Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 2003

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 2003"

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR11997_1 23 februari 2016 Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 2003 De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 november 2003, nr. SO/03/7341; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3 van de Algemene subsidieverordening 1998 van de gemeente Dordrecht en artikel 149 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 2003 HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1 Doelstelling Deze verordening heeft tot doel door middel van doelmatig beheer en het plegen van restauratie en onderhoud te bevorderen dat het monumentenbestand binnen de grenzen van de gemeente Dordrecht, middels stelselmatige inspanning van eigenaren en gemeente, in een cultuurhistorisch verantwoorde staat en op een kwalitatief goed bouwtechnisch peil wordt gebracht en gehouden. Artikel 2 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a) b) c) d) e) f) g) h) Pand en/of object, verder te noemen Monument: 1. Gemeentelijk monument: 2. Beeldbepalend object: Restaureren / het plegen van onderhoud: Eigenaar: pand / object dat overeenkomstig de van toepassing zijnde gemeentelijke monumentenverordening op de gemeentelijke monumentenlijst is geplaatst; Pand/object dat naar het oordeel van burgemeester en wethouders een kenmerkend onderdeel vormt van het stadsgezicht van Dordrecht, welk stadsgezicht krachtens artikel 35 van de Monumentenwet 1988 is aangewezen; het treffen van voorzieningen tot opheffen van (bouwtechnische) gebreken, waar onder begrepen het normale onderhoud, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument; 1) de natuurlijke of rechtspersoon die het monument waaraan de in deze verordening genoemde voorzieningen worden getroffen in eigendom heeft; 2) onder eigenaar wordt mede verstaan: Restaurerende instelling: Verleningsbeschikking: Vaststellingsbeschikking: Voorzieningen: Subsidiabele kosten: a) degene die het recht van erfpacht op het monument bezit; b) de houder van een recht van opstal; c) de toekomstige eigenaar, erfpachter van het monument, of houder van een recht van opstal, die in het bezit is van een voorlopig koop- of erfpachtcontract inzake het monument; d) de houder van een appartementsrecht als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek; e) de vereniging van eigenaren als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. een privaatrechtelijk persoon die op grond van haar statuten het zonder winstoogmerk instandhouden van één of meer monumenten ten doel heeft en die is gerangschikt onder de instellingen, bedoeld in artikel 24, lid 4, van de Successiewet 1956; het besluit van burgemeester en wethouders waarin, voorafgaand aan het treffen van de voorzieningen, voorlopig de hoogte van de subsidiabele kosten is vastgelegd en waarmee de eigenaar van een monument een aanspraak kan doen op een financiering in de vorm van een Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD)-hypotheek of subsidie in de vorm van een bijdrage-ineens, mits aan alle aan de verlening van een financiering of subsidie verbonden voorwaarden is voldaan; het besluit van burgemeester en wethouders waarin, nadat de voorzieningen zijn getroffen, definitief de hoogte van de subsidiabele kosten is vastgelegd en de financiering of de subsidie definitief wordt vastgesteld; maatregelen waarvoor op basis van deze verordening een financiering of subsidie kan worden verleend; 1. de som van de geraamde en door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van: a) de aanneemsom voor het verrichten van de voorzieningen; b) de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen; c) het naar rato van de verhouding tussen subsidiabel en niet subsidiabel geachte kosten, aan de subsidiabele kosten toe te rekenen gedeelte van het honorarium van de architect, tot het maximum als is bepaald in de Standaard Rechtsverhouding Opdrachtgever Architect 1988 (SR-1988) 1

2 i) j) k) l) m) n) o) p) d) de verschuldigde en niet verrekenbare omzetbelasting; het honorarium van de constructeur en/of adviseurs voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is voor de instandhouding van het monument; het toezicht op de uitvoering; de bestedingskosten; de leges voor de bouw- en monumentenvergunning en voor enig andere vergunning die nodig is voor het treffen van de voorzieningen; e) een reservering tot een maximum van 5% van de aanneemsom voor het meerwerk, dat ten tijde van het opstellen van het plan tot het verrichten van de voorzieningen redelijkerwijs niet was te voorzien; f) de kosten voor het redelijkerwijs niet te vermijden en onvoorziene meerwerk, de reservering genoemd in artikel 2, lid 1-e. te boven gaand, voor zover deze kosten gemeld aan burgemeester en wethouders direct na constatering lopende de uitvoering van het werk en voor zover deze kosten door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd; g) de kosten van een bouwhistorische opname en/of bouwhistorisch onderzoek gericht op het treffen van de voorzieningen, tot een maximum van 0,5% van de goedgekeurde subsidiabele kosten. 2. niet tot de subsidiabele kosten behoren de kosten van in zelfwerkzaamheid uitgevoerde voorzieningen 3. bij het bepalen van de subsidiabele kosten wordt uitgegaan van de door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg op grond van het Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten 1997 vastgestelde Beleidsregels Onderhoud en Restauratie Monumenten; Onderhoudsplicht: Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) - hypotheek (de financiering): Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) - bijdrage-ineens (de subsidie): Fiscaal relevante eigenaar: Niet-fiscaal relevante eigenaar: Het Bemiddelend Orgaan: Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF) de door burgemeester en wethouders na het treffen van de voorzieningen op te leggen onderhoudsplicht volgens de in artikel 16 van deze verordening opgenomen voorwaarden. een laagrentende hypothecaire lening in de vorm van een Gemeentelijke Restauratiefonds Dordrecht (GRD) - hypotheek, kortweg GRD-hypotheek, te verlenen uit het Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD); een subsidie in de vorm van een éénmalige bijdrage die rechtstreeks aan de eigenaar wordt uitbetaald uit het GRD; de eigenaar van een monument die belastingplichtig is ingevolge de Wet op de Inkomstenbelasting dan wel de Wet op de Vennootschapsbelasting; de eigenaar van een monument die niet valt onder de begripsomschrijving in artikel 2, lid l. een onafhankelijke instelling (N.V. Bemiddelend Orgaan) van de N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten, die op basis van vastgestelde normen toetst of de financiële draagkracht van de eigenaar van het monument voldoende is om een GRD-hypotheek af te sluiten en in deze Burgemeester en wethouders adviseert; een fonds met revolverend karakter, waaruit Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) hypotheek (de financiering) en de bijdrage-ineens (de subsidie) worden verleend; een stichting die door burgemeester en wethouders belast is met de financiële afwikkeling binnen het Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD), waar onder begrepen het afsluiten van de GRDhypotheek en de verstrekking van de bijdragen-ineens HOOFDSTUK 2. GEMEENTELIJK RESTAURATIEFONDS DORDRECHT (GRD) Artikel 3 Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 1. Uit het Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) kunnen worden verstrekt a. financieringen in de vorm van een GRD-hypotheek als bedoeld in artikel 6 en 7 of b. subsidies in de vorm van bijdragen-ineens als bedoeld in artikel 6 en Rente en aflossing op GRD-hypotheken vallen toe aan het GRD en worden hernieuwd ingezet om de doelstelling van deze verordening te realiseren. Artikel 4 Financiële middelen, (deel)budgetten 1. De gemeenteraad stelt vast in welke omvang het GRD van financiële middelen wordt voorzien. 2. Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks deelbudgetten vaststellen voor de uitvoering van het GRD, gebaseerd op a. de in artikel 6, lid 4 en 5 genoemde fiscale relevantie van eigenaren van monumenten; b. door Burgemeester en wethouders vast te stellen nadere prioriteiten, gebieden of bepaalde categorieën monumenten. 3. Het besluit van burgemeester en wethouders tot vaststelling van deelbudgetten wordt bekend gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze. 2

3 4. Indien een door burgemeester en wethouders vastgesteld deelbudget dreigt te worden overschreden, geven burgemeester en wethouders bij de verdeling van de nog ter verdeling resterende middelen binnen een deelbudget, die aanvragen voorrang, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen van meer belang is voor de bescherming en instandhouding van het monumentenbestand binnen Dordrecht. 5. Indien een deelbudget niet volledig wordt besteed, kunnen burgemeester en wethouders dit budget geheel of gedeeltelijk aan een ander deelbudget toevoegen. 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de uitvoering en het beheer van het Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht te mandateren aan derden. Artikel 5 Prioriteiten 1. De toepassing van artikel 3, lid 1 kan per jaar beperkt worden tot monumenten en / of gebieden welke voorkomen op een door burgemeester en wethouders vast te stellen prioriteitenlijst. 2. Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan lid 1 van dit artikel, wordt dat besluit bekend gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze. HOOFDSTUK 3. VERLENINGSGRONDSLAG Artikel 6 Grondslag en werkingssfeer 1. Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders een financiering of een bijdrage-ineens toekennen voor het treffen van: a. voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken aan het monument; b. overige voorzieningen die voor de instandhouding van het monument noodzakelijk zijn. 2. De financieringsgrondslag of de hoogte van de bijdrage-ineens wordt berekend over de kosten van voorzieningen, met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enig andere regeling een financiering of subsidie kan worden verkregen. De stapeling van regelingen is toegestaan, mits de regelingen aanvullend werken. 3. De financiering of bijdrage-ineens wordt verleend aan de eigenaar van het monument waaraan de voorzieningen worden getroffen. 4. Fiscaal relevante eigenaren komen in aanmerking voor een GRD-hypotheek. 5. Niet-fiscaal relevante eigenaren komen in aanmerking voor een subsidie in de vorm van een bijdrage-ineens. De bewijslast van de fiscale status ligt bij de eigenaar. 6. Om voor een financiering of een bijdrage-ineens in aanmerking te komen dienen de totale subsidiabele kosten ten minste te bedragen 2% van de op basis van de taxatie voor Wet Onroerend Zaakbelasting (WOZ) voor het monument vastgestelde waarde. Het aantonen van de taxatiewaarde ligt bij de eigenaar. 7. De subsidiabele kosten boven ,- (inclusief BTW) komen niet voor een financiering of bijdrage-ineens in aanmerking. 8. In geval van schade door brand of calamiteit worden de goedgekeurde subsidiabele kosten berekend uit de kosten van de te treffen voorzieningen minus de dekking van de uit te keren verzekeringsgelden. 9. Voor een bijdrage in het meerwerk kan door de eigenaar uiterlijk bij indiening van de financiële eindverantwoording een aanvullend financierings - of subsidieverzoek worden ingediend. a. een verzoek voor een aanvullende financiering of subsidie kan slechts worden gehonoreerd, als voldaan is aan lid 7 van dit artikel en de in artikel 2, lid h., onder 1.-f. opgenomen voorwaarden; b. aan de verlening van de oorspronkelijke aanvraag kan de eigenaar geen enkel recht op een aanvullende financiering of subsidie ontlenen. 10. Een GRD-hypotheek of bijdrage-ineens wordt slechts verleend: a. voor zover de deelbudgetten van het fonds als bedoeld in artikel 4, lid 2 toereikend zijn; b. voor monumenten dan wel gebieden die een onderdeel vormen van de op grond van artikel 5, lid 1 vastgestelde prioriteiten. 11. Burgemeester en wethouders kunnen in geval een fiscaal relevante eigenaar aantoonbaar geen of nauwelijks fiscale aftrekmogelijkheden bezit, een uitzondering maken op het gestelde in artikel 6, lid 4 en de eigenaar beschouwen als een niet fiscaal relevante eigenaar en handelen volgens artikel 6, lid 5. Artikel 7 Financiering de GRD-hypotheek 1. Een GRD-hypotheek is een laagrentende hypothecaire lening met een looptijd van 20 jaar, waarbij de betaling van rente en aflossing volgens een annuïteitensysteem plaatsvindt. 2. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de subsidiabele kosten vast. 3. Het leningsbedrag bij een GRD-hypotheek bedraagt maximaal 100% van de goedgekeurde subsidiabele kosten. 3

4 4. De leningsvoorwaarden waaronder GRD-hypotheken worden verleend, worden vastgesteld aan de hand van de door burgemeester en wethouders en de Stichting Nationaal Restauratiefonds afgesloten samenwerkingsovereenkomst. 5. Een GRD-hypotheek wordt slechts verleend, indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de eigenaar van het monument waarvoor de financiering wordt aangevraagd in staat is de hieraan verbonden financiële lasten te dragen, hetgeen wordt getoetst door Het Bemiddelend Orgaan. 6. Het kredietplafond voor de GRD-hypotheek wordt voor aanvang van het aanbrengen van de voorzieningen berekend op basis van de uit de begroting berekende subsidiabele kosten en vastgelegd in een verleningsbeschikking. 7. Na de uitvoering van de werkzaamheden worden de uiteindelijke subsidiabele kosten berekend op basis van door de aanvrager te overleggen originele nota s en betaalbewijzen en vastgelegd in een vaststellingsbeschikking. 8. Een niet gebruikt restant van de financiering moet terstond na afgifte van de vaststellingsbeschikking worden aangewend als extra aflossing. Artikel 8 Subsidie - de bijdrage-ineens 1. De hoogte van de in artikel 3, lid 1 b. genoemde bijdrage-ineens bedraagt 30% van de goedgekeurde subsidiabele kosten. 2. Indien er sprake is van een restaurerende instelling, als eigenaar van het monument, wordt de bijdrage-ineens verhoogd met 10%. 3. Burgemeester en wethouders stellen de hoogte van de subsidiabele kosten vast. 4. De maximale hoogte van de bijdrage-ineens wordt voor aanvang van het aanbrengen van de voorzieningen berekend op basis van de uit de begroting berekende subsidiabele kosten en vastgelegd in een verleningsbeschikking. 5. Na de uitvoering van de werkzaamheden worden de uiteindelijke subsidiabele kosten berekend op basis van door de aanvrager te overleggen nota s en betaalbewijzen en vastgelegd in een vaststellingsbeschikking. HOOFDSTUK 4. VAN BESCHIKKING TOT VASTSTELLING Artikel 9 Uitvoering De procedure van aanvraag, verlening en afhandeling is vastgelegd in een door het college van B&W vastgesteld uitvoeringsreglement. Artikel 10 Beschikkingsprocedure 1. Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag om verlenen van een GRD-hypotheek of een bijdrage-ineens a) binnen drie maanden na de dag waarop de aanvraag is ingediend. b) zij kunnen hun beslissing voor ten hoogste drie maanden verdagen; hiervan doen zij de aanvrager binnen de genoemde periode van 3 maanden schriftelijk mededeling. 2. Burgemeester en wethouders delen een besluit als bedoeld in dit artikel schriftelijk en met redenen omkleed aan de aanvrager mee. 3. Een verleningsbeschikking van een GRD-hypotheek of bijdrage-ineens omvat de vastgestelde subsidiabele kosten van de voorzieningen alsmede de berekening die hieraan ten grondslag ligt. Artikel 11 Weigeringsgronden Burgemeester en wethouders verlenen geen GRD-hypotheek of een bijdrage-ineens indien: a) met het treffen van de voorzieningen de doelstelling zoals genoemd in artikel 1 niet of in onvoldoende mate wordt gediend; b) de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat; c) met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een verleningsbeschikking heeft ontvangen; d) voor de betreffende voorzieningen binnen een termijn van 15 jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend subsidie is verleend; e) voor het treffen van voorzieningen een monumentenvergunning en/of bouwvergunning is vereist en deze nog niet is verleend; f) op het moment van aanvraag te voorzien is dat het monument waaraan de voorzieningen worden getroffen binnen een periode van tien jaar wordt afgebroken; g) het monument in geval van een ingrijpende verbetering, na het treffen van de voorzieningen, in zijn geheel beschouwd, niet voldoet aan de eisen die hieraan op grond van wettelijke voorschriften moeten worden gesteld; 4

5 h) na toetsing door Het Bemiddelend Orgaan blijkt dat de aanvrager de lasten van de lening niet kan dragen. Artikel 12 Uitbetaling 1) Indien burgemeester en wethouders gebruikmaken van de mogelijkheid de grondslag van de GRD-hypotheek of de bijdrage-ineens aan te passen, vindt a) in geval van de GRD-hypotheek de definitieve vaststelling binnen 8 weken na indiening van de geldelijke eindverantwoording plaats; b) in geval van de bijdrage-ineens de definitieve uitbetaling binnen 8 weken na indiening van de geldelijke eindverantwoording plaats; 2) De bijdrage-ineens zal desgewenst bij wijze van voorschot tijdens de uitvoering van het werk aan de eigenaar worden uitbetaald a) na opgave per kalenderkwartaal naar rato van de verhouding tussen de tot op dan werkelijk gemaakte kosten en de totale kosten gemoeid met het treffen van de voorzieningen; b) tot ten hoogste 85% van de in de verleningsbeschikking toezegde subsidie. Artikel 13 Intrekking van een verleende financiering of bijdrage-ineens Ingeval de eigenaar onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, dan wel de eigenaar één of meer van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening niet naleeft, besluiten burgemeester en wethouders al naar gelang de ernst van de overtreding: a) een besluit tot toekennen en/of vaststelling van een financiering of bijdrage-ineens geheel of gedeeltelijk in te trekken; b) een reeds van kracht geworden financiering op te eisen; c) een reeds uitbetaalde bijdrage-ineens, waaronder mede begrepen een eventueel uitbetaald voorschot, geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. Artikel 14 Onderhoudsverplichting 1) Burgemeester en wethouders leggen een onderhoudsverplichting op aan eigenaren die gebruik hebben gemaakt van de GRD-hypotheek of een bijdrage-ineens. 2) Na het treffen van de voorzieningen en aansluitend aan het verstrekken van de verleningsbeschikking wordt door een daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen instantie een bouwtechnisch rapport (de nul-meting) opgemaakt. 3) De eigenaar wordt geacht voor een periode van 15 jaar gerekend vanaf de datum van afgifte van de vaststellingsbeschikking het monument ten minste in de technische staat te houden zoals vastgelegd in de nul-meting. 4) Elke vijf jaar, voor het eerst vijf jaar na vastlegging van de nul-meting, wordt in opdracht van burgemeester en wethouders een bouwtechnisch rapport opgemaakt 5) Indien uit de bouwtechnische rapportages, zoals bedoeld in het vierde lid, blijkt dat niet aan de in lid 3 van dit artikel bedoelde onderhoudsverplichting wordt voldaan, zullen burgemeester en wethouders, al naar gelang de ernst van de overtreding kunnen besluiten te eisen dat: a) de technische staat binnen acht weken op kosten van de eigenaar op het niveau van de nulmeting wordt gebracht; b) de GRD-hypotheek (de laagrentende lening) zal worden omgezet in een hypotheek met een gewijzigd rentepercentage (marktconform); c) de bijdrage-ineens geheel of gedeeltelijk moet worden terug betaald. 6) De onderhoudsverplichting dient in de vorm van een kettingbeding bij vervreemding van het monument te worden overgedragen aan de opvolgende eigenaar. Artikel 15 Tussentijdse vervreemding Indien de eigenaar na het afsluiten van een GRD-hypotheek het monument tussentijds vervreemdt: a) wordt de vaststellingsbeschikking ingetrokken en dient de eigenaar het restant aan financieringsverplichting volledig af te lossen of; b) wordt de vaststellingsbeschikking op naam van de koper gesteld en kan deze het restant van de GRD-hypotheek tegen gelijke condities wederom aangaan, waarbij het gestelde in artikel 7, vierde en vijfde lid, onverkort van toepassing is. 5

6 HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule Burgemeester en wethouders beslissen naar eigen, redelijk oordeel in gevallen waarin de toepassing van deze verordening niet of onvoldoende voorziet en in gevallen waarin het toepassen van deze verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 17 Overgangsbepaling Een eigenaar die in de periode van 1 januari 2003 tot de dag waarop deze verordening in werking treedt op eigen verzoek daartoe de subsidiabele kosten door burgemeester en wethouders heeft laten vaststellen, kan na inwerkingtreding van deze verordening alsnog een aanvraag voor de verstrekking van een bijdrage-ineens respectievelijk een GRD-hypotheek indienen. In dit geval is het gestelde in artikel 11 lid c niet van toepassing. Artikel 18 Citeertitel, inwerkingtreding en tijdvak werking verordening 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) Deze verordening treedt in werking op 1 maart Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 december 2003, de griffier de voorzitter Toelichting artikelsgewijs Artikel 1 In de doelstelling wordt beknopt weergegeven hoe in gezamenlijke inspanning van de gemeente en eigenaren van monumenten een situatie bereikt kan worden waarin het monumentenbestand op een kwalitatief goed bouwtechnisch peil kan worden gebracht en gehouden. Artikel 2 Sub a Bij de omschrijving van het begrip monument is onderscheid gemaakt in twee categorieën, die van belang zijn in het kader van de subsidieverordening. 1. Gemeentelijk monument Bij de begripsomschrijving verwezen naar de status, die door aanwijzing op grond van de monumentenverordening 1995, aan een object is gegeven. Door het niet noemen van criteria waaraan een gemeentelijk monument dient te voldoen, wordt de discussie vermeden dat ook niet aangewezen objecten, die in principe kunnen voldoen aan de criteria in het kader van de subsidieverordening voor een bijdrage in aanmerking komen. 2. Beeldbepalend object Ter voorbereiding van de aanwijzing in 1975/76 van de binnenstad tot beschermd stadsgezicht is een lijst opgesteld van beeldbepalende panden, die cultuurhistorisch waardevol zijn en zich voegen in de historische structuur van het gebied van het beschermd gezicht. Ondanks dat er in formele zin geen register van beeldbepalende objecten bestaat, wordt de in 1975/76 opgestelde lijst sedertdien binnen de gemeente gehanteerd als lijst van beeldbepalende objecten. Er is voor gekozen burgemeester en wethouders in voorkomende gevallen te laten beoordelen of een object als beeldbepalend object is aan te merken. Beperkend in deze is de toevoeging dat het beeldbepalend pand een kenmerkend onderdeel moet uitmaken van een op basis van artikel 35 van de Monumentenwet 1988 aangewezen beschermd gezicht. Voor het begrip wordt verwezen naar de Memorie van Toelichting op de Monumentenwet 1988, waarin cultuurhistorische waarde wordt beschreven als de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt. Het begrip cultuurhistorische waarde is dermate ruim dat het ook betrekking kan hebben op zaken en gebieden met een geschiedkundige waarde. Gesproken wordt van onroerende monumenten. Roerende monumenten vallen derhalve niet onder de werking van de subsidieverordening. Reden hiervoor is dat roerende monumenten meestal eenvoudig kunnen worden verplaatst en daardoor ongemerkt over de gemeentegrens en daarmee niet meer van belang voor de gemeente kunnen zijn. Roerende zaken zijn bijvoorbeeld voertuigen, schilderijen, kerkschatten en gebruiksvoorwerpen. Goederen die naar hun aard onroerend zijn, zoals een kerkorgel, kunnen wel, op basis van de beschermde status, onder de subsidieverordening vallen. 6

7 Sub b Analoog aan de trend op landelijk niveau ten aanzien van rijksmonumenten, waarbij de vrij ondefinieerbare grens tussen het plegen van (regulier) onderhoud en restauratie vervaagt en de financieele regelingen er steeds meer uitgaan van onderhouds- én restauratiewerkzaamheden, is ook in de subsidieverordening er voor gekozen deze van toepassing te verklaren voor zowel onderhouds- als restauratiewerkzaamheden. De in artikel 6, zesde lid, genoemde ondergrens aan investering in het treffen van voorzieningen, maakt dat klein regulier onderhoud, dat ook eigenaren van niet-monumenten jaarlijks moeten uitvoeren, automatisch niet voor een bijdrage in aanmerking komt. Om te vermijden dat eigenaren ook dit klein regulier onderhoud gaan opzamelen, is in artikel 16 een onderhoudsverplichting ingevoerd. Uit de daaraan gekoppelde verplichte periodieke bouwtechnische opname zal blijken wanneer van opzamelen sprake is, waarna de eigenaar verplicht zal worden achterstallig onderhoud (zonder bijdrage) alsnog te verhelpen. Sub c In de begripsbepaling is uitgebreid opgesomd wie als eigenaar in het kader van de subsidieverordening wordt aangemerkt. In geval van een erfpachter dient in het erfpachtcontract uitdrukkelijk vermeld te zijn dat de erfpachter verantwoordelijk is voor het onderhoud en restauratie van het monument. Hierbij wordt aangesloten bij het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten (Brrm 97), waarbij naast eigenaren alleen die erfpachter voor subsidiëring in aanmerking komen, waar in het contract de erfpachter op zijn kosten verantwoordelijk is voor de kosten voortvloeiend uit onderhoud en restauratie. Sub d Bij de begripsomschrijving restaurerende instelling is aansluiting gezocht bij de definitie in het Brrm 97. Sub e Bij de begripsomschrijving verleningsbeschikking is nadrukkelijk gesteld, dat het besluit waarin de hoogte van de subsidiabele kosten voorlopig wordt vastgesteld, de eigenaar de mogelijkheid geeft een aanspraak in het kader van de subsidieverordening te doen, echter dat voor feitelijke verlening moet zijn voldaan aan alle in de verordening gestelde voorwaarden. Een verleningsbeschikking betekent derhalve nog niet dat een aanspraak op financiering of subsidie ook daadwerkelijk wordt gehonoreerd. Sub f Door na het treffen van de voorzieningen, op basis van de feitelijk gemaakte kosten, in de vaststellingsbeschikking de definitieve subsidiabele kosten vast te stellen, bestaat de mogelijkheid tot financiële controle alsmede bijstelling van de subsidiabele kosten op basis van in artikel 13 genoemde criteria. Sub g Door het begrip voorzieningen te hanteren wordt het brede scala van activiteiten die vallen onder de regeling eenduidig aangemerkt. In artikel 2, lid h, worden de voorzieningen nader beschreven. Sub h Lid 1. In dit lid worden de onderdelen opgesomd, die de basis vormen voor de berekening van de subsidiabele kosten. Daarbij wordt uitgegaan van de goedgekeurde subsidiabele kosten op basis van de in artikel 2, lid h 3 genoemde beleidsregels. - ad. a. onder de aannemingsom wordt verstaan het totaal van kosten van manuur, materiaal, materieel, stelposten en onderaanneming, te vermeerderen met een opslag van algemene kosten en winst en risico; - ad. b. voor de verrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen wordt uitgegaan van de stijging van bouwkostenindex, zoals die jaarlijks wordt vastgesteld voor het Centraal Bureau voor de Statistiek; - ad. c. de in dit lid genoemde kosten hebben betrekking op zowel de goedgekeurde als de niet goedgekeurde subsidiabele kosten en worden derhalve slechts meegewogen voor zover ze betrekking hebben op de goedgekeurde subsidiabele kosten. Merendeels zal deze toerekening geschieden op basis van de verhouding tussen de goedgekeurde als de niet goedgekeurde subsidiabele kosten, maar in voorkomende gevallen zullen de kosten evident betrekking hebben op slechts niet goedgekeurde subsidiabele kosten en daardoor niet worden toegerekend aan de goedgekeurde subsidiabele kosten; - ad. d. voor zover de omzetbelasting niet door de aanvrager kan worden verrekend, wordt deze toegerekend aan de goedgekeurde subsidiabele kosten. De aanvrager zal daartoe in het aanvraagformulier moeten aangeven of van verrekening van omzetbelasting sprake is; - ad. e. de reservering ten behoeve van meerwerk is slechts van toepassing in de fase vóór het treffen van de voorzieningen; - ad. f. dit lid betreft de verrekening van de reservering ten behoeve van meerwerk nadat de voorzieningen zijn aangebracht en er sprake is van een overschrijding van de reservering. Daarbij is 7

8 het van belang dat het onvoorziene meerwerk lopende de uitvoering is gemeld aan burgemeester en wethouders, opdat deze in de gelegenheid worden gesteld zich er van te vergewissen, dat het daadwerkelijk onvoorzien meerwerk betreft. In het laatste geval dienen burgemeester en wethouders schriftelijk aan de aanvrager te melden dat zij de onvoorzien werkzaamheden daadwerkelijk als meerwerk aanmerken; - ad. g. het verrichten van bouwhistorisch onderzoek dient in het kader van de subsidieverordening ten dienste te staan van de optimalisering van de planvorming. Derhalve is wat betreft de kosten voor bouwhistorisch onderzoek een relatie gezocht met de hoogte van de daaruit berekende goedgekeurde subsidiabele kosten. Lid 2. omdat ervaring uit het verleden leert dat zelfwerkzaamheid in de meeste gevallen niet leidt tot een kwaliteitsniveau dat inzake monumenten verlangd wordt, is er voor gekozen - om geen stimulering van zelfwerkzaamheid te bewerkstelligen - dit niet onder de subsidieverordening te laten vallen. Lid 3. voor de berekening en definitieve vaststelling van de goedgekeurde subsidiabele kosten is aansluiting gezocht bij de door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in het kader van het Brrm 97 opgestelde Beleidsregels Onderhoud en Restauratie Monumenten. Aangezien de subsidieverordening geen onderscheid maakt tussen onderhoud en restauratie, is zowel het gedeelte uit de Beleidsregels dat betrekking heeft op restauratie als dat wat betrekking heeft op onderhoud van toepassing. Sub i De onderhoudsplicht is een wezenlijk onderdeel van het streven te komen tot in lengte van jaren goed onderhouden monumenten. Door het opleggen van een onderhoudsplicht in het verlengde van het gebruik maken van de faciliteiten (subsidie of lening) van de subsidieregeling, wordt bewerkstelligd dat door het regulier plegen van kwalitatief onderhoud, kostbare restauratieve werkzaamheden worden vermeden. Sub j en k De beide vormen van financiële faciliteit binnen het GRD worden hier benoemd Sub l en m Om te bepalen welke financiële faciliteit binnen het GRD van toepassing is voor een specifieke eigenaar is aansluiting gezocht bij de nieuwe financiële regeling voor rijksmonumenten, waarmee sedert 1 september 2002 een proef wordt gehouden. In de rijksregeling en dus ook in het GRD wordt onderscheid gemaakt tussen eigenaren die belastingplichtig zijn ingevolge de Wet op de Inkomstenbelasting dan wel de Wet op de Vennootschapsbelasting en eigenaren die niet belastingplichtig zijn ingevolge genoemde wetten. De eerste categorie fiscaal relevante eigenaren kunnen slechts een beroep doen op de GRD-hypotheek. De splitsing tussen beide categorieën eigenaren berust op het feit dat de GRD-hypotheek alleen dan interessant is voor een eigenaar, indien deze de mogelijkheid heeft de te betalen rente als fiscaal aftrekbare kosten te kunnen opvoeren. Gerealiseerd wordt dat een specifieke groep eigenaren de projectontwikkelaar in het verleden een duidelijke voorkeur heeft gehad voor een bijdrage-ineens, aangezien de fiscaal aftrekbaarheid voor deze eigenaren maar een marginaal voordeel oplevert. Overwogen is deze groep eigenaren ook de mogelijkheid van een bijdrage-ineens te bieden. Echter het is niet ondenkbaar, dat ook andere niet projectontwikkelaars zich voor een project als dusdanig willen laten aanmerken, waardoor een juridisch onduidelijke situatie kan ontstaan. Echter doordat de mogelijkheid bestaat de GRD-hypotheek op basis van artikel 14 na realisatie van het project over te dragen aan de nieuwe eigena(a)r(en), wordt de GRD-hypotheek ook voor deze groep eigenaren aantrekkelijk. Artikel 3 Het artikel benoemt de financiële faciliteiten die binnen het GRD van toepassing zijn. Het revolverend karakter van het GRD blijkt uit het tweede lid, waarin vastgelegd is dat de rente en aflossing op de hypotheek-faciliteit ten gunste van de reserves van het GRD komen en wederom worden ingezet voor het verlenen van de in het eerste lid genoemde financiële faciliteiten. Artikel 4 Sub 1 Op voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders (B&W) stelt de gemeenteraad vast welke middelen uit het gemeentelijk budget worden aangewend ten gunste van de reserves van het GRD. Sub 2 B&W hebben op basis van dit lid de mogelijkheid deelbudgetten binnen de reserves van het GRD aan te wijzen. Zij zullen jaarlijks een deelbudget vaststellen als plafond om te voorkomen dat de reserves van het GRD, als gevolg van een te groot toegezegd bedrag in een bepaald budgetjaar, niet toereikend zijn om aan de gestelde doelstelling van jaarlijkse investering te voldoen. B&W zullen zich bij de vaststelling van het jaarlijkse plafond baseren op de actuele stand van de reserves van het GRD, de nog lopende maar niet in een toekenningsbeschikking vastgelegde aanvragen en het bij opzet van het GRD 8

9 opgestelde rekenmodel waaruit het jaarlijks maximaal te beleggen deel van de reserves van het GRD blijkt. Daarnaast kunnen B&W besluiten binnen het jaarlijkse deelbudget een onderverdeling te maken. Hierdoor kunnen nader te bepalen prioriteiten binnen de doelstelling van de subsidieverordening in financiële zin worden gestimuleerd. Sub 3 De wijze van bekendmaking is vastgelegd in artikel 139, lid 2, van de Gemeentewet (12 maart 2003). Hierin wordt de bekendmaking van verordeningen geregeld. ( De bekendmaking geschiedt door plaatsing in het gemeenteblad, dan wel, bij gebreke daarvan, door opneming in een andere door de gemeente algemeen verkrijgbaar gestelde uitgave. ). Sub 4 en 5 In deze leden wordt geregeld hoe B&W dienen te handelen in gevallen van overvraag of onderuitputting in relatie tot het jaarlijks vastgestelde deelbudget en/of de onderverdeling daarin. Indien in geval van overvraag voorrang wordt gegeven aan een bepaalde aanvraag, zal B&W dit motiveren op basis van het belang voor de bescherming en de instandhouding van het monumentenbestand binnen Dordrecht. Sub 6 Dit lid geeft B&W de bevoegdheid de dagelijkse uitvoering van het GRD te laten aan het ambtelijk apparaat en het beheer van de reserves van het GRD in handen van het Nationaal Restauratiefonds te leggen. Artikel 5 Sub 1 Dit lid geeft B&W de mogelijkheid middels prioriteitstelling in een bepaald jaar voorrang te geven aan de uitvoering van restauratiewerken binnen een bepaald gebied of gericht op een bepaalde categorie monumenten. Sub 2 zie de toelichting op artikel 4, sub 3. Artikel 6 Sub 1 Dit lid noemt de grondslag waarop gebruik kan worden gemaakt van de financiële faciliteiten van het GRD. Sub 2 Door het treffen van voorzieningen die in het kader van de subsidieverordening als goedgekeurde subsidiabele kosten kunnen worden aangemerkt, maar gedekt worden in het kader van een andere regeling, niet als goedgekeurde subsidiabele kosten aan te merken, wordt een dubbele financiële bijdrage voorkomen. Sub 3 De financiële faciliteiten van het GRD zijn alleen bedoeld voor eigenaren. Hiervoor is gekozen omdat in geval van anderen dan de eigenaar de onderhoudsverplichting niet effectief te hanteren valt. In deze heeft alleen de eigenaar (en allen die daarmee in artikel 2, lid c, gelijk zijn gesteld) een evident belang bij het gebruik maken van de financiële faciliteiten van het GRD en het daarna in goede staat houden van zijn kapitaalgoed. Sub 4 en 5 Aangegeven is welke categorie eigenaar in aanmerking komt voor welke financiële faciliteit van het GRD. Een eigenaar wordt beschouwd als fiscaal relevant totdat de eigenaar middels het overleggen van een verklaring van de Belastingdienst aantoont dat hij een niet fiscaal relevante eigenaar is. Sub 6 en 7 Er zijn aan het gebruik maken van de financiële faciliteiten van het GRD limieten gesteld in de vorm van een onder- en bovengrens in de goedgekeurde subsidiabele kosten. De ondergrens is gesteld om het normale regulier uit te voeren onderhoudswerk uit te sluiten van de regeling. Elke eigenaar van een pand met al dan niet een monumentale status wordt geacht dit regulier uit te voeren onderhoudswerk zelf te moeten dragen. De regeling is bedoeld voor de extra kosten die gemaakt worden om het monument in goede technische staat te krijgen en te houden. Voor de ondergrens is aansluiting gezocht met de WOZ-waarde, waardoor de ondergrens zich beter verhoudt tot de omvang van het monument, dan in het geval van het hanteren van een vaste ondergrens. De WOZwaarde dient door de aanvrager te worden gestaafd middels het overleggen van een kopie van de meest recente aanslag WOZ. De bovengrens is ingesteld om te voorkomen dat de claim op de reserves van het GRD met betrekking tot een enkele monument in een specifiek jaar dusdanig groot wordt, dat geen financiële ruimte voor 9

10 andere claims resteert. De hoogte van het bedrag is gestoeld op ervaringscijfers van restauraties uit het verleden. Sub 8 Analoog aan het gestelde in het tweede lid van dit artikel wordt een uitkering uit hoofde van een verzekering, voor zover deze betrekking heeft op te treffen voorzieningen waarvan de kosten als goedgekeurde subsidiabele kosten zijn aan te merken, in mindering gebracht op het totale bedrag goedgekeurde subsidiabele kosten. Sub 9 In dit lid is de mogelijkheid tot verrekening van meerwerk vastgelegd. Verwezen wordt naar het gestelde in artikel 2, lid h., onder 1.-f., waarin is vastgelegd dat meerwerk pas kan worden gehonoreerd indien het door B&W lopende de uitvoering is goedgekeurd. Nadrukkelijk is aangegeven dat het verkrijgen van een verleningsbeschikking in geval van meerwerk niet automatisch leidt tot een aanpassing van de vaststellingsbeschikking. B&W zal een eventueel niet aanpassen van de verleningsbeschikking moeten motiveren, waarbij de voorwaarden zoals gesteld in dit lid naast de toereikendheid van de financiële middelen basis moeten vormen voor de motivatie. Sub 11 Bij toepassing van de rijksregeling is in de praktijk gebleken dat in specifieke gevallen eigenaren weliswaar als fiscaal relevant zijn aan te merken, maar als gevolg van de inkomenspositie hoegenaamd geen mogelijkheden hebben ook daadwerkelijk tot fiscale verrekening te komen. In voorkomende gevallen kunnen B&W na gemotiveerd verzoek daartoe van de aanvrager besluiten de aanvrager als niet fiscaal relevante eigenaar aan te merken. Artikel 7 Dit artikel beschrijft de GRD-hypotheek als onderdeel van één van de twee financiële faciliteiten die het GRD biedt. Sub 6 Het daadwerkelijk verlenen van de GRD-hypotheek is afhankelijk van de financiële positie van de aanvrager, zulks ter beoordeling van het Bemiddelend Orgaan te Hoevelaken, dat B&W in deze adviseert na toetsing van de financiële gegevens van de aanvrager. Sub 7 Wat betreft de financiële afwikkeling is in dit lid vastgelegd dat de financiële eindverantwoording door de aanvrager moet worden opgemaakt en onderbouwd door originele nota s en betaalbewijzen. Met name de eis dat het originele stukken moeten zijn, is gesteld om te voorkomen dat onduidelijkheden over de opmaak van de nota dan wel de betaling kunnen ontstaan. De originele stukken zullen na opmaak van de vaststellingsbeschikking worden geretourneerd aan de aanvrager. Sub 8 Door het opnemen van de verplichting het verschil tussen het bedrag in de verleningsbeschikking en de vaststellingsbeschikking het feitelijk niet gebruikte deel van de GRD-hypotheek terstond na afgifte van de vaststellingsbeschikking moet worden aangewend als extra aflossing, wordt voorkomen dat oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de beschikbare financiële middelen uit het GRD. Artikel 8 Dit artikel beschrijft de bijdrage-ineens als onderdeel van één van de twee financiële faciliteiten die het GRD biedt. Sub 1 Voor de hoogte van het percentage van 30 van de goedgekeurde subsidiabele kosten is aansluiting gezocht bij de oude subsidieregeling, waar een gelijk percentage werd gehanteerd. Sub 2 Voor restaurerende instellingen is het percentage verhoogd vastgesteld op 40 omdat deze instellingen zonder winstoogmerk de doelstellingen van de subsidieregeling nastreven. Sub 5 Wat betreft de financiële afwikkeling is in dit lid vastgelegd dat de financiële eindverantwoording door de aanvrager moet worden opgemaakt en onderbouwd door originele nota s en betaalbewijzen. Met na de eis dat het originele stukken moeten zijn, is gesteld om te voorkomen dat onduidelijkheden over de opmaak van de nota dan wel de betaling kunnen ontstaan. De originele stukken zullen na opmaak van de vaststellingsbeschikking worden geretourneerd aan de aanvrager. Artikel 9 Verwezen wordt naar het uitvoeringsreglement, waarin de procedure van aanvraag, verlening en afhandeling is vastgelegd. Er is voor gekozen om de zaken rond de uitvoering vast te leggen in een apart reglement om bij wijziging in procedurestappen het reglement ambtelijk te kunnen aanpassen en niet de gehele verordening via B&W en de raad voor wijziging voor te hoeven dragen. 10

11 Artikel 10 In het artikel worden de termijnen genoemd, waar binnen B&W moeten besluiten over het verlenen van een GRD-hypotheek of een bijdrage-ineens. Als burgemeester en wethouders niet tijdig beslissen, is op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) sprake van een fictieve weigering. Ingevolge artikel 6:2 staat voor de aanvrager de mogelijkheid van bezwaar of administratief beroep open tegen een reëel besluit zowel als een fictieve weigering. Door de verplichting aan Burgemeester en wethouders een besluit met redenen omkleed aan de aanvrager mee te delen en de berekening van de vastgestelde subsidiabele kosten van de voorzieningen hieraan toe te voegen, ontstaat voor de aanvrager een helder beeld over de grondslagen tot het besluit. Artikel 11 De in dit artikel genoemde weigeringsgronden vormen de basis voor de motivering van een negatief besluit zoals bedoeld in artikel 10. Sub c Indien aanvang is gemaakt met het treffen van de voorzieningen voordat de toekenningsbeschikking is opgesteld, bestaat de mogelijkheid dat Burgemeester en wethouders niet of niet voldoende in de gelegenheid zijn geweest zich te vergewissen van de bestaande toestand en daardoor de berekening van de goedgekeurde subsidiabele kosten niet adequaat kan geschieden. Sub d Er mag van uit worden gegaan dat indien binnen 15 jaar nadat voor het treffen van een bepaalde voorziening wederom een financiële bijdrage wordt gevraagd, de destijds uitgevoerde werkzaamheden niet deskundig zijn aangebracht, geen kwalitatief goede materialen zijn toegepast of geen adequaat onderhoud is gepleegd. In alle gevallen is dit de aanvrager te verwijten Artikel 12 In het eerste lid van dit artikel worden de termijnen genoemd, waar binnen B&W moeten besluiten over het wijzigen van de grondslag van een GRD-hypotheek of een bijdrage-ineens in geval van meerwerk. Als burgemeester en wethouders niet tijdig beslissen, is op grond van de Awb sprake van een fictieve weigering. Ingevolge artikel 6:2 staat voor de aanvrager de mogelijkheid van bezwaar of administratief beroep open tegen een reëel besluit zowel als een fictieve weigering. In het tweede lid is in geval van een bijdrage-ineens aangegeven tot welke hoogte per kwartaal een voorschot kan worden verstrekt. Door het hanteren van een maximum van bevoorschotting van 85% wordt voorkomen dat in voorschot meer subsidie wordt verstrekt dan op basis van de geldelijke eindverantwoording gewettigd is. Artikel 13 In dit artikel is aangegeven tot welke gevolgen het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens kan leiden. Tegen het besluit tot het treffen van sancties staat ingevolge artikel 6:2 Awb voor de aanvrager de mogelijkheid van bezwaar of administratief beroep open. Artikel 14 De onderhoudsplicht is een wezenlijk onderdeel van het streven te komen tot in lengte van jaren goed onderhouden monumenten. Door het opleggen van een onderhoudsplicht in het verlengde van het gebruik maken van de faciliteiten (subsidie of lening) van de subsidieregeling, wordt bewerkstelligd dat door het regulier plegen van kwalitatief onderhoud, kostbare restauratieve werkzaamheden worden vermeden. De onderhoudsplicht gaat uit van het ten minste in een technische staat behouden van het monument gelijk aan die, zoals die is vastgelegd in de na afgifte van de verleningsbeschikking op te maken 0-meting. Door met een interval van telkens 5 jaar een bouwtechnische opname te verrichten, kan bepaald worden of de eigenaar zich houdt aan de onderhoudsverplichting. In lijn van de in artikel 11, lid d, genoemde termijn wordt aan de onderhoudsplicht een maximale termijn van 15 jaar verbonden. In het vijfde lid worden de sancties op het niet voldoen aan de onderhoudsverplichting aangegeven. Tegen het besluit tot het treffen van sancties staat ingevolge artikel 6:2 Awb voor de eigenaar de mogelijkheid van bezwaar of administratief beroep open. De in het vijfde lid onder a genoemde termijn van acht weken is gerekend vanaf het moment van kennisgeving aan de eigenaar van het monument van de geconstateerde overtreding. Door de onderhoudsverplichting in de vorm van een kettingbeding bij vervreemding van het monument over te dragen aan de opvolgende eigenaar, wordt een continuïteit in het plegen van onderhoud bewerkstelligd. In dit geval zijn de sancties, zoals genoemd in lid 5 onder b van toepassing voor zover sprake is van het hernieuwd afsluiten van de GRD-hypotheek op naam van de nieuwe eigenaar. De sanctie genoemd 11

12 in lid 5 onder c kan logischerwijs niet meer worden genomen, aangezien er geen directe relatie tussen de nieuwe eigenaar en de verstrekte bijdrage-ineens meer bestaat. Artikel 15 Indien de eigenaar na het afsluiten van een GRD-hypotheek het monument tussentijds vervreemd, bestaat de verplichting tot volledige aflossing van de GRD-hypotheek voor de oorspronkelijke eigenaar, terwijl de nieuwe eigenaar het hypotheek-restant onder voorwaarden en op gelijkwaardige condities in de vorm van een nieuw af te sluiten GRD-hypotheek kan overnemen. Artikel 16 In gevallen waarin de toepassing van deze verordening niet of onvoldoende voorziet of het toepassen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het gestelde in de verordening. Vanzelfsprekend dient voorkomen te worden dat afwijkingen leiden tot precedentwerking en daardoor tot ongewenste wijzigingen in de opzet van de verordening. Artikel 17 Om voor eigenaren in de periode tussen het aflopen van de voorgaande subsidieregeling en deze verordening niet uit te sluiten van enige vorm van financiële bijdrage, is in deze periode de mogelijkheid gegeven de subsidiabele kosten te laten vaststellen. Op basis van de in een vaststellingsbrief verwoorde som goedgekeurde subsidiabele kosten kunnen deze eigenaren na inwerkingtreding van deze verordening alsnog een aanvraag voor een financiële bijdrage indienen. Vanzelfsprekend is daarbij de voorwaarde niet van toepassing dat niet met het treffen van de voorzieningen mag zijn begonnen voordat de aanvrager een verleningsbeschikking heeft ontvangen. Artikel 18 Het eerste lid noemt de naam van de verordening. De datum van inwerkingtreding zoals genoemd in het tweede lid is gesteld op 1 maart 2004, rekening houdend met de datum raadsbesluit en de ter visie legging. 12

gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 november 2003, nr. SO/03/7341;

gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 november 2003, nr. SO/03/7341; Raadsgriffie ONTWERP-BESLUIT II De RAAD van de gemeente DORDRECHT; gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 november 2003, nr. SO/03/7341; gelet op titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

Sub e. Bij de begripsomschrijving restaurerende instelling is aansluiting gezocht bij de definitie in het Brrm 97.

Sub e. Bij de begripsomschrijving restaurerende instelling is aansluiting gezocht bij de definitie in het Brrm 97. Toelichting op de Subsidieverordening Helders Restauratiefonds 2007. Algemene toelichting Deze verordening is gebaseerd op het model dat de gemeente Dordrecht hanteert. Het is aangepast naar de Helderse

Nadere informatie

Subsidieverordening Helders Restauratiefonds 2007

Subsidieverordening Helders Restauratiefonds 2007 Subsidieverordening Helders Restauratiefonds 2007 VVH/RWO, versie 8 december 2006 Helders Restauratiefonds (HRF) 2007 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Doelstelling 3 Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 2003

Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 2003 CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR11997_1 5 januari 2018 Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 2003 De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD)

Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht (GRD) 2003 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie

Nadere informatie

Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht

Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR606827_1 29 december 2017 Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht Nr. 1968507 De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE SUBSIDIEVERORDENING

TOELICHTING OP DE SUBSIDIEVERORDENING TOELICHTING OP DE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTELIJK RESTAURATIEFONDS DORDRECHT GEMEENTE DORDRECHT Status: Definitief Datum: 14 november 2017 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 14 november 2017, kenmerk SO/ ;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 14 november 2017, kenmerk SO/ ; Dordrecht Nr. 1968507 De RAAD van de gemeente Dordrecht; Raadsgriffie Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 14 november 2017, kenmerk

Nadere informatie

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2014

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2014 CVDR Officiële uitgave van Drechterland. Nr. CVDR327035_1 4 oktober 2016 Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2014 De raad van de gemeente Drechterland Overwegende dat, - het stimuleren

Nadere informatie

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2015

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2015 Raadsbesluit Nr: 2014-79 De raad van de gemeente Drechterland Overwegende dat, het stimuleren van onderhoud en restauratie van gemeentelijke monumenten van belang is voor het behoud van cultureel erfgoed

Nadere informatie

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is

Nadere informatie

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006;

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006; Burgemeester en wethouders van Baarn Overwegende dat het wenselijk is aanvullende regels te geven voor de subsidieverlening ten behoeve van de organisatie van activiteiten op het gebied van gemeentelijke

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-1-2013) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële

Nadere informatie

Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht

Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Dordrecht Nr. 234510 29 december 2017 Subsidieverordening Blijverslening gemeente Dordrecht De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 8 van de Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds

Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 8 van de Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Dordrecht Nr. 233371 28 december 2017 Uitvoeringsreglement overeenkomstig artikel 8 van de Subsidieverordening Gemeentelijk Restauratiefonds Dordrecht Het

Nadere informatie

Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18 januari 2018

Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18 januari 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Moerdijk Nr. 17617 26 januari 2018 Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 28 november 2017, kenmerk SO/ ;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 28 november 2017, kenmerk SO/ ; Dordrecht Nr. 1977241 De RAAD van de gemeente Dordrecht; Raadsgriffie Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 28 november 2017, kenmerk

Nadere informatie

Beleidsregels subsidieregeling Monumenten Leusden 2015

Beleidsregels subsidieregeling Monumenten Leusden 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leusden. Nr. 123195 18 december 2015 Beleidsregels subsidieregeling Monumenten Leusden 2015 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. subsidiale

Nadere informatie

Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017

Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017 CVDR Officiële uitgave van Veere. Nr. CVDR608084_1 21 februari 2018 Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017 De raad van de gemeente Veere; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet Gelet

Nadere informatie

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008. R AAD S B E S L U I T 2 00 8/45 74 De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg; gelezen het desbetreffende voorstel van het college; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen

Nadere informatie

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005 Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005 Artikel 1 - Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen 1. Monument: a. Alle vóór tenminste vijftig

Nadere informatie

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Organisatie Leiderdorp Organisatietype Gemeente Officiële naam regeling Citeertitel Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Vastgesteld door college

Nadere informatie

Subsidieverordening Monumentenzorg 2002

Subsidieverordening Monumentenzorg 2002 Subsidieverordening Monumentenzorg 2002 1 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. monument: een beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Monumentenverordening

Nadere informatie

Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sittard-Geleen. Nr. 124681 28 december 2015 Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

Nadere informatie

overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen;

overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen; Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen; overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen; gelet op titel 4.2 van de

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE

UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE UITVOERINGSBESLUIT FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE HOOFDSTUK 1, ALGEMEEN Artikel 1, Begripsomschrijvingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. provinciaal monument:

Nadere informatie

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hof van Twente. Nr. 95342 14 juli 2016 Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012 De raad van de gemeente Hof van Twente, gezien

Nadere informatie

Jaarlijks wordt het plafond van het totaal uit te lenen bedrag ten behoeve van de financiering van restauraties van monumenten vastgesteld.

Jaarlijks wordt het plafond van het totaal uit te lenen bedrag ten behoeve van de financiering van restauraties van monumenten vastgesteld. Verordening Amsterdams Restauratiefonds Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Doel van de lening Het doel van de lening op basis van deze verordening is eigenaren van een monument, zoals bedoeld in deze verordening,

Nadere informatie

VERORDENING HILVERSUMS RESTAURATIEFONDS

VERORDENING HILVERSUMS RESTAURATIEFONDS CVDR Officiële uitgave van Hilversum. Nr. CVDR452421_1 20 februari 2018 Verordening Hilversums Restauratiefonds 2017 VERORDENING HILVERSUMS RESTAURATIEFONDS 2017 De raad van de gemeente Hilversum, in zijn

Nadere informatie

Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument

Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument op basis van de WeVIM Weerter Verordening Instandhouding Monumenten mei 2008 De regeling in het kort Algemeen Monumenten

Nadere informatie

Op basis van de Venrayse Instandhoudingverordening Monumenten

Op basis van de Venrayse Instandhoudingverordening Monumenten Een subsidie voor de instandhouding van uw monument Op basis van de Venrayse Instandhoudingverordening Monumenten (de VIMC 2009) Uitleg regeling Aanvraagformulier Meldingsformulier aanvang werkzaamheden

Nadere informatie

Subsidieverordening Cultureel erfgoed gemeente Eijsden-Margraten

Subsidieverordening Cultureel erfgoed gemeente Eijsden-Margraten GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Eijsden-Margraten Nr. 231785 27 december 2017 Subsidieverordening Cultureel erfgoed gemeente Eijsden-Margraten HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1

Nadere informatie

Subsidieverordening Monumenten gemeente Wijk bij Duurstede 2010

Subsidieverordening Monumenten gemeente Wijk bij Duurstede 2010 Subsidieverordening Monumenten gemeente Wijk bij Duurstede 2010 Artikel 1: Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. eigenaar: de natuurlijke of rechtspersoon die het recht heeft van

Nadere informatie

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018 Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018 Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd 1. Gemeentewet 2. Algemene wet bestuursrecht 3. Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan behoud en herstel van gemeentelijke monumentale objecten,

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan behoud en herstel van gemeentelijke monumentale objecten, Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden; overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan behoud en herstel van gemeentelijke monumentale objecten, gelet

Nadere informatie

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006 SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen...3 Artikel 1 Begripsbepalingen...3 Artikel 2 Toepassing

Nadere informatie

Besluit tot het vaststellen van de Subsidieverordening DVN2.0 Erfgoedzorg Borsele 2017

Besluit tot het vaststellen van de Subsidieverordening DVN2.0 Erfgoedzorg Borsele 2017 Besluit tot het vaststellen van de Subsidieverordening DVN2.0 Erfgoedzorg Borsele 2017 De gemeenteraad van Borsele, burgemeester en wethouders hebben een voorstel gedaan op 22 augustus 2017; in dit voorstel

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening Texel Algemene subsidieverordening Texel Gemeenteblad Texel 2016 nr 36 datum 24-03-2016 INTREKKING Algemene subsidieverordening Texel 2011 De raad van de gemeente Texel gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden Beleidsregel Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Kaderverordening verstrekking subsidies gemeente Uden 2008 en

Nadere informatie

Aanvraagformulier Rotterdams Restauratiefonds 2006

Aanvraagformulier Rotterdams Restauratiefonds 2006 Aanvraagformulier Rotterdams Restauratiefonds 2006 Afdeling Bouw- en Woningtoezicht Bureau Monumenten monumenten@rotterdam.nl Projectgegevens / monument Gegevens over het object waarvoor een aanvraag wordt

Nadere informatie

Rectificatie Gemeenteblad Katwijk Jaargang 2014, nummer 12071, Verordening Stimuleringsleningen monumenten Katwijk

Rectificatie Gemeenteblad Katwijk Jaargang 2014, nummer 12071, Verordening Stimuleringsleningen monumenten Katwijk GEMEENTEBLAD Nr. 53741 29 september Officiële uitgave van gemeente Katwijk. 2014 Rectificatie Gemeenteblad Katwijk Jaargang 2014, nummer 12071, Verordening Stimuleringsleningen monumenten Katwijk In het

Nadere informatie

Subsidieregeling Monumenten en Beeldbepalende panden, Amersfoort 2011

Subsidieregeling Monumenten en Beeldbepalende panden, Amersfoort 2011 CVDR Officiële uitgave van Amersfoort. Nr. CVDR128191_1 5 december 2017 Subsidieregeling Monumenten en Beeldbepalende panden, Amersfoort 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 RB 2004/11-A MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: 1 monument: a zaak die van algemeen belang is

Nadere informatie

Onderwerp : Vaststellen Verordening Restauratiefonds Delft 2012

Onderwerp : Vaststellen Verordening Restauratiefonds Delft 2012 Raadsbesluit Datum : 21 februari 2012 Registratie nr. : 1206215 Stuk : GR12-141 II Gescand archief o datuni \l> 05JUNI2012 Onderwerp : Vaststellen Verordening Restauratiefonds Delft 2012 De raad van de

Nadere informatie

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Renswoude 2018 vast te stellen.

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Renswoude 2018 vast te stellen. Raadsvoorstel Nummer: 172479 Behandeld door: M.H.T. Jansen Datum: 9 februari 2018 Agendapunt: 11 Onderwerp: Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Renswoude 2018. Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld

Nadere informatie

Subsidieregeling restauratie monumenten

Subsidieregeling restauratie monumenten Subsidieregeling restauratie monumenten (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-1-2002 tot 1-1-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Subsidieregeling

Nadere informatie

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 21832 10 februari 2017 Subsidieregeling Professionele Instellingen Weert 2017 Burgemeester en wethouders van Weert; gelet op artikel 3 van de Algemene

Nadere informatie

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 Raadsvergadering : 25 februari 2016 Agendanr. : 6d Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Algemene subsidieverordening gemeente Oldebroek Nr. 65148 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juli 2010; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

Leeuwarder Restauratiefonds

Leeuwarder Restauratiefonds Financiële regeling voor eigenaren van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in Leeuwarden Leeuwarder Restauratiefonds Leeuwarden heeft een van de mooiste historische binnensteden van Noord-Nederland.

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Artikel 1. Begripsomschrijvingen a. Activiteit: het resultaat van samenhangend handelen van een organisatie, meetbaar in tijd, kwantiteit, kwaliteit

Nadere informatie

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Valkenswaard 2017

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Valkenswaard 2017 Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Valkenswaard 2017 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 2 Reikwijdte verordening Artikel 3 Subsidieplafond

Nadere informatie

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK De raad van de gemeente Moerdijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van >, , inzake de Algemene

Nadere informatie

Subsidieverordening monumenten Woudenberg 2001

Subsidieverordening monumenten Woudenberg 2001 CVDR Officiële uitgave van Woudenberg. Nr. CVDR51934_1 8 november 2016 Subsidieverordening monumenten Woudenberg 2001 De raad van de Gemeente Woudenberg; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard. De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens de gewijzigde

Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard. De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens de gewijzigde CVDR Officiële uitgave van Heerhugowaard. Nr. CVDR41806_1 7 november 2017 Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard Voorstel De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerhugowaard. Nr. 63717 23 mei 2016 Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014 Nr.RB2016030/RB2013232

Nadere informatie

Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behoud van gemeentelijke

Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behoud van gemeentelijke Deelverordening subsidie gemeentelijke monumenten Nunspeet Burgemeester en wethouders van Nunspeet; Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behoud van gemeentelijke

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Algemene subsidieverordening Texel 2016 Algemene subsidieverordening Texel 2016 ASV Texel 2016 Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 maart 2016 onder nummer 019 Gemeenteblad Texel 2016 nr 35 datum 24-03-2016 Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Subsidieverordening. gemeentelijke. monumenten. Boxtel 2003

Subsidieverordening. gemeentelijke. monumenten. Boxtel 2003 Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Boxtel 2003 Inhoud Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Boxtel 2003. Paragraaf 1: Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Algemene bepalingen Begripsbepalingen

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR11996_3. Subsidieverordening funderingsherstel. Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder:

CVDR. Nr. CVDR11996_3. Subsidieverordening funderingsherstel. Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: CVDR Officiële uitgave van Dordrecht. Nr. CVDR11996_3 3 januari 2017 Subsidieverordening funderingsherstel De Raad van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 juli

Nadere informatie

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015. Vergadering d.d. : 30 september 2014 Agendapunt : 7.2 Registratienummer : 512102 Onderwerp : Algemene subsidieverordening 2015 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016

B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016 B.. Budget restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2013-2016 2016 Artikel 1 Algemeen De provincie Groningen heeft een budget beschikbaar voor restauratie en herbestemming van rijksmonumenten in

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 De raad van de gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van , , inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

REGELING LENINGEN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN GEMEENTE HARDENBERG 2008

REGELING LENINGEN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN GEMEENTE HARDENBERG 2008 CVDR Officiële uitgave van Hardenberg. Nr. CVDR2434_1 28 februari 2017 REGELING LENINGEN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN GEMEENTE HARDENBERG 2008 De raad van de gemeente Hardenberg; Gelezen het voorstel van het

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ; De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr. 2004-04-16; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen

Nadere informatie

Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017

Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 21810 10 februari 2017 Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017 Burgemeester en wethouders van Weert; gelet op artikel 3 van de Algemene

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2011 Nummer: 35 Uitgifte: 23 december 2011 Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 A lgemene bepalingen

Hoofdstuk 1 A lgemene bepalingen 10&7$ DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 13 oktober 2015 UZ 0%-Z Gelet op artikel 149 Gemeentewet BESLUIT

Nadere informatie

De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen van 4 sept. 2012;

De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen van 4 sept. 2012; De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen van 4 sept. 2012; gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 18 oktober 2012; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet

Nadere informatie

BESLUIT: het Utrechts Restauratiefonds (URF).

BESLUIT: het Utrechts Restauratiefonds (URF). GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 203 Nr. Beleidsregel financiering restauratie en energiemaatregelen voor monumenten uit het Utrechts Restauratiefonds (URF) (Besluit van burgemeester en wethouders d.d. 3 september

Nadere informatie

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016 Leeswijzer modelbepalingen - [datum] of [naam gemeente] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel II. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 9, derde de lid, onder

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Samenvatting Deze verordening geeft aan welke begrippen bij subsidies worden gebruikt, welke soorten subsidies er zijn, welke regels er gelden voor aanvragen,

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1 Officiële naam regeling: Nadere subsidieregels MONULISA 2012 Citeertitel: Nadere subsidieregels MONULISA 2012 Naam ingetrokken regeling: Nadere subsidieregels MONULISA

Nadere informatie

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haren Nr. 107361 23 mei 2018 Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 Subsidieregeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni 2014, nummer 2014-046; (gewijzigd n.a.v. de raadsvergadering van 7 oktober 2014) overwegende dat - het juridisch

Nadere informatie

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Vastgesteld bij besluit van de Regioraad van 26 juni 2007, nr. ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM 1 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Erfgoedverordening Boxtel 2010 Pagina 1 van 5 Erfgoedverordening Boxtel 2010 gezien het voorstel van het college van 18 mei 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING WESTSTELLINGWERF 2016 De raad van de gemeente Weststellingwerf; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer 006042/c; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; De raad van de gemeente Nederweert; Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; dat maatschappelijke ontwikkelingen aanleiding zijn geweest om het bestaande beleid

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni, nummer -046; overwegende dat - het juridisch toetsingskader voor de subsidieverstrekking verbetering behoeft

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr. Gelet op artikel 149 Gemeentewet en de artikel 12, 14 en 15 van de Monumentenwet

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2015, nr... ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Nadere informatie

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006

Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006 CVDR Officiële uitgave van Echt-Susteren. Nr. CVDR73749_1 25 november 2015 Verordening Wet Kinderopvang Gemeente Echt-Susteren 2006 De raad van de gemeente Echt-Susteren, gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Subsidieregeling stedelijke vernieuwing gemeente Kampen

Subsidieregeling stedelijke vernieuwing gemeente Kampen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Kampen. Nr. 80814 31 december 2014 Subsidieregeling stedelijke vernieuwing gemeente Kampen Het college van burgemeester en wethouders van Kampen; gelezen het

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING ALMERE 2011 De raad van de gemeente Almere; Gezien het voorstel van het college; Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 CVDR Officiële uitgave van Buren. Nr. CVDR85564_4 18 april 2017 Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Wierden Nr. 163204 20 september 2017 Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015 Burgemeester en wethouders van Wierden maken (ter uitvoering van het

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 25 van de Wet kinderopvang;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 25 van de Wet kinderopvang; De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2004, nr. 0408133 inzake de Wet Kinderopvang; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en

Nadere informatie

Verordening Energiebesparingsfonds Delft 2013

Verordening Energiebesparingsfonds Delft 2013 CVDR Officiële uitgave van Delft. Nr. CVDR300740_2 3 oktober 2017 Verordening Energiebesparingsfonds Delft 2013 De raad van de gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van 22 januari 2013;

Nadere informatie

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten Op subsidieverlening op grond van deze verordening zijn tevens de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening 1998 van toepassing indien en voorzover

Nadere informatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Aanvraagformulier restauratiesubsidie

Aanvraagformulier restauratiesubsidie Aanvraagformulier restauratiesubsidie op grond van de 'Subsidieverordening Restauraties Gemeentelijke Monumenten en Beeldbepalende Panden s-hertogenbosch 2010' Aan het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Subsidieverordening monumenten en cultuurhistorische waarden Lingewaard

Subsidieverordening monumenten en cultuurhistorische waarden Lingewaard GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Lingewaard. Nr. 110095 23 november 2015 Subsidieverordening monumenten en cultuurhistorische waarden Lingewaard 2015 De raad van de gemeente Lingewaard; gelezen

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014 De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 1014, nr. 1104516; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - de sinds

Nadere informatie

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Noordwijk

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Noordwijk GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Noordwijk Nr. 160171 15 september 2017 Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Noordwijk 2017 De raad van de gemeente Noordwijk, gelezen het

Nadere informatie

MONUMENTENVERORDENING 2006

MONUMENTENVERORDENING 2006 MONUMENTENVERORDENING 2006 Vastgesteld in de raad van 20 december 2005 Inwerkingtreding: 1 januari 2006 De raad van de gemeente Houten, gezien het voorstel van het college van 1 november 2005, gelet op

Nadere informatie

Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld 2016 vastgesteld

Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld 2016 vastgesteld GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leiden. Nr. 120575 15 december 2015 Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld 2016 vastgesteld Op 10 november 2015 heeft de gemeenteraad de vernieuwde Subsidieregeling

Nadere informatie

Verordening Stimuleringsleningen Beeldbepalende Objecten Krimpen aan den IJssel

Verordening Stimuleringsleningen Beeldbepalende Objecten Krimpen aan den IJssel Verordening Stimuleringsleningen Beeldbepalende Objecten Krimpen aan den IJssel HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. eigenaar: degene die het recht van eigendom

Nadere informatie