ECLI:NL:RVS:2017:1479

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RVS:2017:1479"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RVS:2017:1479 Instantie Raad van State Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie /1/A3 Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:813, Meerdere afhandelingswijzen Bestuursrecht Hoger beroep Bij brief van 24 april 2015 heeft de staatssecretaris aan [appellant sub 1], naar aanleiding van de brief van [appellant sub 1] van 24 maart 2015, medegedeeld dat uit het departementale dossier van [appellant sub 1] niet blijkt dat een afschrift van zijn dossier of stukken uit zijn dossier aan derden zijn verstrekt. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak /1/A3. Datum uitspraak: 7 juni 2017 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: 1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats], 2. de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, appellanten, tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 2 maart 2016 in zaak nr. 15/3610 in het geding tussen: [appellant sub 1], en de staatssecretaris. Procesverloop Bij brief van 24 april 2015 heeft de staatssecretaris aan [appellant sub 1], naar aanleiding van de brief van [appellant sub 1] van 24 maart 2015, medegedeeld dat uit het departementale dossier van [appellant sub 1] niet blijkt dat een afschrift van zijn dossier of stukken uit zijn dossier aan derden zijn

2 verstrekt. Bij brief van 8 oktober 2015 heeft de staatssecretaris [appellant sub 1] medegedeeld dat de advocaat van een medisch adviseur van het Bureau Medische Advisering (hierna: BMA) de aan deze adviseur verstrekte stukken uit zijn asieldossier heeft geretourneerd. De staatssecretaris heeft het niet in zijn macht af te dwingen dat de stukken door het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (hierna: Centraal Tuchtcollege), voor zover dit college over die stukken beschikt, worden vernietigd. Voorts is het verzoek van [appellant sub 1] om schadevergoeding afgewezen. Bij uitspraak van 2 maart 2016 heeft de rechtbank het door [appellant sub 1] ingestelde beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk verklaard, het beroep tegen het besluit op bezwaar van 8 oktober 2015 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van [appellant sub 1] van 15 mei 2015 met inachtneming van hetgeen in haar uitspraak is overwogen. Tegen deze uitspraak hebben de staatssecretaris en [appellant sub 1] hoger beroep ingesteld. [appellant sub 1] en de staatssecretaris hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven. Bij besluit van 11 juli 2016 heeft de staatssecretaris opnieuw besloten op het bezwaar van [appellant sub 1]. [appellant sub 1] heeft op het besluit op bezwaar van 11 juli 2016 gereageerd. De staatssecretaris heeft op de door [appellant sub 1] ingediende schriftelijke uiteenzetting gereageerd. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 december 2016, waar [appellant sub 1], vertegenwoordigd door mr. S.J. Koolen, advocaat te Utrecht, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. H.D. Streef, zijn verschenen. Overwegingen Wettelijk kader 1. Voor de tekst van de relevante wet- en regelgeving wordt verwezen naar de bijlage bij deze uitspraak. Inleiding 2. Bij brief van 24 maart 2015 heeft [appellant sub 1] de staatssecretaris medegedeeld dat hij recent heeft vernomen dat op initiatief van de staatssecretaris gegevens over hem en zijn gezinsleden aan derden, in ieder geval het BMA en de advocaat van een medisch adviseur van het BMA, zijn verstrekt. [appellant sub 1] heeft de staatssecretaris verzocht hem mede te delen of het juist is dat deze gegevens zijn verstrekt en op grond waarvan die verstrekking heeft plaatsgevonden. Daarnaast heeft [appellant sub 1] de staatssecretaris verzocht de gegevens te laten vernietigen door deze derden en hem een schadevergoeding toe te kennen. Bij brief van 23 april 2015 heeft [appellant sub 1] de staatssecretaris in gebreke gesteld wegens het niet-tijdig nemen van een besluit. Bij de brief van 24 april 2015 heeft de staatssecretaris [appellant sub 1] medegedeeld dat uit diens departementaal dossier niet blijkt dat een afschrift van zijn dossier of stukken daaruit aan derden zijn verstrekt. Daarnaast is in deze brief vermeld dat de brief van 24 maart 2015 daarmee als afgehandeld wordt beschouwd.

3 Bij brief van 15 mei 2015 heeft [appellant sub 1] de staatssecretaris verzocht zijn brief van 24 maart 2015 niet als afgehandeld te beschouwen en een besluit te nemen op zijn verzoek op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: Wbp). Bij brief van 16 juli 2015 heeft [appellant sub 1] de staatssecretaris in gebreke gesteld wegens het niet-tijdig nemen van een besluit. Bij brief van 4 augustus 2015 heeft [appellant sub 1] beroep ingesteld wegens het niet-tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek. Bij de brief van 8 oktober 2015 heeft de staatssecretaris [appellant sub 1] medegedeeld dat de advocaat van een medisch adviseur van het BMA de stukken, zoals de staatssecretaris die uitsluitend aan deze adviseur had verstrekt, heeft geretourneerd. Voor zover de staatssecretaris heeft kunnen nagaan zijn er geen partijen meer die over deze stukken beschikken, behalve mogelijk het Centraal Tuchtcollege. De staatssecretaris heeft het niet in zijn macht af te dwingen dat de stukken door het Centraal Tuchtcollege worden vernietigd. Het verzoek om schadevergoeding heeft de staatssecretaris afgewezen, reeds omdat niet valt in te zien dat [appellant sub 1] schade heeft geleden. Bij brief van 22 oktober 2015 heeft [appellant sub 1] tegen de brief van 8 oktober 2015 bezwaar gemaakt. Aangevallen uitspraak 3. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat in de brief van 24 maart 2015 een verzoek als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wbp is neergelegd. Tevens is daarin een verzoek vervat als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wbp om persoonsgegevens af te schermen die in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. De mededeling in de brief van de staatssecretaris van 24 april 2015 dient als een mededeling in het kader van de Wbp te worden aangemerkt en in deze brief is derhalve een besluit als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) vervat. De brief van [appellant sub 1] van 15 mei 2015 had de staatssecretaris dienen aan te merken als een bezwaarschrift tegen het besluit van 24 april Daarnaast was de termijn voor het nemen van een besluit op bezwaar op 16 juli 2015 nog niet verstreken, nu deze termijn liep tot en met 17 juli De ingebrekestelling van 16 juli 2015 was daarom prematuur. Nu niet is voldaan aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb voor het indienen van een beroep wegens het niet tijdig nemen van een besluit dient het beroep van [appellant sub 1] niet-ontvankelijk te worden verklaard. Voorts dient de brief van 8 oktober 2015 te worden aangemerkt als een besluit op het bezwaarschrift van 15 mei 2015, dat in de beroepsprocedure ter beoordeling voorligt. De als bezwaarschrift ingediende brief van 22 oktober 2015 had de staatssecretaris moeten aanmerken als een beroepschrift tegen het besluit op bezwaar van 8 oktober De staatssecretaris heeft [appellant sub 1] ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld te worden gehoord alvorens het besluit op bezwaar te nemen en dit besluit ontbeert een deugdelijke motivering. Het besluit van 11 juli Bij het besluit van 11 juli 2016 heeft de staatssecretaris ter uitvoering van de uitspraak van de rechtbank opnieuw besloten op het bezwaar van [appellant sub 1] van 15 mei 2015 en het bezwaar gegrond verklaard. Daarbij heeft de staatssecretaris overwogen dat in het besluit van 24 april 2015 ten onrechte is vermeld dat stukken met gegevens van [appellant sub 1] niet aan derden zijn verstrekt. Deze stukken zijn aan de advocaat van een medisch adviseur van het BMA verstrekt die een medisch advies over [appellant sub 1] heeft uitgebracht. De stukken zijn verstrekt, in het kader van een door deze medisch adviseur aanhangig gemaakte herzieningsprocedure bij het Centraal

4 Tuchtcollege. De staatssecretaris heeft gemeend op te moeten komen voor de belangen van de medisch adviseur. Voorts heeft de staatssecretaris besloten [appellant sub 1] geen vergoeding toe te kennen voor de kosten die hij in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, omdat hij daarom niet heeft verzocht. Ook heeft de staatssecretaris besloten [appellant sub 1] geen schadevergoeding toe te kennen wegens de verstrekking van zijn gegevens aan derden. Met toepassing van artikel 7:3 van de Awb heeft de staatssecretaris afgezien van het horen van [appellant sub 1]. 5. Het besluit van 11 juli 2016 is een besluit in de zin van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb. De Afdeling zal dit besluit op de voet van die bepaling, gelezen in verbinding met artikel 6:24 van de Awb, bij haar beoordeling betrekken. Hoger beroep van [appellant sub 1] 6. [appellant sub 1] betoogt dat de rechtbank ten onrechte zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk heeft verklaard. Daartoe voert hij aan dat hij verzoeken heeft gedaan op grond van artikel 35, 36 en artikel 38, tweede lid, van de Wbp en in het besluit van 24 april 2015 niet op zijn verzoeken is besloten. Volgens [appellant sub 1] is de brief van 24 april 2015 opgesteld ter voorbereiding van een besluit. Daarbij wijst hij erop dat de brief van 24 april 2015 is gevolgd na zijn telefonisch verzoek aan een medewerker van de IND om schriftelijk te bevestigen dat uit zijn dossier niet blijkt dat daaruit stukken aan derden zijn verstrekt, zodat hij daarop kan reageren. Met de brief van 24 april 2015 heeft de staatssecretaris hem in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen. Ook omdat de mededeling in de brief van 24 april 2015 niet aan de vereisten van artikel 35, tweede lid, van de Wbp voldoet, kan de mededeling in de brief van 24 april 2015 niet aangemerkt worden als een besluit, aldus [appellant sub 1] [appellant sub 1] heeft in de brief van 24 maart 2015 een verzoek gedaan als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wbp, nu hij de staatssecretaris verzoekt hem mede te delen of zijn gegevens aan derden zijn verstrekt. Daarnaast heeft [appellant sub 1] een verzoek gedaan als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wbp, nu hij de staatssecretaris heeft verzocht de gegevens door deze derden te laten vernietigen. De rechtbank heeft, gelet op artikel 45 van de Wbp, terecht geoordeeld dat in brief van 24 april 2015 een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb is vervat. Uit deze brief volgt dat een beslissing is gegeven over het verzoek van [appellant sub 1] hem mede te delen of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. Voor zover [appellant sub 1] stelt dat de brief van 24 april 2015 alleen na telefonisch contact tussen zijn gemachtigde en een medewerker van de IND is gekomen, gaat hij eraan voorbij dat dit contact voortvloeide uit het verzoek van 24 maart Anders dan [appellant sub 1] stelt, wordt hij in de brief van 24 april 2015 niet in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen. Dat de mededeling geen overzicht bevat als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Wbp, neemt niet weg dat de mededeling een beslissing is op een verzoek, die ingevolge artikel 45 van de Wbp als een besluit geldt. Nu de staatssecretaris in de brief van 24 april 2015 [appellant sub 1] heeft medegedeeld dat niet is gebleken dat een afschrift van stukken uit zijn dossier aan derden is verstrekt en derhalve geen gegevens zijn verwerkt, heeft de staatssecretaris met de brief van 24 april 2015 ook het verzoek op grond van artikel 36 van de Wbp beantwoord. [appellant sub 1] heeft niet voldaan aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb voor het indienen van beroep wegens het niet-tijdig nemen van een besluit. De termijn voor het nemen van een besluit op bezwaar, die liep tot en met 17 juli 2015, was op 16 juli 2015 nog niet verstreken, zodat zijn ingebrekestelling van 16 juli 2015 prematuur was. De rechtbank heeft het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het betoog faalt.

5 Hoger beroep van de staatssecretaris 7. De staatssecretaris betoogt dat de rechtbank in rechtsoverweging 9.3 van de aangevallen uitspraak ten onrechte heeft geoordeeld, dat het besluit van 8 oktober 2015 een deugdelijke motivering ontbeert. Daartoe voert de staatssecretaris aan dat het bezwaar van [appellant sub 1] ertoe strekte de gegevensverstrekking ongedaan te maken en hij heeft gemotiveerd dat een vernietiging van de stukken met gegevens van [appellant sub 1] door het Centraal Tuchtcollege niet kan worden afgedwongen. Ook heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat [appellant sub 1] ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. Volgens de staatssecretaris heeft hij ingevolge artikel 7:3 van de Awb van het horen mogen afzien, omdat met het besluit van 8 oktober 2015 volledig tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar van [appellant sub 1]. Voorts heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat hij een nieuw besluit moet nemen waarbij hij ook dient te beoordelen of op grond van artikel 49 van de Wbp aan [appellant sub 1] een schadevergoeding dient te worden toegekend. Gelet op artikel 72a van de Vreemdelingenwet 2000 was hij daartoe niet bevoegd, aldus de staatssecretaris Volgens de rechtbank heeft de staatssecretaris niet inzichtelijk gemaakt waarom hij in het besluit van 24 april 2015 heeft gesteld dat er geen stukken aan een derde zijn verstrekt, terwijl hij in het besluit van 8 oktober 2015 erkent dat dit toch het geval is geweest. De Afdeling begrijpt rechtsoverweging 9.3 aldus, dat de staatssecretaris heeft nagelaten inzichtelijk te maken waarom hij de stukken met de persoonsgegevens van [appellant sub 1] aan derden heeft verstrekt. Uit het verzoek van [appellant sub 1] van 24 maart 2015 volgt dat [appellant sub 1] wilde vernemen waarom zijn persoonsgegevens zijn verwerkt. Nu de staatssecretaris persoonsgegevens van [appellant sub 1] aan een derde heeft verstrekt, terwijl hij niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom dit nodig was, heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat het besluit van 8 oktober 2015 in zoverre een deugdelijke motivering ontbeert. Dat de staatssecretaris het naar gesteld niet in zijn macht heeft om stukken die bij het Centraal Tuchtcollege terecht zijn gekomen te laten vernietigen leidt niet tot een ander oordeel Vaststaat dat [appellant sub 1] niet in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. Van het horen mag slechts met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder e, van de Awb worden afgezien, indien aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad. In zijn bezwaarschrift van 15 mei 2015 heeft [appellant sub 1] de staatssecretaris verzocht zijn verzoek niet als afgehandeld te beschouwen, omdat hij niet weet welke stukken uit zijn asieldossier aan derden zijn verstrekt. In het besluit van 8 oktober 2015 heeft de staatssecretaris geen volledig overzicht gegeven van de gegevens die zijn verstrekt, zoals op grond van artikel 35, tweede lid, van de Wbp is vereist. In dat besluit is, voor zover hier van belang, alleen vermeld dat de advocaat de stukken, zoals die eerder door de IND aan haar zijn verstrekt, heeft geretourneerd. Nu [appellant sub 1] niet weet welke stukken zijn verstrekt, die in overeenstemming met zijn verzoek van 24 maart 2015 dienden te worden afgeschermd, en de staatssecretaris niet heeft gemotiveerd waarom de verstrekking van gegevens nodig was, volgt de Afdeling niet het betoog van de staatssecretaris, dat aan het bezwaar van [appellant sub 1] volledig wordt tegemoetgekomen. De rechtbank heeft derhalve met juistheid geoordeeld dat [appellant sub 1] ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord Vaststaat dat een procedure in het kader van de Wbp heeft geleid tot de aangevallen uitspraak. Nu het derhalve geen geschil betreft in het kader van de Vreemdelingenwet 2000, gaat de stelling van de staatssecretaris dat de rechtbank het verzoek ingevolge artikel 72a van de Vreemdelingenwet 2000 had moeten beoordelen reeds daarom niet op. Het verzoek om schadevergoeding is in het besluit van 8 oktober 2015 afgewezen. Nu de Afdeling het standpunt van de staatssecretaris aldus begrijpt dat aan de afwijzing primair ten grondslag ligt dat niet onrechtmatig is gehandeld, terwijl de rechtbank heeft geoordeeld dat het besluit van 8 oktober 2015 niet deugdelijk is gemotiveerd en [appellant sub 1] ten onrechte niet is gehoord, heeft de rechtbank terecht overwogen dat hij ook dient te beoordelen of aan [appellant sub 1] een schadevergoeding dient te worden toegekend.

6 7.4. Het betoog faalt. Het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van 11 juli [appellant sub 1] betoogt dat de staatssecretaris hem ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld te worden gehoord. Daartoe voert hij aan dat de staatssecretaris niet volledig tegemoet is gekomen aan zijn bezwaren. De staatssecretaris heeft niet inzichtelijk gemaakt welke stukken uit zijn asieldossier aan de advocaat van de medisch adviseur van het BMA zijn verstrekt. Voorts heeft de staatssecretaris hem ten onrechte geen proceskostenvergoeding toegekend, terwijl hij daarom heeft verzocht in zijn brief van 22 oktober 2015, aldus [appellant sub 1] Zoals overwogen onder 7.2 mag van het horen slechts met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder e, van de Awb worden afgezien, indien aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad. De staatssecretaris heeft in het besluit van 11 juli 2016 gemotiveerd waarom stukken uit het asieldossier van [appellant sub 1] aan de advocaat van de medisch adviseur zijn verstrekt. De staatssecretaris heeft echter geen volledig overzicht gegeven van de gegevens die zijn verstrekt, zoals op grond van artikel 35, tweede lid, van de Wbp is vereist. Gelet hierop is niet volledig aan het bezwaar van [appellant sub 1] tegemoetgekomen en heeft de staatssecretaris ten onrechte afgezien van het horen. Het betoog slaagt Artikel 7:15, tweede lid, van de Awb luidt: "De kosten, die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, worden door het bestuursorgaan uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid." 8.3. [appellant sub 1] heeft het oordeel van de rechtbank dat de brief van 22 oktober 2015 als een beroepschrift dient te worden aangemerkt niet bestreden. Ook heeft hij het oordeel van de rechtbank, dat de brief van 15 mei 2015 als een bezwaarschrift dient te worden aangemerkt, niet bestreden. In die brief heeft hij niet om een proceskostenvergoeding verzocht. Gelet hierop is niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb voor een proceskostenvergoeding. Het betoog faalt. Schadevergoeding 9. In de hogerberoepsprocedure heeft [appellant sub 1] de Afdeling verzocht de staatssecretaris te veroordelen in een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat [appellant sub 1] geen recht heeft op een schadevergoeding, omdat niet onrechtmatig jegens hem is gehandeld en hij geen schade heeft geleden Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer uitspraak van 26 juli 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AY5030) blijkt dat in het kader van het bestuursrecht voor de beantwoording van de vraag of een partij schade lijdt en in welke omvang, zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij het civiele schadevergoedingsrecht. Ingevolge artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, indien de benadeelde in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. De Afdeling begrijpt dat [appellant sub 1] aan het verzoek ten grondslag legt dat, zoals in overweging 3.2 van de aangevallen uitspraak is vermeld, hij in zijn brief van 24 maart 2015 heeft

7 verzocht om afscherming van zijn gegevens omdat die in strijd met een wettelijk voorschrift zijn verwerkt en de staatssecretaris deze handeling heeft nagelaten. De staatssecretaris heeft ter zitting gesteld dat alle stukken uit het asieldossier van [appellant sub 1] aan de advocaat van de medisch adviseur van het BMA zijn verstrekt. In het besluit van 11 juli 2016 is vermeld dat deze verstrekking heeft plaatsgevonden in het kader van een herzieningsprocedure bij het Centraal Tuchtcollege, die de medisch adviseur aanhangig had gemaakt. Het herzieningsverzoek is ingediend nadat het Centraal Tuchtcollege het beroep tegen de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, waarbij een klacht van [appellant sub 1] tegen de medisch adviseur gegrond is verklaard, heeft verworpen. Volgens de staatssecretaris bestaat er twijfel over de identiteit van [appellant sub 1] en is aan de klacht een ongeloofwaardig asielrelaas ten grondslag gelegd. De staatssecretaris heeft gemeend op te moeten komen voor de belangen van de medisch adviseur. De Afdeling volgt niet het standpunt van de staatssecretaris dat artikel 9 van de Wbp, ingevolge welk artikel persoonsgegevens niet verder verwerkt mogen worden op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen, met een beroep op artikel 43, aanhef en onder e, van de Wbp in dit geval buiten toepassing mocht worden gelaten. Dat dit noodzakelijk was in het belang van de rechten en vrijheden van anderen als bedoeld in deze bepaling heeft de staatssecretaris niet aannemelijk gemaakt. Daarbij is van belang dat volgens de wetsgeschiedenis van de totstandkoming van artikel 43 (Kamerstukken II 1997/98, , nr. 3, blz. 171) niet elk gewichtig belang van een ander zal kunnen worden aangemerkt als een recht of vrijheid als bedoeld in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, aan welk verdrag de Wbp onder meer uitvoering geeft. Voorts heeft [appellant sub 1] onweersproken gesteld dat het dossier ook stukken bevat met een of meer bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in artikel 16 van de Wbp. Dat het in deze bepaling vervatte verbod om deze gegevens te verwerken niet van toepassing is, omdat verwerking haar grondslag vindt in artikel 17 tot en met 23, is door de staatssecretaris gesteld noch gebleken. Gelet op het voorgaande bestaat aanleiding voor het toekennen van schadevergoeding ingevolge artikel 49, tweede lid, van de Wbp. De omvang van de voor vergoeding in aanmerking komende schade stelt de Afdeling naar billijkheid vast op een bedrag van 500,00. Slotsom 10. De hoger beroepen zijn ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. Het beroep van [appellant sub 1] van rechtswege tegen het besluit van 11 juli 2016 is gegrond. De Afdeling ziet aanleiding om de rechtsgevolgen van dat besluit met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb, in stand te laten, omdat [appellant sub 1] heeft toegelicht dat, gezien de verklaring ter zitting van de staatssecretaris dat alle stukken uit het asieldossier zijn verstrekt, thans duidelijk is geworden om welke stukken het gaat. De Afdeling zal het verzoek om schadevergoeding toewijzen en de staatssecretaris veroordelen om aan [appellant sub 1] een schadevergoeding te betalen van 500, De staatssecretaris dient ten aanzien van het beroep van [appellant sub 1] op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 2 maart 2016 in zaak nr. 15/3610; II. verklaart het beroep van [appellant sub 1] tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 juli 2016 gegrond; III. vernietigt het onder II. bedoelde besluit;

8 IV. bepaalt dat dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand blijven; V. veroordeelt de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om aan [appellant sub 1] te betalen een vergoeding van 500,00 (zegge: vijfhonderd euro); VI. veroordeelt de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tot vergoeding van bij [appellant sub 1] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van 1237,50 (zegge: twaalfhonderdzevenendertig euro en vijftig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; VII. gelast dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan [appellant sub 1] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van 251,00 (zegge: tweehonderdeenenvijftig euro) voor de behandeling van het hoger beroep vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter, en mr. H. Bolt en mr. C.M. Wissels, leden, in tegenwoordigheid van mr. K.S. Man, griffier. w.g. Bijloos voorzitter w.g. Man griffier Uitgesproken in het openbaar op 7 juni BIJLAGE Wet bescherming persoonsgegevens Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: [ ]; b. verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens; Artikel 9 1. Persoonsgegevens worden niet verder verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen. 2. Bij de beoordeling of een verwerking onverenigbaar is als bedoeld in het eerste lid, houdt de verantwoordelijke in elk geval rekening met: a. de verwantschap tussen het doel van de beoogde verwerking en het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen; b. de aard van de betreffende gegevens; c. de gevolgen van de beoogde verwerking voor de betrokkene;

9 d. de wijze waarop de gegevens zijn verkregen en e. de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen. Artikel 16 De verwerking van persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven, alsmede persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging is verboden behoudens het bepaalde in deze paragraaf. Hetzelfde geldt voor strafrechtelijke persoonsgegevens en persoonsgegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag. Artikel De betrokkene heeft het recht zich vrijelijk en met redelijke tussenpozen tot de verantwoordelijke te wenden met het verzoek hem mede te delen of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. De verantwoordelijke deelt de betrokkene schriftelijk binnen vier weken mee of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. 2. Indien zodanige gegevens worden verwerkt, bevat de mededeling een volledig overzicht daarvan in begrijpelijke vorm, een omschrijving van het doel of de doeleinden van de verwerking, de categorieën van gegevens waarop de verwerking betrekking heeft en de ontvangers of categorieën van ontvangers, alsmede de beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens. Artikel Degene aan wie overeenkomstig artikel 35 kennis is gegeven van hem betreffende persoonsgegevens, kan de verantwoordelijke verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen. Artikel De verantwoordelijke doet aan de verzoeker, bedoeld in artikel 36, desgevraagd opgave van degenen aan wie hij de mededeling heeft gedaan. Artikel 43 De verantwoordelijke kan de artikelen 9, eerste lid, 30, derde lid, 33, 34, 34a, tweede lid, en 35 buiten toepassing laten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van: [ ], of e. de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

10 Artikel 45 Een beslissing op een verzoek als bedoeld in de artikelen 30, derde lid, 35, 36 en 38, tweede lid, alsmede een beslissing naar aanleiding van de aantekening van verzet als bedoeld in de artikelen 40 of 41 gelden voor zover deze is genomen door een bestuursorgaan als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel Indien iemand schade lijdt doordat ten opzichte van hem in strijd wordt gehandeld met de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften zijn de volgende leden van toepassing, onverminderd de aanspraken op grond van andere wettelijke regels. 2. Voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding. 3. De verantwoordelijke is aansprakelijk voor de schade of het nadeel, voortvloeiende uit het nietnakomen van de in het eerste lid bedoelde voorschriften. De bewerker is aansprakelijk voor die schade of dat nadeel, voor zover ontstaan door zijn werkzaamheid. 4. De verantwoordelijke of de bewerker kan geheel of gedeeltelijk worden ontheven van deze aansprakelijkheid, indien hij bewijst dat de schade hem niet kan worden toegerekend. Vreemdelingenwet 2000 Artikel 72a Artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op een verzoek tot vergoeding van schade die een vreemdeling lijdt als gevolg van een onrechtmatige handeling van dit bestuursorgaan ten aanzien van deze vreemdeling als zodanig. Artikel 71a is van overeenkomstige toepassing. Algemene wet bestuursrecht Artikel 6:12 1. Indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit dan wel het niet tijdig bekendmaken van een van rechtswege verleende beschikking, is het niet aan een termijn gebonden. 2. Het beroepschrift kan worden ingediend zodra: a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen of een van rechtswege verleende beschikking bekend te maken, en b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is. Artikel 6:19 1. Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.

11 Artikel 6:24 Deze afdeling is met uitzondering van artikel 6:12 van overeenkomstige toepassing indien hoger beroep, incidenteel hoger beroep, beroep in cassatie of incidenteel beroep in cassatie kan worden ingesteld. Artikel 7:3 Van het horen van een belanghebbende kan worden afgezien indien: [ ], of e. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad. Artikel 8:88 1. De bestuursrechter is bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van: a. een onrechtmatig besluit; b. een andere onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit; c. het niet tijdig nemen van een besluit; d. een andere onrechtmatige handeling van een bestuursorgaan waarbij een persoon als bedoeld in artikel 8:2, eerste lid, onder a, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden belanghebbende zijn. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het besluit van beroep bij de bestuursrechter is uitgezonderd. Artikel 8:91 1. Indien het verzoek wordt gedaan gedurende het beroep tegen of het hoger beroep omtrent het schadeveroorzakende besluit, wordt het ingediend bij de bestuursrechter waarbij het beroep of het hoger beroep aanhangig is. 2. In dat geval is artikel 8:90, tweede lid, niet van toepassing. 3. Indien het verzoek wordt gedaan in hoger beroep beslist de hogerberoepsrechter op het verzoek, tenzij hij het verzoek naar de rechtbank verwijst omdat het naar zijn oordeel behandeling door de rechtbank behoeft.

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 01-10-2014 Zaaknummer 201309659/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3651

ECLI:NL:CRVB:2016:3651 ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3463

ECLI:NL:CRVB:2014:3463 ECLI:NL:CRVB:2014:3463 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3170

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen: LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2279

ECLI:NL:RVS:2016:2279 ECLI:NL:RVS:2016:2279 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602806/1/V3 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:2013

ECLI:NL:RVS:2017:2013 ECLI:NL:RVS:2017:2013 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604962/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326 ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8326 Instantie Datum uitspraak 25-05-1999 Datum publicatie 21-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 97/10163 ABW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422

ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 ECLI:NL:RVS:2010:BM8422 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-06-2010 Datum publicatie 21-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200908530/1/V3 Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

ECLI:NL:CRVB:2013:2879 ECLI:NL:CRVB:2013:2879 Instantie Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-211 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-3338 WSF Bestuursrecht

Nadere informatie

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid

Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Verwerking Uitspraken bestemmingsplan Buitengebied Alphen Zuid Deze planversie NL.IMRO.0484.B087buitengebalpzd-0004 is ambtelijk opgesteld om uitvoering te geven aan de uitspraak LJN 201400955/1/R4 en

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BN6172, Raad van State, 200909350/1/H3 Datum uitspraak: 08-09-2010 Datum publicatie: 08-09-2010 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Op 6

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3998

ECLI:NL:RVS:2014:3998 ECLI:NL:RVS:2014:3998 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-11-2014 Datum publicatie 05-11-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201403900/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3390

ECLI:NL:RVS:2016:3390 ECLI:NL:RVS:2016:3390 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601294/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: r Raad vanstate 201108252/1/V2. Datum uitspraak: 14 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:477 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 22-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201504596/1/A2 Eerste

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BL1854

ECLI:NL:RVS:2010:BL1854 ECLI:NL:RVS:2010:BL1854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-02-2010 Datum publicatie 03-02-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200902382/1/V6 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201703368/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 februari 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Onderwijs ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:395

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rvs:2014:2866 ECLI:NL:RVS:2014:2866 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-07-2014 Datum publicatie 30-07-2014 Zaaknummer 201310644/1/A3

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2016:965 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 13-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507000/1/A3 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201801422/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 14 november 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Openbaarheid ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3680

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492 ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:4843, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:531 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-03-2017 Datum publicatie 01-03-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201605381/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk , Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1 AANTEKENEN Raad van de gemeente Montfoort Postbus 41 3417ZG MONTFOORT 04 nov 2016/1106 Datum 3 november 2016 Ons nummer 201607060/1/R2 Uw kenmerk

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen: Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1054

ECLI:NL:CRVB:2017:1054 ECLI:NL:CRVB:2017:1054 Instantie Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/5477 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Bestuursrecht zaaknummer: AMS 15/4034 uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen.., te Uithoorn, eiser, gemachtigde: mr. H.A.M. Lamers, en de staatssecretaris

Nadere informatie

Privacyreglement van Stichting 070Watt;

Privacyreglement van Stichting 070Watt; Privacyreglement van Stichting 070Watt; Stichting 070Watt treft hierbij een schriftelijke regeling conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van cliëntgegevens. Vastgelegd zijn hiermee

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4517

ECLI:NL:CRVB:2016:4517 ECLI:NL:CRVB:2016:4517 Instantie Datum uitspraak 23-11-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4198 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-07-2013 Datum publicatie 24-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206123/1/A2 Eerste

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant, LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Zaaknummer 15/22319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:872

ECLI:NL:CRVB:2015:872 ECLI:NL:CRVB:2015:872 Instantie Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 25-03-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-2865 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2617

ECLI:NL:CRVB:2017:2617 ECLI:NL:CRVB:2017:2617 Instantie Datum uitspraak 28-07-2017 Datum publicatie 01-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12/3068 Wajong Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675 ECLI:NL:RBNNE:2017:2675 Instantie Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer LEE 17/863 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:492

ECLI:NL:CRVB:2017:492 ECLI:NL:CRVB:2017:492 Instantie Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3002 WLZ Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4664

ECLI:NL:CRVB:2016:4664 ECLI:NL:CRVB:2016:4664 Instantie Datum uitspraak 07122016 Datum publicatie 09122016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/2455 WMO Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie