1. Projecten IPW 2006 (zie bijlage)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Projecten IPW 2006 (zie bijlage)"

Transcriptie

1 Colleges van Burgemeester en Wethouders i.a.a. Directeuren Sociale Dienst Hoofden Sociale Zaken Hoofden Financiën Directeuren/hoofden I&A Gemeenteraadsleden p/a Griffier Hoofdkantoor en vestigingen CWI Hoofdkantoor UWV Hoofdkantoor IWI Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) Fax (070) Contactpersoon Gemeenteloket Telefoonnummer (070) gemeenteloket@minszw.nl Ons kenmerk Datum 19 december 2006 Onderwerp Verzamelbrief december 2006 Door middel van de Verzamelbrief informeer ik u over relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen. Deze maand bevat de brief informatie over de volgende onderwerpen: 1. Projecten IPW Invoering single information en single audit 3. Voorlopige verslagen Categoriale bijzondere bijstandsverlening 5. Budgetten kleine gemeenten Eerste Kamer verklaart wetsvoorstel Participatieplaatsen controversieel 7. Eigen bijdrage bij kinderopvang op sociaal-medische indicatie 8. Rechtmatig in Nederland verblijvende kinderen zonder verblijfsvergunning 9. Doorontwikkeling van de WWB 10. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari Projecten IPW 2006 (zie bijlage) In 2006 heb ik bijna vijf miljoen euro subsidie gegeven aan elf projecten om de Wet werk en bijstand op een vernieuwende manier uit te voeren. Het is de derde keer dat subsidies zijn verstrekt op grond van het Innovatieprogramma werk en bijstand (IPW). Met de nieuwe WWB hebben gemeenten veel vrijheid gekregen om hun eigen beleid vorm te geven. Met de subsidie wil ik gemeenten ondersteunen bij de ontwikkeling en vernieuwing van hun beleid.

2 Gemeenten konden dit jaar geen afzonderlijke subsidie voor projecten aanvragen. Dit jaar voeren meerdere gemeenten gezamenlijk onder leiding van een trekkende gemeente een projectplan uit. Deze nieuwe aanpak stimuleert gemeenten om innovatieve ideeën gezamenlijk uit te voeren en ervaringen uit te wisselen. Door de nieuwe aanpak is het ook voor kleine gemeenten mogelijk om deel te nemen. De gemeentelijke projecten hebben betrekking op drie verschillende onderwerpen: 1. Verzamelen en verder ontwikkelen van goede praktijken gericht op de re-integratie van de onderkant van het klantenbestand. 2. Armoedebeleid en schuldhulpverlening in combinatie met arbeidsmarktbeleid en reintegratie. 3. Sturen op resultaten door gemeenten. Als voorbeeld vindt u in bijlage 1 informatie over de volgende projecten IPW 2006: Van WWB'er tot zzp-er (trekker Hengelo) Regionaal partnership tussen gemeenten en ketenpartners (trekker Capelle ad IJssel) Ontwikkeling sturingssysteem WWB (trekker Den Haag) Groepsdetacheringen (trekker Horst ad Maas) Een totaal overzicht van de projecten IPW 2006 staat op het Gemeenteloket ( De voortgang en de resultaten worden eveneens op het Gemeenteloket bijgehouden, zodat ook andere gemeenten kunnen profiteren van de kennis en ervaring van de projectaanvragers. 2. Invoering single information en single audit (zie bijlage) Met ingang van het verantwoordingsjaar 2006 is het principe van single information en single audit ingevoerd voor de gemeentelijke verantwoording over de WWB, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en WWIK. In verband hiermee zijn de Regeling WWB, de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 en de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK gewijzigd. Dit betekent dat gemeenten zich over deze regelingen niet langer aan SZW verantwoorden via het bekende Verslag over de uitvoering, maar via een nieuwe bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening. In vervolg op eerdere informatie in de Verzamelbrief van september 2006 kunt u in bijlage 2 lezen wat hiervan de consequenties zijn. Ik vraag in het bijzonder uw aandacht voor de gewijzigde SZW-beleidslijn ten aanzien van verantwoording bij samenwerking: ook voor het verantwoordingsjaar 2006 geldt al het uitgangspunt dat de instantie die de uitkering van het ministerie van SZW heeft ontvangen, zich over de rechtmatige uitvoering ervan verantwoordt. 2

3 3. Voorlopige verslagen 2006 Het Verslag over de uitvoering vervalt, maar de voorlopige verslagen blijven bestaan. Als bijlage bij deze verzamelbrief wordt aan de colleges van burgemeester en wethouders en de hoofden van sociale diensten de complete set van voorlopige verslagen over de uitvoering 2006 verzonden. Het betreft de voorlopige verslagen voor de WWB, IOAW/IOAZ/Bbz 2004 en WWIK. Het voorlopig verslag dient uiterlijk 28 februari a.s. door de minister van SZW te zijn ontvangen. 4. Categoriale bijzondere bijstandsverlening Zoals bekend is met de inwerkingtreding van de Wet werk en bijstand (WWB) per 1 januari 2004 het niet langer toegestaan om categoriale bijzondere bijstand te verstrekken. De enige uitzondering op deze regel is dat categoriale bijzondere bijstandsverlening is toegestaan voor de doelgroep personen van 65 jaar en ouder, de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten en voor de kosten van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. Ik neem waar dat diverse gemeenten niet handelen conform dit wettelijke uitgangspunt. In mijn brief van 27 november 2006 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over een regeling in de gemeente Arnhem. Die regeling voorzag erin om aan inwoners van die gemeente met een inkomen tot 120% van het minimumloon éénmalig ambtshalve 100 voor gestegen energiekosten te verstrekken. In voornoemde brief aan de Tweede Kamer heb ik aangegeven dat ik deze regeling als categoriale bijstandsverlening beschouw. Bij een dergelijke met de wet strijdige uitvoering van de WWB is naar mijn mening sprake van een ernstige tekortkoming in de zin van artikel 76, derde lid, WWB. Hoewel het geven van een aanwijzing een bevoegdheid betreft die uiterst terughoudend zal worden toegepast, is het categoriaal verstrekken van bijzondere bijstand een omstandigheid waarin toepassing van die bevoegdheid serieus zal worden overwogen. Kennelijke onduidelijkheid in de bevoegdheden van het gemeentebestuur met betrekking tot categoriale bijzondere bijstand was in Arnhem een van de omstandigheden die bijdroegen aan een regeling in strijd met de WWB. In de kwestie Arnhem heb ik, gezien de toelichting van de gemeente, afgezien van het geven van een aanwijzing. Waar in de brief aan de Tweede Kamer het onrechtmatige karakter van de Arnhemse regeling en mijn overwegingen om uiteindelijk geen aanwijzing te geven centraal staan, vestig ik via deze Verzamelbrief nogmaals uw aandacht op de mogelijkheden en onmogelijkheden van categoriale bijzondere bijstand en doe ik een beroep op u om dienovereenkomstig de wet uit te voeren. Met de afschaffing van de categoriale bijzondere bijstand is een einde gemaakt aan een ongerichte vorm van bijzondere bijstandsverlening. Een vorm, waarbij de één te weinig krijgt 3

4 en een ander te veel. Met de afschaffing van de categoriale bijzondere bijstand heeft de bijzondere bijstand haar oorspronkelijke maatwerkfunctie teruggekregen. Het kabinet vindt dit erg belangrijk. Mensen hebben recht op maatwerk. Maatwerk maakt het mogelijk om de complexe problemen waar mensen mee kampen, op te lossen. Het verbod op categoriale bijzondere bijstand sluit voorts aan bij het uitgangspunt dat het algemeen, generiek inkomensbeleid voorbehouden is aan het Rijk. Waar het vereiste maatwerk ontbreekt, zoals bij regelingen voor gestegen energielasten, eindejaarsuitkeringen, of bij een vergoeding voor de stijging van de premie van de ziektekostenverzekering anders dan in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, is sprake van een onrechtmatige wetsuitvoering. Wel zijn er mogelijkheden voor gemeenten om via de individuele bijzondere bijstand, gebruik makend van groepskenmerken, maatwerkondersteuning te bieden aan gezinnen met kinderen die dit nodig hebben (hierover heb ik u eerder uitgebreid bericht in de Verzamelbrief van november jl.). 5. Budgetten kleine gemeenten 2007 (zie bijlage) Op 10 november jl. hebben Divosa en SZW een bijeenkomst georganiseerd voor kleine gemeenten om nadere uitleg te geven over de budgetten en de procedures. Veel gemeenten hebben deze bijeenkomst bij kunnen wonen. Om ook de overige gemeenten nader te informeren is in bijlage 5 de volgende informatie opgenomen: Procedure berekening budgetten Toezegging SZW aan gemeenten (ontwikkelen van een tool) Toezegging aan de Tweede Kamer (onderzoeken van noodzaak van aanvullende maatregelen) Onderhoudstraject (prioriteit aan verdeling voor kleine gemeenten) 6. Eerste Kamer verklaart wetsvoorstel Participatieplaatsen controversieel De Eerste Kamer heeft op 5 december 2006 besloten het wetsvoorstel Participatieplaatsen (voorheen terugkeerbanen) controversieel te verklaren. Zij wil het wetsvoorstel met een nieuw kabinet bespreken. Dit betekent dat het wetsvoorstel niet per 1 januari 2007 in gaat. Daarnaast heeft het uitstel van de behandeling van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer tot gevolg dat gemeenten het geld uit het WWB-werkdeel niet per 1 januari a.s. kunnen inzetten voor voorzieningen gericht op toeleiding naar een WSW-plek. Om dit mogelijk te maken is een wetswijziging nodig. De mogelijkheid tot de inzet van geld uit het WWB-werkdeel voor bijstandgerechtigden, anw ers en nuggers op de wachtlijst WSW is door het amendement Van Hijum onderdeel geworden van het wetsvoorstel. 4

5 7. Eigen bijdrage bij kinderopvang op sociaal-medische indicatie Gemeenten voeren sinds de inwerkingtreding van de Wet kinderopvang hun eigen beleid waar het kinderopvang op sociaal-medische indicatie betreft (SMI). De hiervoor bestemde middelen (in 2006 opgehoogd) worden door het Rijk in het gemeentefonds gestort. Om ouders niet onnodig op kosten te jagen vraag ik u aandacht voor het volgende. Het komt soms voor dat ouders al kosten voor kinderopvang maken, voordat de weg naar de gemeente voor een SMI-toeslag is gevonden of het indicatietraject volledig doorlopen is. Het staat de gemeenten vervolgens vrij (indien passend in de gemeentelijke regelgeving) om in dergelijke gevallen met terugwerkende kracht alsnog een uitkering op basis van SMI te verstrekken. Zo kan een onnodig hoge eigen bijdrage van de ouders aan de kinderopvang worden voorkomen. De Wet kinderopvang staat dit beleid niet in de weg. 8. Rechtmatig in Nederland verblijvende kinderen zonder verblijfsvergunning Met ingang van 1 januari 2007 zal een regeling worden opengesteld ten behoeve van kinderen die rechtmatig verblijf hebben in Nederland, maar (nog) geen verblijfsvergunning. Over dit voornemen heb ik u geïnformeerd in de Verzamelbrief van september De minister van Vreemdelingenzaken en Integratie zal deze regeling binnenkort in de Staatscourant publiceren. De gemeenten ontvangen hierover een afzonderlijke brief van de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) gaat de regeling uitvoeren. Het COA zal u hierover nadere informatie toesturen. Meer informatie vindt u binnenkort op Daar treft u dan ook het telefoonnummer van de helpdesk aan waar u vanaf 2 januari 2007 met eventuele vragen terecht kunt. 9. Doorontwikkeling van de WWB Als opmaat naar de WWB is via bestuurlijke afspraken in de Agenda voor de Toekomst gewerkt aan de omslag werk boven inkomen. In de onlangs aan de Tweede Kamer aangeboden eindrapportage van de Agenda voor de Toekomst is de balans opgemaakt, inclusief een publicatie met daarin vooral de ervaringen van gemeenten. Deze publicatie, Terugbladeren in de Agenda voor de toekomst, bevat interessante informatie over de wijze waarop uitkeringsgerechtigden zijn bemiddeld richting de arbeidsmarkt. De publicatie is te vinden op het Gemeenteloket, button IPW. Colleges van B&W ontvangen een exemplaar als aparte bijlage bij deze Verzamelbrief. 5

6 Net zo belangrijk als achterom kijken is de oriëntatie op de toekomst. Voor de doorontwikkeling van de WWB is een analyse opgesteld van trends en ontwikkelingen waarmee gemeenten rekening kunnen houden bij de inzet en vormgeving van het lokale (arbeidsmarkt)beleid. Op basis van deze analyse, WWB van vliegende start tot blijvend succes, en in aansluiting op een landelijke werkconferentie met dezelfde titel is tijdens de Gemeentedagen een begin gemaakt met het debat: op welke thema s moet nog verder worden geïnvesteerd om de WWB succesvol te houden en om meer mensen door te laten stromen naar de arbeidsmarkt. Dit debat, waarvoor de genoemde analyse vele aanknopingspunten biedt, zal ook in 2007 worden voortgezet en ik nodig u van harte uit hieraan deel te nemen. Over de wijze waarop u dit kunt doen wordt u in 2007 via het Gemeenteloket en de Verzamelbrief nader geïnformeerd. De analyse, "WWB: van vliegende start naar blijvend succes", is digitaal te vinden op het gemeenteloket (button IPW) en in gedrukte vorm op te vragen door een mail te sturen naar: gemeenteloket@minszw.nl. 10. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007 (zie bijlage) Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2007 vastgesteld op 1 300,80 per maand (Regeling van 31 oktober 2006, Stcrt. 2006, 218). Bovendien veranderen per 1 januari a.s. de belastingtarieven en de AWBZ-premie. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per genoemde datum eveneens een wijziging ondergaan. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de aan het nettominimumloon gerelateerde bijstandsnormen en grondslagen IOAW en IOAZ. Ook de bruto bedragen genoemd in de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) wijzigen per 1 januari De wijziging van de WWB-normen en de WWIK-bedragen vindt van rechtswege plaats. Van de nieuwe bedragen wordt, namens de staatssecretaris, door de directeur Werk en Bijstand mededeling gedaan in de Staatscourant. Ook de besluiten tot wijziging van de overige bedragen zullen binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd. In bijlage 10 vindt u nadere toelichting op de wijzigingen en overzichten van de bedragen en berekeningen. 6

7 Inburgering en re-integratie Per 1 januari 2007 treedt de nieuwe Wet inburgering in werking. Deze wet heeft gevolgen voor de uitvoering van diverse sociale zekerheidswetten en -regelingen. Ook voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) door gemeenten heeft de Wet inburgering gevolgen. Hierover ontvangen de gemeenten binnenkort een aparte brief van het Ministerie van SZW. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Wilt u de Verzamelbrief in het vervolg digitaal ontvangen, dan kan dat. Stuur een met uw naam, gemeente, functie en adres naar Verzamelbrief@minszw.nl. Voor vragen met betrekking tot de Verzamelbrief kunt u een sturen naar gemeenteloket@minszw.nl. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (H.A.L. van Hoof) 7

8 BIJLAGEN VERZAMELBRIEF DECEMBER

9 Bijlage 1 Projecten IPW 2006 Een aantal voorbeelden van projecten IPW 2006 zijn: Van WWB'er tot zzp-er (trekker Hengelo): uitkeringsgerechtigden als zzp-er laten uitstromen op de markt van persoonlijke dienstverlening. Deze vorm van zelfstandig ondernemerschap kan nieuwe wegen opleveren om mensen aan het werk te helpen. In de deelnemende gemeenten wordt gewerkt met verschillende franchiseconstructies. In het project wordt bezien welke franchisevorm het best aansluit bij de competenties van de uitkeringsgerechtigden en vragen uit de markt. Regionaal partnership tussen gemeenten en ketenpartners (trekker Capelle ad IJssel): doel is het verbeteren van het aanbestedings- en inkoopproces van de re-integratiedienstverlening. Er worden vijf experimenten uitgevoerd om nieuwe methoden te ontwikkelen voor de samenwerking tussen rib en gemeente. Binnen alle projecten is sprake van een herijking van de aanbesteding en het contracteren. Ontwikkeling sturingssysteem WWB (trekker Den Haag): Het project richt zich op de ontwikkeling en implementatie van een sturingsinstrument. Hiermee kan op klantniveau inzicht verkregen worden in de mogelijkheden van schadelastbeperking voor de gemeente. Dat inzicht ontbreekt nu nog. Het instrument ondersteunt de gemeente onder meer bij de keuzes voor het wel of niet inzetten van work first, huisbezoeken en re-integratie. Groepsdetacheringen (trekker Horst ad Maas): Het gezamenlijk optreden naar de markt via groepsuitplaatsingen. De regie of een aantal activiteiten wordt voor de werkgever uit handen genomen, bv extra begeleiding van de cliënten. Cliënten krijgen voorafgaand aan een traject ook al een vast dienstverband in het vooruitzicht gesteld. Er vindt intensieve samenwerking plaats met oa het WSW-bedrijf en het UWV. Negen projecten met 15 kandidaten per project. Doel is om 70% hiervan uit te laten stromen. 9

10 Bijlage 2 Invoering single information en single audit In verband met de invoering van het principe van single information en single audit (hierna: sisa) zijn de Regeling WWB, de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 en de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK gewijzigd. Over de WWB, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en WWIK verantwoorden gemeenten zich met ingang van het verantwoordingsjaar 2006 niet langer aan de minister van SZW via het bekende Verslag over de uitvoering, maar via een nieuwe bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening (beschikbaar op in het dossier verantwoording ). Deze nieuwe bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening en de overige jaarstukken dienen uiterlijk 15 juli a.s. door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) te zijn ontvangen. Aparte accountantsverklaringen per specifieke uitkering zijn niet langer vereist; de accountantsverklaring bij de gemeentelijke jaarrekening volstaat. Minder informatie-uitvraag De wijze waarop SZW - via de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening - verdere invulling heeft gegeven aan de WWB-doelstelling van derapportage, heeft geleid tot positieve, en soms ook verbaasde reacties van gemeenten: Lees ik het echt goed? De informatie-uitvraag van SZW via de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening is correct weergegeven, maar voor de volledigheid wordt hier nog een overzicht gegeven van de belangrijkste geschrapte onderdelen: de gegevensuitvraag is in belangrijke mate beperkt tot een opgave van de uitgaven en ontvangsten, en indien van toepassing een opgave van de uitvoeringskosten; de gegevensuitvraag over uitgaven en ontvangsten bijzondere bijstand en over de rechtmatige uitvoering van de bijzondere bijstand is in zijn geheel komen te vervallen; de gegevensuitvraag over de rechtmatige uitvoering van het WWB-inkomensdeel is komen te vervallen en beperkt tot een opgave van uitgaven en ontvangsten; de gegevensuitvraag over kwalitatieve tekortkomingen (zoals over de aanwezigheid van verplichte WWB-verordeningen) is komen te vervallen; de zogenaamde mutatieverslagen bij de IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en WWIK zijn komen te vervallen; een apart oordeel van de gemeenteraad is niet langer vereist. Uiteraard blijft de rechtmatige besteding van de bijzondere bijstand en het WWBinkomensdeel - als onderdeel van de totale gemeentelijke lasten - wel gewoon onderdeel van de reguliere controle van de gemeentelijke jaarrekening. Ook kan de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) - als daar aanleiding toe zou bestaan - onderzoek blijven doen naar de rechtmatige uitvoering van de gehele wet, inclusief het WWB-inkomensdeel en de bijzondere bijstand. 10

11 Rapportagetoleranties en terugvordering van onrechtmatig bestede gelden Met de invoering van sisa is artikel 5 van het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) gewijzigd, hetgeen betekent dat er specifieke rapporteringstoleranties gelden voor de accountant ten aanzien van de in de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening opgenomen informatie. Deze nieuwe rapporteringstoleranties hebben consequenties voor de terugvordering door SZW van onrechtmatig bestede gelden in het kader van het WWBwerkdeel, de IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004 en de WWIK. Deze nieuwe rapporteringstoleranties zijn over het algemeen ruimer dan de oude. Dit geldt in het bijzonder voor het WWB-werkdeel waar voorheen een nihil-rapportagetolerantie van toepassing was. Ten aanzien van terugvordering van onrechtmatige bestede gelden geldt dat alleen die gelden door SZW worden teruggevorderd, waarvan uit de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening blijkt dat deze onrechtmatig zijn besteed. Indien de rapporteringstolerantie per specifieke uitkering niet is overschreden, vindt derhalve geen terugvordering plaats. Indien de rapportagetolerantie wel is overschreden, vindt terugvordering plaats van het gehele onrechtmatig bestede bedrag. Gewijzigde SZW-beleidslijn verantwoordingsjaar 2006 bij samenwerking op grond van de Wgr De invoering van sisa heeft ook gevolgen voor samenwerkingsverbanden op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Indien het college van een gemeente de bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de uitvoering van de WWB, de IOAW, de IOAZ of het Bbz 2004 over het jaar 2006 integraal heeft overgedragen aan een bij gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam, en de minister de uitkering(en) met betrekking tot het jaar 2006 aan dat openbaar lichaam heeft betaald, neemt dat openbaar lichaam de verantwoording over die uitkering op in de bijlage bij zijn jaarrekening. Uitgangspunt is dus dat de instantie die de uitkering van het ministerie van SZW heeft ontvangen, zich ook over de rechtmatige uitvoering ervan verantwoordt. Dit uitgangspunt geldt ook in de situatie waarin er sprake is van deeluitvoering van de WWB, dat wil zeggen in de situatie waarin het college of het openbaar lichaam uitvoering geeft aan alleen het WWB-inkomensdeel of alleen het WWBwerkdeel. Met deze mededeling komt eerdere informatie in de Verzamelbrief van september 2006 over samenwerking op grond van de Wgr te vervallen. In de Verzamelbrief van september 2006 is sprake geweest van een verantwoording over het verantwoordingsjaar 2006 door uitsluitend individuele gemeenten, ook bij toekenning van de specifieke uitkering door SZW aan een openbaar lichaam. Deze beleidslijn heeft SZW in verband met het voorkomen van onnodige administratieve lasten voor gemeenten verlaten. Uitgangspunt voor het verantwoordingsjaar en ook voor latere verantwoordingsjaren - is dat de instantie die de uitkering van het ministerie van SZW heeft ontvangen, zich ook over de rechtmatige uitvoering ervan verantwoordt. 11

12 Op 28 november jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen waarmee wordt geregeld dat met ingang van 1 januari 2007 geen specifieke SZW-uitkeringen meer worden toegekend aan samenwerkingsverbanden, maar uitsluitend aan individuele gemeenten. Dit betekent ook dat uitsluitend individuele gemeenten zich in de toekomst met ingang van het verantwoordingsjaar zullen kunnen verantwoorden aan SZW over de uitgaven en ontvangsten en over de rechtmatige besteding van deze SZW-uitkeringen, ook als er sprake is van een samenwerkingsverband op grond van de Wgr. Voorlopig verslag over de uitvoering De voorlopige verslagen over de uitvoering blijven bestaan. De in het voorlopig verslag WWB gevraagde informatie blijft noodzakelijk voor de verantwoording van de minister aan het parlement (in het kader van de voorjaarsnota), de raming van het macrobudget en de toepassing van de verdeelmaatstaven. Op basis van het voorlopig verslag IOAW/IOAZ/Bbz 2004 en WWIK vindt een voorlopige verrekening van de uitkeringskosten en de uitvoeringskosten plaats met de daarvoor verleende voorschotten. Als bijlage bij deze verzamelbrief wordt aan (uitsluitend) de colleges van burgemeester en wethouders en de hoofden van sociale diensten de complete set van voorlopige verslagen over de uitvoering 2006 verzonden. Het betreft de voorlopige verslagen voor de WWB, IOAW/IOAZ/Bbz 2004 en WWIK. De in de voorlopige kostenopgave gevraagde informatie komt zoveel mogelijk overeen met de gevraagde informatie in de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening. Dit betekent dat ook de in de voorlopige verslagen gevraagde informatie aanzienlijk is gereduceerd. De in de voorlopige verslagen gevraagde informatie vergt geen rechtmatigheidscontrole. Voor het indienen van de verantwoording kan uitsluitend gebruik worden gemaakt van het door het ministerie verstrekte verantwoordingsformulier met een uniek nummer per gemeente. Dit verantwoordingsformulier, herkenbaar aan de oranje balk in het SZW-logo, zal december 2006 separaat aan de gemeentebesturen worden verzonden. Het voorlopig verslag dient uiterlijk 28 februari a.s. door de minister van SZW te zijn ontvangen. De voorlopige verslagen over de uitvoering 2006 zijn inmiddels ook in elektronische vorm beschikbaar op het gemeenteloket ( in het dossier verantwoording. Meer weten? Op kunt u terecht voor meer algemene informatie. 12

13 Bijlage 5 Budgetten kleine gemeenten 2007 Procedure berekening budgetten Sinds 2004 is de bijstand voor 100 procent gebudgetteerd. Bij budgetteren hoort verdelen, dus wordt sinds 2004 de verdeelsystematiek voor de bijstand gehanteerd. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is om per gemeente een toereikend budget te ramen. Dat gebeurt allereerst door een toereikend macrobudget te ramen, en daarna door de verdeling zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de noodzakelijke kosten per gemeente. De spanning die daarbij optreedt is dat SZW ook wil zorgen dat gemeenten tijdig zekerheid hebben over hun budget. Het blijkt dat de budgetten van kleine gemeenten van jaar op jaar aanzienlijk kunnen fluctueren. SZW heeft de opdracht om de budgetten te laten aansluiten op de ontwikkeling van de uitgaven. Hoe eerder we de budgetten bekend maken, hoe minder zekerheid we kunnen bieden over de toereikendheid van de budgetten. En hoe later we de budgetten bekend maken, hoe meer zekerheid we kunnen bieden over de toereikendheid daarvan. Tot op heden is in goed overleg met de Tweede Kamer en de bestuurlijke partners (VNG en Divosa) gekozen om de budgetten in september bekend te maken. In september voorafgaand aan het uitvoeringsjaar de voorlopige budgetten, en in september van het lopende uitvoeringsjaar de definitieve budgetten. Het nadeel hiervan is dat het voor gemeenten laat is voor hun begrotingsproces. Het voordeel van dit tijdstip is dat we gebruik kunnen maken van de meest actuele gegevens, die het beste aansluiten bij uw uitgavenontwikkeling. Om tegemoet te komen aan het nadeel van het late tijdstip wordt in mei van het uitvoeringsjaar een nadere voorspelling afgegeven voor de definitieve budgetten van dat jaar, en wordt (normaal gesproken) in juli een indicatie afgegeven voor het voorlopige budget voor het komende jaar. Dit jaar is het helaas niet gelukt om deze indicatieve budgetten bekend te maken. De reden daarvoor was dat het effect voor de kleine gemeenten ook voor SZW als een verrassing kwam. SZW is daarom eerst nagegaan of er geen fouten in de berekeningen zaten. Dat was niet het geval. Wel bleek dat de systematiek in 2006 voor kleine gemeenten onbedoeld voordelig heeft uitgepakt. Dit voordeel verdwijnt weer in De uitkomsten voor 2007 waren ook aanleiding voor bestuurlijk overleg: wij hebben met de VNG hierover gesproken. Daarbij is ook gesproken over de mogelijkheden om de uitkomsten te mitigeren. Ook in de Tweede Kamer is dit aan de orde geweest. Geconcludeerd is dat er geen reden is de uitkomsten van de verdeelsystematiek aan te passen. Dit heeft de steun van een meerderheid in de Tweede Kamer. Er is dus gehandeld conform de met de Tweede Kamer en VNG en Divosa afgesproken procedure, en zorgvuldig afgewogen of de uitkomsten acceptabel zijn. Daarbij moet bedacht worden dat de thans bekend gemaakte budgetten 2007 voorlopige budgetten zijn. In mei/juni 2007 worden de verdeelmaatstaven geactualiseerd (nader voorlopig 13

14 budget). Het budget voor 2007 wordt dan herberekend op basis van het historisch aandeel Nu is nog gerekend met het aandeel Van deze aanpassing van de verdeling zal een dempende werking uitgaan: het budgetaandeel volgt de uitgaven. Mocht de volume-ontwikkeling in uw gemeente achterblijven bij de landelijke ontwikkeling dan wordt op deze manier ook uw budget hiervoor gecorrigeerd. Op deze manier wordt recht gedaan aan de actuele ontwikkelingen in uw gemeente. Toezegging SZW aan gemeenten Tijdens de bijeenkomst op 10 november bleken vele gemeenten behoefte te hebben aan inzicht in hoe hun budget zich zal gaan ontwikkelen. Gemeenten moeten nu immers een keuze maken over maatregelen die noodzakelijk zijn om hun begroting op orde te krijgen. SZW heeft daarom toegezegd om - in overleg met de VNG en Divosa - een tool te ontwikkelen waarmee gemeenten een beter inzicht kunnen verwerven in de ontwikkeling van hun budget voor In ieder geval zal SZW daartoe zo spoedig mogelijk 1 informatie beschikbaar stellen over de verwachte ontwikkeling van het historisch aandeel (bij het definitieve budget zal zeer waarschijnlijk het uitgavenjaar 2005 worden gehanteerd, nu is dat 2004). Indien mogelijk wordt ook andere actuele informatie daarbij opgenomen. Toezegging aan de Tweede Kamer Ik heb aan de Tweede Kamer beloofd dat ik in mei bij de nadere vaststelling van het budget zal bezien of het noodzakelijk is aanvullende maatregelen voor de kleine gemeenten te treffen, en dat ik de Kamer daarover zal informeren. Dan zijn ook de feitelijke uitgaven van uw gemeente in 2006 bekend. Dat is dus een goed moment om de balans op te maken. Onderhoudstraject Veel kleine gemeenten hebben laten weten dat zij net als grote gemeenten liever met een objectief verdeelmodel te maken zouden hebben. Voor het komend jaar is met Divosa en de VNG afgesproken om in het onderhoudstraject prioriteit te geven aan de verdeling voor de kleine gemeenten. Er zal daartoe onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheden om de historische toedeling te verbeteren. Er zal ook onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheden om het objectief verdeelmodel verder uit te breiden naar kleinere gemeenten. En er zal onderzoek gedaan worden naar de mogelijkheden om een apart objectief verdeelmodel voor kleinere gemeenten te ontwikkelen. In de werkgroep voor de begeleiding van dit onderzoek zijn naast de VNG en Divosa en enkele grote gemeenten, ook vier kleine gemeenten vertegenwoordigt. SZW zal alle gemeenten via nieuwsbrieven over de voortgang van dit onderzoek op de hoogte houden. De eerste nieuwsbrief is in september verstuurd. Suggesties voor het onderzoek zijn te allen tijden welkom bij SZW (eclaessens@minszw.nl). 1 Naar verwachting in de eerste helft van december 14

15 Bijlage 10 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari Inhoudsopgave In deze bijlage vindt u nadere informatie over de volgende onderwerpen: In de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag Bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder Tegemoetkoming aan AOW-gerechtigden Belasting over bijstandsuitkeringen Zorgverzekeringswet en zelfstandigen met een Bbz-uitkering Personen in een inrichting Regeling WWB, Paragraaf 6 (Vakantietoeslag) Grondslagen IOAW en IOAZ Vereveningsbijdrage Toepassing van artikel 9, vierde en vijfde lid, van de IOAW Bedragen genoemd in de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Vervolgens treft u aan bijlagen I t/m V. Het teken./. in de kantlijn betekent dat in de tekst wordt verwezen naar een van deze bijlagen../. In bijlage I zijn de bijstandsnormen opgenomen zoals deze per 1 januari 2007 zullen gelden. De berekening van de bijstandsnormen per maand voor een echtpaar, een alleenstaande./. ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar is weergegeven in bijlage II. De netto in de./. IOAW en de IOAZ genoemde bedragen, die uitgangspunt vormen voor de grondslagen./../. staan in bijlage III, de grondslagen ingevolge de IOAW en de IOAZ in bijlage IV en de./. WWIK-bedragen in bijlage V. 2. In de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag In artikel 19, derde lid, van de Wwb is aangegeven hoe hoog het aandeel is van de in de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag. Het in dat artikel genoemde percentage geeft de verhouding weer tussen de netto aanspraak op vakantietoeslag en het maandloon inclusief vakantietoeslag die bij het netto minimumloon bestaat. Het percentage blijft per 1 januari 2007 gehandhaafd op 4,9 procent. 3. Bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder Ten aanzien van de bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder wordt aangesloten bij de netto AOW-bedragen. Daarbij wordt rekening gehouden met de voor AOW-gerechtigden geldende algemene heffingskorting, de ouderenkorting en - voor zover van toepassing - de aanvullende ouderenkorting. Ten aanzien van het normbedrag voor de persoon van 65 jaar of ouder met een partner die jonger is dan 65 jaar wordt daarbij tevens in aanmerking genomen 15

16 de algemene heffingskorting voor de (minstverdienende) jongere partner voor zover de door de bejaarde partner verschuldigde loonheffing daarvoor toereikend is. Deze algemene heffingskorting voor de jongere partner moet door de betrokkene bij de Belastingdienst worden aangevraagd. Gelet op de bepalingen van de Wwb dient deze als middel in aanmerking te worden genomen bij de bepaling van de hoogte van de uitkering. 4. Tegemoetkoming aan AOW-gerechtigden Voor 2007 bedraagt de AOW- tegemoetkoming 13,82 bruto per uitkeringsgerechtigde per maand. Dit resulteert in een netto hoger bedrag van 12,92 per maand. Voor gehuwden, waarvan beide partners 65 jaar of ouder zijn, is de netto tegemoetkoming 12,92 per gerechtigde, voor beide partners samen dus 25,84. Voor de toepassing van de Wwb geldt dat de tegemoetkoming naar zijn aard niet tot de middelen wordt gerekend. Dit is geregeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel p, van de Wwb. 5. Belasting over bijstandsuitkeringen A. Bijstandspercentagetarief gedurende het jaar 2007 Als gevolg de wijziging van belasting en premie volksverzekeringen wijzigt het bijstandspercentageratief voor de categorie overige personen per 1 januari Het percentage dat gedurende het jaar 2007 dient te worden gehanteerd bedraagt 23 % en wordt berekend over de netto bijstandsuitkering verhoogd met de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet. Het opslagpercentage voor de inkomensafhankelijke bijdrage bedraagt per genoemde datum 8,11% (zie bijlage I). B. Rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen aan het eind van het jaar 2007 De belastingtarieven en premies die gelden voor het jaar 2007 hebben ook gevolgen voor het rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen./. aan het eind van het jaar. In bijlage Ia zijn de nieuwe percentages en bedragen opgenomen. Het gewijzigde rekenvoorschrift geldt voor het hele jaar Zorgverzekeringswet en zelfstandigen met een Bbz-uitkering De bijstand aan zelfstandigen ter voorziening in de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan wordt in de regel in eerste instantie als lening verstrekt. Na afloop van het kalenderjaar, als de ondernemingsresultaten bekend zijn, wordt het definitieve recht op bijstand beoordeeld. Indien de bedrijfsresultaten daartoe aanleiding geven, kan (een deel van) de lening worden omgezet in een bedrag om niet. Over een lening is geen loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) verschuldigd en daardoor ook geen inkomensafhankelijke Zvw-bijdrage. Wanneer de uitkering definitief is vastgesteld en (een deel van) de lening wordt omgezet in een bedrag om niet, is er sprake van een belaste periodieke uitkering en is de inkomensafhankelijke Zvw-bijdrage verschuldigd. De 16

17 inkomensafhankelijke Zvw-bijdrage wordt vergoed door de gemeente, bedraagt 6,5% en wordt berekend over de bijstandsuitkering nadat deze is verhoogd met de verschuldigde loonheffing. De grondslag voor de berekening van de verschuldigde loonheffing is het bedrag aan bijstand dat in 2007 definitief is omgezet in een bedrag om niet, exclusief de inkomensafhankelijke Zvw-bijdrage. Over deze grondslag is loonheffing verschuldigd. Ten aanzien van de vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zvw geldt het volgende. Is er op het omzettingsmoment sprake van een loontijdvak dan bestaat de verplichting om de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te vergoeden. De loonheffing bedraagt in dat geval 55,85%. Wanneer er geen sprake is van een loontijdvak op het omzettingsmoment dan bestaat die verplichting tot vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw niet. In dat geval bedraagt de loonheffing 50,72%. Voor meer informatie zie: Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen ( 7. Personen in een inrichting Net als iedere Zvw-verzekerde zijn ook personen in een inrichting met een uitkering ex artikel 23, eerste lid, van de Wwb de nominale premie ingevolge de Zorgverzekeringswet verschuldigd. Een inkomensafhankelijke bijdrage is hier niet aan de orde omdat de uitkering onbelast is. Omdat de nominale premie niet uit de norm behoeft te worden voldaan wordt de Wwb-uitkering verhoogd met een bedrag waaruit de nominale premie kan worden voldaan (art. 23, tweede lid). Deze verhoging van het normbedrag is gelijk aan het verschil tussen de nominale rekenpremie en de maximale zorgtoeslag (zie bijlage I). 8. Regeling WWB Paragraaf 6: (Vakantietoeslag) De formules die ten behoeve van de forfaitaire berekening van de in aanmerking te nemen vakantietoeslag in paragraaf 6 van de Regeling WWB zijn opgenomen zijn gebaseerd op de per 1 januari 2007 geldende belasting- en premietarieven. In verband met de wijziging per 1 januari 2007 van belastingtarieven en premies moeten de in genoemde regeling vermelde bedragen en percentages worden aangepast. Naar aanleiding van signalen dat de regeling enkele onzuiverheden bevatte en met name voor personen van 65 jaar of ouder niet goed./. functioneerde zijn de rekenregels verder verfijnd. In bijlage VI bij deze brief zijn de bedragen en premies opgenomen gebaseerd op de tarieven zoals die vanaf 1 januari 2007 gelden. 9. Grondslagen IOAW en IOAZ De bruto grondslagen ingevolge de IOAW en de IOAZ worden zodanig vastgesteld dat deze netto gelijk zijn aan de in die wetten genoemde netto bedragen. Als gevolg van de wijziging van het netto minimumloon veranderen ook de netto bedragen en daardoor de grondslagen per 1 januari

18 ./. In de bijlagen III en IV zijn de netto IOAW- en IOAZ-bedragen, respectievelijk de daaraan gekoppelde grondslagen, opgenomen zoals die per 1 januari a.s. van toepassing zullen zijn. Bij de vaststelling van de grondslagen is ten aanzien van de in te houden loonheffing rekening gehouden met de algemene heffingskorting. Bij de vaststelling van de grondslagen voor alleenstaande ouders is daarnaast de alleenstaande-ouderkorting in aanmerking genomen. In de praktijk komt het er op neer dat de inhouding van de loonheffing via de te hanteren groene loonbelastingtabel tot een hogere loonheffing, dus een lagere netto uitkering leidt. Dit wordt gecompenseerd door de Voorlopige Teruggaaf (VT) die maandelijks door de Belastingdienst wordt uitbetaald. De VT moet wel door de belanghebbende zelf bij de Belastingdienst worden aangevraagd. De VT wordt - evenals overige heffingskortingen die als VT worden uitbetaald - in het kader van de IOAW en de IOAZ niet als middel in aanmerking genomen. Samen met de als VT uitbetaalde alleenstaande-ouderkorting levert de eerdergenoemde lagere netto uitkering het in de wet genoemde netto uitgangspunt op. 10. Vereveningsbijdrage De bruto uitkeringen ingevolge de IOAW en de IOAZ moeten worden verminderd met de vereveningsbijdrage. De vereveningsbijdrage is het equivalent van het werknemersdeel in de Awf-premie. Het werknemersdeel in de Awf-premie is per 1 januari 2007 vastgesteld op 3,85%. De franchise bedraagt per 1 januari ,= per maand. De vereveningsbijdrage wordt berekend over de bruto IOAW- of IOAZ-uitkering. Gezien de hoogte van de franchise zal een inhouding van de vereveningsbijdrage bij de berekening van de netto IOAW- en IOAZ-uitkering per maand in de regel overigens niet aan de orde zijn. 11. Toepassing van artikel 9, vierde en vijfde lid, van de IOAW Door de verhoging van het bruto minimumloon per 1 januari 2007 dienen de toetsingsinkomens van IOAW-gerechtigden, die zijn onderworpen aan de beperkende werking van artikel 9, vierde en vijfde lid van de IOAW, eveneens te worden aangepast. Deze aanpassing is gelijk aan de procentuele stijging van het bruto minimumloon, te weten 1,26%. 12. Bedragen genoemd in de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz De bedragen genoemd in de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 volgen de ontwikkeling van de lonen en mutaties in werkgeverspremies. De bedragen genoemd in artikel 5 van die regeling worden per 1 januari 2007 aangepast. De nieuwe bedragen zijn in bijlage VII opgenomen. 13. Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) De WWIK kent een bruto uitkeringsstructuur en is daardoor in dat opzicht enigszins vergelijkbaar met de IOAW. Een belangrijk verschil in dit verband is dat de WWIK geen aparte vakantie-uitkering kent en geen gesplitste uitbetaling. De bruto bedragen zijn zodanig vastgesteld dat ze netto gelijk zijn aan de van het netto minimumloon afgeleide netto bedragen; 18

19 deze zijn inclusief vakantie-uitkering. Deze netto uitgangspunten zijn op dezelfde wijze vastgesteld als in de voormalige WIK. Op de uitkeringen dient de normale groene loonbelastingtabel te worden toegepast. Bij de vaststelling van de bruto bedragen is ten aanzien van de loonheffing rekening gehouden met de algemene heffingskorting. Bij de vaststelling van de bedragen voor alleenstaande ouders is daarnaast - evenals bij de IOAW - rekening gehouden met de alleenstaande ouderkorting. Bij gehuwden is rekening gehouden met de algemene heffingskorting voor de (minstverdienende) partner. In de praktijk betekent dit dat de inhouding van de loonheffing via de te hanteren groene loonbelastingtabel tot een hogere loonheffing, dus een lagere netto uitkering leidt. Dit wordt gecompenseerd door de Voorlopige Teruggaaf (VT) die maandelijks door de Belastingdienst wordt uitbetaald. De VT moet wel door de belanghebbenden zelf bij de Belastingdienst worden aangevraagd. De VT wordt - evenals overige heffingskortingen die als VT worden uitbetaald - in het kader van de WWIK niet als middel in aanmerking genomen. Tezamen met de als VT uitbetaalde heffingskorting levert de eerdergenoemde lagere netto uitkering het beoogde netto uitgangspunt op. De kunstenaar met een uitkering op grond van de WWIK is een inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd van 6,5% van zijn uitkering. De inkomensafhankelijke Zvw-bijdrage wordt ingehouden op de bruto uitkering en wordt vergoed door de inhoudingsplichtige, i.c. de gemeente. Als de definitieve WWIK-uitkering na afloop van een kalenderjaar op een ander bedrag wordt vastgesteld dient de reeds door de centrumgemeente ingehouden en afgedragen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te worden herberekend. 19

20 Bijlage I Overzicht van de bedragen genoemd in de Wet werk en bijstand en het Bbz 2004 per 1 januari (De oude bedragen zijn tussen haakjes opgenomen) (oud) I. Wet werk en bijstand Belanghebbenden jonger dan 21 jaar zonder ten laste komende kinderen (art. 20, eerste lid) - alleenstaanden 213,72 ( 208,71 ) - gehuwden; beide echtgenoten 18, 19 of 20 jaar 427,44 ( 417,42 ) - gehuwden; één echtgenoot 21 jaar of ouder 832,15 ( 812,67 ) Belanghebbenden jonger dan 21 jaar met een of meer ten laste komende kinderen (art. 20, tweede lid) - alleenstaande ouder 461,09 ( 450,29 ) - gehuwden; beide echtgenoten 18, 19 of 20 jaar 674,81 ( 659,00 ) - gehuwden; één echtgenoot 21 jaar of ouder 1.079,52 ( 1.054,25 ) Belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar (art. 21) - alleenstaande 618,43 ( 603,96 ) - alleenstaande ouder 865,80 ( 845,54 ) - gehuwden, beide echtgenoten jonger dan 65 jaar 1.236,86 ( 1.207,91 ) Belanghebbenden van 65 jaar of ouder (art. 22) - alleenstaande 944,86 ( 918,62 ) - alleenstaande ouder 1.163,67 ( 1.140,54 ) - gehuwden, beide echtgenoten 65 jaar of ouder 1.295,10 ( 1.269,92 ) - gehuwden, een echtgenoot jonger dan 65 jaar 1.295,10 ( 1.269,92 ) Maximale toeslag (art. 25, tweede lid) 247,37 ( 241,58 ) Verblijf in een inrichting (art. 23, eerste lid) - alleenstaande of alleenstaande ouder 275,42 ( 268,96 ) - gehuwden 428,41 ( 418,37 ) NB. De hierboven genoemde bedragen zijn inclusief vakantietoeslag Deze bedraagt van de betreffende bijstandsnorm c.q. toeslag (art. 19, derde lid): 4,9% ( Ongewijzigd ) Verhoging genoemd in artikel 23, tweede lid, (premie Zorgverzekeringswet) - alleenstaande 52,=. ( 51,= ) - gehuwden 75,= ( 73,= ) 20

21 Niet tot de middelen te rekenen bedragen (art. 31, tweede lid) premie in kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling (onderdeel j) onkostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk bedoeld in onderdeel k - bedrag per maand ten hoogste - maximum bedrag per jaar idem, in kader van voorziening gericht op arbeidsinschakeling - bedrag per maand ten hoogste - maximum bedrag per jaar (oud) 2.115,= ( 2.066,= ) 95,= ( Ongewijzigd ) 764,= ( Ongewijzigd ) 150,= ( Ongewijzigd ) 1.500,= ( Ongewijzigd ) maximaal vrij te laten inkomsten uit arbeid (onderdeel o) 177,= ( 173,= ) Bijzonder inkomen (art. 33, tweede lid) In aanmerking te nemen inkomen uit studiefinanciering - thuisinwonende studerende 294,50 ( 289,55 ) - uitwonende studerende 529,03 ( 520,14 ) Buiten beschouwing te laten particuliere oudedagsvoorziening (art. 33, vijfde lid) - alleenstaande en alleenstaande ouder 17,35 ( 17,15 ) - echtpaar 34,70 ( 34,30 ) Buiten beschouwing te laten vermogen (art. 34, tweede en derde lid) ,= ( ,= ) in de woning gebonden vermogen voorzover dit minder bedraagt dan vermogensgrenzen - alleenstaande 5.245,= ( 5.180,= ) - alleenstaande ouder ,= ( ,= ) - gehuwden ,= ( ,= ) Drempelbedrag bijzondere bijstand (art. 35, tweede lid) 115,= ( 114,= ) Langdurigheidstoeslag (art. 36, vijfde lid) - gehuwden 478,= ( 473,= ) - alleenstaande ouder 430,= ( 425,= ) - alleenstaande 336,= ( 331,= ) 21

22 (oud) II. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b ,= ( ,= ) bedrag genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel b ,= ( ,= ) bedrag genoemd in artikel 3, tweede lid ,= ( ,= ) percentage genoemd in artikel 6, tweede lid 18,0% ( 19,0% ) 4,5% ( Ongewijzigd ) percentage genoemd in artikel 15, onderdeel a maximale geldlening (art. 20, eerste lid) ,= ( ,= ) Bedrijfskapitaal om niet aan gevestigde zelfstandige (art. 22) 8.556,= ( 8.450,= ) Bedrijfskapitaal aan beginnende zelfstandige (art. 24) ,= ( ,= ) Inkomenseis oudere zelfstandige (art. 25) 6.796,= ( 6.712,= ) Bijstand voor bedrijfskapitaal oudere zelfstandigen (art. 26) 8.556,= ( 8.450,= ) Voorbereidingskosten starter (art. 29, eerste lid) 2.603,= ( 2.570,= ) Over de bijstand verschuldigde loonbelasting, premies volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw gedurende het jaar 2007 heffingspercentage 1) Proc. bijdrage Zvw 2) a. personen van 65 jaar en ouder 0,0% 4,60% b. personen als bedoeld in de artikel 20, eerste lid, onderdelen a en b, en 0,0% 6,50% tweede lid, onderdelen a en b, van de Wet werk en bijstand c. overige personen 23,0% 8,11% bij onbelaste uitkeringen (o.a. krediethypotheek) - personen jonger dan 65 jaar 0,0% 0,00% - personen van 65 jaar en ouder 0,0% 0,00% 1) het heffingspercentage dient te worden toegepast op de netto bijstand vermeerderd met de procentuele bijdrage Zvw. 2) de procentuele bijdrage Zvw dient te worden berekend over de netto bijstandsuitkering. 22

23 Bijlage 1a Rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen aan het eind van het jaar Overzicht met toe te passen percentages en bedragen voor bijstandsgerechtigden: jonger dan 65 jaar van 65 jaar en ouder A Loonheffingskorting *) 2.043,00 gehuwden 1.337,00 alleenstaanden 1.908,00 B Tariefpercentage 1e schijf van het schijventarief 33,65% 15,75% C Tariefpercentage 1e schijf van het schijventarief na correctie arbeidskorting 31,726% 14,849% D Bruteringspercentage bijstand 55,85% 19,72% E Bruteringspercentage bijstand waarover geen Ziekenfondspremie is verschuldigd (bijvoorbeeld kinderalimentatie) 50,72% 18,69% F Bruteringsfactor bijdrage-inkomen Zvw 1,0000 1,046 G Inkomensafhankelijke Zvwbijdrage 6,50% 4,40% H Vergoeding Zvw-bijdrage 6,50% n.v.t J Bijdrage en vergoeding Zvw over andere looninkomsten 6,50% 6,50% K Maximum bijdrage-inkomen Zvw per jaar *) De loonheffingskorting wordt in aanmerking genomen voorzover die nog niet bij een andere inhoudingsplichtige te gelde is gemaakt. 23

24 Bijlage II I. Berekening van het nettominimumloon als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2007 A. Bruto en netto minimumloon inclusief vakantiebijslag 1.404,86 Af: inkomensafhankelijke bijdrage Zvw 6,50% 91,06 premie Awf 3,85% *) 3,84 Loonheffing 164,16 bij: verg. ink.afh. bijdrage Zvw 91,06 168,00 netto minimumloon ex art. 37, eerste lid, WWB 1.236,86 Voor de berekening van de in de bijstandsnorm begrepen vakantietoeslag wordt het bruto-netto traject tweemaal doorlopen. Eenmaal inclusief vakantietoeslag en eenmaal exclusief vakantietoeslag. Het verschil is de in het nettominimumloon begrepen vakantietoeslag. B. Bruto en netto minimumloon exclusief vakantiebijslag 1.300,80 af: inkomensafhankelijke bijdrage Zvw 6,50% 84,55 premie Awf 3,85% *) 0,00 Loonheffing 124,33 bij: verg. ink.afh. bijdrage Zvw 84,55 124,33 netto minimumloon exclusief vakantiebijslag 1.176,47 *) rekening houdend met een franchise van 1.305,00 per maand De in het netto minimumloon begrepen netto vakantiebijslag is 1.236, ,47 = 60,39 24

25 II. Berekening van de bijstandsnorm per maand voor gehuwden, een alleenstaande ouder en een alleenstaande van 21 tot 65 jaar per 1 januari 2007 gehuwden, beide partners 21 jaar of ouder = 1.236,86 hierin begrepen vakantietoeslag *) : 4,9% Van 1.236,86 = 60,61 alleenstaande ouder 21 jaar of ouder 70% van 1.236,86 = 865,80 hierin begrepen vakantietoeslag *) : 4,9% Van 865,80 = 42,42 alleenstaande 21 jaar of ouder 50% van 1.236,86 = 618,43 hierin begrepen vakantietoeslag *) : 4,9% Van 618,43 = 30,30 *) Het percentage, genoemd in artikel 19, derde lid, geeft de verhouding weer tussen de netto aanspraak op vakantietoeslag en het maandloon inclusief vakantietoeslag die bij het netto minimumloon bestaat Netto vakantiebijslag 60,39 Nettominimumloon 1236,86 Verhouding 60,39/1236,86 x 100% = 4,883%, afgerond 4,9% 25

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2011 vastgesteld op 1.435,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2007 vastgesteld op 1.317 per maand (Regeling van 10 mei 2007, Stcrt. 97). In verband hiermee

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2008 vastgesteld op 1.356,60 per maand (Regeling van 27 mei 2008, Stcrt. 99). In verband

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007 1. Inhoudsopgave In de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag Bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder Tegemoetkoming aan AOW-gerechtigden

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2006 vastgesteld op 1 284,60 per maand (Regeling van 19 mei 2006, Stcrt. 117). In verband

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2011 vastgesteld op 1.424,40 per maand. In verband hiermee zal het netto

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Bijlage 2 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Overzicht van de nu volgende bijlagen: I De bijstandsnormen zoals deze per 1 januari 2011 zullen gelden. II De berekening

Nadere informatie

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012 Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2012 vastgesteld op 1.456,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2010 vastgesteld op 1.416,- per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012 Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2012 vastgesteld op 1.446,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004 Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004 Algemeen Het wettelijk minimumloon blijft per 1 januari 2004 gehandhaafd op 1 264,80 per maand. Een daartoe strekkende

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2009 vastgesteld op 1.381,20 per maand (Regeling van 10 november 2008, Stcrt. 2008

Nadere informatie

Wijziging bedragen. per 1 juli 2013. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Wijziging bedragen. per 1 juli 2013. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2013 vastgesteld op 1.477,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per genoemde

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013 Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2013 69,40 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37

Nadere informatie

4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004

4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004 4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004 Algemeen Met ingang van 1 juli 2004 zullen de bijstandsnormen, de IOAW en IOAZ-bedragen en de WIK-uitkeringen worden gewijzigd. De wijzigingen

Nadere informatie

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari 2014. Inleiding

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari 2014. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2014 vastgesteld op 1.485,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2017 vastgesteld op 1.551,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Normenbrief 1 januari 2019

Normenbrief 1 januari 2019 Normenbrief 1 januari 2019 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 januari 2019 vastgesteld op 1.615,80 per maand (was: 1.594,20). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in

Nadere informatie

Normenbrief normen per 1 januari 2018

Normenbrief normen per 1 januari 2018 Normenbrief normen per 1 januari 2018 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2018 vastgesteld op 1.578,00 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37

Nadere informatie

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2016 vastgesteld op 1.524,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2015 vastgesteld op 1.507,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum

Nadere informatie

Wijziging bedragen Participatiewet

Wijziging bedragen Participatiewet Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2015 vastgesteld op 1.501,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum eveneens

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2017 vastgesteld op 1.551,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2014 vastgesteld op 1.495,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per genoemde

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2017 vastgesteld op 1.565,40 per maand (was: 1551,60). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet

Nadere informatie

BEELD VAN DE UITVOERING 2012

BEELD VAN DE UITVOERING 2012 BEELD VAN DE UITVOERING 2012 Bbz 2004 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 IOAW IOAZ WPB WWB WWIK Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Normenbrief 1 juli 2019

Normenbrief 1 juli 2019 Normenbrief 1 juli 2019 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2019 vastgesteld op 1.635,60 per maand (was: 1.615,80). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Overzicht van de bedragen genoemd in de Participatiewet en het Bbz 2004 per 1 juli 2016.

Overzicht van de bedragen genoemd in de Participatiewet en het Bbz 2004 per 1 juli 2016. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2016 vastgesteld op 1.537,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum

Nadere informatie

Normenbrief 1 juli 2018

Normenbrief 1 juli 2018 Normenbrief 1 juli 2018 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 juli 2018 vastgesteld op 1.594,20 per maand (was: 1578,00). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017

TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017 TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017 1. ALGEMEEN 1.1 Juridisch kader In de afzonderlijke wetten is geregeld dat gemeenten jaarlijks een beeld van de uitvoering (hierna: BvdU) indienen bij de

Nadere informatie

Bijlage 4, bedoeld in artikel 7b, derde lid, Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004

Bijlage 4, bedoeld in artikel 7b, derde lid, Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Bijlage 4, bedoeld in artikel 7b, derde lid, Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Datum ontvangst (niet invullen) Voorlopig verslag

Nadere informatie

Bijlage 4, bedoeld in artikel 7b, derde lid, Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004

Bijlage 4, bedoeld in artikel 7b, derde lid, Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Bijlage 4, bedoeld in artikel 7b, derde lid, Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 Datum ontvangst (niet invullen) Voorlopig verslag

Nadere informatie

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Agendanr. : Doc.nr : B2003 14372 Afdeling: : Sociale Zaken en Werkgelegenheid B&W-VOORSTEL Onderwerp : Langdurigheidstoeslag 2003 Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Algemeen:

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Werk en Bijstand Afdeling Uitkeringsnormen, Rechten en Plichten Colleges van Burgermeesters en Wethouders I.a.a. Directeuren Sociale Dienst Hoofden

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Inhoudsopgave Wanneer hebt u recht op bijstand? 3 Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan? 4 Hoe hoog is uw bijstandsuitkering?

Nadere informatie

Nota SiSa tussen medeoverheden voor een aantal SZW uitkeringen. Circulaire SiSa

Nota SiSa tussen medeoverheden voor een aantal SZW uitkeringen. Circulaire SiSa Nota SiSa tussen medeoverheden voor een aantal SZW uitkeringen Circulaire SiSa SAMENVATTING EN INHOUDSOPAVE SiSa tussen openbaar lichaam en gemeente Vanaf het verantwoordingsjaar 2010 geldt dat openbare

Nadere informatie

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151; De raad van de gemeente Ridderkerk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151; gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2009

Rekenregels per 1 juli 2009 Rekenregels per 1 juli 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2009 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 73820 27 december 2017 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2017, tot wijziging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 594 Besluit van 17 december 2009 tot wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en enkele andere besluiten in verband met

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2013 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen af te dragen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012 Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012 HEFFINGSKORTINGEN Algemeen De uitgaven van de overheid worden onder andere door het opleggen van belastingen gefinancierd. Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2008

Rekenregels per 1 januari 2008 Rekenregels per 1 januari 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2008 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 juli 2008 Rekenregels per 1 juli 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2008 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands - uitkeringen 2011

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands - uitkeringen 2011 Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands - uitkeringen 2011 Gemeenten zijn wettelijk verplicht om loonheffingen in te houden op bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014 Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014 VERREKENING VAN INKOMSTEN EN INKOMSTENVRIJLATING Algemeen De in aanmerking te nemen zijn in art. 31 WWB gedefinieerd. Hiermee wordt rekening

Nadere informatie

R P 3 M E R A L. OKT r '"> No. Kcnnisi temen Afdoen Bespreken Advies

R P 3 M E R A L. OKT r '> No. Kcnnisi temen Afdoen Bespreken Advies 12.027067 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal Postbus 70 4416 ZH KRUININGEN

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 14.0969 d.d. 28-10-2014 Onderwerp Beleidsregels koopkrachttegemoetkoming 2014 Besluiten: 1) De beleidsregels koopkrachttegemoetkoming lage inkomens 2014 vast te stellen en daarmee in te stemmen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20086 23 december 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2009, nr.

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2011

Rekenregels per 1 januari 2011 Rekenregels per 1 januari 2011 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2011 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 389 Besluit van 10 oktober 2003 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de IOAW en IOAZ (Besluit uitkeringen

Nadere informatie

Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008

Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008 Persbericht C/PEV/2007/127 7 december 2007 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 33 Fax (070) 333 40 30 www.szw.nl Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2014 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen te betalen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, STTSCOURNT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 2456 24 december 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 december 2008, nr. W&/SFI/08/35152,

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2010 Rekenregels per 1 januari 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2010 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Gemeente Albrandsuuaard

Gemeente Albrandsuuaard Gemeente Albrandsuuaard RAADSBESLUIT Onderwerp: VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG ALBRANDSWAARD 2012 De raad van de gemeente Albrandswaard; Gezien het voorstel van het college van de Gemeente Albrandswaard

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Langdurigheidstoeslag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Langdurigheidstoeslag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31612 11 juni 2019 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juni 2019, 2019-0000067601, over

Nadere informatie

Deze handleiding is bedoeld voor gemeenten die loonheffingen moeten inhouden

Deze handleiding is bedoeld voor gemeenten die loonheffingen moeten inhouden 12345 2008 Rekenregels en en handleiding handleiding over bijstandsuitkeringen bijstandsuitkeringen 2010 2008 Gemeenten zijn wettelijk verplicht om loonheffingen in te Gemeenten houden op zijn bijstandsuitkeringen.

Nadere informatie

Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001

Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001 SZW Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001 12 december 2000/BZ/IW/00/81420 Directie Bijstandszaken De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op artikel 46 van de Algemene bijstandswet, Besluit:

Nadere informatie

Datum 22 december 2010 Betreft Verzamelbrief december 2010

Datum 22 december 2010 Betreft Verzamelbrief december 2010 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Colleges van Burgemeester en Wethouders I.a.a. Directeuren/Hoofden Sociale Zaken Gemeenteraadsleden p/a Griffier Hoofdkantoor UWV UWV/Werkbedrijf/Werkpleinen

Nadere informatie

Datum 22 december 2010 Betreft Verzamelbrief december 2010

Datum 22 december 2010 Betreft Verzamelbrief december 2010 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Colleges van Burgemeester en Wethouders I.a.a. Directeuren/Hoofden Sociale Zaken Gemeenteraadsleden p/a Griffier Hoofdkantoor UWV UWV/Werkbedrijf/Werkpleinen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2010 Rekenregels per 1 januari 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2010 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2006

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2006 LH 41-1Z62FD Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2006 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Belaste en onbelaste uitkeringen 6 2.1 Belaste uitkeringen 6 2.2 Onbelaste uitkeringen en verstrekkingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2009

Rekenregels per 1 januari 2009 Rekenregels per 1 januari 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2009 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Ons kenmerk: 14RB000110 Nr. 8f De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2012

Rekenregels per 1 januari 2012 Rekenregels per 1 januari 2012 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2012 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016 No.: Portefeuillehouder: Wethouder F.J.A. Hommel Afdeling: Samenleving Behandelaar: C.L. Aarnoudse De raad van de gemeente Tholen Tholen, 25 oktober 2016 Onderwerp: Voorstel om uw opvattingen kenbaar te

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2013 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen te betalen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2015 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen te betalen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel

Nadere informatie

Directie Financieel-Economische Zaken

Directie Financieel-Economische Zaken Ministerie van Justitie Directie Financieel-Economische Zaken Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres

Nadere informatie

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Overbetuwe 2009

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Overbetuwe 2009 Ons kenmerk: 09rb000127 Nr. 8 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 10 februari 2009; gelezen het advies van de commissie Burger van 5 maart 2009;

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67779 3 december 2018 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 november 2018, 2018-0000186071,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2013

Rekenregels per 1 januari 2013 Rekenregels per 1 januari 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2013 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 667 Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en enige andere wetten in verband met de verlening van een tegemoetkoming aan personen die een

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK SZW Regeling financiering en WWIK Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 december 2004, Directie Werk en ijstand, nr. W&/URP/04/84801, houdende vaststelling van de

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. uitkeringsgerechtigden: personen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 juli 2008 Rekenregels per 1 juli 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2008 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 081 Nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Colleges van Burgemeester en Wethoudi I.a.a. Directeuren/Hoofden Sociale Zaken Gemeenteraadsleden p/a Griffier

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2012 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen in te houden op bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Beleidsregels betreffende. tegemoetkoming kosten kinderopvang. op grond van sociaal medische indicatie.

Beleidsregels betreffende. tegemoetkoming kosten kinderopvang. op grond van sociaal medische indicatie. Het college van Burgemeester en Wethouders van Brielle, gelet op artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, besluit vast te stellen de Beleidsregels betreffende tegemoetkoming kosten kinderopvang

Nadere informatie

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Vakblad Grensoverschrijdend Werken nr. 20, februari 2019 www.grensoverschrijdendwerken.nl Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Auteur: Nicole M.S.H. Janssen, werkzaam

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen; Ontwerp Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, nr. UB/K/2008/6899, tot Verstrekking van

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ontwerp Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, nr. UB/K/2008/6899, tot Verstrekking van

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2010 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Beleidsregels kinderopvang gemeente Olst-Wijhe

Beleidsregels kinderopvang gemeente Olst-Wijhe CVDR Officiële uitgave van Olst-Wijhe. Nr. CVDR267447_1 2 mei 2017 Beleidsregels kinderopvang gemeente Olst-Wijhe Hoofdstuk 1 Inleiding Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet Kinderopvang gewijzigd. Concreet

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2009

Rekenregels per 1 januari 2009 Rekenregels per 1 januari 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2009 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2018 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Iedere Nederlander moet zelf in zijn levensonderhoud voorzien. Lukt u dat niet én zijn er geen andere voorzieningen, dan helpt

Nadere informatie

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014

Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014 Ons kenmerk: 13RB000157 Nr. 14a De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen CVDR Officiële uitgave van Tholen. Nr. CVDR43763_1 20 maart 2018 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2004 gemeente Tholen De raad der gemeente Tholen; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand CVDR Officiële uitgave van Epe. Nr. CVDR140715_1 4 juli 2017 Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand Raadsbesluit 2012 registratienummer: 2012-00428 DE RAAD DER GEMEENTE EPE gelezen het voorstel

Nadere informatie