Uitwerking LES 17 N CURSSUS

Transcriptie

1 1) A Het frequentiebereik van een ontvanger loopt van 144 tot 146 MHz. De middenfrequentie is 10 MHz. Het frequentiebereik van de oscillator kan zijn: A) MHz (bij boven menging is de ƒ oscil hoger dan de ƒ ontv en dus is en ) MF = Ontv Osc => MF = Osc Ontv => Osc = Ontv + MF => = 154 MHz = 156 MHz B) MHz ( lijkt me de spiegel op ƒ ontv +/- 2 MF) C) MHz (fout,moet altijd hoger of lager zijn dan de ontvangstfrequentie) 2) A De condensatoren C22 en C24 zijn: A) elektrolytische condensatoren (grote capaciteit >1µF polaire condensator +/-) B) polyestercondensatoren (kleinere capaciteit <1µF bipolair ) C) keramische condensatoren (kleinste capaciteiten 1pF tot 100nF bipolair vooral HF) 3) C De transformator T1 dient voor het: A) opwekken van de BFO spanning ( is geen SSB ontvanger maar een AM super) B) aanpassen van de luidspreker ( hiervoor zorgt T2 uiterst rechts op de uitgang A-B) C) verkrijgen van de gewenste voedingsspanning (voor 2x waarvan één gestabiliseerde) 4) B De transformator T2 dient voor het: A) Verkrijgen van de juiste voedingsspanning (daarvoor is T1 gebruik, C-D ingang 230V) B) Aanpassen aan de luidspreker-impedantie (met A-B als luidspreker aansluiting) C) Opwekken van de BFO-spanning ( dit is geen SSB ontvanger en dus geen BFO aanwezig) PA4TON 1

2 5) C Een LF-uitgangstransformator van een ontvanger: A) Verzorgt de geluidsversterking (hiervoor zorgt de LF-versterker) B) Voorkomt dat er wisselstroom door de luidspreker loopt (geen ~spanning geen geluid) C) Past de LF-eindtrap en de luispreker op elkaar aan (als impedantieaanpassing) 6) A Een 2-meter FM-ontvanger heeft een middenfrequentie van 10 MHz. Om een signaal op 145 MHz te ontvangen kan de oscillatorfrequentie zijn: A) 155Mhz (zie ook vraag 1, ƒ Osc = ƒ Ontv + ƒ MF => = 155 MHz) B) 10MHz (is de middenfrequentie ) C) 145MHz (is de ontvangstfrequentie) 7) B Van een 2-meter FM-ontvanger bepalen de volgende delen de ontvangstfrequentie : A) Mengtrap en discriminator (discriminator zet het MF om in LF signaal) B) Oscillator en middenfrequent versterker (ƒontv = ƒ oscillator +/- ƒ midden freg.) C) Detector en de laagfrequent-versterker (detector zet het MF om in LF signaal wat versterkt wordt door de laagfrequent-versterker) 8) A De mengtrap van een enkel superheterodyne-ontvanger dient om uit het antennesignaal (ontvangstsignaal) met het oscillatorsignaal (VFO): A) Het middenfrequent signaal te verkrijgen (MF = Osc Ontv of MF = Ontv - Osc ) B) Het laagfrequent signaal te verkrijgen ( d.m.v. de diode detector) C) Het signaal voor automatische frequentie bij regeling te verkrijgen (onzin) 9) C Als de detectie schakeling met een BFO wordt meegeteld dan heeft een enkelvoudige superheterodyne ontvanger: A) 3mengtrappen (alleen als er een 2 de MF bij zit z.g. dubbel super) B) 1 mengtrap (bij een superheterodyne en dubbel zijband met draaggolf) C) 2 mengtrappen ( z.g. superheterodyne SSB ontvanger met een VFO en BFO ) 10) A De middenfrequentversterker van een superheterodyne ontvanger : A) bepaald de selectiviteit van de ontvanger. (de bandbreedte van de middenfrequent filter selecteert precies één zender) B) scheidt de oscillator en de mengtrap van elkaar. (onzin) C) scheidt de modulatie van het hoogfrequentsignaal. (scheiden? de detector misschien) 11) C Een superheterodyne ontvanger is zodanig afgestemd, dat een antennesignaal van 12 MHz kan worden ontvangen. De middenfrequentie is 1,5 MHz. De oscillatorfrequentie van deze ontvanger is : A) 9 MHz B) 15MHz C) 10,5 MHz (Ondermening zie vervolg) Ondermenging Osc lager dan Ontv MF = Ontv Osc => Osc = Ontv - MF is 12-1,5 = 10,5MHz Boven menging Osc hoger dan Ontv MF = Osc Ontv => Osc = MF + Ontv is 1,5 +12 = 13,5MHz PA4TON 2

3 12) A Een ontvanger is afgestemd op 144 MHz. De oscillator werkt hierbij op 134 MHz. Vervolgens wordt de oscillator afgestemd op 135 MHz. Nu is de ontvanger afgestemd op : A) 145MHz (Ontv = MF + Osc is Ontv = ) B) 143MHz C) 146MHz Bij 144MHz: MF = Ontv Osc => MF = is 10MHz dus Ontv = MF + Osc Bij Osc van 135MHz: Ontv = MF + Osc => Ontv = is Ontv van 145 MHz 13) C Een ontvanger is afgestemd op 1 MHz. De middenfrequentie bedraagt 450 KHz. De ingestelde frequentie van blok x bedraagt: A) 450KHz B) 1900KHz C) 1450KHz ƒ Ontv ƒ MF min ƒ Osc MF = Ontv Osc => + MF = Ontv Osc - => Osc = Ontv MF => = 550KHz MF = Osc Ontv => + MF = Osc Ontv => Osc = Ontv + MF => = 1450KHz 14) C Met een superheterodyne ontvanger wordt een signaal ontvangen van 1MHz de oscillator is 550KHz. De middenfrequentversterker is afgestemd op: A) 1,50 MHz B) 0,55 MHz C) 0,45 MHz (Ontv is hoger als Osc dus: MF = Ontv Osc => 1 0,55 = 0,45 MHz) 15) C Een 2 meter FM ontvanger heeft een middenfrequentie van 10MHz. Om een signaal op 145 MHz te ontvangen kan de oscillator frequentie zijn: A) 10 MHz ( is de bandbreedte van het MF) B) 145 MHz ( is de ontvangst frequentie) C) 155 Mhz (boven mening) Ondermenging Osc lager dan Ontv MF = Ontv Osc => Osc = Ontv - MF is = 135 MHz Boven menging Osc hoger dan Ontv MF = Osc Ontv => Osc = MF + Ontv is = 155 MHz PA4TON 3

4 16) A De bandbreedte van een superheterodyne ontvanger wordt hoofdzakelijk bepaald door: A) de middenfrequent kringen (selectie van de zenders onderling 3,6,of 12,5KHz) B) de hoogfrequent kringen (preselectie van de te ontvangen frequentie band) C) de oscillatorkring (tot doel een frequentie op te wekken) 17) B Bij het afstemmen van een superheterodyne FM ontvanger verandert: A) de detectorafstemming (in de detector zit geen afstemming) B) de oscillatorfrequentie (ja, MF = Ontv freq Osc freq of Osc freq Ontv freq ) C) de frequentie van het MF -filter. (heeft een vaste MF afhankelijk van ontv en osc freq) 18) A De oscillator in een superheterodyne ontvanger: A) wekt de hulpfrequentie voor de mengtrap op (ook VFO genoemd Osc freq zie 17) B) zorgt voor de spiegelonderdrukking (alleen te realiseren door een 2 de MF trap) C) scheidt de zijbanden van de draaggolf (in een SSB zender door b.v. een doorlaatfilter) 19) A Deze LC kring (serie), parallel aan de ingang van de ontvanger, dient om: A) de bandbreedte van de ontvanger te vergroten (bandbreedte is een vaste waarde) B) de bandbreedte van de ontvanger te verkleinen (bandbreedte is een vaste waarde) C) een storend signaal uit te filteren (als z.g. zuigkring kortgesloten naar aarde) Er zijn bij FM twee bandbreedtes: 1) 2mrt van MHz 2) MF van 12,5 KHz. 20) C De automatische versterkingsregeling (AVR) in een HF ontvanger heeft als functie om: A) de ontvangerversterking constant te houden. (niet doen, is slecht voor zwakke signalen) B) frequentieafwijking te corrigeren ( dit doet de AFC automatische frequentie controle ) C) de versterking aan te passen aan de signaalsterkte (constant uitgangsniveau aan de luidspreker wordt afhankelijk gemaakt van de grote van de draaggolf spanning die op zijn beurt weer de versterkertrappen regelt in bv. de HF en MF versterkers 21) C De automatische versterkingsregeling van een ontvanger regelt meestal de: A) audio trap (dan ben je echt te laat met het regelen) B) oscillator (heeft niets te doen met de versterking alleen met frequentie) C) HF- en MF- trappen ( zie antwoord vraag 20) De juiste benaming van AVR is Automatic Volume Control of AGC van Gain. Vaak regelbaar met Fast, Mid en Slow met een maximum en 1 sec voor slow. PA4TON 4

5 22) B Dit is een blokschema van een ontvanger: Het blokje gemerkt met X stelt voor de : A) middenfrequentversterker (blokje rechts van het kruis) B) mengtrap ( juist met links de HF versterker en onder de oscillator als ingangen) C) detector ( blokje naast de MF versterker dus 4 de van links) 23) A Dit is het blokschema van een telegrafie ontvanger. Het blokje gemerkt met X stelt voor de: A) BFO (en BFO is de Beat Frequent Oscillator) Omdat in een telegrafie (lees morse of CW) signaal geen draaggolf aanwezig is moet deze d.m.v. een hulp oscillator in de ontvanger worden bijgevoegd. in combinatie met de detector noemt men dit de productdetector. B) discriminator ( dit is bij FM de detector) C) 1 ste oscillator ( feitelijk de 2 de (hulp) oscillator) 24) C Dit is het blokschema van een FM ontvanger. A) de modulator ( zit alleen in een zender) B) de mengtrap ( zit er boven) C) de oscillator ( juist, samen met de ontvangst frequentie vormt dit het MF signaal) PA4TON 5

6 25) A Dit is het blokschema van een ontvanger. A) middenfrequentversterker ( juist, aan de uitgang van de mengtrap) B) detector (zit achter de MF versterker, 4 de van links) C) mengtrap (zit voor de MF versterker, 2 de van links) 26) C Dit is het blokschema van een ontvanger. A) de oscillator (onder het 2 de blokje van links) B) de middenfrequentversterker ( 3 de blokje van links) C) de laagfrequentversterker (om de luidspreker met voldoende signaal aan te sturen) 27) A Dit is het blokschema van een ontvanger. A) de middenfrequentversterker (juist, aan de uitgang van de mengtrap) B) de hoogfrequent versterker ( 1 de blokje van links) C) de oscillator ( onder het 2 de blokje van links en de BFO onder het 4 de blok) PA4TON 6

7 28) A Dit is het blokschema van een ontvanger. A) de detector (achter de MF versterker links en voor de LF versterker rechts) B) buffertrap (ook wel scheidingstrap, doch alleen in een zender achter de oscillator) C) mengtrap ( 2 de blok van links) 29) A Een superheterodyne ontvanger heeft geen HF versterker. Draaien aan de afstemknop verandert de afstemfrequentie van : A) de oscillator en de antenne ingang. (de afstem ofwel ontvangstfrequentie is: Ontv = MF + Osc of Osc - MF terwijl de antenne ingang een voor of preselectie heeft die hierbij mee verstemt wordt bij de oscillator afstemming) B) de detector ( detecteert alleen het LF uit het middenfrequent signaal) C) de middenfrequent afstemkringen ( heeft een vaste frequentie en bandbreedte) 30) A Dit is het blokschema van een FM ontvanger. Welke bewering is juist? Antenne luidspreker Hij mengt met de lepel 1 2/ HF verst mengtrap MF verst Detector LF verst. Oscillator (discriminator) A) blok 2 stelt de mengtrap voor en blok 5 de FM detector.(zie boven) B) blok 1 stelt de mengtrap voor en blok 4 de FM detector ( HF verst en MF) C) blok 4 stelt de mengtrap voor en blok 6 de laagfrequent versterker ( MF en LF verst) PA4TON 7

8 31) C De laagfrequentversterker in een communicatieontvanger: A) moduleert het te ontvangen signaal (ontvangst moet gedemoduleerd worden) B) verzorgt het draaggolfsignaal voor de detector (alleen bij SSB als BFO) C) versterkt het uitgangssignaal van de detector (juist, de uitgang van de detector is de ingang van de LF versterker en zijn uitgang gaat naar de luidspreker) 32) C In het blokschema is de functie van blok 12 de: A) AM detector (dit is blok 5 van de dubbele superheterodyne ontvanger) B) FM detector ( dit blokschema betreft een SSB (AM) ontvanger) C) AVR detector Hierdoor wordt de draaggolf spanning maatgevend voor het LF volume om zodoende het geluidsniveau voor zwakke en sterke ontvangstsignalen gelijk te houden. De afgeleide gelijkspanning regelt met enige vertraging de HF en 2 MF versterkers. 33) B In het blokschema van vraag 32 is de functie van blok 7 de: A) laagdoorlaatfilter ( zou in blok 14 kunnen zitten voor LSB ontvangst) B) laagfrequentversterker (om de luidspreker 8 met voldoende signaal aan te sturen) C) interferentie oscillator ( Interferentie is een storingsvorm die ontstaat uit 2 signalen) 34) A Dit is het blokschema (vraag 32) van een: A) EZB ontvanger ( blok 6 laatste mengtrap naar 13 en 14 USB en LSB filter) B) FM zender/ontvanger ( sowieso alleen een SSB ontvanger) C) EZB zender/ontvanger (alleen een SSB ontvanger) 35) C Een squelch schakeling dient om: A) spiegelfrequentie(s) te onderdrukken ( d.m.v. een hogere frequentie voor 1 ste MF) B) vonkstoringen te onderdrukken ( moeilijk bij AM gemoduleerde ontvangst) C) ruis te onderdrukken als er geen signaal wordt ontvangen (juist, met een instelbaar geluidsniveau wordt de LF versterker dicht gedrukt) PA4TON 8

9 36) B In een superheterodyne AM ontvanger wordt automatische sterkteregeling toegepast op: A) oscillator ( zorgt alleen voor een frequentie voor de afstemming) B) middenfrequentversterker (juist alleen versterkers kunnen in sterkte regelen) C) detector ( zet alleen het MF signaal om in een LF signaal) 37) C Een superheterodyne ontvanger heeft een middenfrequentie van 455 KHz Voor de ontvangst van een signaal op 3,575 MHz is de oscillator afgestemd op: A) 4,485 MHz B) 2,665 MHz C) 4,030 MHz (juist) Uitgaande van een hogere oscillator frequentie betekend boven menging en hierbij is: MF = Osc Ontv => Osc = MF + Ontv is = KHz = 4,030 MHz Of bij ondermenging MF = Ontv - Osc => Osc = Ontv -MF is = KHz 38) B Een enkele superheterodyne ontvanger heeft een middenfrequentie van 455KHz. Voor ontvangst op 7,055 MHz is de oscillator afgestemd op: A) 7,965 MHz B) 7,510 MHz (juist) C) 7,055 MHz Uitgaande van een hogere oscillator freq ( antwoorden) betekend boven menging en hierbij is: MF = Osc Ontv => Osc = MF + Ontv is = KHz = 7,510 MHz Of bij ondermenging MF = Ontv - Osc => Osc = Ontv -MF is = KHz 39) B De zwevingsoscillator (BFO) van een superheterodyne ontvanger werkt meestal op een frequentie dichtbij de frequentie van de: A) hoogfrequent versterker (is de bandbreedte afhankelijk van de te ontvangen band) B) middenfrequent versterker(ja,normaal zerobeat en voor CW b.v. 1KHz naast MF) C) eerste oscillator (is de VFO en heeft een veel hogere frequentie) 40) C Het middenfrequent filter in een ontvanger dient voor: A) onderdrukking van de spiegelfrequentie (alleen door een hogere frequentie van 1 ste MF) B) detectie van het laagfrequentsignaal (is de detector achter de MF filter/versterker) C) verbetering van de selectiviteit (z.g.n. dichtbij selectiviteit van zenders onderling) PA4TON 9