Examen VWO. muziek. tijdvak 1 maandag 27 mei uur

Transcriptie

1 Examen VWO 013 tidvak 1 maandag 7 mei uur muziek Naam kandidaat Kandidaatnummer Aanwizingen voor de kandidaat: 1 Geef niet meer antwoorden (redenen, vooreelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er ivooreeld twee redenen worden gevraagd en e geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de eoordeling meegeteld. Voordat de cd wordt gestart, krig e vif minuten de tid om het vragenoeke in te zien. 3 De vragen moet e in het vragenoeke eantwoorden. 4 Van de tien minuten eantwoordingstid i vraag 31 zin de laatste vif minuten edoeld als pauze. 5 Antwoorden moeten met inkt zin geschreven. Aanwizingen voor de surveillant: 1 Er zin twee cd's. Vif minuten na het egin van het examen moet worden gestart met cd 1 - track 1. De cd moet vif minuten worden stilgezet i vraag 9 t/m 1, na vraag 1, i vraag t/m, i vraag 3 t/m 34, na vraag De cd moet tien minuten worden stilgezet na vraag 31; daarna wordt verder gegaan met cd, track 1. Dit examen estaat uit 55 vragen. Voor dit examen zin maximaal 79 punten te ehalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord ehaald kunnen worden. VW-00-a-13-1-o

2 D. Milhaud - Le oeuf sur le toit cd 1 track Dit vragenlok gaat over het orkestwerk Le oeuf sur le toit (De os op het dak) uit 190 van Darius Milhaud ( ). In dit werk zin diverse Zuid-Amerikaanse volksliedes verwerkt. e hoort het egin twee keer. Het werk is geschreven in een tweekwartsmaat. Na acht maten speelt de dwarsfluit een motief. De toonhoogte van dit motief is afgedrukt. p 1 Uit welke notenwaarde estaat dit motief? Laat de laatste noot uiten eschouwing. Het motief is opgeouwd uit één interval. Benoem dat interval. cd 1 track 3 e hoort het egin nog twee keer. Het motief van de dwarsfluit wordt door een ander instrument eantwoord. 1p Welk instrument is dat? Dit orkestwerk staat in C-groot, maar het dwarsfluitmotief en ook het antwoord zin op een andere toonladder geaseerd. 1p 3 Geef de technische term voor dit verschinsel. VW-00-a-13-1-o / 5 lees verder

3 cd 1 track 4 e hoort een fragment twee keer. p 4 Geef de technische term voor het samengaan van de parti van de hoo en van de 1e violen. Wat is de intervalafstand tussen de hoo en de 1e violen? cd 1 track 5 De vioolmelodie estaat uit een voor- en een nazin van elk 8 maten. De voorzin is afgedrukt p 5 Geef met een pil in het notenvooreeld aan vanaf welke noot de melodie in de nazin afwikt. 1p Beschrif het harmonische verschil tussen het eind van de voorzin en het eind van de nazin van de vioolmelodie. e hoort het fragment twee keer. VW-00-a-13-1-o 3 / 5 lees verder

4 cd 1 track Het volgende fragment kun e in vier lokken verdelen maten 8 maten 8 maten 7 maten Van lok 1 is de melodie afgedrukt In lok en 4 spelen de dwarsfluit en de klarinet een tegenmelodie. 1p 7 Beschrif het verschil tussen de tegenmelodie in lok en die in lok 4, gelet op de melodierichting. Ga i e antwoord uit van lok 4. lok p 8 Geef de technische term voor het elangrikste kenmerk van de tegenmelodie van de dwarsfluit, gelet op de geruikte intervallen. e hoort het fragment drie keer. cd 1 track 7 Van het volgende fragment zin enkele partien op de volgende pagina afgedrukt. De notatie is een halve toon hoger dan het origineel. Na enige leestid hoor e het fragment drie keer. Daarna he e vif minuten de tid om vraag 9 t/m 1 te eantwoorden. 1p 9 In welke maat of welke maten komt polyritmiek voor? 1p 10 Geef de technische term voor de motiefverwerking in de hoornparti in de maten 5 t/m 7. VW-00-a-13-1-o 4 / 5 lees verder

5 p 11 Welke twee instrumenten in de partituur spelen de melodie? p 1 In welke maat of maten spelen de contraassen syncopen? fluit Π4 fagot? 4. hoorn n n. viool 1 4. contraas? 4.. fluit 5 Π7 8 fagot?. hoorn viool 1. contraas?. VW-00-a-13-1-o 5 / 5 lees verder

6 cd 1 track 8 e hoort een ander fragment drie keer. De onderstaande dalende lin van zestiende noten wordt met tussenpozen vier keer gespeeld. De eerste keer door de hoorn. 4 p 13 Welke instrumenten spelen deze dalende lin achtereenvolgens na de hoorn? hoorn cd 1 track 9 e hoort vanaf het egin een langer fragment, dat uit zeven onderdelen estaat. De maatverdeling en de gloale tempoaanduidingen zin gegeven. 1 maten 1 maten 15 maten 1 maten 1 maten 15 maten 14 maten allegro moderato moderato allegro moderato allegro allegro A p 14 Noteer met letters het vormschema. De eerste letter is gegeven. Laat accenten uiten eschouwing. e hoort het fragment twee keer. cd 1 track 10 Na de eginmelodie wordt er naar het einde toegewerkt. 3p 15 Noem drie manieren waarop dat geeurt. e hoort het fragment twee keer cd 1 track 11 e hoort een fragment één keer. Daarna wordt de cd vif minuten stilgezet. Deze muziek komt uit de 0e eeuw. p 1 Noem twee kenmerken waaruit dit likt VW-00-a-13-1-o / 5 lees verder

7 C. Monteverdi - Vespers, Magnificat cd 1 track 1 Dit vragenlok gaat over het Magnificat uit de Vespers van Claudio Monteverdi ( ). Het Magnificat is een Lofzang op Maria. e hoort de eerste regel van het Magnificat twee keer. De Latinse tekst is met vertaling afgedrukt. Magnificat anima mea Dominum Min ziel looft de Heer In de muziek is een duidelike tweedeling tussen de woorden Magnificat en anima mea Dominum. 3p 17 Noem drie verschillen tussen het eerste en het tweede gedeelte. Ga i e antwoord uit van het tweede gedeelte. Laat de dynamiek uiten eschouwing cd 1 track 13 Van het tweede gedeelte zin de egin- en de slotnoot afgedrukt w. p 18 Noteer de ontrekende noten (toonhoogte en ritme). 1p 19 In welke notenwaarde speelt het egeleidende tokkelinstrument voornamelik? e hoort het fragment vier keer. VW-00-a-13-1-o 7 / 5 lees verder

8 cd 1 track 14 Van het volgende fragment, voor drie zangstemmen, zin de eerste acht maten afgedrukt. c Ó V c..... Et ex Ó - V c Et ex-sul-ta vit, et ex-sul V - - sul - ta Et w ex-sul-ta n w vit. vit, Œ V ta Ó n vit et ex-sul - ta vit De altparti is afkomstig uit het gregoriaans. 1p 0 Geef de technische term voor een dergelike parti. 1p 1 Door welke stemsoort(en) worden de andere twee solopartien gezongen? e hoort het fragment één keer. VW-00-a-13-1-o 8 / 5 lees verder

9 De volgende vraag egint op pagina 10. VW-00-a-13-1-o 9 / 5 lees verder

10 cd 1 track 15 Van een instrumentaal tussenspel is de partituur op de volgende pagina afgedrukt. Na enige leestid hoor e het fragment drie keer. Daarna wordt de cd vif minuten stilgezet. Beantwoord in die tid vraag t/m. In de partituur ontreekt de maatsoort. 1p Wat is de maatsoort, ook gelet op de accenten in de uitvoering? In de slotmaat ontreekt in parti 3 een kruis. 1p 3 Welk notenvooreeld geeft de slotmaat van parti 3 uist weer? A ΠB n ΠC ΠD Π1p 4 Welke twee partien ewegen zich hoofdzakelik parallel aan elkaar? Het tussenspel is onder te verdelen in twee keer vier maten. 1p 5 Wat is de toonsoort van het eerste gedeelte? Maat 5 t/m 8 staan in g-klein. 1p Geef de technische term voor de maeur afsluiting in maat 8. VW-00-a-13-1-o 10 / 5 lees verder

11 1 1. n ? Œ... n Œ 3. Œ 4?... Œ VW-00-a-13-1-o 11 / 5 lees verder

12 cd 1 track 1 In het volgende fragment wordt de zangparti niet alleen door het asso continuo egeleid maar ook drie keer aangevuld door laasinstrumenten (in tweetallen). p 7 Welke laasinstrumenten zin dit achtereenvolgens? Laat de continuo parti uiten eschouwing. e hoort het fragment twee keer. eerst... vervolgens... en daarna... cd 1 track 17 In het volgende fragment spelen twee dezelfde solo-instrumenten samen. Halverwege verandert het samenspel. 1p 8 Op welke manier verandert het samenspel tussen eide instrumenten? e hoort het fragment twee keer. eerst... daarna... cd 1 track 18 Het volgende fragment heeft een maestueus karakter. p 9 Noem twee manieren waarop dit karakter verklankt wordt. e hoort het fragment twee keer cd 1 track 19 e hoort hetzelfde fragment, gevolgd door de slotzin twee keer. In de slotzin klinkt het woord Amen. p 30 Noem twee verschillen tussen de zangstemmen in het egin en in de slotzin. Ga i e antwoord uit van de slotzin. Laat de tekst en het ritenuto uiten eschouwing VW-00-a-13-1-o 1 / 5 lees verder

13 cd 1 track 0 e hoort één keer een ander gedeelte uit dit Magnificat. Daarna wordt de cd 10 minuten stilgezet. Dit werk is geschreven in het egin van de arok, en niet in de renaissance. p 31 Geef twee arokkenmerken in dit gedeelte VW-00-a-13-1-o 13 / 5 lees verder

14 . Haydn - Strikkwartet opus 33 nr.5, Finale cd track 1 Dit vragenlok gaat over het laatste deel uit een strikkwartet van oseph Haydn ( ). Het is een thema met variaties. De partituur van de eerste muzikale zin van het thema is afgedrukt. Na enige leestid hoor e deze zin, met herhaling, twee keer. Daarna wordt de cd vif minuten stilgezet. Beantwoord in die tid vraag 3 t/m 34. parti n.. parti parti 3 B parti 4? 8. parti parti.. parti 3 B.. parti 4?.. VW-00-a-13-1-o 14 / 5 lees verder

15 1p 3 Noem i elke parti het uiste instrument. parti 1... parti... parti 3... parti p 33 Benoem de akkoorden 1, en 3. akkoord 1... akkoord... akkoord 3... Wat is de relatie tussen akkoord 1 en akkoord 3? Deze compositie kenmerkt zich door een vrolik, opgewekt karakter, onder andere door het geruik van korte notenwaarden. 1p 34 Noem nog een kenmerk van het ritme van parti 1 dat idraagt aan dit karakter. cd track Parti 4 van de tweede muzikale zin is afgedrukt.? e hoort deze zin, met herhaling, twee keer. 1p 35 Geef met één haak oven de noten aan welke twee noten in parti 4 i de herhaling veronden worden door een versiering. VW-00-a-13-1-o 15 / 5 lees verder

16 cd track 3 e hoort de eerste variatie met herhaling vier keer. Het motief van parti 1 is in deze variatie wat etreft ritme gewizigd. p 3 Noteer de eerste volledige maat van het ritme van parti 1. De opmaat is gegeven. 8 cd track 4 Het egin van de tweede variatie is afgedrukt. B Œ Œ. n Œ? B ?.... VW-00-a-13-1-o 1 / 5 lees verder

17 e zou kunnen zeggen dat parti 1 en elkaar afwisselen, gelet op hun functie. 1p 37 Leg dat uit. e hoort het fragment twee keer. cd track 5 Van de derde variatie zin de eerste acht maten van parti 4 afgedrukt.? 8. Per acht maten verandert parti 4 van functie. 3p 38 Kruis per acht maten de uiste functie aan. e hoort het fragment vier keer. maat 1 t/m 8: melodie tegenmelodie egeleiding maat 9 t/m 1: melodie tegenmelodie egeleiding maat 17 t/m 4: melodie tegenmelodie egeleiding maat 5 t/m 3: melodie tegenmelodie egeleiding VW-00-a-13-1-o 17 / 5 lees verder

18 cd track Van de vierde variatie is parti 1 afgedrukt. A B Π1 ΠC n 1 n 0 4 ΠIn deze laatste variatie, die sneller is dan de voorgaande variatie, wordt afgeweken van de geruikelike zinsouw. e kan in deze variatie vier zinnen onderscheiden. Het egin van drie van deze zinnen is aangegeven met de letters A, B en C. 1p 39 Beschrif een verschil tussen zin A en zin B, gelet op de structuur. De slotnoot van zin C valt samen met de eerste noot van zin D. 1p 40 Omcirkel deze noot in het notenvooreeld. e hoort deze variatie drie keer. VW-00-a-13-1-o 18 / 5 lees verder

19 cd track 7 e hoort dezelfde variatie nog twee keer. 1p 41 Welke twee maten in deze variatie worden geheel unisono gespeeld? maat... en maat... 1p 4 Noteer de akkoordfuncties van de laatste twee akkoorden in de uiste volgorde.... en... cd track 8 e hoort nog één keer het egin van de compositie. Daarna wordt de cd vif minuten stilgezet. Deze compositie is geschreven in de tid van de Weense Klassieken. p 43 Geef aan de hand van dit fragment twee kenmerken van de Weense Klassieken, gelet op de structuur VW-00-a-13-1-o 19 / 5 lees verder

20 Dante - Keep ya hands up/deodato - Also sprach Zarathustra cd track 9 Dit vragenlok gaat over het nummer Keep ya hands up van Darius Dante uit 011 en Also sprach Zarathustra van Deodato uit Beiden maken geruik van het thema uit het egin van de compositie Also sprach Zarathustra van Richard Strauss uit 189. Vraag 44 en 45 gaan over het thema van Strauss. e hoort het thema van de compositie van Strauss twee keer. Het thema is onvolledig afgedrukt. c 1 Ó Œ. r 3 w 4 r Œ Ó 5 Ó Œ. r 7 n nw 8 r In maat 1 en 5 zetten de trompetten hetzelfde motief in. 1p 44 Noteer de toonhoogte van dit motief. De eerste noot en het ritme zin gegeven. w c 1 In maat 4 en 8 spelen de pauken een interval. 1p 45 Welk interval is dat? VW-00-a-13-1-o 0 / 5 lees verder

21 cd track 10 Vraag 4 t/m 49 gaan over de versie van Deodato. e hoort het egin twee keer. Na de inzet van de drums/assdrum krigt de muziek meer structuur. Vóór de inzet is er geen duidelike structuur. Dit komt door het ontreken van één van onderstaande aspecten. 1p 4 Welk aspect is dat? A grondtoon B maatsoort C motiefherhaling D ritme E toonhoogte cd track 11 e hoort een gitaarsolo drie keer. In deze solo komen onder andere de volgende onderdelen voor: a c d akkoorden, ritmisch geaccentueerd motiefherhaling sequensen tweestemmige glissando s p 47 In welke volgorde komen deze onderdelen achtereenvolgens voor? cd track 1 e hoort een fragment drie keer. Deze muziek komt uit de aren 70, de hoogtidagen van de symfonische rock. Hoewel dit geen symfonische rock is, heeft het wel kenmerken daarvan. p 48 Noem één kenmerk. De parti van de elektrische piano heeft vooral kenmerken van azzmuziek. Noem een kenmerk van azz in dit fragment. VW-00-a-13-1-o 1 / 5 lees verder

22 cd track 13 e hoort een fragment uit de versie van Darius Dante, daarna een overeenkomstig fragment uit de versie van Deodato, en dit twee keer. p 49 Noem twee verschillen, gelet op het slagwerk. Ga i e antwoord uit van het tweede fragment cd track 14 Vraag 50 t/m 55 gaan over de versie van Darius Dante. e hoort het egin drie keer. De lazers spelen het thema van Strauss. Daarnaast klinken slagwerk en een toetsinstrument. 1p 50 Geef voor elke ewering aan of deze uist of onuist is. 1 Het toetsinstrument zet in maat 1 t/m 4 steeds voor de eerste tel in. In maat 5 en speelt het toetsinstrument dissonanten. uist onuist cd track 15 e hoort twee overeenkomstige fragmenten, en dit twee keer. 1p 51 Welk instrument speelt in het tweede fragment een nieuw egeleidingsmotief? VW-00-a-13-1-o / 5 lees verder

23 cd track 1 Hieronder zin de vier regels van het thema van Strauss (onvolledig) afgedrukt. c 1 Ó Œ. r w r Œ Ó Ó Œ. r n n w r Œ Ó 3 Ó Œ. r w 4 w w Œ R Ó Het muziekfragment is geaseerd op het afgedrukte thema. 1p 5 Welke regel van het thema van Strauss wordt niet geruikt? e hoort het fragment drie keer. A regel 1 B regel C regel 3 D regel 4 VW-00-a-13-1-o 3 / 5 lees verder

24 cd track 17 e hoort het eind van een refrein, gevolgd door een gedeelte van de ridge, en dit twee keer. De tekst is afgedrukt. refrein Feel like ev ry day is a Friday So put your worries on the way Rememer what they say Keep ya hands up in the air Today you ust don t care (Oh you ust, you ust, you ust don t care) ridge (Oh hey hey) You gotta feel the groove think it in your mind and let your ody move well come on no matter what they say let noody put your smiling face away You gotta keep those hands up In de ridge speelt de as kortere notenwaarden. 1p 53 Noem nog een verschil tussen refrein en ridge, gelet op de asparti. cd track 18 e hoort twee keer een fragment uit het slot. 1p 54 Welk notenvooreeld geeft het ritme van de lazers het est weer? A c. w. B c... w. C c. w. D c... w. VW-00-a-13-1-o 4 / 5 lees verder

25 cd track 19 e hoort nog een fragment uit de versie van Darius Dante één keer. Deze versie heeft kenmerken van een epaalde muziekstil. 1p 55 Tot welke stil wordt deze versie gerekend? A dance B funk C hiphop D reggae Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen geruikte ronnen, zoals teksten en afeeldingen, is te vinden in het i dit examen ehorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepuliceerd. einde VW-00-a-13-1-o 5 / 5 lees verder