Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen"

Transcriptie

1 Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2012 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen in te houden op bijstandsuitkeringen. In deze handleiding staan de regels die daarbij in 2012 gelden. Daarnaast wordt in de handleiding uitgelegd hoe gemeenten en de SVB de loonheffingen en de vergoeding voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw moeten berekenen.

2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Belaste en onbelaste uitkeringen Belaste uitkeringen Onbelaste uitkeringen en verstrekkingen Bijzondere bijstand Geldlening Langdurigheidstoeslag Stimuleringspremie Vrijwilligersvergoeding Overzichtstabellen 5 3 Vaststelling loonheffingen voor uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand: de loonbelastingtabel De loonbelastingtabel (bijstandspercentagetarief ) en inkomens afhankelijke bijdrage Zvw Bijstandsuitkering als aanvulling op overig belast inkomen Alimentatie 10 4 Rekenvoorschrift voor uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand Loonheffingskorting over de bijstandsperiode Tijdsevenredige berekening van de loonheffingskorting Verschil in berekening loonheffingskorting en berekening belaste bijstand Loonheffingskorting die bij een andere inhoudingsplichtige is benut De uitkeringsinstantie beschikt over een loonspecificatie De uitkeringsinstantie beschikt niet over een loonspecificatie Bijzondere situaties Loonheffingskorting voor de loonbelasting/premie volks verzekeringen over de bijstand Loonbelasting/premie volksverzekeringen over nettobijstand Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Loon voor de jaaropgave Wanneer percentages van letter D of letter E toepassen? 17 6 Aangifte loonheffingen Aangifte loonheffingen doen Aangifte loonheffingen corrigeren 21 7 Verzelfstandiging van uitkeringsrechten 22 8 Verrekening of terugvordering van bijstand Terugvordering in hetzelfde kalenderjaar Terugvordering die niet volledig in hetzelfde kalenderjaar wordt terugbetaald Verrekening tussen gemeenten, UWV en SVB vanaf Andere verrekeningssituaties en terugvordering 26 9 Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen Voorlopige teruggaaf Verplichte aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen Kwijtschelding Inhoudingsplicht bij gemeenschappelijke regelingen Delegatie Mandaat Bijzondere bijstand en specifieke zorgkosten 31 5 Rekenvoorschrift voor bijstandsuitkeringen op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen Rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Loon voor jaaropgave Geen loonheffingskorting bij uitkeringen op grond van het Bbz Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

3 1 Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor gemeenten en de SVB (hierna: uitkeringsinstanties) die loonheffingen moeten inhouden op bijstandsuitkeringen en/of inkomensvoorzieningen op grond van: Wet werk en bijstand (wwb) Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) In deze handleiding staat: welke regels er in 2012 gelden voor de heffing van loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) over bijstandsuitkeringen hoe de uitkeringsinstantie deze loonheffingen moet berekenen hoe de uitkeringsinstantie de vergoeding voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw moet bepalen Deze handleiding is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 2 geeft aan welke uitkeringen op grond van de wwb en het Bbz 2004 belast zijn voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de Zorgverzekeringswet (Zvw) en welke uitkeringen onbelast zijn. Hoofdstuk 3 geeft aan hoe de voorlopige loonbelasting/ premie volksverzekeringen periodiek berekend wordt met toepassing van het bijstandspercentagetarief. Ook staat hier hoe de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw berekend moet worden. Hoofdstuk 4 geeft het rekenvoorschrift dat de uitkeringsinstantie moet gebruiken om aan het eind van het jaar definitief vast te stellen hoeveel loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw de uitkeringsinstantie moet betalen. Hoofdstuk 5 geeft aan hoe de uitkeringsinstantie bij de omzetting van de bijstand op grond van het Bbz 2004 de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw moet berekenen. Hoofdstuk 6 noemt de administratieve verplichtingen voor de uitkeringsinstantie. Hoofdstuk 7 gaat over de verzelfstandiging van uitkeringsrechten. Hoofdstuk 8 gaat over de verrekening en terugvordering van bijstand. Hoofdstuk 9 gaat over de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. Hoofdstuk 10 besteedt aandacht aan de inhoudingsplicht op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 als de uitkeringsinstantie een gemeenschappelijke regeling kent waardoor een verschuiving van de inhoudingsplicht kan plaatsvinden. Hoofdstuk 11 gaat over de bijzondere bijstand en buitengewone uitgaven. In deze handleiding worden de bedragen en percentages van 2012 genoemd. Wijzigingen Het maximumbijdrageloon Zvw is op 1 januari 2012 verhoogd naar het maximumbedrag van de premies werknemersverzekeringen, namelijk De tarieven van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet dalen hierdoor naar: 7,10% voor de inkomensafhankelijke bijdrage met een verplichte werkgeversvergoeding 5,00% voor de inkomensafhankelijke bijdrage zonder werkgeversvergoeding Per 1 januari 2012 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) opgegaan in de Wet werk en bijstand (wwb). Daarnaast is per 1 januari 2012 de Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik) ingetrokken en geldt voor bestaande gevallen een overgangsregeling tot 1 juli De aangifte loonheffingen 2012 is hier nog niet op aangepast. Looncodes 44 (uitkering op grond van de Wwik) en 51 (uitkering op grond van de WIJ) staan nog wel in de aangifte. Code 44 past u alleen toe voor de overgangsregeling Wwik en code 51 past u niet meer toe. Nabetalingen van WIJ-uitkeringen moet u als wwb verwerken. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

4 2 Belaste en onbelaste uitkeringen 2.1 Belaste uitkeringen Op belaste bijstandsuitkeringen moet de uitkeringsinstantie loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw inhouden. De uitkeringsinstantie moet deze inkomensafhankelijke bijdrage Zvw vergoeden. Tot de belaste uitkeringen behoren: periodieke bijstandsuitkeringen die voorzien in de algemene kosten van het bestaan, zoals de landelijke normbijstand en de gemeentelijke toeslag voor algemeen noodzakelijke kosten de vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw De bijdrage, vergoeding of aanspraak op een collectieve aanvullende zorgverzekering blijft als categoriale bijstand onbelast. 2.2 Onbelaste uitkeringen en verstrekkingen Een bijstandsuitkering is onbelast als deze eenmalig is en geen onderdeel van een reeks van uitkeringen kan uitmaken. Het is dus belangrijk om te weten waarom de uitkering is toegekend: is er al eerder een dergelijke uitkering betaald of wordt deze naar verwachting in de toekomst vaker betaald? In die gevallen is de uitkering niet eenmalig en dus in principe belast. Op onbelaste bijstandsuitkeringen worden geen loonheffingen ingehouden Bijzondere bijstand Een periodieke bijzondere bijstandsuitkering kan toch onbelast zijn. Dit is het geval wanneer de uitkering bedoeld is om bepaalde noodzakelijke kosten te dekken. Het gaat dan om uitkeringen die niet draagkrachtverhogend dus niet inkomensvervangend of inkomensaanvullend zijn, maar bestedingsgebonden. Zie ook de overzichtstabellen in paragraaf 2.3. Let op! Als een uitkering op grond van de wwb wordt toegekend om bepaalde noodzakelijke kosten te dekken, betekent dit niet altijd automatisch dat deze uitkering onbelast is. Dat is alleen het geval als de uitkering niet draagkrachtverhogend is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een vergoeding van noodzakelijke medische kosten die niet onder een voorziening valt. Kinderen jonger dan 21 jaar Als ouders hun plicht tot het onderhouden van kinderen niet meer nakomen, kan aan kinderen jonger dan 21 jaar periodieke bijzondere bijstand worden toegekend. Deze bijzondere bijstand is niet gekoppeld aan bepaalde kosten en heeft een periodiek karakter. Omdat de uitkeringsgerechtigde een bedrag ontvangt dat vrij besteedbaar is (net als de algemene bijstand), is deze uitkering belast voor de loonheffingen. Bijzondere categoriale bijstand Bijzondere (periodieke) bijstand is in de volgende gevallen onbelast: De bijstand wordt toegekend aan personen van 65 jaar of ouder die tot een bepaalde categorie horen. De bijstand is bedoeld voor bepaalde noodzakelijke kosten van bestaan. De bijstand wordt toegekend aan personen van 18 jaar en ouder, maar jonger dan 65 jaar voor personen die tot de categorie chronisch zieken of gehandicapten behoren. De bijstand is bedoeld voor de kosten van de chronische ziekte of handicap. De bijstand wordt toegekend aan personen van 18 jaar en ouder, maar jonger dan 65 jaar voor hun kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. De bijstand is bedoeld voor de kosten van maatschappelijke participatie (deelname aan sport, cultuur en dergelijke activiteiten). De bijstand wordt toegekend aan personen van 18 jaar en ouder en is bedoeld voor een collectieve aanvullende zorgverzekering. De genoemde personen moeten zich in bijzondere omstandigheden bevinden, die leiden tot dergelijke noodzakelijke kosten van bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaan Geldlening Bijstandsuitkeringen die in de vorm van een geldlening worden betaald, zijn onbelast. Er moet dan wel schriftelijk worden aangetoond dat het om een lening gaat. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

5 2.2.3 Langdurigheidstoeslag Een langdurigheidstoeslag die de uitkeringsinstantie uitkeert op grond van artikel 36 van de wwb, is altijd onbelast Stimuleringspremie Een stimuleringspremie 1 is onbelast als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan: Het gaat om een eenmalige betaling. De uitkeringsgerechtigde heeft geen vrijwilligersvergoeding 2 gekregen 3 in het jaar waarin de premie is uitbetaald. Bij samenloop van een stimuleringspremie en een vrijwilligersvergoeding (zie paragraaf 2.2.5) is de stimuleringspremie wel belast. Als de premie belast is, hoeft de (ex-)bijstandsgerechtigde geen gegevens voor de loonheffingen in te leveren. De uitkeringsinstantie mag bij de inhouding van loonheffingen op belaste premies geen rekening houden met de loonheffingskorting. Verder geldt voor premies in verband met scholing of vrijwilligerswerk de groene tabel. Betaalt u een werkaanvaardingspremie? En is deze belast? Dan is de premie loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Dat betekent dat u de witte tabel (code 012 voor maand) moet toepassen en niet het bijstandspercentagetarief (code 250). Om dit goed in de aangifte loonheffingen te verwerken, moet u de werkaanvaardingspremie met een nieuw nummer inkomstenverhouding voor deze (ex-) uitkeringsgerechtigde in de aangifte opnemen Vrijwilligersvergoeding Een vrijwilligersvergoeding 4 is onbelast, als deze vergoeding ten hoogste 95 per maand is met een maximum van 764 per jaar. Als vrijwilligerswerkzaamheden deel uitmaken van een re-integratietraject van een uitkeringsgerechtigde, dan is de vrijwilligersvergoeding onbelast tot een bedrag van 150 per maand met een maximum van per jaar. 2.3 Overzichtstabellen In de volgende tabellen is aan de hand van de artikelen uit de wwb voor niet-zelfstandigen (Tabel 1) en het Bbz 2004 voor zelfstandigen (Tabel 2) aangegeven welke uitkeringen belast of onbelast zijn. Tabel 1 Uitkeringen en verstrekkingen op grond van de WWB Artikel uit de WWB Omschrijving Belast Artikel 12 Onderhoudsplicht ouders Voor zover de uitkering niet uitgaat boven de normbijstand voor personen van 21 jaar en ouder als bedoeld in hoofdstuk III, paragraaf 1 tot en met 3 van de wwb Artikel 16 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23, lid 1 Artikel 23, lid 2 Artikel 24 Artikel 25 Het bedrag waarmee de uitkering de normbijstand overschrijdt Zeer dringende redenen Voor zover de uitkering niet uitgaat boven de normbijstand als bedoeld in hoofdstuk III, paragraaf 1 tot en met 3 van de wwb Het bedrag waarmee de uitkering de normbijstand overschrijdt Jongerennormen Norm voor belanghebbenden jonger dan 21 jaar Normen jaar Norm voor belanghebbenden van 21 tot 65 jaar Normen 65 jaar of ouder Norm voor belanghebbenden van 65 jaar of ouder Normen in inrichting Norm bij verblijf in een inrichting Nominale zorgpremie Zvw Bedrag om de nominale zorgpremie te betalen Afwijking norm gehuwden Algemene bijstand aan gehuwden van wie een van de partners geen recht heeft op algemene bijstand Alleenstaande (ouder) Gemeentelijke toeslag voor algemene noodzakelijke kosten van het bestaan 1 Artikel 31, lid 2, onderdeel j van de WWB. 2 Artikel 31, lid 2, onderdeel k van de WWB. 3 Artikel 11b, lid 1, onderdeel a van de Wet LB Artikel 2, lid 6 van de Wet LB Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

6 Artikel uit de WWB Omschrijving Belast Artikel 31, lid 2, onderdeel j Middelen Eenmalige premie voor een voorziening gericht op arbeidsinschakeling tot per kalenderjaar mits in dat jaar geen vrijwilligersvergoeding is betaald als bedoeld in artikel 31, lid 2, onderdeel k van de wwb Artikel 31, lid 2, onderdeel k Middelen Een kostenvergoeding voor vrijwilligerswerk van ten hoogste 95 per maand en een maximum van 764 per jaar (Bij re-integratie geldt een vrijstelling van 150 per maand en een maximum van per jaar, zie paragraaf ) Artikel 35 Bijzondere bijstand Bijzondere bijstand voor zover eenmalig bepaalde noodzakelijke kosten van bestaan voor 65+ de kosten van een chronische ziekte of handicap voor chronisch zieken of gehandicapten tussen 18 en 65 jaar de kosten van maatschappelijke participatie voor kinderen die onderwijs volgen een collectieve aanvullende zorgverzekering voor 18+ Overige bijzondere bijstand Artikel 36 Langdurigheidstoeslag Artikel 45, lid 5 Vaststelling en betaling overlijdensuitkering De normbijstand en eventuele toeslag waar de nabestaande recht op heeft Het meerdere Artikel 48 Geldlening of borgtocht Artikel 49 Schuldenlast Bijstand ter aflossing van een schuldenlast Artikel 50 Eigen woning Algemene bijstand; krediethypotheek Artikel 51 Duurzame gebruiksgoederen Bijzondere bijstand voor kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen Artikel 52 Voorschot Voorschot in de vorm van een renteloze lening Artikel 52, lid 2 Voorschot Verrekening algemene bijstand met voorschot Artikel 52, lid 3 Voorschot Verrekening met voorschot van artikel 52 Artikel 57, onderdeel a Noodzakelijke betalingen en bijstand in natura Noodzakelijke betalingen aan derde Artikel 57, onderdeel b Noodzakelijke betalingen en bijstand in natura Bijstand in natura Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

7 Tabel 2 Uitkeringen en verstrekkingen op grond van het Bbz 2004 Artikel van het Bbz 2004 Artikel 1, onderdeel g en artikel 12, lid 2 Omschrijving Definitieve vaststelling netto-inkomen arnorm, inclusief de daarin begrepen premie arbeidsongeschiktheid en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw over de winst uit onderneming Belast voor de loonbelasting Belast voor de inkomstenbelasting Artikel 11, lid 1 Artikel 11, lid 2 Artikel 12 Uitbetaling van lening Voorlopige voorziening in de vorm van een renteloze geldlening Uitbetaling van lening Omzetting van een lening in een bedrag om niet Definitieve vaststelling netto-inkomen Leenbijstand als en voor zover omgezet in of aangevuld met een bedrag om niet Artikel 13 Handhaving renteloze geldlening Artikel 14, lid 2 Vormen van bijstandverlening aan zelfstandigen Voorschot op grond van artikel 52 WWB Artikel 15 Rentedragende geldlening Bijstand in de vorm van een rentedragende geldlening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal Artikel 16 Borgtocht Bijstand in de vorm van een borgtocht ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal Artikel 18 Duur algemene bijstand gevestigde zelfstandige Algemene bijstand gevestigde zelfstandige *** Artikel 19 Verlening van een bedrag om niet Algemene bijstand om niet Artikel 20 Bedrijfskapitaal gevestigde zelfstandige Bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht voor bedrijfskapitaal aan gevestigde zelfstandige Artikel 21, lid 1 Artikel 21, lid 2 Artikel 21, lid 3 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Omzetting in bedrag om niet bij geldlening en borgtocht Omzetting leenbijstand in een bedrag om niet Omzetting in bedrag om niet bij geldlening en borgtocht Kwijtschelding rente Terugbetaling van rente Omzetting in bedrag om niet bij geldlening en borgtocht Rentevergoeding als gevolg van borgstelling Bedrijfskapitaal om niet gevestigde zelfstandige Bijstand om niet voor bedrijfskapitaal Duur algemene bijstand beginnende zelfstandige Algemene bijstand aan beginnende zelfstandige Bedrijfskapitaal beginnende zelfstandige Geldlening of borgtocht aan beginnende zelfstandige Duur algemene bijstand en inkomenseis oudere zelfstandige Algemene bijstand oudere zelfstandige Overige bijzondere bijstand **** **** * * ** *** *** Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Bedrijfskapitaal oudere zelfstandige ** Bedrag om niet voor bedrijfskapitaal aan oudere zelfstandige Renteloze lening voor bedrijfskapitaal aan oudere zelfstandige Duur algemene bijstand beëindigende zelfstandige *** Algemene bijstand beëindigende zelfstandige Duur algemene bijstand arbeidsongeschikte zelfstandige *** Algemene bijstand arbeidsongeschikte zelfstandige Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

8 Artikel van het Bbz 2004 Artikel 29, lid 2 Omschrijving Voorbereidingskosten Renteloze lening voor de voorbereidingskosten van een op te starten bedrijf Belast voor de loonbelasting Belast voor de inkomstenbelasting Artikel 29, lid 3, onderdeel a Voorbereidingskosten Omzetting renteloze lening in een bedrag om niet voor de voorbereidingskosten van een niet opgestart bedrijf Artikel 29, lid 3, onderdeel b Voorbereidingskosten Omzetting renteloze lening in een rentedragende lening als bedrijf is opgestart * De uitkering of verstrekking op grond van artikel 21, lid 2 en 3 van het Bbz 2004 is volgens de tabel niet aan loonbelasting of inkomstenbelasting onderworpen. Toch kan de uitkering of verstrekking als onderdeel van de winst uit onderneming belast zijn voor de inkomstenbelasting. Dit is het geval wanneer de kwijtgescholden rente, de terugbetaalde rente of de rentevergoeding als gevolg van borgstelling al van de winst is afgetrokken. Aangezien deze rente (achteraf) niet betaald hoeft te worden, moet er een winstcorrectie plaatsvinden voor het rentebedrag dat is afgetrokken. ** De verstrekking van bedrijfskapitaal om niet op grond van artikel 22 en 26 van het Bbz 2004 is niet aan loonbelasting/premie volksverzekeringen onderworpen. Over een dergelijke verstrekking moet wel inkomstenbelasting betaald worden. Om de inkomstenbelasting te verlagen, mag op deze verstrekkingen wel loonbelasting/premie volksverzekeringen worden ingehouden. *** De algemene bijstand op grond van artikel 18, 23, 25, 27 en 28 van het Bbz 2004 (Bijstand aan zelfstandigen anders dan ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal) wordt, op grond van artikel 11, lid 1 van het Bbz 2004, betaald in de vorm van een renteloze lening. Op het moment dat die lening op grond van artikel 11, lid 2 van het Bbz 2004 wordt omgezet in een bedrag om niet, is de uitkering belast en moeten loonheffingen worden berekend. Bij de berekening van het bedrag dat om niet kan worden betaald, wordt uitgegaan van de zogenaamde jaarnorm. Deze jaarnorm bestaat uit de bijstandsnorm (inclusief vakantiegeld) verhoogd met de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en de premie particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. Deze inkomensafhankelijke bijdrage heeft alleen betrekking op winst uit onderneming en niet op de Bbz-uitkering. Voor zover de jaarnorm wordt omgezet in een bedrag om niet, is deze volledig belast. **** Het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn van mening dat de uitspraak van de Hoge Raad op 7 oktober 2005, nr niet als richtlijn genomen moet worden. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

9 3 Vaststelling loonheffingen voor uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand: de loonbelastingtabel Het berekenen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw over bijstandsuitkeringen mag in twee fasen gebeuren. Eerste fase In de eerste fase berekent de uitkeringsinstantie de loonheffingen in de loop van het kalenderjaar. Hiervoor gebruikt de uitkeringsinstantie de loonbelastingtabel voor uitkeringen waarin het bijstandspercentagetarief staat (zie paragraaf 3.1). Zo stelt de uitkeringsinstantie vast hoeveel loonbelasting/premie volksverzekeringen zij periodiek aan ons moet betalen. Ook bepaalt zij in fase 1 periodiek de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. De uitkomsten van deze berekeningen hebben een voorlopig karakter. De af te dragen loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw geeft de uitkeringsinstantie aan met de aangifte loonheffingen. De uitkeringsinstantie is verplicht de aangifte loonheffingen digitaal in te dienen. Hiervoor krijgt zij van ons jaarlijks een overzicht met de uiterste aangifte- en betaaldatums. Tweede fase De tweede fase vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar. Aan de hand van de rekenregels voor de berekening van loonheffingen op bijstandsuitkeringen bepaalt de uitkeringsinstantie welk bedrag definitief over het kalenderjaar moet worden afgedragen. De rekenregels staan in hoofdstuk 4. Deze afrekening moet de uitkeringsinstantie verwerken in de aangifte loonheffingen over december. Als de uitkeringsinstantie niet met deze twee fases wil rekenen, dan berekent zij de loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw volgens de methode van fase De loonbelastingtabel (bijstandspercentagetarief) en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw De loonbelastingtabel gebruikt de uitkeringsinstantie om vast te stellen hoeveel loonbelasting/premie volksverzekeringen zij periodiek moet betalen voor bijstandsgerechtigden op grond van de wwb. De uitkeringsinstantie berekent de loonbelasting/premie volksverzekeringen door het juiste percentage toe te passen op het nettobedrag van de uitkering, verhoogd met de bijdrage voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. In de tabel staan per categorie bijstandsgerechtigden het percentage voor de berekening van de loonbelasting/ premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Als bij de hoogte van de uitkering rekening is gehouden met een belaste alimentatie, dan past de uitkeringsinstantie het percentage toe op het bedrag inclusief de alimentatie. Bijstandspercentage- Bijstandsgerechtigde tarief 65 jaar en ouder 0% 5,26% * 0% 7,10% Jongeren 18, 19 of 20 jaar (art. 20, lid 1, onderdeel a, en art. 20, lid 2, onderdeel a) Bijdragepercentage Zvw Personen in inrichtingen ** 0% 7,10% Bbz ,48% 0% Overige personen 24,70% 9,01% *** * Het wettelijke percentage bedraagt 5,00%, te berekenen over brutobedragen. In de tabel is het percentage omgezet naar een opslagpercentage, te berekenen over de nettobijstandsuitkering. ** Belaste uitkeringen aan personen bedoeld in artikel 23, lid 1 en 2 wwb. *** Het wettelijke percentage bedraagt 7,10%, te berekenen over brutobedragen. In de tabel is het percentage omgezet naar een opslagpercentage, te berekenen over de nettobijstandsuitkering. Het bijstandspercentagetarief wordt berekend over de netto bijstandsuitkering, verhoogd met het bijdragepercentage Zvw. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

10 Vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Als de uitkeringsinstantie loonbelasting/premie volksverzekeringen moet betalen over een bijstandsuitkering, dan moet zij over deze uitkering ook de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw berekenen en vergoeden. Dit is de vergoeding Zvw. De uitkeringsinstantie moet dus ook de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw berekenen als er sprake is van een samenloop van alimentatie en bijstandsuitkeringen. Maar er hoeft geen inkomensafhankelijk bijdrage Zvw te worden berekend als de nettobijstand die in het kalender jaar is uitbetaald, volledig bestaat uit bijstand voor perioden van een vorig kalenderjaar. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een nabetaling van de vakantieuitkering aan een bijstandsgerechtigde die in het vorige kalenderjaar is uitgestroomd. Ook over krediethypotheken en alle uitkeringen op grond van artikel 48 wwb (renteloze leningen) hoeft de uitkeringsinstantie geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te berekenen. Voorbeeld Berekening voor een uitkeringsgerechtigde tussen 21 en 65 jaar: 3.3 Alimentatie Voor alimentatie geldt dat kinderalimentatie onbelast is. De partneralimentatie is wel belast. Als bij de hoogte van de bijstandsuitkering rekening is gehouden met belaste alimentatie, worden de bijstandspercentages en de bijdragepercentages Zvw ook toegepast op deze alimentatie (exclusief de eventuele alimentatie voor de kinderen). Dit gebeurt als de uitkeringsinstantie de alimentatie namens de bijstandsgerechtigde int en doorbetaalt, maar ook als de (gewezen) echtgenoot de alimentatie rechtstreeks aan de bijstandsgerechtigde betaalt. In beide gevallen wordt bij het vaststellen van de aanvullende bijstand rekening gehouden met de alimentatie. Als de uitkeringsinstantie de bijstand op de onderhoudsplichtige verhaalt, is er geen sprake van doorbetaalde alimentatie. Dan betaalt de uitkeringsinstantie (bij het ontbreken van overig inkomen) de volledige bijstand. Nettobijstand 700,00 per maand Bijdrage Zvw 9,01% van 700,00 = 63,07 + Totaal 763,07 Loonbelasting/premie volksverzekeringen 24,7% van 763,07 = 188, ,54 Deze bedragen moet de uitkeringsinstantie als volgt in de aangifte loonheffingen verwerken: Het bedrag van 63,07 is het bedrag van de ingehouden bijdrage Zvw en ook van de vergoeding bijdrage Zvw. Het loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen is in dit geval 951, Bijstandsuitkering als aanvulling op overig belast inkomen Als de bijstandsgerechtigde aanvullende bijstand ontvangt naast belaste inkomsten, geldt het volgende. Als de belaste inkomsten bestaan uit periodieke uitkeringen (bijvoorbeeld een wao-uitkering), kan de uitkeringsinstantie aan de bijstands gerechtigde de volledige bijstandsuitkering uitbetalen en namens hem het nettobedrag van de andere periodieke uitkeringen ontvangen. De nettobijstand van die bijstandsgerechtigde bestaat dan uit het totaalbedrag van bijstandsuitkeringen die jaarlijks door de uitkeringsinstantie worden uitbetaald, verminderd met het nettobedrag van de periodieke uitkeringen die de uitkeringsinstantie namens hem heeft ontvangen. Het resultaat mag niet negatief zijn. Dit bedrag vormt de grondslag voor het bijstandspercentagetarief en de bijdragepercentages Zvw. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

11 4 Rekenvoorschrift voor uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand De uitkeringsinstantie berekent de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw voor de bijstandsuitkeringen periodiek met behulp van het bijstandspercentagetarief en het bijdragepercentage Zvw (zie paragraaf 3.1). Aan het eind van het kalenderjaar moet de uitkeringsinstantie het definitieve bedrag aan loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw vaststellen. Deze afrekening verwerkt de uitkeringsinstantie in de aangifte van december. Voor alle aan te geven bedragen moet bij de aangifte van december de volgende berekening gemaakt worden: het totale jaarbedrag als gevolg van de jaarafrekening verminderd met het totaal aangegeven bedrag bij de aangifte loonheffingen tot en met november van dat jaar. In dit hoofdstuk staat hoe de uitkeringsinstantie het definitieve bedrag van de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw berekent. Het rekenvoorschrift bestaat uit de volgende onderdelen: de berekening van de loonheffingskorting over de bijstandsperiode (paragraaf 4.1) de berekening van de loonheffingskorting die bij een andere inhoudingsplichtige is benut (paragraaf 4.2) de berekening van de loonheffingskorting waarmee rekening mag worden gehouden bij de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de bijstand (paragraaf 4.3) de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de nettobijstand (paragraaf 4.4) de berekening van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw die over de bijstand betaald moet worden, en de vergoeding hiervan (paragraaf 4.5) de berekening van het loon en de ingehouden loonheffingen voor de aangifte loonheffingen van december en de jaarloonopgaaf voor de bijstandsgerechtigde (paragraaf 4.6) Let op! Als een bijstandsgerechtigde 65 jaar is geworden in de loop van het kalenderjaar, dan moet de uitkeringsinstantie het rekenvoorschrift 2 keer toepassen: 1 keer op de periode voorafgaand aan de maand waarin de bijstandsgerechtigde 65 jaar werd en 1 keer op de periode vanaf de maand waarin de bijstandsgerechtigde 65 jaar werd, met inbegrip van die maand. Tot en met 2012 moet bij de 2e berekening rekening worden gehouden met de loontijdvakken uit periode 1. Dit betekent dat er een inhaaleffect kan plaatsvinden. De SVB voert de aanvullende bijstand voor 65-plussers uit. Voor het uitvoeren van de verschillende berekeningen van het rekenvoorschrift heeft de uitkeringsinstantie de volgende tabellen nodig: tabel 1: Percentages en bedragen voor bijstandsgerechtigden tabel 2: Maximumbedragen aan algemene heffingskorting die per loontijdvak in de loonbelastingtabellen zijn verwerkt voor personen jonger dan 65 jaar tabel 3: Maximumbedragen aan algemene heffingskorting en ouderenkortingen die per loontijdvak in de loonbelastingtabellen zijn verwerkt voor personen van 65 jaar en ouder Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

12 Tabel 1 Toe te passen percentages en bedragen voor bijstandsgerechtigden Jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder A Loonheffingskorting Echtgenoten Alleenstaanden B Tariefpercentage 1e schijf van het schijventarief 33,10% 15,20% C Tariefpercentage 1e schijf van het schijventarief na correctie 31,228% 14,34% arbeidskorting D Bruteringspercentage bijstand als over de bijstand bijdrage Zvw betaald 54,92% 19,05% moet worden E Bruteringspercentage bijstand als over de bijstand geen bijdrage Zvw 49,48% 17,92% betaald moet worden F Bruteringsfactor bijdrage-inkomen Zvw 1,000 1,053 G Inkomensafhankelijke Zvw-bijdrage 7,10% 5,00% H Vergoeding bijdrage Zvw 7,10% n.v.t. J Bijdrage en vergoeding Zvw over andere looninkomsten 7,10% 7,10% K Maximumbijdrage-inkomen Zvw Let op! In de volgende paragrafen worden de letters van de eerste kolom van tabel 1 gebruikt om naar de bedragen en cijfers in deze tabel te verwijzen. Als de bijstandsgerechtigde het hele loontijdvak een uitkering krijgt, dan geldt bij een loontijdvak van een maand het maandbedrag van tabel 2 of 3. Bij een gebroken loontijdvak (de uitkering wordt niet het hele loontijdvak uitgekeerd) moet de uitkeringsinstantie het bedrag van de loonheffingskorting herleiden door het bedrag van de loonheffingskorting te vermenigvuldigen met het aantal dagen in de maand waarover bijstand is toegekend, gedeeld door het werkelijke aantal dagen in die maand. De overige bedragen in tabel 1 en 2 gebruikt de uitkeringsinstantie om de verbruikte loonheffingskorting bij andere inhoudingsplichtigen te bepalen. Tabel 2 Maximumbedragen aan algemene heffingskorting die per loontijdvak in de loonbelastingtabellen zijn verwerkt voor personen jonger dan 65 jaar Witte of groene loonbelastingtabellen voor werknemers Loontijdvak zonder vakantiebonnen met vakantiebonnen voor 19 of minder vakantiedagen met vakantiebonnen voor 20 of meer vakantiedagen per jaar Kwartaal 508, Maand 169,42 179,81 192,36 Vier weken 156,39 165,96 177,56 Week 39,10 41,49 44,39 Dag 7,82 8,30 8,88 Tabel 3 Maximumbedragen algemene heffingskorting en ouderenkortingen die per loontijdvak in de loonbelastingtabellen zijn verwerkt voor personen van 65 jaar en ouder Witte of groene tabellen Groene tabel voor alleenstaande met AOW Loontijdvak Algemene heffingskorting en ouderenkorting Algemene heffingskorting, ouderenkorting en aanvullende ouderenkorting Kwartaal 424,00 531,25 Maand 141,34 177,09 Vier weken 130,47 163,47 Week 32,62 40,87 Dag 6,53 8,18 Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

13 4.1 Loonheffingskorting over de bijstandsperiode Een heffingskorting is een korting op de loonbelasting/ premie volksverzekeringen. Voor de heffing van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen zijn 11 heffingskortingen mogelijk (zie hoofdstuk 9). De volgende heffingskortingen komen voor bij de loonbelasting/premie volksverzekeringen: de algemene heffingskorting, voor iedere werknemer of uitkeringsgerechtigde de arbeidskorting, voor degenen met loon uit tegenwoordige arbeid de ouderenkorting, voor personen van 65 jaar en ouder met een jaarloon van niet meer dan de alleenstaande-ouderenkorting, voor degenen die een aow-uitkering voor alleenstaanden of alleenstaande ouders krijgen de jonggehandicaptenkorting, voor degenen die een Wajong-uitkering krijgen Loonheffingskorting voor bijstandsgerechtigden Voor bijstandsgerechtigden komen de volgende heffingskortingen voor bij de loonbelasting/premie volksverzekeringen: de algemene heffingskorting, voor alle bijstandsgerechtigden de ouderenkorting, voor personen van 65 jaar en ouder met een jaarloon van niet meer dan de alleenstaande-ouderenkorting, voor personen die een aow-uitkering voor alleenstaanden of voor alleenstaande ouders krijgen De arbeidskorting kan alleen van toepassing zijn bij loon uit tegenwoordige arbeid en hoort daarom niet tot de loonheffingskorting voor de bijstandsgerechtigde. Ook de jonggehandicaptenkorting komt hierin niet voor. Deze wordt namelijk toegepast door de instantie die de Wajong-uitkering betaalt. Het kan zijn dat een jonggehandicapte wel recht heeft op een Wajong-uitkering, maar deze niet krijgt omdat hij nog andere inkomsten heeft. De werkgever die de andere inkomsten betaalt, mag dan de jonggehandicaptenkorting verrekenen. Voorwaarde is dat de werkgever in de loonadministratie een kopie bewaart van de brief van UWV aan de jonggehandicapte waarin staat dat deze werknemer recht heeft op de jonggehandicaptenkorting. In alle andere situaties wordt in de inkomsten belasting rekening gehouden met de jonggehandicaptenkorting Tijdsevenredige berekening van de loonheffingskorting De loonheffingskorting mag alleen worden toegepast voor de periode(n) in het kalenderjaar waarover bijstand is toegekend. Dit betekent voor de berekening van de loonheffingskorting het volgende: Als over het hele kalenderjaar bijstand is toegekend, is het bedrag van de loonheffingskorting gelijk aan bedrag A uit tabel 1. Als slechts over een deel van het kalenderjaar bijstand is toegekend (als gevolg van verrekening van inkomen, waaronder ook heffingskortingen worden begrepen), moet de uitkeringsinstantie het bedrag van de loonheffingskorting tijdsevenredig herrekenen: Voor elke volle kalendermaand stelt de uitkeringsinstantie het bedrag op 1/12e van bedrag A. Bij gebroken kalendermaanden herleidt de uitkeringsinstantie het bedrag door het aantal dagen in de maand waarover bijstand is toegekend, te delen door het werkelijke aantal dagen in die maand. Als over een periode bijstand werd uitbetaald die in hetzelfde kalenderjaar volledig werd terugbetaald, telt die periode niet mee voor het vaststellen van de hoogte van de loonheffingskorting. Als deze bijstand gedeeltelijk is terugbetaald, telt die periode naar rato van het nog openstaande deel mee voor het vaststellen van de hoogte van de loonheffingskorting. Alleen als over een periode geen bijstand werd uitbetaald als gevolg van verrekening van zaken die de hoogte van de bijstand niet beïnvloeden, wordt over die periode toch de loonheffingskorting in aanmerking genomen. Een voorbeeld hiervan is de verrekening van een toegekend voorschot Verschil in berekening loonheffingskorting en berekening belaste bijstand Voor de berekening van de loonheffingskorting is het niet van belang of de bijstand over dat jaar ook in dat jaar is uitbetaald. Een voorbeeld hiervan is de uitkering over december die wordt uitbetaald in januari. Hoewel de bijstand pas belast is in het nieuwe jaar, telt deze periode wél mee bij de bepaling van de loonheffingskorting over het oude kalenderjaar. Het bedrag van de loonheffingskorting is nodig in paragraaf 4.3. Het berekende bedrag wordt daar aangeduid als bedrag L. De vaststelling van de loonheffingskorting over het kalenderjaar wijkt dus af van de vaststelling van de belastbare bijstand in het kalenderjaar: Bij de vaststelling van de belastbare bijstand in een kalenderjaar kijkt de uitkeringsinstantie naar het jaar waarin zij de bijstand uitbetaalt. Bij de vaststelling van de loonheffingskorting kijkt de uitkeringsinstantie naar de perioden in het kalenderjaar waarover bijstand is uitbetaald. Over perioden uit een vroeger kalenderjaar mag zij geen loonheffingskorting berekenen. Dit betekent dat zij in een jaar over maximaal twaalf maanden loonheffingskorting kan toepassen. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

14 Uit het voorgaande volgt ook dat correcties van uitkeringen na afloop van het jaar geen gevolgen hebben voor de hoogte van de belastbare bijstand. Want wat aan nettobijstand is uitbetaald, staat na afloop van het jaar al vast. Dat ligt anders bij het vaststellen van de uiteindelijke loonheffingskorting van de bijstandsgerechtigde. De loonheffingskorting wordt pas na afloop van het jaar (vóór februari van het jaar daarop bij de aangifte loonheffingen over december) vastgesteld. Hierbij worden alle gegevens meegenomen die op dat moment bekend zijn (bijvoorbeeld de gegevens over elders benutte loonheffingskorting). 4.2 Loonheffingskorting die bij een andere inhoudingsplichtige is benut De loonheffingskorting mag maar door één werkgever of uitkeringsinstantie worden toegepast. Als de loonheffingskorting nog niet volledig bij de andere looninkomsten is benut, moet bij de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de bijstand alleen rekening worden gehouden met het niet-benutte deel van de algemene heffingskorting. Nadat de uitkeringsinstantie de loonheffingskorting over de bijstandsperiode heeft vastgesteld (zie paragraaf 4.1), moet de uitkeringsinstantie dus berekenen met welk bedrag aan loonheffingskorting eventueel al rekening is gehouden bij de loonbelasting/premie volksverzekeringen over andere inkomsten waarop loonheffingen zijn ingehouden. Uit praktische overwegingen keurt de Belastingdienst goed dat de als voorlopige teruggaaf betaalde heffingskorting van de minstverdienende partner gezien wordt als elders genoten heffingskorting en zo in de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen van de minstverdienende partner meegenomen wordt. Het gaat hierbij om inkomsten uit de periode van het kalenderjaar waarover bijstand is toegekend. Dit moet de uitkeringsinstantie doen voor elke loonbetaling in de bijstandsperiode. Daarbij is het niet van belang of de looninkomsten ook in mindering zijn gebracht op de bijstand. Als een deel van het loontijdvak buiten de bijstandsperiode valt, moet de uitkeringsinstantie het bedrag van de benutte loonheffingskorting op dezelfde wijze herleiden als de netto-inkomsten die aan de bijstandsperiode worden toegerekend. Het totaal aan loonheffingskorting dat in het kalenderjaar bij een andere inhoudingsplichtige is benut, heeft de uitkeringsinstantie nodig voor de berekening van de loonheffingskorting in paragraaf 4.3. Dit bedrag wordt daar aangeduid als bedrag P. De berekening van bedrag P hangt af van de situatie: De bijstandsgerechtigde is jonger dan 65 en de uitkeringsinstantie beschikt over een loonspecificatie (paragraaf 4.2.1). De bijstandsgerechtigde is jonger dan 65 en de uitkeringsinstantie beschikt niet over een loonspecificatie (paragraaf 4.2.2). Er is sprake van een bijzondere situatie (paragraaf 4.2.3). In deze paragraaf wordt ook aangegeven hoe de uitkeringsinstantie de loonheffingskorting toepast voor bijstandsgerechtigden van 65 jaar en ouder De uitkeringsinstantie beschikt over een loonspecificatie Als de uitkeringsinstantie over een loonspecificatie beschikt, kan zij daaruit aflezen welke van de volgende situaties zich voordoet: Er is bij de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen geen loonheffingskorting toegepast. Er is bij de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen loonheffingskorting toegepast en loonbelasting/premie volksverzekeringen ingehouden. Er is bij de loonbelasting/premie volksverzekeringen wel loonheffingskorting toegepast, maar er heeft geen inhouding plaatsgevonden. Let op! De uitkeringsinstantie beoordeelt aan het eind van het kalenderjaar of zij beschikt over een loonspecificatie. Geen loonheffingskorting toegepast Als er bij de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen geen loonheffingskorting is toegepast, is het bedrag van de benutte loonheffingskorting nihil. Dit is ook het geval als het anoniementarief of het tarief voor artiesten of beroepssporters is toegepast. Loonheffingskorting toegepast en loonbelasting/premie volksverzekeringen ingehouden Als er bij de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen wel loonheffingskorting is toegepast en er ook loonbelasting/premie volksverzekeringen is ingehouden, kan de uitkeringsinstantie de benutte loonheffingskorting aflezen uit tabel 2 of 3. Loonheffingskorting toegepast, maar geen loonbelasting/ premie volksverzekeringen ingehouden Als er bij de loonbelasting/premie volksverzekeringen wel loonheffingskorting is toegepast, maar er geen loonbelasting/premie volksverzekeringen is ingehouden, moet de uitkeringsinstantie de benutte loonheffingskorting berekenen. Dit doet zij op basis van het belastbare loon. De uitkeringsinstantie vermenigvuldigt het bedrag aan belastbaar loon met: percentage B van tabel 1, als op het loon de groene tabel is toegepast percentage C van tabel 1, als op het loon de witte tabel is toegepast Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

15 Let op! Het bedrag aan benutte loonheffingskorting is maximaal het bedrag van tabel 2 of 3. Als de loonspecificatie geen bedrag aan belastbaar loon vermeldt, moet de uitkeringsinstantie het belastbare loon berekenen vanuit het nettoloon. Deze berekening gaat als volgt: 1 Verhoog het nettoloon met de volgende loonbestanddelen: beloningen in natura bijdragen aan de personeelsvereniging en dergelijke aflossing van leningen personeelsaankopen 2 Verlaag het nettoloon met de onbelaste kostenvergoedingen. 3 Vermenigvuldig het gecorrigeerde nettoloon met de factor 1 + J. De uitkomst van deze berekening is het bedrag aan belastbaar loon. Er is namelijk geen loonbelasting/premie volksverzekeringen ingehouden. Op basis van dit bedrag berekent de uitkeringsinstantie de benutte loonheffingskorting op dezelfde manier als hiervoor is aangegeven De uitkeringsinstantie beschikt niet over een loonspecificatie Als de uitkeringsinstantie niet over een loonspecificatie beschikt, moet zij de benutte loonheffingskorting berekenen op basis van het nettoloon. Bij de berekening geldt, tenzij anders blijkt, dat voor de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen de maandtabel (zonder vakantiebonnen) is gebruikt, en dat er rekening is gehouden met de loonheffingskorting. Als het loon een uitkering is, moet de uitkeringsinstantie uitgaan van de groene tabel, en anders van de witte. In voorkomende gevallen corrigeert de uitkeringsinstantie het nettoloon met loonbestanddelen die bekend zijn uit bijvoorbeeld vorige tijdvakken. Deze correctie gaat als volgt: 1 Verhoog het nettoloon met de volgende loonbestanddelen: beloningen in natura bijdragen aan de personeelsvereniging en dergelijke aflossing van leningen personeelsaankopen 2 Verlaag het nettoloon met de onbelaste kostenvergoedingen. Vanuit het gecorrigeerde nettoloon berekent de uitkeringsinstantie vervolgens het belastbare loon. Dit moet als volgt: Vermenigvuldig het gecorrigeerde nettoloon met de factor 1 + J. Op basis van dit bedrag berekent de uitkeringsinstantie daarna de benutte loonheffingskorting. Dit moet als volgt: Vermenigvuldig het bedrag aan belastbaar loon met: percentage B van tabel 1, als op het loon de groene tabel is toegepast percentage C van tabel 1, als op het loon de witte tabel is toegepast Let op! Het bedrag aan benutte loonheffingskorting is maximaal het bedrag van tabel 2 of 3. Dit geldt ook voor de bijzondere situaties beschreven in Bijzondere situaties Bij het berekenen van de loonheffingskorting die bij een andere inhoudingsplichtige is benut, kunnen zich een aantal bijzondere situaties voordoen. Hoe de uitkeringsinstantie in die gevallen moet handelen, staat in deze paragraaf. Uitbetaling vakantiegeld en andere bijzondere beloningen waarop geen loonbelasting/premie volksverzekeringen wordt ingehouden Het kan voorkomen dat in de periode waarover bijstand is toegekend, ook beloningen zijn uitbetaald waarop de loonbelastingtabel voor bijzondere beloningen van toepassing is (bijvoorbeeld vakantiegeld). Als op die beloningen geen loonbelasting/premie volksverzekeringen is ingehouden, dan heeft de bijstandsgerechtigde een bedrag aan loonheffingskorting genoten, waarmee de uitkeringsinstantie rekening moet houden bij de berekening van de loonheffingskorting die uiteindelijk bij de loonbelasting/premie volksverzekeringen op de bijstand in aanmerking moet worden genomen. Dit geldt ook als de bijzondere beloning niet kan worden toegerekend aan de bijstandsperiode. De uitkeringsinstantie berekent het bedrag aan benutte loonheffingskorting in dit geval als volgt: 1 Stel het belastbare loon op dezelfde wijze vast als in paragraaf of Vermenigvuldig het belastbare loon met percentage B van tabel 1. Let op! De uitkeringsinstantie beoordeelt aan het eind van het kalenderjaar of zij beschikt over een loonspecificatie. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

16 Anw-uitkeringen Het kan zijn dat het loon bestaat uit een Anw-uitkering en dat daarbij het volgende geldt: Bij de bepaling van de loonbelasting/premie volksverzekeringen is rekening gehouden met de loonheffingskorting. Er is geen loonbelasting/premie volksverzekeringen ingehouden. Het belastbare loon is niet bekend. In dit geval moet de uitkeringsinstantie het belastbare loon afleiden van het brutoloon door dit loon te vermenigvuldigen met de factor 1 + H. Het bedrag van het brutoloon staat in het algemeen bij de betaling vermeld op het bankafschrift. De benutte loonheffingskorting berekent de uitkeringsinstantie vervolgens door het belastbare loon te vermenigvuldigen met percentage B van tabel 1, tot een maximum als genoemd in tabel 2 of 3. Personen van 65 jaar en ouder Als bij personen van 65 jaar en ouder het belastbare loon moet worden afgeleid van het nettoloon, bijvoorbeeld wegens het ontbreken van gegevens, wordt het belastbare loon gesteld op: het (gecorrigeerde) nettoloon vermenigvuldigd met de factor 1 + J het nettoloon x 1 / (1 - G) bij pensioenuitkeringen Bij aow-uitkeringen wordt het belastbare loon gelijkgesteld aan het brutoloon. Dit bedrag staat in het algemeen bij de betaling vermeld op het bankafschrift. De benutte loonheffingskorting berekent de uitkeringsinstantie daarna door het bedrag aan belastbaar loon te vermenigvuldigen met: percentage B van tabel 1 bij AOW- en pensioen uitkeringen percentage C van tabel 1 bij normaal loon (waarop de witte tabel is toegepast) 4.3 Loonheffingskorting voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de bijstand Het bedrag aan loonheffingskorting waarmee de uitkeringsinstantie bij de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de bijstand rekening mag houden (Q), berekent de uitkeringsinstantie als volgt: L (zie paragraaf 4.1.2) - P (zie paragraaf 4.2) De uitkomst van deze berekening heeft de uitkeringsinstantie nodig in paragraaf 4.4. Let op! Q (= L - P) mag niet kleiner zijn dan Loonbelasting/premie volksverzekeringen over nettobijstand De loonbelasting/premie volksverzekeringen over de nettobijstand waarover inkomensafhankelijke bijdrage Zvw betaald moet worden, is het laagste van de bedragen die de uitkeringsinstantie berekent met de formules: a (nettobijstand - Q) x D - Q b (nettobijstand - Q + S) x E - Q + S waarbij S = B x G x M M is het (zo nodig tijdsevenredig herleide) maximumbijdrage-inkomen Zvw (symbool K in tabel 1); zie hierna onder paragraaf 4.5. Als over de nettobijstand geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw betaald hoeft te worden, berekent de uitkeringsinstantie de loonbelasting/premie volksverzekeringen met de formule: nettobijstand x E. Toepassing loonbelastingtabel voor aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en andere gelijkgestelden Als de tabel voor aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en andere gelijkgestelden is toegepast en er geen rekening is gehouden met loonheffingskorting, is er geen benutte loonheffingskorting. Als wel rekening is gehouden met loonheffingskorting, kan de uitkeringsinstantie de benutte loonheffingskorting als volgt afleiden uit het nettoloon: nettoloon x (1 + J) x C Let op! Het bedrag aan benutte loonheffingskorting is maximaal het bedrag van tabel 2 onder Witte of groene loonbelastingtabel voor werknemers zonder vakantiebonnen, of tabel 3 onder Witte of groene tabellen. Let op! Het bedrag van de loonbelasting/premie volksverzekeringen mag niet kleiner zijn dan Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw De hoogte van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw heeft in de loop van het jaar een voorlopig karakter. Pas aan het einde van jaar, als de loonbelasting/premie volksverzekeringen definitief wordt vastgesteld, wordt ook de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw definitief vastgesteld. De bijdrage Zvw wordt berekend over de nettobijstand, verhoogd met het bedrag van de berekende loonbelasting/premie volksverzekeringen over deze bijstand (zie paragraaf 4.4) en, voor personen van 65 jaar en ouder, verhoogd met factor F uit tabel 1. Maar er hoeft geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te worden berekend als de nettobijstand die in het kalenderjaar is uitbetaald, volledig bestaat uit bijstand Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

17 over perioden in een vorig kalenderjaar. Dit is bijvoorbeeld het geval bij nabetaling van de vakantie-uitkering aan een bijstandsgerechtigde die in het vorige kalenderjaar is uitgestroomd. De bijdrage Zvw wordt berekend over een maximumbijdrage-inkomen per jaar: Als het hele jaar bijstand is toegekend, is het maximumbijdrage-inkomen gelijk aan bedrag K in tabel 1. Als niet het hele jaar bijstand is toegekend, wordt het maximumbijdrage-inkomen afgeleid van bedrag K op dezelfde wijze als de loonheffingskorting wordt berekend. Dit is beschreven in paragraaf Het berekende maximumbijdrage-inkomen wordt aangeduid met symbool M, dat de uitkeringsinstantie gebruikt in formule b van paragraaf 4.4. De uitkeringsinstantie berekent het bijdrage-inkomen Zvw als volgt: Nettobijstand waarover de bijdrage Zvw betaald moet worden... Berekende loonbelasting/premie volksverzekeringen over deze bijstand (zie paragraaf 4.4) +... Nettobijstand + loonbelasting/premie volksverzekeringen x factor verhoging bijdrage-inkomen Zvw (F) =... Bijdrage-inkomen Zvw... Als het berekende maximumbijdrage-inkomen Zvw (M) lager is dan het hierboven berekende bedrag aan bijdrageinkomen Zvw, wordt dit lagere bedrag als bijdrage-inkomen in aanmerking genomen. De inkomensafhankelijke bijdrage Zvw bepaalt de uitkeringsinstantie als volgt: G x bijdrage-inkomen Zvw. 4.6 Loon voor de jaaropgave 5 Na afloop van het kalenderjaar moet de uitkeringsinstantie de uitkeringsgerechtigde een jaaropgave geven. Hierop staan de loongegevens die van belang zijn voor de aangifte inkomstenbelasting. De uitkeringsinstantie berekent het loon voor de jaaropgave als volgt: Nettobijstand (inclusief partneralimentatie)... Loonbelasting/premie volksverzekeringen (zie paragraaf 4.4 )... Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (zie paragraaf 4.5) +... Totaal fiscaal loon Wanneer percentages van letter D of letter E toepassen? De inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zvw moet worden berekend tot het maximumbijdrage-inkomen voor de Zvw: (zie tabel 1, K). Dit maximumbedrag is geen netto- maar brutobedrag. De bruteringspercentages van D gelden als over de volledige bijstand de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw betaald moet worden. Als een bijstandsgerechtigde een nabetaling krijgt uit een vorig jaar, kan zijn inkomen hierdoor boven het (tijdvakevenredige) maximumbijdrage-inkomen uitkomen. Om te beoordelen of het maximumbijdrage-inkomen wordt overschreden, is het handig om de bijstandsuitkering te vergelijken met het nettobedrag dat hoort bij het maximumbijdrage-inkomen voor de Zvw. Dit nettobijstandsbedrag wordt aangeduid met de letter N. Voor het berekenen van N voor bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar geldt de volgende formule: N = (K x 100/(100 + D)) + Q Voor 2012 is N: ( ,00 x 100/154,92)) ,00 = ,03 Voor bijstandsgerechtigden van 65 jaar en ouder (aow-gerechtigd) is de formule: N = ((K/F) x (100/(100 + D))) + A Voor 2012 is N voor een alleenstaande bijstandsgerechtigde: (( ,00/1,053) x (100/119,05)) ,00 = ,29 Voor 2012 is N voor een getrouwde bijstandsgerechtigde: (( ,00/1,053) x (100/119,05)) ,00 = ,29 Over een loontijdvak van een maand is het maximumnettobijdrage-inkomen voor de Zvw dan 1/12 van ,03. Voor het deel van de nettobijstand tot en met dit bedrag gelden de percentages van D. Voor het deel daarboven gelden de percentages van E. Voorbeeld Iemand krijgt in maart met terugwerkende kracht tot en met oktober vorig jaar bijstand van 1.500,00 per maand. Na maart stopt de bijstand. Deze persoon krijgt in maart dus 6 x 1.500,00 = 9.000,00. Netto is het maximumbijdrage-inkomen 3/12 x ,03 = 8.587,25. Tot het inkomen van 8.587,25 worden de percentages van D toegepast. Over het bedrag van ( 9.000, ,25 =) 412,75 gelden de percentages van E. 5 Zoals bedoeld in hoofdstuk IV van de Wet werk en bijstand. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

18 5 Rekenvoorschrift voor bijstandsuitkeringen op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 In dit hoofdstuk staat het rekenvoorschrift waarmee de uitkeringsinstantie de loonbelasting/premie volksverzekeringen berekent over bijstandsuitkeringen op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 die belastbaar zijn in Dit zijn de uitkeringen die in 2012 definitief worden vastgesteld. Voor deze uitkeringen geldt dat de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de uitkering en eventueel de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw definitief worden bepaald op het moment dat de uitkering belast is dat wil zeggen het moment dat deze definitief wordt vastgesteld. De aangifte en betaling moeten plaatsvinden over het aangiftetijdvak waarin deze vaststelling plaatsvindt. Let op! Op het moment waarop de uitkeringsinstantie een voorschot uitbetaalt in 2012, hoeft zij geen rekening te houden met de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Dit hoeft pas als de uitkeringsinstantie de bijstand definitief vaststelt. 5.1 Rekenvoorschrift voor de berekening van de loonbelasting/ premie volksverzekeringen De grondslag voor de berekening van de loonbelasting/ premie volksverzekeringen is het nettobedrag aan bijstand dat in 2012 definitief is vastgesteld. Als de uitkeringsinstantie het bijstandspercentagetarief ook voor de wwb-uitkeringen heeft gebruikt, past zij voor de berekening van de loonheffingen het bijstandspercentagetarief toe van de tabel van paragraaf 3.1. Als zij het bijstandspercentagetarief niet heeft gebruikt, dan is zij op het omzettingsmoment verplicht de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te vergoeden (zie paragraaf 5.2) en moet zij over deze grondslag 54,92% aan loonbelasting/premie volksverzekeringen betalen. Als de uitkeringsinstantie op het omzettingsmoment niet verplicht is de inkomensafhankelijk bijdrage Zvw te vergoeden, dan moet zij over de grondslag 49,48% aan loonbelasting/premie volksverzekeringen betalen. 5.2 Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Een uitkeringsinstantie is verplicht de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te vergoeden bij de definitieve vaststelling bijstandverlening aan zelfstandigen, als er op het genietingsmoment sprake is van een loontijdvak 6. Dat is het geval als de bijstand betrekking heeft op perioden in het kalenderjaar van omzetting. Vindt de omzetting van de Bbzuitkering na afloop van een kalenderjaar plaats, dan is er geen loontijdvak en hoeft er geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw betaald te worden. De uitkeringsgerechtigde krijgt over dit inkomen geen Zvw-aanslag omdat het inkomen als Zvw-loon in aanmerking is genomen. Een Zvw-aanslag wordt opgelegd over het bijdrage-inkomen Zvw (tot het maximumbijdrage-inkomen) verminderd met het bedrag dat als Zvw-loon in aanmerking is genomen. Hierbij maakt het niet uit of er over het Zvw-loon wel of niet bijdrage Zvw is ingehouden. Is er wel sprake van een loontijdvak, dan berekent de uitkeringsinstantie de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw als volgt: Nettobijstand waarover de bijdrage Zvw betaald moet worden... Berekende loonbelasting/premie volksverzekeringen over deze bijstand +... Nettobijstand + loonbelasting/premie volksverzekeringen =... De inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wordt nu als volgt bepaald: G x (nettobijstand + loonbelasting/premie volksverzekeringen) 6 Zie ook paragraaf 4.5 Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

19 Zijn er twee omzettingsmomenten in een kalenderjaar, waarbij er op het eerste omzettingsmoment geen loontijdvak is omdat de omzetting betrekking heeft op het vorige kalenderjaar en waarbij er op het tweede omzettingsmoment wél sprake is van een loontijdvak? Dan geldt het volgende: op het tweede omzettingsmoment, of anders op het einde van het jaar, moet voor de Zvw-berekening bij de tweede omzetting het bedrag van de eerste omzetting meegenomen worden. Voorbeeld In februari 2012 vindt de definitieve vaststelling van de Bbz-uitkering van 2011 plaats. Nettobedrag: ,00. Er is geen loontijdvak. Dus hoeft er geen bijdrage Zvw betaald te worden. 5.3 Loon voor jaaropgave Na afloop van het kalenderjaar moet de uitkeringsinstantie de uitkeringsgerechtigde een jaaropgave geven. Hierop staan de loongegevens die van belang zijn voor de aangifte inkomstenbelasting. De uitkeringsinstantie berekent het loon voor de jaaropgave als volgt: Nettobijstand (inclusief partneralimentatie)... Loonbelasting/premie volksverzekeringen (zie paragraaf 5.1)... Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw +... Totaal fiscaal loon jaaropgave... Vanaf 1 januari 2012 krijgt de uitkeringsgerechtigde een Bbz-uitkering (lening) van 1.000,00 per maand. De uitkeringsgerechtigde staakt de onderneming per 1 augustus 2012 en op 31 augustus 2012 wordt de Bbz-uitkering definitief vastgesteld. In de aangifte loonheffingen over augustus 2012 moet bij de berekening van de Zvw rekening gehouden worden met een loontijdvak van 7 maanden (januari tot en met 31 juli) en met een (tijdvakevenredig) cumulatief maximum Zvw van 7/12 van ,00 = ,00. Het nettobijstandsbedrag dat bij dit maximum hoort (N in paragraaf 4.7) voor 7 loontijdvakken, is 7/12 x ,03 = ,93. De algemene heffingskorting over 7 loontijdvakken is 7/12 x A = 1.185,92. Dit betekent dat in de formule G x (nettobijstand + loonbelasting/premie volksverzekeringen), de nettobijstand bestaat uit (7 x 1.000,00) = ,00. Het bedrag van de loonbelasting/premie volksverzekeringen tot het tijdvakevenredige maximumbijdrage-inkomen voor de Zvw wordt als volgt berekend: (nettobijstand - Q) x D - Q. Dat is dan ( , ,92) x 54,92% ,92 = 9.167, Geen loonheffingskorting bij uitkeringen op grond van het Bbz 2004 Voor bijstand voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die op grond van het Bbz 2004 wordt toegekend in de vorm van een renteloze lening en in een later kalenderjaar wordt omgezet in een bedrag om niet, wordt geen loonheffingskorting toegekend 7. Bij een omzetting om niet in hetzelfde jaar wordt met de loonheffingskorting op dezelfde manier rekening gehouden als met de loonheffingskorting over gewone bijstand. De loonbelasting/premie volksverzekeringen over het inkomen dat boven de tijdvakevenredige maximumbijdrage voor de Zvw uitkomt, wordt als volgt berekend: nettobijstand boven het maximumbedrag x E. Dat is dan ( , ,93) x 49,48% = 476,52. De algemene heffingskorting is al volledig verrekend bij de berekening tot het tijdvakevenredige maximumbijdrage-inkomen voor de Zvw. In totaal moet aan loonbelasting/premie volksverzekeringen betaald worden: 9.167, ,52 = 9.643,57. G wordt berekend over (nettobijstand + loonbelasting/premie volksverzekeringen tot het maximumbijdrage-inkomen voor de Zvw). Dat is dus 7,10% van ( , ,05) = 7,10% van ,98 = 2.073,48. De loonbelasting/premie volksverzekeringen die de uitkeringsinstantie moet betalen bij de aangifte over augustus, is 9.643,57 verminderd met het bedrag aan loonbelasting/premie volksverzekeringen dat de uitkeringsinstantie heeft afgedragen bij de aangifte over februari. 7 Dit geldt niet alleen voor de omzetting in een bedrag om niet zoals bedoeld in artikel 11, lid 2 van het Bbz 2004, maar ook voor de omzetting in een bedrag om niet van (een deel van) een lening in verband met bedrijfskapitaal zoals bedoeld in artikel 21, lid 1 van het Bbz Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

20 6 Aangifte loonheffingen De bijstandsgerechtigde hoeft voor een bijstandsuitkering geen gegevens voor de loonheffingen te geven. En de uitkeringsinstantie hoeft voor de bijstandsgerechtigde geen loonstaten bij te houden. De loonbelasting/premie volksverzekeringen wordt berekend aan de hand van de bijstandsadministratie. Voor de berekening en de betaling van de loonbelasting/premie volksverzekeringen in de loop van het kalenderjaar, wordt het bijstandspercentagetarief toegepast op de totale belastbare bijstand per bijstandsgerechtigde. 6.1 Aangifte loonheffingen doen Met de aangifte loonheffingen geeft de uitkeringsinstantie maandelijks de inkomensgegevens van uitkeringsgerechtigden aan ons door. Nummer inkomstenverhouding Met het Nummer inkomstenverhouding identificeren wij de inkomstenverhouding van de uitkeringsgerechtigde binnen een administratieve eenheid. Zolang de inkomstenverhouding blijft bestaan, moet de uitkeringsinstantie hetzelfde nummer gebruiken, ook als zij bijvoorbeeld overgaat op een ander salarissoftwarepakket. Binnen een administratieve eenheid mag de uitkeringsinstantie een nummer inkomstenverhouding niet opnieuw gebruiken voor dezelfde persoon. Als een uitkeringsgerechtigde meerdere inkomstenverhoudingen heeft bij dezelfde uitkeringsinstantie, moet de uitkeringsinstantie voor iedere inkomstenverhouding een apart nummer toekennen. Als de uitkeringsgerechtigde opnieuw een uitkering krijgt, is sprake van een andere inkomstenverhouding. De uitkeringsinstantie moet hiervoor een nieuw nummer toekennen dat nog niet eerder voor deze persoon is gebruikt. Wij adviseren een oplopend nummer inkomstenverhouding toe te kennen, beginnend bij 1. Hierdoor heeft de uitkeringsinstantie een betere garantie dat nummers niet opnieuw worden gebruikt. Code inkomstenverhouding Voor bijstandsuitkeringen gelden de volgende codes inkomstenverhouding: code 43: uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand code 42: uitkering in het kader van Besluit bijstandverlening zelfstandigen code 44: uitkering in het kader van de Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik) Voor WIJ-uitkeringen geldt de volgende code inkomstenverhouding: code 51: uitkering in het kader van de Wet investering in jongeren Let op! Per 1 januari 2012 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) opgegaan in de Wet werk en bijstand (wwb). Daarnaast is per 1 januari 2012 de Wet werk en inkomen kunstenaars (Wwik) ingetrokken en geldt voor bestaande gevallen een overgangsregeling tot 1 juli Looncodes 44 (uitkering op grond van de Wwik) en 51 (uitkering op grond van de WIJ) staan nog wel in de aangifte. Code 44 past u alleen toe voor de overgangsregeling Wwik en code 51 past u niet meer toe. Nabetalingen van WIJ-uitkeringen moet u als wwb verwerken. Loonheffingskorting wel/niet toegepast Bij de aangifte loonheffingen geeft de uitkeringsinstantie aan of zij de loonheffingskorting heeft toegepast. Voor bijstandsuitkeringen past de uitkeringsinstantie de loon heffingskorting toe. Als de loonheffingskorting voor alle perioden in het kalenderjaar al bij andere looninkomsten is gebruikt, kan de uitkeringsinstantie deze bij de bijstand niet meer toepassen. Code loonbelastingtabel Voor bijstands- en WIJ-uitkeringen gebruikt de uitkeringsinstantie de code 250. Deze code wordt ook gebruikt bij de aangifte over december, voor de eindafrekening. Overige coderingen De uitkeringsinstantie moet een aantal rubrieken in de aangifte die niet van toepassing zijn op bijstandsgerechtigden, invullen of leeg laten. Het gaat dan om: Code contract voor onbepaalde tijd : laat de uitkeringsinstantie leeg. Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands uitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands - uitkeringen 2011

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands - uitkeringen 2011 Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstands - uitkeringen 2011 Gemeenten zijn wettelijk verplicht om loonheffingen in te houden op bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Deze handleiding is bedoeld voor gemeenten die loonheffingen moeten inhouden

Deze handleiding is bedoeld voor gemeenten die loonheffingen moeten inhouden 12345 2008 Rekenregels en en handleiding handleiding over bijstandsuitkeringen bijstandsuitkeringen 2010 2008 Gemeenten zijn wettelijk verplicht om loonheffingen in te Gemeenten houden op zijn bijstandsuitkeringen.

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2006

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2006 LH 41-1Z62FD Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2006 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Belaste en onbelaste uitkeringen 6 2.1 Belaste uitkeringen 6 2.2 Onbelaste uitkeringen en verstrekkingen

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2014 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen te betalen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2013 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen af te dragen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2015 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen te betalen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen

Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2013 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen te betalen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Rekenregels en handleiding loonheffingen

Rekenregels en handleiding loonheffingen Belastingdienst Rekenregels en handleiding loonheffingen over bijstandsuitkeringen 2017 Gemeenten en de SVB zijn wettelijk verplicht om loonheffingen te betalen over bijstandsuitkeringen. In deze handleiding

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Bijlage 2 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Overzicht van de nu volgende bijlagen: I De bijstandsnormen zoals deze per 1 januari 2011 zullen gelden. II De berekening

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2011 vastgesteld op 1.424,40 per maand. In verband hiermee zal het netto

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2007 vastgesteld op 1.317 per maand (Regeling van 10 mei 2007, Stcrt. 97). In verband hiermee

Nadere informatie

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012 Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2012 vastgesteld op 1.456,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012 Uitgave januari LH 099-1T23FD Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/ premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2012 Uitgave januari LH 099-1T21FD Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/ premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2011 vastgesteld op 1.435,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2008 vastgesteld op 1.356,60 per maand (Regeling van 27 mei 2008, Stcrt. 99). In verband

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2007 1. Inhoudsopgave In de algemene bijstand begrepen vakantietoeslag Bijstandsnormen voor personen van 65 jaar of ouder Tegemoetkoming aan AOW-gerechtigden

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2009 vastgesteld op 1.381,20 per maand (Regeling van 10 november 2008, Stcrt. 2008

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loon administratie 2011

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loon administratie 2011 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loon administratie 2011 Uitgave januari LH 099-1T11FD Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/ premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2013. Uitgave januari

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2013. Uitgave januari Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2013 Uitgave januari 1 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 4

Inhoud. 1 Inleiding 4 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 5 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen vanuit tijdvakloon berekenen 5 2.2 Formule voor berekening loonbelasting/premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2006 vastgesteld op 1 284,60 per maand (Regeling van 19 mei 2006, Stcrt. 117). In verband

Nadere informatie

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012 Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2012 vastgesteld op 1.446,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004 Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004 Algemeen Het wettelijk minimumloon blijft per 1 januari 2004 gehandhaafd op 1 264,80 per maand. Een daartoe strekkende

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010 Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2010 vastgesteld op 1.416,- per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009 Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 januari 2009 1. Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2009 vastgesteld op 1.381,20 per maand (Regeling van 10 november 2008, Stcrt. 2008

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 2

Inhoud. 1 Inleiding 2 Inhoud 1 Inleiding 2 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 3 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen vanuit tijdvakloon berekenen 3 2.2 Formule voor berekening loonbelasting/premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Wijziging bedragen. per 1 juli 2013. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Wijziging bedragen. per 1 juli 2013. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2013 vastgesteld op 1.477,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per genoemde

Nadere informatie

Bijlagen bij verzamelbrief juli/augustus 2005

Bijlagen bij verzamelbrief juli/augustus 2005 Bijlagen bij verzamelbrief juli/augustus 2005 3. Circulaire heffing van belasting/premie volksverzekeringen ter zake van bijstandsuitkeringen Directoraat-generaal Belastingdienst Team ondersteunende faciliteiten

Nadere informatie

Normenbrief normen per 1 januari 2018

Normenbrief normen per 1 januari 2018 Normenbrief normen per 1 januari 2018 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2018 vastgesteld op 1.578,00 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2017 vastgesteld op 1.551,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Normenbrief 1 januari 2019

Normenbrief 1 januari 2019 Normenbrief 1 januari 2019 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 januari 2019 vastgesteld op 1.615,80 per maand (was: 1.594,20). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2015

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2015 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2015 Uitgave januari Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2016 vastgesteld op 1.524,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari 2014. Inleiding

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari 2014. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2014 vastgesteld op 1.485,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2014

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2014 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2014 Uitgave januari Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013 Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2013 69,40 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4 Loonheffing les 4 programma Loonheffingen Wanneer wordt het loon genoten? Tarieven Loonheffingskorting Tabellen Loonberekening Tabel bijzondere beloningen Loonheffingen en genietingsmoment Wij onderscheiden:

Nadere informatie

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4 Loonheffing les 4 programma Loonheffingen Wanneer wordt het loon genoten? Tarieven Loonheffingskorting Loonheffingen en genietingsmoment Wij onderscheiden: loonbelasting premies volksverzekeringen inkomensafhankelijke

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 Belastingdienst 15 2015 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 IB 331-1B51PL Deze aanvullende toelichting hoort bij de M aangifte 2015. In het Overzicht inkomsten

Nadere informatie

Wijziging bedragen Participatiewet

Wijziging bedragen Participatiewet Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2015 vastgesteld op 1.501,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum eveneens

Nadere informatie

4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004

4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004 4. Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WIK per 1 juli 2004 Algemeen Met ingang van 1 juli 2004 zullen de bijstandsnormen, de IOAW en IOAZ-bedragen en de WIK-uitkeringen worden gewijzigd. De wijzigingen

Nadere informatie

Als u 65 jaar of ouder bent

Als u 65 jaar of ouder bent 2007 Als u 65 jaar of t Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen,

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012 Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012 HEFFINGSKORTINGEN Algemeen De uitgaven van de overheid worden onder andere door het opleggen van belastingen gefinancierd. Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2015 vastgesteld op 1.507,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014

Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014 Afdeling Samenleving Richtlijn 320 Ingangsdatum: 01-01-2014 VERREKENING VAN INKOMSTEN EN INKOMSTENVRIJLATING Algemeen De in aanmerking te nemen zijn in art. 31 WWB gedefinieerd. Hiermee wordt rekening

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK

TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK TOELICHTING OP DE FOM-SALARISSTROOK Hieronder volgt een beknopte toelichting op de salarisstrook. In deze toelichting wordt ingegaan op de meest voorkomende gegevens. Indien u nog vragen heeft na het lezen

Nadere informatie

Regeling zorgverzekering

Regeling zorgverzekering Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2005, nr. Z/VV-2611957, houdende regels ter zake van de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (), laatstelijk gewijzigd bij

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen: 12345 november 2007 Mededeling 7 Loonheffingen In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen: 1 teruggaaf van in 2006 te veel betaalde inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet

Nadere informatie

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Amsterdam. Datum: 20 april 2011. Rapportnummer: 2011/120

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Amsterdam. Datum: 20 april 2011. Rapportnummer: 2011/120 Rapport Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Amsterdam. Datum: 20 april 2011 Rapportnummer: 2011/120 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen: 12345 maart 2007 Mededeling 2 Loonheffingen In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen: 1 fouten in het Handboek loonheffingen 2007; 2 wijziging ISO-landencodetabel; 3 afstaan van

Nadere informatie

De belastingplichtige krijgt dan een positieve/negatieve aanslag IB opgelegd.

De belastingplichtige krijgt dan een positieve/negatieve aanslag IB opgelegd. Loonbelasting 2009 Loonbelasting is een aangiftebelasting. Verschil aanslagbelasting en aangiftebelasting Er zijn 2 typen belastingen: aanslag- en aangiftebelastingen. Bij aanslagbelastingen staat het

Nadere informatie

Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2003

Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2003 Toelichting bij het formulier voor de berekening van het belastbaar inkomen 1. Algemeen Vooraf Ouders betalen de hoogste ouderbijdrage, tenzij zij kunnen aantonen dat het gezamenlijke belastbaar huishoudinkomen

Nadere informatie

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Vakblad Grensoverschrijdend Werken nr. 20, februari 2019 www.grensoverschrijdendwerken.nl Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Auteur: Nicole M.S.H. Janssen, werkzaam

Nadere informatie

Visma DBS B.V. Talent & Salaris. Inrichting werknemer

Visma DBS B.V. Talent & Salaris. Inrichting werknemer Visma DBS B.V. Talent & Salaris Versie 2.0 Juni 2012 Copyright Visma DBS B.V. Postbus 747 3800 AS Amersfoort Alle rechten voorbehouden. Verveelvoudiging of openbaarmaking, geheel of gedeeltelijk, is niet

Nadere informatie

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 juli 2014 vastgesteld op 1.495,20 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Wet werk en bijstand (WWB) per genoemde

Nadere informatie

Tarief bij inhouding

Tarief bij inhouding Tarief LB 10-1 Hoofdstuk 9 Tarief bij inhouding 9.1 Algemeen 9.2 Tarief 9.3 Heffingskortingen 9.4 Loonbelasting- en premietabellen 9.5 De berekening van het tabelloon 9.6 De berekening van het nettoloon

Nadere informatie

BEELD VAN DE UITVOERING 2012

BEELD VAN DE UITVOERING 2012 BEELD VAN DE UITVOERING 2012 Bbz 2004 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 IOAW IOAZ WPB WWB WWIK Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Versiebeheer Stappenplan Stap 1 Nagaan of er een dienstbetrekking is... 9

Versiebeheer Stappenplan Stap 1 Nagaan of er een dienstbetrekking is... 9 Inhoudsopgave Versiebeheer... 8 Stappenplan... 9 Stap 1 Nagaan of er een dienstbetrekking is... 9 1.1 Wat is een dienstbetrekking? 9 1.2 Opgaaf van uitbetaalde bedragen aan een derde 12 Stap 2 Gegevens

Nadere informatie

Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001

Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001 SZW Bijstandsregeling vakantietoeslag 2001 12 december 2000/BZ/IW/00/81420 Directie Bijstandszaken De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op artikel 46 van de Algemene bijstandswet, Besluit:

Nadere informatie

SALARISSPECIFICATIE Originele strook

SALARISSPECIFICATIE Originele strook Naam v/d Werkgever Adres Postcode en Woonplaats Loonheffingennummer: 0000000000 BLOK A. 1 SALARISSPECIFICATIE Originele strook Medewerker: 00000 Periode: Januari Datum van: 01-01-2013 Datum t/m: 31-01-2013

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2017 vastgesteld op 1.551,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Witte maand tabel loonbelasting/premie volksverzekeringen 2015

Witte maand tabel loonbelasting/premie volksverzekeringen 2015 Belastingdienst Witte maand tabel loonbelasting/premie volksverzekeringen 2015 (Uitgave januari) LH 303-1Z51FD Toelichting Deze tabellen moet u gebruiken voor loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, uitbetaald

Nadere informatie

Groene maandtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen 2010

Groene maandtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen 2010 12345 Groene maandtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen 2010 (Uitgave januari) Toelichting Deze tabellen moet u toepassen op loon uit vroegere dienstbetrekking, bijvoorbeeld pensioenen, uitbetaald

Nadere informatie

Wet uniformering loonbegrip

Wet uniformering loonbegrip Wet uniformering loonbegrip De Wet uniformering loonbegrip (WUL) gaat per 1 januari 2013 in. Dit brengt veranderingen met zich mee die u als werkgever wel op uw netvlies moet hebben staan. Het zogenoemde

Nadere informatie

Belastingdienst. Nieuwsbrief Loonheffingen 2016

Belastingdienst. Nieuwsbrief Loonheffingen 2016 Belastingdienst Nieuwsbrief Loonheffingen 2016 Uitgave 1 13 november 2015 Nieuwsbrief Loonheffingen 2016 U vindt in deze nieuwsbrief informatie over de nieuwe regels per 1 januari 2016 voor het inhouden

Nadere informatie

Loonbelasting en premie volksverzekeringen

Loonbelasting en premie volksverzekeringen Groene maandtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen 2007 Uitgave januari Toepassing Deze tabellen zijn van toepassing op loon uit vroegere dienstbetrekking, bijvoorbeeld pensioenen, uitbetaald

Nadere informatie

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016 De heer H. Buiten Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2016 Datum: 31 januari 2017 De heer H. Buiten Utrecht, 31 januari 2017 Geachte heer Buiten, Ingevolge uw opdracht hebben wij de in dit rapport

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2017

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2017 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2017 Uitgave januari Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Loonbelasting en premie volksverzekeringen

Loonbelasting en premie volksverzekeringen Groene maandtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen 2008 Uitgave januari Toepassing Deze tabellen zijn van toepassing op loon uit vroegere dienstbetrekking, bijvoorbeeld pensioenen, uitbetaald

Nadere informatie

Witte maand tabel loonbelasting/premie volksverzekeringen 2015

Witte maand tabel loonbelasting/premie volksverzekeringen 2015 Belastingdienst Witte maand tabel loonbelasting/premie volksverzekeringen 2015 Werknemers vakantiebonnen voor 19 of minder vakantiedagen per jaar (Uitgave januari) LH 312-1Z51FD Toelichting Deze tabellen

Nadere informatie

Herleidingsregels Loonbelasting/ premie volksverzekeringen 2015

Herleidingsregels Loonbelasting/ premie volksverzekeringen 2015 Belastingdienst Herleidingsregels Loonbelasting/ premie volksverzekeringen 2015 Uitgave januari Let op! In dit document met de herleidingsregels vindt u herleidingen van een drietal afbouwregelingen: de

Nadere informatie

1 Belastingjaar 2016

1 Belastingjaar 2016 Tarief box 1 (werk en woning) Het tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning is een oplopend tarief met 4 schijven. Belastingplichtige gaat naar verhouding meer belasting betalen als zijn inkomen

Nadere informatie

Overzicht tarieven box 1. Belastingjaar 2017

Overzicht tarieven box 1. Belastingjaar 2017 Overzicht tarieven box 1 Belastingjaar 2017 1 Belastingjaar 2017 Tarief box 1 (werk en woning) Het tarief voor het belastbaar inkomen uit werk en woning is een oplopend tarief met 4 schijven. Belastingplichtige

Nadere informatie

Loonbelasting en premie volksverzekeringen

Loonbelasting en premie volksverzekeringen Groene maandtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen Voor de inhouding op de Anw- en de AOW-uitkering 2007 Uitgave januari Toepassing Deze tabellen zijn van toepassing op loon uit vroegere dienstbetrekking,

Nadere informatie

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013 Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013 Audit І Tax І Advisory Wet uniformering loonbegrip Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Huidige Loonbegrippen... 3 1.2 Nieuw loonbegrip... 3 2. Eigen bijdrage

Nadere informatie

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Inhoudsopgave Wanneer hebt u recht op bijstand? 3 Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan? 4 Hoe hoog is uw bijstandsuitkering?

Nadere informatie

Loonbelasting en premie volksverzekeringen

Loonbelasting en premie volksverzekeringen Groene maandtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen Werknemers met vakantiebonnen voor 19 of minder vakantiedagen per jaar. 2009 Uitgave januari Toepassing Deze tabellen zijn van toepassing op

Nadere informatie

Belastingdienst. Loonberekening Voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) en loontijdvakkensystematiek

Belastingdienst. Loonberekening Voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) en loontijdvakkensystematiek Belastingdienst Loonberekening Voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) en loontijdvakkensystematiek Toelichting 2014 Inhoud 1 Algemeen 3 2 VCR-systematiek 4 3 Loontijdvakkensystematiek 5 4 Premiemaximum

Nadere informatie

Loonbelasting en premie volksverzekeringen

Loonbelasting en premie volksverzekeringen Groene dagtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen 2006 Uitgave januari Toepassing Deze tabellen zijn van toepassing op loon uit vroegere dienstbetrekking, bijvoorbeeld pensioenen, uitbetaald na

Nadere informatie

23 Dienstverlening aan huis

23 Dienstverlening aan huis Dit hoofdstuk is bestemd voor wie als particulier aan huis huishoudelijke taken laat verrichten door een dienstverlener. Voor alle vormen van dienstverlening aan huis kan sprake zijn van een dienstbetrekking.

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017

TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017 TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017 1. ALGEMEEN 1.1 Juridisch kader In de afzonderlijke wetten is geregeld dat gemeenten jaarlijks een beeld van de uitvoering (hierna: BvdU) indienen bij de

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen; Ontwerp Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, nr. UB/K/2008/6899, tot Verstrekking van

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ontwerp Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, nr. UB/K/2008/6899, tot Verstrekking van

Nadere informatie

Loonbelasting en premie volksverzekeringen

Loonbelasting en premie volksverzekeringen Groene maandtabel Loonbelasting en premie volksverzekeringen Werknemers met vakantiebonnen voor 19 of minder vakantiedagen per jaar. 2008 Uitgave januari Toepassing Deze tabellen zijn van toepassing op

Nadere informatie

Heffingskortingen 2016

Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt een belastingplichtige minder belasting en premies. Een heffingskorting is

Nadere informatie

Premiekortingen en premievrijstelling 2013

Premiekortingen en premievrijstelling 2013 Premiekortingen en premievrijstelling 2013 Hebt u werknemers in dienst die ouder zijn dan 50 jaar? Of werknemers die (deels) arbeidsongeschikt zijn? Dan hebt u misschien recht op een korting op de premies

Nadere informatie

Belastingdienst. Loonberekening Voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) en loontijdvakkensystematiek

Belastingdienst. Loonberekening Voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) en loontijdvakkensystematiek Belastingdienst Loonberekening Voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) en loontijdvakkensystematiek Toelichting 2013 Inhoud 1 Algemeen 3 2 VCR-systematiek 4 3 Loontijdvakkensystematiek 5 4 Premiemaximum

Nadere informatie

Door middel van deze brief informeer ik u over enkele relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen.

Door middel van deze brief informeer ik u over enkele relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AAN colleges van Burgemeester en Wethouders i.a.a. Directeuren Sociale Dienst Hoofden Sociale Zaken Hoofden Financiën Directeuren/hoofden I&A Gemeenteraadsleden

Nadere informatie

Deel 1. Deel 2. Deel 3

Deel 1. Deel 2. Deel 3 Uitleg Salarisspecificatie Hieronder vindt u informatie over de salarisstrook van ExcellentFlex Onderwijs. De uitleg van de salarisstrook is opgedeeld in vier delen. Bron: Easyflex handboek. Mevrouw A.A.

Nadere informatie

De Belastingdienst rondt het bedrag aan LKV per doelgroep af op hele euro s naar boven.

De Belastingdienst rondt het bedrag aan LKV per doelgroep af op hele euro s naar boven. Rekenregels Wtl De Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) is ingegaan op 1 januari 2017. Op grond van deze wet kan de werkgever over een kalenderjaar recht krijgen op een tegemoetkoming. De Wtl kent de

Nadere informatie

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Het wettelijk minimum loon of wettelijk minimum jeugdloon is het loon of het salaris dat je minimaal uitbetaald hoort te krijgen. Werknemers

Nadere informatie

Belastingdienst. Loonberekening Voortschrijdend cumulatief. loontijdvakkensystematiek

Belastingdienst. Loonberekening Voortschrijdend cumulatief. loontijdvakkensystematiek Belastingdienst Loonberekening Voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) en loontijdvakkensystematiek Toelichting 2011 Inhoud 1 Algemeen 3 2 vcr-systematiek 4 3 Loontijdvakkensystematiek 5 4 Awf-franchise

Nadere informatie

Uitleg salarisstrook B+P Belastingadviseurs, versie 2011-1

Uitleg salarisstrook B+P Belastingadviseurs, versie 2011-1 Uitleg salarisstrook B+P Belastingadviseurs, versie 2011-1 Pagina 1 van 11 Uitleg salarisstrook B+P Belastingadviseurs, versie 2011-01 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wijzigingen in 2011... 4 De salarisstrook...

Nadere informatie

... Betreft CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro 2011-2013, algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2013

... Betreft CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro 2011-2013, algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2013 > 1 Postbus 30206 2500 GE 'S-GRAVENHAGE Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus 407 2260 AK Leidschendam Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE Telefoon 0800-0543 Telefax (088) 152

Nadere informatie

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2016

Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2016 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2016 Uitgave januari Inhoud 1 Inleiding 3 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen 4 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen

Nadere informatie