Verslag over de opvolgingsdoorlichting van K.A. te Tessenderlo

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan BRUSSEL Verslag over de opvolgingsdoorlichting van K.A. te Tessenderlo Hoofdstructuur so Pedagogisch geheel Instellingsnummer Instelling K.A. directeur Nancy BEKEN adres Gerhagenstraat TESSENDERLO telefoon fax website/url Bestuur van de instelling SG 12 Aarschot-Diest-Tessenderlo te DIEST adres Boudewijnvest 1_A DIEST Scholengemeenschap SG SO Adite te DIEST adres Boudewijnvest 1 A DIEST CLB CLB vh GO Limburg - Noord / Adite te KOERSEL adres Sint-Margrietstraat KOERSEL Dagen van het opvolgingsbezoek 01/06/2012 Einddatum van het opvolgingsbezoek 01/06/2012 Datum bespreking verslag met de 01/06/2012 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Wouter Schelfhout Teamleden Reginald Leper K.A. te Tessenderlo 1

2 Deskundige(n) behorend tot de administratie nihil Externe deskundige(n) nihil K.A. te Tessenderlo

3 INHOUDSOPGAVE INLEIDING HISTORIEK TE REMEDIEREN TEKORTEN ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD? Regelgeving Economie ASO 2, Economie-moderne talen en Economie-wiskunde ASO Lichamelijke opvoeding en sport TSO ADVIES REGELING VOOR HET VERVOLG K.A. te Tessenderlo 3

4 INLEIDING Dit verslag is het resultaat van de opvolgingsdoorlichting van uw instelling 1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe. Als een instelling bij een doorlichting een beperkt gunstig advies kreeg, volgt na de periode, vermeld in het advies, een opvolgingsdoorlichting. Tijdens een opvolgingsdoorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de bij de voorgaande doorlichting vastgestelde tekortkomingen voldoende werden geremedieerd. Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een (opvolgings)doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output: context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt. Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op Tijdens het opvolgingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten. De opvolgingsdoorlichting resulteert in een opvolgingsverslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies. Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de opvolging. Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan twee adviezen uitbrengen: een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden. 1 Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11 ). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13 ) K.A. te Tessenderlo

5 Meer informatie? en K.A. te Tessenderlo 5

6 1. HISTORIEK Het vorige doorlichtingsbezoek vond plaats van 16/03/2009 tot 19/03/2009 en werd afgesloten met een beperkt gunstig advies. Vanaf schooljaar 2012 moet de instelling kunnen aantonen dat de tekorten die aan de basis lagen van dit advies, in voldoende mate werden geremedieerd. Dit verslag beschrijft in welke mate de instelling daarin is geslaagd. 2. TE REMEDIEREN TEKORTEN Voltijds secundair onderwijs omwille van Basisvorming / W ZB Keuze/Specifiek gedeelte 0 0 Regelgeving De samenstelling van de delibererende klassenraad in de andere vestigingsplaatsen (Besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs, art. 3, 4 en 5.) De uitgestelde beslissingen die niet beperkt werden tot uitzonderlijke gevallen (SO 64, art. 8) De vakantietaken die meetellen in het resultaat van het volgende schooljaar (SO 64, art. 8) 0 Graad 2 ASO Economie Graad 2 TSO Lichamelijke opvoeding en sport Graad 3 ASO Economie-moderne talen Graad 3 ASO Economie-wiskunde 0 x 0 x 0 x 0 x K.A. te Tessenderlo

7 3. ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD? 3.1 Regelgeving Voldoet Motivering Uitgestelde beslissingen. Er is een duidelijke evolutie om bij de deliberatieprocedure enkel voor uitzonderlijke en individuele situaties te kiezen voor een uitgestelde beslissing. Het gaat daarbij om situaties waarbij het onmogelijk was om op basis van opvolging, evaluatie en remediëring tijdens het schooljaar een eindbeslissing te nemen. Vakantietaken. De school kiest er voor om geen vakantietaken meer op te geven. De samenstelling van de delibererende klassenraad. Het K.A. Tessenderlo organiseert TSO II LOS op de campus Russelberg, maar ook op de campus K.T.A. I Diest en de campus K.A. Aarschot. De leerlingen krijgen daar voor vakken uit de basisvorming les van plaatselijke leraren. Deze zijn nu wel aangesteld in de betrokken wervingsambten van het K.A. Tessenderlo, waardoor deze leraren over de vereiste ambtsbevoegdheden beschikken in het K.A. Tessenderlo en bijgevolg ambtshalve als stemgerechtigd lid in de klassenraden zetelen. 3.2 Economie ASO 2, Economie-moderne talen en Economie-wiskunde ASO 3 Voldoet Motivering De eindtermen en leerplandoelen voor economie in de tweede en derde graad worden voldoende gerealiseerd. Er wordt - vooral in de derde graad - werk gemaakt van een goed gestructureerde cursus. Daarin worden vele mogelijkheden gecreëerd om toepassingsgerichte leerplandoelen in te oefenen. In de tweede graad is dit activerende karakter van de cursussen nog minder uitgewerkt, echter wel met voldoende aandacht voor een voortdurende integratie van actualiteit. In de derde graad is deze integratie van actualiteit dan weer beperkter. Verder dringt een betere jaarplanning zich op omdat een aantal thema s beperkt worden aangebracht (II,2: economische groei, III,2: internationale economische relaties, groei en conjunctuur). Dit is echter ook mede het gevolg van de vele lestijden die wegvallen op maandagen en vrijdagen en van de grote uitdagingen die worden gesteld door de graadklas in de derde graad. De noodzakelijke differentiatie verbonden aan deze graadklas wordt momenteel wel goed aangepakt. Er wordt een leerlijn uitgewerkt op vlak van het werken aan onderzoekscompetentie. Hierbij wordt op relevante wijze gewerkt vanuit de OVUR-methode, waarbij de verschillende specifieke eindtermen terzake aan bod komen. Er worden op een aantal momenten tussentijdse resultaten verwacht die worden geëvalueerd en waarop feedback wordt gegeven. De evaluatie is voldoende representatief, transparant en valide. Er is voldoende aandacht voor zowel reproductieve, toepassings- als inzichtelijke vragen. De leerlingen worden voldoende ondersteund bij hun leerprocessen. Dit alles gaat gepaard met goede leerlingenresultaten. Het eigen onderwijskundig handelen wordt voortdurend in vraag gesteld, creatief vernieuwd en bijgestuurd. De pedagogische begeleiding wordt betrokken bij het nadenken over en ontwikkelen van de onderwijsaanpak. Er wordt voldoende K.A. te Tessenderlo 7

8 nascholing gevolgd. Dit alles geeft voldoende waarborgen voor een kwaliteitsvolle leerplanrealisatie in de toekomst. 3.3 Lichamelijke opvoeding en sport TSO 2 Voldoet Motivering Tijdens de schooldoorlichting van 2009 werd vastgesteld dat de leerplandoelen voor de studierichting Lichamelijke opvoeding en sport in de tweede graad niet in voldoende mate werden gerealiseerd. De knelpunten hadden betrekking op de ondermaatse realisatie van sommige sporttakgebonden leerplandoelen (balsporten, atletiekdisciplines, dans) en het onvoldoende behandelen van de thema s lichaamshygiëne, blessurepreventie, voeding en EHBO in het vak theorie van de lichamelijke opvoeding. De school heeft de vastgestelde leerplantekorten weggewerkt. De sporttakgebonden leerplandoelen voor balsporten, atletiek en dans worden nu kwaliteitsvol behandeld. In het vak theorie van de lichamelijke opvoeding is de leerplanrealisatie meer evenwichtig. De bovengenoemde onvoldoende uitgewerkte leerplanthema s worden thans aangeboden. Momenteel gaat er evenwel nog te weinig aandacht naar de leerplandoelen de mogelijke waarden van bewegingsopvoeding inzien, de basiselementen van sportpromotionele activiteiten aangeven en kennis maken met de rol van sport als maatschappelijk fenomeen. Met het oog op het vermijden van overlap tussen leerinhouden wordt de afstemming van de leerinhouden in de vakken theorie van de lichamelijke opvoeding (tweede graad) en theorie van de sport (derde graad) nog onvoldoende bewaakt. Positief zijn de gezamenlijke leerlijnen voor de bewegings- en persoonsgebonden doelen om de verticale samenhang te bewaken. De evaluatiepraktijk daarentegen krijgt hoofdzakelijk een leraargebonden invulling. Hier laat de vakgroep kansen liggen om toezicht te houden op de gelijkgerichtheid en leerplangerichtheid van de evaluatiepraktijk K.A. te Tessenderlo

9 4. ADVIES In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning van de tekorten zoals vermeld in punt 2 van dit verslag GUNSTIG voor alle structuuronderdelen. voor alle structuuronderdelen. 5. REGELING VOOR HET VERVOLG Nihil Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever Wouter Schelfhout Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling: Voor kennisname Het bestuur of zijn gemandateerde Naam: K.A. te Tessenderlo 9