7 Samenvatting (Summary in Dutch)
|
|
- Benjamin Visser
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 7 Samenvatting (Summary in Dutch) 1 Achtergrond Overal in het moderne bedrijfsleven worstelen werknemers met hun tijd. De toenemende tijdseisen die het werk aan mensen stelt staat de laatste jaren volop in de belangstelling, zowel in maatschappelijke als academische context (Lewis, 2003; Gambles, Lewis and Rapoport, 2006; Bunting, 2004; Wharton and Blair-Loy, 2002). Steeds vaker wordt gewezen op de mogelijke schadelijke gevolgen van te veel werken voor individuele werknemers, huishoudens en werkgevers (Schor, 1992; Clarkberg and Moen, 2001; Sparks and Cooper, 1997; Crouter, Bumpus, Head and McHale, 2001). Werknemersorganisaties pleiten er in het bijzonder voor om overwerk aan banden te leggen omdat het verondersteld wordt het welzijn van werknemers te schaden. Overwerk komt vaak voor, zelfs in Nederland waar vergeleken met andere Europese landen de werkweken kort zijn (Eurostat, 2000). Een recente studie (OSA, 2003) laat zien dat van de Nederlandse werkende populatie 25 procent betaald overwerk verricht en 27 procent regelmatig onbetaald overwerkt (zie ook Van Echtelt en Smulders, 2003; Wielers en Van der Meer, 2003). In opkomende mate zijn er aanwijzingen dat veranderingen in de beheersstructuur van organisaties belangrijke consequenties hebben voor de tijdseisen van het werk. Steeds meer studies wijzen op de gulzige aard (Coser, 1974) van wat meestal post-fordistisch (Amin, 1994; DiPrete et al., 2002), postindustrieel (Lewis, 2003), postmodern (Kumar, 1995) of high-performance (Appelbaum et al., 2000; Osterman, 2000; Godard, 2001) werk wordt genoemd. De genoemde concepten hebben allemaal als uitgangspunt dat er een ontwikkeling heeft plaatsgevonden van meer bureaucratische organisaties naar flexibele productie technologieën. Deze manier van organiseren behelst vaak een vorm van werken in teams, verhoogde opleidingsmogelijkheden en carrière kansen en prestatiebeloning (Ramsay et al., 2000; White et al., 2003; DiPrete at al., 2002; Appelbaum et al., 2000; Perlow, 1999). De management instrumenten houden in dat werknemers meer zeggenschap wordt gegeven over hun werk en hebben als 133
2 Chapter 7 doel de tevredenheid van werknemers en hun commitment aan de organisatie te vergroten (Ramsay et al., 2000). Tegelijkertijd wordt de verantwoordelijkheid voor het behalen van productiedoelen in toenemende mate naar de werknemer toegeschoven en zijn werknemers meer verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk (Cappelli et al., 1997; Sennett, 1998; Buitendam, 2001; Ross, 2004). De gevolgen voor de werknemer van deze manier van organiseren worden vaak geroemd met termen als employability en empowerment. Door werknemers de mogelijkheid te geven hun kennis en kunde optimaal te benutten zou een zeer efficiënte manier van werken ontstaan (Ramsay et al., 2000; Baron en Kreps, 1999). In de meest rooskleurige benadering van dit concept worden werknemers eindelijk bevrijd van eeuwenlange onderdrukkende werkomstandigheden en voorzien van uitdagende taken, autonomie en voldoening. Een meer sceptische beoordeling benadrukt echter de vele schaduwkanten van deze nieuwe flexibele manier van werken (e.g. Sennett, 1998; Vallas, 1999; Godard, 2001). Empirische studies op het gebied van tijdsdruk laten zien dat post-fordistisch werk leidt tot tijd gulzige instituties, dat wil zeggen dat werknemers onder deze werkomstandigheden meer uren aan het werk besteden dan in de meer traditionele organisaties (Godard, 2001; White et al., 2003; Perlow, 1999; Barker, 1993; Hochschild, 1997). Verondersteld wordt dat een toegenomen competitie tussen werknemers ten grondslag ligt aan deze ontwikkeling (Glebbeek en Van der Lippe, 2004). Net als het bekende job-competition model van Thurow (1975), waarin wordt gesteld dat competitie op de arbeidsmarkt verschuift naar kwaliteitsaspecten wanneer er sprake is van inflexibele lonen, kan competitie een vorm aan nemen van bereidheid veel tijd aan het werk te besteden. Deze Tijd Competitie kan ertoe leiden dat werknemers zich gedwongen voelen zich aan te passen aan lange werkdagen omdat er voor elke werknemer die overweegt minder te werken genoeg anderen zijn die bereid zijn zoveel tijd in het werk te steken als het bedrijf nodig heeft (Schor, 1992: 71). Zoals Leslie Perlow schrijft in een kwalitatieve studie over dit fenomeen, de verfoeilijke werktijden die voorheen typerend waren voor alleen top managers en zelfstandig ondernemers, worden nu in meer en meer functies steeds vanzelfsprekender (Perlow, 1998; 331). Er is een toenemend aantal studies dat zich richt op processen die post- Fordistisch werk tijdgulzig maken (Perlow, 1998). Het meeste empirische 134
3 Samenvatting materiaal betreft echter kwalitatieve analyses, meestal gebaseerd op één organisatie, die inzicht geven in de processen in een specifieke context maar die moeilijk zijn te generaliseren. Onderzoek naar het effect van post-fordistisch werk op werkuren wordt belemmerd door een gebrek aan kwantitatieve gegevens en veel overtuigende argumenten uit de theoretische literatuur zijn daardoor nauwelijks empirisch getest. De voorliggende studie pobeert deze onbalans op te heffen. De studie bouwt voort op eerder onderzoek en bestudeert een aantal alternatieve verklaringen voor overwerk in post-fordistisch werk, daarbij gebruik makend van een Survey onder 1114 werknemers uit 30 organisaties in Nederland. 2 Enkele cijfers over werktijden De gemiddelde tijd die mensen aan arbeid besteden in Nederlands is de afgelopen decennia gestegen (Breedveld et al., 2006). Deze trend wordt voornamelijk veroorzaakt door het toenemende aantal mensen met een betaalde baan. Met name de arbeidsparticipatie van vrouwen is de laatste decenia sterk toegenomen. Onderstaande tabel geeft weer dat in onze maatschappij betaalde arbeid een meer prominente plaats is gaan innemen ten koste van vrijetijd. Tabel 7.1 Verplichtingen (inclusief reistijd), Nederlandse bevolking van jaar, (in uren per week) Totale verplichtingen Betaald werk Opleiding Zorgtaken Bron: Breedveld et al. (2006) 135
4 Chapter 7 Tabel 7.2 Feitelijke wekelijkse arbeidsduur voor mannelijke en vrouwelijke werknemers per land (in uren per week) Mannen en vrouwen Mannen Vrouwen Verschil tussen mannen en vrouwen in uren Deeltijd percentage voor vrouwen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Noorwegen Oostenrijk Portugal Spanje UK Zweden Bron: Bielenski et al. (2002) Australië, Japan, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten staan in het bijzonder bekend om hun lange werkweken, terwijl in de meeste Europese landen de lengte van de werkweek geleidelijk afneemt (Boisard et al., 2003; OECD, 2006). Het verschil in werkuren tussen Europa en de Verenigde Staten is echter niet alleen toe 136
5 Samenvatting te schrijven aan langere werkweken, maar ook aan een grotere hoeveelheid vakantiedagen (Anger, 2006). De gemiddelde werkweken in Nederland zijn relatief kort. Nederland staat bekend om het hoge percentage deeltijd werk, vooral voor vrouwen. In vergelijking tot andere Europese landen heeft Nederland het hoogste percentage deeltijdwerk en is het verschil tussen de werkduur van mannen en vrouwen het groots. Het voorkomen van betaald en onbetaald overwerk binnen de Europese unie laat grote internationale verschillen zien (Anger, 2006). Uitgaande van data van Eurostat en van de European Labour Force Survey, komt overwerk het vaakst voor in Engeland, Nederland en Oostenrijk. Meer dan een kwart van de werknemers werkt over in deze landen. Een groot deel van het overwerk is onbetaald. Onbetaald overwerk komt het vaakst voor onder managers, professionals, medewerkers in de service sector en technici, terwijl betaald overwerk vaak voorkomt in de landbouwsector en bij machinaal werk (Eurostat, 2004). Volgens CBS is overwerk sinds het begin van deze eeuw toegenomen in Nederland (Beckers en Siermann, 2005, zie ook Houtman, Smulders en Klein Hesselink, 2004). Figuur 7.1 Voorkomen van overwerk in Europa (2001, % werknemers) Bron: European Commission (2003) 137
6 Chapter 7 3 Puzzels in de theorie van werkuren In de meeste gevallen zijn werknemers niet verplicht lange werkdagen te maken. Werkgevers hebben wettelijk niet het recht om structureel extra uren van hun werknemers te eisen. Als we ervan uit gaan dat werknemers niet gedoemd zijn zich passief te schikken naar hun lot, hebben ze enige invloed op de overuren die ze maken en moeten ze zo hun redenen hebben om dat te doen. Waarom kiezen werknemers er voor meer tijd aan het werk te besteden? 3.1 Het economische model van het arbeidsaanbod De meest gangbare verklaring voor het aantal uren dat mensen aan arbeid besteden is te vinden in de economische literatuur. In het standaard model van het arbeidsaanbod wordt verondersteld dat de gewenste arbeidsduur van individuen wordt bepaald door hun optimale combinatie van inkomen en vrije tijd (Smith, 1994). De theorie komt globaal neer op het idee dat werk disnut (vervelend) is en dat werknemers het alleen doen als ze ervoor gecompenseerd worden door inkomen. Merk op dat het model niet onbekend is met het idee dat werk ook intrinsieke beloningen kan opleveren. Iemand met een hoge mate van werkplezier zal bereid zijn meer uren te werken voor het zelfde bedrag dan iemand die het werk als uitermate vervelend ervaart. Het aantal uren dat een werknemer wil werken volgt uit de optimale combinatie van inkomen en vrije tijd. Als een persoon meer waarde hecht aan extra inkomen dan aan de marginale waarde van een uurtje meer vrije tijd, zal hij dat uur aan werk besteden. Hoewel het economische model van het arbeidsaanbod zich volop heeft bewezen in zowel theoretisch als empirisch opzicht, blijven er toch wat puzzels over: Alle geaccepteerde arbeidsmarkt theorieën gaan uit van de assumptie dat werkgevers tijd kopen en werknemers tijd verkopen in het arbeidscontract. Met andere woorden, werknemers werken voor het geld. Echter, een groot deel van het overwerk is onbetaald (de puzzel van het onbetaalde overwerk). In het standaard model van het arbeidsaanbod wordt verondersteld dat werknemers het aantal uren werken dat ze willen, gebaseerd op hun optimale 138
7 Samenvatting combinatie van inkomen en vrijetijd. In theorie kan het voorkomen dat werknemers meer werken dan ze willen, namelijk als de werkgever hen geen andere keus laat ( lumpiness van de vraag naar arbeid). In de praktijk blijkt echter dat werknemers ook meer werken dan ze willen als er geen beperkingen zijn opgelegd door de werkgever (de puzzel van het verschil in gewenste en feitelijke arbeidsduur). In het economische model worden individuen verondersteld rationele keuzes te maken, dat wil zeggen dat ze een combinatie van inkomen en vrije tijd kiezen dat hun nut (of welzijn) maximaliseert. Overwerken wordt echter vaak in verband gebracht met gevoelens van tijdsdruk en stress, problemen met het combineren van werk en huishouden en met psychologische problemen op de lange termijn. Mensen kiezen dus vrijwillig zich bloot te stellen aan een aanzienlijke vermindering van hun welzijn, wat merkwaardig is vanuit het oogpunt van nutsmaximalisatie (de puzzel van de vrijwillige blootstelling aan de negatieve gevolgen van overwerk). In het standaard model wordt de keuze tussen werkuren en vrije tijd gestuurd door opportuniteitskosten. Het feit dat vrouwen gemiddeld minder werken dan mannen kan dus worden verklaard doordat zij minder betaald krijgen per uur vanwege lagere investeringen in menselijk kapitaal. Deze verklaring is echter steeds minder van toepassing nu vrouwen net zo hoog zijn opgeleid als mannen. Vrouwen zijn dus volledig toegerust om carrière te maken en te werken in kennisintensieve, post-fordistische organisaties. Niettemin blijken traditionele patronen ten aanzien van sekse verschillen in overwerk te blijven bestaan (de puzzel van voortdurende sekse verschillen in overwerk). 3.2 Een social rationality benadering Het economische model kan onvoldoende verklaren waarom werknemers meer uren zouden werken dan contractueel is vastgesteld. Het fenomeen van (onbetaalde) overuren blijft daarmee nog steeds moeilijk te doorzien. Een tekortkoming van het klassieke economische model is dat het de invloed van werkkenmerken op de keuzes die werknemers maken betreffende hun werkuren 139
8 Chapter 7 buiten beschouwing laat. In deze studie wordt daarom een alternatief theoretisch raamwerk geschetst. Deze alternatieve verklaring komt voort uit een social rationality benadering. Deze benadering is gebaseerd op de theorie van goal-framing, de idee dat sociale omstandigheden in grote mate invloed hebben hoe mensen keuzes maken, waar zij hun aandacht op vestigen, wat zij betrekken in het keuzeproces en wat zij missen in hun overweging (Lindenberg, 2001, 2006). De elementaire vraag in deze benadering is: wat is de invloed van baankenmerken op de aandachtspunten waar mensen op focussen in het keuzeproces? We stellen dat werknemers in post-fordistisch werk de situatie niet bezien als een keuze tussen inkomen en vrije tijd en in de dagelijkse praktijk maken zij geen afweging tussen extra werkuren en de kosten die dit meebrengt in termen van vrije tijd. Werknemers zullen bijvoorbeeld een keuze moeten maken tussen het afmaken van een taak om de deadline te halen of het risico lopen negatief te worden beoordeeld, een goede teamgenoot te zijn of anderen te laten zitten, zorgen dat ze die promotie krijgen of het aan hen voorbij laten gaan ten gunste van een collega, enzovoort. Extra uren maken lijkt het gevolg te zijn van de tirannie van de kleine beslissingen : het cumulatieve effect van allemaal kleine beslissingen, met opgeteld een resultaat waar men in zijn totaliteit nooit een keuze over heeft gemaakt, maar wat toch het gevolg is van iemands eigen keuzes (Kahn, 1966; Lindenberg, 1986). Deze benadering zal in dit boek verder worden uitgewerkt in relatie tot post- Fordistisch werk. Het vervolg van dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld. De volgende paragraaf geeft een overzicht van de vier studies die zijn opgenomen in deze dissertatie. Het omvat een korte samenvatting van de onderzoeksvragen en de belangrijkste bevindingen. De laatste paragraaf bevat een algemene discussie. 140
9 Samenvatting 4 Overzicht van het boek 4.1 Onderzoeksvragen De volgende drie overkoepelende onderzoeksvragen staan centraal in deze studie: 1) Hangt post-fordistisch werk samen met onbetaald overwerk en met de discrepantie tussen gewenste en feitelijke arbeidsduur en hoe is deze samenhang te verklaren? 2) Op welke manier en onder welke condities schaadt overwerk het welzijn van werknemers en hoe kan worden verklaard dat mensen zich vrijwillig blootstellen aan de potentiële negatieve consequenties van overwerk? 3) Wat is het effect van post-fordistisch werk op overwerk voor mannen en vrouwen en hoe kunnen sekse verschillen in overwerk worden verklaard? Om de onderzoeksvragen van deze studie te beantwoorden hebben we de Time Competition Survey (Glebbeek and Van der Lippe, 2004) opgezet en uitgevoerd. De data zijn verzameld door middel van een multi-stage steekproef van 1114 Nederlandse werknemers in 89 functiegroepen uit 30 organisaties in Nederland. Meer informatie over de onderzoeksopzet wordt gegeven in hoofdstuk 2. Het vervolg van deze paragraaf geeft een samenvatting van de vier studies die zijn opgenomen in dit boek. Hierin wordt behandeld hoe de studies een bijdrage proberen te leveren aan tekortkomingen in de bestaande literatuur en wordt kort weergegeven wat de belangrijkste bevindingen zijn. 4.2 De puzzel van onbetaald overwerk in post-fordistisch werk Recente casestudies laten steeds weer zien dat werknemers onder post-fordistische werkomstandigheden meer uren aan het werk besteden dan in de meer traditionele organisatiestructuren (Perlow, 1999). Waarom zijn werknemers in voor het maken van extra uren zonder dat ze daarvoor betaald krijgen? In de literatuur worden verschillende redenen genoemd waarom mensen tijd aan werk besteden. 141
10 Chapter 7 Dit leidt tot twee tegengestelde mechanismen die ten grondslag kunnen liggen aan de tijdseisen van post-fordistisch werk. Aan de ene kant wordt wel verondersteld dat de tijdgulzigheid van post-fordistisch werk veroorzaakt wordt door een extreem hoge werkdruk. Aan de andere kant wordt verondersteld dat autonome werknemers in post-fordistisch werk veel genoegen beleven aan het werk en door hun enthousiasme meegesleept worden in extra uren werk (het flow argument). In deze studie onderzoeken we de invloed van vier algemeen geaccepteerde motieven voor mensen om (extra) tijd aan werk te besteden en die vaak verondersteld worden samen te hangen met post-fordistisch werk, namelijk werkplezier, werkdruk, prestatiebeloning en carrière perspectieven. We stellen dat post-fordistisch werk tijdgulzig is en testen welke van deze vier mechanismen verklaart waarom werknemers overwerken in post-fordistisch werk. We testen de hypothesen door middel van een multi-niveau regressie analyse op basis van data van de Time Competition Survey. Op basis van onze gegevens vinden we een duidelijk bewijs voor de samenhang tussen post-fordistisch werk en onbetaald overwerk. Ook blijken werkplezier en werkdruk van belangrijke invloed te zijn op de extra tijd die mensen aan onbetaald overwerk besteden. Echter, we vinden geen ondersteuning voor het idee dat plezier in het werk het verband tussen post-fordistisch werk en overwerk kan verklaren. Zoals veel auteurs al vermoedden is post-fordistisch werk zeker niet een nieuwe hobby (Lewis, 2003). Echter, het tegenargument dat de tijdseisen van post-fordistisch werk verklaard worden door een hoge werkdruk blijkt ook niet zonneklaar te zijn. In post-fordistisch werk is de werkdruk wel hoger dan elders, maar de verwachting dat onbetaald overwerk in post-fordistisch werk voortvloeit uit deze hoge werkdruk wordt niet bevestigd. Geen van de geteste motieven blijkt een belangrijke rol te spelen in de samenhang tussen post-fordistisch werk en onbetaald overwerk. Met andere woorden, zelfs na controle voor verschillende voor de hand liggende verklarende mechanismen, blijft het effect van post-fordistisch werk op overwerk aanzienlijk. En zo eindigen we met een nieuwe puzzel. Blijkbaar is de werkstructuur van post- Fordistisch werk substantieel voor de keuzes die mensen maken wat betreft hun inzet en tijd voor de organisatie. Hoe en waarom deze keuzes gemaakt worden blijft echter onduidelijk en vereist een verdere uitwerking (zie het volgende 142
11 Samenvatting hoofdstuk). Niettemin geeft deze studie duidelijk bewijs voor de vermeende tijdgulzige aard van post-fordistisch werk. 4.3 De discrepantie tussen feitelijke en gewenste arbeidsduur Zoals in de meeste westerse landen het geval is, werken veel werknemers in Nederland meer uur per week dan het aantal uur dat ze het liefst zouden willen werken (Reynolds and Aletraris, 2006).. Ook wanneer ze er rekening mee houden dat hun inkomen zal dalen, zegt een groot deel van de werknemers minder te willen werken dan ze op dit moment doen. De Nederlandse arbeidsmarkt lijkt een goed voorbeeld te zijn van toenemende flexibiliteit in arbeidstijd. De Wet Aanpassing Arbeidsduur geeft werknemers het recht om hun arbeidsduur aan te passen aan hun voorkeuren. Onderzoek uitgevoerd twee jaar na de invoering van de wet laat echter zien dat voor ongeveer een kwart van de Nederlandse werknemers feitelijke en gewenste arbeidsduur nog steeds niet overeenkomen (Fouarge and Baaijens, 2003). De vraag is waarom werknemers hun arbeidsduur niet aanpassen aan hun preferenties. De meest gangbare verklaring voor het verschil in feitelijke en gewenste arbeidsduur is te vinden in de economische theorie van het arbeidsaanbod. Hierin wordt gesteld dat werknemers soms geen keus worden gelaten door hun werkgever in het aantal uren dat ze moeten werken (de traditionele lumpiness hypothese). Deze verklaring lijkt echter steeds minder van toepassing te zijn, gezien de toenemende flexibiliteit in arbeidstijd. In deze studie presenteren we een alternatieve verklaring op basis van de social rationality benadering, waarin wordt verondersteld dat baan- en organisatiekenmerken invloed hebben op de manier waarop mensen keuzes maken, dat wil zeggen wat zij meenemen of juist naar de achtergrond schuiven in het keuzeproces. Als mensen bijvoorbeeld beoordeeld en beloond worden voor het na behoren afronden van taken en projecten, zullen zij geen afweging maken tussen inkomen en vrije tijd wanneer ze besluiten een taak nog even af te maken. Het resultaat is een nieuwe vorm van lumpiness : vermindering van de arbeidsduur wordt niet tegengewerkt door de werkgever, maar het werk bestaat feitelijk uit brokken (of lumps ) van taken (waar men verantwoordelijk voor is en mee geconfronteerd wordt in de vorm van 143
12 Chapter 7 deadlines), wat ervoor zorgt dat werknemers inkomen en vrije tijd niet meewegen in hun overwegingen. We stellen dat de omstandigheden in post-fordistisch werk de kans vergroot dat mensen keuzes maken op basis van het afmaken van taken en projecten en daardoor vaak meer werken dan dat ze willen (de autonomie paradox hypothese). We stellen ook dat werknemers die in deeltijd werken in post- Fordistisch werk - en dus duidelijk minder wilden en mochten werken - net zo goed blootstaan aan deze processen en vaak meer werken dan ze willen (de deeltijd illusie hypothese). We vinden weinig ondersteuning voor de hypothese dat werknemers meer werken dan ze willen omdat ze niet minder zouden mogen werken van hun werkgever (traditionele lumpiness hypothese). We vinden daarentegen wel bewijs voor de hypothese over de nieuwe vorm van lumpiness die is gebaseerd op selectieve aandacht bij het keuzeproces van werkduur en samenhangt met post- Fordistische werkkenmerken. Ook laten de resultaten zien dat er sprake is van een deeltijd illusie: onder post-fordistische werkomstandigheden werken veel deeltijders uiteindelijk nog steeds meer uur dan ze willen. Dit betekent dat voor veel werknemers minder gaan werken in post-fordistisch werk inderdaad een illusie is. Uiteindelijk werken ze namelijk toch nog de extra uren, alleen krijgen ze er dan niet voor betaald. 4.4 De schadelijke consequenties van overwerk voor het welzijn van werknemers Overwerk en de schadelijke effecten voor het welzijn van werknemers is de laatste jaren onderwerp van discussie in Europa. Men name vakbonden pleiten ervoor overuren aan banden te leggen omdat het het welzijn van werknemers zou schaden. De negatieve gevolgen van overwerk zijn op een bepaalde manier paradoxaal. Want hoe is het mogelijk dat werknemers zich vrijwillig blootstellen aan een aanzienlijke vermindering van hun welzijn? Deze studie richt zich op de relatie tussen overwerk en de mogelijke negatieve gevolgen in termen van werkdruk, werk-thuisinterferentie en overwerktheid. De gehanteerde theorie moet daarbij in het bijzonder ook verklaren waarom en onder welke condities mensen ervoor in zijn om over te werken, ook al schaadt het hun welzijn. Het feit dat veel werknemers meer werken dan ze willen (zie voorgaand hoofdstuk) maakt het 144
13 Samenvatting onwaarschijnlijk dat de negatieve gevolgen simpelweg de prijs zijn voor de voordelen van langer werken. Vaak wordt gesuggereerd dat de negatieve gevolgen van overwerk ontstaan doordat werk een inspanning is waarvan men moet herstellen. Door overwerk is er minder hersteltijd en daardoor ontstaan de schadelijke effecten (Van der Hulst en Geurts, 2001). Er is echter weinig bekend over de effecten van de onderliggende motieven om over te werken. De omstandigheden waaronder werknemers overwerken kunnen aanzienlijk verschillen. Een werknemer kan bijvoorbeeld overwerken omdat het werk intrinsieke beloningen oplevert en plezierig is. Treden de schadelijke effecten van overwerk ook op voor die mensen die genoegen hebben in het werk? Werknemers kunnen ook overwerken omdat stressvolle werkomstandigheden hen ertoe zetten extra uren te maken. Zijn het dan de extra uren op zichzelf die psychologische problemen veroorzaken, of ligt het aan werkomstandigheden die het overwerk met zich mee hebben gebracht? Resultaten op basis van de Time Competition Survey bevestigen de bevindingen van eerder onderzoek dat overwerk het welzijn van werknemers schaadt. Bij een nadere analyse blijkt echter dat een groot deel van de negatieve gevolgen verklaard worden door de werkomstandigheden die samengaan met post-fordistisch werk. Niet alleen de extra uren vergen te veel van de werknemer, maar de intensiteit van het werk van werknemers die overwerken. Daarnaast vinden we wat verwacht kan worden van werknemers die plezier hebben in hun werk: gemiddeld hebben zij een hoger welzijnsniveau. Intrinsieke beloningen van werk blijken echter het negatieve effect van stressvolle werkomstandigheden en overwerk op het welzijn van werknemers niet te doen verminderen. Een andere bijdrage van deze studie is een theorie over waarom werknemers die zelf hun uren kunnen kiezen toch overwerken, ondanks de negatieve consequenties die dit heeft. Het antwoord op deze vraag ligt weer in de social rationality benadering, waarin wordt verondersteld dat werkomstandigheden invloed hebben op de manier waarop mensen keuzes maken. Onbetaald overwerk is vaak het resultaat van vele kleine extra werk keuzes. Werknemers hebben nooit gekozen om onbetaald over te werken, noch hebben zij een afweging gemaakt tussen de negatieve gevolgen van overwerk en de voordelen van extra uren werk. De ironie hiervan is dat wat economen 145
14 Chapter 7 veronderstellen dat er gebeurt, alleen plaatsvindt wanneer overwerk betaald wordt. Dan is het waarschijnlijk dat werknemers elke extra euro afwegen tegen hun vrije tijd. Betaald overwerk zal dus niet leiden tot psychologische problemen en deze verwachting wordt bevestigd in onze studie. 4.5 Verschillen in overwerk tussen mannen en vrouwen Ondanks de groeiende arbeidsdeelname van vrouwen, zowel in Nederland als elders, verrichten vrouwen gemiddeld minder uur betaalde arbeid per week dan mannen (Eurostat, 2005). Het verschil in arbeidsuren tussen mannen en vrouwen is al geruime tijd onderwerp van studie en wordt meestal verklaard doordat vrouwen nog steeds in grotere mate verantwoordelijk zijn voor huishoudelijke- en zorgtaken dan mannen (Van der Lippe and Siegers, 1994). Deze verschillen hebben echter meestal alleen betrekking op contractuele uren. Relatief weinig studies richten zich specifiek op het verschil in overwerk tussen mannen en vrouwen. Eerder onderzoek wijst uit dat (onbetaald) overwerk vaker voorkomt onder mannelijke dan onder vrouwelijke werknemers (Eurostat, 2004). De voorliggende studie onderzoekt het effect van post-fordistische organisatiestructuren op overwerk en het verschil in overwerk tussen mannen en vrouwen. Theorieën over de masculiene organisatie stellen dat de meeste organisaties gebaseerd zijn op een masculinistisch model van werk (Lewis and Cooper, 2005), waarin bepaalde - stereotypisch mannelijke - gedragingen meer worden gewaardeerd dan andere. In dit model laten werknemers hun commitment vooral blijken door middel van een voltijdse werkweek en lange werkdagen. Dit is echter moeilijk te bewerkstelligen voor vrouwen met huishoudelijke verplichtingen en is bovendien ook niet gunstig voor mannen die meer zorgtaken op zich willen nemen. We stellen dat in post-fordistisch werk op vergelijkbare wijze de nadruk wordt gelegd op deze aspecten van het traditionele masculinistische model van werk. Het is te verwachten dat het proces dat post- Fordistisch werk zo tijdgulzig maakt, voor mannen en vrouwen een even grote rol speelt. Daarnaast wordt verondersteld dat huishoudelijke verantwoordelijkheden ook tijdgulzig zijn en we verwachten dat werknemers met substantiële huishoudelijke taken waaronder veelal vrouwen minder overwerken dan 146
15 Samenvatting anderen. Hieruit volgt dat vrouwen meer moeite zullen hebben zich aan te passen aan de tijdseisen van het werk en dientengevolge minder vaak werkzaam zullen zijn in de post-fordistische context. Onze bevindingen wijzen erop dat de tijdseisen van de post-fordistische werkomgeving veel vrouwen buiten deze banen houdt en daardoor bijdraagt aan ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Doordat vrouwen nog steeds vaker verantwoordelijk zijn voor zorg- en huishoudelijke taken dan mannen is het voor hen moeilijk zich te schikken naar de tijdseisen van het werk. Vrouwen willen of kunnen niet participeren in post-fordistisch werk omdat zij niet tegemoet kunnen komen aan de verwachtingen van een ideale werknemer die altijd beschikbaar is en werk voor alles laat gaan. De tijdgulzige aard blijkt van post-fordistisch werk dus een mannenwereld te maken. 5 Discussie Deze studie draagt bij aan een beter inzicht in de tijdgulzigheid van post- Fordistisch werk, waarbij gebruik gemaakt wordt van een omvangrijk Survey onderzoek in Nederland. In eerdere studies zijn de facetten van post-fordistisch werk alleen beschreven in de vorm van casestudies, waarvan de generaliseerbaarheid echter beperkt is. De data in het onderzoek zijn toereikend voor het beantwoorden van vragen over werktijden in relatie tot post-fordistisch werk. Voor zover bij ons bekend zijn er weinig van deze omvangrijke, theoriegestuurde datasets beschikbaar in Nederland die alle relevantie informatie over werk- en organisatiekenmerken bevatten. Onze resultaten bieden daarom een empirisch fundament voor de inzichten van auteurs zoals Sennett (1998), Perlow (1999), Lewis (2003) en anderen. Uiteraard heeft dit onderzoek ook een aantal beperkingen. De gebruikte data zijn cross-sectioneel (niet over de tijd gemeten), waardoor we beperkt zijn in onze conclusies over de causaliteit van de gevonden verbanden. Verder kunnen we alleen maar aannemen dat post-fordistisch werk een steeds grotere rol is gaan spelen op de arbeidsmarkt, gezien het feit dat industrieel werk op zijn retour is en de service sector en het aantal kennisintensieve banen juist in omvang toenemen. Op basis van onze data is dit vermoeden echter niet empirisch te onderbouwen. 147
16 Chapter 7 Ook andere studies bieden geen uitkomst omdat het meeste organisatieonderzoek is gebaseerd op casestudies, waardoor werkkenmerken moeilijk vergelijkbaar zijn, zowel historisch gezien als in internationaal perspectief. Daarnaast zijn de gegevens in deze studie deels gebaseerd op de door de werknemer zelfgerapporteerde informatie, waardoor sociaalwenselijke antwoorden op sommige vragen niet zijn uit te sluiten. Tot slot vindt het onderzoek plaats in Nederland, waar een sterke traditie heerst van deeltijdwerk voor vrouwen (Plantenga et al., 1999). Gezien mogelijke internationale verschillen in houding en ervaringen ten aanzien van werktijden (Wharton en Blair-Loy, 2002), zou het zinvol zijn de invloed van (culture) verschillen tussen landen verder te onderzoeken. Ondanks de beperkingen van dit onderzoek, draagt deze studie bij tot een beter begrip van arbeidsduur in relatie tot post-fordistisch werk. Het onderzoek sluit aan bij de discussie over de toenemende tijdsdruk in de hedendaagse samenleving. De regelingen betreffende arbeidstijden zijn in veel landen aan verandering onderhevig, meestal met het oog op een toenemende flexibiliteit op de arbeidsmarkt, maar ook onder druk van Europese wetgeving en vakbonden. Werktijdregelingen zijn tot nog toe vooral gericht op de lengte van de werkweek en officiële (betaalde) overuren. Veel van de ontplooide initiatieven op dit gebied komen voort uit de wens voor meer keuzemogelijkheden voor de werknemer en het terugdringen van de traditionele lumpiness van arbeidsduur. Onze resultaten laten zien dat het te betwijfelen is of deze initiatieven veel effect hebben voor een grote groep werknemers. Waarschijnlijker is het dat een groeiend aan werknemers te maken heeft met de nieuwe vorm van lumpiness in post-fordistisch werk. Zij bevinden zich in een situatie van deadlines en verplichtingen buiten het werk, ondanks nieuwe wet- en regelgeving die hen alle mogelijkheden biedt de werktijden aan te passen aan hun wensen. Nieuwe trends in de manier van organiseren zal het aantal onbetaalde overuren alleen maar laten toenemen. Vanuit dit perspectief is het niet verwonderlijk dat ondanks de verbeterde kwaliteit van werk, toegenomen autonomie en uitdagende taken, meer en meer werknemers de druk voelen van hun veeleisende baan. 148
Beroepsbevolking 2005
Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel
Nadere informatieSummary in Dutch. Samenvatting
Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.
Nadere informatieArtikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg
Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur Ingrid Beckers en Hans Langenberg De arbeidsdeelname in Nederland is de afgelopen 25 toegenomen. Dit komt vooral doordat meer vrouwen zijn gaan werken. Zij doen
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatieOVER UREN Hoofdstuk 13
OVER UREN Hoofdstuk 13 Seppe Van Gils & Mieke Booghmans Kort samengevat Hoewel de arbeidswet een principieel verbod op overuren voorschrijft, presteert zo n 14% van de Vlaamse loontrekkenden overuren.
Nadere informatieSAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender
SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in
Nadere informatieArbeidsdeelname van paren
Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24
Nadere informatieOuderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann
Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof
Nadere informatieJonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten
Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale
Nadere informatiePeiling Flexibel werken in de techniek 2015
Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2
(Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect
Nadere informatieBijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Nadere informatieThemabijeenkomst ouderenbeleid
MHP, Culemborg, Rob Gründemann, senior TNO Arbeid Lector Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht De opzet van de presentatie Stand van zaken Arbeidsmarkt Kwaliteit van de arbeid Gewenst preventief HR-beleid
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Nadere informatieKortcyclische arbeid, Op de teller!
Kortcyclische arbeid, Op de teller! 1 Doel Doel van dit instrument is inzicht bieden in de prevalentie (mate van voorkomen) en de effecten van kortcylische arbeid. Dit laat toe een duidelijke definiëring
Nadere informatieArtikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst
Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk
Nadere informatieOuderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers
Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave
Nadere informatieMeeste werknemers tevreden met aantal werkuren
Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Christianne Hupkens De meeste werknemers zijn tevreden met de omvang van hun dienstverband. Ruim zes op de tien werknemers tussen de 25 en 65 jaar wil niet
Nadere informatieHelp, ik heb personeel
Help, ik heb personeel nodig! Inleiding 1 1.1 Een handboek, is dat nodig? Iedere arbeidsorganisatie heeft in mindere of meerdere mate personeel nodig. Dat gaat meestal niet vanzelf; u moet er genoeg moeite
Nadere informatieArtikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann
Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder
Nadere informatieDe EIRO over minimumlonen en arbeidstijden
De EIRO over minimumlonen en arbeidstijden EIRO (2004). Working time developments 2004. [www.eiro.eurofound.ie/2005/ 03/update/tn0503104u.html]. EIRO (2004). Minimum wages in Europe. [www.eiro.eurofound.ie/2005/07/study/
Nadere informatieInclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland
Inclusive Growth and Development Report 2017 van het World Economic Forum: Bevindingen voor Nederland Nederland scoort relatief hoog op economische groei en het aanpakken van ongelijkheid, maar de ongelijkheid
Nadere informatieDeuce: arbeidsmarktstatistieken vanuit een genderperspectief
Arbeidsmarkt en onderwijs Deuce: arbeidsmarktstatistieken vanuit een genderperspectief In dit artikel schetsen we eerst een beeld van de arbeidsmarktsituatie van mannen en vrouwen in België, Nederland,
Nadere informatieOnderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland
Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer Randstad Nederland September 2014 INHOUDSOPGAVE Impact economische ontwikkelingen op de werkvloer 3
Nadere informatieOuders op de arbeidsmarkt
Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk
Nadere informatie1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt
1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatieMeer of minder uren werken
Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de
Nadere informatieEuropese jobmarkt herleeft
Europese jobmarkt herleeft Resultaten Search Trends survey Februari 2010 1 Samenvatting Twee derde van de bedrijven wil tijdens de komende 12 maanden mensen aanwerven; een vijfde van de Europese bedrijven
Nadere informatieEindexamen maatschappijleer vwo 2006-I
Opgave 4 Mens en werk: veranderingen op de arbeidsmarkt tekst 9 5 10 15 20 25 30 35 Volgens de auteurs van het boek Weg van het overleg? komen de nationale overheid en de sociale partners steeds verder
Nadere informatieSamenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey
Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie
Nadere informatieVerdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen
1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen
Nadere informatiede Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag
Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste
Nadere informatieSamenvatting. Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten
Samenvatting Motiveren van oudere werknemers: Een levensloopperspectief op de rol van waargenomen personeelsinstrumenten 1 Introductie De beroepsbevolking in westerse landen vergrijst. Door het stijgen
Nadere informatie5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief
5 Het wettelijk minimumjeugdloon in internationaal perspectief 5.1 Vergelijking van bruto wettelijk minimumjeugdlonen Ook andere landen kennen minimumjeugdlonen. In de helft van de OESO-landen is dat het
Nadere informatieBijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx
Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel
Nadere informatieVerzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend
Verzorgende beroepen psychisch en fysiek zwaar belastend Lian Kösters In 27 gaf ruim een derde van de werkzame beroepsbevolking aan regelmatig te maken te hebben met een psychisch hoge werkdruk. Iets minder
Nadere informatieFeiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg. januari 16
Feiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg januari 16 1 Maatschappelijke ontwikkelingen Door de vergrijzing neemt de vraag naar zorg toe. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieafgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)
Nederlandse Samenvatting Welke mensen bekleden de top posities van professionele organisaties? In Nederland, net zoals in veel andere westerse landen, klinkt waarschijnlijk het antwoord op deze vraag ongeveer
Nadere informatieArbeidstijdwens en aanpassing van de arbeidsduur in Nederland
Arbeidstijdwens en aanpassing van de arbeidsduur in Nederland Fouarge, D. & Baaijens, C. (2003). Tilburg: OSA. Het aantal uren dat men werkt is niet altijd gelijk aan het aantal uren dat men bij voorkeur
Nadere informatieMonitoring van arbeid door TNO:
Monitoring van arbeid door TNO: Waarom en wat levert het op? Peter Smulders & Seth van den Bossche Inhoud 1. Het monitoringwerk van TNO 2. Recente trends in arbeid, contractvormen en werktijden 3. Willen
Nadere informatieOndanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt
Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt In 2014 bleek 82% van de professionals open te staan voor een carrièrestap in
Nadere informatieWieteke Conen Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) Trends in de waardering van werk
Wieteke Conen Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) Trends in de waardering van werk Ontwikkelingen in Nederland in internationaal perspectief Achtergrond Arbeidsmarkt in Westerse landen sterk
Nadere informatieHet werkgeluk van laagbetaald Nederland Maurice Gesthuizen
Het werkgeluk van laagbetaald Nederland Maurice Gesthuizen Dat laagbetaald werk leuk kan zijn, kunnen vele goedverdienende burgers zich maar moeilijk voorstellen. Als maatschappelijk slagen synoniem is
Nadere informatieGeen tekort aan technisch opgeleiden
Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen
Nadere informatieVrouwen op de arbeidsmarkt
op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna
Nadere informatie14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking
14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS In deze bijlage worden Nederlandse cijfers op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid vergeleken met die van een groot aantal Europese landen, de USA en
Nadere informatieEen halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen
Een halve eeuw arbeidsmarkt 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen Een veranderende arbeidsmarkt sluiten instituties nog wel aan? 2 Mogelijke hervorming: basisinkomen Gegarandeerd onvoorwaardelijk
Nadere informatieInkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners
Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid
Nadere informatieBijlage: minimumjeugdloon in historisch en internationaal perspectief
Bijlage: minimumjeugdloon in historisch en internationaal perspectief Historische ontwikkeling van het wettelijk minimumjeugdloon De ontstaansgeschiedenis van het wettelijk minimumloon in Nederland gaat
Nadere informatieUIT arbeidsdeling
Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een
Nadere informatieMantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen
Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende
Nadere informatieVerandering van arbeidsduur en baan
Verandering van arbeidsduur en baan Auteur(s): Baaijens, C (auteur) Fouarge, D. J.A.G. (auteur) De auteurs zijn respectievelijk verbonden aan de Universiteit Utrecht en aan de Universiteit van Tilburg
Nadere informatieDe hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit?
De hardwerkende Vlaming: mythe of realiteit? Arbeidsvolume en arbeidsduur in Vlaanderen en Europa Tielens, M. & Herremans, W. 2007. Leuven: Steunpunt WSE. Klopt het beeld van de hardwerkende Vlaming; van
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieStand van zaken leven lang leren in Nederland en afspraken over/ aanbevelingen aan O&O-fondsen
Stand van zaken leven lang leren in Nederland en afspraken over/ aanbevelingen aan O&O-fondsen Stand van zaken leven lang leren in Nederland Om goed mee te kunnen is scholing cruciaal. De snel veranderende
Nadere informatieParagraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?
Antwoorden door een scholier 1490 woorden 7 april 2006 4,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving? In 1948
Nadere informatieDemografie van de Nederlandse beroepsbevolking
Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op
Nadere informatieZelfsturend leren met een puberbrein
Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden
Nadere informatieGezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding
Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Het is de vraag of het in alle gevallen reëel is om van werkgevers en de desbetreffende werknemers te verwachten dat zij (in het
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 13. Eerder weg om gezond actief te blijven
Inhoud Voorwoord 13 Hoofdstuk 1. Inleiding 17 1.1 Achtergrond van het onderzoek 17 1.2 Rumoer rond het pensioenstelsel 22 1.3 Uitzicht op een langer arbeidsleven? 24 1.4 Arbeidsbesef 27 1.5 Beeldvorming
Nadere informatieDETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15
DETERMINANTEN VAN LAGE WERKINTENSITEIT IN HUISHOUDENS MET ARBEIDSONGESCHIKTE GEZINSLEDEN Empirische analyses voor de EU-15 Leen Meeusen, Annemie Nys en Vincent Corluy 17 juni 2014 Opbouw presentatie Inleiding
Nadere informatieIn de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van
Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de
Nadere informatieMet een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt
Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal
Nadere informatieThema 2: Kwaliteit van de arbeid
Thema 2: Kwaliteit van de arbeid Het hebben van een baan is nog geen garantie op sociale integratie indien deze baan niet kwaliteitsvol is en slecht betaald. Ongeveer een vierde van de werkende Europeanen
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor
Nadere informatieStudieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers
Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.
Nadere informatieHet verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr.
Het verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr. Trudie Knijn Onderzoekers: dr. Mira Peeters, drs. Marta Dijkgraaf,
Nadere informatieArbeidsmarktdynamiek vanuit een leeftijdsspecifiek perspectief
Arbeidsmarktdynamiek vanuit een leeftijdsspecifiek perspectief Anne C. Gielen Department Algemene Economie Universiteit van Maastricht 28 September 2007 1/22 Dynamiek op de arbeidsmarkt Demografische,
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieWerkstress hoger management
Werkstress hoger management GfK Oktober 2017 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 Management summary Slide 3-4 Onderzoeksresultaten Slide 5-17 Onderzoeksverantwoording Slide 18-20 Contact Slide 21-22 2 Management Summary
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 855 Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieModernisering arbeidstijden en verlofregelingen
CPB Notitie Nummer : 2008/44 Datum : 14 oktober 2008 Aan : SZW Modernisering arbeidstijden en verlofregelingen 1 Vraagstelling Het ministerie van SZW heeft het CPB gevraagd om commentaar te leveren op
Nadere informatieDutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae
Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van
Nadere informatieNederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)
Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar
Nadere informatieCoöperatie en communicatie:
Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij
Nadere informatieSamenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting
Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting
Nadere informatieStudentenhuisvesting Feiten en trends 2010
Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010 Studentenhuisvesting - Feiten en trends 2010-1- Studenten Aantal ingeschreven voltijd studenten in bekostigde HBO- en WO-instellingen in Nederland 2009-2010 2008-2009
Nadere informatieWerkende ouderen in België en Nederland de cijfers
Werkende ouderen in België en Nederland de cijfers Peter Ekamper De komende decennia wordt Europa geconfronteerd met een onvermijdelijke veroudering van de bevolking. In de landen van de Europese Unie
Nadere informatieEen ontspannen samenleving
Een ontspannen samenleving Wanneer je tegenwoordig aan iemand vraagt hoe het gaat is het antwoord vaak goed, druk. Mensen hebben het druk. Met van alles: werk, kinderen, vrienden, sporten, alles door elkaar.
Nadere informatieManagers zijn de meest tevreden werknemers
Sociaaleconomische trends 2014 Managers zijn de meest tevreden werknemers Linda Moonen februari 2014, 02 CBS Sociaaleconomische trends, februari 2014, 02 1 Werknemers zijn over het algemeen tevreden met
Nadere informatieArgumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?
Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken
Nadere informatieArtikelen. Combinatie van zorg en werk: de invloed van baankenmerken. Saskia te Riele en Martijn Souren
Artikelen Combinatie van zorg en werk: de invloed van baankenmerken Saskia te Riele en Martijn Souren Moeders met jonge kinderen werken in Nederland voornamelijk in deeltijd. Door minder uren te werken,
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch)
Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch) In onze vergrijzende samenleving vormen de stijgende kosten van de gezondheidszorg een steeds groter probleem. Publieke zorgverzekeringsstelsels komen
Nadere informatieMannen geven veel vaker leiding dan vrouwen
nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel
Nadere informatieOpgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa
Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in
Nadere informatieBattle of the sexes. De gender gap
Battle of the sexes Organisation for Economic Cooperation and Development, (2002), OECD Employment outlook july 2002, OECD Publications, Paris, 336 p. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
Nadere informatieWerken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?
Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Resultaten van 10 jaar onderzoek naar de beleving en beoordeling van arbeid Prof. Dr. Hans De Witte Gewoon Hoogleraar Arbeidspsychologie, WOPP-KU Leuven Seminarie
Nadere informatieHet Slimmer Werken-onderzoek 2013
Het Slimmer Werken-onderzoek 2013 In mei 2013 heeft Beklijf in opdracht van ErgoDirect International een online onderzoek uitgevoerd onder HR- en Arbo-professionals met als thema ʻSlimmer Werkenʼ. Slimmer
Nadere informatieIn de maand september heeft FNV Metaal onderzoek gedaan naar de praktijk en de ervaringen met werktijden in de branche..
In de maand september heeft FNV Metaal onderzoek gedaan naar de praktijk en de ervaringen met werktijden in de branche.. Drie hoofdvragen: 1. Dragen de werktijden in de branche bij aan behoud van vitaliteit
Nadere informatieLevensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders
Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders Martine Mol De geboorte van een heeft grote invloed op het arbeidspatroon van de vrouw. Veel vrouwen gaan na de geboorte van het minder werken.
Nadere informatieWerkloosheid in de Europese Unie
in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23
Nadere informatieUitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze
Nadere informatieUtrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud
Voorwoord Ongeveer twee jaar geleden publiceerde het Nibud Geld en Gedrag, Budgetbegeleiding voor de beroepspraktijk. Het boek werd enthousiast ontvangen door het werkveld, vooral vanwege de competenties
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/53232 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hill, J.M. Title: On the road to adulthood. Delinquency and desistance in Dutch
Nadere informatieGENERATIE Y IS RAMP VOOR WERKGEVERS
GENERATIE Y IS RAMP VOOR WERKGEVERS Auteur: Wiebe Zijlstra - (26 augustus 2011) Generatie Y word alom geroemd om haar flexibiliteit, om haar vermogen tot multi tasking en om het op natuurlijke wijze kunnen
Nadere informatieBetekenis van werk. Slechts 1 op de 7 Nederlanders geniet van het werk
Betekenis van werk Slechts 1 op de 7 Nederlanders geniet van het werk Het 1e Nationale onderzoek naar betekenis in het werk 2006/2007 Onderzoeksresultaten samengevat Ruim 65% van de Nederlandse beroepsbevolking
Nadere informatie