Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 december De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

Transcriptie

1 UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak teg: B. Vaandering wonde te, beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 23 december De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroep, niet ter zitting versch. De klaagster, de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door haar hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nem. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat hij op of omstreeks , als eigaar van e hond, e teef, gaamd Megan Megana v.d. Overstort, NHSB gebor op , heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks e of meer pups zijn gebor, waarvan hij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. Art. VIII.2.1 jo VIII.3 KR RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordel omdat de beklaagde t tijde van het hem verwet gedrag lid was van e veriging, die is toegelat tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Op grond van de statut van die veriging is de beklaagde onderworp aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. OVERWEGINGEN Uit het door de Raad van Beheer ingedide klachtformulier met de bijlag kan als vaststaand word aangom dat de teef, gaamd Megan Megana v.d. Overstort, NHSB , op of omstreeks is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. De beklaagde heeft in het geheel niet gereageerd op de hem toegezond aanklacht noch op de hem toegezond oproeping voor de zitting van het Tuchtcollege. Het Tuchtcollege is van oordeel dat beklaagde knelijk onvoldode maatregel heeft gom om te voorkom dat de teef in strijd met het bepaalde in het Kynologisch Reglemt is gedekt.

2 CONCLUSIE Het Tuchtcollege acht bewez dat de beklaagde het hem verwet feit heeft gepleegd acht de beklaagde daarvoor strafbaar. OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE STRAFMAAT Het Tuchtcollege overweegt dat met de onderhavige regelgeving door de Veriging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is beoogd om het belang van de gezondheid het welzijn van de rashondpopulatie in Nederland te di. Nu de bevordering van de gezondheid het welzijn van hond hondpopulaties e statutair doel van de veriging is, is het Tuchtcollege van oordeel dat overtred van deze regelgeving zeer ernstig is. In beginsel acht het Tuchtcollege voor e dergelijke overtreding e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. Het Tuchtcollege rekt het de beklaagde zwaar aan dat hij, na e eerdere veroordeling binn de proeftijd, opnieuw het Basis Reglemt Stambom heeft overtred. Het Tuchtcollege acht voor e dergelijke overtreding in beginsel e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. TEN UITVOERLEGGING VAN EERDER VOORWAARDELIJK OPGELEGDE STRAF Op is de beklaagde door het Tuchtcollege veroordeeld voor overtreding van het Basis Reglemt Stambom, zaaknummer De beslissing luidde: E geldboete van 225,- bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor de periode van 3 maand e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand, geheel voorwaardelijk met e proeftijd van 2 jar. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op Op is de uitspraak per aangetekd schrijv verzond aan het hierbov goemde adres van beklaagde. Per eerste van de maand volgde op de datum van verzding, dat is , is de proeftijd ingegaan. Nu de beklaagde binn 2 jaar na die datum heeft gerecidiveerd, zal het Tuchtcollege de t uitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf gelast.

3 BESLISSING Het Tuchtcollege veroordeelt de beklaagde tot: e geldboete van 1000,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 12 maand e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 6 maand, geheel onvoorwaardelijk gelast de tuitvoerlegging van de tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand. Op grond van het bepaalde in artikel VI.53 lid 1 van het Kynologisch Reglemt adviseert het Tuchtcollege de Raad van Beheer om deze uitspraak te publicer. Deze uitspraak is gedaan te Utrecht op 23 december 2010 door dhr. mr. E.G.J. Gimbrere, voorzitter, mw drs A.C. Maaskant-De Groot dhr. H. Wolters in tegwoordigheid van mw. E.G.E. Siebel, secretaris, zijnde mw drs A.C. Maaskant-De Groot dhr. H. Wolters buit staat deze uitspraak mede te ondertek.

4 UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak teg: C. Polhout wonde te, beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 23 december De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroep, niet ter zitting versch. De klaagster, de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door haar hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nem. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat hij op of omstreeks als eigaar van e hond, e teef, gaamd Charmed June from the Icon of Love, NHSB gebor op , heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks e of meer pups zijn gebor, waarvan hij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef op de datum van de dekking al 5 of meer nest had voorgebracht. Art. VIII.2.2 jo VIII.3 KR RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordel omdat de beklaagde t tijde van het hem verwet gedrag lid was van e veriging, die is toegelat tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Op grond van de statut van die veriging is de beklaagde onderworp aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. OVERWEGINGEN Uit het door de Raad van Beheer ingedide klachtformulier met de bijlag in samhang met het bericht van de beklaagde, gedateerd 14 oktober 2010, kan als vaststaand word aangom dat de teef, gaamd Charmed June from the Icon of Love, NHSB , op of omstreeks is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef op de datum van de dekking al 5 of meer nest had voorgebracht. De beklaagde heeft in zijn hierbov aangehaalde bericht aangevoerd dat hij de teef zeker 14 dag apart van de reu heeft gehoud haar vervolgs met e ovulatiemeter heeft gemet. Deze gaf e waarde aan waarop teefjes zich normaal gesprok niet meer lat dekk. To is de teef terug geplaatst bij de reu, waarna alsnog de dekking heeft plaatsgevond.

5 Het Tuchtcollege is, wat er ook zij van hetge beklaagde heeft aangevoerd, van oordeel dat beklaagde knelijk onvoldode maatregel heeft gom om te voorkom dat de teef in strijd met het bepaalde in het Kynologisch Reglemt is gedekt. Het Tuchtcollege rekt dat beklaagde aan. CONCLUSIE Het Tuchtcollege acht bewez dat de beklaagde het hem verwet feit heeft gepleegd acht de beklaagde daarvoor strafbaar. OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE STRAFMAAT Het Tuchtcollege overweegt dat met de onderhavige regelgeving door de Veriging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is beoogd om het belang van de gezondheid het welzijn van de rashondpopulatie in Nederland te di. Nu de bevordering van de gezondheid het welzijn van hond hondpopulaties e statutair doel van de veriging is, is het Tuchtcollege van oordeel dat overtred van deze regelgeving zeer ernstig is. In beginsel acht het Tuchtcollege voor e dergelijke overtreding e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. Het Tuchtcollege rekt het de beklaagde zwaar aan dat hij, na e eerdere veroordeling binn de proeftijd, opnieuw het Basis Reglemt Stambom heeft overtred. Het Tuchtcollege acht voor e dergelijke overtreding in beginsel e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. TEN UITVOERLEGGING VAN EERDER VOORWAARDELIJK OPGELEGDE STRAF Op 17 december 2008 is de beklaagde door het Tuchtcollege tweemaal veroordeeld voor overtreding van het Basis Reglemt Stambom, zaaknummer De beslissing luidde in beide zak: E geldboete van 225,- bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor de periode van 3 maand e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand, geheel voorwaardelijk met e proeftijd van 2 jar. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 17 december Op 29 januari 2009 is de uitspraak per aangetekd schrijv verzond aan het hierbov goemde adres van beklaagde. Per eerste van de maand volgde op de datum van verzding, dat is 1 februari 2009, is de proeftijd ingegaan. Nu de beklaagde binn 2 jaar na die datum heeft gerecidiveerd, zal het Tuchtcollege de t uitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straff gelast.

6 BESLISSING Het Tuchtcollege veroordeelt de beklaagde tot: e geldboete van 1000,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 12 maand e onvoorwaardelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 6 maand e blijvde diskwalificatie van zijn persoon voorwaardelijk, met e proeftijd van 2 jar gelast de tuitvoerlegging van de tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 6 (3 + 3) maand. Op grond van het bepaalde in artikel VI.53 lid 1 van het Kynologisch Reglemt adviseert het Tuchtcollege de Raad van Beheer om deze uitspraak te publicer. Deze uitspraak is gedaan te Utrecht op 23 december 2010 door dhr. mr. E.G.J. Gimbrere, voorzitter, mw drs A.C. Maaskant-De Groot dhr. H. Wolters, in tegwoordigheid van mw. E.G.E. Siebel, secretaris, zijnde mw drs A.C. Maaskant-De Groot dhr. H. Wolters buit staat deze uitspraak mede te ondertek.

7 UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak teg: Dhr. F. Matekovic Wonde te Beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 23 december De beklaagde is ter zitting versch, sam met zijn juridisch adviseur dhr. mr. J.A.H. Hollebeek, tevs bestuurslid van de Nederlandse Bond van Gebruikshondsportveriging. De Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door zijn hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling neemt. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat: hij als keurmeester voor werkhond, tijds e of meer na te noem hondsportwedstrijd, e of meer hond heeft gekeurd waarvan hij, beklaagde, eigaar of mede-eigaar was, te wet: - op of omstreeks 8 juni 2008 te Aalst-Waalre, HDG Brabant, de hond Fajt t Palmaleinehof /of - op of omstreeks 20 september 2008, te Rozburg, HSV Botlek, de hond Fajt t Palmaleinehof /of - op of omstreeks 14 maart 2009, te Rijswijk, GHSV Rijswijk, de hond Furby t Palmaleinehof /of - op of omstreeks 15 november 2009, te Zoetermeer, KC Zoetermeer, de hond Hri t Palmaleinehof /of - op of omstreeks 7 februari 2010, CHV IJsselstroom, de hond Hri t Palmaleinehof Art IV.9 lid 1, jo. Art. V.39 lid 3 van het KR.. RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordel omdat beklaagde, door aanvaarding van de boeming door de Raad van Beheer tot keurmeester, de rechtsmacht van de veriging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland de werking van het Kynologisch Reglemt van de door of vanwege de Raad van Beheer vastgestelde andere reglemt heeft aanvaard (art. IV 4 lid 4 KR). BEWIJSMIDDELEN

8 1. E klachtformulier met bijlag, gedateerd 6 mei 2010, ingedid door de Raad van Beheer, inhoudde hetge beklaagde wordt verwet. 2. Afschrift van de uitslag van bovgoemde wedstrijd, waaruit tevs blijkt dat beklaagde tijds e niet in de aanklacht goemde wedstrijd (op , AVSG de Veluwe) e hond waarvan hij eigaar is heeft gekeurd; 3. Afschrift van e uitdraai uit e geautomatiseerd systeem Darwin, de database waarin de Nederlandse Stamboekhouding geautomatiseerd is opgom, waaruit blijkt dat beklaagde als eigaar staat geregistreerd van de drie bovgoemde hond; 4. E schriftelijke reactie, nams beklaagde, door mr. Hollebeek, d.d , met bijlag, waarin wordt gesteld dat beklaagde van ming is dat hij niet verwijtbaar heeft gehandeld. Aangevoerd wordt dat beklaagde door de Commissie Werkhond, bij monde van dhr. Jonkers, is uitgodigd als keurmeester op te tred op het Nederlands Kampioschap IPO Beklaagde heeft de uitnodiging aanvaard. Door de CWH zijn ge voorbehoud of bezwar gemaakt t aanzi van het optred van beklaagde als werkhondkeurmeester. Beklaagde is van ming dat het Internationale Examreglemt voor IPO voorrang giet bov het Kynologisch Reglemt, gelet op de bepaling: dit reglemt geldt voor alle land van de FCI. Alle wedstrijd evemt zijn aan dit reglemt onderworp. Dit internationale reglemt kt de bepaling dat e keurmeester zijn eig hond niet mag keur: het is de AK verbod hond te beoordel die zijn eigdom zijn of aan hem zijn toevertrouwd, ook hond van wie de eigaar of houder, in huiselijke gemeschap met hem onder hetzelfde dak woont. Uitzondering kan word gemaakt wanneer de AK door de RvB/CWH of FCI voor e evemt wordt aangesteld Beklaagde stelt voorts dat de regelgeving t aanzi van werkhondkeurmeesters niet eduidig bijzonder ingewikkeld is. Naast het Internationale IPO reglemt bestaat nog e nationaal IPO reglemt, hetwelk in het geheel ge bepaling kt omtrt het keur van eig hond. In e keurmeestersvergadering, geruime tijd geled, is afgesprok aldus beklaagde, dat nationaal ge uitvoering zal word gegev aan de regel uit het internationale IPO reglemt. Beklaagde heeft in het verled vaker eig hond gekeurd. Ook bij andere keurmeesters is het Kynologisch Reglemt onbekd door h wordt de regel van het niet keur van eig hond niet opgevolgd, mede op basis van de afspraak met de CWH. 5. Afschrift van e brief van de Raad van Beheer d.d. 22 maart 2010, met de schriftelijke bevestiging van e telefoongesprek op 21 maart 2010 tuss beklaagde de portefeuillehouder werkhond van de Raad mw. J. Oeldrig waarin beklaagde is gewez op het feit dat hij, door het aannem van de uitnodiging tot keur het feit dat beklaagde s echtgote voor het Nederlands kampioschap was

9 ingeschrev, in strijd handelde met art. IV.9 van het Kynologisch Reglemt. Beklaagde heeft tijds dit telefoongesprek aangegev toestemming te hebb van de CWH voor het keur van de eig hond(), zich niet te zull terugtrekk als keurmeester voor dit kampioschap vanwege de functie van internationaal keurmeester, het feit dat beklaagde de Kroatische nationaliteit bezit de Raad hierover ge zeggschap heeft. 6. Afschrift van e brief van beklaagde aan de Raad van Beheer d.d. 7 april 2010, waarin beklaagde het verloop van het telefoongesprek zoals verwoord in de brief van de Raad d.d. 22 maart 2010 ontkt. Al meer dan 10 jaar wordt de regel van het niet keur van eig hond door werkhondkeurmeesters, in overleg met de CWH, niet gehanteerd. Er zijn dan ook meerdere keurmeesters die keuring hebb verricht waarbij eig hond war betrokk. 7. e afschrift van de brief van de Commissie Werkhond aan de Raad van Beheer d.d. 24 maart Door de CWH is aan beklaagde ge toestemming gegev zijn eig hond te keur. Van e keurmeester mag word verwacht dat hij de regels kt. Dat beklaagde, evals de CWH, aan deze regel niet veel aandacht heeft geschonk, komt door het feit dat in het verre verled is besprok de regel niet zo te volg. 8. E afschrift van e brief van de Commissie Werkhond aan de secretaris van de Nederlandse Bond voor Gebruikshondsportveriging d.d waarin wordt gemeld dat de CWH ge aanvraag tot toekning van de CACIT titel bij de FCI zal indi omdat tijds de CACIT speurwedstrijd van de NBG veriging HSV Botlek op september 2008, niet is voldaan aan het gestelde in het IPO reglemt, daar dhr. Matekovic e hond heeft gekeurd waarvan hij mede-eigaar was. 9. De verklaring door nams beklaagde ter zitting van het Tuchtcollege welke inhoudelijk overekomt met de schriftelijke verklaring zoals bovgoemd. Er zijn ongeveer 9 van de in totaal 30 werkhondkeurmeesters die eig hond keur. Beklaagde stelt noch door de Raad noch door de CWH, ooit op het Kynologisch Reglemt gewez te zijn. Heb voordat ik de eerste keer ging keur gevraagd wat te do met het keur van eig hond. Het antwoord van de CWH was: dat mag gewoon. Alle uitslag word gepubliceerd op internet, die kan de Raad ook zi. Ik weet dat het volgs het Internationale Reglemt niet mag. 10. De Raad van Beheer stelt zich ter zitting op het standpunt dat het nationale IPO reglemt is opgesteld door de CWH is goedgekeurd door de Raad van Beheer (art. V.38 lid 5 KR). Dit reglemt is aldus afgeleid van het Kynologisch Reglemt. De regels van het Kynologisch Reglemt blijv echter ook geld. Dat keurmeesters het kynologisch reglemt niet kn is e kwalijke zaak. De Raad heeft het Internationale IPO reglemt niet op de website van de FCI kunn vind. Het nationale IPO reglemt wordt herzi, de Raad weet niet of dit nog geldig is.

10 Het is de Raad niet bekd dat ook andere keurmeesters het Kynologisch Reglemt hebb overtred. Hier is ge nader onderzoek naar ingesteld. E zelfstandige afspraak tuss de CWH keurmeesters om e bepaalde regel niet te hanter, is niet toegestaan. Er is ge nader onderzoek ingesteld naar het feit of de CWH inderdaad de onderhavige regel opzij heeft gezet. BEWEZENVERKLARING Op grond van het gestelde in de bewijsmiddel acht het Tuchtcollege bewez heeft het de overtuiging verkreg dat beklaagde het hierbov verwet feit heeft begaan. Het Tuchtcollege stelt vast dat door beklaagde in strijd is gehandeld met ige bepaling in het Kynologisch Reglemt. OVERWEGING TEN OVERVLOEDE Het Tuchtcollege is van oordeel dat het belang van de kynologie gedid is bij e keurmeesterskorps waarvan de integriteit hoog in het vaandel staat. Het heeft ter zitting geconstateerd dat het knelijk niet ongebruikelijk is dat t minste in één van de takk van hondsport onvoldode integriteitsbesef aanwezig is, waardoor e situatie heeft kunn ontstaan dat keurmeesters hond keur waarvan hij/zij eigaar is. Ter zitting heeft het Tuchtcollege geconstateerd dat door de vertegwoordiger van de Raad van Beheer het bestaan van e geldig internationaal reglemt voor werkhondproev wordt ontkd terwijl door één van haar commissies i.c. de Commissie Werkhond, wordt geciteerd uit internationale reglemt. De Raad van Beheer kan niet aangev welk reglemt precies van toepassing is. Daardoor laat de Raad van Beheer e situatie ontstaan die voor betrokk dermate onduidelijk kan zijn, dat de integriteit in het geding komt. STRAFBAARHEID De overtred regel is e van die belangrijke bepaling uit het Kynologisch Reglemt, die t doel hebb de integriteit van het keurmeesterskorps in Nederland te waarborg. E integer betrouwbaar keurmeesterskorps is één van de belangrijke pijlers van de georganiseerde kynologie. Van e keurmeester mag dan ook word vereist dat hij op de hoogte is van de ter zake geld reglemt deze ook zonder uitzondering toepast. Beklaagde is op beide punt tekort geschot. Het beklaagde verwet handel is verbod in titel 2 van hoofdstuk IV, artikel IV.9, van het Kynologisch Reglemt, welk artikel van overekomstige toepassing is verklaard voor keurmeesters van werkhond reddings- lawinehond in titel 4 van hoofdstuk V, art. 39 lid 3 strafbaar gesteld in artikel VI.25 van dat reglemt. De verwet feit zijn derhalve strafbaar. MOTIVERING VAN DE STRAFMAAT Het Tuchtcollege acht bewez dat de beklaagde de hem verwet feit heeft gepleegd. Echter gezi het verhandelde ter zitting hetge het Tuchtcollege is geblek omtrt de handhaving van de regelgeving door de Raad van Beheer respectievelijk de door haar ingestelde Commissie Werkhond de onduidelijkheid in de regelgeving, is het Tuchtcollege van ming dat beklaagde hiervoor ge straf moet word opgelegd.

11 BESLISSING Het Tuchtcollege verklaart bewez dat het verwet gedrag, zoals hierbov is omschrev door beklaagde is begaan. Het Tuchtcollege verklaart de beklaagde schuldig, zonder oplegging van straf. Op grond van het bepaalde in artikel VI.53 lid 1 van het Kynologisch Reglemt adviseert het Tuchtcollege de Raad van Beheer om deze uitspraak te publicer. Deze uitspraak is gedaan te Utrecht op 23 december 2010 door dhr. mr. E.G.J. Gimbrere, voorzitter, mw drs A.C. Maaskant-De Groot dhr. H. Wolters in tegwoordigheid van mw. E.G.E. Siebel, secretaris, zijnde mw drs A.C. Maaskant-De Groot dhr. H. Wolters buit staat deze uitspraak mede te ondertek.

12 UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak teg: J.C.H. van Weel wonde te,, beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 13 september De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroep, niet ter zitting versch. De klaagster, de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door haar hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nem. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat zij op of omstreeks 17 december 2009 als eigaar van e hond, e teef, gaamd Lucy, NHSB gebor op 12 januari 2007, heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks 15 februari 2010 e of meer pups zijn gebor, waarvan zij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. Art. VIII.2.1 jo VIII.3 KR RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordel omdat de beklaagde t tijde van het haar verwet gedrag lid was van e veriging, die is toegelat tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Op grond van de statut van die veriging is de beklaagde onderworp aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. OVERWEGINGEN Uit het door de Raad van Beheer ingedide klachtformulier met de bijlag in samhang met de brief van de beklaagde, niet gedateerd, bij de Raad van Beheer ontvang op 10 augustus 2010, kan als vaststaand word aangom dat de teef, gaamd Lucy, NHSB , op of omstreeks 17 december 2009 is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks 15 februari 2010 e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. De beklaagde heeft in haar hierbov aangehaalde brief aangevoerd dat zij de dekkiing netjes heeft gemeld aan de Raad van Beheer.

13 Het Tuchtcollege is, wat er ook zij van hetge beklaagde heeft aangevoerd, van oordeel dat beklaagde knelijk onvoldode maatregel heeft gom om te voorkom dat de teef in strijd met het bepaalde in het Kynologisch Reglemt is gedekt. Het Tuchtcollege rekt dat beklaagde aan. CONCLUSIE Het Tuchtcollege acht bewez dat de beklaagde het haar verwet feit heeft gepleegd acht de beklaagde daarvoor strafbaar. OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE STRAFMAAT Het Tuchtcollege overweegt dat met de onderhavige regelgeving door de Veriging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is beoogd om het belang van de gezondheid het welzijn van de rashondpopulatie in Nederland te di. Nu de bevordering van de gezondheid het welzijn van hond hondpopulaties e statutair doel van de veriging is, is het Tuchtcollege van oordeel dat overtred van deze regelgeving zeer ernstig is. In beginsel acht het Tuchtcollege voor e dergelijke overtreding e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. Het Tuchtcollege rekt het de beklaagde zwaar aan dat zij, na e eerdere veroordeling binn de proeftijd, opnieuw het Basis Reglemt Stambom heeft overtred. Het Tuchtcollege acht voor e dergelijke overtreding in beginsel e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. TEN UITVOERLEGGING VAN EERDER VOORWAARDELIJK OPGELEGDE STRAF Op 17 april 2009 is de beklaagde door het Tuchtcollege veroordeeld voor overtreding van het Basis Reglemt Stambom, zaaknummer De beslissing luidde: e geldboete van 225,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van haar persoon voor e periode van 3 maand e tijdelijke diskwalificatie van haar persoon voor e periode van 3 maand, geheel voorwaardelijk met e proeftijd van 2 jar. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 17 april Op 10 juni 2009 is de uitspraak per aangetekd schrijv verzond aan het hierbov goemde adres van beklaagde. Per eerste van de maand volgde op de datum van verzding, dat is 1 juli 2009, is de proeftijd ingegaan. Nu de beklaagde binn 2 jaar na die datum heeft gerecidiveerd, zal het Tuchtcollege de t uitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf gelast.

14 BESLISSING Het Tuchtcollege veroordeelt de beklaagde tot: e geldboete van 1000,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van haar persoon voor e periode van 13 maand e tijdelijke diskwalificatie van haar persoon voor e periode van 12 maand onvoorwaardelijk gelast de tuitvoerlegging van de tijdelijke diskwalificatie van haar persoon voor e periode van 3 maand. Het tuchtcollege adviseert de Raad van Beheer deze uitspraak te publicer. Deze uitspraak is gedaan te Utrecht op 13 september 2010 door mr. P.L.M.J. Rooijakkers, voorzitter, mr. E.G.J. Gimbrère mw C. Abrahamse, in tegwoordigheid van mw E.G.E. Siebel, secretaris, zijnde E.G.J. Gimbrère, mw C. Abrahamse buit staat deze uitspraak mede te ondertek. UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak teg: E.J.P. Jans wonde te,, beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 13 september De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroep, niet ter zitting versch. De klaagster, de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door haar hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nem. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat hij op of omstreeks 4 december 2009 als eigaar van e hond, e teef, gaamd Dari Intan Putih Surya, NHSB VR gebor op 11 november 2002, heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks 3 februari 2010 e of meer pups zijn gebor, waarvan hij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef op de datum van de dekking al 5 of meer nest had voorgebracht.

15 Art. VIII.2.2 jo VIII.3 KR RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordel omdat de beklaagde t tijde van het hem verwet gedrag lid was van e veriging, die is toegelat tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Op grond van de statut van die veriging is de beklaagde onderworp aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. OVERWEGINGEN Uit het door de Raad van Beheer ingedide klachtformulier met de bijlag kan als vaststaand word aangom dat de teef, gaamd Dari Intan Putih Surya, NHSB VR , op of omstreeks 4 december 2009 is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks 3 februari 2010 e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef op de datum van de dekking al 5 of meer nest had voorgebracht. De beklaagde heeft in het geheel niet gereageerd op de hem toegezond aanklacht noch op de hem toegezond oproeping voor de zitting van het Tuchtcollege. Het Tuchtcollege is van oordeel dat beklaagde knelijk onvoldode maatregel heeft gom om te voorkom dat de teef in strijd met het bepaalde in het Kynologisch Reglemt is gedekt. CONCLUSIE Het Tuchtcollege acht bewez dat de beklaagde het hem verwet feit heeft gepleegd acht de beklaagde daarvoor strafbaar. OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE STRAFMAAT Het Tuchtcollege overweegt dat met de onderhavige regelgeving door de Veriging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is beoogd om het belang van de gezondheid het welzijn van de rashondpopulatie in Nederland te di. Nu de bevordering van de gezondheid het welzijn van hond hondpopulaties e statutair doel van de veriging is, is het Tuchtcollege van oordeel dat overtred van deze regelgeving zeer ernstig is. In beginsel acht het Tuchtcollege voor e dergelijke overtreding e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. Het Tuchtcollege rekt het de beklaagde zwaar aan dat hij, na e eerdere veroordeling binn de proeftijd, opnieuw het Basis Reglemt Stambom heeft overtred. Het Tuchtcollege acht voor e dergelijke overtreding in beginsel e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. TEN UITVOERLEGGING VAN DE EERDER VOORWAARDELIJK OPGELEGDE STRAF Op 17 april 2009 is de beklaagde door het Tuchtcollege veroordeeld voor overtreding van het Basis Reglemt Stambom, zaaknummer

16 De beslissing luidde: e geldboete van 225,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand, geheel voorwaardelijk met e proeftijd van 2 jar. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 17 april Op 10 juni 2009 is de uitspraak per aangetekd schrijv verzond aan het hierbov goemde adres van beklaagde. Per eerste van de maand volgde op de datum van verzding, dat is 1 juli 2009, is de proeftijd ingegaan. Nu de beklaagde binn 2 jaar na die datum heeft gerecidiveerd, zal het Tuchtcollege de t uitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf gelast. BESLISSING Het Tuchtcollege veroordeelt de beklaagde tot: e geldboete van 1000,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 13 maand e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 12 maand onvoorwaardelijk gelast de tuitvoerlegging van de tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand. Het tuchtcollege adviseert de Raad van Beheer deze uitspraak te publicer. Deze uitspraak is gedaan te Utrecht op 13 september 2010 door mr. P.L.M.J. Rooijakkers, voorzitter, mr. E.G.J. Gimbrère mw C. Abrahamse, in tegwoordigheid van mw E.G.E. Siebel, secretaris, zijnde E.G.J. Gimbrère, mw C. Abrahamse buit staat deze uitspraak mede te ondertek.

17 UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak (10.019) teg: A. Putman wonde te, beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 16 april De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroep, niet ter zitting versch. De klaagster, de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door haar hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nem. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat hij op of omstreeks 6 november 2009 als eigaar van e hond, e teef, gaamd Odette Von Der Burg Lübeck, NHSB gebor op 13 september 2004, heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks 6 januari 2010 e of meer pups zijn gebor, waarvan hij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. Art. VIII.2.1 jo VIII.3 KR RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordel omdat de beklaagde t tijde van het hem verwet gedrag lid was van e veriging, die is toegelat tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Op grond van de statut van die veriging is de beklaagde onderworp aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. OVERWEGINGEN Uit het door de Raad van Beheer ingedide klachtformulier met de bijlag in samhang met het bericht van de beklaagde, gedateerd 21 januari 2010, kan als vaststaand word aangom dat de teef, gaamd Odette Von Der Burg Lübeck, NHSB , op of omstreeks 6 november 2009 is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks 6 januari 2010 e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. De beklaagde heeft in zijn hierbov aangehaalde bericht aangevoerd dat hij reeds veroordeeld is voor de nest van Het Tuchtcollege is, wat er ook zij van hetge beklaagde heeft aangevoerd, van oordeel dat beklaagde knelijk onvoldode maatregel heeft gom om te voorkom dat de teef in strijd met het bepaalde in het Kynologisch Reglemt is gedekt.

18 Van e fokker mag word verwacht dat hij zich tijdig op de hoogte stelt van de juiste regelgeving aangaande het fokk. Het Tuchtcollege rekt het nalat daarvan beklaagde aan. CONCLUSIE Het Tuchtcollege acht bewez dat de beklaagde het hem verwet feit heeft gepleegd acht de beklaagde daarvoor strafbaar. OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE STRAFMAAT Het Tuchtcollege overweegt dat met de onderhavige regelgeving door de Veriging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is beoogd om het belang van de gezondheid het welzijn van de rashondpopulatie in Nederland te di. Nu de bevordering van de gezondheid het welzijn van hond hondpopulaties e statutair doel van de veriging is, is het Tuchtcollege van oordeel dat overtred van deze regelgeving zeer ernstig is. In beginsel acht het Tuchtcollege voor e dergelijke overtreding e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. Het verweer van beklaagde dat hij reeds eerder voor deze overtreding is bestraft wordt door het Tuchtcollege verworp. Het Tuchtcollege rekt het de beklaagde zwaar aan dat hij, na e eerdere veroordeling binn de proeftijd, opnieuw het Basis Reglemt Stambom heeft overtred. Het Tuchtcollege acht voor e dergelijke overtreding in beginsel e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. TEN UITVOERLEGGING VAN EERDER VOORWAARDELIJK OPGELEGDE STRAF Op 17 april 2009 is de beklaagde door het Tuchtcollege veroordeeld voor overtreding van het Basis Reglemt Stambom, zaaknummer De beslissing in elk van de zak luidde, onder andere, e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand, geheel voorwaardelijk met e proeftijd van 2 jar. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 17 april Op 10 juni 2009 zijn de uitsprak per aangetekd schrijv verzond aan het hierbov goemde adres van beklaagde. Per eerste van de maand volgde op de datum van verzding, dat is 1 juli 2009, is de proeftijd ingegaan. Nu de beklaagde binn 2 jaar na die datum heeft gerecidiveerd, zal het Tuchtcollege de t uitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straff gelast.

19 BESLISSING Het Tuchtcollege veroordeelt de beklaagde tot: e geldboete van 1000,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 9 maand e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 9 maand onvoorwaardelijk gelast voorts de tuitvoerlegging van de tijdelijke diskwalificaties van zijn persoon voor e periode van 6 maand. Het Tuchtcollege adviseert de Raad van Beheer deze uitspraak te publicer. Deze uitspraak is gedaan te Utrecht op 16 april 2010 door mr. mr. E.G.J. Gimbrere, voorzitter, mw drs A.C. Maaskant-De Groot mw. drs De Rooy-van Vierss Trip, in tegwoordigheid van de heer G.W.A. d Boer, secretaris, zijnde mw drs A.C. Maaskant-De Groot mw. drs De Rooy-van Vierss Trip buit staat deze uitspraak mede te ondertek.

20 UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak (10.018) teg: F.W.K. Rombouts wonde te, beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 16 april De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroep, niet ter zitting versch. De klaagster, de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door haar hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nem. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat hij op of omstreeks 5 november 2009 als eigaar van e hond, e teef, gaamd Love Momt v.h. Polanerduin, NHSB gebor op 18 april 2005, heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks 2 januari 2010 e of meer pups zijn gebor, waarvan hij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. Art. VIII.2.1 jo VIII.3 KR RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordel omdat de beklaagde t tijde van het hem verwet gedrag lid was van e veriging, die is toegelat tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Op grond van de statut van die veriging is de beklaagde onderworp aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. OVERWEGINGEN Uit het door de Raad van Beheer ingedide klachtformulier met bijlag in samhang met het bericht van de beklaagde, gedateerd 20 januari 2010 de brief van beklaagde, gedateerd 14 april 2010, kan als vaststaand word aangom dat de teef, gaamd Love Momt v.h. Polanerduin, NHSB , op of omstreeks 5 november 2009 is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks 2 januari 2010 e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. De beklaagde heeft in zijn hierbov aangehaalde bericht aangevoerd dat hij zich had vergist dat hij, omdat er 13 maand tuss dit nest het vorige nest zat, dacht ruimschoots aan de gestelde voorwaard voldeed.

21 Het Tuchtcollege is, wat er ook zij van hetge beklaagde heeft aangevoerd, van oordeel dat beklaagde knelijk onvoldode maatregel heeft gom om te voorkom dat de teef in strijd met het bepaalde in het Kynologisch Reglemt is gedekt. Van e fokker mag word verwacht dat hij zich tijdig op de hoogte stelt van de juiste regelgeving aangaande het fokk, zeker gezi eerdere veroordeling van beklaagde. Het Tuchtcollege rekt het nalat daarvan beklaagde aan. CONCLUSIE Het Tuchtcollege acht bewez dat de beklaagde het hem verwet feit heeft gepleegd acht de beklaagde daarvoor strafbaar. OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE STRAFMAAT Het Tuchtcollege overweegt dat met de onderhavige regelgeving door de Veriging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is beoogd om het belang van de gezondheid het welzijn van de rashondpopulatie in Nederland te di. Nu de bevordering van de gezondheid het welzijn van hond hondpopulaties e statutair doel van de veriging is, is het Tuchtcollege van oordeel dat overtred van deze regelgeving zeer ernstig is. In beginsel acht het Tuchtcollege voor e dergelijke overtreding e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. Het Tuchtcollege rekt het de beklaagde zwaar aan dat hij, na e eerdere veroordeling binn de proeftijd, opnieuw het Basis Reglemt Stambom heeft overtred. Het Tuchtcollege acht voor e dergelijke overtreding in beginsel e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. TEN UITVOERLEGGING VAN EERDER VOORWAARDELIJK OPGELEGDE STRAF Op 20 februari 2009 is de beklaagde door het Tuchtcollege veroordeeld voor overtreding van het Basis Reglemt Stambom, zaaknummer De beslissing luidde onder andere: E tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand, geheel voorwaardelijk met e proeftijd van 2 jar. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 20 februari Op 7 april 2009 is de uitspraak per aangetekd schrijv verzond aan het hierbov goemde adres van beklaagde. Per eerste van de maand volgde op de datum van verzding, dat is 1 mei 2009, is de proeftijd ingegaan. Nu de beklaagde binn 2 jaar na die datum heeft gerecidiveerd, zal het Tuchtcollege de t uitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf gelast.

22 BESLISSING Het Tuchtcollege veroordeelt de beklaagde tot: e geldboete van 1000,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 12 maand e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 9 maand, gelast de tuitvoerlegging van de tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand. Het Tuchtcollege adviseert de Raad van Beheer deze uitspraak te publicer. Deze uitspraak is gedaan te Utrecht op 16 april 2010 door mr. mr. E.G.J. Gimbrere, voorzitter, mw drs A.C. Maaskant-De Groot mw. drs De Rooy-van Vierss Trip, in tegwoordigheid van de heer G.W.A. d Boer, secretaris, zijnde mw drs A.C. Maaskant-De Groot mw. drs De Rooy-van Vierss Trip buit staat deze uitspraak mede te ondertek.

23 UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak ( ) teg: H. Bouwman(-van d Berg) wonde te, beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 16 april De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroep, niet ter zitting versch. De klaagster, de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door haar hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nem. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat 1. hij op of omstreeks 25 oktober 2009 als eigaar van e hond, e teef, gaamd Carm Romy v. Bolgerij, NHSB gebor op 14 november 2002, heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks 3 januari 2010 e of meer pups zijn gebor, waarvan hij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef op de datum van de dekking al 5 of meer nest had voorgebracht. Art. VIII.2.2 jo VIII.3 KR, zaaknummer hij op of omstreeks 5 november 2009 als eigaar van e hond, e teef, gaamd Ayla v. Hafrino, NHSB gebor op 25 juli 2008, heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks 2 januari 2010 e of meer pups zijn gebor, waarvan hij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef op de datum van de dekking jonger was dan 16 maand. Art. VIII.1.1 jo VIII.3 KR, zaaknummer RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zak te oordel omdat de beklaagde t tijde van het hem verwet gedrag lid was van e veriging, die is toegelat tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Op grond van de statut van die veriging is de beklaagde onderworp aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Het Tuchtcollege zal deze zak gevoegd behandel. OVERWEGINGEN Uit het door de Raad van Beheer ingedide klachtformulier met de bijlag kan als vaststaand word aangom dat: 1. de teef, gaamd Carm Romy v. Bolgerij, NHSB , op of omstreeks 25 oktober 2009 is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks 3 januari 2010

24 e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef op de datum van de dekking al 5 of meer nest had voorgebracht. 2. de teef, gaamd Ayla v. Hafrino, NHSB , op of omstreeks 5 november 2009 is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks 2 januari 2010 e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef op de datum van de dekking jonger was dan 16 maand. De beklaagde heeft in het geheel niet gereageerd op de hem toegezond aanklacht, noch op de hem toegezond oproeping voor de zitting van het Tuchtcollege. Het Tuchtcollege is van oordeel dat beklaagde knelijk onvoldode maatregel heeft gom om te voorkom dat de tev in strijd met het bepaalde in het Kynologisch Reglemt zijn gedekt. CONCLUSIE Het Tuchtcollege acht bewez dat de beklaagde de hem verwet feit heeft gepleegd acht de beklaagde daarvoor strafbaar. OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE STRAFMAAT Het Tuchtcollege overweegt dat met de onderhavige regelgeving door de Veriging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is beoogd om het belang van de gezondheid het welzijn van de rashondpopulatie in Nederland te di. Nu de bevordering van de gezondheid het welzijn van hond hondpopulaties e statutair doel van de veriging is, is het Tuchtcollege van oordeel dat overtred van deze regelgeving zeer ernstig is. In beginsel acht het Tuchtcollege voor e dergelijke overtreding e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. Het Tuchtcollege rekt het de beklaagde zwaar aan dat hij zich knelijk niets geleg laat ligg aan uitsprak van het Tuchtcollege aan door de Veriging vastgestelde regelgeving ter bevordering van de gezondheid het welzijn van hond. Het Tuchtcollege acht voor e dergelijke overtreding e hoge geldboete e tijdelijke, onvoorwaardelijke diskwalificatie van de overtreder aangewez. TEN UITVOERLEGGING VAN EERDER VOORWAARDELIJK OPGELEGDE STRAF Op 20 februari 2009 is de beklaagde door het Tuchtcollege veroordeeld voor overtreding van het Basis Reglemt Stambom, zaaknummer De beslissing luidde onder andere: E tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand, geheel voorwaardelijk met e proeftijd van 2 jar. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 20 februari Op 7 april 2009 is de uitspraak per aangetekd schrijv verzond aan het hierbov goemde adres van beklaagde. Per eerste van de maand volgde op de datum van verzding, dat is 1 mei 2009,

25 is de proeftijd ingegaan. Nu de beklaagde binn 2 jaar na die datum heeft gerecidiveerd, zal het Tuchtcollege de t uitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf gelast. Op 25 november 2009 is de beklaagde door het Tuchtcollege veroordeeld voor overtreding van het Basis Reglemt Stambom, zaaknummer Deze zittingsdatum de verzding van de uitspraak per aangetekde post op 27 januari 2010 ligt ruim na het pleg van onderhavige feit zodat dit feit niet heeft meegewog bij de bepaling van de onderstaande beslissing. BESLISSING Het Tuchtcollege veroordeelt de beklaagde tot: e geldboete van 2000,00 bij niet tijdige betaling te vervang door e tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 12 maand e onvoorwaardelijke tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 9 maand gelast de tuitvoerlegging van de tijdelijke diskwalificatie van zijn persoon voor e periode van 3 maand. Het Tuchtcollege adviseert de Raad van Beheer deze uitspraak te publicer. Deze uitspraak is gedaan te Utrecht op 16 april 2010 door mr. mr. E.G.J. Gimbrere, voorzitter, mw drs A.C. Maaskant-De Groot mw. drs De Rooy-van Vierss Trip, in tegwoordigheid van de heer G.W.A. d Boer, secretaris, zijnde mw drs A.C. Maaskant-De Groot mw. drs De Rooy-van Vierss Trip buit staat deze uitspraak mede te ondertek.

26 UITSPRAAK van het Tuchtcollege in de zaak (10.005) teg: J. Dijkstra wonde te, beklaagde. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevond op 16 april De beklaagde is, hoewel behoorlijk opgeroep, niet ter zitting versch. De klaagster, de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, gevestigd te 1075 AV Amsterdam, Emmalaan 16-18, ter zitting vertegwoordigd door haar hoofd juridische zak mevrouw mr. D.F. Dokkum, heeft gevorderd dat het Tuchtcollege de zaak in behandeling zal nem. HET VERWETEN GEDRAG De beklaagde wordt verwet dat hij op of omstreeks 4 oktober 2009 als eigaar van e hond, e teef, gaamd Roemjana De Echtna, NHSB gebor op 4 april 2006, heeft lat dekk althans niet heeft voorkom dat deze teef werd gedekt, als gevolg waarvan uit die teef op of omstreeks 6 december 2009 e of meer pups zijn gebor, waarvan hij in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker is zulks terwijl die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. Art. VIII.2.1 jo VIII.3 KR RECHTSMACHT Het Tuchtcollege is bevoegd in deze zaak te oordel omdat de beklaagde t tijde van het hem verwet gedrag lid was van e veriging, die is toegelat tot het lidmaatschap van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Op grond van de statut van die veriging is de beklaagde onderworp aan de rechtsmacht van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. OVERWEGINGEN Uit het door de Raad van Beheer ingedide klachtformulier met de bijlag kan als vaststaand word aangom dat de teef, gaamd Roemjana De Echtna, NHSB , op of omstreeks 4 oktober 2009 is gedekt dat als gevolg daarvan uit die teef op of omstreeks 6 december 2009 e of meer pups zijn gebor, dat de beklaagde in de zin van het Kynologisch Reglemt de fokker van dat nest pups is dat die teef als gevolg van die dekking in e periode van 24 maand meer dan twee nest heeft voortgebracht. De beklaagde heeft in het geheel niet gereageerd op de hem toegezond aanklacht, noch op de hem toegezond oproeping voor de zitting van het Tuchtcollege. Het Tuchtcollege is van oordeel dat beklaagde knelijk onvoldode maatregel heeft gom om te voorkom dat de teef in strijd met het bepaalde in het Kynologisch Reglemt is gedekt. Het Tuchtcollege rekt dat verdachte aan.