Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Rijksbegroting voor het jaar Hoofdstuk XVI Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Nr. 172 BRIEF VAN DE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijswijk, 24 augustus 1989 Na de wijziging van de Welzijnswet en de daarmee gepaard gaande sanering van specifieke uitkeringen, heb ik, mede namens de staatssecretaris, met de provincies Limburg, Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel, uitvoerig overleg gevoerd over de mogelijkheden van de structurele regeling van de ISP/PNL-verplichtingen die ten laste komen van de begroting van WVC. Het overleg heeft geleid tot een overeenkomst met de betreffende provincies. Een afschrift van de met de Noordelijke Provincies ondertekende overeenkomst heb ik hier bijgevoegd. De overeenkomst met de provincie Limburg, zal dinsdag 29 augustus ondertekend worden. Met de overeenkomst wordt een drietal zaken gerealiseerd. In de eerste plaats wordt in de overeenkomst gespecificeerd welke ISP/PNL-verplichtingen op dit moment ten laste komen van de begroting en wordt vastgelegd dat over de aanwending jaarlijks overleg plaatsvindt met de provincies. In de tweede plaats wordt een aantal nog bestaande ISP/PNL-subsidies overgeheveld naar de provincies en de overige specifieke ISP/PNL-uitkeringen structureel ondergebracht bij een daarvoor in aanmerking komende wettelijke regeling. Met dit laatste wordt dan thans voldaan aan de eis van de Provinciewet en de Gemeentewet, namelijk dat een structurele specifieke uitkering een wettelijke grondslag dient te hebben. De overeenkomst maakt het tenslotte ook mogelijk dat in de uitvoering ervan, de gedetailleerde bemoeienis van mijn ministerie, met de exacte aanwending van de ISP/PNL-gelden, wordt verminderd F ISSN SDU uitgeverij 's-gravenhage 1989 Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

2 Tegenover de provincies is benadrukt dat de overeenkomst wordt aangegaan onder de ontbindende voorwaarde dat het Parlement daarmee bij de behandeling van de begroting van mijn departement voor 1990 instemt. In de ontwerpbegroting 1990 zijn de budgettaire consequenties van de overeenkomst verwerkt. De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, L C. Brinkman Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

3 De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, mede namens de Staatssecretaris, en de Gedeputeerde Staten van de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel. Overwegende dat het gewenst is duidelijkheid te verschaffen over de bestaande verplichtingen van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in het kader van het ISP/PNL-beleid en de desbetreffende structurele uitkeringen ten behoeve van ISP/PNL-arbeidsplaatsen een wettelijke basis te verschaffen, waarbij zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan een gedecentraliseerd bestuur met behoud van de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid waar dat noodzakelijk is; Besluiten de volgende overeenkomst aan te gaan: Artikel 1 In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. de provincies: Limburg, Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel b. de minister: de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; c. ISP/PNL-uitkeringen: de uitkeringen ten laste van de begroting van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur voor 1989 voortvloeiende uit het Integraal Structuurplan Noorden des lands en Perspectievennota Limburg. Artikel 2 De ISP/PNL-uitkeringen bestaan uit de in bijlage 1 genoemde specifieke uitkeringen en rijkssubsidies. Artikel 3 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, zullen, voor zover de begrotingswetgever in de benodigde middelen voorziet, de in bijlage 1 opgenomen bedragen vanaf 1 januari 1990 door de minister ter beschikking worden gesteld op basis van de genoemde wettelijke regelingen dan wel ten behoeve van de genoemde voorzieningen. 2. Voorzover de begrotingswetgever in de benodigde middelen voorziet, zullen de in bijlage 2 opgenomen bedragen vanaf 1 januari 1993 door de minister ter beschikking worden gesteld op basis van de Wet op het Cultuurbeleid. 3. Maatregelen verband houdende met de bijstelling van salarissen en sociale lasten en die leiden tot verhoging of verlaging van de artikelen op de rijksbegroting waaronder ISP/PNL-uitkeringen vallen, zijn overeenkomstig van toepassing op de in het eerste lid bedoelde bedragen. Artikel 4 Met ingang van 1 januari 1990 zetten de provincies de subsidiëring van de in bijlage 3 genoemde instellingen met de in die bijlage genoemde bedragen voort gedurende ten minste een jaar. Artikel 5 1. Uiterlijk 1 mei 1990 vindt overleg plaats tussen de minister en de provinciebesturen over de structurele bestemming van de in bijlage 1.2, genoemde bedragen naar de daarvoor in aanmerking komende wettelijke regelingen. 2. Met ingang van 1 januari 1991 zullen, voor zover de begrotingswetgever in de benodigde middelen voorziet, de bedragen gemoeid met de in bijlage 1, onderdeel 2, genoemde uitkeringen aan de provincies Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

4 worden uitgekeerd op basis van de daarvoor in aanmerking komende wettelijke regelingen. Artikel 6 1. De uitkeringen aan de provincies, genoemd in bijlage 1, onderdelen 1 en 2, worden besteed ten behoeve van het doel waarvoor zij ter beschikking zijn gesteld. Voor zover de desbetreffende wettelijke regelingen hierin niet reeds voorzien, geschiedt de afrekening van deze uitkeringen overeenkomstig het bepaalde in het tweede en derde lid. 2. Binnen twaalf maanden na afloop van het kalenderjaar legt het provinciebestuur aan de minister een verklaring over van een deskundige als bedoeld in artikel 144 van de Provinciewet, waaruit blijkt of en in hoeverre de in het eerste lid bedoelde uitkeringen zijn besteed ten behoeve van het doel waarvoor zij waren bestemd. 3. Er kunnen aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de financiële controle op de naleving van deze voorschriften. De provincie werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de financiële controle. 4. Voor zover niet uit een verklaring als bedoeld in het tweede lid blijkt dat een uitkering is besteed ten behoeve van het doel waarvoor zij was bestemd, wordt het desbetreffende bedrag teruggevorderd. Terugvordering kan plaatsvinden door verrekening met de uitkering aan de desbetreffende provincie in de eerstvolgende jaren. Artikel 7 1. Jaarlijks dienen de provinciebesturen uiterlijk 1 mei een voorstel in over de verdeling van de ISP/PNL-gelden over de daarvoor in aanmerking komende wettelijke regelingen. 2. Tussen de minister en de provinciebesturen wordt overleg gevoerd over de in lid 1 genoemde voorstellen en de verdere uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 8 Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. Deze overeenkomst kan door elk van de partijen worden opgezegd met ingang van 1 januari van enig jaar, doch met inachtneming van een opzeggingstermijn van 12 maanden en niet dan nadat ter zake overleg heeft plaatsgevonden. Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

5 Artikel 9 Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari Groningen, 24 augustus 1989 De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, (mr. drs. L. C. Brinkman) De voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel, namens deze: (de heer J. Schuur) De voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, namens deze: (mw. drs. M. G. Schepers) De voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland, namens deze: (mw. J. Bruinsma-Kleijwegt) De voorzitter van het College van Gedeputeerde staten van de provincie Groningen, (de heer H. J. L Vonhoff) Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

6 Toelichting Algemeen Deze overeenkomst legt de structurele ISP/PNL-verplichtingen op het terrein van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur jegens de vier noordelijke provincies vast. In de bijlagen van deze overeenkomst zijn deze verplichtingen gespecificeerd. Conform de Provinciewet en de Gemeentewet dienen specifieke uitkeringen een wettelijk basis te hebben. Dit geldt eveneens voor de specifieke ISP/PNL-uitkeringen. De overeenkomst zal ertoe leiden dat in de toekomst alle ISP-PNL-uitkeringen die ten laste komen van de WVC-begroting onder een wettelijke basis zullen vallen. Tenslotte zullen als gevolg van de overeenkomst een aantal nu nog ISP/PNL-rijkssubsidies worden overgeheveld naar de provincies. Met deze decentralisatie zal de bemoeienis van WVC met de precieze invulling van de ISP/PNL-verplichtingen kunnen worden teruggebracht. In de uitvoering van de overeenkomst zal daar verder invulling aan worden gegeven. De in de bijlagen opgenomen bedragen zijn gebaseerd op de ISP/PNL-verplichtingen van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur volgens de stand van augustus Artikelsgewijze Toelichting Artikel 3, lid 1 Artikel 3 lid 1 legt de huidige ISP/PNL-verplichtingen van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur vast, met uitzondering van de ISP/PNL-uitkeringen, welke onder het Kunstenplan vallen. Artikel 3, lid 2 De plaatsen welke behoren tot het Kunstenplan kunnen vanwege toezeggingen aan instellingen (Kunstenplan) eerst overgedragen worden met ingang van 1 januari Artikel 4 Als gevolg van de overeenkomst worden met ingang van 1 januari a.s. (en voor wat betreft het Kunstenplan 1 januari 1993) de ISP/PNL-rijkssubsidies overgeheveld naar de provincies. Met het bepaalde van artikel 4 wordt gewaarborgd dat in ieder geval gedurende één jaar deze subsidie door de provincie wordt gecontinueerd. Structureel wordt deze WVC-subsidie uitgekeerd aan de provincie op basis van één van de daarvoor in aanmerking komende wettelijke regelingen. Artikel 5 In het jaar 1990 zullen nog niet alle ISP-PNL-gelden, welke aan de provincie uitgekeerd worden, een wettelijke basis hebben (zie bijlage 1.2). Het is de bedoeling dat dit met ingang van 1 januari 1990 het geval is. Artikel 5 regelt dat hierover uiterlijk 1 mei 1990 overleg tussen WVC en de provincies wordt gevoerd. Artikel 6 Artikel 6 bevat een aantal bepalingen betreffende de financiële controle en de afrekening. De bepalingen zijn voor het grootste deel identiek met de bepalingen zoals opgenomen in de Welzijnswet. Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

7 Toelichting op bijlagen van overeenkomst ad Specifieke ISP/PNL-uitkeringen aan provincies op grond van wettelijke regelingen Deze uitkeringen omvatten de specifieke uitkeringen van voor 1990 op grond van een wettelijke regeling en de specifieke uitkeringen die ontstaan door de overheveling per van de ISP/PNL-rijkssubsidies naar de provincies voor zover deze onder de daarvoor in aanmerking komende wettelijke regeling vallen. ad Overige ISP/PNL-uitkeringen aan provincies Deze uitkeringen omvatten de uitkeringen van voor 1990 die nog geen wettelijke basis hebben en de uitkeringen die ontstaan door de overheveling per van de ISP/PNL-rijkssubsidies naar de provincies voor zover deze (nog) niet onder een daarvoor in aanmerking komende wettelijke uitkering kunnen worden gebracht. ad Specifieke ISP/PNL-uitkeringen aan gemeenten op grond van wettelijke regelingen ad. 2 In deel 2 van de bijlage zijn de rijkssubsidies opgesomd die aan kunstinstellingen vallende onder het Kunstenplan zijn opgenomen. Gezien de toezeggingen op dit terrein, zullen deze eerst met ingang van 1 januari 1993 worden overgedragen aan de provincie. ad. 3 De door de provincies over te nemen ISP/PNL-uitkeringen In deel 3 van de bijlage zijn de rijkssubsidies opgesomd die voor minimaal de duur van 1 jaar vanaf 1 januari 1990 door de provincie worden overgenomen. Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

8 Bijlage 1 Specifieke ISP/PNL-uitkeringen aan provincies op grond van wettelijke regelingen. Provincie Groningen Art. 13/14 Welzijnswet Wet op het Specifiek Cultuurbeleid Provincie Drente Art. 13/14 Welzijnswet Provincie Friesland Art. 13/14 Welzijnswet Wet op het Specifiek Cultuurbeleid Provincie Overijssel Wet op het Specifiek Cultuurbeleid Provincie Limburg Art. 13/14 Welzijnswet Wet op het Specifiek Cultuurbeleid 2. Overige ISP/PNL-uitkeringen aan provincies Provincie Groningen SPD/ROZ Provinciale Kruisvereniging/ondersteuning eerstelijn Provinciale Raad GVO. Provinciale Raad Volksgezondheid G.S. Groningen Provincie Drente SPD/ROZ Herinneringscomité Auschwitz, Westerbork Stichting Doel ondersteuning eerstelijn Plaatsen provincie Drente Volksgezondheid Provincie Friesland G.S./ ondersteuning eerstelijn Dagopvang bejaarden Coornheertstate Provinciale Raad Volksgezondheid Friesland/G.S. Provinciale Raad G.V.O. Provincie Overijssel SPD/ROZ Provinciale Raad Volksgezondheid Provincie Limburg SPD/ROZ Provinciale Raad Volksgezondheid Provinciale Kruisverenigingen Riagg's Institiuut Sportgeneeskunde Stichting Franciscusoord Valkenburg Provinciale Raad G.V.O. B.A.S. SGNL + SGML f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

9 3. Specifieke ISP/PNL-uitkeringen aan gemeenten op grond van (wettelijke) regelingen. Provincie Groningen Welzijnswet Tijdelijke Rijksbijdrageregeling Verslavingszorg Wet op de Collectieve Preventie Provincie Drente Art. 13/14 Welzijnswet Tijdelijke Rijksbijdrageregeling Verslavingszorg Wet op de Collectieve Preventie Provincie Friesland Tijdelijke Rijksbijdrageregeling Verslavingszorg Wet op de Collectieve Preventie f f f f f f f f f f Provincie Overijssel f Provincie Limburg Art. 13/14 Welzijnswet Wet op het Specifiek Cultuurbeleid Wet op de Collectieve Preventie Tijdelijke Rijksbijdrageregeling Verslavingszorg f f f f f Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

10 Bijlage 2 Instellingen kunstenplan Provincie Instelling Bedrag ISP/PNL Friesland Tryater f Groningen St. Reflex f De Voorziening f Limburg Het Vervolg f Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

11 Bijlage 3 De door de provincies over te nemen ISP/PNL-uitkeringen (tot 01/01/91) Provincie Groningen Noord Scheepvaartmuseum, Groningen Hooge Land museum Warfum Sticht, techn. sportl. gron. Sportraad Groningen Provinciale Kruisvereniging Provinciale Raad G.V.0. Provinciale Raad Volksgezondheid Provincie Drenthe Stichting de Klencke, Oosterhesselen Drentse Sportfederatie De Stip, Borger Assen Stichting Opbouw Assen Herinneringscommité Auschwitz, Westerbork Stichting Doel ondersteuning eerstelijn Sportraad Drenthe Provincie Friesland Fries Museum, Leeuwarden Fries Scheepvaartmuseum, Sneek Fed. Friese musea, Leeuwarden Verzetsmuseum Friesland Sportraad Friesland/Samen Onderweg Sportraad Friesland (Kaatsbond) Sportraad Friesland Sportcentrum Friesland Leeuwarden Coornheertstatie Provincie Overijssel Culturele Raad Overijssel, Zwolle Natuurmuseum W.0. Provinciaal Overijssels museum Provincie Limburg Stichting VC jeugd Wormdael Stichting Driekant, Valkenburg Provinciale Kruisvereniging St. Lis Heerlen Limburg Kindertheater Bonnef. mus./mijnmuseum St. Franciscusoord Valkenburg Provinciale Raad Volksgezondheid Rigg M. Limburg/Horn Riagg M. Limburg/Roermond Riagg 0. Z. Limburg/Heerlen Riagg Maastricht/Maastricht Riagg W. Mijnstreek/Sittard Rigg N. Limburg/Venlo BGD 0. Z. Limburg/Heerlen Riagg 0. Z. Limburg/Heerlen/autisme Riagg M. Limburg/Roermond Riagg 0. Z. Limburg/Heerlen/Hometraining MKD Giezenhoove/Heerlen/hometraining Riagg Maastricht/Maastricht/hometraining MKD Kleuterdal/Maastricht/hometraining Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr

12 Riagg M. Limburg/Roermond/hometraining MKD 't Brogske/Wessem/hometraining Riagg W. Mijnstreek/Sittard/hometraining MKD Limbricht/Limbricht/hometraining Riagg N. Limburg/Venlo/hometraining MKD Kleuterhof/Venlo/hometraining Der Sjtiel/Nuth Provinciale Raad G.V.O. BAS/SGML en SGNL Provinciale Raad Volksgezondheid Instituut Sportgeneeskunde St. Bowl. Maastricht f f f f f Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XVI, nr