VAKKENBOEKJE HAVO. januari 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VAKKENBOEKJE HAVO. januari 2016"

Transcriptie

1 VAKKENBOEKJE HAVO januari 2016

2 Inleiding Beste leerling, Voor jou, leerling uit de 3 e klas, komt de periode eraan waarin je moet kiezen voor een profiel. Misschien is het niet altijd helder voor je wat de inhoud van een vak in de bovenbouw is. Soms ontstaan daardoor studie- en/of motivatieproblemen in de bovenbouw. Wij denken dat een goede voorlichting in het derde leerjaar het aantal problemen zou kunnen verminderen. Naast de OSB-lessen, de adviezen van vakdocenten, de AOB-test is er ook een profieloriëntatieweek. Daarin worden voorlichtingslessen van de nieuwe vakken gegeven en besteden je docenten aandacht aan hun vak zoals dat in de bovenbouw wordt gegeven. Daarvoor heb je dit profieloriëntatieboekje nodig. Het kan een manier zijn om jouw keuze te verhelderen. In het boekje staat over elk vak dat in de bovenbouw van het Frencken wordt aangeboden, een stukje geschreven. Daarnaast staan er in het boekje vragen die je tijdens en na de profieloriëntatieweek moet beantwoorden. Het is de bedoeling dat je dit boekje vanaf nu iedere dag in je tas hebt zitten tot de datum van de voorlopige profielkeuze. Op bladzijde 5 van dit boekje kun je lezen in/bij welk profiel het vak gekozen kan worden. Het maakt voor de inhoud van het vak niet uit in welk profiel het vak zit, of het een verplicht profielvak is, een profielkeuzevak of keuze-examenvak. Heb je na het lezen van en werken met dit boekje nog vragen over de inhoud van de vakken of profielen, aarzel dan niet, maar loop binnen bij één van onderstaande mensen. Veel succes met je keuze! Dhr. Kuijsters (LJC 3 havo) Dhr. van Boxtel (LJC 3/4 vwo) Dhr. Bogaers (decaan havo) Mevr. Molenschot (decaan havo) Mevr. Verschuren (decaan vwo) januari

3 2

4 Inhoudsopgave Tabel met keuzemogelijkheden pag. 5 Vakken uit het gemeenschappelijk deel Culturele Kunstzinnige Vorming 6 Duits 7 Engels 9 Frans 11 Levensbeschouwing 14 Lichamelijke Opvoeding 17 Maatschappijleer 19 Nederlands 20 Profielvakken / keuze-examenvakken Aardrijkskunde 22 Biologie 25 Economie 28 Vecon business school 31 Geschiedenis 32 Informatica 34 Maatschappijwetenschappen 37 Management en Organisatie 39 Muziek 42 Natuurkunde 46 Scheikunde 49 Tekenen 51 Wiskunde A 55 Wiskunde B 58 3

5 4

6 Tweede Fase HAVO Mgr Frencken College CM : 2 verplichte profielvakken; 1 profielkeuzevak maatschappij + 1 profielkeuzevak cultuur; 1 keuze examenvak EM, NG en NT: 3 verplichte profielvakken; 1 profielkeuzevak; 1 keuze examenvak CM EM NG NT gemeenschappelijk deel Nederlands SE/CE 400 Nederlands SE/CE 400 Nederlands SE/CE 400 Nederlands SE/CE 400 Engels SE/CE 360 Engels SE/CE 360 Engels SE/CE 360 Engels SE/CE 360 Maatschappijleer SE 120 Maatschappijleer SE 120 Maatschappijleer SE 120 Maatschappijleer SE 120 Lichamelijke opvoeding SE 120 Lichamelijke opvoeding SE 120 Lichamelijke opvoeding SE 120 Lichamelijke opvoeding SE 120 Culturele Kunstzinnige Vorming SE 120 Culturele Kunstzinnige Vorming SE 120 Culturele Kunstzinnige Vorming SE 120 Culturele Kunstzinnige Vorming SE 120 profielvakken verplicht Duits of Frans SE/CE 400 Wiskunde A (of B) SE/CE 320 (360) Wiskunde A (of B) SE/CE320 (360) Wiskunde B SE/CE 360 Geschiedenis SE/CE 320 Economie SE/CE 400 Biologie SE/CE 400 Natuurkunde SE/CE 400 Geschiedenis SE/CE 320 Scheikunde SE/CE 320 Scheikunde SE/CE 320 verdieping of verbreding profielkeuzevak kiezen: CM 1 uit 2 maatschappijvakken + 1 uit 4 cultuurvakken; EM 1 uit 5; NG 1 uit 2; NT 1 uit 3 Aardrijkskunde SE/CE 320 Management & Organisatie SE/CE 320 Aardrijkskunde SE/CE 320 Informatica SE 320 Maatschappijwetenschappen SE/CE 320 Aardrijkskunde SE/CE 320 Natuurkunde (2) SE/CE 400 Biologie SE/CE 400 Muziek (1) SE/CE 320 Maatschappijwetenschappen SE/CE 320 Tekenen (1) SE/CE 320 Duits SE/CE 400 Duits SE/CE 400 Frans SE/CE 400 Frans SE/CE 400 keuze examenvak 1 uit de genoemde lijst naar keuze naar keuze naar keuze naar keuze Aardrijkskunde SE/CE 320 Aardrijkskunde SE/CE 320 Aardrijkskunde SE/CE 320 Aardrijkskunde SE/CE 320 nvt Biologie SE/CE 400 nvt Biologie SE/CE 400 Duits SE/CE 400 Duits SE/CE 400 Duits SE/CE 400 Duits SE/CE 400 nvt nvt Economie SE/CE 400 Economie SE/CE 400 Frans SE/CE 400 Frans SE/CE 400 Frans SE/CE 400 Frans SE/CE 400 nvt Informatica SE 320 Informatica SE 320 Informatica SE 320 Maatschappijwetenschappen SE/CE 320 Maatschappijwetenschappen SE/CE 320 nvt nvt nvt Management & Organisatie SE/CE 320 Management & Organisatie SE/CE 320 Management & Organisatie SE/CE 320 Muziek (1) SE/CE 320 Muziek SE/CE 320 Muziek SE/CE 320 Muziek SE/CE 320 nvt nvt Natuurkunde (2) SE/CE 400 nvt Tekenen (1) SE/CE 320 Tekenen SE/CE 320 Tekenen SE/CE 320 Tekenen SE/CE 320 Wiskunde A SE/CE 320 nvt nvt nvt profielwerkstuk 80 profielwerkstuk 80 profielwerkstuk 80 profielwerkstuk 80 geheel vrij deel geheel vrij deel geheel vrij deel geheel vrij deel Levensbeschouwing 120 Levensbeschouwing 120 Levensbeschouwing 120 Levensbeschouwing 120 LOB 40 LOB 40 LOB 40 LOB 40 Mentoraat Mentoraat Mentoraat Mentoraat Totaal 3200 Totaal 3200 Totaal 3200 Totaal 3200 (1) muziek én tekenen samen kan niet gekozen worden (2) bij natuurkunde wordt wiskunde B sterk aanbevolen

7 Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) Algemeen CKV is een schoolvak, verplicht in de bovenbouw van HAVO en VWO. Tot nu toe heb je bij een schoolvak vooral gewerkt aan kennis en vaardigheid, bij CKV zijn andere zaken ook heel belangrijk. Je maakt kennis met allerlei kunstuitingen op het gebied van kunst en cultuur: dans, beeldende kunst, architectuur, film, muziek en theater. Niet alleen in de les maar ook buiten school en niet alleen theoretisch maar ook praktisch. De bedoeling is dat je smaak gaat ontwikkelen op dit gebied. Het vak CKV bestaat uit verschillende domeinen: - Domein A: Culturele activiteiten: Het bezoeken van voorstellingen op het gebied van dans, theater. Het bekijken van kunstwerken, architectuur, films en vele andere zaken. Met de klas, in groepjes of alleen. - Domein B: Kennis van kunst en cultuur: Om de bovengenoemde culturele activiteiten goed voor te bereiden, moet je natuurlijk op de hoogte zijn van de achtergronden. Deze kennis doe je in de les al doende en kijkende op, en natuurlijk ga je zelf op onderzoek uit voordat je een activiteit gaat ondernemen. - Domein C: Praktische activiteiten: In de lessen, workshops, korte cursussen e.d. ga je zelf met verschillende disciplines aan de slag. - Domein D: Reflectie en Het kunstdossier: Alles wat je doet en verzamelt voor het vak CKV komt in je kunstdossier, zoals verslagen van de culturele activiteiten, de opdrachten uit de lessen en je eigen creatieve ontwerpen. Tijdens de lessen wordt steeds gewerkt met een bepaalde discipline. Er wordt gekeken hoe verschillende kunstenaars door de eeuwen heen zijn omgegaan met deze discipline. Ook ga je soms zelf op een creatieve manier werken vanuit deze discipline. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? CKV is een vak in de Tweede Fase en wordt dus pas gegeven vanaf de bovenbouw. Aantal lesuren CKV wordt alleen in 4 HAVO gegeven, 2 uur per week. Examenprogramma Je bent het gehele jaar bezig met je schoolexamen. Voor de verslagen, presentaties en creatieve verwerkingsopdrachten worden cijfers gegeven die meetellen in de SE-structuur. Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Ckv is een algemeen vormend vak. Creatieve beroepen als architect, choreograaf, fotograaf, binnenhuisarchitect, modevormgever, filmmaker, webdesigner, striptekenaar, beeldend kunstenaar, gamedesigner etc. liggen in de lijn van het vak. 6

8 Duitse taal en letterkunde (Duits) Algemeen Duits is de moedertaal van 100 miljoen mensen in Midden-Europa en is niet alleen de taal van Dichter und Denker maar voor Nederlanders ook de taal waarin gehandeld wordt met onze belangrijkste handelspartner Duitsland. Daarnaast wordt in vervolgopleidingen in de techniek, sport- en medische opleidingen en natuurlijk in de dienstverlenende beroepen Duits als voorwaarde gesteld of als pre gewaardeerd. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Het niveau wordt hoger en daardoor wordt het mogelijk steeds meer levensecht materiaal te gebruiken. De afzonderlijke onderdelen (zie verder) komen wat duidelijker naar voren. Je krijgt ook een beetje letterkunde/literatuur en leest een paar Duitse boekjes. Aantal lesuren: In klas 4H krijg je 3,5 lesuren en in klas 5H krijg je 3 lesuren. Lesonderdelen: In deze uren komen de volgende onderdelen aan bod : 1. Leesvaardigheid (teksten) 2. Spreekvaardigheid (spreekbeurtjes) 3. Gespreksvaardigheid 4. Schrijfvaardigheid 5. Luistervaardigheid 6. Duitse letterkunde/literatuur 7. Lezen van enkele Duitse boekjes. Voor alle onderdelen heb je ook kennis van het idioom en de grammatica nodig die jeal doende opbouwt. Leesvaardigheid Je leert teksten begrijpen en analyseren. De onderwerpen die in de teksten behandeld worden variëren zodanig dat er uit alle profielen thema s aan bod komen. Dit onderdeel wordt met een Centraal Examen afgesloten, dat de helft van je eindcijfer bepaalt. Spreekvaardigheid Hierbij ligt de nadruk erop dat vooral JIJ in het Duits aan het woord bent bijvoorbeeld in de vorm van een spreekbeurtje. Gespreksvaardigheid Je oefent aan de hand van opdrachten (hoe te reageren in diverse situaties), beschrijvingen en dialogen om je in het Duits op eenvoudige wijze uit te drukken. Je leert met behulp van dialoogopdrachten o.a praktische informatie te vragen en te geven, om je gevoelens uit te drukken, te argumenteren en een mening te verdedigen. Dit onderdeel wordt afgesloten in april in klas 5 met een mondeling examen van ca. 20 minuten. Schrijfvaardigheid Je leert om een informele en formele brief te schrijven met diverse thema s (bijv. reservering, klacht, sollicitatie). Hierbij wordt gelet op de idiomatische en grammaticale correctheid van het geschreven Duits. Luistervaardigheid: Je oefent met luister- en kijkopdrachten, o.a met videomateriaal en luisteropdrachten van de radio. Als afsluiting vindt er een Cito-opdracht plaats. 7

9 Spreekvaardigheid, gespreksvaardigheid, schrijfvaardigheid en luistervaardigheid worden afgesloten als schoolexamen (dat voor de andere helft je eindcijfer bepaalt). Letterkunde Je maakt kennis met de Duitse literatuur. Je leest klassikaal en zelfstandig boeken, waarover je een verslag moet maken en/of vragen moet beantwoorden. Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep In de techniek, handel, sportopleidingen en medische opleidingen en natuurlijk in de dienstverlenende beroepen wordt vaak Duits als voorwaarde gesteld of als extra taal gewaardeerd. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt In deze twee lessen wordt in het kader van een onderwerp dat met Duitsland of een ander Duitstalig land samenhangt aandacht besteed. Hierbij zullen een aantal van de eerder genoemde onderdelen aan de orde komen. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 8

10 Engelse taal en letterkunde (Engels) Algemeen Engels is een wereldtaal. Het Engels heeft van alle talen de grootste woordenschat: ruim een miljoen woorden! Bij gespreksvaardigheid leer je eenvoudige gesprekken te voeren en neem je deel aan gesprekken in het Engels. Ook kun je al snel je mening in het Engels geven, een oordeel uitdrukken, informatie vragen of commentaar geven. Dit alles wordt geoefend aan de hand van het lezen van krantenartikelen of berichten via radio en tv. Ook zul je enkele keren een presentatie in het Engels moeten houden. Door Engels veel in de praktijk te oefenen leer je de gesproken taal te begrijpen. Bij luistervaardigheid oefen je dit verder aan de hand van luistertoetsen met meerkeuzevragen. Je moet de hoofdgedachte van een tekst leren aangeven, de betekenis van belangrijke elementen uit een tekst kunnen aangeven of conclusies trekken. Bij schrijfvaardigheid leer je teksten in het Engels te schrijven, bijvoorbeeld zakelijk en informele brieven, maar ook je cv of een boekverslag. Ook creative writing kan aan bod komen. Bij leesvaardigheid krijg je teksten met daarbij opdrachten. Tijdens literatuurlessen gaat het over het ontwikkelen van je eigen leesvoorkeuren en het opdoen van kennis over de Engelse en Amerikaanse letterkunde aan de hand van teksten, fragmenten en boeken. Ook wordt er van je verwacht dat je aan extensive reading en listening doet: het kilometers maken in de Engelse taal door zelfstandig teksten te lezen en informatie en kennis op te doen door kijk- en luisterfragmenten tot je te nemen. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Eigenlijk verschilt Engels in de bovenbouw niet zo veel van Engels in de onderbouw. Natuurlijk wordt het allemaal wel wat moeilijker en ga je wat dieper op dingen in. Je krijgt bijvoorbeeld meer teksten te lezen, meer luistertoetsen te doen en je woordenschat wordt groter. Wat ook verandert is het feit dat er van je verwacht wordt dat je niet meer kleine, overzichtelijke stukken grammatica beheerst maar dat je het overzicht over het geheel krijgt, bijvoorbeeld alle tijden kunt gebruiken en weet hoe je ze maakt. Het gaat dus niet over losse onderdelen maar over het toepassen van je totale kennis in de vaardigheden. Aantal lesuren In 4 HAVO heb je 4 uur Engels per week en in 5 HAVO 3 uur. (kan per schooljaar wijzigen) Examenprogramma Het eindexamen voor Engelse taal en letterkunde bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. Tijdens het centraal examen wordt voornamelijk je leesvaardigheid getoetst, aan de hand van teksten met vragen. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met daarin de resultaten van de volgende onderdelen: luistervaardigheid, gespreksvaardigheid, spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid en leesvaardigheid. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep In elke vervolgstudie zal Engels aanbod komen. Op veel HBO scholen zijn verschillende lesboeken in het Engels. Ook in het bedrijfsleven komt het goed beheersen van de Engelse taal van pas. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Je moet de hoofdgedachte van een tekst leren aangeven, de betekenis van belangrijke elementen uit een tekst kunnen aangeven of conclusies trekken. 9

11 Om je hiermee kennis te laten maken, gaan we een tweetal lessen aan de slag met tekstbegrip. We zullen dieper op teksten ingaan en al doende leer je hoofd- en bijzaken te scheiden. Aan het einde van de lessen ben je in staat om een samenvatting van een tekst te maken in je eigen woorden. Gebruikmakende van een aantal gegeven (die heb je zelf tijdens de lessen eruit kunnen halen) hoofdzaken. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 10

12 Franse taal en letterkunde (Frans) Algemeen Met het leren van de Franse taal verleg je, net als bij het leren van andere talen, je grenzen. Je komt in aanraking met de Franse cultuur en gewoonten. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Eigenlijk verschilt Frans in de bovenbouw niet zo veel van het vak in de onderbouw. Natuurlijk wordt het allemaal wat moeilijker en ga je dieper op dingen in. Je gebruikt een andere methode, waarin de verschillende vaardigheden afwisselend aan bod komen en waarin je leert de geleerde vaardigheden in de praktijk te gebruiken. Daarnaast maak je kennis met Franse literatuur. Aantal lesuren Frans wordt in alle jaren van de bovenbouw gegeven Havo 4: 4 lesuren per week Havo 5: 1 e semester 4 lesuren per week, 2 e semester 3 lesuren per week Examenprogramma: Het eindexamen van het vak Frans bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A: Leesvaardigheid Je leert verschillende tekstsoorten over allerlei onderwerpen begrijpen en analyseren. Daarbij bouw je een woordenschat op die je nodig hebt voor het begrijpen van Franse teksten. Domein B: Kijk- en luistervaardigheid Je oefent met luister- en luister-kijkmateriaal om gesproken Frans te kunnen begrijpen. Je leert de hoofdgedachte van een tekst weergeven, je kunt de betekenis van belangrijke elementen uit een kijk- luisteropdracht aangeven en conclusies trekken. Domein C: Gespreksvaardigheid Je leert a.h.v. dialoogopdrachten o.a. praktische informatie te vragen en te geven, om je gevoelens uit te drukken, te argumenteren en een mening te verdedigen. Daarnaast moet je een presentatie houden over een bepaald onderwerp waarbij je in staat bent standpunten en argumenten goed in het Frans te verwoorden. Domein D: Schrijfvaardigheid Je leert om een informele en formele brief te schrijven met diverse thema s (bijv. reservering, klacht, sollicitatie). Hierbij wordt gelet op de idiomatische en grammaticale correctheid van het Frans. Domein E: Literatuur Je maakt kennis met de Franse literatuur. Over ten minste drie literaire werken maak je een leesverslag of beantwoord je vragen. Domein F: Oriëntatie op studie en beroep Het schoolexamen voor het vak Frans heeft betrekking op de domeinen: Kijk en luistervaardigheid, gespreksvaardigheid, schrijfvaardigheid en literatuur. Het centraal examen heeft betrekking op het domein Leesvaardigheid. Waar te kiezen? Zie tabel pag

13 Mogelijkheden met dit vak voor de volgende werkvelden Internationale bedrijven : Er zijn meer dan 350 Franse bedrijven en instellingen in Nederland (bijvoorbeeld Crédit Lyonnais, Novotel, L Oréal, Péchiney, TotalElf, Michelin, Renault, Cap Gemini) Toerisme en vrije tijd sector. Diplomatieke dienst Uitgeverij Ministerie Docent,-e. Franse tolk of vertaler. Tevens is de Franse taal, naast het Engels, de officiële taal in de volgende instellingen: De Verenigde Naties UNESCO NATO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) Het Internationale Arbeiders Bureau Het Internationale Olypisch Comité. De Raad van Europa, bestaande uit 31-leden, Het Europese Rijk Het Internationale Rode Kruis Union of International Associations (UIA) Het internationale postwezen De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Een les wordt besteed aan een oriëntatie op mogelijke studies met het vak Frans. Daarnaast wordt gekeken naar werkvelden waarbij de Franse taal een belangrijke rol speelt. De tweede les ga je inhoudelijk aan de slag met het project La vie de.. waarbij het beschrijven van je eigen leven aan bod komt. Ook middels een spreekopdracht en een kijk/luisteropdracht wordt er aandacht besteed aan beschrijvingen van personen. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 12

14 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 13

15 Levensbeschouwing Vakinhoud (algemeen): Het beschouwen van het leven. Het woord zegt het al. Je kan de wereld en het leven vanuit zoveel verschillende aspecten bekijken. Bij dit vak leer je dat alles in het leven relatief is; alles is afhankelijk van hoe je er naar kijkt of welke bril je op hebt. Ieder mens heeft overal zijn of haar mening over. Dit is ontzettend interessant aan het leven, maar het kan ook veel problemen veroorzaken als mensen elkaar niet begrijpen. Je weet inmiddels dat het leven niet vanzelfsprekend is en dat deze bijzondere wereld veel te bieden heeft. Ieder mens stelt daarbij ook levensvragen zoals: Wie ben ik nou eigenlijk? Wat betekent houden van..? of Waarom is er zoveel geweld in de wereld?. Vroeg of laat zal je moeten leren met dit soort vragen om te gaan. Dit is niet altijd een keuze, het leven heeft vaak rare wendingen zodat je daarmee geconfronteerd wordt. (denk aan; dood liefde trouw tijd actualiteit en wereldproblematiek). Bij het vak levensbeschouwing krijg je handvatten en ideeën aangereikt hoe je hiermee om kunt gaan. We hanteren als belangrijke doelstelling dat je jouw eigen, levensbeschouwelijke en ethische identiteit (verder) ontwikkelt en praktiseert. Daarbij beogen we hier op school dat jij, het feitelijk voorkomen en functioneren van levensbeschouwing en ethiek in persoonlijke en in sociale relaties kunt herkennen, duiden, beoordelen en praktiseren. Concreet betekent dit: Het identificatieproces (Wie ben ik? Wie wil ik zijn en worden?) Maatschappelijke oriëntatie (Wat is mijn plaats in de samenleving en in de wereld?) Beroepsvorming (Wat wil ik gaan doen met mijn leven?) Waarin verschilt dit vak van de onderbouw? In de onderbouw hebben we gebruik gemaakt van de methode Standpunt. In de bovenbouw krijg je te maken met een andere methode die op Standpunt aansluit, namelijk: Zin in zin. Het verschil met leerjaar 3 is dat de helft van het aantal lessen besteed wordt aan praktische opdrachten waarmee het vak levensbeschouwing deels wordt afgesloten. Hier is zelfstandig leren en werken een belangrijk aspect. Aantal lesuren 4 Havo: 2 lessen per week. Inhoud, onderwerpen en thema s die in de 4 e klas aan bod komen: Methode: Zin in zin - Zin in zin Tweede fase HAVO en VWO Het verschil tussen HAVO en VWO is dat er bij Vwo dieper wordt ingegaan op de stof waardoor de hoofdstukken omvangrijker zijn. Zin in zin kent de volgende opzet: Gezamenlijke hoofdstukken 1. Heeft het leven zin? 2. Wie is de mens? 3. Inleiding ethiek 4. Geweld 5. Social media en de digitale wereld 14

16 Profielspecifieke thema s 6. Euthanasie (C & M, N & G) 7. Reclame (C & M, E & M) 8. Genetische manipulatie bij mensen (N & G, N & T) 9. Bedrijfsethiek (E & M) Examenprogramma De leerlingen moeten ter afsluiting zelfstandig, twee praktische opdrachten maken voor het vak levensbeschouwing: - Een werkstuk waar de leerling zelf het ethisch onderwerp bepaalt. - En een levensbeschouwelijk interview met jezelf waarbij je vooral reflecteert en onderzoekt wat jouw levensvisie en ethische visie inhouden. Voor het voorbereiden en maken van het werkstuk en het levensbeschouwelijk interview zijn op school de docent, de mediatheek of een computerlokaal beschikbaar in contacturen en uren voor zelfstudie. Waar te kiezen? Levensbeschouwing is een verplicht vak en zal door alle leerlingen in de 4e klas moeten worden afgerond d.m.v. schriftelijke examens en praktische opdrachten. Zie tabel pag.5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Ethiek is een terrein binnen het vak levensbeschouwing waar je in ieder beroep mee te maken krijgt. Wat is een juiste manier van handelen? is de hoofdvraag die centraal staat bij ethiek. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Je zal het maar zijn Wat wil je later worden en wie wil je zijn? Twee levensvragen die anderen al beantwoordt hebben en die jij zelf gaat onderzoeken tijdens de profieloriëntatieweek! Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 15

17 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 16

18 Lichamelijke Opvoeding Algemeen Bij het vak lichamelijke opvoeding krijg je te maken met de volgende vier thema's: Bewegen Bewegen blijft centraal staan tijdens de lessen. Er worden nieuwe vormen en onderdelen aangeboden. Bewegen en regelen Binnen dit thema wordt aandacht besteed aan het leiding geven aan verschillende sportactiviteiten. Je leert vaardigheden als: lesgeven, coachen, scheidsrechter zijn en werken met kijkwijzers. Bewegen en gezondheid 400m, shuttlerun, sprint De leerlingen krijgen meer theorie mee over fysiologische effecten van training, energiesystemen, longventilatie, trainingsmethoden. Je moet aan de hand hiervan je eigen trainingsprogramma opstellen en dit in de lessen of eventueel buiten de lessen uitvoeren. Bewegen en samenleving De leerlingen maken in het eindexamenjaar kennis met verschillende takken van de sport. Dit gebeurt via het sportproject waarbij je op basis van je eigen keuzes kennis maakt met het sportaanbod in Oosterhout. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? In de bovenbouw werken we met 3 keuzepakketten waarvan je er 1 kiest. Dit pakket volg je gedurende het hele jaar. In de bovenbouw ligt het accent steeds meer op zelfwerkzaamheid. Ook werken we naar een steeds hoger niveau van de verschillende takken van sport. Denk aan het uitbreiden van de tactiek bij de spelonderdelen basketbal en volleybal, dit wordt afgesloten met een PTA toernooi tegen de andere klassen. Aantal lesuren In 4 HAVO heb je 2 uur lo per week. In het eerste semester van het examenjaar is er het sportproject. Examenprogramma Het vak wordt afgesloten met keuzeactiviteiten. Uitgangspunt daarbij is dat je je oriënteert op meerdere sporten die binnen het reguliere bewegingsonderwijs niet (kunnen) aangeboden worden. Op basis van je eigen keuzes ga je binnen Oosterhout de diversiteit aan sportaanbod actief beleven. Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Het vak lichamelijke opvoeding zal je wellicht niet direct koppelen aan een studie behalve die tot docent LOP. Deze studie wordt gegeven aan een aantal HBO opleidingen waaronder de Fontys Sporthogeschool. Mocht je interesse hebben in een opleiding waarbij sport centraal staat en het onderwijs je niet aanpreekt, kun je ook kiezen voor sports en wellness en sports en leisure. 17

19 De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt nvt Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past. 18

20 Maatschappijleer Algemeen Bij maatschappijleer staat het gedrag van groepen mensen centraal. Je leert er hoe onze samenleving in elkaar zit. Je leert ook zoeken naar mogelijke oplossingen van maatschappelijke en politieke vraagstukken. Je moet daarbij rekening houden met de verschillende belangen van de verschillende groepen, hoe besluiten tot stand komen en hoe een besluit wordt beïnvloed. Met andere woorden: je bekijkt de samenleving vanuit de sociaal-culturele, de sociale, economische en politiek-juridische invalshoek. Ook kijk je hoe bepaalde vraagstukken zijn ontstaan en hoe ze zich in andere landen afspelen. Waarden en normen zijn belangrijk, burgerschaps- en meningsvorming hangen daarmee samen. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Er zijn raakpunten met levensbeschouwing, geschiedenis, aardrijkskunde en economie. Maatschappijleer is een verplicht vak in het gemeenschappelijk deel van de Tweede Fase. Maatschappijleer in het gemeenschappelijk deel Het examenprogramma omvat de volgende domeinen: Domein A: Vaardigheden Domein B: Rechtsstaat Domein C: Parlementaire democratie Domein D: Verzorgingsstaat Domein E: Pluriforme samenleving Aantal lesuren In 4 HAVO heb je geen maatschappijleer In 5 HAVO heb je 2 lessen per week Examenprogramma Het eindexamen van maatschappijleer bestaat uit een schoolexamen. Er worden 3 schriftelijke toetsen afgenomen en je maakt een praktische opdracht. Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Maatschappijleer vormt een inleiding op een sociaalwetenschappelijke, journalistieke, juridische, sociaal- of cultureel-maatschappelijke opleiding. Deze vervolgopleidingen vragen namelijk allemaal een zeker inzicht in maatschappelijke processen en theorieën en de wereld waarin je leeft. Je moet denken aan studies als Managementopleidingen, Journalistiek, Sociale opleidingen, Basisonderwijs, enz. 19

21 Nederlandse taal en letterkunde (Nederlands) Algemeen Als je naar de middelbare school gaat, spreek je uiteraard al goed Nederlands. Toch valt er nog heel veel te leren over je eigen taal en daarom krijg je in alle jaren op de middelbare school nog het vak Nederlands. Tijdens de lessen Nederlands komen verschillende onderdelen aan bod: - Tekstbegrip: hiervoor moet je teksten lezen en je daarbij afvragen: "wat wil de schrijver hier nou eigenlijk mee zeggen?". Op die manier leer je wat voor soorten teksten er zijn (uiteenzetting, betoog, beschouwing) en word je getraind in het onderscheiden van hoofd- en bijzaken. - Literatuur: hierbij komt de literatuur door de eeuwen heen aan bod. Je moet zelf een aantal boeken lezen. - Andere onderdelen die aan bod komen zijn bijvoorbeeld: taalbeschouwing, schrijfvaardigheid (een opstel of een artikel schrijven), mondelinge communicatie o.a. discussiëren Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Nederlands in de bovenbouw verschilt niet heel veel van Nederlands in de onderbouw. Er wordt alleen vaak sneller door de stof heen gelopen en je gaat dieper op onderwerpen in. Wat in de onderbouw boeken lezen heet, heet nu literatuur. Je moet verder zelfstandig veel eigen onderzoek doen en dit regelmatig presenteren aan je klasgenoten. Aantal lesuren In 4 HAVO krijg je wekelijks 4 uur Nederlands; in 5 HAVO is dat 3.5 uur per week. Examenprogramma Het eindexamen voor Nederlandse taal en letterkunde bestaat uit schoolexamens en een centraal examen. Tijdens het centraal examen wordt voornamelijk je leesvaardigheid getoetst. Dat gebeurt aan de hand van een tekst met vragen (tekstbegrip). Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met daarin de resultaten van de volgende onderdelen: spreekvaardigheid, schrijfvaardigheid, taalbeheersing en literatuur. Het onderdeel wordt afgesloten met een schoolexamen waarvan het cijfer meetelt bij Nederlands. Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Journalistiek Lerarenopleiding Nederlands Pabo Logopedie De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Tijdens de profieloriëntatieweek krijg je les in één of meerdere onderdelen van het vak. 20

22 Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Wat vind je moeilijk aan het vak Nederlands? 21

23 Aardrijkskunde Wat betekent de klimaatverandering voor Nederland? Waarom is het belangrijk dat allochtonen inburgeren? Hoe is de tsunami in Azië ontstaan en kan dit ook bij ons voorkomen? Hoe kan je het fileprobleem oplossen? Waarom blijven arme landen zo arm? Aardrijkskunde gaat over de wereld. In vergelijking met jullie ouders zullen jullie veel meer zien van de wereld. Jullie zullen vaker buiten Europa op vakantie gaan, vaker via je werk contacten hebben met mensen in het buitenland en soms zelfs werken voor buitenlandse bedrijven. Daarom is aardrijkskunde heel erg belangrijk. Je leert er meer over de verschillen tussen mensen op de wereld. Waarom zijn mensen in Afrika zo arm en waarom worden grote groepen mensen in Azië wel rijker? En je leert er over de verschillende landschappen en de gevaren die daarbij horen (vulkanen in Indonesië, modderstromen in Bangladesh, verwoestijning in de VS). Aardrijkskunde biedt je dus als het ware een venster op de wereld, dat je bij dit vak leert verkennen en begrijpen. Met dit vak leer je de ontwikkelingen in de wereld een plaats te geven. Iedere dag lees je in de krant of zie je op het journaal wel onderwerpen die te maken hebben met aardrijkskunde, bijvoorbeeld over vluchtelingenstromen of de vergrijzing van de samenleving. Je komt aardrijkskunde dus vaker tegen dan je misschien had gedacht. Maar je leert nog meer tijdens de aardrijkskundeles; het leren gebruik maken van internet, databestanden, bronnen etc. Op die manier leer je informatie te verzamelen, te selecteren, te beoordelen en te verwerken. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Er wordt een ander soort boek gebruikt dan in de onderbouw en je hebt geen topografie meer. Er wordt afgewisseld tussen theorie en praktijk, je maakt dus theoretische schoolexamentoetsen en je moet een aantal praktische opdrachten maken. Daarnaast heb je ook nog tussentijdse proefwerken in 4 HAVO, die meetellen voor het overgangsrapport. Aantal lesuren Aardrijkskunde wordt in 4 HAVO en in 5 HAVO gegeven. In 4 HAVO krijg je 3 lesuren per week. In 5 HAVO krijg je 3 lesuren per week. Examenprogramma Het examen van aardrijkskunde bestaat uit een centraal examen en een schoolexamen. De volgende onderwerpen komen in de bovenbouw aan bod: Domein A Vaardigheden Hierin leer je hoe je een geografisch onderzoek moet aanpakken, maar ook hoe je snel informatie uit de atlas opzoekt, tabellen en grafieken leest en informatie uit afbeeldingen kunt halen. Domein B Wereld Dit domein gaat over verschillen tussen gebieden in de wereld en behandelt ook het thema globalisering. Domein C Aarde Dit domein behandelt onder andere vulkanisme, aardbevingen, het broeikaseffect en de gevolgen van klimaatverandering voor Nederland. 22

24 Domein D Ontwikkelingsland Dit domein gaat over het verschil tussen arm en rijk in Azië, de oorzaken voor dit verschil en de mogelijke oplossingen. Domein E Leefomgeving Dit domein gaat over Nederland. Onderwerpen zijn onder meer de overstromingen en andere wateroverlast in ons land en de problemen van grote steden. Domein F Oriëntatie op studie en beroep Waar te kiezen? Zie tabel voorin het boekje. Mogelijkheden met aardrijkskunde wat betreft (vervolg)studie: Hoger Beroeps Onderwijs Logistiek en Economie Planologie Verkeerskunde Leraar aardrijkskunde Civiele techniek Vastgoed en Makelaardij Toerisme en Recreatie Journalistiek Geodesie (landmeetkunde) Mogelijkheden met aardrijkskunde wat betreft beroep: g, oek, politiek, energie, geoloog, landbouw, vastgoed, hydrografie, journalistiek, milieukunde, seismologie, meteorologie, hulpverlening, GIS-specialist, delfstofwinnin klimaatonderz bodemonderzoek, weg- en waterbouw, stedenbouwkundige, leraar aardrijkskunde, geo-informatie en ict, internationale handel, reiswereld / reisleider, internationale organisaties, verkeer- en transportsector, ruimtelijke ordening en planologie, binnen- en buitenlands bestuur en beleid, crisis-, water-, natuur- en landschapbeheer De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Om te beginnen kan er bij aardrijkskunde een onderscheid gemaakt worden tussen fysische en sociale geografie. Tijdens de profieloriëntatieweek wordt er aandacht besteed aan beide aspecten van het vak. Daarnaast zal worden ingegaan op het bekijken van bepaalde onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken. In de bovenbouw zal deze manier van werken/vraagstelling namelijk ook vaker terugkomen. 23

25 Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waarom gaat aardrijkskunde zowel over de natuur (fysisch) als de mens (sociaal)? 2. Waarom is aardrijkskunde een nuttig vak voor later? 3. Waarom is aardrijkskunde handig in combinatie met economie? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 24

26 Biologie Algemeen Biologie betekent letterlijk "de leer van het leven". Bij biologie hou je je dan ook bezig met het bestuderen van alles wat leeft, groeit en bloeit: mensen, planten, dieren en micro-organismen. Het vak biologie is opgebouwd rondom 3 centrale thema's: Hoe is het leven op aarde tot stand gekomen? Hoe ontwikkelen organismen zich van hun vroegste ontwikkelingsvorm tot het volwassen stadium? Hoe kunnen organismen zich aanpassen aan een omgeving die steeds verandert? Voor iedereen die in een medische, paramedische of biologische richting verder wil, is dit vak een must, ook als het voor de vervolgopleiding niet verplicht is. In elk geval is het een vak dat je voor je algemene ontwikkeling niet mag missen. Als je niet zo heel exact bent aangelegd kan biologie best een moeilijk vak zijn. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? De lessen biologie in de bovenbouw bouwen voort op de lessen zoals die in de onderbouw gegeven worden. Alleen is het niveau een stuk hoger. Tijdens de biologielessen in de bovenbouw wordt vooral verwacht dat je logisch kunt nadenken, dat je verbanden kunt leggen tussen de verschillende onderwerpen binnen de biologie en dat je inzicht hebt in hoe bepaalde processen werken. De lesvorm is heel gevarieerd: klassikaal, afgewisseld met zelfstandig werken, of werken in groepjes. Practica zijn bij biologie erg belangrijk: het is niet alleen illustratie van de leerstof, het is ook een manier van met biologie bezig zijn. De stof wordt zoveel mogelijk in bepaalde contexten behandeld. Daarbij moet je denken aan: gezondheid (bijvoorbeeld de rol van voedsel, de rol van zonlicht, de rol van micro-organismen), natuur en milieu (bijvoorbeeld invloed van menselijk gedrag op de natuur), voedsel en voedselproductie (bijvoorbeeld wereldvoedselprobleem) en biotechnologie (bijvoorbeeld klonen, DNAmanipulatie). Dit maakt biologie tot een vak dat je dagelijks tegenkomt. Aantal lesuren Biologie wordt in alle jaren van de bovenbouw gegeven. In 4 HAVO krijg je 4 lesuren per week in het 1e semester en 3 uren per week in het 2 e semester In 5 HAVO krijg je 3 lesuren per week Examenprogramma Het eindexamen van biologie bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. De volgende onderwerpen komen in de bovenbouw aan bod: Domein A1 Vaardigheden Hierin leer je hoe je een biologisch onderzoek moet aanpakken. Domein A2 Analyse van en reflectie op natuurwetenschap en techniek De natuurwetenschappelijke kennis en de technische toepassingen ervan worden nader bekeken. Domein B Structuren in ecosystemen, organismen en cellen Organismen in relatie tot elkaar en omgeving. Het hele ingewikkelde samenspel van planten en dieren in een gebied hangt van vele factoren af: licht, temperatuur, structuur van de bodem, de invloed van de mens en nog veel meer. Zo'n leefgebied noemen we wel een ecosysteem. Welke soorten planten en dieren (organismen) er leven hangt er natuurlijk nauw mee samen. De bouw, onderdelen en functies van cellen komen aan de orde. De functies van allerlei weefsels en organen komen hier aan bod. Je moet bijvoorbeeld in tekeningen en 25

27 afbeeldingen delen van cellen kunnen herkennen. Daarnaast is er aandacht voor de functies van allerlei onderdelen van cellen, zoals de kern en het celmembraan. Domein C Voortplanting en erfelijkheid Allerlei onderwerpen die met erfelijkheid, genetische manipulatie en erfelijke ziekten te maken hebben komen aan bod. Ook leer je hoe je de uitkomst kunt voorspellen van kruisingen, onder andere met behulp van kansberekeningen. Domein D Stofwisseling Hoe komen we aan onze energie? Hoe maken we de stoffen die in ons lichaam belangrijk zijn? Voor een aantal stoffen is er sprake van een kringloop. Daarvoor zijn een groot aantal micro-organismen van belang. De hele spijsvertering komt aan bod. Welke organen spelen een rol bij eten en drinken, vertering, verwijdering van onverteerbare stoffen en afvalstoffen? De chemische kant van eiwitten, koolhydraten en vetten krijgt volop de aandacht. Bloed speelt natuurlijk een belangrijke rol bij het 'bezorgen' van allerlei stoffen op het juiste adres. Longen, nieren en lever hebben daarbij een belangrijke taak. Wat is goede voeding? Welke stoffen zijn ongezond voor ons? Domein E Stabiliteit en verandering Je leert waar de ontwikkeling, handhaving of verstoring van een leefomgeving van afhangt. Als er binnen een bepaalde diersoort meer dieren sterven dan er geboren worden, dreigt uitsterven van deze diersoort. Maar er zijn ook omstandigheden waarbij bepaalde planten of dieren 'de macht kunnen grijpen'. Je leert iets over het gedrag van organismen. En je leert hoe de mens zijn interne milieu beschermt. Hoe houden we onze temperatuur constant? Hoe houden we vreemde indringers buiten? Meer informatie? Kijk bij of bij Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Biologie in beroepen Onderwerp Natuur en milieu Verzorging mensen Verzorging van dieren Verzorging van planten Bestrijding ziekten bij mensen Voeding bij mensen Beweging Voortplanting Beroep Boswachter Milieuconsulent Opticien Verpleegkundige Schoonheidsspecialiste Veehouder Dierenarts Akkerbouwer Hovenier Huisarts Apothekers assistente Diëtist Kok Fysiotherapeut Sportinstructeur Erfelijkheidsonderzoek Verloskundige 26

28 Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 27

29 Economie Algemeen In klas 3 heb je kennisgemaakt met het vak economie. Daarbij heb je vooral gekeken naar jouw rol in de economie: je rol als burger, als consument, als ondernemer, als werknemer enzovoort. Je hebt kennisgemaakt met een aantal aspecten van het economisch leven. Wat kun je verwachten van het vak in de bovenbouw? In de Tweede Fase breiden we het vak economie uit. We gaan kijken naar de macroeconomie: de economie van een land (voor ons natuurlijk Nederland) en de wereldeconomie. Centraal daarbij staat het doel van de economische wetenschap: het bereiken van een zo groot mogelijke welvaart. Simpel gezegd: - Als je een dagje naar een pretpark gaat of een dagje gaat shoppen heb je met het vak Economie te maken - De meeste sporten in de wereld zijn erg afhankelijk van geld en dus krijgen de meeste sporters te maken met het vak Economie Hoeveel van onze wensen kunnen we realiseren? De economen concentreren zich op het verwezenlijken van die wensen. Om de wensen te verwezenlijken zijn er goederen en diensten nodig. Er moet geproduceerd worden, zo ontstaat het Nationaal Product. Dat roept al meteen een aantal economische vragen op: wie zorgt voor de productie (bedrijven en/of de overheid)? Waarom wordt er geproduceerd (winst of algemeen belang)? Hoe produceren we (veel mensen = arbeid of juist veel machines = kapitaal). In welk land worden bepaalde producten geproduceerd? Enzovoort. Doordat we produceren ontstaat er inkomen: het Nationaal Inkomen. Hoe hoog is dat inkomen? Hoe verdelen we dat inkomen? Welk deel van dat inkomen reserveert de overheid voor zichzelf door belastingen te heffen? Aan welke producten geven de consumenten hun geld uit? Bij de bestudering van al deze problemen moeten we ons telkens weer vragen stellen. Vragen die te maken hebben met werkgelegenheid en werkloosheid, met internationale handel, met inflatie (= prijsstijgingen). Hoe komt het bijvoorbeeld dat elk jaar opnieuw de prijzen stijgen? Hoe kan een tropische orkaan in de golf van Mexico ervoor zorgen dat wij meer moeten betalen voor onze benzine? Wat is de rol van geld in de economie? Waarom werd bijvoorbeeld gezegd dat de invoering van de Euro voor een grotere welvaart zou zorgen in de deelnemende landen? Als laatste een waarschuwing: in het vak economie maken we veel gebruik van getallen, berekeningen en van de wiskunde. Als je geen enkel gevoel hebt voor het werken met getallen kun je beter geen Economie kiezen in je vakkenpakket. Aantal lesuren Economie wordt in 4 HAVO 4 uur per week gegeven en in 5 HAVO is er voor het vak 3 uur ingeroosterd. Indien je je opgeeft voor de Vecon Business School is dit een uur extra. Examenprogramma Het eindexamen van het vak Economie bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. Het schoolexamen zal gedeeltelijk bestaan uit een aantal verslagen die je maakt aan de hand van verschillende experimenten, die we in de klas zullen doen. Daarnaast 28 - Je hebt iedere dag te maken met het vak Economie. - De onderwerpen die je dagelijks in het nieuws ziet, hebben bijna allemaal te maken met het vak Economie!

30 Krantenartikelen waar het vak Economie een rol speelt: - Facebook verdient goed aan mobiele advertenties - koers stijgt - Ajax boekt 18 miljoen euro winst - Ook internationale media pikken zanger Rinus op - Einde economische maak je verschillende schoolexamens over de lesstof van het vak. De stof die je in de bovenbouw zult krijgen en waar het examen over gaat is een uitbreiding van de stof die je in je huidige praktische economie boek terug kunt vinden. We hebben om je een beeld te geven wat de inhoud is van het vak de examenonderdelen, gekoppeld aan de stof van je huidige economieboek. Uiteraard zal de stof in de bovenbouw een stuk uitgebreider zijn, dan wat je nu in de derde klas hebt gehad. Examenonderdelen: Hoofdstuk boek derde klas: Schaarste (zie hoofdstuk 1) Ruil (zie hoofdstuk 1) Markt (hoofdstuk 2+3) Ruilen over de tijd (hoofdstuk 4) Samenwerken en onderhandelen (hoofdstuk 5) Risico en informatie (hoofdstuk 5) Welvaart en groei (hoofdstuk 9) Goede tijden, slechte tijden (hoofdstuk 9) Waar te kiezen? Zie de tabel in dit boekje. Wat kun je met het vak economie in de toekomst? Economie is een algemeen vormend vak: je leert ermee het nieuws via radio, tv en krant te volgen en het bereid je voor op je eigen deelname aan onze economie. Welk beroep of vak je later ook kiest. Daarnaast is het vak natuurlijk ook belangrijk bij vervolgopleiding na de middelbare school. Bij de meeste economische opleidingen is het vak verplicht. Ook bij veel niet-economische studies is het vak economie van belang. Bijvoorbeeld bij de studies: - Communicatie - Journalistiek - Logistiek - Media, informatie en communicatie - Makelaardij - Vrijetijdsmanagement - Facilitymanagement - Toerisme Het vak is daarnaast belangrijk bij niet economische vervolgopleidingen omdat: - er bij veel studies het vak Economie wordt aangeraden. Dit is het geval bij studies als communicatie, recht en bedrijfskunde, marketing, reclame-opleidingen en de hogere hotelschool. - het een steunvak is voor bepaalde vervolgopleidingen. Dit is het geval bij opleidingen op het gebied van toerisme, journalistiek, talen, geschiedenis, managementopleidingen. 29

31 De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt: Enkele onderdelen van de stof die in klas 4 aan de orde komen. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 30

32 VECON BUSINESS SCHOOL Sinds dit schooljaar zijn we op het Mgr. Frencken College op de havo begonnen met de VECON Business School. Waarom is dit ingevoerd voor jullie: Verdieping binnen het vakgebied M&O Kennismaken met ondernemerschap Je eigen talenten ontwikkelen Verbreding en verdieping van de kennis door middel van theorie en praktijk Uitdagend onderwijs In 4 havo zullen leerlingen die kiezen voor VECON Business School één uur per week extra les krijgen. In dit lesuur zullen de volgende onderwerpen aan bod komen: Module belastingen Elementair boekhouden inclusief een landelijk examen Starten met eigen bedrijf, dit loopt door t/m 5 havo (Jong Ondernemen) Van oktober t/m maart volgen de leerlingen lessen elementair boekhouden. Het landelijke examen elementair boekhouden wordt afgenomen op het Mgr. Frencken College en geeft de volgende voordelen: Kennis en inzicht in boekhouden Deze verdieping geeft je voordeel bij het vak M&O Enkele economische HBO opleidingen geven vrijstelling voor een vak in het eerste jaar. Vanaf april wordt er daarna gestart met het starten van jullie eigen bedrijf in groepjes van 5 tot 7 leerlingen. Dit opstarten van het eigen bedrijf bevat vijf verschillende fases: 1. Opstarten: Junior E-scan, idee bedenken, samenwerken en het openen van een zakelijk bankrekening. 2. Ondernemingsplan. 3. Aandelen verkopen. 4. Inkoop en verkoop: tevens ook hun marketingplan uitvoeren en hun administratie bijhouden. 5. Afsluiten: een jaarverslag opstellen en de financiële administratie correct afronden. Dit is tevens je profielwerkstuk in 5 havo. VECON Business School is een verdieping binnen het vakgebied M&O en is bedoeld voor de excellente havo leerlingen. Dit programma zorgt voor een verzwaring van het reguliere 4 havo programma en mag niet ten koste gaan van andere vakken. 31

33 Geschiedenis Algemeen Geschiedenis heeft met het verleden te maken. Dat wist je natuurlijk al. Ook jij kunt terugkijken op een stukje verleden. Leuke gebeurtenissen en momenten blijven je bij. Vervelende dingen die je hebt meegemaakt, vergeet je niet snel. Misschien heb je wel eens dingen gedaan waar je achteraf spijt van had. Het proefwerk waar je niet voor geleerd had of de ruzie met je vriend of vriendin. Had ik maar. hoor je vaak zeggen. In het vak geschiedenis dat voluit geschiedenis en staatsinrichting heet, gaat het over mensen. Het gaat om de goede dingen, maar ook over de fouten die mensen gemaakt hebben. Zowel van de goede als de slechte dingen kunnen we leren. Bij geschiedenis gaat het in eerste instantie om kennis. Je moet veel leren en dingen weten. Als je dit gedaan hebt gaat de historische wereld pas echt voor je open: je leert verbanden te leggen en ontwikkelingen in de tijd te plaatsen. Het is ook de bedoeling dat je zelf aan de gang gaat met verschillende onderwerpen. Het verzamelen en bestuderen van historische informatie, het maken van een werkstuk, een onderzoekje doen en het afnemen van een interview zijn hiervan enkele voorbeelden. Hierbij haal je zelf informatie uit de bibliotheek, mediatheek en van internet. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? In de bovenbouw worden de onderwerpen die in de onderbouw zijn behandeld verder uitgediept. Je begint dus weer met het tijdvak Jagers en boeren en sluit af met de Tijd van Televisie en Computer. Er zijn wel een aantal veranderingen: - Je gaat steeds meer zelf op onderzoek uit om op die manier dingen te ontdekken. De basis hiervoor is kennis, je moet nog steeds jaartallen en begrippen uit je hoofd kennen. Maar je gaat deze kennis steeds meer toepassen om ontwikkelingen in verband te plaatsen en om achtergronden van gebeurtenissen te verhelderen. - Je moet Kenmerkende aspecten kennen. Ieder tijdvak heeft een aantal kenmerkende gebeurtenissen/ontwikkelingen/. Deze moet je kunnen noemen en je moet, uiteindelijk, hiervan voorbeelden kunnen geven. Aantal lesuren Geschiedenis wordt in 4 HAVO en in 5 HAVO gegeven. In 4 HAVO 4 uur per week. In 5 HAVO 3 uur per week. Examenprogramma Het eindexamen van geschiedenis bestaat uit schoolexamens en een centraal examen. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met daarin toetsen en opdrachten die je hebt gedaan en praktische opdrachten. Het centrale eindexamen bestaat uit de 10 tijdvakken waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan een aantal context onderwerpen. De onderwerpen voor de komende jaren zijn: - De republiek der zeven verenigde Nederlanden Duitsland tussen De koude oorlog Waar te kiezen? Zie tabel pag

34 Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Met je Havo diploma heb je toegang tot de lerarenopleiding geschiedenis. Dit is de enige mogelijkheid om echt iets met geschiedenis te doen. Als je hiervoor kiest, kun je docent worden. Maar toch werken de meeste mensen die geschiedenis hebben gestudeerd niet als docent. Een groot gedeelte van de historici werkt als communicatieadviseur of als journalist. Reden hiervoor is dat je tijdens de studie geschiedenis leert onderzoeken (speurwerk) en dit vervolgens te verwerken tot een logisch verhaal. Ook zijn er historici die werken als beleidsmaker of medewerker bij een gemeente, provincie of ministerie. Mark Rutte en Kroonprins Willem-Alexander hebben bijvoorbeeld ook geschiedenis gestudeerd. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Tijdens de profieloriëntatieweek gaan we bij het vak geschiedenis kijken naar de indeling van de geschiedenis in periodes (5) en tijdvakken (10). In de bovenbouw wordt er gewerkt aan de hand van die indeling en alle tijdvakken worden besproken. Je begint weer helemaal bij het begin, dus de tijd van jagers en boeren, en werkt door tot de moderne geschiedenis, de tijd van televisie en computers. Verder laten we jullie kennismaken met de manier van werken en het boek uit de bovenbouw. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 33

35 Informatica Hieronder volgt algemene informatie over het vak informatica, zoals dit aangeboden kan worden als examenvak in Nederland. Omdat Informatica een levend vak is, verandert de inhoud van het vak vrijwel elk jaar. De opzet is wel altijd dat je op het einde van je schooltijd (bijna alle) digitale communicatiemogelijkheden gebruikt. Algemeen Mensen maken steeds meer gebruik van computers voor het verkrijgen en bewerken van informatie en computers zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Bij informatica gaat het in de eerste plaats om de manier waarop mensen met informatie omgaan. In de tweede plaats gaat het om het gebruik van machines bij het verwerken van deze informatie. Door dit vak te kiezen krijg je een beter beeld van het grote belang van de computer en van de media die met de computer te maken hebben. Die kennis kun je gebruiken bij je studie, nu en in een vervolgopleiding en waarschijnlijk ook in je latere beroep. Onderwerpen die bij informatica aan bod komen zijn: Informatie en informatiesystemen Bouw een eenvoudige website. Privacy, Geheimhouding en Bedreigingen. Hoe herken je bedreigingen en gevaren? Welke veiligheidsmaatregelen zijn er en kun je gebruiken? Datacommunicatie & Netwerken Hoe vindt communicatie plaats tussen computers onderling en tussen computers en hun gebruikers bij netwerken, datacommunicatie en websites? Informatiesystemen en informatieanalyse Analyseer welke gegevens opgeslagen moeten worden om informatie te krijgen die je nodig hebt. Bouw een eenvoudige website. Hardware & Software Hoe zitten, technisch gezien, computers in elkaar en hoe werken ze? Algoritmen (probleemoplossingen) en informatieverwerking. Programmeren kan theoretisch en praktisch. Vanuit een informatiebehoefte kun je een programma maken. Dit doen we webbased met PHP/MySQL. Games Design. Bouw een computergame mbv. Object georiënteerd programmeren Projectmanagement Hoe werk je goed samen? Welke zaken leg je vast en welke zaken vertrouw je op gemeenschappelijk belang? Informatica is een goede basis voor veel vervolgopleidingen en beroepen. Er is immers bijna geen beroepsrichting meer denkbaar of je krijgt op de een of andere manier te maken met informatieverwerking en automatisering. Informatica is zeker niet altijd makkelijk, maar het is wel een boeiend, veelzijdig en afwisselend vak. Het belang van informatica. Je kunt bijna geen tak van wetenschap of techniek bedenken of de computer speelt er een rol in. En in veel gevallen is de computer zelfs onmisbaar geworden. Ook in het maatschappelijke leven is de computer diep doorgedrongen. We spreken daarom ook wel van de informatiemaatschappij. Bij dit onderdeel bestudeer je de rol en het belang van de computer en de daarmee verbonden media. Je krijgt hier ook te maken met de minder leuke bijverschijnselen zoals bedreiging van de privacy, het illegaal kopiëren van programma's en rare dingen op het internet. Begrippen en vaardigheden. Bij dit programmaonderdeel leer je in grote lijnen hoe een computer werkt en hoe programma's in elkaar zitten. Je wordt ingewijd in de 'geheimtaal' van 34

36 computergebruikers zodat je er voortaan over mee kunt praten. Met andere woorden: je wordt ingewijd in de hard- en software. Je gaat verschillende programma's gebruiken om gegevens op te slaan en om presentaties te maken. Dat kun je zeker bij dit vak maar waarschijnlijk ook bij andere vakken goed gebruiken. Systemen. De informatiewereld zit vol met systemen. Denk bijvoorbeeld aan het bank/giro systeem waarvan de geldautomaat maar een klein onderdeeltje is. Zo zijn er veel meer onderdelen. Bij de meeste systemen komen netwerken te pas, waarlangs de informatiestromen van het ene punt naar het andere punt gaan. Aantal lesuren 4 HAVO: 3 uur. 5 HAVO: 3 uur. Examenprogramma Het vak informatica wordt afgesloten met een schoolexamen. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep: ICT is bij alle HBO- en WO-opleidingen/studies en beroepen relevant. Specifieke ICT-opleidingen: Bedrijfskunde HBO-ICT Media-opleidingen & Game Design De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Vakpresentatie Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 35

37 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 36

38 Maatschappijwetenschappen Algemeen Bij maatschappijwetenschappen staat het gedrag van groepen mensen centraal. Je leert er hoe onze samenleving in elkaar zit. Je leert ook zoeken naar mogelijke oplossingen van maatschappelijke en politieke vraagstukken. Je moet daarbij rekening houden met de verschillende belangen van de verschillende groepen, hoe besluiten tot stand komen en hoe een besluit wordt beïnvloed. Met andere woorden: je bekijkt de samenleving vanuit de sociaal-culturele, de sociale, economische en politiek-juridische invalshoek. Een belangrijk instrument van het vak is het analyseschema, waarmee op een systematische manier naar die vraagstukken wordt gekeken Je moet daarbij rekening houden met de verschillende belangen van de verschillende groepen, hoe besluiten tot stand komen en hoe een besluit wordt beïnvloed. De analyse gaat uit van de invalshoeken die boven al genoemd werden. Meningsvorming is meer dan het uiten van je eigen gelijk, maar is gebaseerd op analyse, luisteren, overwegen en denken. Het examenvak is gericht op de sociale wetenschappen en vormt een voorbereiding voor verschillende vervolgopleidingen in maatschappelijke vakken, zoals HBO-recht, managementopleidingen, journalistiek, juridische en maatschappelijke dienstverlening, PABO, enz. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Het is een nieuw vak met raakpunten met levensbeschouwing, geschiedenis, aardrijkskunde en economie. Je moet niet opzien tegen het lezen van veel teksten. Interesse in aardrijkskunde, geschiedenis, Nederlands, het lezen van kranten, kijken naar het journaal en documentaires is een pré. Deelvakken Verwante, in het programma ingebedde, vakken zijn: sociologie, criminologie, politicologie. Aantal lesuren In klas 4: 3 uur, klas 5: 3 uur. Examenprogramma Het examenprogramma omvat de volgende domeinen: Domein A: Vaardigheden Domein B: Politieke besluitvorming Domein C: Massamedia Domein D: Multiculturele samenleving Domein E: Mens en werk Domein F: Criminaliteit en rechtsstaat Domein G: Milieu en beleid Domein H: Ontwikkelingssamenwerking. Maatschappijwetenschappen bestaat uit een schoolexamen, bestaande uit een aantal toetsen en een praktische opdracht (50%) en een centraal examen (50%) Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5 Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Maatschappijwetenschappen vormt een inleiding op een sociaalwetenschappelijke, journalistieke, juridische, sociaal- of cultureel-maatschappelijke opleiding. Deze 37

39 vervolgopleidingen vragen namelijk allemaal een zeker inzicht in maatschappelijke processen en theorieën en de wereld waarin je leeft. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt: Een kennismakingsles aan de hand van de actualiteit. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 38

40 Management en Organisatie (M&O) Algemeen De doelstelling van het vak M&O is je inzicht te vergroten in het reilen en zeilen van een organisatie. Voorbeelden van organisaties die je al kent zijn, een sportvereniging, een winkel, een fabriek en een restaurant. Het gaat er dus vooral om wat er binnen de organisaties gebeurt. Je komt bij dit vak allerlei zaken tegen die te maken hebben met de vraag: "Hoe kan ik een organisatie vormgeven en hoe kan ik er voor zorgen dat de doelstellingen van het bedrijf ook worden gehaald?" Vaak bestaat een doelstelling uit het behalen van een zo groot mogelijke afzet, omzet en/of winst. Dit betekent dan ook dat je zult moeten leren hoe een financiële rapportage gemaakt wordt. Dit deel van het vak kost relatief veel tijd. Je bent tijdens de lessen dus veel bezig met financiële vraagstukken. Als je inzicht in getallen hebt, logisch kunt nadenken, goed bent in begrijpend lezen en niet bang bent voor een flink portie rekenwerk (grafieken en tabellen!) is het vak zeker iets voor jou. M&O is zeer geschikt als voorbereiding op opleidingen in de bedrijfseconomische en/of commerciële richting. Waarin verschilt het vak M&O met het vak Economie? Het vak economie houdt zich vooral bezig met de economie van het hele land. Economie gaat bijvoorbeeld in op de oorzaken van werkloosheid, het voorkomen van inflatie of de factoren die invloed hebben op de vraag en het aanbod van producten en diensten. Ook gaat het over inkomsten en uitgaven van de overheid. M&O houdt zich vooral bezig met wat er binnen organisaties/ondernemingen gebeurt. M&O is minder theoretisch dan het vak economie. Er wordt bij M&O meer met getallen gewerkt, maar er komt relatief weinig wiskundige aanpak voor. Aantal lesuren Management en organisatie wordt zowel in 4 HAVO en 5 HAVO gegeven, steeds 3 uur per week. Examenprogramma Het vak management en organisatie wordt afgesloten met schoolexamens en het centraal eindexamen. De volgende onderwerpen komen aan bod: Financiering van activiteiten Wat voor rechtsvorm heeft een organisatie en welke mogelijkheden zijn er op de vermogensmarkt om te geld te lenen. Financieel beleid Je zult veel werken met financiële overzichten zoals een balans en winst & verliesrekening. Je leert om begrotingen op te stellen, maar ook het analyseren van behaalde resultaten. Vervolgens kun je advies geven of bepaalde investeringen gedaan moeten worden. Externe financiële verslaggeving In de derde klas heb je bij economie al eens een eenvoudige balans bekeken. Bij M&O ga je uitgebreid in op de financiële verslagen van commerciële en niet-commerciële organisaties. Je leert waarop je moet letten om een oordeel te vormen over de gang van zaken en op basis daarvan kun je advies geven. Bij M&O leer je: Welke manieren van organiseren er zijn. Hoe belangrijk communicatie is voor een organisatie. 39

41 Marketingbeleid Je leert hoe organisaties hun doelstellingen behalen met behulp van marketinginstrumenten, zoals de prijs, plaats, product en promotie. Interne organisatie en personeelsbeleid Aan een organisatieschema kun je zien hoe een bedrijf, een ziekenhuis of een school is georganiseerd. Uit zo n schema kun je aflezen wie de leiding in de organisatie heeft. Daarnaast is het zeer belangrijk dat een manager goed communiceert met zijn personeel. Informatievoorziening met behulp van informatie- en communicatietechnologie (ICT) Je leert hoe je het programma Excel kunt gebruiken voor financiële overzichten. Bij M&O leer je: Hoe je berekeningen maakt om een bedrijf goed te kunnen leiden. Welke informatie je nodig hebt om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Waar te kiezen? Het vak M&O kun je als keuzevak kiezen bij het profiel Economie & Maatschappij, maar ook bij de profielen Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek. Je moet het vak wiskunde volgen om M&O te mogen kiezen. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep. Wat kun je later doen met M&O? Misschien ben je al lid van een vereniging. Dan heb je vast wel eens een ledenvergadering bijgewoond. Op zo'n vergadering wordt er van alles over de vereniging besproken. Later kan je als werknemer of als manager in allerlei vergaderingen terechtkomen: personeelsvergaderingen, aandeelhoudersvergaderingen, vergaderingen van de Ondernemingsraad van een bedrijf of de Medezeggenschapsraad van een school. In dit soort vergaderingen worden de plannen van het bestuur of de directie besproken en ook financiële zaken als de begroting. Ook een ingenieur en een verpleegkundige moeten iets begrijpen van financiële zaken en organisaties. Wanneer je het vak M&O gevolgd hebt, kun je door je kennis en inzicht in allerlei vergaderingen de juiste vragen stellen. Bovendien biedt M&O een goede basis voor managementfuncties. Daarom ligt het voor de hand dat je voor M&O kiest als je na HAVO een economische studie wilt gaan volgen. Maar M&O kan ook interessant zijn voor andere Veel leerlingen komen na HAVO via het hoger onderwijs terecht in leidinggevende functies. richtingen waarin management en leidinggeven belangrijk zijn. Daarom staan er in het hoger onderwijs nogal wat managementvakken en bedrijfskundige vakken op het studieprogramma. Wie weet heb je later een eigen bedrijf, M&O is dan zeker een goede keuze. Indien je een economische studie wilt gaan doen dan wordt M&O zéér aangeraden. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Bij het vak economie in de 3 e klas ga je in het schooljaar ook twee proefwerken maken die alleen gericht zijn op het vak M&O. Met behulp van die lessen en de proefwerken kun je voor jezelf goed inschatten of het vak iets voor jou is. In de profieloriëntatieweek wordt een onderwerp uit de bovenbouw behandeld, zodat je het niveau van de 4 e klas ervaart. 40

42 Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 41

43 Muziek Algemeen Vrijwel iedereen is op zijn of haar eigen manier met muziek bezig. Soms zeer actief door zelf te zingen of een instrument te bespelen, soms wat passiever door er naar te luisteren. In de onderbouw heb je al 3 jaar muziekles gehad. In klas 3 zelfs 2 uur per week. Toch valt er nog volop te leren over muziek. Muziek is dan ook een heel breed vak met vele kanten. Vaak is het ook een actief vak omdat je alleen, in groepjes, met de klas of zelfs in de bovenbouw met meerdere klassen tegelijk muziek maakt. Soms zelfs na schooltijd (b.v. bij concerten en de repetities daarvoor). Een vak waarvoor je net als bij sport moet trainen: je oren, je instrument en je stem. Maar ook een vak met theoretische kanten. Er zijn termen/begrippen die je moet leren, maar vervolgens ook moet gaan herkennen met je oren. Vrijwel alles wordt gekoppeld aan geluid, heel logisch natuurlijk. Muziek is een vak dat niet vaak verplicht is voor een vervolgopleiding. Voor een aantal opleidingen is het echter wel heel handig: b.v. pabo, dansopleidingen, logopedie, theateropleidingen, muziektherapie, welzijnswerk enz. Je hoeft niet al jaren een instrument te bespelen wanneer je het vak kiest. Je bent echter wel in het voordeel wanneer je al iets bespeelt, want musiceren (zingen én spelen) is een belangrijk onderdeel van het vak. Dat je ook behoorlijk noten moet kunnen lezen is natuurlijk logisch. Muziek is een vak dat je kiest omdat je het leuk vindt! Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Vanuit de onderbouw ben je niet gewend om zo regelmatig huiswerk te krijgen. Dat is in de bovenbouw duidelijk anders. Daar moet je veel meer thuis doen. Je hebt naast een tekstboek een werkboek en je werkt met ICT-materiaal. Luisteropdrachten, theorieopdrachten, muziekstukken instuderen, instrumenten (nog beter leren) herkennen je kunt en moet daar thuis regelmatig aan werken. Een onderwerp waarvoor in de onderbouw ook iets minder aandacht was is solfège: een onderdeel dat alles met je gehoor en notatie te maken heeft (ritme, melodie, toonsoort, maatsoort, akkoorden etc.). De computer maakt dat je hier op je eigen niveau en in je eigen tempo aan kunt werken. Aantal lesuren In het vierde jaar krijg je het eerste semester 4 lesuren per week en het tweede semester 3 lesuren per week. In het vijfde leerjaar krijg je 3 lesuren per week. Net als in de onderbouw krijg je één uur per week praktijk. Soms ook 2 uur per week! Examenprogramma Het examen van muziek bestaat uit een centraal landelijk examen en schoolexamens. De volgende onderwerpen komen in de bovenbouw aan bod: 42

44 Domein A: Vaktheorie Subdomein A1: Subdomein A2: Subdomein A3: Waarnemen en weten Analyseren en interpreteren Muziek en Cultuur Hierbij hoort o.a. het volgende: algemene muziekleer (termen/begrippen die je niet alleen moet weten maar ook op het gehoor moet kunnen interpreteren), muziekinstrumenten en zangstemmen, het opschrijven van ritmes en melodieën, muzikale vormen leren herkennen, kennis van en inzicht in de muziekgeschiedenis van de Middeleeuwen tot de 20 e eeuw, het kunnen volgen van partituren, het analyseren van muziek. Domein B: Praktijk Subdomein B1: Subdomein B2: Zingen en spelen Improviseren en componeren Dit houdt o.a. in: zingen en spelen van muziek uit de verschillende perioden van de muziekgeschiedenis (individueel en in groepsverband), het improviseren van een ritme of melodie, het onvoorbereid spelen en zingen van ritmes en melodieën, het zelf ontwerpen en noteren van muziek volgens vastgestelde regels. Domein C: Oriëntatie op studie en beroep Het landelijke Centraal Examen is een luistertoets waarin alle onderdelen van het vak (behalve zelf musiceren) aan bod kunnen komen. De schoolexamens (o.a.): Algemene muziekleer (luistertoets en theorie) Solfège/individueel musiceren (mondeling) Solfège schriftelijk Muziekgeschiedenis (mondeling) Compositie opdrachten in groepsverband - Concert!!! (instrumentaal en vocaal musiceren in meerdere stijlen) Het examenprogramma bestaat uit 9 schoolexamens en 1 centraal (landelijk) examen. Waar te kiezen? Zie tabel pag

45 Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Het vak muziek is nergens verplicht. Je talent voor muziek op een andere manier ontwikkelen kan ook een succesvolle manier zijn om toegelaten te worden op bijvoorbeeld een conservatorium of de rockacademie. Het is wel een vak dat erg handig kan zijn en van pas kan komen bij diverse opleidingen. De meeste leerlingen kiezen het vak omdat ze er goed in zijn en het leuk vinden. Conservatorium: bijvoorbeeld Docent muziek, muziektheater of uitvoerend musicus Rockacademie: bijvoorbeeld popmuzikant of singer/songwriting Muziektherapie of creatieve therapie Media en entertainment management Culturele en maatschappelijke vorming Film en televisie academie: bijvoorbeeld sounddesign Kleinkunstacademie: uitvoerend podiumkunstenaar Productie podiumkunsten Logopedie Pabo Diverse dansopleidingen Circus arts Toneelschool, bijvoorbeeld docent drama of acteur. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt De lessen gaan deze week, en deels ook in de week ervoor en erna, over de Barok. In de bovenbouw is muziekgeschiedenis de rode draad voor alle lesstof en tijdens lessen kun je een beetje ervaren op welke manier dat gaat. Er is aandacht voor deze periode in de geschiedenis, maar vooral voor de manier waarop muziek toen gemaakt werd en klonk. In dezelfde periode ga je in de muzieklessen ook een stukje muziek spelen uit die tijd. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 44

46 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? Succes met je keuze! 45

47 Natuurkunde Algemeen Natuurkunde kom je overal om je heen tegen: telefoon, licht, wasmachine, lift, contactlens, spaarlamp. Dat zijn slechts enkele voorbeelden van ontwikkelingen en uitvindingen waaraan natuurkundigen hebben meegewerkt. Natuurkunde komt niet alleen van pas als je een exacte studie gaat doen, maar kan ook heel nuttig zijn als basis voor vele andere studierichtingen. Doordat je een flinke wetenschappelijke kennis opbouwt, ben je in staat kritisch en analytisch te denken. En dat komt weer bij vele beroepen van pas! Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Natuurkunde in de bovenbouw betekent een verdieping van de lesstof uit de onderbouw. Bekende stof uit de onderbouw wordt meer geformaliseerd: je gaat meer met formules rekenen. Daarnaast komt er een aantal onderwerpen bij: trillingen, radioactiviteit en fysische informatica. In de tweede fase wordt het vak natuurkunde een echte uitdaging. Je doet experimenten en voert daarnaast praktische opdrachten uit. Aantal lesuren Natuurkunde wordt in 4 HAVO en 5 HAVO gegeven. In 4 HAVO krijg je 4 lesuren per week. In 5 HAVO krijg je 3 lesuren per week. Examenprogramma Het eindexamen voor natuurkunde bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. De volgende onderwerpen komen in de bovenbouw aan bod: - Domein A Vaardigheden. Als je een proef hebt gedaan, moet je daar mondeling of schriftelijk verslag van uitbrengen. Die proeven doe je met allerlei apparaten en hulpmiddelen, zoals een oscilloscoop, stopwatch, lenzen of een voltmeter. Je moet daar op een goede manier gebruik van maken. Er moet vaak iets berekend worden, met de rekenmachine of op de computer. Soms zien die berekeningen er behoorlijk wiskundig uit. Ook moet je weten hoe je een betrouwbaar experiment opzet. Het werken met simulaties, modellen en aan de computer gekoppelde experimenten gaat een grotere rol spelen. Een eigen zelfstandig onderzoek kan erbij horen. Er wordt nagegaan hoe natuurwetenschappelijke kennis ontstaat, welke vragen onderzoekers kunnen stellen en hoe ze aan betrouwbare antwoorden komen. - Domein B Beeld- en geluidstechniek Hierbij komen informatieoverdracht, medische beeldvorming en optica aan bod. Bij informatieoverdracht kun je denken aan trillingen en golven. Bij medische beeldvorming denk je aan de natuurkundige principes en technieken die bij de analyse en diagnostiek in de gezondheidszorg een rol spelen, denk aan röntgenfoto s, MRI scan, en het gebruik van radioactiviteit. Bij optica zijn het gebruik van lenzen en de eigenschappen van licht van belang. Denk aan de constructies met lenzen, en de formules voor vergroting. - Domein C Beweging en energie Als een auto gaat rijden is er sprake van een bewegingsverandering onder invloed van een kracht. Dit kan beschreven worden met de wetten van Newton. Ook de energieomzettingen (bijvoorbeeld van zwaarte-energie naar bewegingsenergie) zijn van belang. 46

48 - Domein D Materialen Waarom is glas doorzichtig? Waarom is een metaal een goede geleider? Dit zijn vragen, die je zou kunnen beantwoorden als je dit onderwerp gehad hebt. - Domein E Aarde en heelal Ontstaan en ontwikkeling van het heelal en bewegingen in het zonnestelsel worden verklaard. Ook over aarde en klimaat kom je meer te weten. - Domein F Menselijk lichaam In je lichaam vinden allerlei natuurkundige processen plaats. Denk aan je bloedsomloop (stromingsleer), spierkracht, zenuwstelsel (eigenlijk elektrische draadjes). - Domein G Meten en regelen Overal gebruiken we elektriciteit voor. Kijk maar eens wat er gebeurt als de stroom uitvalt. In huis hebben we allemaal een meterkast. Er moet in huis op een veilige manier voor stroom worden gezorgd. Voor het licht, de wasmachine, de computer en misschien een alarmsysteem. Weet je wel hoe dat werkt? Soms is het heel belangrijk dat een apparaat automatisch bij een bepaald signaal in actie komt. We spreken dan van regelsystemen. Denk maar eens aan de Intensive Care in een ziekenhuis, aan de centrale verwarming, de regeling van verkeerslichten en de wasmachine. Je moet weten hoe de Wet van Ohm luidt, wat serie- en parallelschakelingen zijn en je moet het begrip kwh kennen. - Domein H Natuurkunde en technologie Natuurkunde staat heel dicht bij de techniek. Onderwerpen uit bovengenoemde domeinen lenen zich voor technische toepassingen. - Domein I Onderzoek en ontwerp Op basis van een gesteld probleem wordt een ontwerp voorbereid, uitgevoerd, getest en geëvalueerd. Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Ondersteuning door wiskunde B wordt sterk aangeraden. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Bij de meeste technische studies heb je natuurkunde nodig. Denk daarbij aan opleidingen als: natuurkunde, bouwkunde, werktuigbouw, civiele techniek, technische informatica en elektrotechniek. Dit alles geldt zowel voor hbo- als universitair niveau. Ook bij talloze richtingen in de gezondheidszorg is natuurkunde nodig. Voorbeelden hiervan: geneeskunde, tandheelkunde, diergeneeskunde en gezondheidswetenschappen. Bij paramedische opleidingen op hbo-niveau is natuurkunde vaak aanbevolen. Denk hierbij aan fysiotherapie en sommige richtingen op het gebied van hbo-v. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt. Hoe moet je afronden? Elk proefwerk is er wel een paar leerlingen die zich dit afvragen. In de profieloriëntatieweek gaan we een vuistregel hiervoor bespreken, die ook in de bovenbouw gehanteerd wordt. Aan de hand van een practicum ga je deze vuistregel toepassen. Ook gaan we iets dieper in op de theorie die bij dit practicum hoort. 47

49 Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 48

50 Scheikunde Algemeen Scheikunde (of chemie, zoals het ook wel wordt genoemd) betekent eigenlijk: de kunst van het scheiden van stoffen. Mengsels van stoffen worden als het ware gesorteerd, stof voor stof. Je zult merken dat je al heel veel weet van scheikunde. Je komt scheikundige processen dagelijks tegen en bijna alle materialen, waaruit gebruiksvoorwerpen bestaan, hebben wel iets met scheikunde te maken. Misschien heb je je niet gerealiseerd dat koffie zetten, een eitje koken, het roesten van ijzer of het wassen van je haar ook chemische processen zijn. En wat dacht je bijvoorbeeld van de kunststof huls van je pen, de kleurstoffen in je kleding, het staal van de poten van stoelen en tafels. Dat zijn ook allemaal producten van de chemie! Ook als je niet van plan bent om na de middelbare school door te gaan met chemie is scheikunde een handig vak om te volgen. Het systematisch aanpakken en oplossen van problemen kun je namelijk eigenlijk overal voor gebruiken. Als je wel verder wilt gaan met scheikunde zijn er tal van mogelijkheden, van gezondheidszorg tot levensmiddelenindustrie, van chemische industrie tot de milieubranche. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Scheikunde in de bovenbouw is een vervolg op scheikunde in de onderbouw. Het practicum zal een steeds grotere rol spelen. Daarvoor moet je in staat zijn om tamelijk zelfstandig allerlei experimenten op te zetten, uit te voeren en uit te werken. Ook verslagen spelen een belangrijke rol bij de beoordeling. Aantal lesuren Scheikunde wordt zowel in 4 HAVO als in 5 HAVO gegeven. In 4 HAVO krijg je 3 lesuren per week In 5 HAVO krijg je 3 lesuren per week Examenprogramma Het eindexamen voor scheikunde bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. De volgende onderwerpen komen in de bovenbouw aan bod: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis van stoffen en materialen Domein C Kennis van chemische processen en kringlopen Domein D Ontwerpen en experimenten in de chemie Domein E Innovatieve ontwikkelingen in de chemie Domein F Processen in de chemische industrie Domein G Maatschappij en chemische technologie Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Studie: Applied science, bio-informatica, biologie en medisch laboratoriumonderzoek, Biotechnologie, Chemie, Chemische technologie, Forensisch onderzoek, Gezondheidszorgtechnologie, Milieukunde, Process and food technology, Technische natuurkunde, Voedingsmiddelentechnologie 49

51 Beroep: Analist, Arbeids- of Veiligheidsdeskundige, Farmacoloog, Luchtverontreinigingsdeskundige, Kwaliteitscontroleur, Milieudeskundige, Procestechnoloog, Productontwikkelaar De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt Les 1: Keuringsdienst van waarde Les 2: Gehalte percentage surimi in krabsalade Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 50

52 TEKENEN IN DE BOVENBOUW De leerlingen, Margo, Vera, Nadine, Emmy, Joris en Laura, maakten bijgevoegde tekeningen. Waarom kozen zij voor het vak Tekenen in de bovenbouw?! Als je voor Tekenen in de bovenbouw kiest, kies je voor uitdaging, creativiteit, en zelfontplooiing. Je leert probleemoplossend denken met behulp van gevarieerde teken- schilder- en digitale technieken. Maar wat kun je met Tekenen eigenlijk bij een vervolgstudie? Kijk eens naar onderstaande opleidingen waarbij Tekenen zeer gewenst of verplicht is. Is er ook een opleiding bij die jou aanspreekt? Dan is het ten zeerste aan te bevelen om Tekenen in je profiel te kiezen! Technisch commerciële textielkunde Media en entertainment management Kunst en Economie Grafische Vormgeving Docent Beeldende Kunst Amsterdam Fashion Institute Media, informatica en communicatie Maatschappelijk werk en dienstverlening Sociaal-Pedagogische Hulpverlening Hoger toeristische en recreatief onderwijs Academie voor popcultuur Museologie Designacademy Industrieel ontwerpen Communicatie en Multi Media design Animatie Autonome beeldende kunst Culturele en maatschappelijke vorming Creatieve therapie Vrijetijdsmanagement Fotografie Kunstacademie Film en TV Bouwkunde PABO Webdesign 51

53 Algemeen We leven momenteel in een beeldcultuur. Denk aan alle (social) media die je bestookt met (reclame) beelden. Zonder dat het opvalt zitten er in al die beelden trucjes verwerkt waarmee je gemanipuleerd wordt om bijvoorbeeld een product te kopen. Bij het vak Tekenen leer je beter te kijken naar de beelden om je heen, de werken uit de kunstgeschiedenis maar ook naar je eigen tekening of schildering. Het zorgt ervoor dat je een kritische blik krijgt. Je krijgt oog voor nuances. eigen referentiekader. Tekenen lijkt misschien een vak waar een bèta student niets aan heeft. Toch is dit niet het geval. Tekenen is een vak waarin je creatief leert om springen met bestaande gegevens. Deze creativiteit is uitermate handig bij onderzoekende opleidingen en/of beroepen. Je leert namelijk te denken buiten de gebaande paden en buiten je Tekenen kies je niet zo maar voor de gezelligheid. Tekenen is arbeidsintensief en kost je daarom veel werkuren. Daarnaast moet je redelijk zelfstandig de kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing verwerken. Maar om je niet te veel af te schrikken; alle leerlingen die bewust voor Tekenen hebben gekozen, hebben er geen moment spijt van gehad!!! Overigens is het vak Tekenen helemaal niet alleen weggelegd voor de tekentalenten; belangrijker is doorzettingsvermogen en enthousiasme voor het vak! Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? In de onderbouw wordt de basis gelegd om in de bovenbouw zo zelfstandig mogelijk allerlei opdrachten te kunnen uitvoeren. Heel belangrijk is dat je in staat bent om, uitgaande van bepaalde thema s of opdrachten, zelfstandig een beeldend proces te doorlopen. Naast deze zelfstandigheid wat betreft de praktijk is er nog een ander belangrijk verschil met de onderbouw. De kunsttheorie speelt straks namelijk een grotere rol binnen het vak Tekenen dan in de onderbouw. (zie bijvoorbeeld ook het examenprogramma) Tekenen is dus een vak dat uit verschillende onderdelen bestaat: De praktijk Je tekent en schildert vanuit verschillende vertrekpunten: de waarneming, de verbeelding en functionele vormgeving (ontwerpen). Kunstgeschiedenis Kennis van en inzicht in de ontwikkeling van de kunst vanaf de klassieke oudheid tot nu. Kunstbeschouwing Het aandachtig bekijken en analyseren van kunstwerken en je eigen werk op zowel vorm als inhoud om zo het kunstwerk beter te kunnen begrijpen. 52

54 Om de lesstof beter te laten hangen zijn er naast de reguliere lessen ook excursies naar musea. Omdat je dan kunst in het echt ziet, ben je nog beter voorbereid op zowel de praktijk als de theorietoetsen. Aantal lesuren In 4 en 5 Havo heb je hetzelfde aantal uren volgens onderstaande verdeling: 3 lesuren praktijk (4H), 2 lesuren praktijk (5H) 1 lesuur theorie (kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing) (4H en 5H) Examenprogramma Het Schoolexamen (SE) bestaat uit drie toetsmomenten: 1. SE Herfst bestaat uit een praktisch examen. In vijf lesuren heb je de tijd om een stilleven naar de waarneming te tekenen. 2. SE I Kerst bestaat uit twee onderdelen Praktijk; een procesopdracht van ongeveer 12 lesuren, gekoppeld aan een thema. (Hieraan werk je in de reguliere lesuren). Theorie; een 100 minuten toets waarbij je kennis van de kunstbeschouwing en kunstgeschiedenis wordt getoetst. 3. SE Pasen bestaat uit een mondeling examen. Tijdens dit mondeling presenteer je al het gemaakte praktijkwerk en samen met de docent analyseer je het eigen werk met behulp van de beeldende begrippen. (kunstbeschouwing) Het Centraal Eindexamen is landelijk en bestaat enkel uit de theorie van de kunstgeschiedenis en de kunstbeschouwing aan de hand van een vooraf vast gesteld thema. Succes met je keuze en hopelijk tot ziens! 53

55 Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 54

56 Wiskunde A Algemeen Wiskunde is een vak dat je overal terugvindt in de wereld om je heen. Je leert vaardigheden die je kunt gebruiken om bepaalde vraagstukken op te lossen. Vaak is het ook de basis voor andere vakken als economie, natuurkunde, scheikunde en biologie, maar ook voor tekenen bijvoorbeeld. Je komt bij die vakken problemen tegen die je alleen kunt oplossen als je een aantal wiskundige basisvaardigheden tot je beschikking hebt. Daarom leer je bij wiskunde heel veel verschillende dingen, zoals: Rekenen, meten en schatten Rekenen met variabelen en functies Informatie lezen, begrijpen en verwerken Wiskunde A richt zich vooral op de toepassingen van de wiskunde. In het algemeen kun je zeggen dat wiskunde A vooral gericht is op maatschappelijke toepassingen zoals in bijvoorbeeld economie, geografie en sociale studies. Wiskunde B daarentegen bereidt vooral voor op exacte richtingen. Van leerlingen die wiskunde A volgen, verwachten we minder algebraïsch inzicht, formulevaardigheid en het beheersen van algebraïsche technieken dan van een leerling die wiskunde B volgt. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Wiskunde in de Tweede Fase gaat verder met het uitdiepen van de geleerde stof uit de basisvorming en het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden (bijvoorbeeld het leren omgaan met de grafische rekenmachine). Aantal lesuren In 4 HAVO krijg je 3,5 lesuren per week, in de 5 e 3 lesuren. Examenprogramma Het examen voor wiskunde A bestaat uit een aantal schoolexamens en een centraal examen. De volgende onderwerpen komen in de bovenbouw aan bod: Domein Vaardigheden Je kunt informatie verwerken, beoordelen en presenteren. Je kunt een probleem vertalen in een wiskundig model en het dan met wiskundige rekentechnieken oplossen. Soms maak je daarbij gebruik van ICT en grafische rekenmachine. Domein Algebra en tellen Reken met getallen en rekenen met variabelen. Domein Verbanden In het onderdeel verbanden leer je formules op te stellen, toe te passen en met elkaar te vergelijken. Denk hierbij aan formules voor bijvoorbeeld de groei van je spaargeld of de aflossing van je hypotheek. Domein Verandering Bij veranderingen kijk je naar het stijgen en dalen in een grafiek. En wanneer heeft de grafiek een maximum? Of is het juist een minimum? 55

57 Domein Statistiek Bij statistiek leer je hoe je statistisch onderzoeksmateriaal kunt verwerken in grafieken en diagrammen. Je werkt verder met gemiddelde-, modus, mediaan- en standaardafwijking en je leert hoe je steekproeven moet nemen. Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Wiskunde is op veel opleidingen vooral een ondersteunend vak. Denk aan de pabo, aan allerlei economische en technische opleidingen. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt In de M-profielen neemt het vak wiskunde A een prominente plaats in. Met hard werken en de stof goed bijhouden moet elke leerling ver kunnen komen voor wiskunde A, ook als je niet direct over een wiskundeknobbel beschikt. Om je een idee te geven gaan we een aantal onderdelen van wiskunde A iets verder uitdiepen. Dat doen we én in de profieloriëntatieweek én in de week daarvoor. Bij wiskunde A ga je werken met grote getallen en met tabellen. Het is daarbij nodig dat je je gewone wiskundeboek ook bij je hebt. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 2. Waar moet je bij dit vak veel tijd aan besteden? 56

58 3. Welke eigenschappen heb je bij dit vak nodig? 4. Leg uit waarom dit vak wel / niet bij je past? 5. Leg uit waarom je dit vak wel / niet zou willen kiezen? 57

59 Wiskunde B Algemeen Wiskunde is een vak dat je overal terugvindt in de wereld om je heen. Je leert vaardigheden die je kunt gebruiken om bepaalde vraagstukken op te lossen. Vaak is het ook de basis voor andere vakken als economie, natuurkunde, scheikunde en biologie, maar ook voor tekenen bijvoorbeeld. Je komt bij die vakken problemen tegen die je alleen kunt oplossen als je een aantal wiskundige basisvaardigheden tot je beschikking hebt. Daarom leer je bij wiskunde heel veel verschillende dingen, zoals: Rekenen, meten en schatten Rekenen met variabelen en functies Meetkunde Wiskunde B is duidelijk heel anders dan wiskunde A. In het algemeen kun je zeggen dat wiskunde A vooral gericht is op maatschappelijke toepassingen zoals in bijvoorbeeld economie, geografie en sociale studies. Wiskunde B daarentegen bereidt vooral voor op exacte richtingen. Van leerlingen die wiskunde A volgen verwachten we minder algebraïsch inzicht, formulevaardigheid en het beheersen van algebraïsche technieken dan van een leerling die wiskunde B volgt. Ook bij wiskunde B wordt gewerkt met concrete opdrachten, maar hier wordt veel vaker ook nog de stap naar de theorie gemaakt. Je gaat dus dieper op de wiskundige theorie in en daarbij is ook het aantal onderwerpen uitgebreider. Waarin verschilt dit vak met de onderbouw? Wiskunde in de Tweede Fase gaat verder met het uitdiepen en uitbreiden van de geleerde stof uit de basisvorming en het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden (bijvoorbeeld het leren omgaan met de grafische rekenmachine). Ook aan algebraïsche vaardigheden zonder rekenmachine wordt veel aandacht besteed. Aantal lesuren In 4 HAVO krijg je 4 lesuren per week, in de 5 e 4 lesuren. Examenprogramma Het examen voor wiskunde B bestaat uit een aantal schoolexamens en een centraal examen. De volgende onderwerpen komen in de bovenbouw aan bod: Domein Vaardigheden Je kunt informatie verwerken, beoordelen en presenteren. Je kunt een probleem vertalen in een wiskundig model en het dan met wiskundige rekentechnieken oplossen. Soms maak je daarbij gebruik van ICT en grafische rekenmachine. Domein Functies, grafieken en vergelijkingen Je werkt met allerleis soorten functies: machtsfunctie, maar ook exponentiële en logaritmische functies. Vergelijkingen oplossen ken je al bij eenvoudige vormen. Dat wordt verder uitgebreid. Domein Meetkundige berekeningen Hoeken en afstanden berekenen in meetkundige figuren met behulp van goniometrie en de stelling van Pythagoras. De vergelijking opstellen van een lijn is bekend. Je leert ook de vergelijking van een cirkel opstellen. 58

60 Domein Toegepaste analyse Toegepaste analyse is een groot onderwerp. Het gaat om het onderzoeken van allerlei soorten functies. Belangrijk hierbij is de differentiaalrekening waarmee je kunt berekenen waar een functie stijgt en daalt en waar een maximum of een minimum optreedt. Je krijgt ook een eerste kennismaking met goniometrische functies. Waar te kiezen? Zie tabel pag. 5. Mogelijkheden met dit vak voor studie en/of beroep Wiskunde is op veel opleidingen vooral een ondersteunend vak. Denk aan de pabo, aan allerlei economische en technische opleidingen. De lesstof die in de profieloriëntatieweek behandeld wordt In de N-profielen neemt het vak wiskunde B een prominente plaats in. Wiskunde B is een behoorlijk pittig vak, waarvoor een beetje wiskundig inzicht erg praktisch kan zijn. Natuurlijk kom je met hard werken een heel eind, ook als je niet meteen een wiskundeknobbel hebt. Om je een idee te geven gaan we een aantal onderdelen van wiskunde B iets verder uitdiepen. Dat doen we én in de profieloriëntatieweek én in de week daarvoor. Bij wiskunde B ga je aan de slag met het berekenen van de oppervlakte van een veelhoek. Het is daarbij nodig dat je je gewone wiskundeboek ook bij je hebt. Door de leerlingen te beantwoorden vragen: 1. Waar moet je goed in zijn bij dit vak? 59

VAKKENBOEKJE HAVO. januari 2018

VAKKENBOEKJE HAVO. januari 2018 VAKKENBOEKJE HAVO januari 2018 Inleiding Beste leerling, Voor jou, leerling uit de 3 e klas, komt de periode eraan waarin je moet kiezen voor een profiel. Misschien is het niet altijd helder voor je wat

Nadere informatie

VAKKENBOEKJE HAVO. januari 2013

VAKKENBOEKJE HAVO. januari 2013 VAKKENBOEKJE HAVO januari 2013 Profieloriëntatieboekje havo 1 schooljaar 2012-2013 Inleiding Beste leerling, Voor jou, leerling uit de 3 e klas, komt de periode eraan waarin je moet kiezen voor een profiel.

Nadere informatie

VAKKENBOEKJE VWO. januari 2018

VAKKENBOEKJE VWO. januari 2018 VAKKENBOEKJE VWO januari 2018 Profieloriëntatieboekje vwo 0 schooljaar 2017-2018 Inleiding Beste leerling, Voor jou, leerling uit de 3 e klas, komt de periode eraan waarin je moet kiezen voor een profiel.

Nadere informatie

VAKKENBOEKJE VWO. januari 2015

VAKKENBOEKJE VWO. januari 2015 VAKKENBOEKJE VWO januari 2015 Profieloriëntatieboekje vwo 0 schooljaar 2014-2015 Inleiding Beste leerling, Voor jou, leerling uit de 3 e klas, komt de periode eraan waarin je moet kiezen voor een profiel.

Nadere informatie

VAKKENBOEKJE VWO. januari 2014

VAKKENBOEKJE VWO. januari 2014 VAKKENBOEKJE VWO januari 2014 Profieloriëntatieboekje vwo 0 schooljaar 2013-2014 Inleiding Beste leerling, Voor jou, leerling uit de 3 e klas, komt de periode eraan waarin je moet kiezen voor een profiel.

Nadere informatie

VAKKENBOEKJE HAVO. januari 2014

VAKKENBOEKJE HAVO. januari 2014 VAKKENBOEKJE HAVO januari 2014 Profieloriëntatieboekje havo 0 schooljaar 2013-2014 Inleiding Beste leerling, Voor jou, leerling uit de 3 e klas, komt de periode eraan waarin je moet kiezen voor een profiel.

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst! oktober

Kiezen voor de toekomst! oktober Kiezen voor de toekomst! oktober 2016 1 oktober 2016 2 Keuzedossier Kiezen zien als een proces Wat wil ik? Wat kan ik? Hoe ben ik? Zakelijke informatie over profielen, vakken, opleidingen, beroepen Koppelen

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst! oktober

Kiezen voor de toekomst! oktober Kiezen voor de toekomst! oktober 2017 1 oktober 2017 2 oktober 2017 3 Qompas Kiezen zien als een proces Wat wil ik? Wat kan ik? Hoe ben ik? Zakelijke informatie over profielen, vakken, opleidingen, beroepen

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst! oktober

Kiezen voor de toekomst! oktober Kiezen voor de toekomst! oktober 2015 1 oktober 2015 2 Keuzedossier Kiezen zien als een proces Wat wil ik? Wat kan ik? Hoe ben ik? Zakelijke informatie over profielen, vakken, opleidingen, beroepen Koppelen

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst!

Kiezen voor de toekomst! Kiezen voor de toekomst! 2 e fase HAVO januari 2017 1 Profielen Cultuur & Maatschappij Economie & Maatschappij Natuur & Gezondheid Natuur & Techniek januari 2017 2 Opbouw van een profiel gemeenschappelijk

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst! oktober 2013 1

Kiezen voor de toekomst! oktober 2013 1 Kiezen voor de toekomst! oktober 2013 1 oktober 2013 2 Keuzedossier Kiezen zien als een proces Wat wil ik? Wat kan ik? Hoe ben ik? Zakelijke informatie over profielen, vakken, opleidingen, beroepen Koppelen

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst!

Kiezen voor de toekomst! Kiezen voor de toekomst! 2 e fase HAVO januari 2015 1 Profielen Cultuur & Maatschappij Economie & Maatschappij Natuur & Gezondheid Natuur & Techniek januari 2015 2 Opbouw van een profiel gemeenschappelijk

Nadere informatie

PROFIELKEUZE havo (presentatie van de voorlichtingsavond)

PROFIELKEUZE havo (presentatie van de voorlichtingsavond) PROFIELKEUZE 2017 3 havo (presentatie van de voorlichtingsavond) Nu nog even een profiel kiezen In welke vakken ga je examen doen? Profielkeuze is een proces Leerling + ouders + school Tijdspad profielkeuze

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst! oktober 2012 1

Kiezen voor de toekomst! oktober 2012 1 Kiezen voor de toekomst! oktober 2012 1 (mr.bean) http://www.youtube.com/watch?v =6r0dr_juOiI oktober 2012 2 oktober 2012 3 Hersenanatomie oktober 2012 4 OSB / LOB Vervul binnen OSB / LOB de rol van plaatsvervangende

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst! 2e fase havo

Kiezen voor de toekomst! 2e fase havo Kiezen voor de toekomst! 2e fase havo januari 2012 1 Profielen Cultuur en Maatschappij Economie en Maatschappij Natuur en Gezondheid Natuur en Techniek januari 2012 2 Opbouw van een profiel Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst! 2e fase havo

Kiezen voor de toekomst! 2e fase havo Kiezen voor de toekomst! 2e fase havo januari 2014 1 Veranderingen voor leerlingen Meer huiswerk minder toetsen Toetsen over grote(re) stof eenheden Grotere school Verdieping Examen vanaf klas 4 Zelfstandigheid

Nadere informatie

Informatieavond profielkeuze Porta Mosana College

Informatieavond profielkeuze Porta Mosana College Havo-3, wat dan.? Informatieavond profielkeuze Porta Mosana College WO WO HBO HBO VWO 6 MBO Havo 5 VWO 5 *niet zonder meer mogelijk! TL 4 Havo 4 TL 3 Havo 3 Toekomstplan opstellen Wie ben ik? Wat kan ik?

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst! oktober

Kiezen voor de toekomst! oktober Kiezen voor de toekomst! oktober 2017 1 2 Qompas Kiezen zien als een proces Wat wil ik? Wat kan ik? Hoe ben ik? Zakelijke informatie over profielen, vakken, opleidingen, beroepen Koppelen Hulp van thuis

Nadere informatie

4-12-2015. Bedoeling infoavond. Welkom INFORMATIEAVOND 3 HAVO de Tweede Fase. Historische achtergronden. Tweede fase. Veranderingen door invoering

4-12-2015. Bedoeling infoavond. Welkom INFORMATIEAVOND 3 HAVO de Tweede Fase. Historische achtergronden. Tweede fase. Veranderingen door invoering Bedoeling infoavond Na afloop heeft u een beter beeld van: Welkom INFORMATIEAVOND 3 HAVO de Tweede Fase de Tweede Fase als onderwijssysteem het keuzeproces van uw zoon/dochter Tweede fase Voortgezet Onderwijs

Nadere informatie

Ben jij volgend jaar een havo 4 leerling? januari

Ben jij volgend jaar een havo 4 leerling? januari Ben jij volgend jaar een havo 4 leerling? januari 2019 1 Welkom Dhr. S.van Boxtel Dhr. R.van Haaren Mevr. M.Molenschot Dhr. B.Bogaers Conrector LJC 4 havo Decaan havo Decaan havo 2 3 Wat houdt een overstap

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING het versnelde programma

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING het versnelde programma PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING het versnelde programma atheneum 6 Picasso Lyceum Paletsingel 38c 2718 NT ZOETERMEER 079-3471700 Nederlandse taal en literatuur Voor leerlingen van atheneum 6 is Nederlandse

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst!

Kiezen voor de toekomst! Kiezen voor de toekomst! 2 e fase HAVO januari 2017 1 Profielen Cultuur & Maatschappij Economie & Maatschappij Natuur & Gezondheid Natuur & Techniek januari 2017 2 Opbouw van een profiel gemeenschappelijk

Nadere informatie

KIESWIJZER LAAR & BERG Stroomkeuze vwo en MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo

KIESWIJZER LAAR & BERG Stroomkeuze vwo en MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo KIESWIJZER LAAR & BERG 2016-2017 Stroomkeuze vwo en MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo Inhoud Inleiding... 3 Stroomkeuze vwo 3 en MYP 3... 4 Profielkeuze havo... 5 Maatschappijprofielen in havo 4 en

Nadere informatie

Van mavo-4 naar havo R. Schouten sectordirecteur havo

Van mavo-4 naar havo R. Schouten sectordirecteur havo Van mavo-4 naar havo-4 2018-2019 R. Schouten sectordirecteur havo Programma Wat we vandaag bespreken: - Waarom naar havo-4? - Toelatingseisen en aanmelding - Profielen en vakken - Aansluiting sectoren

Nadere informatie

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium Tweede fase en profielkeuze Door: drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium wej@veurslyceum.nl Programma 1) Uitleg over decanaat en Tweede Fase 2) Wat zijn profielen en welke profielen zijn er?

Nadere informatie

STUDIEWIJZER HAVO COHORT 2011. versie oktober 2011

STUDIEWIJZER HAVO COHORT 2011. versie oktober 2011 STUDIEWIJZER HAVO COHORT 2011 versie oktober 2011 Inhoudsopgave Aardrijkskunde... 3 Biologie... 4 Culturele en Kunstzinnige Vorming... 5 Duitse taal en literatuur... 6 Economie... 7 Engelse taal en literatuur...

Nadere informatie

MARNE COLLEGE PTA 4 HAVO 2016/2017 COHORT

MARNE COLLEGE PTA 4 HAVO 2016/2017 COHORT MARNE COLLEGE PTA 2016/2017 COHORT 2016-2018 Vak Aardrijkskunde Biologie CKV Duitse taal en literatuur Economie Engelse Taal & Letterkunde Filosofie Franse taal en literatuur Geschiedenis Informatica Kunst

Nadere informatie

Van mavo-4 naar havo-4. 2014-2015 R. Schouten sectordirecteur havo

Van mavo-4 naar havo-4. 2014-2015 R. Schouten sectordirecteur havo Van mavo-4 naar havo-4 2014-2015 R. Schouten sectordirecteur havo Wat we vandaag bespreken: - Waarom naar havo-4? - Toelatingseisen en aanmelding - Profielen en vakken - Aansluiting sectoren - Vragen?

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VWO

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VWO PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VWO 4 VWO 2015-2016 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA) Begripsbepalingen 1.1 Periode Het schooljaar is verdeeld in vier nagenoeg gelijke periodes. De eindexamenklassen

Nadere informatie

Kiezen in leerjaar 2 VMBO Theorie. Op weg naar leerjaar 3 VMBO Theorie

Kiezen in leerjaar 2 VMBO Theorie. Op weg naar leerjaar 3 VMBO Theorie Kiezen in leerjaar 2 VMBO Theorie Op weg naar leerjaar 3 VMBO Theorie Je gaat aan het eind van dit schooljaar naar leerjaar 3 VMBO Theorie. In leerjaar 3 heb je een keuze in bepaalde vakken. Waarom kies

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING LYCEUM ELST 6 VWO ONDERDEEL B VAKSPECIFIEKE DEEL

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING LYCEUM ELST 6 VWO ONDERDEEL B VAKSPECIFIEKE DEEL PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING LYCEUM ELST 6 VWO 2018-2019 ONDERDEEL B VAKSPECIFIEKE DEEL Op de volgende pagina s staan de vak pta s. De gebruikte afkortingen en codes staan hieronder uitgelegd.

Nadere informatie

Studiewijzer per opleiding

Studiewijzer per opleiding Nederlandse taal en literatuur 201 T 5001 15 Literatuurgeschiedenis. 202 T 6001 15 Spelling en werkwoordspelling. 203 T 6002 20 Spreekvaardigheid: mondelinge voordracht. 204 T 6003 25 Schrijfvaardigheid.

Nadere informatie

Kiezen voor de toekomst!

Kiezen voor de toekomst! Kiezen voor de toekomst! 2 e fase HAVO januari 2018 1 Profielen Cultuur & Maatschappij Economie & Maatschappij Natuur & Gezondheid Natuur & Techniek januari 2018 2 Opbouw van een profiel gemeenschappelijk

Nadere informatie

OP WEG NAAR KLAS 4HAVO

OP WEG NAAR KLAS 4HAVO januari 2018 INFORMATIEBOEKJE KLAS 4 OP WEG NAAR KLAS 4HAVO VMBO 4 TL 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.blz. 3 2. Route tl-mbo-hbo vergeleken met tl-havo-hbo blz. 4 3. De tweede fase (HAVO/VWO) blz. 5 4. Welk

Nadere informatie

Programma van toetsing en afsluiting Schoolja BH4. Bertrand Russell College

Programma van toetsing en afsluiting Schoolja BH4. Bertrand Russell College Schoolja - 2016 BH4 Bertrand Russell College StudieBH4 Vak: Nederlands P401 cijfer Moment: per 2/3 Weegfactor: 1 Tijdsduur:25 min Leerstof: Mondelinge vaardigheden P402 cijfer Moment: per 4 Weegfactor:

Nadere informatie

KIESWIJZER 2015. Laar & Berg STROOMKEUZE VWO EN MYP PROFIELKEUZE HAVO PROFIELKEUZE VWO

KIESWIJZER 2015. Laar & Berg STROOMKEUZE VWO EN MYP PROFIELKEUZE HAVO PROFIELKEUZE VWO KIESWIJZER 2015 Laar & Berg STROOMKEUZE VWO EN MYP PROFIELKEUZE HAVO PROFIELKEUZE VWO INHOUD INLEIDING... 3 STROOMKEUZE V3 EN T3... 4 PROFIELKEUZE HAVO... 5 Maatschappijprofielen in havo 4 en 5... 6 Natuurprofielen

Nadere informatie

Profielkeuze 3 VWO. 6 december 2017

Profielkeuze 3 VWO. 6 december 2017 Profielkeuze 3 VWO 6 december 2017 Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) Doel: Op zoek gaan naar het meest geschikte profiel toekomst Hulpmiddelen: Opdrachtenboek Profielkiezer Advies van de mentor,

Nadere informatie

Welkom. Ouderavond LOB havo-3. Profielkeuze

Welkom. Ouderavond LOB havo-3. Profielkeuze Welkom Ouderavond LOB havo-3 Profielkeuze Welkom LOB-coördinator: Maaike Dingemans Programma Wat weten jullie al? LOB en het keuzeproces De keuzemogelijkheden Overgangsnormen en exameneisen Hoe nu verder?

Nadere informatie

Profielkeuze Vakkeninformatie HAQ3. Iris Eckardt Decaan Havo/Vwo/Quest

Profielkeuze Vakkeninformatie HAQ3. Iris Eckardt Decaan Havo/Vwo/Quest Profielkeuze Vakkeninformatie HAQ3 Iris Eckardt Decaan Havo/Vwo/Quest 2 de Fase (de bovenbouw) 4 profielen CM - Cultuur en Maatschappij EM - Economie en Maatschappij NG - Natuur en Gezondheid NT - Natuur

Nadere informatie

KIESWIJZER '17-'18. Voor leerlingen uit vwo 4

KIESWIJZER '17-'18. Voor leerlingen uit vwo 4 KIESWIJZER '17-'18 Voor leerlingen uit vwo 4 Inhoudsopgave Inleiding 3 VWO Kiezen van een profiel in vwo 4 4 Profielkeuzetabel vwo 5 en 6 5 Korte toelichting op nieuwe vakken in de Tweede Fase 6 Bijlage

Nadere informatie

Studiewijzer per opleiding

Studiewijzer per opleiding Nederlandse taal en literatuur 201 T 5001 15 Literatuurgeschiedenis. 202 T 6001 15 Spelling en werkwoordspelling. 203 T 6002 20 Spreekvaardigheid: mondelinge voordracht. 204 T 6003 25 Schrijfvaardigheid.

Nadere informatie

Verklaring afkortingen van de soort toets: ST = Schriftelijke Toets MT = Mondelinge Toets PO = Praktische Opdracht

Verklaring afkortingen van de soort toets: ST = Schriftelijke Toets MT = Mondelinge Toets PO = Praktische Opdracht vak: maatschappijwetenschappen HAVO Klas: 4 havo Massamedia C1 ST 15% ja Massamedia C2 PO 10% nee Massamedia C3 ST 20% ja Massamedia C4 PO 10% nee Werk C5 ST 15% ja Werk C6 PO 5% nee Multiculturele samenwerking

Nadere informatie

HET GOESE LYCEUM, pta, havo 5, ,AARDRIJKSKUNDE. HET GOESE LYCEUM, pta, havo 5, ,BIOLOGIE

HET GOESE LYCEUM, pta, havo 5, ,AARDRIJKSKUNDE. HET GOESE LYCEUM, pta, havo 5, ,BIOLOGIE HET GOESE LYCEUM, pta, havo 5, 2014-2015,AARDRIJKSKUNDE wf. 571 1 De wereld: Atlas S 100 2 j 1 6.5 globalisering 572 2 De aarde: Atlas S 100 2 j 2 6.5 573 3 exogene en endogene processen Gebieden: Atlas

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting

Programma van Toetsing en Afsluiting Programma van Toetsing en Afsluiting 2017-2018 5 HAVO HAVO cohort 2016-2018 Berlage Lyceum, P. L. Takstraat 33, 1073 KJ Amsterdam. Tel. 020-572 1200 berlage.espritscholen.nl info@berlage.espritscholen.nl

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. VWO 4, 5 en Versie september 2018

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. VWO 4, 5 en Versie september 2018 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING, 5 en 6 2018-2021 Versie september 2018 PTA VWO aardrijkskunde 2018-2021 Leerjaar Onderwerp Soort Afname Duur (min.) Weegfac tor Herkansbaar week B1 Samenhang en verscheidenheid

Nadere informatie

Programma van toetsing en afsluiting Schooljaar - 2015 2016 BH5. Bertrand Russell College

Programma van toetsing en afsluiting Schooljaar - 2015 2016 BH5. Bertrand Russell College Schooljaar - 2015 2016 BH5 Bertrand Russell College Studie:BH5 Vak: Nederlands P401 cijfer Moment: per 2/3 Weegfactor: 1 Tijdsduur:25 min Leerstof: Presentatie met discussie in de les in groepjes van 2

Nadere informatie

Cohort havo 4 examenjaar HAVO. Schoolexamen SE 1. Weging 30% VSG van HAVO 4: Systeem Aarde, Arm en Rijk, (Over)leven in Europa

Cohort havo 4 examenjaar HAVO. Schoolexamen SE 1. Weging 30% VSG van HAVO 4: Systeem Aarde, Arm en Rijk, (Over)leven in Europa Cohort 07-09 havo 4 examenjaar 09 Vak: Aardrijkskunde 4 SE 0% SE VSG van 4: Systeem Aarde, Arm en Rijk, (Over)leven in Europa De overige 70% van dit cohort zal in havo 5 worden behaald. Cohort 07-09 havo

Nadere informatie

25 Januari 2016 PROFIELKEUZE INFORMATIEAVOND

25 Januari 2016 PROFIELKEUZE INFORMATIEAVOND 25 Januari 2016 PROFIELKEUZE INFORMATIEAVOND Kiezen is een kunst De profielkeuze (en later de opleidingskeuze) is geen eenmalige beslissing maar een proces. Vragen: Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik?

Nadere informatie

Voorlichting profielkeuze en bovenbouw

Voorlichting profielkeuze en bovenbouw Voorlichting profielkeuze en bovenbouw Voor 3 havo Welkom + voorstellen Tweede Fase / bovenbouw Vakkenpakket en profielen Extra vak Doorstroom HAVO/VWO Dyslexie Traject profielkeuze Rol van ouders PROGRAMMA

Nadere informatie

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium Tweede fase en profielkeuze Door: drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium wej@veurslyceum.nl Programma 1) Uitleg over decanaat en Tweede Fase 2) Wat zijn profielen en welke profielen zijn er?

Nadere informatie

Programma van toetsing en afsluiting (PTA) havo. De Nieuwe Veste Hardenberg

Programma van toetsing en afsluiting (PTA) havo. De Nieuwe Veste Hardenberg Programma van toetsing en afsluiting (PTA) 2016-2017 De Nieuwe Veste Hardenberg 5 Havo: PTA 2016-2017, De Nieuwe Veste, Hardenberg 1 Programma s van toetsing en afsluiting per vak Hieronder worden de betekenissen

Nadere informatie

PTA 2008-2009 Vak: AARDRIJKSKUNDE Leerjaar: VMBO-4 MARKENHAGE EXAMENJAAR 2009 Periode Toetsvorm/duur Inhoud Gewicht schoolexamen

PTA 2008-2009 Vak: AARDRIJKSKUNDE Leerjaar: VMBO-4 MARKENHAGE EXAMENJAAR 2009 Periode Toetsvorm/duur Inhoud Gewicht schoolexamen PTA 2008-2009 Vak: AARDRIJKSKUNDE Leerjaar: VMBO-4 MARKENHAGE 1 schriftelijk (S1) 40 minuten schriftelijk (S2) 40 minuten Module 6 Transport en infrastructuur 1 tot en met 7 9 tot en met 11 Toetsweek 1

Nadere informatie

Voorlichtingsavond profielkeuze en bovenbouw

Voorlichtingsavond profielkeuze en bovenbouw Voorlichtingsavond profielkeuze en bovenbouw Voor ouders en leerlingen 3 HAVO Ga naar www.menti.com Gebruik code: 77 92 15 om te stemmen Welkom + voorstellen Tweede Fase / bovenbouw Vakkenpakket en profielen

Nadere informatie

Studiewijzer per opleiding

Studiewijzer per opleiding Nederlandse taal en literatuur 201 T 5001 15 Literatuurgeschiedenis. 202 T 6001 15 Spelling en werkwoordspelling. 203 T 6002 20 Spreekvaardigheid: mondelinge voordracht. 204 T 6003 25 Schrijfvaardigheid.

Nadere informatie

Studiewijzer per opleiding

Studiewijzer per opleiding Nederlandse taal en literatuur 201 T 5001 20 Spelling en werkwoordspelling. SE-week voor de herfstvakantie. 202 T 5002 30 Schrijfvaardigheid. Het schrijven van een betoog. SE-week voor de kerstvakantie.

Nadere informatie

PTA VWO Cohort Eckartcollege Eindhoven

PTA VWO Cohort Eckartcollege Eindhoven PTA VWO 6 017-018 Cohort 015-018 Eckartcollege Eindhoven Inhoudsopgave Introductie.. Combinatie 3 PTA per vak.. 4 Regeling voor doubleurs.. 5 PTA VWO 6 017-018 vastgesteld september 017 1 Introductie In

Nadere informatie

Ons kenmerk: PTA HAVO

Ons kenmerk: PTA HAVO PTA HAVO 2016-2018 1. Het programma van toetsing en afsluiting 2016 2018 per examenvak een overzicht van alle testen, praktische opdrachten en handelingsdelen met omschrijving van de stof en de toetssoort

Nadere informatie

Studiewijzer per opleiding

Studiewijzer per opleiding Nederlandse taal en literatuur 201 T 5001 15 Literatuurgeschiedenis. 202 T 5002 20 Spreekvaardigheid: mondelinge voordracht. 203 T 5003 15 Spelling en werkwoordspelling. 204 T 5004 25 Schrijfvaardigheid.

Nadere informatie

STUDIEWIJZER HAVO COHORT 2009. Versie november 2010

STUDIEWIJZER HAVO COHORT 2009. Versie november 2010 STUDIEWIJZER HAVO COHORT 2009 Versie november 2010 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Aardrijkskunde... 2 Biologie... 3 Culturele en Kunstzinnige Vorming... 4 Duitse taal en literatuur... 5 Economie... 6

Nadere informatie

Examendossier VMBO leerjaar 3 Schooljaar:

Examendossier VMBO leerjaar 3 Schooljaar: Examendossier VMBO leerjaar 3 Schooljaar: 208-209 PTA examenvak: Aardrijkskunde TGL & Tijdsduur herkansbaar 2 3 300 30 302 303 304 305 306 307 308 Arm en rijk Kennistoets H Arm en rijk Toepassingstoets

Nadere informatie

De Tweede Fase en Profielkeuze HAVO op het SMC

De Tweede Fase en Profielkeuze HAVO op het SMC De Tweede Fase en Profielkeuze HAVO op het SMC De tweede fase op het Op het SMC zien de profielen voor havo er als volgt uit: Natuur en techniek Natuur en gezondheid Economie en maatschappij Cultuur en

Nadere informatie

Profielkeuze 3 Havo. 22 november 2018

Profielkeuze 3 Havo. 22 november 2018 Profielkeuze 3 Havo 22 november 2018 Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) Doel: Op zoek gaan naar het meest geschikte profiel toekomst Hulpmiddelen: Opdrachtenboek Profielkiezer Digitaal portfolio vragenlijsten

Nadere informatie

Informatieboekje profielkeuze

Informatieboekje profielkeuze Informatieboekje profielkeuze Tweede fase en de keuze van een profiel Leerlingen die nu in de derde klas zitten, krijgen volgend jaar te maken met de Tweede Fase. In de tweede fase heeft elke leerling

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO 5. Berekening cijfer. Het college: PTA 2015-2016. Leerstof/Opdracht. T5 60 Arm en Rijk Hst. 4 + Indonesie Hst.

AARDRIJKSKUNDE HAVO 5. Berekening cijfer. Het college: PTA 2015-2016. Leerstof/Opdracht. T5 60 Arm en Rijk Hst. 4 + Indonesie Hst. AK AARDRIJKSKUNDE T5 60 Arm en Rijk Hst. 4 + Indonesie Hst. 1 en 2 T6 60 Systeem Aarde T7 60 Wonen in Nederland Berekening cijfer (T1+T2+T3+T4+T5+T6+T7)/20 BI BIOLOGIE T6 60 Havo 5 A: Thema 1 Stofwisseling

Nadere informatie

Profiel boekje havo

Profiel boekje havo Profiel boekje havo 2018-2019 Informatie over profielen in de Tweede Fase havo bestemd voor ouders en leerlingen van CSG Willem van Oranje. Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Tweede Fase en programma 3. Toetsing

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VWO

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VWO PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VWO 4 VWO 2016-2017 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA) Begripsbepalingen 1.1 Periode Het schooljaar is verdeeld in vier nagenoeg gelijke periodes. De eindexamenklassen

Nadere informatie

KIESWIJZER LAAR & BERG

KIESWIJZER LAAR & BERG KIESWIJZER LAAR & BERG 2018-2019 Versie: 9 april 2018 Stroomkeuze MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo Laar & Berg - 2 - Kieswijzer 2018-2019 Inhoud Inleiding... 4 Profielkeuze havo... 5 Maatschappijprofielen

Nadere informatie

PTA VWO 4. Versneld programma Cohort Eckartcollege Eindhoven

PTA VWO 4. Versneld programma Cohort Eckartcollege Eindhoven PTA VWO 4 Versneld programma 208-209 Cohort 208-202 Eckartcollege Eindhoven Inhoudsopgave Voorwoord.. 2 PTA per vak.. 3 Regeling voor doubleurs.. 9 Versneld PTA VWO 4 208-209 vastgesteld september 208

Nadere informatie

PTA VWO 4. Versneld programma Cohort Eckartcollege Eindhoven

PTA VWO 4. Versneld programma Cohort Eckartcollege Eindhoven PTA VWO 4 Versneld programma 206-207 Cohort 206-209 Eckartcollege Eindhoven Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... INTRODUCTIE... 2 PTA PER VAK... Versneld PTA VWO 4 206 vastgesteld september 206 Introductie In

Nadere informatie

Programma van toetsing en afsluiting R HAVO 4. O.S.G. Willem Blaeu

Programma van toetsing en afsluiting R HAVO 4. O.S.G. Willem Blaeu Programma van toetsing en afsluiting 2017-2018 R HAVO 4 O.S.G. Willem Blaeu Cohort 2017-2020 In de bovenbouw mavo, havo en vwo komt het cijfer van het schoolexamen geleidelijk tot stand. In het PTA wordt

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. HAVO 4 EN 5 (locatie Dieren) Versie september 2018

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. HAVO 4 EN 5 (locatie Dieren) Versie september 2018 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING EN 5 (locatie Dieren) 2018-2020 Versie september 2018 PTA HAVO aardrijkskunde 2018-2020 Leerjaar Onderwerp B1 Gebieden op de grens van arm en rijk Schriftelijk P1 100

Nadere informatie

Studiewijzer per opleiding

Studiewijzer per opleiding Nederlandse taal en literatuur 201 T 5001 15 Literatuurgeschiedenis. 202 T 6001 15 Spelling en werkwoordspelling. 203 T 6002 20 Spreekvaardigheid: mondelinge voordracht. 204 T 6003 25 Schrijfvaardigheid.

Nadere informatie

3 VMBO-K. Programma van toetsing en afsluiting per vak

3 VMBO-K. Programma van toetsing en afsluiting per vak 3 VMBO-K Programma van toetsing en afsluiting per vak Examendossier 2018-2019 (ED18=schooljaar 18/19 K3) Examendossier 2019-2020 (ED19=schooljaar 19/20 KL4/BL4) 1 Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

Nadere informatie

Profielkeuzevoorlichting 3 havo

Profielkeuzevoorlichting 3 havo Profielkeuzevoorlichting 3 havo Waar gaan we het over hebben? De Tweede fase De profielen Profielkeuzeproces Yubu De Tweede fase Verschillen onder- en bovenbouw: nieuwe vakken nieuwe docenten clusters

Nadere informatie

Ons kenmerk: PTA HAVO

Ons kenmerk: PTA HAVO PTA HAVO 2017-2019 1. Het programma van toetsing en afsluiting 2017 2019 per examen een overzicht van alle testen, praktische opdrachten en handelingsdelen met omschrijving van de stof en de toetssoort

Nadere informatie

Fons Vitae Lyceum. Profielkeuzevoorlichting 3 HAVO Oktober Afdelingsleider HAVO derde leerjaar: Peter van den Berg Decaan HAVO: Judith van t Hek

Fons Vitae Lyceum. Profielkeuzevoorlichting 3 HAVO Oktober Afdelingsleider HAVO derde leerjaar: Peter van den Berg Decaan HAVO: Judith van t Hek Fons Vitae Lyceum Profielkeuzevoorlichting 3 HAVO Oktober 2017 Afdelingsleider HAVO derde leerjaar: Peter van den Berg Decaan HAVO: Judith van t Hek Inhoud Inhoud profielen Verplichte vakken en keuzevakken

Nadere informatie

Profielkeuze. Sanne ten Haken & Bas Reuvers Decanen

Profielkeuze. Sanne ten Haken & Bas Reuvers Decanen Profielkeuze Sanne ten Haken & Bas Reuvers Decanen Inhoud Opbouw profiel Welke keuzemogelijkheden zijn er? Kan zomaar alles gekozen worden of gelden er beperkingen? Doorstroommogelijkheden vergroten met

Nadere informatie

profieldelen Cultuur en Maatschappij Economie en Maatschappij Natuur en Gezondheid Natuur en techniek profiel natuur en techniek

profieldelen Cultuur en Maatschappij Economie en Maatschappij Natuur en Gezondheid Natuur en techniek profiel natuur en techniek 10. Inrichting profielen havo gemeenschappelijk deel Het gemeenschappelijk deel van elk profiel in het havo omvat de onderstaande vakken: Nederlandse taal en letterkunde Engelse taal en letterkunde maatschappijleer

Nadere informatie

Programma van toetsing en afsluiting Schooljaar - 2015 2016 BA4. Bertrand Russell College

Programma van toetsing en afsluiting Schooljaar - 2015 2016 BA4. Bertrand Russell College Schooljaar - 2015 2016 BA4 Bertrand Russell College Studie:BA4 Vak: Nederlands Moment: per 4 Weegfactor: 1 Tijdsduur:100 min Leerstof: Literatuurgeschiedenis: 16e, 17e en 18e eeuw P501 cijfer Moment: per

Nadere informatie

KEUZEBEGELEIDING & PROFIELKEUZE KLAS 3

KEUZEBEGELEIDING & PROFIELKEUZE KLAS 3 KEUZEBEGELEIDING & PROFIELKEUZE KLAS 3 2014-2015 Belangrijke data i.v.m. profielkeuze schooljaar 2014 2015 9 dec. Ouderavond 10 dec. Mentoravond 26-30 jan. Elke derde klas gaat één dag op keuzedag 2 feb

Nadere informatie

TOETSENOVERZICHT HAVO KLAS 5

TOETSENOVERZICHT HAVO KLAS 5 TOETSENOVERZICHT HAVO KLAS 5 05-06 Inhoudsopgave Voorwoord blz. Aardrijkskunde blz. 4 Biologie blz. 5 CKV blz. 6 Duits blz. 7 Economie blz. 8 Engels blz. 9 Frans blz. 0 Geschiedenis blz. Maatschappijleer

Nadere informatie

SCHOOLEXAMEN HAVO SCHOOLJAAR Programma van Toetsing en Afsluiting 5 HAVO. Cohort

SCHOOLEXAMEN HAVO SCHOOLJAAR Programma van Toetsing en Afsluiting 5 HAVO. Cohort SCHOOLEXAMEN HAVO SCHOOLJAAR 2017-2018 5 HAVO Cohort 2016-2018 NEDERLAND TAAL EN LITERATUUR 5 Havo Nederlands 1 S6 90 min Spelling, interpunctie en stijl 10% Toetsweek 1 2 P1 15 min Mondeling literatuur

Nadere informatie

OVERSTAP 4-VMBO -> 4-HAVO 2015-2016. Bertrand Russell College havo en vwo

OVERSTAP 4-VMBO -> 4-HAVO 2015-2016. Bertrand Russell College havo en vwo OVERSTAP 4-VMBO -> 4-HAVO 2015-2016 Bertrand Russell College havo en vwo Waarom doorstromen naar 4havo? Stel, je zit in 4 VMBO-t. Je haalt goede resultaten, het ziet ernaar uit dat je zult gaan slagen.

Nadere informatie

HAVO / aardrijkskunde

HAVO / aardrijkskunde HAVO 2016-2018 / aardrijkskunde 5 13 55 to0 1 Dit is het eindcijfer behaald in het 4e leerjaar nee Cijfer1-10 14 55 to09 17 Wonen in Nederland H1 en H2: De rivieren in Nederland ja Cijfer1-10 15 TT hd04

Nadere informatie

Profielkeuze Vakkeninformatie HVQ3. Iris Eckardt Decaan Havo/Vwo/Quest

Profielkeuze Vakkeninformatie HVQ3. Iris Eckardt Decaan Havo/Vwo/Quest Profielkeuze Vakkeninformatie HVQ3 Iris Eckardt Decaan Havo/Vwo/Quest Profielkeuze Jong Weinig (werk)ervaring Weinig zicht op studierichtingen en werkgebieden Hebben hulp nodig... samen doen! Profielkeuze

Nadere informatie

Studiewijzer per opleiding

Studiewijzer per opleiding Nederlandse taal en literatuur 201 T 5001 15 Spelling en werkwoordspelling. 202 T 5002 20 Spreekvaardigheid: mondelinge voordracht. 203 T 5003 15 Literatuurgeschiedenis. 204 T 5004 25 Schrijfvaardigheid.

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING LYCEUM ELST 5 HAVO ONDERDEEL B VAKSPECIFIEKE DEEL

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING LYCEUM ELST 5 HAVO ONDERDEEL B VAKSPECIFIEKE DEEL PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING LYCEUM ELST 5 HAVO 2018-2019 ONDERDEEL B VAKSPECIFIEKE DEEL Op de volgende pagina s staan de vak pta s. De gebruikte afkortingen en codes staan hieronder uitgelegd.

Nadere informatie

Programma van toetsing en afsluiting R HAVO 5. O.S.G. Willem Blaeu

Programma van toetsing en afsluiting R HAVO 5. O.S.G. Willem Blaeu Programma van toetsing en afsluiting 2016-2017 R HAVO 5 O.S.G. Willem Blaeu Cohort 2016-2017 In de bovenbouw mavo, havo en vwo komt het cijfer van het schoolexamen geleidelijk tot stand. In het PTA wordt

Nadere informatie

Studiewijzer per opleiding

Studiewijzer per opleiding Nederlandse taal en literatuur 201 T 5001 15 Literatuurgeschiedenis. 202 T 5002 20 Spreekvaardigheid: mondelinge voordracht. 203 T 5003 15 Spelling en werkwoordspelling. 204 T 5004 25 Schrijfvaardigheid.

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting havo 4

Programma van Toetsing en Afsluiting havo 4 aardrijkskunde pagina 2 Bedrijfseconomie pagina 3 Bedrijfseconomie(IBC) pagina 4 bewegen, sport en maatschappij pagina 5 biologie pagina 6 culturele en kunstz. vorming pagina 7 Duitse taal en literatuur

Nadere informatie

Programma van toetsing en afsluiting. Schooljaar havo 5. Chr. College Groevenbeek

Programma van toetsing en afsluiting. Schooljaar havo 5. Chr. College Groevenbeek Schooljaar 2018-2019 havo 5 Chr. College Groevenbeek Godsdienst 4SE 401 Levensbeschouwing / Hindoeisme S 4 4SE 50 min 4SE 402 Jodendom / Islam S 6 4SE 50 min 4SE 403 Christendom van 0 tot nu S 6 4SE 50

Nadere informatie

C.S.G. Willem van Oranje Programma voor Toetsing en Afsluiting Mavo 4

C.S.G. Willem van Oranje Programma voor Toetsing en Afsluiting Mavo 4 Vak: Nederlands 40 Gemiddeld cijfer uit klas 3 - nee 4 Kijk- en luister Cito S 2 75 nee Fictiedossier Onderdelen fictiedossier leerjaar 3 Fragmenten boek 4 Fragmenten boek 5 2 42 Boekverslag 6 M 3 20 nee

Nadere informatie

Programma van toetsing en afsluiting Schoolja BA5. Bertrand Russell College

Programma van toetsing en afsluiting Schoolja BA5. Bertrand Russell College Schoolja - 2016 BA5 Bertrand Russell College StudieBA5 Vak: Nederlands Moment: per 4 Weegfactor: 1 Tijdsduur:100 min Leerstof: Literatuurgeschiedenis 16e, 17e en 18e eeuw P501 cijfer Moment: per 2 Weegfactor:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Oud-Beijerland, januari 2014.

Inhoudsopgave. Oud-Beijerland, januari 2014. Oud-Beijerland, januari 2014. Informatie over profielen in de Tweede Fase havo bestemd voor ouders en leerlingen van de CSG Willem van Oranje. Inhoudsopgave 1. Inleiding Tweede Fase 2. Programma 3. Toetsing

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting Vak: Nederlands HAVO 4. stofomschrijving. Referentieonderdeel en niveau: spreken en lezen 3F

Programma van Toetsing en Afsluiting Vak: Nederlands HAVO 4. stofomschrijving. Referentieonderdeel en niveau: spreken en lezen 3F Programma van Toetsing en Afsluiting 08-09 Vak: Nederlands HAVO 4 4tt mt -5 min per duo presenteren en literatuur - Leerlingen houden een duopresentatie over een literair werk (boek ) 5 n Referentieonderdeel

Nadere informatie

Overzicht toetsdossiers

Overzicht toetsdossiers Examendossier Spaanse taal - HAVO 2013-2015 TT I Grammatica: hoofdstuk 1 tot en met 3 Cijfer1-10 Geen 0 20 TT II Grammatica: hoofdstuk 4 tot en met 6 Cijfer1-10 Geen 0 40 TT III Grammatica: hoofdstuk 7

Nadere informatie

Vestiging: Montessori Lyceum Flevol

Vestiging: Montessori Lyceum Flevol HAVO 2018-2020 / aardrijkskunde Leerjaar 4 H4SE1 ED 41 H1 Het Amerikaans-Mexicaanse grensgebied Domein B1 en B3 Leerjaar 4 H4SE2 ED 42 H2 Natuur en Landschap Domein C1 en C3 Leerjaar 4 H4SE3 ED 43 H4 Actuele

Nadere informatie

PROFIELKEUZE HAVO. Januari 2016

PROFIELKEUZE HAVO. Januari 2016 PROFIELKEUZE HAVO Januari 2016 H. de Heus Decaan 3-4-5 HAVO & 3-4 Mavo heu@llr.nl Wilt u het geluid van uw telefoon uitzetten? Onderwerpen Nederlands onderwijsstelsel De Tweede Fase en de profielen Profielkeuze

Nadere informatie

Informatieavond profielkeuze 3 vwo. 19 januari 2015

Informatieavond profielkeuze 3 vwo. 19 januari 2015 Informatieavond profielkeuze 3 vwo 19 januari 2015 Programma 20.00 uur: Welkom en inleiding Informatie over culturele kunstzinnige vorming en maatschappijleer Informatie over de profielen 20.45 uur: Bijeenkomst

Nadere informatie

Kiezen in mavo 2. Cohort Park Lyceum Almere

Kiezen in mavo 2. Cohort Park Lyceum Almere Kiezen in mavo 2 Cohort 2018 Park Lyceum Almere Kiezen in mavo 2. Je staat voor een lastige keuze. Je gaat een keuze maken tussen de drie profielen en deze keuze bepaalt voor een deel je toekomstmogelijkheden.

Nadere informatie