Folder advies leerweg

Transcriptie

1 Folder advies leerweg Vooraf Leeswijzer Eerst treft u een pagina (pag. 2) tekst aan over de noodzaak en aanleiding tot het uitgeven van deze folder. Dan volgt een korte, inhoudelijke uitleg van twee pagina s over het vmbo m.n. over de drie leerwegen (pag. 3 en 4). Na een overzicht m.b.t. instructie (pag. 5) worden op de volgende pagina s per leerweg in steeds één pagina de drie leerling-profielen beschreven (pag. 6, 9 en 12); na elke beschrijving volgt per profiel een scorelijst, waarmee de docent het beeld dat hij/zij heeft van een leerling kan spiegelen aan het leerling-profiel. Tot slot treft u (op pag. 15) een overzichtslijst voor de docent aan. Leerling voor de basisberoepsgerichte leerweg - pagina 6 t/m 8 Leerling voor de kaderberoepsgerichte leerweg - pagina 9 t/m 11 Leerling voor de theoretische leerweg - pagina 12 t/m 14 Wanneer u de folder advies leerweg gaat gebruiken! 1. Neem een leerling, bepaal (op basis van uw gegevens) binnen welke leerweg deze leerling past. 2. Vul voor deze leerling de betreffende lijst in (dus: voor een volgens u BB leerling vult u de BB lijst in). 3. Totaliseer aan het einde van de lijst het aantal keren dat de bewuste kolom door u is aangekruist bij één van de items. 4. In het bijgeleverde overzicht (tabel) vult u vervolgens de gegevens in: a. voornaam leerling b. uw leerwegbeeld dat u vooraf bij deze leerling had (TL / KB / BB) c. welke versie van de lijst is ingevuld de TL, KB of BB versie d. totaalscores per kolom van de betreffende leerling op de lijst e. bevestigt de lijst het beeld dat u van de leerling hebt? NB. In deze folder worden de landelijk vastgestelde afkorting voor de leerwegen gebruikt.

2 Waarom een folder advies leerweg? De folder advies leerweg kan de leerkracht van groep 8 helpen om het onderscheid tussen de nieuwe adviescategorieën in het vmbo beter en gemakkelijker te maken. In Zaanstad kunnen de volgende adviezen in het vmbo gegeven worden: vmbo b (b staat voor basisberoepsgericht) vmbo k (k staat voor kaderberoepsgericht) vmbo t (t staat voor theoretisch) NB. Het advies twijfel vmbo-t/havo wordt in deze folder niet behandeld. Met deze folder willen we u informeren over de leerwegen én over de leerlingen in het vmbo. Ieder jaar worden er voor alle groep 8-leerlingen adviezen gegeven voor het voortgezet onderwijs. En dat is maar goed ook, want meestal blijkt dat het advies van de leerkracht van groep 8 het meest betrouwbaar is voor het juiste vervolgtraject in het voortgezet onderwijs. Het is belangrijk aan het einde van het basisonderwijs een eerste indruk te krijgen van de mogelijkheden van de leerlingen. Dit maakt het mogelijk leerlingen het juiste onderwijsaanbod en de passende begeleiding in het vmbo te geven. Daarom willen we basisscholen informeren en ter ondersteuning een folder advies leerweg aanbieden als hulpmiddel bij de verwijzing van hun leerlingen naar het vmbo. De folder advies leerweg is geen selectie-instrument, maar is bedoeld als ondersteuning bij en ter bevestiging van uw advies voor het vmbo aan een leerling en de ouders. De opbouw van de folder is als volgt: ter inleiding wordt allereerst een beknopt beeld van het vmbo geschetst. daarna volgt de kern van de folder advies leerweg de leerwegprofielen - waarin de leerlingen per leerweg worden getypeerd. tenslotte ontvangt u een eenvoudig instrument ter controle en bevestiging of een door u gegeven advies past bij die betreffende leerling. Tip: De door u ingevulde lijst kan als hulpmiddel gebruikt worden bij het adviesgesprek met de ouders. Pagina 2 van 15

3 De onderbouw en de vmbo-leerwegen op hoofdlijnen In de eerste jaren van het vmbo volgt iedere leerling het algemene programma van de onderbouw. Dit is een breed samengesteld pakket dat voor iedereen gelijk is, met hier en daar een eigen invulling van de school. Aan het einde van het tweede leerjaar wordt definitief voor één van de leerwegen gekozen; in de eerste twee leerjaren van de onderbouw worden door de scholen vormen van streaming toegepast. Het vmbo kent in Zaanstad drie leerwegen. Het gaat erom dat de leerling samen met zijn ouders in de bovenbouw de voor hem/haar juiste leerweg kiest. Welke leerwegen zijn er? Een leerweg is de route in het vmbo die een leerling volgt op weg naar het vervolgonderwijs. De leerwegen zorgen voor een vloeiende overgang naar een vervolgopleiding en bieden een manier van leren aan die het beste bij de leerling past. De leerling kan binnen het Zaanse vmbo in Zaanstad in totaal kiezen uit drie verschillende leerwegen. 1. De theoretische leerweg (TL) Wanneer een leerling nog niet precies weet wat hij wil worden en studeert hij graag, dan is dat iemand, voor wie de keuze voor de theoretische leerweg goed is. De leerling krijgt alleen de theoretische vakken. Na het behalen van dit diploma (TL) kan hij alle kanten op in alle sectoren van het mbo of (met een bepaald vakkenpakket) doorstromen naar het havo. In het mbo stroomt zo iemand door naar de vak- en middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4). Deze leerweg is dus nog niet gericht op een bepaald beroep en is bestemd voor die leerlingen die niet veel moeite hebben met studeren en daar voorlopig nog mee door willen gaan. 2. De kaderberoepsgerichte leerweg (KB) Wil een leerling vooral in de praktijk leren, dan is de kaderberoepsgerichte leerweg voor hem de beste keuze. Ook deze leerweg bereidt de leerling voor op de vak- en middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4) van het mbo. Deze leerweg wordt gekozen als hij vooral kennis wil opdoen door praktisch bezig te zijn. Naast vier theorievakken, krijgt hij een uitgebreid beroepsgericht programma. Hij steekt al snel de handen uit de mouwen in een echte leersituatie. 3. De basisberoepsgerichte leerweg (BB) Als een leerling heel praktisch is ingesteld, is dit de juiste keuze. Ook met deze leerweg kan hij naar het mbo. Hij mag doorstromen naar niveau 2 in het mbo, de basisberoepsopleidingen. Soms krijg de leerling de lessen voor een deel buiten de school, bijvoorbeeld op een stage- of een leerbedrijf. Er is ook nog een speciale route binnen deze leerweg; deze route heet leerwerktraject (LWT). In een LWT wordt de leerling in klas vier en soms ook in klas drie een aantal dagen per week begeleid door een leermeester in een bedrijf. Om ruimte te maken voor de praktijkdagen worden in een LWT minder theorielessen gegeven. In het lesprogramma wordt veel aandacht besteed aan Nederlands, het beroepsgerichte programma en communicatieve- en ICT-vaardigheden. Ook als hij een LWT met succes heeft doorlopen kan hij met het vmbo-diploma BB op zak doorstromen naar niveau 2 in het mbo. Specifieke begeleiding in het VMBO Binnen het vmbo kennen we een extra zorgaanbod voor leerlingen, die om zeer uiteenlopende redenen eindexamen niet zonder meer lijken te halen. Voor deze leerlingen is er het leerwegondersteunend Pagina 3 van 15

4 onderwijs (lwoo). Het is een bepaalde aanpak binnen het vmbo. Die aanpak moet ervoor zorgen dat de leerlingen, zoveel als mogelijk is, ook het diploma vmbo halen. De leerkracht groep 8 geeft op het aanmeldingsformulier aan of de leerling extra zorg nodig heeft. Dit kan voor elke leerling met het advies BB, KB of TL aangegeven worden. Pagina 4 van 15

5 De leerwegprofielen Om u een duidelijker beeld te geven van de leerlingen in de leerwegen zijn er leerwegprofielen ontwikkeld. In een vmbo leerwegprofiel worden de kenmerken van leerlingen beschreven voor zover het functioneren in een school/(leer)situaties betreft. Voor het opstellen van een profiel maken we gebruik van enkele onderdelen die voor alle leerwegen relevant zijn. Voor de bruikbaarheid geven we informatie die functioneel is om een leerling - op basis van een totaalbeeld te herkennen in relatie tot een bepaalde leerweg. Wij gaan hier in op leerwegprofielen voor leerlingen in onderstaande leerwegen. A. De basisberoepsgerichte leerweg (BB-leerweg) Op het eerste blad wordt in een half A4 tje een beeld van de leerling gegeven. Vervolgens wordt op 2 pagina s een instrument weergegeven, waarmee u kunt nagaan of de betreffende leerling past bij de door u geadviseerde leerweg. Wanneer u dit instrument gebruikt, geeft u bij elk item aan in welke mate dat item bij deze leerling herkenbaar is. Scoort de leerling ca. 2/3 van de items in de kolom zeer goed tot goed herkenbaar dan kan de geadviseerde leerweg als passend bij de leerling worden beschouwd. B. De kaderberoepsgerichte leerweg (KB-leerweg) Op het eerste blad wordt in een half A4 tje een beeld van de leerling gegeven. Vervolgens wordt op 2 pagina s een instrument weergegeven, waarmee u kunt nagaan of de betreffende leerling past bij de door u geadviseerde leerweg. Wanneer u dit instrument gebruikt, geeft u bij elk item aan in welke mate dat item bij deze leerling herkenbaar is. Scoort de leerling ca. 2/3 van de items in de kolom zeer goed tot goed herkenbaar dan kan de geadviseerde leerweg als passend bij de leerling worden beschouwd. C. De theoretische leerweg (TL-leerweg) Op het eerste blad wordt in een half A4 tje een beeld van de leerling gegeven. Vervolgens wordt op twee pagina s een instrument weergegeven, waarmee u kunt nagaan of de betreffende leerling past bij de door u geadviseerde leerweg. Wanneer u dit instrument gebruikt, geeft u bij elk item aan in welke mate dat item bij deze leerling herkenbaar is. Scoort de leerling ca. 2/3 van de items in de kolom zeer goed tot goed herkenbaar dan kan de geadviseerde leerweg als passend bij de leerling worden beschouwd. Pagina 5 van 15

6 A. Leerwegprofiel voor BB-leerlingen (basisberoepsgerichte leerweg) De leerling kan het geleerde letterlijk reproduceren. Hij doet dat bijvoorbeeld door uit dezelfde leerstof het belangrijkste op te noemen of op te schrijven, door een soortgelijke opgave of taak te maken. Ook kan hij in eigen woorden het belangrijkste uit de leerstof weergeven. Over het algemeen heeft de leerling een korte spanningsboog. Dat blijkt met name bij de vakken waar hoge(re) eisen worden gesteld aan de cognitieve vaardigheden, met name bij de avo (= algemeen vormende vakken)-vakken. Hij is vooral praktisch georiënteerd. Zijn verbale aanleg is meestal minder sterk ontwikkeld. Zijn praktische intelligentie (ruimtelijk inzicht, toepassing van praktische vaardigheden) daarentegen is vaak goed ontwikkeld. De leerling is gevoelig voor de manier van omgang met de leraar. Hij reageert zeer persoongebonden. Hij heeft behoefte aan structuur en duidelijke regels. Een pedagogische aanpak van de docent is voor hem belangrijk. Als deze leerling overzichtelijke opdrachten krijgt en hem een duidelijke stappenplan gegeven wordt, kan hij individueel werken. Ondersteuning bij het uitvoeren van opdrachten is bijna altijd nodig. Op het terrein van taalvaardigheden, met name leesvaardigheden (begrijpend en studerend lezen) vertoont de leerling vaak tekorten. Hij heeft moeite met het zelfstandig lezen van teksten uit schoolboeken. Ook is zijn woordenschat vaak beperkt. Hij vindt het vaak lastig eenvoudige rekenbewerkingen te maken. Hij zal in eenvoudige informatiebronnen gegevens kunnen opzoeken en overnemen, zij het met een duidelijke instructie die daaraan gekoppeld is. Elementaire kennis van het Engels is er, evenals vaardigheden op het gebied van basaal computergebruik. Om na het vmbo succesvol te kunnen functioneren in het mbo wordt de leerling in staat geacht de volgende beroepsvaardigheden te gaan beheersen: Verantwoordelijkheid: Complexiteit: Transfer: eenvoudige werkzaamheden kunnen uitvoeren; meehelpen met. toepassen van routines en standaardprocedures. contextgebonden kennis, eenvoudige beroepsgerichte kennis en vaardigheden. Pagina 6 van 15

7 Zeer goed tot goed Soms wel, soms niet Slecht tot niet BB herkenbaar vmbo - leerling basisberoepsgerichte leerweg, wordt gekenmerkt door: 1 De leerling kan het geleerde letterlijk reproduceren. Hij doet dat bijvoorbeeld door uit dezelfde leerstof het belangrijkste op te noemen of op te schrijven, door een soortgelijke opgave of taak te maken. 2 De leerling kan in eigen woorden het belangrijkste uit de leerstof weergeven. 3 De leerling heeft een korte spanningsboog. Vooral blijkt deze concentratiezwakte bij de vakken waar hoge(re) eisen worden gesteld (de algemeen vormende - vakken). 4 De leerling levert vaak slordig werk af. De slordigheid is meestal het gevolg van onmacht. 5 De leerling is vooral praktisch ingesteld. Zijn praktische intelligentie (toepassing van praktische vaardigheden en ook ruimtelijk inzicht) is vaak goed ontwikkeld. 6 De leerling wil buitenschool graag ergens werken. 7 De leerling oefent het geleerde met ezelsbruggetjes of met stappenplannetjes om zo het geleerde er toch in te krijgen 8 De leerling kan zich verbaal niet goed uitdrukken. 9 De leerling maakt regelmatig een passieve indruk bij het leren. Hij toont zich weinig leergierig; laat weinig initiatief bij leeractiviteiten zien. Dit gedrag lijkt voort te komen uit onzekerheid en faalangst; hij wil liever geen fouten maken. 10 De leerling is erg leraarafhankelijk; hij is gevoelig voor de manier van omgaan met de leraar. 11 De leerling heeft behoefte aan structuur en duidelijke regels. Een heldere pedagogische aanpak van de docent is voor hem belangrijk. 12 De leerling kan individueel goed werken, als hij overzichtelijke opdrachten krijgt aangeboden en daarbij een helder stappenplan krijgt aangereikt. 13 Meerdere opdrachten tegelijk kan hij niet overzien. Meervoudige opdrachten, samengestelde zinnen en sommen worden slecht begrepen. 14 De leerling heeft hiaten in de kennis bij een of meerdere vakken. 15 In een bekende en vertrouwde omgeving is de leerling rustig en gezellig. In een minder vertrouwde omgeving kan hij zich verschuilen of overdreven aandacht vragen. 16 De leerling vertoont op het gebied van de talige vaardigheden (m.n. bij begrijpend en technisch lezen) flinke tekorten. De leerling heeft moeite met het zelfstandig lezen van teksten uit schoolboeken. 17 Wanneer de leerling iets actiefs moet doen, of wanneer hij een duidelijk concrete opdracht krijgt, levert hij de meeste energie/motivatie. 18 De leerling beschikt over een beperkte woordenschat. 19 Bij het werken in groepen heeft hij de neiging zich te verschuilen. Functioneert erg afwachtend. Bij groepswerk met een taakverdeling houdt hij zich strikt aan zijn taak, doet weinig extra. 20 De leerling vindt het lastig om eenvoudige rekenbewerkingen uit te voeren. Pagina 7 van 15 herkenbaar

8 Zeer goed tot goed Soms wel, soms niet Slecht tot niet vmbo - leerling basisberoepsgerichte leerweg, wordt gekenmerkt door: 21 De leerling heeft een duidelijk beroepsbeeld. 22 De leerling kan met een duidelijke instructie - in eenvoudige informatiebronnen (b.v. radiogids, woordenboek, encyclopedie, telefoonboek) gegevens opzoeken en overnemen. 23 De leerling doet vaak aan sport in clubverband; hij heeft dan ook zelden een huishobby (m.u.v. computeren). 24 De leerling kan een computer op eenvoudige wijze gebruiken. 25 De leerling beschikt over elementaire kennis van het Engels. 26 De leerling kan eenvoudige werkzaamheden uitvoeren; hij werkt graag met iemand mee. Hij is in staat routinewerk uit te voeren. 27 De leerling leert vooral door het te doen. 28 De leerling is regelmatig onzeker; denkt vaak ik kan dat toch niet ; dat laat hij vaak in houding en gedrag merken. 29 De leerling werkt het beste in een rustige, gemoedelijke werkomgeving, waarin zo min mogelijk onverwachte zaken gebeuren. Hij kan moeilijk onder tijdsdruk werken. 30 De leerling heeft behoefte aan directe feedback op zijn prestaties, het liefst nog tijdens het uitvoeren van een opdracht. 31 De leerling wil er bij leeftijdsgenoten graag bij horen, maar valt niet graag op. 32 De leerling is gauw tevreden met zijn werk. 33 Huiswerk wordt doorgaans, met pijn en moeite, wel gemaakt. De taak moet dan wel heel duidelijk uitgelegd worden, zodat hij weet wat hij moet doen. Verder moet het huiswerk worden nabesproken; anders wordt het huiswerk vergeten. 34 De leerling wil graag iets doen, als er geld mee te verdienen is. Een bijbaantje buiten schooltijd is belangrijk voor hem. 35 Alle leerstof wordt door de leerling als even belangrijk geleerd. Hoofd- en bijzaken kunnen niet goed onderscheiden worden. Hij kan niet zelfstandig de kern uit de lesstof halen. 36 De leerling kan het eerder geleerde niet of nauwelijks toepassen in een nieuwe of veranderende situatie. 37 Door veel oefenen maakt de leerling zich de stof op den duur eigen. 38 De leerling heeft gevoel voor gereedschap en materiaal. 39 Er zijn geen grote problemen op sociaal-emotioneel gebied geconstateerd. 40 De leerling stelt zich soms niet sociaal wenselijk op. Totalen: het aantal keren dat in deze kolom is gescoord. Pagina 8 van 15

9 B. Leerwegprofiel KB-leerling (kaderberoepsgerichte leerweg) De leerling kan het geleerde reproduceren door uit de leerstof het belangrijkste op te noemen of op te schrijven of door een soortgelijke opgave of taak te maken. Tevens kan hij het geleerde op zijn eigen manier weergeven bijvoorbeeld door het in eigen woorden te zeggen, door het samen te vatten of door de grote lijn te schetsen. Ook kan hij het geleerde in een nieuwe situatie toepassen bijvoorbeeld door het gebruiken van gegevens in een nieuw (bouw)ontwerp of in een verslag van een practicum of een test of een werktekening. Over het algemeen kan de leerling zich in vergelijking met een BL-leerling - gedurende wat langere tijd op een instructie, opdracht of taak concentreren bij die vakken die hoge(re) eisen stellen aan cognitieve vaardigheden, met name de algemeen vormende vakken. Hij beschikt over een praktische intelligentie (ruimtelijk inzicht, toepassing van praktische vaardigheden), nodig om in een beroepsgerichte opleiding te kunnen functioneren. Met enige zelfdiscipline kan hij zich ook inzetten voor vakken die hem minder interesseren. Voor zijn manier van leren is het van belang dat hem structuur en duidelijke regels gegeven worden in de onderwijsleersituatie. Binnen de kaders van duidelijke opdrachten kan hij zelfstandig werken. Hij heeft baat bij heldere leerstrategieën, maar kan ook op zoek gaan naar een eigen strategie om een leerprobleem op te lossen, bijvoorbeeld eigen aantekeningen maken, schematiseren en verbanden leggen. De leerling beheerst elementaire taalvaardigheden zoals begrijpend en studerend lezen van teksten uit schoolboeken op zijn niveau en het schrijven van (werk)verslagen. Hij kan rekenvaardigheden toepassen, zoals hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten en schatten. Hij kan omgaan met informatiebronnen die hij nodig heeft voor zijn schoolwerk, dat wil zeggen dat hij in die gegevensbestanden op de juiste wijze kan zoeken en dat hij de gegevens kan ordenen. Hij beschikt over basale kennis van het Engels en kan die kennis toepassen. Hij kan omgaan met de computer. Om na het vmbo succesvol te kunnen functioneren in het mbo wordt de leerling in staat geacht de volgende beroepsvaardigheden te gaan beheersen: Verantwoordelijkheid: Complexiteit: Transfer: opstellen werkplan, zelfstandig uitvoeren en evalueren. Werkbegeleiding geven. werken volgens routines, standaardprocedures en gecombineerde standaardprocedures kunnen uitvoeren. beschikken over beroepsgerichte kennis en vaardigheden, contextgebonden vaardigheden. Pagina 9 van 15

10 Zeer goed tot goed Soms wel, soms niet Slecht tot niet KB herkenbaar vmbo - leerling kaderberoepsgerichte leerweg, wordt gekenmerkt door: 1 De leerling kan uit de leerstof de belangrijkste zaken opnoemen of opschrijven. Zij kan het geleerde op een eigen manier (met eigen woorden, samenvattend, grote lijn aangeven) weergeven. 2 De leerling kan het geleerde in een nieuwe situatie toepassen. 3 De leerling wil goede punten halen voor de belangrijke vakken; zij wil en kan daar ook fanatiek voor werken. 4 De leerling kan zich gedurende langere tijd (20 min.) concentreren op een instructie of opdracht, ook bij die vakken, die hogere eisen stellen aan cognitieve vaardigheden (b.v. bij de AVO-vakken) 5 De leerling beschikt over praktische intelligentie (ruimtelijk inzicht, toepassing van praktische vaardigheden) om in een beroepsgerichte opleiding te kunnen functioneren. 6 De leerling gelooft in zichzelf, in eigen kunnen. Zij is een volhouder. 7 De leerling is in staat zich ook voor minder leuke vakken en zaken te interesseren en in te zetten. 8 Zij staat open voor de inbreng van anderen. 9 De leerling kan op een goede manier zelfstandig werken, mits er een duidelijke opdracht is. 10 De leerling is gebaat bij heldere leerstrategieën (aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen), maar kan ook zelf naar eigen strategieën op zoek gaan. 11 De leerling is taakgericht bij taken die ze kan overzien. 12 De leerling is in staat een (werk)verslag te maken, kan de tekst uit schoolboeken passend bij haar niveau - zelfstandig bestuderen en begrijpen. 13 De leerling kan verschillende informatiebronnen gebruiken en inzetten voor haar schoolwerk; zij is in staat gegevens te zoeken en te ordenen. 14 De leerling beschikt over basale kennis van het Engels en kan deze kennis ook toepassen. 15 De leerling kan gebruik maken van/omgaan met de computer. Voor haar schoolwerk kan zij gebruikmaken van een tekstverwerkingsprogramma. 16 De leerling kan de eigen mening formuleren, een standpunt innemen en verdedigen. 17 De leerling beheerst de hoofdbewerkingen bij rekenen; tevens past zij vaardigheden als meten, schatten en hoofdrekenen toe. 18 De leerling is in staat een werkplanning voor een opgegeven taak op te stellen en die ook uit te voeren. 19 De leerling kan werken met schriftelijke opdrachten, mits de opdrachten steeds kort en duidelijk zijn. Met open opdrachten is zij minder goed; zij vraagt dan vaak naar het doel en het nut van de opdracht. 20 De leerling kan de verantwoordelijkheid voor haar taak nemen. Pagina 10 van 15

11 Zeer goed tot goed Soms wel, soms niet Slecht tot niet herkenbaar vmbo - leerling kaderberoepsgerichte leerweg, wordt gekenmerkt door: 21 De leerling heeft behoefte aan feedback, zij is in staat tot zelfreflectie. 22 De leerling heeft in de onderwijsleersituatie veel baat bij rust en structuur. 23 De leerling kan goed samenwerken. 24 De leerling kan goed voor zichzelf opkomen. 25 Wanneer de leerling een duidelijk concreet resultaat voor ogen heeft, vertoont zij meestal gemotiveerd gedrag. 26 De leerling heeft erg veel baat bij duidelijke uitleg en instructie. 27 De leerling kan niet lang aan eenzelfde taak werken. 28 De leerling kan verbanden tussen oorzaak en gevolg leggen en herkennen. 29 De leerling voert te gemakkelijke taken niet graag uit; ze werkt dan snel en slordig. 30 De leerling kan, samen met anderen, aan een voor-gestructureerde taak werken. 31 De leerling wil vooruitkomen, wil iets bereiken. Zij weet precies wat ze wil. 32 De vrije tijd van de leerling is goed gevuld met vrienden, activiteiten en hobby s. Zaken die zij in de vrije tijd doet zijn vaak onderwerpen van gesprek op school. 33 Huiswerk is geen probleem. Zij weet wat ze moet doen en hoe ze het moet maken, vooral als er een cijfer voor gegeven wordt. 34 De leerling is in staat de juiste hulpvragen te stellen. 35 In een betoog kan zij feiten, meningen en vooroordelen onderscheiden. 36 De leerling kan voorspellen wat het effect is van haar handelen of keuzes; hoe iets zal aflopen. Zij kan dus anticiperen. 37 Nadat een probleem is opgelost, kan de leerling aangeven hoe zij tot de oplossing is gekomen. Totalen: het aantal keren dat in deze kolom is gescoord. Pagina 11 van 15

12 C. Leerwegprofiel TL- leerling (theoretische leerweg) De leerling kan het geleerde reproduceren door uit de leerstof het belangrijkste op te noemen of op te schrijven of door een soortgelijke opgave of taak te maken en hij kan het geleerde op zijn eigen manier weergeven. Ook kan hij het geleerde in een nieuwe situatie toepassen. De leerling is in staat ook op een andere manier gebruik te maken van het geleerde: hij kan het geleerde in een open situatie gebruiken. Dat wil zeggen, in een onbekende situatie of binnen een geheel nieuw probleem het geleerde (feiten, regels en vaardigheden) in verband gebruiken. Bijvoorbeeld door een probleem op te lossen met gebruikmaking van gegevens, door een besluit te nemen op basis van feiten en argumenten. Het gaat om zinvolle selectie van gegevens, ontwerpen, iets uitvinden, een plan maken om uit te testen, iets ontwikkelen, etc. De leerling kan zich zonder veel problemen langere tijd op een instructie, opdracht of taak concentreren bij die vakken die hogere eisen stellen aan cognitieve vaardigheden. Hij is in staat zich te zetten voor vakken die hem minder interesseren. Binnen de kaders van duidelijke opdrachten kan hij zelfstandig werken. Hij heeft baat bij heldere leerstrategieën, maar kan ook eigen strategieën vinden en gebruiken om een leerprobleem op te lossen, bijvoorbeeld aantekeningen maken, schematiseren en verbanden leggen. Hij gebruikt strategieën voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke informatie. Hij is in staat een planning te maken voor zijn werk. De leerling kan begrijpend en studerend lezen zowel ten aanzien van teksten uit schoolboeken als teksten uit andere bronnen. Hij is in staat (werk)verslagen te schrijven en een (sector)werkstuk te maken. Hij kan informatie in verschillende gegevensbestanden opzoeken, selecteren, verzamelen en ordenen. Hij kan rekenvaardigheden toepassen, zoals hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten en schatten. Hij beheerst het Engels (elementaire spreekvaardigheid, teksten lezen en beluisteren) en beheerst computervaardigheden. Om na het vmbo succesvol te kunnen functioneren in het mbo wordt de leerling in staat geacht de volgende beroepsvaardigheden te gaan beheersen: Verantwoordelijkheid: Complexiteit: Transfer: zelfstandig plannen van activiteiten, werkzaamheden; verantwoordelijk werkbegeleiding aan starters geven. snel inzicht en overzicht hebben, plannen volgens standaardprocedures. beschikken over beroepsspecifieke kennis/vaardigheden en beroepsonafhankelijke kennis en vaardigheden. Pagina 12 van 15

13 Zeer goed tot goed Soms wel, soms niet Slecht tot niet TL herkenbaar vmbo - leerling theoretische leerweg, wordt gekenmerkt door: 1 De leerling kan het geleerde reproduceren door uit de leerstof het belangrijkste op te noemen of op te schrijven of door een soortgelijke opgave of taak te maken en hij kan het geleerde op eigen manier weergeven. 2 De leerling kan het geleerde in een nieuwe, onbekende situatie toepassen. Hij is in staat het geleerde (feiten, regels en vaardigheden) in verband te gebruiken. 3 De leerling kan zich langere tijd (20 min.) op een instructie, opdracht of taak concentreren, bij vakken die hogere eisen stellen aan cognitieve vaardigheden. Het werktempo is nauwelijks afhankelijk van allerlei storingen. 4 De leerling kan zich ook voldoende inzetten voor vakken die hem minder interesseren. 5 De leerling kan zelfstandig werken binnen de kaders van een duidelijke opdracht. 6 De leerling is gebaat bij heldere leerstrategieën (aantekeningen maken, schematiseren, verbanden leggen), maar kan ook zelf naar eigen strategieën op zoek gaan. 7 De leerling gebruikt voor het begrijpen van mondelinge en schriftelijke informatie strategieën. 8 De leerling is in staat om een werkplanning voor een opgegeven taak op te stellen en die ook uit te voeren 9 De leerling kan begrijpend en studerend lezen zowel ten aanzien van teksten uit schoolboeken als teksten uit andere bronnen. 10 Meervoudige opdrachten, samengestelde sommen, worden na uitleg door de leerling zonder meer begrepen. 11 De leerling heeft niet zoveel plezier in taken waar allerlei doe-elementen in zitten. 12 De leerling is in staat een (werk)verslag te schrijven, een (sector) werkstuk te maken. 13 De leerling kan informatie in verschillende gegevensbestanden opzoeken, selecteren, verzamelen en ordenen. 14 De leerling beheerst de hoofdbewerkingen bij rekenen; tevens past hij vaardigheden als meten, schatten en hoofdrekenen toe. 15 De leerling heeft een leergierige, bijna onderzoekende houding; kan een probleem signaleren, er over nadenken en een manier zoeken om het aan te pakken. 16 De leerling beheerst het Engels (elementaire spreekvaardigheid, teksten lezen en beluisteren). 17 De leerling kan gebruik maken van/omgaan met de computer. Voor zijn schoolwerk kan hij gebruikmaken van een tekstverwerkingsprogramma. 18 De leerling kan activiteiten zelfstandig plannen. 19 Buiten school heeft de leerling een beperkt aantal vrienden, waarmee hij zich, het liefst passief, vermaakt. 20 De leerling weet wat zijn doel is en wat er voor nodig is om dat doel te bereiken. Pagina 13 van 15

14 Zeer goed tot goed Soms wel, soms niet Slecht tot niet herkenbaar vmbo - leerling theoretische leerweg, wordt gekenmerkt door: 21 De leerling kan gestructureerd werken, oriënteert zich op een vraagstelling, stelt zichzelf vragen en gaat er planmatig mee aan de slag. 22 De leerling voelt zich verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag en aangegane verplichtingen. 23 De leerling heeft een positieve houding naar school; hij wil werken, uitgedaagd worden en heeft aspiraties. 24 De leerling maakt graag gebruik van communicatiemedia, hij surft graag op internet. 25 De leerling heeft minder mogelijkheden tot samenwerken en overleg. Hij is vaak wat minder handig. 26 De leerling heeft een positief zelfbeeld. De leerling heeft durf en zelfvertrouwen; hij durft voor de ander op te komen. 27 De leerling zal het liefst niets vragen, behalve dan of het iets meer mag zijn of anders aangepakt mag worden. Hij zoekt de zaken het liefst zelf uit. 28 De leerling beschikt over een redelijk tot goed IQ en een normale sociaal emotionele intelligentie. 29 De leerling is redelijk taalvaardig; kan verslag uitbrengen; samenvatten in eigen woorden; iets uitleggen, informatie overdragen. 30 De leerling kan uit een boek leren. 31 De leerling kan nadenken over het eigen leerproces, de resultaten daarvan in relatie brengen met zijn manier van leren. 32 Globale opdrachten en het zelf uitzoeken van hoe en wat; dat soort taken vindt deze leerling het leukst. 33 De leerling kan hoofd- en bijzaken in de stof onderscheiden. 34 De leerling kan omgaan met symbolen en regels; dit wordt vaak herkenbaar bij grammatica, spelling en rekenen. 35 Huiswerk is geen probleem; vindt het wel leuk om te doen; hoewel het huiswerk vaak op school al af is; hij heeft het even tussendoor gedaan. Totalen: het aantal keren dat in deze kolom is gescoord. Pagina 14 van 15

15 Overzicht van advies leerweg School:. Docent:. No Voornaam/ Mijn beeld Ingevulde Totaalscore Totaalscore Totaalscore De lijst bevestigt naam leerling vooraf: lijst versie Kolom 1 Kolom 2 Kolom 3 wel/niet mijn beeld van de leerling TL / KB / BB TL / KB / BB Pagina 15 van 15