1556, NJ 2014/46 is in elk geval geen sprake. In die zaak, waarin de verdachte was veroordeeld wegens smaadschrift (meermalen gepleegd), had het hof vastgesteld dat door de naam die de verdachte aan de film - waarop blijkens de bewijsvoering seksuele gedragingen van een vrouw zichtbaar waren - had gegeven de suggestie werd gewekt dat in de film de aangeefster zichtbaar was. Onder die omstandigheden worden de seksuele gedragingen ten onrechte aan de aangeefster toegedicht. Een dergelijke suggestie lijkt in de onderhavige zaak niet aan de orde. Van enig verband tussen de getoonde afbeelding van de aangeefster en de seksuele gedragingen blijkt uit de bewijsvoering niet. Uit de bewezenverklaring volgt de vaststelling van het hof dat de seksuele gedragingen op het filmpje worden verricht door [aangeefster 1], die kennelijk op het filmpje zichtbaar is en die in de aftiteling met naam wordt genoemd. Wat resteert is de omstandigheid dat een foto van de aangeefster is verwerkt in een filmpje waarin ook seksuele gedragingen (van een andere vrouw) voorkomen, evenals overigens (neutrale) afbeeldingen van een aantal leden van de carnavalsvereniging in [plaats] en afbeeldingen van geheel andere aard, zoals van een kentekenplaat, die evenmin in enig verband lijken te staan tot de seksuele gedragingen. Uit de enkele omstandigheid dat de foto van de aangeefster in hetzelfde filmpje is opgenomen, volgt naar mijn mening niet zonder meer dat (het tonen van) de afbeelding de strekking heeft de aangeefster in een ongunstig daglicht te stellen en haar aan te randen in haar eer en goede naam, hoe zeer ook begrijpelijk is dat de aangeefster niet met het filmpje geassocieerd wenst te worden. Het oordeel van het hof, dat de afbeelding een beledigend karakter heeft, acht ik in het licht van de omstandigheden van het geval zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
6 16. Voor zover het middel klaagt over het oordeel van het hof dat er sprake is van een belediging in de zin van art. 266 Sr, slaagt het. 17. Het middel bevat voorts de klacht dat uit de bewijsvoering niet zonder meer kan worden afgeleid dat het opzet van de verdachte was gericht op het beledigen van [aangeefster 2]. 18. Bij de beoordeling van deze klacht dient het volgende te worden voorop gesteld. Het antwoord op de vraag of in geval van belediging door een toegezonden afbeelding sprake is van het vereiste opzet van de verdachte op de aanranding van de eer en goede naam van de ander, kan in het algemeen mede worden afgeleid uit objectieve omstandigheden, zoals de inhoud en de vorm van de afbeelding. 3 Voorts kan worden aangenomen dat voorwaardelijk opzet voldoende is. Indien de verdachte zich bewust heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het gebruik van de gebezigde afbeelding jegens de daarin aangeduide persoon een beledigend karakter draagt, levert dat derhalve opzet in de zin van art. 266, eerste lid, Sr op. 4 In de wijze van openbaring van de uitlating kan het opzet om te beledigen besloten liggen. Het accent ligt op de wetenschap dat de gebezigde afbeelding andermans eer of goede naam aantast. Het opzet op de belediging kan worden afgeleid uit de aard van de beschuldiging dan wel de aard van de gedraging, de wijze waarop een belediging wordt geopenbaard, de context waarin de beledigende afbeelding is gebezigd, het toezenden aan het slachtoffer van de beledigende uitlating en de kennelijke bedoeling van de verdachte In de hiervoor onder 9 weergegeven overwegingen heeft het hof geoordeeld dat de verdachte zich door het versturen van het desbetreffende filmpje via de WhatsApp willens en wetens aan de aanmerkelijke kans heeft blootgesteld dat het filmpje [aangeefster 2] zou bereiken en dat zij zich door het filmpje beledigd zou voelen. De in de tenlastelegging voorkomende woorden in het openbaar zijn in de bewezenverklaring weggestreept. 20. In het bovenstaande concludeerde ik dat het oordeel van het hof dat de afbeelding van de aangeefster, zoals opgenomen in het door de verdachte gemonteerde filmpje, een beledigend karakter draagt zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk is. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor het kennelijke oordeel van het hof dat de verdachte in dit verband opzettelijk heeft gehandeld. De bewijsvoering houdt niets in waaruit het opzet van de verdachte op het beledigen van de aangeefster zou kunnen worden afgeleid. 21. Ook het oordeel van het hof dat de verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad dat het filmpje [aangeefster 2] zou bereiken, schiet tekort. Daarbij stel ik voorop dat onder een toegezonden afbeelding als bedoeld in art. 266, eerste lid, Sr is te verstaan een aan de betrokkene toegezonden afbeelding. De enkele omstandigheid dat de afbeelding aan een derde is toegezonden met de bedoeling dat de betrokkene deze onder ogen krijgt, is daarvoor onvoldoende. 6 [aangeefster 2] heeft het filmpje niet door de verdachte toegezonden gekregen, maar daarvan via derden kennis genomen. De verdachte heeft het filmpje toegezonden aan zijn vriend [betrokkene 1], die het filmpje op zijn beurt heeft doorgestuurd. Dat zulks in opdracht van de verdachte is gebeurd, blijkt niet uit de bewijsvoering. De verdachte heeft op de terechtzitting in hoger beroep daarentegen verklaard dat hij, toen hij het filmpje aan [betrokkene 1] had verstuurd, tegen hem had gezegd dat hij dat filmpje niet verder mocht verspreiden. Ter onderbouwing van deze verklaring heeft de verdachte een verklaring van [betrokkene 1] overgelegd. De op 25 juni 2014 door [betrokkene 1] ondertekende verklaring houdt in dat de verdachte rond december 2013 [bedoeld is kennelijk 2012; AG] mondeling aan [betrokkene 1] heeft verzocht om de video niet aan anderen te laten te zien of door te sturen en dat [betrokkene 1] vóór het versturen mondeling akkoord is gegaan met deze voorwaarden. In reactie
7 hierop heeft het hof overwogen dat de omstandigheid dat de verdachte aan zijn vriend heeft gevraagd om het filmpje niet verder te verspreiden, hetgeen het hof niet als vaststaand aanneemt, geen verandering brengt in de verwijtbaarheid van de verdachte. Het is de vraag of het hof hiermee de juistheid van de stelling van de verdachte in het midden heeft gelaten, zoals de steller van het middel betoogt. Ervan uitgaande dat de verdachte vóór de verzending van het filmpje aan een vriend ( [betrokkene 1] ) inderdaad heeft gevraagd het filmpje niet verder te verspreiden en dat die vriend daarmee heeft ingestemd, kan gelet op de wijze van openbaarmaking van de uitlating niet worden gezegd dat de verdachte door het filmpje naar [betrokkene 1] te zenden opzettelijk [aangeefster 2] heeft beledigd door een haar toegezonden afbeelding. 22. Ik meen evenwel de overweging van het hof aldus te kunnen lezen, dat het hof niet aannemelijk heeft geacht dat de verdachte [betrokkene 1] heeft gevraagd het filmpje niet verder te verspreiden. Die lezing sluit aan bij de toelichting die het hof op zijn oordeel geeft, inhoudende dat [betrokkene 1] daarover niets bij de politie heeft verklaard en de verdachte eerst ter terechtzitting in hoger beroep een verklaring van [betrokkene 1] van die strekking heeft overgelegd. Maar ook als de overweging van het hof aldus wordt gelezen, schiet de motivering tekort. Het hof heeft als feit van algemene bekendheid aangenomen dat dit soort filmpjes nadat ze eenmaal via de sociale media zijn verstuurd, een eigen leven plegen te gaan leiden en dat deze daardoor op enig moment ter kennis kunnen komen van het slachtoffer. Daarmee is het opzet op de toezending aan de aangeefster ontoereikend gemotiveerd. Zonder nadere motivering, die ontbreekt, acht ik niet begrijpelijk dat de enkele toezending van het filmpje aan een vriend van de verdachte meebrengt dat de verdachte daarmee ook bewust een aanmerkelijke kans aanvaardt dat het filmpje aan de aangeefster zelf wordt toegezonden. 23. Voor zover het middel klaagt over het oordeel van het hof ten aanzien van het opzet van de verdachte, slaagt het eveneens. 24. Ten slotte behelst het middel de klacht dat de bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde belediging niet is te verenigen met de motivering van de vrijspraak van het primair ten laste gelegde. 25. Deze klacht doelt op de volgende overweging van het hof, die in de bestreden uitspraak onder vrijspraak is opgenomen: Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het hof acht met name niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het kennelijk doel had om ruchtbaarheid te geven. 26. In de toelichting op de klacht wordt erop gewezen dat het hof enerzijds niet wettig en overtuigend bewezen heeft geacht dat de verdachte opzet had op het ter kennis van het publiek brengen van het desbetreffende filmpje, maar dat het hof anderzijds ter nadere motivering van het opzet op de belediging heeft overwogen dat de verdachte zich willens en wetens aan de aanmerkelijke kans heeft blootgesteld dat het filmpje [aangeefster 2] zou bereiken.
8 27. Aldus richt de klacht zich tegen de motivering van de bewezenverklaring, die niet te verenigen zou zijn met de motivering van de gegeven vrijspraak. De vrijspraak en de daaraan gegeven motivering zijn echter niet aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen. Dat brengt mee dat de vraag of de motivering van de bewezenverklaring zich verdraagt met die aan de vrijspraak gegeven motivering, in cassatie niet ten toets kan komen. 7 Dat betekent dat deze klacht faalt. 28. Het middel slaagt. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, heb ik niet aangetroffen. 29. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het subsidiair ten laste gelegde feit en de strafoplegging, en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, teneinde in zoverre op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan. De procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden AG Op 17 juli 2015 is het cassatieberoep namens de verdachte (gedeeltelijk) ingetrokken, voor zover het is gericht tegen de vrijspraak van het primair ten laste gelegde smaadschrift. Vgl. ten aanzien van (mondelinge) beledigende uitlatingen HR 8 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9188, NJ 2012/462 m.nt. Keijzer, rov. 3.2, HR 22 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3106, NJ 2012/44 m.nt. Schalken, rov. 2.4 en ECLI:NL:HR:2012:BV9188, HR 22 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ9796, NJ 2010/671 m.nt. Buruma, rov. 2.4, HR 22 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI5623, NJ 2009/466, rov. 2.4, HR 6 januari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN8498, NJ 2004/201, rov. 3.4, HR 30 oktober 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB3143, NJ 2002/129, rov en HR 15 september 1997, DD , rov Vgl. A.L.J. Janssens in C.P.M. Cleiren, J.H. Crijns & M.J.M. Verpalen (red.), Tekst & Commentaar Strafrecht, Deventer: Kluwer 2014, aant. 8 bij art. 261 Sr en A.J. Machielse Noyon, Langemeijer & Remmelink (red.), Het Wetboek van Strafrecht (losbladig), Deventer: Kluwer, aant. 4 bij art. 261 Sr (bijgewerkt tot 1 oktober 2008). Vgl. HR 21 november 1989, DD , rov. 6. Vgl. A.L.J.M. Janssens, Strafbare belediging,(dissertatie Rijksuniversiteit Groningen 1998), Amsterdam: Thela Thesis 1998, p en A.J. Nieuwenhuis en A.L.J. Janssens, Uitingsdelicten, Deventer: Kluwer 2011, p Aldus A.J. Machielse in Noyon, Langemeijer & Remmelink (red.), Het Wetboek van Strafrecht (losbladig), Deventer: Kluwer, aant. 4 bij art. 266 Sr (bijgewerkt tot 26 mei 2015). Vgl. HR 16 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3370, NJ 2010/121, rov. 3.4 en HR 29 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI4736, NJ 2010/117 m.nt. Keijzer, rov. 2.4.
ECLI:NL:HR:2015:3247. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1937, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2015:3247 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-11-2015 Datum publicatie 12-11-2015 Zaaknummer 14/04603 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1937,
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2010:BN0043
ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204
ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:738
ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:309 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04225
ECLI:NL:PHR:2014:309 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 04-03-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer 12/04225 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:2029
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:CA1193
ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis
ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:2288
ECLI:NL:PHR:2014:2288 Instantie Datum conclusie 25-11-2014 Parket bij de Hoge Raad Datum publicatie 17-12-2014 Zaaknummer 14/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2007:208
ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:1213
ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511
ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540
ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 Instantie Datum uitspraak 16-07-2008 Datum publicatie 25-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-006152-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2291
ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07
ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.
ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:1193
ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-05-2015 Datum publicatie 18-05-2015 Zaaknummer 22-005458-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.
ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatie2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.
ECLI:NL:PHR:2012:BU6926 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 22-05-2012 Zaaknummer 10/02229 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU6926 Rechtsgebieden
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2017:295 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05952
ECLI:NL:PHR:2017:295 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 07-03-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/05952 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatie2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
ECLI:NL:PHR:2010:BO2909 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer 09/02518 J Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BO2909 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:6552
ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 16-10-2014 Datum publicatie 16-10-2014 Zaaknummer 05/840573-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis
ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 23-002670-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369
ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieHet hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatie3.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de aanvulling op het verkort arrest:
ECLI:NL:PHR:2017:634 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-06-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer 15/04687 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:1314,
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:2351
ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatie3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud:
ECLI:NL:PHR:2016:1206 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 25-10-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 15/03261 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:2769, Gevolgd Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2013:CA2264
ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2264 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-05-2013 Datum publicatie 06-06-2013 Zaaknummer 22-001357-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1173. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:1173 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer 11/05589 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1169,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AU8286
ECLI:NL:HR:2006:AU8286 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 17-10-2006 Datum publicatie 17-10-2006 Zaaknummer 01599/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AU8286
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatie2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak
ECLI:NL:HR:2014:1174 Uitspraak 20 mei 2014 Strafkamer nr. 13/02407 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2013, nummer 22/001806-12,
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976
ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 Instantie Datum uitspraak 26-07-2012 Datum publicatie 08-08-2012 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000638-11 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2003:AF8058 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01513/02
ECLI:NL:PHR:2003:AF8058 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 24-06-2003 Datum publicatie 24-06-2003 Zaaknummer 01513/02 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993
ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810
ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 05-10-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 06-0604540-04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00
ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-10-2001 Datum publicatie 17-01-2002 Zaaknummer 03023/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f
ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629
Nadere informatieECLI:NL:HR:2012:BT8778
ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015.
ECLI:NL:GHAMS:2015:563 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-02-2015 Datum publicatie 08-06-2015 Zaaknummer 23-005069-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2970 Instantie Datum uitspraak 04-03-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 21-003585-10 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2016:1087 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05178
ECLI:NL:PHR:2016:1087 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 06-09-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer 15/05178 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2001:AD4391
ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2010:BO3383
ECLI:NL:RBROT:2010:BO3383 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 27-10-2010 Datum publicatie 10-11-2010 Zaaknummer 10/740224-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994
ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1006
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715
ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AV4834
ECLI:NL:HR:2006:AV4834 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-06-2006 Datum publicatie 07-06-2006 Zaaknummer 01395/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AV4834
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BO9234
ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158
ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2016:1104 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/02973
ECLI:NL:PHR:2016:1104 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 13-09-2016 Datum publicatie 16-05-2017 Zaaknummer 15/02973 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:264
ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:6481
ECLI:NL:GHARL:2017:6481 Instantie Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer 21-002353-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293
ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatie2. Namens verzoeker heeft mr Lina, advocaat te Venlo, één middel van cassatie voorgesteld.
ECLI:NL:PHR:2000:AA5730 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 09-05-2000 Datum publicatie 09-10-2002 Zaaknummer 00386/99 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA5730 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2008:BG4042
ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatie