C. De Wolff Konstruktiebedrijf t.a.v. H. de Haan It Dok GL HEERENVEEN

Transcriptie

1 Retouradres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag Uw brief van C. De Wolff Konstruktiebedrijf t.a.v. H. de Haan It Dok GL HEERENVEEN Ons kenmerk / Behandeld door J.C.M. van der Goes Doorkiesnummer Aantal bijlagen Onderwerp Datum Zie waarmerk Het verlenen van de gevraagde 2 e fase omgevingsvergunning voor Westvlietweg 7. Geachte heer De Haan, Op 24 april 2013 ontvingen wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een windturbine op het terrein van de bedrijfsruimte Westvlietweg 7. Uw aanvraag omvat de activiteit Bouwen. Op uw aanvraag is, als gevolg van het feit dat voor de eerste fase omgevingsvergunning een uitgebreide procedure is doorlopen, ook de uitgebreide voorbereidings-procedure van toepassing. De ontwerpbeschikking heeft met ingang van 27 juni 2013 voor de periode van zes weken ter inzage gelegen. Tegen de ontwerpbeschikking zijn zienswijzen ingediend. Voor de beantwoording van deze zienswijzen verwijzen wij naar de bijlage, waarin per onderwerp onze reactie is ingenomen. In deze zienswijzen hebben wij geen aanleiding gezien ons standpunt over de aanvraag te herzien De motivering van onze beslissing vindt u in de bijlagen, die voor de activiteit de beoordeling, advisering en de van toepassing zijnde voorschriften bevat. Deze bijlage en de beantwoording van de ingekomen zienswijzen moeten hier als herhaald en ingelast worden beschouwd. Gelet op het bepaalde in de artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht hebben wij besloten de gevraagde omgevingsvergunning 2 e fase, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1sub a van deze wet, te verlenen met de daarbij behorende gewaarmerkte tekeningen en foto s. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Den Haag, namens dezen: Afdeling Vergunningen en Toezicht Teammanager Gebieden, Ing. O. Th. Hövel Vergeet u niet in correspondentie met de gemeente ons kenmerk te vermelden. Postadres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag Bezoekadres: Leyweg 813, Den Haag (alleen op afspraak) Internetadres: wabo123

2 / Deze omgevingsvergunning treedt in werking op de dag na de termijn (i.c. zes weken na overhandiging aan de begunstigde) voor het indienen van een beroepschrift, tenzij gedurende deze termijn, met betrekking tot deze vergunning, bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan. In dat geval wordt de werking van dit besluit opgeschort, totdat op het verzoek is beslist. Omdat sprake is van een gefaseerde aanvraag treden de beschikkingen voor eerste en tweede fase op dezelfde dag inwerking en wel op de laatste van de dagen dat de beschikkingen afzonderlijk in werking zouden treden. Ten slotte wijzen wij u erop dat deze vergunning aan u wordt verleend behoudens rechten van derden en dat door het verlenen van deze vergunning niet wordt vooruitgelopen op enige andere door de gemeente krachtens de wet of een gemeentelijke verordening, dan wel krachtens eigendomsrecht van de gemeente met betrekking tot de onderhavige aanvraag eventueel te nemen beslissing. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking daarvan een beroepschrift indienen bij de Rechtbank te Den Haag, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. U kunt ook via Internet een beroepschrift indienen. Het beroepschrift dient tenminste te bevatten: naam en adres van de belanghebbende; datum en handtekening; een nauwkeurige omschrijving van het besluit waartegen het beroepschrift zich richt (bij voorkeur het kenmerk of een briefnummer); de gronden van beroep; indien het beroepschrift niet door de belanghebbende zelf wordt ingediend maar namens deze: een volmacht. Indien u schriftelijk beroep instelt, wordt u verzocht om een kopie van het besluit waartegen het beroep is gericht mee te zenden. De indiener van het beroepschrift kan, als onverwijlde spoed dat - gelet op de betrokken belangen -vereist, eveneens een voorlopige voorziening (bijvoorbeeld een schorsing van het besluit) vragen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. wabo123

3 / EINDOORDEEL ACTIVITEIT (Bijlage bij beschikking aanvraag omgevingsvergunning) Bijlage activiteit Bouwen. De aanvraag betreft het perceel, kadastraal bekend als gemeente s Gravenhage, sectie BC, nr Op basis van de aard en inhoud van deze aanvraag is volgens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen het gebruiksdoel Overige gebruiksfunctie vastgesteld. Bij de behandeling van de aanvraag omgevingsvergunning eerste fase is geconstateerd dat het plan in strijd is met de beheersverordening Vlietzone. Op 23 april 2013 is de omgevingsvergunning eerste fase, kenmerk / , verleend waarbij met toepassing van artikel 2.12, lid 1, sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht afwijking is verleend van de beheersverordening. Beoordeling activiteit Bouwen. Voor zover van toepassing is deze activiteit op grond van artikel 2.10 Wabo getoetst aan: - het Bouwbesluit 2003/2012, - de Bouwverordening, - de Welstandsnota, Ingewonnen adviezen Welstand De welstandscommissie heeft beoordeeld of het bouwwerk voldoet aan redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 12a, eerste lid onder a, van de Woningwet. Deze commissie heeft op 29 mei 2013 het bouwplan getoetst aan het onderdeel Algemeen toetsingskader van de Welstandsnota en negatief geadviseerd. De motivering van de commissie luidt als volgt: De commissie heeft het bouwplan getoetst aan Hoewel de commissie waardering heeft voor de duurzame ambitie kan de commissie niet instemmen met de situering en schaal van de voorgestelde windturbine. Zij kan niet instemmen met de inpassing van de windmolen in deze omgeving doordat de schaal en afmeting van de windmolen te groot zijn. Het betreft een natuurlijke situatie nabij de groene Vlietzone en woongebieden. Wij nemen het advies van de welstandscommissie om de navolgende reden niet over. De inpassing van de windturbine Het college acht de bestaande ruimtelijke en functionele context van de beoogde bouwlocatie geschikt voor inpassing van een grootschalige windturbine. De turbine is gepland aan de oostkant van het bedrijventerrein Westvlietweg II, tussen het bestaande bedrijfspand van Ceva Logistics en de snelweg A4. De directe omgeving van deze locatie wordt gekenmerkt door grootschalige infrastructuur (snelweg en spoorviaduct) en bedrijvigheid en heeft een uitgesproken dynamische uitstraling. Onder andere vanwege deze kenmerken is de A4/Vlietzone al geruime tijd in beeld bij Den Haag en de provincie als mogelijke locatie voor windturbines. Dit is opgenomen in rapport Windenergie in de A-4 zone, plaatsingsalternatieven voor windturbine in Den Haag in de A-4 zone van november 2005, opgesteld door de Grontmij Nederland BV in opdracht van Gemeente Den Haag. In het gemeentelijke beleid is dit recent bevestigd in het coalitieakkoord, Coalitieakkoord Aan de slag en in het gebiedsperspectief A4/Vliet-zone. wabo123

4 / In dit gebiedsperspectief A4/Vliet-zone (ambtelijk concept december 2012) wordt vastgelegd wat op dit moment noodzakelijk en overzienbaar is. Het motto is kwaliteit versterken en kansen behouden. Ook een mogelijke bijdrage van het gebied aan de duurzaamheidsambities van Den Haag wordt gezien als kans. Zo kunnen initiatieven van marktpartijen of particulieren op het gebied van duurzame energieopwekking en het benutten van natuurlijke energiebronnen rekenen op een positieve grondhouding van de gemeente, als deze op een acceptabele wijze ruimtelijk inpasbaar zijn. Afwijking van de beheersverordening Vlietzone is mogelijk als de ontwikkeling een belangrijke bijdrage levert aan het versterken van de gebieds-kwaliteiten, de kansen voor de lange termijn behouden blijven en er geen gemeentelijke investeringen mee gemoeid zijn. Het Ceva-initiatief past hierbinnen en wordt dan ook als wenselijk gezien door de gemeente Ook in het provinciale beleid is deze omgeving herbevestigd als geschikt voor de plaatsing van windturbines. In de Nota Wervelender, Verordening ruimte; actualisatie 2012 van de Provincie Zuid-Holland is bepaald dat locaties ten behoeve van windenergie zijn gekoppeld aan zones langs snelwegen in combinatie met grootschalige bedrijvigheid. Bij de beoordeling van het bouwplan is expliciet rekening gehouden met het feit dat de ruimere omgeving van de beoogde bouwlocatie volstrekt andere ruimtelijke karakteristieken heeft. De Vliet en aanliggende gebieden worden gekenmerkt door de aanwezigheid van (voormalige) landgoederen, betrekkelijk kleinschalige (woon)bebouwing en veel groen. Inpassing van een grootschalige windturbine in deze omgeving is niet aan de orde. Gezien de grote afstand tussen de beoogde windturbine en de groene Vlietoevers, buitenplaatsen en bestaande woningen in de omgeving acht het college storende invloeden betreffende de zichtbaarheid en beleving van de windturbine niet onevenredig groot. De hoogte van de windturbine Met een rotorashoogte van 94 meter en een tiphoogte van 150 meter is bij de aangevraagde Ceva-windturbine sprake van een grootschalige windturbine, met de erbij horende invloed op de omgeving. In het rapport Windenergie in de A-4 zone, plaatsingsalternatieven voor windturbine in Den Haag in de A-4 zone van november 2005, opgesteld door de Grontmij Nederland BV is opgenomen dat de windomstandigheden in het plangebied minder gunstig zijn door de bebouwing van Den Haag. Daardoor waait het minder hard en is het van belang om van hoge masten uit te gaan. Als ondergrens is uitgegaan van een rotor-ashoogte van minimaal 80 meter. In de toenmalige en huidige afwegingen betreffende inpassingsmogelijkheden voor windturbines in de A4/Vlietzone is altijd uitgegaan van zeer hoge windturbines. Het college begrijpt en ondersteunt dan ook de keuze van de initiatiefnemer voor een windturbine van de hierboven genoemde afmetingen. Duurzaamheidsaspecten Het belangrijkste motief om af te wijken van het welstandsadvies betreft de maatschappelijke en politieke verantwoordelijkheid voor het beleidsthema duurzaamheid. De gemeente Den Haag heeft de ambitie om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Duurzame energiebronnen, waaronder windenergie, spelen daarbij een belangrijke rol. In het collegeakkoord is de Vlietzone expliciet aangegeven als gebied waar de gemeente positief staat tegenover particuliere initiatieven betreffende windturbines. De Haagse beleidsdoelstellingen passen in het provinciale beleid betreffende windenergie (zie hiervoor). De provinciale duurzaamheidsdoelstellingen komen voort uit het voornemen van het rijk om in % van de Nederlandse energievoorziening duurzaam te laten zijn. In totaal is er MW wind op land nodig om deze ambitie te halen. In de provincie Zuid-Holland moet tot 2020 een vermogen van minimaal 730 MW windenergie op land gerealiseerd worden. Circa 60 MW hiervan in het gebied rond de A4 tussen Leidschendam en Delft. In de visie van de provincie is de omgeving van de A4 een snelweglandschap waar de toevoeging van windturbines goed samengaat met de bestaande aard en structuur van de omgeving. In het Haagse deel gaat het om 33 MW/11 windturbines met een vermogen van 3 MW. Alles overwegende acht het college het verantwoord om af te wijken van het welstandsadvies betreffende dit bouwplan. wabo123

5 / Eindoordeel activiteit Bouwen Op grond van de beoordeling van de activiteit en de ingewonnen adviezen bestaat er geen bezwaar tegen het met toepassing van artikel 2.10 Wabo verlenen van de vergunning voor de activiteit Bouwen. Aan deze omgevingsvergunning verbinden wij met betrekking tot de activiteit Bouwen de volgende voorschriften: Het bouwen moet gebeuren volgens de bepalingen van het Bouwbesluit en de Bouwverordening. Tevens moet worden voldaan aan de hierna genoemde, op de gewaarmerkte tekening(en) en bijlagen aangegeven, nadere voorschriften en bepalingen. Wij vragen uw aandacht voor de volgende voorwaarden en bepalingen krachtens de Regeling omgevingsrecht (MOR) Artikel 2.1, 2.2 en 2.7 De volgende gegevens en bescheiden moeten nog worden beoordeeld en indien deze nog niet zijn overgelegd dienen de gegevens uiterlijk drie weken voor de aanvang van de desbetreffende bouwwerkzaamheden ter beoordeling aan de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Afdeling Vergunningen en Toezicht, Team Bouwconstructies, Bouwfysica en ecologie, Postbus 12655, 2500 DP Den Haag, o.v.v. ons referentienummer alsnog in drievoud te worden overgelegd: - Het bouwveiligheidsplan dat minimaal moet bevatten: - de naam en het correspondentie-adres van de aannemer; - de ligging van het betreffende perceel; - een inventarisatie van de funderingen in de omgeving; - een constructievoorstel en uitvoeringsplan voor de te maken bouwput; - een bemalingsrapport met daarin de invloed van het bemalen op de grondwaterstand in de omgeving (isohypsen); - een uitvoeringsplan voor de bouwmethodiek met toe te passen materialen, materieel, hulp- en beveiligingsmiddelen; - de gegevens van de technische installaties die voor de bouwwerkzaamheden worden gebruikt; - een bouwplaatstekening waarop aangegeven staat: - de situering van het bouwwerk; - de plaats van de bouwkranen; - de aan- en afvoerwegen; - de laad-, los- en hijszones; - de plaats van de bouwketen; - de situering van het bouwwerk ten opzichte van de aangrenzende wegen, bouwwerken e.d.; - de grenzen van het bouwterrein waarbinnen alle bouwwerkzaamheden, het laden en lossen daar onder begrepen, plaatsvinden; - de in of op de bodem van het bouwperceel aanwezige leidingen; - de plaats van ander hulpmaterieel; - de terreinafscheidingen; - een verkeersplan voor stremmingen en omleidingen als de werkzaamheden zoals hijsen van lasten en het plaatsen van bouwplaatsafscheidingen daartoe aanleiding geven; - een voorstel voor controlemaatregelen in verband met de bemaling: - het plaatsen van peilbuizen; - het aanbrengen van hoogtebouten; - het meten van het waterdebiet; - een rapportageplan inzake de meetresultaten; wabo123

6 / noot: De stadsdeelinspecteur van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling,, dient, totdat een andere rapportage-frequentie is bepaald, dagelijks schriftelijk op de hoogte te worden gebracht van de meetresultaten van de peilbuizen, hoogtebouten en trillings- en geluidsmetingen. Wanneer de gemeten waarden de berekende of verwachte waarden overschrijden moeten de werkzaamheden worden gestopt en dient er overleg plaats te vinden met de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. - De hierna genoemde constructieve en aanverwante gegevens: - het funderingsplan en de uitvoeringswijze; noot: Voor het draagvermogen van de funderingspalen dient, gezien de bodemopbouw in de nabije omgeving, de (negatieve) kleefbelasting uit de diepere lagen volledig op de palen te worden meegerekend. - de gegevens en berekeningen van de constructies van het bouwwerk, met o.a. een uitwerking van de volgende onderdelen : - mast windturbine; - verankering mast aan fundatie; - fundatie; - overige constructieve onderdelen. - de gegevens van de toe te passen buitenlandse bouwproducten; voor het toepassen van buitenlandse bouwproducten dienen Europees erkende kwaliteitsverklaringen te worden overlegd van een erkend instituut; de technische beschrijvingen, specificaties en berekeningen dienen te worden overlegd in de Nederlandse taal; de berekeningen dienen te worden opgesteld volgens in het Bouwbesluit aangewezen normen; De aanvrager dient de samenhang kenbaar te maken tussen de voor de bouwactiviteit ingediende gegevens en bescheiden onderling en met de overige gegevens en bescheiden, die bij de aanvraag zijn gevoegd. Indien er zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor de veiligheid van de openbare ruimte, belendingen en personen niet voldoende is gewaarborgd, dient de aannemer onverwijld de vereiste maatregelen te treffen. Met de uitvoering van de desbetreffende werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat de daarop betrekking hebbende tekeningen en/of berekeningen door de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Team Bouwconstructies, Bouwfysica en ecologie, zijn goedgekeurd. Tevens dienen de goedgekeurde constructietekeningen en berekeningen op het werk aanwezig te zijn. Wij vragen uw aandacht voor de volgende voorwaarden en bepalingen krachtens het Bouwbesluit Afdeling 8.1 Aan de werkzaamheden worden met betrekking tot de invloed op de belendingen en de omgeving de volgende eisen gesteld: - verticale bouwputafscheidingen dienen zodanig te worden ontworpen en uitgevoerd, dat er geen schade kan optreden aan belendingen en leidingen; - de grondwaterstand ter plaatse van de belendingen mag niet worden verlaagd beneden de gemiddeld laagst bekende natuurlijke grondwaterstand; - de invloed van trillingen op de belendingen ten gevolge van sloop-, hei- en andere werkzaamheden moet worden bepaald volgens de SBR-richtlijn Trillingen, deel A "Schade aan gebouwen, meet- en beoordelingsrichtlijn" Er dient dan minimaal te worden voldaan aan de daarin vermelde grenswaarden; - boven de openbare weg en boven in gebruik zijnde ruimten waar zich mensen ophouden en belendingen mag niet worden gehesen; wabo123

7 / Indien de hiervoor omschreven trillings-, geluids- en vervormingseisen worden overschreden, dienen alle werkzaamheden, die deze overschrijdingen kunnen veroorzaken, te worden stilgelegd. De werkzaamheden mogen niet worden hervat voordat er maatregelen zijn genomen die zijn goedgekeurd door de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Gedurende alle werkzaamheden dient een coördinator op het werk aanwezig te zijn die namens de vergunninghouder gemachtigd is handelend op te treden bij het niet voldoen aan de hiervoor gestelde eisen of overschrijding van gestelde grenswaarden. Voorschriften op basis van het Bouwbesluit Aanwezigheid bescheiden (artikel 1.23 Bouwbesluit) Tijdens het bouwen moeten, voor zover van toepassing, de volgende bescheiden of een afschrift daarvan op het terrein aanwezig zijn: a. de omgevingsvergunning voor het bouwen; b. het bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.3 van het Bouwbesluit; c. afschrift van een besluit ingevolge artikel 13, 13a, of 14 van de Woningwet, dan wel een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang dan wel last onder dwangsom, en d. overige voor het bouwen van belang zijnde vergunningen en documenten met nadere voorwaarden en ontheffingen. Het uitzetten van de bebouwingsgrenzen (artikel 1.24 Bouwbesluit) Met het bouwen van het bouwwerk waarop deze vergunning ziet, wordt, onverminderd de voorwaarden bij deze vergunning, niet begonnen voordat voor zover nodig door of namens het bevoegd gezag: a. de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en b. het straatpeil is uitgezet. Mededeling aanvang en beëindiging bouwwerkzaamheden (artikel 1.25 Bouwbesluit) Ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van de bouwwerkzaamheden waarop deze vergunning ziet, dient de houder van deze vergunning ons schriftelijk van de aanvang van die werkzaamheden, met inbegrip van ontgravingswerkzaamheden, in kennis te stellen. Ten minste op de dag van beëindiging van de bouwwerkzaamheden waarop deze vergunning ziet, dient de houder van deze vergunning ons schriftelijk van de beëindiging van die werkzaamheden in kennis te stellen. Het bouwwerk voor het bouwen waarvan deze vergunning is verleend, mag niet in gebruik worden gegeven of genomen indien dit niet gereed is gemeld. Voorschriften op basis van de Bouwverordening Bij het bouwen dient in verband met het bouwtoezicht te worden voldaan aan de voorschriften als bedoeld in artikel 4.2 en 4.4 tot en met 4.14 van de Bouwverordening. In het bijzonder wijzen wij u op artikel 4.2 van de Bouwverordening op grond waarvan op het bouwterrein de volgende bescheiden verplicht aanwezig moeten zijn: - de omgevingsvergunning voor het bouwen, - andere toestemmingen, wabo123

8 / Beantwoording zienswijzen Algemeen Formeel kan alleen zienswijzen worden ingediend tegen de aspecten die onderdeel uitmaken van de toetsing die plaats vindt in het kader van de omgevingsvergunning 2 e fase. De aanvraag betreft enkel de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In dit geval betreft dit de toetsing aan de regels van het Bouwbesluit en redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 12a, eerste lid onder a, van de Woningwet Voor zover de ingekomen zienswijzen betrekking hebben op aspecten uit de omgevingsvergunning eerste fase wordt formeel verwezen naar de beantwoording zienswijzen tegen deze vergunning. In het kader van zorgvuldigheid is aanvullend door ons gereageerd op de ingekomen zienswijzen. Door de volgende partijen is zienswijze ingediend: Dhr. P.J. Koot, Broekweg 52, 2266 LJ Leidschendam Vereniging Houdt Vlietrand Groen, p/a Prins Bernhardlaan 167, 2274 HX Voorburg Gemeente Leidschendam-Voorburg, Postbus 905, 2270 AX Voorburg De zienswijze van Dhr. P.J. Koot heeft betrekking op de volgende zaken. Behalve geluidoverlast is de hoogte zo dicht op de woonwijk (Zeeheldenbuurt Leidschendam) niet acceptabel. De molen past niet in het groengebied. Reactie op zienswijze: De zienswijze is inhoudelijk niet onderbouwd. Op basis van de weerlegging zienswijzen aanvraag 1 e fase kan het volgende worden gezegd. Bij de afweging om medewerking te verlenen aan het plan heeft de gemeente gekeken naar het beschermen en benutten van de bestaande kwaliteiten van het gebied. Tevens zal worden ingespeeld op de aanwezige grote maatschappelijk en bestuurlijke betrokkenheid bij de toekomst van het gebied. Plaatsing van windturbines is al lange tijd een veelbesproken optie in de Vlietzone. De geluidaspecten zijn meegenomen in de beoordeling van de melding in het kader van de Wet milieubeheer waarbij is getoetst aan de normstelling. Hierbij is gebruik gemaakt van de door de Directie KLG van het ministerie van Infrastructuur en Milieu opgestelde nota Kaders normering geluid windturbines. De zienswijzen van Vereniging Houdt Vlietrand Groen en de Gemeente Leidschendam-Voorburg hebben betrekking op de volgende zaken. Zienswijze m.b.t. landschappelijke aspecten, milieu en welstand Het college geeft aan dat het onder andere op grond van het gebiedsperspectief voor de A4/Vlietzone ruimte ziet voor plaatsing van een windturbine. Dit gebiedsperspectief is niet door de Haagse raad gezien en ook nog niet ter visie gelegd. Bovendien negeert het college de welstandscommissie en gaat ze in tegen de beheersverordening voor dit gebied. De welstandscommissie van Den Haag heeft op 29 mei 2013 een negatief advies uitgebracht. Het is opvallend dat het college heeft besloten voorbij te gaan aan dit advies met als belangrijkste motief de maatschappelijke en politieke verantwoordelijkheid voor het beleidsthema duurzaamheid. Gelet op de impact en de ingekomen zienswijzen zou de gemeente alle zorgvuldigheid moeten betrachten. Er is echter geen deskundig tegenadvies of een second opinion van een andere onafhankelijke commissie ingebracht. Er zijn echter diversen alternatieven voor de plaatsing van een windturbine binnen de aangewezen gebiedszones of daarbuiten die minder nadelige gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit. De windturbine hoeft niet in de directe omgeving van het bedrijf te worden geplaatst. wabo123

9 / Reactie op de zienswijze: Het is juist dat het gebiedsperspectief nog niet in de Raad behandeld is geweest. Het perspectief is inmiddels wel in het college vastgesteld en naar verwachting zal in oktober de behandeling in de Raad plaats vinden. In de beantwoording van de zienswijzen tegen de omgevingsvergunning eerste fase is door ons al aangegeven dat een mogelijke bijdrage van dit gebied aan de duurzaamheidsambities van Den Haag wordt gezien als een kans. In de reactie op de zienswijzen omgevinsgvergunning eerste fase is al aangegeven dat ten tijde van het opstellen van de beheersverordening en de terinzagelegging van het ontwerp sprake was van een situatie waarin Eneco haar belangstelling voor de plaatsing op de lange baan had geschoven. Bij het initiatief van vergunninghouder waren wij niet betrokken. Om die reden is het initiatief van vergunninghouder ook niet meegenomen in de procedure van de beheersverordening. Voor wat betreft onze volledige overwegingen om het advies van de welstandscommissie niet te volgen verwijzen wij kortheidshalve naar hetgeen hierover is opgenomen in de omgevingsvergunning tweede fase. Wij achtten de bestaande ruimtelijke en functionele context van de beoogde bouwlocatie geschikt voor inpassing van een grootschalige windturbine. Het gebied en deze locatie is door zijn kenmerken al geruime tijd in beeld bij Den Haag en de Provincie als mogelijke locatie voor windturbines. Bij de beoordeling van het bouwplan is expliciet rekening gehouden met het feit dat de ruimere omgeving van deze bouwlocatie ook andere ruimtelijke karakteristieken heeft. Hierbij is ook de situering van de beoogde windturbine en de groene Vlietoevers, buitenplaatsen en bestaande woningen in de omgeving meegewogen. Het belangrijkste motief om af te wijken van het welstandsadvies betreft de maatschappelijke en politieke verantwoordelijkheid voor het beleidsthema duurzaamheid. Alles overwegende achtten wij het verantwoord om af te wijken van het welstandsadvies betreffende dit bouwplan en is afgezien van het aanvragen van een tegenadvies of een second opinion van een andere onafhankelijke commissie. Wij zijn van mening dat hiermee, mede gelet op de impact en de ingekomen zienswijzen, alle zorgvuldigheid is betracht. Reeds in de beantwoording van de zienswijzen van de eerste fase is ingegaan op de ruimtelijke invulling van de locatie. Het initiatief bij CEVA richt zich op de bedrijfsgronden van CEVA. Onderzoek heeft uitgewezen dat de locatie die CEVA voor ogen staat de enige mogelijkheid is voor CEVA om de windturbine te realiseren. Bij deze locatie zijn alle afwegingen gemaakt op het gebied van ruimtelijke inpassingen en op het gebied van de regelgeving (geluid voor derden, slagschaduw, externe veiligheid, etc.). De onderzoeken en rapportages ondersteunen de locatie van de windturbine. Zienswijze m.b.t. afwegingen Er wordt alleen gekeken naar de bestaande verrommeling van het gebied. Het dorpsgezicht van Voorburg, buitenplaats Eemwijk en belangen van omwonenden worden niet op juiste wijze meegenomen. Bij het maken van ruimtelijke keuzes dienen alle ruimtelijk relevante aspecten inzichtelijk gemaakt te worden. Zeker omdat de belangen tegenstrijdig zijn. Het nut en de noodzaak voor het faciliteren van de windturbine op deze locatie is onduidelijk en komt nergens ter sprake. Er is door het college eenzijdig gekeken naar de relatie met de grootschalige infrastructuur in de omgeving Onderzoek dat negatief uitvalt om in dit gebied windmolens te plaatsen Eneco 2011 wordt buiten beschouwing gelaten. In dit rapport wordt geconcludeerd dat windturbines in deze zone een beperkte opbrengst genereren, sprake is van veel overlast voor omwonenden (geluid en slagschaduw) en het geheel een grote onrendabele top heeft. In de onlangs verschenen notitie van het Centraal Planbureau (14 juni 2013) is een maatschappelijke kostenbatenanalyse uitgevoerd van de Rijksstructuurvisie 6000 MW Windenergie op Land (SWOL). Dit onderzoek onderschrijft dat de effecten voor natuur en landschap in potentie groot zijn. Uit de voorliggende documenten is niet af te leiden dat de aspecten rondom de hoge exploitatiekosten, variabele opbrengsten, landschapsvervuiling, verbruik kostbare grondstoffen in de productie van winmolens, invloeden op flora en fauna en slagschaduw en geluidhinder voor omwonenden bij de afweging zijn betrokken. wabo123

10 / De conclusie die getrokken wordt in de fotovisualisatie, dat de windturbine landschappelijk inpasbaar is en goed past in de uiterlijke kenmerken van het gebied, geeft blijk van een (totaal) gebrek aan realiteitszin. Wij begrijpen niet dat een ambitieuze stad als Den Haag zo weinig geeft om de entree van haar eigen stad door medewerking te verlenen aan windturbines en reclamezuilen in het gebied. Reactie op zienswijze: Bij de concrete inpassing van het bouwplan hebben ook voor het college de bijzondere ruimtelijke kenmerken van de A4/Vlietzone een belangrijke rol gespeeld en het is nu eenmaal een feit dat het gebied wordt gekenmerkt door zowel laag-dynamische elementen als groen, water en cultuurhistorie als door hoog dynamische elementen als snelwegen, spoorwegen en bedrijvigheid. In de beantwoording op de zienswijzen omgevingsvergunning eerste fase is door ons al aangegeven dat dit de karakteristiek van het gebied is en beide werelden naast elkaar bestaan. Het dorpsgezicht van Voorburg, de waardevolle elementen van de historische landgoederen zoals zichtlijnen vanaf de landgoederen aan de Vliet - blijven ruimschoots buiten het invloedgebied van de windturbine en van het infralandschap van de A4.De belangen van omwonenden zijn met de gedane onderzoeken voldoende geborgd. De gemeente heeft wel degelijk rekening gehouden met alle ruimtelijk relevante aspecten en kan niet een eenzijdige blik worden verweten. De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) is in het leven geroepen om de onrendabele top van windenergie op te vangen. De bijdrage van de SDE zorgt ervoor dat top hierdoor opgevangen wordt en windturbines gerealiseerd kunnen worden. Het is onbekend met wat voor uitgangswaarden Eneco in 2011 heeft gerekend. Het is de inschatting van De Wolff Nederland Windenergie (WNW) dat er op de locatie van CEVA te Den Haag een positieve Businesscase gemaakt kan worden. WNW kan niet in de overwegingen van Eneco treden. Wellicht dat een lagere overhead van WNW ten opzichte van een organisatie met de omvang van Eneco hierbij meespelen. WNW kan maatwerk leveren voor een dergelijke locatie zoals bij CEVA. WNW is enthousiast om tot realisatie van de locatie te komen en verwacht op basis van haar jarenlange ervaring in de windenergiemarkt dat de positieve businesscase behaalt wordt. Ook dient ten aanzien van het onderzoek van Eneco in ogenschouw genomen te worden dat deze uitgaat van de plaatsing van 5 windturbines. Onderhavige aanvraag ziet op de plaatsing van één windturbine en is dus niet vergelijkbaar met de situatie van Eneco. Tijdens het algemeen overleg van de Tweede Kamer op 20 juni jl. is de rapportage van het CPB behandeld. Minister Kamp onderschrijft de rapportage van het CPB. Reden hiervoor is dat juist om tot 6000 MW windenergie in 2020 te komen er vanaf dit moment volledig ingezet moet worden op windenergie. Projecten die thans in ontwikkeling zijn, zijn van essentieel belang om te voldoen aan de doelstellingen. Ter aanvulling is het verslag van 20 juni jl. in de bijlage opgenomen. Een belangrijk aspect in de aanvraag is dat de initiatiefnemer bedrijfseconomische doelstellingen heeft waardoor realisatie van een windturbine buiten de scope van de notitie van het Centraal Planbureau een positieve invloed heeft op de bedrijfsvoering Aspecten als de hoge exploitatiekosten, variabele opbrengsten en verbruik van kostbare grondstoffen in de productie van de windturbine zijn zaken die de afwegingen van CEVA Logistics/ WNW zijn meegenomen. Invloeden op flora en fauna en het landschap alsmede slagschaduw en geluidhinder zijn onderzocht. Voor deze aspecten zijn de benodigde rapporten ingediend. In het kader van de besluitvorming op de aanvraag omgevingsvergunning eerste fase heeft beoordeling hierop plaats gevonden. De economische aspecten zijn door WNW/CEVA afgewogen. Zoals aangegeven verwachten wij dat er een positieve businesscase gerealiseerd kan worden. Mede door de SDE subsidie, die voor 15 jaren wordt verleend met vaste uitgangswaarden die gegarandeerde opbrengsten tot gevolg hebben, is er meerjarige zekerheid in de exploitatie. De afwegingen die WNW heeft gemaakt hebben er in geresulteerd dat er onderzoek gedaan is naar de locatie middels de nodige rapportage WNW/CEVA zijn enthousiast en positief om de windturbine te realiseren. wabo123

11 / Bij de concrete inpassing van het bouwplan hebben ook voor het college de bijzondere ruimtelijke kenmerken van de A4/Vlietzone een belangrijke rol gespeeld en het is nu eenmaal een feit dat het gebied wordt gekenmerkt door zowel laag-dynamische elementen als groen, water en cultuurhistorie als door hoog-dynamische elementen als snelwegen, spoorwegen en bedrijvigheid, die onderdeel zijn van de stadsentree. In de beantwoording op de zienswijzen omgevingsvergunning eerste fase is door ons al aangegeven dat dit de karakteristiek van het gebied is en beide werelden naast elkaar bestaan. De waardevolle elementen van de historische landgoederen zichtlijnen vanaf de landgoederen aan de Vliet - blijven ruimschoots buiten het invloedgebied van het infralandschap van de A4. De fotovisualisaties ondersteunen deze conclusie. De gemeente heeft wel degelijk rekening gehouden met alle ruimtelijk relevante aspecten en kan niet een gebrek aan realiteitszin worden verweten. In de beantwoording op de zienswijzen omgevingsvergunning eerste fase is door ons al aangegeven dat de aanvraag uit gaat van een windturbine. In de aanvraag en ook in gesprekken met de aanvrager is nooit sprake geweest van het voeren van reclame op of aan (onderdelen van de) windturbine. Zienswijze m.b.t. Onderzoeken Is er onderzoek gedaan naar windschering zogenaamde Van den Berg-effect in zake bijzondere overlast voor omwonenden. Windturbines hebben negatieve en zelfs schadelijke werking op kabels, leidingen en buizen in de directe omgeving. Hiernaar dient onderzoek te worden gedaan. Reactie op de zienswijze: Windschering is een fenomeen dat in het verleden niet opgenomen was in de regelgeving van geluid van windturbines. Windschering komt erop neer dat er nachten zijn met een instabiel windprofiel waarbij op grote hoogte er meer wind staat dan aan de grond. Dit zorgt ervoor dat op hoogte meer geluid geproduceerd wordt ten opzichte van het maaiveld. O.a. de studie van Van den Berg heeft ervoor gezorgd dat de geluidsregels voor windturbines zijn veranderd. In de hedendaagse geluidsregels voor windturbines (de Lden47 norm) is dit effect meegenomen. Windschering maakt derhalve een onderdeel uit van de weten regelgeving. Op het gebied van geluid wordt derhalve overal aan voldaan. De geluidsrapportage die aangeleverd is aan de gemeente onderschrijft dit. Naast een geluidsrapportage is onderzoek gedaan naar de mogelijke effecten van de windturbine op kabels en leidingen. In de zogenoemde QRA rapportage is onderzoek gedaan naar de gasleiding die ten westen van het plangebied loopt. Uit onderzoek blijkt dat de windturbinelocatie op voldoende afstand staat van de leiding. wabo123

12 / MELDING AANVANG WERKZAAMHEDEN (ten minste twee dagen voor de aanvang melden) Gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG Behoort bij omgevingsvergunning van: C. De Wolff Konstruktiebedrijf Adres : Westvlietweg 7 Dossiernummer : Regisseur realisatiefase : Dhr. A. Verwijs Dienst : DSO / Vergunningen & Toezicht Ondergetekende, houder van de omgevingsvergunning geeft hiermee kennis, dat de werkzaamheden zullen beginnen op: Welke ondernemers nemen deel aan de uitvoering en voor welke activiteit? Activiteit Naam Adres: straat + huisnummer Postcode + plaats Telefoonnummer : : : : : Activiteit Naam Adres: straat + huisnummer Postcode + plaats Telefoonnummer Activiteit Naam Adres: straat + huisnummer Postcode + plaats Telefoonnummer : : : : : : : : : : (zonodig op een afzonderlijk blad vervolgen) Plaats : Datum : Handtekening vergunninghouder/gemachtigde, wabo123

13 / MELDING VOLTOOIING WERKZAAMHEDEN (Uiterlijk op de dag van beëindiging melden ) Gemeente Den Haag Postbus DP DEN HAAG Behoort bij omgevingsvergunning van: C. De Wolff Konstruktiebedrijf Adres : Westvlietweg 7 Dossiernummer : Regisseur realisatiefase : Dhr. A. Verwijs Dienst : DSO / Vergunningen & Toezicht Ondergetekende, houder van de omgevingsvergunning geeft hiermee kennis, dat de werkzaamheden zijn voltooid op Plaats : Datum : Handtekening vergunninghouder/gemachtigde, wabo123

14 Besluit (GG) "Beschikking WABO met NAW(Goedgekeurd).pdf" ( ) - pagina 0 van 49 Document : Classificatie : Besluit (GG) Datum : Bron : Uitgaand

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63