Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Derde fase EMU Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 december Inleiding en overzicht van ontwikkelingen op hoofdlijnen 1.1. Overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen Dit jaar is een stevig fundament gelegd voor de invoering van de chartale euro in Nederland. De eerste maanden van 2000 stonden in het teken van het finaliseren van het scenario voor de chartale omwisseling. Begin april dit jaar is het definitieve scenario vastgesteld en goedgekeurd door het ministerie van Financiën. In mei is de bijbehorende veiligheidsanalyse door De Nederlandsche Bank (DNB) opgeleverd, die na consultatie van de voor dit terrein verantwoordelijke departementen eveneens door Financiën is goedgekeurd. In de daarop volgende maanden zijn de deelprojecten door DNB, in nauw overleg met de betrokken partijen, verder ingevuld en zijn waar nodig contracten gesloten. Deze invulling betreft onder meer het waardetransport voor de bevoorrading van het bankwezen en het grootwinkelbedrijf met bankbiljetten en munten, alsmede de bevoorrading van toonbankinstellingen met munten (fijndistributie). Belangrijke voortgang is ook geboekt bij het in kaart brengen van de wisselgeldbehoefte bij de detailhandel en andere toonbankinstellingen begin Een aantal maatregelen is genomen om deze wisselgeldbehoefte zo veel mogelijk te beperken. Zo zullen de gelduitgifteautomaten van de banken vanaf 1 januari 2002 vooral kleine denominaties eurobiljetten uitgeven (in alle gevallen ook 10 euro en veelal ook 5 euro biljetten). Eind 2001 worden vooral nog kleine denominaties guldenbiljetten (25 gulden) gedistribueerd. Daarnaast zal het publiek al vanaf 17 december 2001 pakketjes met euromunten kunnen aanschaffen. Doelstelling blijft een snelle omschakeling van gulden naar euro, waarbij na twee weken nagenoeg alle transacties in euro plaats zullen vinden. Daarvoor is het cruciaal dat het publiek snel beschikt over voldoende euromunten en -biljetten in kleine coupures, zodat in winkels zoveel mogelijk gepast kan worden betaald. Aan de andere kant levert de detail- KST50296 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2000 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 1

2 handel zelf een belangrijke bijdrage aan een snelle invoering door vanaf 1 januari alleen nog maar wisselgeld in euro terug te geven. Het publiek kan tot 28 januari evenwel nog met guldens terecht bij de winkels en nog tot 1 april bij de eigen bank voor het kosteloos omwisselen danwel afstorten van guldens. De banken zullen ook zorgen voor extra openingsuren. In de voorlichtingscampagne van het Nationaal Forum voor de introductie van de euro (NFE) zal het publiek worden aangemoedigd om vooral van deze bancaire faciliteit gebruik te maken. Door de banken is ook aangeboden om voor kleinere toonbankinstellingen een nul-tarief in rekening te brengen voor het afstorten van guldenbiljetten in de eerste kalenderweek van januari Dit is een belangrijke tegemoetkoming, aangezien de toonbankinstellingen in deze periode meer guldenbiljetten zullen afstorten dan normaal. De Europese context blijft voor een aantal elementen van het scenario van groot belang. Wat betreft de vroegtijdige beschikbaarheid van munten is in de verklaring van de Ecofinraad van 8 november 1999 de mogelijkheid geopend om het publiek vanaf half december 2001 reeds op beperkte schaal kennis te laten maken met euromunten. Dit is in Nederland in tweeërlei vorm uitgewerkt. Het kabinet heeft besloten half december 2001 aan alle ingezetenen van zes jaar en ouder de mogelijkheid te bieden tegen inlevering van een waardebon een gratis set met euromunten te verkrijgen ter gewenning aan de nieuwe munt. Daarnaast zullen er tegelijkertijd consumentenpakketten met euromunten ter waarde van f 25, te koop worden aangeboden door banken en toonbankinstellingen. Het publiek kan er ook voor kiezen de waardebon te gebruiken voor het verkrijgen van korting op een consumentenpakket. Zowel de consumentenpakketten als de kleine coupures uit de geldautomaten zorgen voor een vermindering van de wisselgeldproblematiek voor winkeliers. De ECB heeft al eerder (in 1999) aangegeven van oordeel te zijn dat verspreiding van eurobankbiljetten aan het publiek voor 1 januari 2002 niet is toegestaan. In de informele Ecofinraad van 9 september in Versailles was er geen steun voor het Belgische voorstel om de ECB te verzoeken op dit punt haar standpunt te herzien Recente informatievoorziening aan de Tweede Kamer over de euro In december 1999 is aan de Tweede Kamer een tweetal voortgangsrapportages verzonden over belangrijke onderdelen van de voorbereidingen op de chartale introductie van de euro. Deze rapportages betroffen respectievelijk de organisatie van de chartale omwisseling en de voorlichtingscampagne, die wordt gevoerd onder de vlag van het NFE. In mei/ juni 2000 heeft de Tweede Kamer een tweetal brieven ontvangen inzake de gratis publiekssets met euromunten. Over de voorbereidingen van het Rijk, de zbo s en de mede-overheden is verslag gedaan in respectievelijk de zesde en de zevende voortgangsrapportage «Euro en overheid» (in januari, respectievelijk juli van dit jaar) 1. De achtste voortgangsrapportage «Euro en overheid» zal in januari 2001 aan de Kamer worden gezonden. Voorts is de Tweede Kamer het afgelopen jaar enkele malen geïnformeerd naar aanleiding van mondelinge en schriftelijke vragen, en in verslagen van Europese bijeenkomsten over enkele bijzondere onderwerpen betreffende de euro Indeling van deze rapportage 1 Zie voor de in deze alinea genoemde stukken Tweede Kamer vergaderjaar Kamerstuk , respectievelijk nrs. 37, 36, 41, 42, 38 en 45. De voorliggende voortgangsrapportage betreft de chartale omwisseling en de voorlichtingscampagne van het Nationaal Forum. Daarbij wordt Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 2

3 uiteraard ook aandacht besteed aan de wijze waarop de voorbereidingen binnen de samenleving worden opgepakt. Hierboven (in paragraaf 1.1) is reeds een overzicht in vogelvlucht gegeven van de ontwikkelingen die zich sinds de vorige voortgangsrapportage hebben voorgedaan op het gebied van de chartale omwisseling. In paragraaf 2 wordt de organisatie van het omwisselingsscenario gerecapituleerd, die in de vorige rapportage al uitgebreider is beschreven. Vervolgens wordt op hoofdlijnen het distributiescenario geschetst zoals dat in Nederland zal worden uitgevoerd. In paragraaf 3 wordt een nadere toelichting gegeven op de afzonderlijke elementen van het distributiescenario. In paragraaf 4 worden enkele gerelateerde onderwerpen besproken, zoals de veiligheidsaspecten van de chartale omwisseling en de aanpassing van betaalautomaten. In paragraaf 5 wordt het Nederlandse scenario vergeleken met de plannen voor de omschakeling elders in Europa; een meer specifieke vergelijking met andere landen is te vinden in bijlage 1. Paragraaf 6 is gewijd aan de voorlichtingscampagne van het NFE. Ingegaan wordt op zaken als de kennis, houding en voorbereidingen in de samenleving ten opzichte van de euro, alsmede op de doelgroepen en instrumenten die in de voorlichtingscampagne van het NFE worden onderscheiden; een uitgebreide beschrijving van de ingezette instrumenten is te vinden in bijlage 2. In paragraaf 7 wordt ingegaan op de toekomstige activiteiten van de bij het distributiescenario betrokken partijen, en op de voor 2001 geplande voorlichtingscampagne. 2. Organisatie en hoofdlijnen van het omwisselscenario 2.1. Organisatie van de chartale omwisseling Binnen de ministerraad is de minister van Financiën aangewezen als coördinerend minister voor de invoering van de euro. Op specifieke terreinen vindt overleg plaats met betrokken andere ministeries. Ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering van de chartale omwisseling is er een uitvoeringsovereenkomst gesloten tussen het ministerie van Financiën en DNB. Hierin is afgesproken dat DNB een coördinerende rol zal vervullen ten aanzien van (a) de opslag en distributie van euromunten, (b) de productie, opslag en distributie van eurobankbiljetten en (c) de inname van guldenmunten en -biljetten. Daartoe is binnen DNB een projectbureau ingesteld: het Bureau Euro Omwisseling. Ieder kwartaal wordt door DNB gerapporteerd over de voortgang van het project. De omvang van de projectkosten bedraagt f 305 mln voor de periode , inclusief de huur en beheerskosten van het Opslag- en Distributiecentrum (ODC) in Lelystad en inclusief een bedrag van f 125 mln ten behoeve van de prestatiegerelateerde vergoeding voor de inname van guldenmunten (zie paragraaf 3.4). Het Nationaal Forum voor de introductie van de euro heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de kaders van het scenario voor de chartale omwisseling. Ook de verdere uitvoering hiervan komt aan de orde in de bijeenkomsten van het NFE (waar de chartale omwisseling een vast agendapunt vormt) en zijn werkgroepen. Daarnaast zijn er door DNB een werkgroep en een klankbordgroep ingesteld ten behoeve van het Bureau Euro Omwisseling. Hierin zijn de maatschappelijke partijen vertegenwoordigd die een directe rol vervullen bij de chartale omwisseling (zoals banken, detailhandel, Consumentenbond en waardevervoerders) Hoofdpunten omwisselscenario Het goedgekeurde omwisselscenario voor de introductie van de chartale euro kan puntsgewijs als volgt worden samengevat. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 3

4 De chartale omwisseling betreft het in circulatie brengen van 2,8 miljard euromunten en 360 miljoen eurobankbiljetten, alsmede het uit circulatie halen van 3 miljard guldenmunten en 380 miljoen guldenbankbiljetten. Het logistieke knooppunt voor de munten is het ODC in Lelystad. Voor de bankbiljetten zijn dit het hoofdkantoor en de agentschappen van DNB. Vanaf 1 januari 2002 is de euro wettig betaalmiddel in Nederland en de overige elf Europese landen waar de euro wordt ingevoerd. In Nederland zal de gulden nog tot 28 januari 0.00 uur wettig betaalmiddel zijn. De feitelijke omschakeling zal nog sneller worden voltooid; doel is dat binnen één week 75% en na twee weken 90% van de contante betalingen in euro plaatsvindt. Nederland heeft hiermee de kortste duale fase en waarschijnlijk ook de kortste feitelijke omschakelingsperiode van alle deelnemende landen. Dit wordt mede gerealiseerd doordat toonbankinstellingen vanaf 1 januari 2002 in beginsel alleen euro s als wisselgeld zullen teruggeven. Banken en winkels zullen al vóór 1 januari 2002 worden bevoorraad met euro s, uiteraard onder de voorwaarde dat zij deze nog niet zullen gebruiken in transacties met het publiek. Er zijn twee kanalen voor distributie van euro s naar het bedrijfsleven. Ten eerste het waardevervoer dat de banken en grote toonbankinstellingen die daar nu al klant zijn zal bevoorraden met euromunten en -biljetten. De overige toonbankinstellingen zullen van de door hen gewenste hoeveelheid euromunten gratis worden voorzien via het tweede kanaal, namelijk het in Europa unieke netwerk van de fijndistributie. Eurobiljetten kunnen door deze toonbankinstellingen evenals thans het geval is met guldenbiljetten bij hun locale bank worden verkregen. Via de kanalen van waardevervoer en fijndistributie zal eveneens worden gezorgd voor het afvoeren van guldenmunten naar het ODC in Lelystad. Banken en toonbankinstellingen kunnen in aanmerking komen voor een prestatiegerelateerde vergoeding voor de door hen ingeleverde hoeveelheid guldenmunten. Uitgaande van 3 miljard munten is hiervoor f 125 mln beschikbaar; afhankelijk van het aantal guldenmunten dat terugkeert kan dit bedrag hoger of lager uitvallen. Het publiek kan eurobiljetten verkrijgen via de geldautomaten. Deze zullen vanaf 1 januari uur alleen nog euro s uitgeven, waarbij ook kleine coupures ( 10 en deels ook 5) zullen worden verstrekt. Het publiek kan eind december al in het bezit komen van euromunten door middel van de gratis publieksset met alle acht euromunten en van de consumentenpakketten ter waarde van f 25,. Tot 1 april 2002 kan het publiek bij de eigen bank gratis guldenmunten en -biljetten afstorten danwel omwisselen voor euro s. Daarna tot 1 januari 2003 kan men ook nog bij de banken terecht, maar is er mogelijk een tarief verschuldigd. Guldenmunten kunnen tot 1 januari 2007 gratis bij DNB worden ingewisseld, guldenbiljetten zelfs tot 1 januari 2032 (op dezelfde wijze zoals nu ook al mogelijk is voor het inleveren van ingetrokken guldenbiljetten bij DNB). 3. Nadere toelichting op afzonderlijke elementen van het scenario 3.1. Productie van munten en biljetten De muntcirculatie behoort op basis van het EG-Verdrag (art. 106 lid 2) en de Muntwet tot de verantwoordelijkheid van de minister van Financiën. De productie van euromunten is in november 1998 geregeld in een contract tussen het ministerie van Financiën en de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM). Het contract voorziet in de productie van 2,8 miljard euromunten in acht verschillende denominaties, met een optie dit aantal te verhogen tot 3,3 miljard. Over het feitelijke verloop van de productie Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 4

5 wordt maandelijks gerapporteerd aan Financiën. De stand per ultimo oktober 2000 is dat zich inmiddels een hoeveelheid van 1,6 miljard munten in het ODC bevindt. Daarmee ligt de productie grosso modo op schema, met uitzondering van de 2 munten. Deze zijn technisch het meest gecompliceerd om te vervaardigen vanwege de combinatie van de twee verschillende metalen (legeringen van cupro nickel en nickel brass) en het randschrift. KNM heeft besloten een deel van de productie van 2 munten uit te besteden aan de Birmingham Mint in het Verenigd Koninkrijk. Ook andere landen (o.a. België, Frankrijk en Duitsland) hebben inmiddels besloten een deel van de muntproductie in het Verenigd Koninkrijk te laten uitvoeren. Omdat de muntproductie op verschillende locaties in Europa plaatsvindt zijn er aanvullende garanties nodig om te verzekeren dat de euromunten zonder problemen te gebruiken zijn in alle deelnemende landen. Zowel voor het toonbankverkeer als voor de acceptatie in automaten dienen de munten immers onderling uitwisselbaar te zijn. Daarom zijn er in Europees verband scherpe afspraken gemaakt over de technische specificaties en toleranties. Deze afspraken zijn uitgebreider en strakker dan de normen die worden gehanteerd voor de verschillende nationale munten, waaronder de gulden. Er zijn in Europa zes testcentra waar de producenten hun productie zelf kunnen laten controleren, waaronder één bij KNM in Utrecht. De ECB ziet daarnaast toe op de kwaliteit van de in de verschillende Europese landen vervaardigde munten. KNM heeft aangegeven dat toetsing door de ECB uitwees dat de Nederlandse productie volledig binnen de gestelde technische specificaties viel. Ook voor de andere landen geldt dat er vooralsnog geen sprake is van problemen die de acceptatie van euromunten in de weg staan. De productie van biljetten behoort op grond van artikel 106 lid 1 van het EG-Verdrag tot de verantwoordelijkheid van de ECB. Voor Nederland bepaalt artikel 3 van de Bankwet 1998 dat DNB ter uitvoering van het Verdrag in het kader van het Europese Stelsel van Centrale Banken bijdraagt aan het verzorgen van de geldomloop voor zover deze uit bankbiljetten bestaat. DNB is op grond van artikel 6 van de Bankwet 1998 bevoegd tot het uitgeven van biljetten. De productie van eurobankbiljetten vindt wat Nederland betreft plaats bij Joh. Enschede in Haarlem. In Nederland zullen in totaal ruim 600 miljoen eurobiljetten worden gedrukt. Voor heel de eurozone gaat het om een aantal van 14,5 miljard coupures met een totale waarde van 616 miljard. Daarvan zullen initieel 10 miljard biljetten in omloop worden gebracht, waarvan 360 miljoen in Nederland. Medio oktober 2000 waren er in Nederland 400 mln bankbiljetten gedrukt, waarvan er 35 miljoen alle productieprocessen inclusief verpakken hadden doorlopen. De voor de initiële distributie benodigde hoeveelheid zal uiterlijk per september 2001 gereed zijn. Over heel Europa bezien is de verwachting dat er tijdig ruim voldoende biljetten beschikbaar zullen zijn, ondanks de gebruikelijke aanloopproblemen in de productie in sommige landen. Uiteraard zijn er ook wat betreft de biljetten afspraken gemaakt in ECB-kader over kwaliteitscontrole Bevoorrading van banken en toonbankinstellingen Waardevervoer Uitgangspunt is dat de twee waardevervoerders (Geldnet en Brinks) ook bij de omwisseling hun klanten (de banken en de grote toonbankinstellingen) blijven bevoorraden met zowel munten als biljetten. Dit kan grotendeels worden opgevangen binnen de bestaande capaciteit. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 5

6 Vanwege de hoeveelheden munten en biljetten die rond -day zullen worden getransporteerd zijn echter aanvullende afspraken nodig met de klanten over de transportplanning en daarmee samenhangende zaken. Ook dient ten behoeve van de distributie van muntgeld een aantal extra auto s te worden ingezet. Voorts is het voor de waardevervoerders nodig tijdig inzicht te krijgen in de door hun klanten benodigde hoeveelheid euromunten en -biljetten. Klanten zullen daarom ruim van tevoren worden gevraagd hun bestellingen te doen. De bevoorrading vindt in principe plaats in december 2001, met als doel dat deze klanten (banken en toonbankinstellingen) op -day beschikken over een startvoorraad voor de eerste week van Door een zorgvuldige analyse van de geldstromen zal getracht worden ook na -day tot een zo optimaal mogelijke bevoorrading te komen. Fijndistributie Gezien de grote hoeveelheden munten die rond -day vervoerd zullen moeten worden is er bij het waardevervoer geen extra capaciteit die ingezet kan worden voor het vervoer naar andere toonbankinstellingen. Tevens moet rekening gehouden worden met de beschikbare capaciteit bij de banken, die in de omwisselperiode extra zwaar belast zullen zijn. Daarom is voor de toonbankinstellingen die niet worden bediend door het waardevervoer het netwerk van de fijndistributie opgezet. Dit houdt in dat de vooraf bestelde hoeveelheid euromunten in standaardverpakkingen aan de deur zal worden bezorgd. Tegelijkertijd kunnen guldenmunten worden geretourneerd. Er zijn twee soorten standaardpakketten met euro s, te weten één set met munten van 5 eurocent en hoger waarde 219, en een set met uitsluitend 1 en 2 eurocent t.w.v. 15. Voor deze service komen alle toonbankinstellingen in aanmerking, dat wil zeggen die instellingen met een chartale kasfunctie die in de handelsregisters van de Kamers van Koophandel zijn geregistreerd en geen gebruik maken van het waardevervoer. Daarnaast kunnen ook gemeenten zich hiervoor aanmelden; zij vervullen immers ook een toonbankfunctie naar het publiek. Deelname aan de fijndistributie is gratis; de kosten zijn opgenomen op de projectbegroting van DNB. Aanmeldingsformulieren worden in september 2001 door de eigen bank toegestuurd en dienen door toonbankinstellingen ook weer bij hun huisbank te worden ingeleverd; deze bepaalt (op basis van kredietwaardigheid) de maximaal te bestellen hoeveelheid munten. Voor de uitvoering van de fijndistributie is door DNB een contract gesloten met TPG. Deze zal maximaal 1000 auto s inzetten om de bevoorrading uit te voeren. Alle fijndistributie-klanten zullen voor het eerst met euromunten worden bevoorraad in de periode tussen Kerst en nieuwjaarsdag. De vervoersstromen kunnen aanzienlijk worden beperkt door winkels in hetzelfde geografische gebied direct op elkaar aansluitend te bevoorraden. Om de herhaalbestellingen vanaf 2 januari 2002 te kunnen verwerken is een contract gesloten met een call-center. De fijndistributie beslaat de periode tot en met de zesde week van 2002, hoewel de piek van de werkzaamheden uiteraard rond -day zal liggen. Toonbankinstellingen die niet willen deelnemen aan de fijndistributie kunnen bij het bankwezen euromunten opnemen; hiervoor kan een tarief worden berekend. Biljettenvoorziening aan toonbankinstellingen Toonbankinstellingen die geen klant zijn bij het waardevervoer met name kleinere toonbankinstellingen dienen de eurobiljetten net als in de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 6

7 huidige normale situatie bij hun eigen bank af te halen. Wanneer zij daartoe een contract met hun huisbank afsluiten kunnen zij daar ook al vóór 1 januari terecht, teneinde over een startvoorraad biljetten te kunnen beschikken. Ten opzichte van de normale situatie zullen de toonbankinstellingen in de eerste weken van 2002 een veel grotere behoefte hebben aan eurobiljetten; tevens zullen zij meer dan gebruikelijk guldenbiljetten afstorten. Zonder nadere afspraken zou dit betekenen dat toonbankinstellingen hogere kosten aan hun bank verschuldigd zijn, als gevolg van het feit dat zij een deel van de omwisseling voor hun rekening nemen. Om hen tegemoet te komen is door de banken aangeboden dat het afstorten van guldenbiljetten gedurende de eerste week van de duale fase gratis is voor de kleinere toonbankinstellingen. De verwachting is dat de betrokken toonbankinstellingen niet meer kwijt zijn aan bankkosten dan thans het geval is vanuit de reguliere afstort- en opnametransacties. Voor alle toonbankinstellingen geldt dat zij op 2 januari worden gedebiteerd voor de aan hen gefrontloade munten en biljetten. Voor de debitering van banken voor geleverde eurobiljetten is in Europees verband een vergelijkbare methodiek overeengekomen, waarbij debitering plaatsvindt op drie momenten in januari. Voor munten zal door de Nederlandse Staat conform het verzoek van de ECB eenzelfde methodiek worden gebruikt. Randvoorwaarden voor frontloading Bij de frontloading van banken en toonbankinstellingen worden euromunten en -biljetten uitsluitend onder de expliciete clausule verstrekt dat zij niet voor 1 januari 2002 in circulatie worden gebracht. Vermeden moet immers worden dat er verwarring bij het publiek ontstaat door het voortijdig opduiken van euro s in het economische verkeer. De voor het publiek bestemde muntensets (zie hierna in 3.3.) kunnen door banken en toonbankinstellingen uiteraard wel vanaf 17 december aan het publiek worden uitgegeven, maar de hierin opgenomen munten zijn pas vanaf 1 januari 2002 wettig betaalmiddel Bevoorrading van het publiek Biljetten Bij de voorziening van het grote publiek met euro s wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande gewoonten. Het publiek zal de benodigde eurobiljetten hoofdzakelijk verkrijgen door middel van de geldautomaten bij banken en in winkelcentra, evenals thans met guldens gebeurt. Vanaf 1 januari 2002 om 0.00 uur zullen geldautomaten alleen nog eurobiljetten uitgeven. Dit is technisch mogelijk omdat geldautomaten beschikken over meerdere (doorgaans vier) laden waarvan sommige met guldenbiljetten en sommige met eurobiljetten kunnen worden gevuld. Overschakeling naar de laden met eurobiljetten kan op afstand worden uitgevoerd. Geldautomaten die niet in staat zijn eurobankbiljetten te leveren worden buiten gebruik gesteld. De geldautomaten zullen vanwege het grotere beroep dat hierop wordt gedaan met een hogere frequentie worden bijgevuld. Muntensets Ter gewenning aan de nieuwe munten kan het grote publiek al vanaf 17 december in het bezit komen van één of meer setjes met euromunten. In de eerste plaats zullen alle ingezetenen van zes jaar en ouder een waardebon ontvangen waarmee een gratis eurokit kan worden afgehaald met van alle acht euromunten één exemplaar; de waarde daarvan is 3,88 (f 8,55). Bij de waardebon zal een informatieboekje worden gevoegd met kerngegevens over de euro. Vanwege het grote bereik, de persoonlijke Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 7

8 adressering en de koppeling aan een waardebon is dit een belangrijk element in de voorlichtingscampagne. Bovengenoemde waardebon kan overigens ook gebruikt worden voor het verkrijgen van een korting van f 8,55 op de consumentenpakketten met euromunten ter waarde van f 25,, die vanaf 17 december verkrijgbaar zijn. Hierin zijn 32 euromunten opgenomen van verschillende denominaties. Doelstelling van deze set is om te bevorderen dat consumenten al vanaf 1 januari 2002 beschikken over een startvoorraad kleingeld in euro s. De uitvoering van het deelproject gratis eurokits zal door DNB ter hand worden genomen; op dit punt hebben het ministerie van Financiën en DNB een aanvullende overeenkomst gesloten. Er is door DNB inmiddels een contract gesloten voor de fabricage van verpakkingen van de eurokits. Binnenkort wordt bezien welke distributiepunten de verspreiding van de gratis eurokits en de consumentenpakketten ter hand zullen nemen. Voorwaarde daarbij is dat alle ingezetenen in hun nabije omgeving hun gratis eurokit moeten kunnen ophalen. Uitgangspunt wat betreft de kosten van dit deelproject is, zoals reeds eerder gemeld, een bedrag van maximaal f 93 mln (inclusief BTW). Uiteraard wordt geprobeerd besparingen te realiseren ten opzichte van dit bedrag; of dit lukt is met name afhankelijk van de omvang van de distributiekosten. Ook van de consumentenpakketten zullen verpakking en distributie door DNB worden meegenomen; de kosten daarvan zullen worden verantwoord op de begroting van het reguliere project chartale omwisseling. Wisselgeld in euro s In NFE-kader is afgesproken dat na 1 januari het publiek bij alle transacties in winkels in principe wisselgeld in euro s zal ontvangen, ook als men met guldens betaalt. Dit zal er voor zorgen dat het publiek al snel zal beschikken over euromunten in de portemonnee. Voor gevallen van overmacht blijft het tot 28 januari 2002 mogelijk om guldens als wisselgeld te geven. Een andere (en betere) terugvaloptie is de mogelijkheid om klanten te vragen elektronisch te betalen Omwisselen van guldens en buitenlands geld Faciliteiten voor het publiek In NFE-kader is door de banken toegezegd dat klanten bij hun eigen bank tot 1 april 2002 gratis guldenmunten en -biljetten kunnen afstorten c.q. omwisselen. In de praktijk zal dit in de regel zo worden vormgegeven dat aan het loket guldens kunnen worden gestort op rekening, waarna bij de geldautomaat euro s kunnen worden opgenomen. Dit sluit aan bij de bestaande gedragspatronen van consumenten; de banken zullen er voor zorgen dat deze omwisselfaciliteit op een klantvriendelijke wijze wordt ingevuld. De banken zullen tevens zo nodig zorgen voor aanvullende openingstijden van bankkantoren teneinde congestie aan de loketten te voorkómen. Dit wordt in de loop van 2001 nader uitgewerkt. In de voorlichtingscampagne zal het publiek worden gestimuleerd om «oppotkassen» (spaargeld in guldens) al zoveel mogelijk in 2001 af te storten bij de bank, danwel dit uit te stellen tot de periode februari-maart De banken zullen in dit kader in oktober 2001 gezamenlijk een nationale spaarweek organiseren. Voor het inwisselen van buitenlandse valuta uit de eurozone gelden in de periode van de omwisseling dezelfde regels als thans. Tot 1 april 2002 kunnen bij alle post- en bankkantoren biljetten van valuta uit de eurozone worden ingewisseld tegen het gebruikelijke tarief; bij kantoren van DNB is Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 8

9 het eveneens tot 1 april 2002 mogelijk om buitenlandse biljetten gratis in te wisselen. Buitenlandse munten zijn in Nederland niet inwisselbaar (op een enkele uitzondering na; grotere denominaties kunnen namelijk worden ingewisseld bij de Grenswisselkantoren). Vergoeding voor inname van guldenmunten Er zijn sinds 1948 zo n 6 miljard guldenmunten in omloop gebracht, maar in de loop van de tijd is een groot deel hiervan verloren gegaan (vooral dubbeltjes en stuivers). Naar verwachting zijn thans nog 3 miljard guldenmunten in omloop. De afspraken in NFE-kader voorzien ook in een prestatiegerelateerde vergoeding voor de inname van guldenmunten. Door actief bij te dragen aan het uit de markt nemen van guldenmunten dragen banken en toonbankinstellingen immers bij aan de regulering van de muntcirculatie wat in principe een overheidstaak is. Voor de vergoeding is f 125 mln beschikbaar, uitgaande van een totale hoeveelheid ingeleverde munten van 3 miljard. Wanneer de ingeleverde hoeveelheid munten groter of kleiner is, valt het bedrag van de vergoeding dus hoger of lager uit. De vergoeding wordt vormgegeven door een vast bedrag van 11 per standaardzak ingeleverde munten. De standaardzakken bevatten voor de hogere denominaties een kleiner aantal munten dan voor de lagere denominaties. Acties van charitatieve instellingen Verschillende organisaties met ideële doelstellingen hebben met het oog op de omwisseling naar de euro een samenwerkingsverband opgezet voor geldwervingsacties. De Stichting Nationaal Collecteplan met 21 leden, die allen landelijke dekkende collectes houden zet in samenwerking met een aantal andere instellingen een nationale inzamelingsactie op. In de eerste plaats is er een landelijke huis-aan-huis collecte, verzorgd door de Stichting Nationaal Collecteplan zelf, met name gericht op Nederlandse munten. Onder dezelfde noemer organiseert NOC/ NSF in samenwerking met de lokale sportverenigingen een inzamelingsactie. Daarnaast is de organisatie «Coins for care» (een particulier initiatief, dat een groot aantal charitatieve instellingen steunt) van plan in een groot aantal winkels collectebussen te plaatsen, voor Nederlands, maar vooral ook voor vreemd geld. De Stichting Nationaal Collecteplan en Coins for Care overleggen nog over de mogelijkheid beide genoemde acties onder dezelfde paraplu te laten plaatsvinden Reductie wisselgeldbehoefte toonbankinstellingen Het afgelopen jaar is nadrukkelijk aandacht besteed aan de wisselgeldbehoefte van toonbankinstellingen. Zij vervullen bij de omwisseling een belangrijke rol doordat zij enerzijds bijdragen aan het uit circulatie nemen van guldens in transactiekassen, en anderzijds een groot deel van de nieuwe munten in circulatie brengen door uitsluitend euro s als wisselgeld te geven. Door de toonbankinstellingen is aandacht gevraagd voor de logistieke problemen die dit voor hen meebrengt, met name de grote benodigde hoeveelheid eurowisselgeld. Om dit vraagstuk zorgvuldig te kunnen analyseren is door DNB en de Raad voor de Nederlandse detailhandel (RND) een model ontwikkeld met behulp waarvan de benodigde hoeveelheid wisselgeld kan worden geschat. De wisselgeldbehoefte bedraagt onder normale omstandigheden ongeveer 5% van de contante omzet. Zonder nadere maatregelen zou deze de eerste paar dagen van januari gemiddeld 60% tot 80% van de contante omzet bedragen, afhankelijk van de vraag hoe snel het aantal Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 47 9

10 eurobetalingen oploopt en over welke coupures het publiek beschikt. Daarna daalt de behoefte aan wisselgeld tot 40 50% aan het eind van de eerste week van januari. Om de wisselgeldbehoefte van toonbankinstellingen te verminderen zijn extra maatregelen genomen in de sfeer van de geldautomaten. In de eerste plaats betreft dit de al eerder genoemde muntpakketten die al in december beschikbaar zijn voor de consument. Daarnaast zullen aan het eind van 2001 de geldautomaten veelal biljetten van f 25 uitgeven (in plaats van f 100). In het begin van 2002 zullen bij alle geldautomaten 10 biljetten worden uitgegeven, en bij een deel (ongeveer 35%) ook 5 biljetten. Dit laatste is technisch en/of logistiek niet bij alle automaten mogelijk, gezien de verschillende omvang van de eurobiljetten ( 5 biljetten zijn het kleinst). Tot slot kan ook een toename van elektronische betalingen bijdragen aan een vermindering va de wisselgeldbehoefte. Als gevolg van deze maatregelen kan de wisselgeldbehoefte worden teruggebracht tot zo n 20% van de contante omzet (gemiddeld over de hele eerste week). Dit is ongeveer 4 à 5 keer zoveel als normaal. Het is belangrijk hierbij te bedenken dat winkeliers zullen worden bevoorraad op basis van de benodigde hoeveelheid wisselgeld voor de gehele eerste week. Weliswaar zal de genoemde ontwikkeling voor winkeliers een grotere opslagcapaciteit vergen dan normaal, maar dit blijft binnen proporties. Om een indruk te geven: per 500 contant afgerekende transacties moet gedacht worden aan vijf standaardpakketten munten (waarvan één met de 1 en 2 eurocent), een hoeveelheid die uitgepakt past in een schoenendoos. Op basis van de modeluitkomsten worden vuistregels opgesteld over de benodigde hoeveelheid wisselgeld voor winkeliers, zodat zij een passende hoeveelheid euro s kunnen bestellen. Hierbij zullen overigens ruimere marges worden geadviseerd. Uiteraard kunnen er toonbankinstellingen zijn waar vanwege specifieke omstandigheden een grotere hoeveelheid wisselgeld nodig is. In de voorlichtingscampagne zal aandacht worden besteed aan maatregelen waardoor de wisselgeldbehoefte bij toonbankinstellingen verder kan worden gedrukt. Gedacht kan worden aan het aanmoedigen om begin januari snel eurobiljetten in huis te halen («quick-loaden»), het stimuleren van de verkoop van de consumentenpakketten, en het bevorderen van elektronisch betalen. 4. Gerelateerde onderwerpen 4.1. Veiligheid In het kader van het distributiescenario zijn de veiligheidsaspecten leidend voor de invulling. Dit geldt zowel voor het waardevervoer, de fijndistributie als de faciliteiten voor het publiek. Dit vereist bijzondere aandacht omdat tijdens de omwisselperiode meer geld zal worden vervoerd dan anders, zij het dat dit vooral komt door de grotere frequentie van de transporten en een deel van het vervoer (nl. de fijndistributie) alleen munten betreft. De op veiligheidsgebied bestaande politieke en ambtelijke coördinatiestructuur werd reeds in de rapportage van december 1999 besproken. Aanvullend zal binnen deze structuur een stuurgroep «justitiële en veiligheidsaspecten invoering euro» worden ingesteld onder leiding van BZK en Justitie, die zich onder meer richt op de coördinatie van politieinzet in de periode rondom de chartale omwisseling. Door de politie zal namelijk een separate coördinatiestructuur worden opgezet ten behoeve van de invoering van de euro. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

11 De betrokken ministeries hebben in juni 2000 de door DNB bij het distributiescenario opgeleverde veiligheidsanalyse goedgekeurd. Als vervolg hierop zullen alle momenten in het distributieproces waarop een verhoogd risico bestaat worden geanalyseerd; waar nodig zal gezorgd worden voor extra veiligheidsmaatregelen. Vanzelfsprekend wordt over inhoudelijke zaken betreffende de veiligheid alleen met direct betrokkenen en op vertrouwelijke basis gecommuniceerd Bestrijding witwassen In de periode rond de introductie van de euro zullen de bevoegde autoriteiten met bijzondere aandacht kijken naar transacties die als ongebruikelijk zijn aan te merken. In het kader van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties is in dit kader, in aanvulling op de bestaande indicatoren, besloten dat transacties objectief meldingsplichtig zullen zijn wanneer meer dan f , contant van gulden in euro wordt omgewisseld. Onder omwisseling worden daarbij tevens transacties verstaan waarbij wordt gestort op rekening en vervolgens in een vloeiende beweging direct weer in euro s wordt opgenomen. Naast de indicator van f , zijn dezelfde subjectieve indicatoren van kracht als thans, wat betekent dat de banken op basis van bestaande richtlijnen ook andere ongebruikelijke transacties (in euro) moeten melden. Een voorbeeld hiervan is het geval dat iemand een in zijn geval ongebruikelijk hoog bedrag in guldens stort en het enkele dagen later in euro s opneemt Elektronisch betalen Door het Nationaal Forum is benadrukt dat elektronische betalingen een vangnetfunctie kunnen vervullen tijdens de periode van de chartale omwisseling. Voor het elektronisch betalen is het tijdstip voor de omschakeling 1 januari 2002 om 0.00 uur. Vanaf dat moment zullen alle pin- en chipfaciliteiten in euro moeten werken. Het is van groot belang dat alle toonbankinstellingen die over pin- en chipfaciliteiten beschikken tijdig opdracht geven om de aanpassingen te verrichten, vanwege de noodzaak om de beschikbare capaciteit gespreid in de tijd in te zetten. Enige commotie is ontstaan doordat in de communicatie van de grootste terminalleveranciers richting winkeliers onduidelijkheid was gewekt over de prijsstelling, en doordat een boeteclausule was opgenomen wanneer er niet snel werd gereageerd. Inmiddels is op initiatief van het Nationaal Forum meer duidelijkheid verschaft over de kosten van de aanpassingen, en hebben de leveranciers besloten de inschrijfperiode te verlengen. Het gelijktijdig doorvoeren van nieuwe veiligheidsmaatregelen in de betaalautomaten brengt overigens geen of nauwelijks extra kosten met zich mee. Voor verreweg de meeste betaalautomaten vallen de kosten in een range van f excl. BTW; alleen bij oudere betaalautomaten kan een gedeeltelijke of volledige vervanging nodig zijn, waarvan de kosten kunnen oplopen tot f 2000 excl. BTW. Betaalautomaten van minder dan een jaar oud behoeven niet te worden aangepast. 1 De Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van de minister van BZK d.d. 13 november 2000 (vergaderjaar , Kamerstuk , nr. 10). De partijen die deelnemen in het Nationaal Forum zullen bezien welke andere initiatieven zij kunnen nemen om het elektronisch betalen te bevorderen, teneinde de chartale omwisseling te vergemakkelijken. In dit kader heeft de overheid recent aangekondigd 1 het voor gemeenten mogelijk te willen maken om parkeerbelasting uitsluitend via elektronische betaalmiddelen te innen. Gemeenten die het uitsluitend elektronisch betalen van parkeerbelasting willen invoeren dienen wel aan een voorwaarde te voldoen: in die gemeenten dienen er in voldoende mate los Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

12 verkrijgbare chipkaarten met een landelijke dekking te koop te zijn, zodat b.v. ook toeristen gemakkelijk het parkeergeld kunnen voldoen. In de uitvoeringsregelgeving zal worden bepaald dat gemeenten bij het vaststellen van hun beleid moeten beoordelen of in de lokale omstandigheden voldoende los verkrijgbare chipkaarten te koop zijn Prijzenmonitor Consumentenbond Uit onderzoeken blijkt dat één van de voornaamste zorgen van de burgers bij de introductie van de euro is dat er prijsverhogingen zullen plaatsvinden. Uitgangspunt bij de omschakeling is dat de overgang naar de euro geen reden is voor de aanpassing van prijzen. De rijksoverheid heeft dit principe ook gehanteerd bij de aanpassing van bedragen in weten regelgeving. Ook voor lokale overheden is technische omzetting het uitgangspunt; in hun besluitvorming zijn zij evenwel autonoom. In de private sector zal marktwerking er in het algemeen voor zorgen dat het prijsniveau op hetzelfde peil blijft. Daarvoor is wel voldoende transparantie nodig over de prijsontwikkeling in gulden en in euro. De Consumentenbond zal daarom een onderzoek (euro prijzenmonitor) uitvoeren naar de wijze waarop de prijzen als gevolg van de introductie van de euro worden afgerond. De nadruk van het onderzoek zal liggen op de prijsbeleving van de consument. Voorkomen moet worden dat deze het idee krijgt dat de invoering van de euro gebruikt wordt om verkapte prijsverhogingen door te voeren. Het onderzoek zal op microniveau plaatsvinden en zich met name toespitsen op: voeding, kleding, diensten, tarieven van de rijksoverheid, lokale overheden of nutsbedrijven en duurzame consumptiegoederen. De vijf peilmomenten vallen in de periode februari 2001-juli 2002 (plus een nulmeting die in oktober 2000 heeft plaatsgevonden). Er zal worden gerapporteerd aan het Nationaal Forum. Bovengenoemde prijzenmonitor moet worden onderscheiden van de eveneens periodieke rapportage over het convenant inzake dubbel prijzen en gewenningsinformatie. In dit convenant tussen Consumentenbond, Raad voor de Nederlandse Detailhandel en MKB-Nederland is onder meer overeengekomen dat vanaf 1 juli 2001 in principe alle producten dubbel zullen worden geprijsd. De afspraken uit het convenant zijn overgenomen door het Nationaal Forum. Uit een in oktober verschenen eerste rapport over de uitvoering blijkt dat 80% van de detailhandel bekend is met het convenant; 1 op de 8 bedrijven voert inmiddels dubbele prijzen, en 35% verwacht dit voor het einde van het jaar te doen. 5. Omwisselscenario s in andere lidstaten Tot op heden hebben België, Duitsland, Frankrijk, Finland, Ierland en Nederland een distributiescenario gepubliceerd. Van de andere landen in de eurozone is inmiddels op hoofdlijnen bekend wat de belangrijkste uitgangspunten en afspraken zijn bij de chartale omwisseling. In deze paragraaf wordt hier kort op ingegaan; in bijlage 1 wordt een meer uitgebreide beschrijving gegeven van de scenario s in andere lidstaten. Wat betreft de lengte van de duale fase blijkt dat de meeste landen een formele periode van dubbele circulatie van twee maanden in acht nemen. In Nederland is de duale fase met 27 dagen duidelijk het kortste. Bovendien lijkt ook de feitelijke periode van dubbele circulatie in Nederland het kortst te gaan duren. In Duitsland is weliswaar afgesproken dat de D-mark formeel vanaf 1 januari geen wettig betaalmiddel meer is, maar dit is gekoppeld aan de afspraak dat winkels de D-mark nog tot eind februari 2002 als betaalmiddel zullen accepteren. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

13 Nederland kent ook als enige land een netwerk van fijndistributie van munten naar toonbankinstellingen. Mede hierdoor kent Nederland ook de meest geconcentreerde periode van bevoorrading van banken en toonbankinstellingen. Dit is gunstig omdat de extra opslagcapaciteit voor dit geld dan slechts gedurende een relatief korte periode vereist is. In Nederland worden banken vanaf december 2001 (of eerder indien overeengekomen met de waardevervoerders) met euro-munten en -biljetten gefrontload. Voor toonbankinstellingen zijn dit de laatste vier dagen van december. De meeste lidstaten starten al in september met het frontloaden van banken met euro s. Voor toonbankinstellingen varieert in de andere landen de startdatum van het frontloaden tussen september en 1 december Er zijn in ieder geval 9 landen van plan om al vóór -day euromunten aan het publiek ter beschikking te stellen. Nederland is vooralsnog het enige land met een gratis muntenset. Ook wat betreft de uitgifte van biljetten via geldautomaten is het Nederlandse scenario het gunstigst: alle geldautomaten geven vanaf -day uitsluitend eurobiljetten uit, waaronder ook 10 biljetten en in veel gevallen 5 biljetten. In de meeste andere landen vindt de omschakeling van geldautomaten evenwel pas gedurende de eerste twee weken van 2002 plaats, waarbij het zelfs niet zeker is dat alle geldautomaten na twee weken eurobiljetten uitgeven. Het omwisselen van nationale valuta in euro is in ook in de meeste andere landen gratis voor de eigen klanten van banken, zij het dat er soms maxima zijn vastgesteld voor de gratis om te wisselen bedragen. Niet alle landen hebben hierover trouwens al afspraken gemaakt. Dit laatste geldt ook voor de lengte van de periode waarin munten en biljetten al dan niet gratis kunnen worden omgewisseld. In het algemeen is het echter ook in andere landen mogelijk om na de periode van dubbele circulatie nog enige tijd nationale valuta om te wisselen bij banken (maar dan tegen betaling), en voor een nog langere periode bij de centrale bank. Uit het bovenstaande blijkt dat het Nederlandse omwisselscenario de vergelijking met andere landen ruimschoots kan doorstaan, hetgeen ook door alle betrokken partijen in Nederland wordt gewaardeerd. De Nederlandse invulling wordt niet geëvenaard op onderdelen als de snelheid van de omschakeling, de uitgifte van biljetten via de geldautomaat, de verstrekking van gratis muntensets aan het publiek, en het opzetten van een netwerk voor de gratis distributie van munten naar toonbankinstellingen. 6. Voorlichtingscampagne Nationaal Forum 6.1. Aanpak eurovoorlichting Om een zachte landing van de euro in Nederland te bewerkstelligen is een heldere, doelgerichte en afgewogen voorlichting een eerste vereiste. De conversie van gulden naar euro raakt alle facetten van de samenleving. De invoering van de euro brengt aanpassingen van en voor iedereen met zich mee. De voorlichting over de euro is daarom van groot belang. Doel van de voorlichting is dat de overgang van de gulden naar de euro in Nederland zo soepel mogelijk verloopt. Dat vereist dat iedereen tijdig geïnformeerd is over de gevolgen van de komst van de euro. Het NFE verzorgt de overkoepelende en algemene voorlichting over de invoering van de euro aan het grote publiek en aan de intermediaire organisaties. Uitgangspunt van de eurovoorlichting is een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak door alle organisaties die in het NFE zitting Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

14 hebben. Daarbij is de afspraak gemaakt, dat iedere organisatie zelf verantwoordelijk is voor de voorlichting naar de eigen achterban. De achterban kan op deze wijze specifieke informatie over de euro halen op de plaats waar het altijd informatie haalt: vragen over gemeentelijke belastingen bij de gemeente, vragen over verzekeringen bij de verzekeraars, enzovoorts. Organisaties kunnen aansluiten bij de voorlichting van het NFE. Daarnaast heeft het NFE een aantal doelgroepen aangewezen waarvoor een extra inspanning gewenst is. Dit zijn ondernemers, mensen met een handicap, etnische minderheden, onderwijs, ouderen, mede-overheden en de dak- en thuislozen. Voor deze doelgroepen worden onder de paraplu van het NFE aanvullende voorlichtingsactiviteiten verzorgd (zie bijlage 2). Voor de verschillende departementen geldt dat zij waar nodig zelf de aanvullende voorlichting verzorgen voor hun eigen beleidsterrein (specifieke aspecten, intermediairs of doelgroepen). De kosten van de massamediale voorlichting worden gedragen door het Ministerie van Financiën, evenals de kosten van de voorlichting aan organisaties die verdere voorlichting aan burgers en bedrijfsleven verzorgen, inclusief die groepen waarvoor een extra inspanning is gewenst. De kosten van de specifieke voorlichting aan de eigen achterban worden door de organisaties zelf gedragen Voorlichting in 2000 Omdat vanaf maart 1999 voorrang verleend werd aan de millenniumcampagne werd de voorlichting over de euro aan het brede publiek via de televisie enige tijd stop gezet. Om het verlies in bereik zoveel mogelijk te compenseren is de inzet in tijdschriften geïntensiveerd. Vanaf het jaar 2000 is de campagne via de televisie hervat. Iedereen van 16 jaar en ouder moet op de hoogte zijn van de volgende algemene kern-boodschappen, die in 2000 zijn verspreid: Nederland blijft guldenland tot 2002; de euromunten en -biljetten worden op 1 januari 2002 ingevoerd; de waarde van de euro is f 2,20371; er doen 12 landen mee; de eurolijn (gratis) voor informatie de eurosite ( de folder is verkrijgbaar bij postkantoor en bibliotheek. Voor de specifieke doelgroepen zoals het brede publiek en ondernemers en mede-overheden zijn aanvullende boodschappen verspreid. De boodschappen aan het brede publiek voor het jaar 2000 waren: tot 2002 is het voor burgers niet noodzakelijk iets te doen; met ingang van 1 januari 2002 worden alle hypotheken, pensioen, polissen, contracten, rekeningen, spaargeld etc. automatisch omgezet van guldens naar euro; hoe om te rekenen naar guldens, naar euro s en naar andere EMU-valuta s; alle landen krijgen dezelfde munten/biljetten (munten met nationale zijden); één rekening voor guldens en euro s is voldoende. De boodschappen aan ondernemers en mede-overheden voor het jaar 2000 betroffen onder andere: automatisering; financiële zaken/ bedrijfsvoering; belastingen; personeel; (marketing)communicatie; Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

15 juridische aspecten; bevoorrading met euro s; aspecten van het euro-distributiescenario. De impact van de campagne en de kennis over de euro worden regelmatig onderzocht. Afhankelijk van de uitkomsten kunnen de campagneboodschappen worden bijgesteld Kennis van de Nederlandse bevolking over de euro Brede publiek Uit het onderzoek van het NIPO blijkt dat het bereik van de algemene voorlichting in 2000 is blijven toenemen: in september 2000 gaf 85% van de Nederlanders aan voorlichting of reclame over de euro te hebben gezien tegenover 69% in november Het kennisniveau van de burgers is stabiel gebleven, maar de bekendheid met de waarde van de euro is gedaald. Deze daling is waarschijnlijk te wijten aan de berichtgeving omtrent de koersverhouding tussen de euro en de dollar. De kennisniveau s van de verschillende (doel)groepen liggen in het algemeen met elkaar in lijn. Bij onderlinge vergelijking van de doelgroepen zijn er wel enkele verschillen waarneembaar: mannen zijn bekender met de datum van invoering van de euro dan vrouwen (67% versus 58 %); jongeren zijn bekender met de exacte waarde van de euro (54% versus 46%) ten opzichte van de Nederlandse bevolking; jongeren zijn minder op de hoogte van het feit dat ze niets hoeven te regelen voor de invoering van de euro (62% versus 81%) ten opzichte van de Nederlandse bevolking. uitkeringsgerechtigden zijn beter op de hoogte van de waarde van de euro; het kennisniveau van etnische minderheden is fors toegenomen en ondertussen vergelijkbaar met het brede publiek; de bekendheid met de waarde van de euro en de introductiedatum is gestegen van rond de 45% in november 1999, naar rond de 60% medio Ondernemers Bedrijven bereiden zich voor op de komst van de euro, maar het kleinbedrijf blijft achter. Bijna de helft (45%) van het bedrijfsleven heeft voorafgaand aan de meting in juni 2000 aangegeven recentelijk voorlichting over de euro te hebben gezien of gehoord. De meeste bedrijven kennen het ondernemersgerichte informatiemateriaal van het Nationaal Forum (66%). Ook is men van mening dat het materiaal duidelijke informatie verschaft. Een krappe meerderheid van de bedrijven is bekend met de waarde en introductiedatum van de euro. De lengte van de overgangsperiode en het aantal deelnemende landen bleken echter slecht bekend Houding ten opzichte van de euro Brede publiek In maart 1999 vond 80% de euro een aanvaardbare opvolger voor de gulden. De publiciteit rondom de externe wisselkoers van de euro heeft geleid tot een afnemende steun voor de euro. Bij de meting in mei jl. had 54% van de bevolking minder vertrouwen in de euro dan in de gulden. In de meting van september bleek dat deze daling zich niet verder heeft doorgezet. Een aanzienlijk deel van de Nederlandse bevolking (47%) verwacht een Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 652 Besluit van 6 december 2001, houdende vaststelling van regels met betrekking tot verwisseling en intrekking van bankbiljetten door De Nederlandsche

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 508 Besluit van 9 december 2016, houdende toestemming als bedoeld in de artikelen 4, derde lid, en 9, aanhef en onderdeel c, van de Bankwet 1998

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 629 Vaststelling van het Nederlandse muntstelsel in verband met de invoering van de chartale euro (Muntwet 2002) Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van ( ), directie Financiële Markten;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van ( ), directie Financiële Markten; Besluit van houdende toestemming als bedoeld in de artikelen 4, derde lid, en 9, aanhef en onderdeel c, van de Bankwet 1998 in verband met de overdracht van publieke taken betreffende munten aan De Nederlandsche

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 107 Derde fase EMU Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 januari 1997

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 25 107 Derde fase EMU Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21 juni 2001

Nadere informatie

Rapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aan de Minister van Financiën

Rapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aan de Minister van Financiën 1 Rapportage van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer aan de Minister van Financiën Inleiding De eerste vergadering van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) heeft plaatsgevonden op

Nadere informatie

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 107 Derde fase EMU Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 8 december

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 december 2005 (OR. en) 14883/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0145 (CNS) UEM 205 ECOFIN 370 OC 877 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN DEEL 1. Inleiding Deze wijzigingswet is

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 IXB Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2006 Nr. 28 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 202 203 32 637 Bedrijfslevenbeleid Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 488 Besluit van 21 november 2003 tot uitvoering van artikel 8, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties, houdende goedkeuring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 25 107 Derde fase EMU Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 28 januari

Nadere informatie

6,9. Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april keer beoordeeld. De euro

6,9. Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april keer beoordeeld. De euro Werkstuk door een scholier 1550 woorden 3 april 2002 6,9 53 keer beoordeeld Vak Economie De euro Sinds 1 januari 2001 betalen we met de Euro. De euro is de gemeenschappelijke munt voor de landen die lid

Nadere informatie

Werkstuk Economie De euro

Werkstuk Economie De euro Werkstuk Economie De euro Werkstuk door een scholier 2382 woorden 21 mei 2001 6,6 43 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Iedereen van onze klas moest voor economie een werkstuk maken, de keuze van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 127 Financiële verantwoordingen over het jaar 1999 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 303 Besluit van 20 juni 2001, houdende wijziging van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen door het stellen van nadere regels over de

Nadere informatie

http://www.economiepagina.com - Alle nuttige economielinks bij elkaar!

http://www.economiepagina.com - Alle nuttige economielinks bij elkaar! Opgave 1 Gulden (ƒ) wordt euro ( ) Geld is een (1) aanvaard ruilmiddel. De maatschappelijke geldhoeveelheid in Nederland bestaat uit munten, bankbiljetten en (2). De komende jaren worden de functies van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 629 Vaststelling van het Nederlandse muntstelsel in verband met de invoering van de chartale euro (Muntwet 2002) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 maart 2010 (OR. en) 7934/10 ECOFIN 182 UEM 86

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 maart 2010 (OR. en) 7934/10 ECOFIN 182 UEM 86 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 maart 2010 (OR. en) 7934/10 ECOFIN 182 UEM 86 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Nadere informatie

Wij Beatrix bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet van nr. houdende de vaststelling van het Nederlandse muntstelsel in verband met de invoering van de chartale euro Wij Beatrix bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 8 januari 2002 PERSBERICHT DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 I. Overgang op de chartale euro 2002 Zoals aangekondigd op 3 augustus 2000 en 5 juli 2001 heeft de Raad van

Nadere informatie

C 284/6 Publicatieblad van de Europese Unie

C 284/6 Publicatieblad van de Europese Unie C 284/6 Publicatieblad van de Europese Unie 25.11.2009 ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 november 2009 inzake een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de echtheidscontrole van

Nadere informatie

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten

Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten Wijziging van de Muntwet 2002 in verband met de aanbesteding van het produceren van munten en het afschaffen van beleggingsmunten MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN DEEL 1. Inleiding Deze wijzigingswet is

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 948 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. 1317 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 336 Besluit van 26 juni 1995 tot goedkeuring van de indicatoren voor casino- en creditcardtransacties Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 juli 999 (07.09) (OR. en) 0456/99 LIMITE DROIPEN 5 RESULTAAT BESPREKINGEN van : de Groep Materieel Strafrecht d.d. : 9 juli 999 nr. vorig doc. : 9966/99 DROIPEN 4

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 132 1 25 828 Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228 INGEKOMEN DOCUMENT Betreft: monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 375 Besluit van 4 september 2009, houdende aanpassing van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de indexering

Nadere informatie

Besluit van P.M., houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven per 1 januari 2019

Besluit van P.M., houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven per 1 januari 2019 Besluit van P.M., houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven per 1 januari Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Economie Euro

Sectorwerkstuk Economie Euro Sectorwerkstuk Economie Euro Sectorwerkstuk door een scholier 2135 woorden 2 februari 2007 6,1 79 keer beoordeeld Vak Economie Inhoud Inleiding Wat is de geschiedenis van de euro en wat zijn de echtheidskenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 217 Regels met betrekking tot het geldstelsel van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet geldstelsel BES) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Tarieven Zakelijk Betalingsverkeer

Tarieven Zakelijk Betalingsverkeer Tarieven Zakelijk Betalingsverkeer per 1 januari 2009 Tarieven Binnenland Girale bijschrijvingen Overboeking EUR 0,14 Acceptgiro EUR 0,25 Spoedoverboeking EUR 1,19 Incasso via OfficeNet/Internet Bankieren/Access

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 371 Kredietcrisis Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 november

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. 1. Inleiding. 2. Chippen en parkeren. Aan de leden van de Commissie Verkeer, Scheveningen en Ypenburg/Leidschenveen

Gemeente Den Haag. 1. Inleiding. 2. Chippen en parkeren. Aan de leden van de Commissie Verkeer, Scheveningen en Ypenburg/Leidschenveen RIS094611_22-05-2002 Wethouder van Verkeer, Binnenstad en Monumenten mr.drs. B.J. Bruins Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Uw brief van Aan de leden van de Commissie Verkeer,

Nadere informatie

Collegevoorstel 151/2003. Registratienummer 3.51605. Opgesteld door, telefoonnummer Guus Cornelissen, 9753. Programma Mobiliteit

Collegevoorstel 151/2003. Registratienummer 3.51605. Opgesteld door, telefoonnummer Guus Cornelissen, 9753. Programma Mobiliteit Collegevoorstel 151/2003 Registratienummer 3.51605 Opgesteld door, telefoonnummer Guus Cornelissen, 9753 Programma Mobiliteit Portefeuillehouder A.J.F.M. Hirdes Onderwerp van het voorstel behandeling motie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 172 Initiatiefnota van de leden Agnes Mulder en Omtzigt over late betalingen: «Leverancierskrediet na 2 maanden niet langer gratis» Nr. 5 BRIEF

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 28 684 Naar een veiliger samenleving 31 200 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 081 Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 september 2000 Rapportnummer: 2000/295

Rapport. Datum: 1 september 2000 Rapportnummer: 2000/295 Rapport Datum: 1 september 2000 Rapportnummer: 2000/295 2 Klacht Op 11 februari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift, gedateerd 10 februari 2000, van mevrouw C. te Krimpen a/d IJssel,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 209 Besluit van 24 mei 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten inzake het vetgehalte van gehakt en mager

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 725 Financieel jaarverslag van het Rijk 2016 Nr. 21 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 8 juni 2017 De vaste commissie voor Financiën

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Contant geld: gedrag en beleving van retailers

Contant geld: gedrag en beleving van retailers Contant geld: gedrag en beleving van retailers Uitkomsten DNB onderzoek, in samenwerking met Panteia, naar het gedrag en de beleving van retailers ten aanzien van contant geld Retailers zijn een belangrijke

Nadere informatie

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen. Onderhandelingsakkoord tussen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het dagelijks bestuur van het Korpsbeheerdersberaad i.o. inzake het pakket aan maatregelen en afspraken in het

Nadere informatie

Het betalingsverkeer: Wil je bij me pinnen?

Het betalingsverkeer: Wil je bij me pinnen? Deze casusopdracht gaat over het betalingsverkeer in supermarkten. Voor het beantwoorden van de vragen moet je gebruik maken van de drie informatiebronnen die na de vragen staan gegeven. In informatiebron

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 237 Wijziging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/60/EG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 26 399 Jaarrapportage procedureregeling Grote Projecten Nr. 13 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 907 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een nieuwe regeling voor de plaats van dienst voor de heffing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 657 Voorbereiding invoering euro Nr. 2 RAPPORT Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 8 1.1 Algemeen 8 1.1.1 Eerder euro-onderzoek 8 1.2 Het onderhavige

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.9.2007 COM(2007) 522 definitief 2007/0192 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad

Nadere informatie

December 2014 Betalen aan de kassa 2013

December 2014 Betalen aan de kassa 2013 December 2014 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Uitkomsten DNB/Betaalvereniging Nederland onderzoek naar het gebruik van contant geld en de pinpas in Nederland

Nadere informatie

1 september 2001 Toonbankinstellingen krijgen van hun bank een mailing over het bestellen van euromunten en biljetten.

1 september 2001 Toonbankinstellingen krijgen van hun bank een mailing over het bestellen van euromunten en biljetten. Werkstuk door een scholier 3627 woorden 27 november 2001 5,9 111 keer beoordeeld Vak Economie De Tijdsbalk 1 september 2001 Toonbankinstellingen krijgen van hun bank een mailing over het bestellen van

Nadere informatie

21.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

21.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 21.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) Nr. 2182/2004 VAN DE RAAD van 6 december 2004 betreffende op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 294 Interpellatie van het lid Kant inzake de eigen bijdrage AWBZ Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.2.2004 SEC(2004) 204 definitief 2004/0046 (CNB) Aanbeveling voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD met betrekking tot het standpunt dat de Gemeenschap zal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 730 VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2017 (wijziging

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 648 Staat van de Europese Unie 2017 E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 september 2017 De Eerste Kamer heeft tijdens de plenaire

Nadere informatie

BEGELEIDENDE NOTA Betreft: Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de Republiek San Marino

BEGELEIDENDE NOTA Betreft: Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de Republiek San Marino RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 juli 2001 (09.07) (OR. it) 10622/01 UEM 71 ECOFIN 193 BEGELEIDENDE NOTA Betreft: Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 934 Bepalingen met betrekking tot de dienstverlening op het gebied van grensoverschrijdende overmakingen (Wet grensoverschrijdende betaaldiensten)

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT) Nr. 165 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 107 Derde fase EMU Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 14 december

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 31 311 Zelfstandig ondernemerschap Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 066 Belastingdienst Nr. 28 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5

Nadere informatie

Betalen in het eurogebied: nog niet alle wensen vervuld

Betalen in het eurogebied: nog niet alle wensen vervuld ers zijn over het algemeen positief over de bestaande betaalmogelijkheden, maar toch betaalt men in of naar het buitenland niet altijd zoals men zou willen. Zo is de tevredenheid over de acceptatie van

Nadere informatie

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0295),

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0295), P7_TA-PROV(2012)0210 Uitgifte van euromunten ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2012 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 495 Besluit van 24 oktober 2011, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad in verband met de opheffing van de Nederlandse

Nadere informatie

Werkstuk Economie De euro

Werkstuk Economie De euro Werkstuk Economie De euro Werkstuk door een scholier 1680 woorden 19 februari 2000 6,3 211 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Waarom de euro? 1.1 Wat is de Euro? De euro is sinds 1 januari 1999

Nadere informatie

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken; Werkstuk door een scholier 2376 woorden 29 november 2001 7,3 29 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.5.2014 COM(2014) 277 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 696 Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 teneinde richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Praktijkvoorbeeld kosten betalingsverkeer Tabaks- en Gemakswinkel

Praktijkvoorbeeld kosten betalingsverkeer Tabaks- en Gemakswinkel Praktijkvoorbeeld kosten betalingsverkeer Tabaks- en Gemakswinkel Het bedrijf De gemakswinkel die wij bezochten, is gevestigd in een kern van een middelgrote gemeente. De winkel opereert in een samenwerkingsverband.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 071 Wateroverlast in Nederland Nr. 21 HERDRUK 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 376 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met het onder de prestatiebeurs brengen van de reisvoorziening Nr. 3 MEMORIE VAN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. Onderwerp: Tussenrapportage bereikbaarheid van geldautomaten. Samenvatting en aanbevelingen

Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. Onderwerp: Tussenrapportage bereikbaarheid van geldautomaten. Samenvatting en aanbevelingen 1 MOB/ Onderwerp: Tussenrapportage bereikbaarheid van geldautomaten Samenvatting en aanbevelingen Naar aanleiding van klachten van plaatselijke inwoners van met name kleinere plattelandsgemeentes over

Nadere informatie

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep Van Gelder Groep B.V. Communicatieplan Energie- & CO 2 beleid Van Gelder Groep 1 2015, Van Gelder Groep B.V. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden gereproduceerd in welke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 33 529 Gaswinning Nr. 609 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2019 Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 116 28 018 Wijziging van de Wet melding ongebruikelijke transacties en de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 met het oog

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 477 Besluit van 15 juli 1998, houdende regels ter uitvoering van artikel 320, zesde lid, van de Faillissementswet in verband met de vaststelling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 707 Nieuwe regels omtrent de economische mededinging (Mededingingswet) Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 451 Panama Papers Nr. 1 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 14 april

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 649 Besluit van 1 december 2006 tot wijziging van het Besluit onderhoudsvoorwaarden kinderbijslag en het Samenloopbesluit kinderbijslag Wij Beatrix,

Nadere informatie